ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 267

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

57e jaargang
14 augustus 2014


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2014/C 267/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.7261 — Goldman Sachs/Blackstone/Ipreo) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2014/C 267/02

Wisselkoersen van de euro

2

 

INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

2014/C 267/03

Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 j van bijlage XV bij de EER-overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard) (de algemene groepsvrijstellingsverordening)

3

2014/C 267/04

Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 j van bijlage XV bij de EER-overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening))

5


 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2014/C 267/05

Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China, Japan, de Republiek Korea, Rusland en de Verenigde Staten van Amerika

6

2014/C 267/06

Bericht van inleiding van een antisubsidieprocedure betreffende de invoer van koudgewalste platte producten van roestvrij staal uit de Volksrepubliek China

17

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2014/C 267/07

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.7332 — BskyB/Sky Deutschland/Sky Italia) ( 1 )

27

2014/C 267/08

Voorafgaande aanmelding van een voorgenomen concentratie (Zaak M.7340 — Ferrero International/Oltan Group) ( 1 )

28


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

14.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 267/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.7261 — Goldman Sachs/Blackstone/Ipreo)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 267/01)

Op 30 juli 2014 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32014M7261. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

14.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 267/2


Wisselkoersen van de euro (1)

13 augustus 2014

(2014/C 267/02)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3360

JPY

Japanse yen

136,89

DKK

Deense kroon

7,4556

GBP

Pond sterling

0,79970

SEK

Zweedse kroon

9,1884

CHF

Zwitserse frank

1,2135

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,2375

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,839

HUF

Hongaarse forint

314,08

LTL

Litouwse litas

3,4528

PLN

Poolse zloty

4,1945

RON

Roemeense leu

4,4361

TRY

Turkse lira

2,8830

AUD

Australische dollar

1,4375

CAD

Canadese dollar

1,4593

HKD

Hongkongse dollar

10,3555

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5825

SGD

Singaporese dollar

1,6701

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 376,14

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,1787

CNY

Chinese yuan renminbi

8,2216

HRK

Kroatische kuna

7,6320

IDR

Indonesische roepia

15 621,81

MYR

Maleisische ringgit

4,2658

PHP

Filipijnse peso

58,690

RUB

Russische roebel

48,4324

THB

Thaise baht

42,749

BRL

Braziliaanse real

3,0374

MXN

Mexicaanse peso

17,5363

INR

Indiase roepie

81,8300


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

14.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 267/3


Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 j van bijlage XV bij de EER-overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard) (de algemene groepsvrijstellingsverordening)

(2014/C 267/03)

DEEL I

Referentie steunmaatregel

GBER 4/2014/R&D

EVA-staat

Noorwegen

Steunverlenende autoriteit

Naam

Buskerud fylkeskommune

(Provincie Buskerud)

 

Adres

Postbus 3563

N-3007 Drammen

NOORWEGEN

 

Webpagina

www.bfk.no

Benaming van de steunmaatregel

Steun voor regionale kennis- en ondernemingscluster op het gebied van osteoporose

Nationale rechtsgrondslag (referentie desbetreffende nationale officiële publicatie)

Verbintenisbrief van de provincie Buskerud aan Papirbredden Innovasjon AS van 20.3.2014

Weblink naar de volledige tekst van de steunmaatregel

Notulen van de vergadering U.27.11.2013, PS 13/81 (Zaak 2013/871) — Toekenning van regionale ontwikkelingsfondsen aan de regio Drammen (2013) — Verdere samenwerking met de regio Drammen (1)

http://www.bfk.no/Politikk-1/Motekalender/Fylkesutvalget/#moter/2013/569

Type maatregel

Ad-hocsteun

Papirbredden Innovasjon AS

Datum steunverlening

Ad-hocsteun

20.3.2014

Betrokken economische sector(en)

Beperkt tot specifieke sectoren — Gelieve te specificeren overeenkomstig NACE Rev. 2.

NACE 70.220

Soort begunstigde

Kmo

X

Begrotingsmiddelen

Totaalbedrag van de aan de onderneming verleende ad-hocsteun

150 000 NOK

Steuninstrument

(artikel 5)

Subsidie

X


DEEL II

Algemene doelstellingen (lijst)

Doelstellingen (lijst)

Maximale steunintensiteit in % of maximaal steunbedrag in NOK

Kmo

- verhogingen in %

Steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie

(artikel 30-37)

Steun voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten

(artikel 31)

Fundamenteel onderzoek

(artikel 31, lid 2, onder a))

… %

 

 

 

Industrieel onderzoek

(artikel 31, lid 2, onder b))

… %

 

 

 

Experimentele ontwikkeling

(artikel 31, lid 2, onder c))

25 %

35 %


(1)  In het Noors: „Møteprotokoll U 27.11.2013, PS 13/81 (Arkivsak 2013/871) — Tildeling av regionale utviklingsmidler til Drammensregionen 2013 — Videre samhandling med Drammensregionen”.


14.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 267/5


Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 j van bijlage XV bij de EER-overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening))

(2014/C 267/04)

DEEL I

Referentie steunmaatregel

GBER 5/2014/R&D

EVA-staat

Noorwegen

Steunverlenende autoriteit

Naam

Buskerud fylkeskommune

(Provincie Buskerud)

 

Adres

Postbus 3563

3007 Drammen

NOORWEGEN

 

Webpagina

www.bfk.no

Benaming van de steunmaatregel

Oprichting van een ondernemingscluster voor creatieve ondernemingen

Nationale rechtsgrondslag (referentie desbetreffende nationale officiële publicatie)

Verbintenisbrief van de provincie Buskerud aan Papirbredden Innovasjon AS, 21.2.2014

Weblink naar de volledige tekst van de steunmaatregel

http://www.bfk.no/Politikk-1/Motekalender/Hovedutvalget-for-regionalutvikling-og-kultur/#moter/2013/530

„PS 13/97 (09/300) Aanvraag voor projectsteun voor de oprichting van een ondernemingscluster voor creatieve ondernemingen” (1)

Type maatregel

Ad-hocsteun

Papirbredden Innovasjon AS

Datum steunverlening

Ad-hocsteun

21.2.2014

Betrokken economische sector(en)

Beperkt tot specifieke sectoren — Gelieve te specificeren overeenkomstig NACE Rev. 2.

NACE 70.220

Soort begunstigde

Kmo

X

Begrotingsmiddelen

Totaalbedrag van de aan de onderneming verleende ad-hocsteun

400 000 NOK

Steuninstrument

(artikel 5)

Subsidie

X


DEEL II

Algemene doelstellingen (lijst)

Doelstellingen (lijst)

Maximale steunintensiteit in % of maximaal steunbedrag in NOK

Kmo-verhogingen

in %

Steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie

(artikel 30-37)

Steun voor onderzoeks- en ontwikkelings-projecten

(artikel 31)

Experimentele ontwikkeling

(artikel 31, lid 2, onder c))

25 %

20 %


(1)  In het Noors: „PS 13/97 (09/300) Søknad om prosjektstøtte til etablering av næringsklynge for kreative næringer”.


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

14.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 267/6


Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China, Japan, de Republiek Korea, Rusland en de Verenigde Staten van Amerika

(2014/C 267/05)

De Europese Commissie („de Commissie”) heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), volgens welke de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China, Japan, de Republiek Korea, Rusland en de Verenigde Staten van Amerika.

1.   Klacht

Het verzoek werd op 30 juni 2014 ingediend door de European Steel Association („Eurofer”) („de klager”) namens producenten die meer dan 25 % van de totale productie van gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal in de Unie vertegenwoordigen.

2.   Onderzocht product

Dit onderzoek heeft betrekking op gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal met een dikte van meer dan 0,16 mm („het onderzochte product”).

3.   Dumping

Het product dat volgens de klacht met dumping wordt ingevoerd, is het onderzochte product, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, Japan, de Republiek Korea, Rusland en de Verenigde Staten van Amerika („de betrokken landen”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7225 11 00 en ex 7226 11 00. Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.

Bij gebrek aan betrouwbare gegevens over binnenlandse prijzen voor Japan, de Republiek Korea, Rusland en de Verenigde Staten van Amerika is de bewering dat het betrokken product met dumping wordt ingevoerd, gebaseerd op de vergelijking van de door berekening vastgestelde normale waarde (productiekosten, verkoopkosten, algemene kosten, administratiekosten (VAA-kosten) en winst) met de prijs (af fabriek) van het onderzochte product bij uitvoer naar de EU.

Aangezien de Volksrepubliek China ingevolge de bepalingen van artikel 2, lid 7, van de basisverordening niet als een land met een markteconomie wordt beschouwd, heeft de klager de normale waarde voor de invoer uit de Volksrepubliek China vastgesteld op basis van de door berekening vastgestelde normale waarde (productiekosten, verkoopkosten, algemene kosten, administratiekosten (VAA-kosten) en winst) in een derde land met een markteconomie, namelijk de Republiek Korea. De bewering dat het betrokken product met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de aldus vastgestelde normale waarde met de prijs bij uitvoer (af fabriek) van het onderzochte product wanneer het naar de Unie wordt uitgevoerd.

De aldus berekende dumpingmarges blijken voor alle betrokken landen significant te zijn.

4.   Schade en oorzakelijk verband

De klager heeft bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product uit de betrokken landen zowel absoluut als qua marktaandeel is gestegen.

Uit het door de klager verstrekte voorlopige bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product werd ingevoerd uit de betrokken landen onder meer een negatieve invloed hebben gehad op het marktaandeel, het verkoopvolume en de prijzen van de bedrijfstak van de Unie, waardoor de bedrijfsresultaten en de financiële situatie van de bedrijfstak aanzienlijk zijn verslechterd en arbeidsplaatsen verloren zijn gegaan.

5.   Procedure

Daar de Commissie na kennisgeving aan de lidstaten heeft vastgesteld dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden, opent zij hierbij een onderzoek overeenkomstig artikel 5 van de basisverordening.

Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het onderzochte product van oorsprong uit de betrokken landen met dumping wordt ingevoerd en of hierdoor schade voor de bedrijfstak van de Unie is ontstaan. Als de conclusies bevestigend zijn, zal in het onderzoek worden nagegaan of het niet tegen het belang van de Unie is maatregelen in te stellen.

5.1.    Procedure voor het vaststellen van dumping

Producenten-exporteurs (2) van het onderzochte product uit de betrokken landen worden uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie deel te nemen.

5.1.1.   Onderzoek van de producenten-exporteurs

5.1.1.1.   Procedure voor de selectie van te onderzoeken producenten-exporteurs in de betrokken landen

a)   Steekproef

Gezien het potentieel grote aantal producenten-exporteurs in de betrokken landen dat bij deze procedure betrokken is, kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten contact opnemen binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun ondernemingen verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de betrokken landen en eventueel ook met haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van de betrokken landen en de verenigingen van producenten-exporteurs, indien nodig via de autoriteiten van de betrokken landen, mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van de betrokken landen.

Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

Onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening worden ondernemingen die hebben ingestemd met hun mogelijke opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”). Onverminderd punt b) zal het antidumpingrecht dat kan worden toegepast op de invoer van de niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs niet hoger zijn dan de gewogen gemiddelde dumpingmarge die is vastgesteld voor de producenten-exporteurs in de steekproef.

b)   Individuele dumpingmarge voor ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen

Niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs kunnen de Commissie uit hoofde van artikel 17, lid 3, van de basisverordening verzoeken om voor hen een individuele dumpingmarge vast te stellen. De producenten-exporteurs die om een individuele dumpingmarge willen verzoeken, moeten een vragenlijst aanvragen en deze, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef naar behoren ingevuld terugzenden. De Commissie zal onderzoeken of hun een individueel recht overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening kan worden toegekend. De producenten in de landen zonder markteconomie die van mening zijn dat zij het onderzochte product op marktvoorwaarden produceren en verkopen, kunnen in dit verband een naar behoren onderbouwde aanvraag om behandeling als marktgerichte onderneming (BMO-aanvraag) indienen, en deze naar behoren ingevuld terugsturen, binnen de in punt 5.1.2.2 vermelde termijnen.

Producenten-exporteurs die een individuele dumpingmarge aanvragen, moeten zich er echter van bewust zijn dat de Commissie kan besluiten geen individuele dumpingmarge vast te stellen, bijvoorbeeld als het aantal producenten-exporteurs zo groot is dat individuele onderzoeken te belastend zijn en een tijdige afsluiting van het onderzoek in de weg staan.

5.1.2.   Aanvullende procedure voor producenten-exporteurs in het betrokken land zonder markteconomie

5.1.2.1.   Selectie van een derde land met een markteconomie

De normale waarde van de invoer uit de Volksrepubliek China zal, met inachtneming van de bepalingen van punt 5.1.2.2, overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening worden vastgesteld op basis van de prijs of de berekende waarde in een derde land met een markteconomie. De Commissie zal daartoe een geschikt derde land met een markteconomie selecteren. De voorlopige keuze van de Commissie is op de Republiek Korea gevallen. Belanghebbenden wordt hierbij verzocht hun opmerkingen over de geschiktheid van deze keuze binnen 10 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in te dienen. Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, zijn andere leveranciers van de Unie uit landen met een markteconomie onder andere gevestigd in Japan, Rusland en de Verenigde Staten van Amerika. Om uiteindelijk het derde land met een markteconomie te selecteren, zal de Commissie onderzoeken of het onderzochte product wordt geproduceerd en verkocht in die en andere derde landen met een markteconomie waarvoor aanwijzingen bestaan dat het onderzochte product er wordt geproduceerd.

5.1.2.2.   Behandeling van producenten-exporteurs in het betrokken land zonder markteconomie

Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening kunnen individuele producenten-exporteurs in het betrokken land die van mening zijn dat zij het onderzochte product onder marktvoorwaarden vervaardigen en verkopen, een naar behoren onderbouwd verzoek om behandeling als marktgerichte onderneming indienen („BMO-aanvraag”). Een BMO wordt toegekend als uit de beoordeling van de BMO-aanvraag blijkt dat aan de criteria van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening (3) is voldaan. Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening wordt de dumpingmarge van de producenten-exporteurs aan wie een BMO is toegekend, voor zover mogelijk en onverminderd het gebruik van beschikbare gegevens uit hoofde van artikel 18 van de basisverordening, berekend op basis van hun eigen normale waarde en uitvoerprijzen.

De Commissie zal alle producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China die voor de steekproef zijn geselecteerd BMO-aanvraagformulieren toezenden, evenals aan alle niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs die een individuele dumpingmarge willen aanvragen, aan alle bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van de Volksrepubliek China. De Commissie zal enkel de BMO-aanvraagformulieren beoordelen die zijn ingediend door voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs en door niet voor de steekproef geselecteerde medewerkende producenten-exporteurs waarvan het verzoek om berekening van een individuele dumpingmarge is aanvaard.

Alle producenten-exporteurs die een BMO willen aanvragen, moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef dan wel van de beslissing geen steekproef samen te stellen een ingevuld BMO-aanvraagformulier indienen.

5.1.3.   Onderzoek van de niet-verbonden importeurs  (4)  (5)

Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit de betrokken landen in de Unie invoeren, wordt verzocht aan het onderzoek mee te werken.

Gezien het potentieel grote aantal bij deze procedure betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal worden samengesteld overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, worden alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat — tenzij anders aangegeven — uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht gevraagde informatie over hun ondernemingen verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve verkoopvolume van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan alle haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

5.2.    Procedure voor het vaststellen van schade en voor het onderzoek van de producenten in de Unie

De vaststelling van de schade vindt plaats op basis van positief bewijsmateriaal en houdt een objectief onderzoek in van de omvang van de invoer met dumping, het effect ervan op de prijzen in de Unie en de gevolgen van deze invoer voor de bedrijfstak van de Unie. Teneinde vast te stellen of de bedrijfstak van de Unie schade heeft geleden, wordt de producenten van het onderzochte product in de Unie verzocht aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de producenten in de Unie nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de haar bekende producenten of representatieve producenten in de Unie en aan alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie, en met name aan ArcelorMittalFrýdek-Mistek a.s., Stalprodukt S.A., Tata steel UK Limited, ThyssenKrupp Electrical Steel GmbH en ThyssenKrupp Electrical Steel UGO S.A.S., en EUROFER.

Deze producenten en de verenigingen van producenten in de Unie moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie indienen.

Alle producenten in de Unie en verenigingen van producenten in de Unie worden uitgenodigd onmiddellijk, maar in elk geval uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, bij voorkeur per e-mail contact op te nemen met de Commissie en een vragenlijst op te vragen.

5.3.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt vastgesteld dat er inderdaad dumping plaatsvindt en dat daardoor schade wordt veroorzaakt, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of de instelling van antidumpingmaatregelen niet in strijd is met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht contact op te nemen binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie binnen 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

5.4.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.5.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vaststelt.

5.6.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, ingevulde vragenlijsten en correspondentie waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (6).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte inlichtingen. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt in de vereiste vorm en met de vereiste kwaliteit, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) dat is gepubliceerd op de website van het directoraat-generaal Handel: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/june/tradoc_148003.pdf Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat dagelijks wordt gecontroleerd. Zodra de contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via andere communicatiemiddelen te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, kunnen belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N105 08/020

1049 Brussel

BELGIË

E-mail schade: Trade-AD608-Injury@ec.europa.eu

E-mail dumping: Trade-AD608-Dumping@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, kan deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen, of slechts gedeeltelijk medewerking verleent, en de bevindingen daarom op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, kan het resultaat voor hem ongunstiger zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend,

Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur voor het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. Deze fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende houden en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden organiseren waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere dumping, schade, oorzakelijk verband en belang van de Unie. Een dergelijke hoorzitting vindt normaliter uiterlijk aan het einde van de vierde week na de mededeling van de voorlopige bevindingen plaats.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden nadere informatie en contactgegevens op de webpagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/degucht/contact/hearing-officer/

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening binnen 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de basisverordening kunnen tot uiterlijk negen maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden ingesteld.

9.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (7).


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  Onder producent-exporteur wordt verstaan een onderneming uit een van de betrokken landen die het onderzochte product vervaardigt en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks hetzij via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.

(3)  De producenten-exporteurs moeten met name aantonen dat: i) besluiten van ondernemingen en de door hen gemaakte kosten een reactie zijn op marktsignalen, zonder staatsinmenging van betekenis; ii) ondernemingen beschikken over een duidelijke basisboekhouding die alle terreinen bestrijkt en die door een onafhankelijke instantie wordt gecontroleerd in overeenstemming met de hiervoor internationaal geldende normen; iii) er geen verstoringen van betekenis zijn die nog voortvloeien uit het vroegere systeem zonder markteconomie; iv) de faillissements- en eigendomswetten rechtszekerheid en stabiliteit bieden, en v) omrekening van munteenheden tegen de marktkoers geschiedt.

(4)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Krachtens artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie betreffende de uitvoering van het communautair douanewetboek worden personen slechts geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn van elkaars zaken; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) enig persoon, hetzij rechtstreeks of zijdelings, 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden bezit, controleert of houdt; e) één van hen direct of indirect zeggenschap over de anderen heeft; f) beiden, rechtstreeks of zijdelings, worden gecontroleerd door een derde persoon; g) zij samen, rechtstreeks of zijdelings, een derde persoon controleren, of h) zij tot dezelfde familie behoren. Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broer en zus (of halfbroer en halfzus), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwager en schoonzus (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1). In deze context worden onder persoon zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.

(5)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van dumping.

(6)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(7)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE I

Image Image

BIJLAGE II

Image Image

14.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 267/17


Bericht van inleiding van een antisubsidieprocedure betreffende de invoer van koudgewalste platte producten van roestvrij staal uit de Volksrepubliek China

(2014/C 267/06)

De Europese Commissie („de Commissie”) heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (1) („de basisverordening”), volgens welke de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met subsidiëring van koudgewalste platte producten van roestvrij staal uit de Volksrepubliek China.

1.   Klacht

De klacht werd op 1 juli 2014 ingediend door Eurofer („de klager”) namens producenten die meer dan 25 % van de totale productie van koudgewalste platte producten van roestvrij staal in de Unie voor hun rekening nemen.

2.   Onderzocht product

Dit onderzoek heeft betrekking op gewalste platte producten van roestvrij staal, enkel koud gewalst („het onderzochte product”).

3.   Bewering dat er sprake is van subsidiëring

Bij het product dat met subsidiëring zou worden ingevoerd, gaat het om het onderzochte product, momenteel ingedeeld onder de GN-codes 7219 31 00, 7219 32 10, 7219 32 90, 7219 33 10, 7219 33 90, 7219 34 10, 7219 34 90, 7219 35 10, 7219 35 90, 7220 20 21, 7220 20 29, 7220 20 41, 7220 20 49, 7220 20 81 en 7220 20 89, van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken land”). Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.

Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijkt dat de producenten van het onderzochte product van oorsprong uit de Volksrepubliek China een aantal subsidies hebben ontvangen van de overheid van de Volksrepubliek China.

De subsidies bestaan in het volgende:

rechtstreekse overdracht van middelen en mogelijke rechtstreekse overdracht van middelen of passiva, bijvoorbeeld programmaleningen aan de bedrijfstak die koudgewalste platte producten van roestvrij staal vervaardigt; programma’s met betrekking tot aandelenkapitaal (2): bijvoorbeeld schuld-voor-aandelenswaps, kapitaalinjecties, niet uitgekeerde dividenden voor overheidsbedrijven; subsidieprogramma’s: bijvoorbeeld China World Top Brand Programme, Famous Brands Programmes/programma’s van subcentrale overheden ter bevordering van bekende uitvoermerken (bijvoorbeeld Famous Brands-programma’s van Chongqing, Hubei, Ma’anshan en Wuhan, en Top Brands-programma van de provincie Shandong), programma’s voor de vergoeding van juridische kosten in verband met antidumping, het overheidsfonds voor projecten voor belangrijke technologieën, subsidies voor assistentie bij uitvoer; regionale programma’s (3): bijvoorbeeld het programma voor de vernieuwing van het noordoosten, gesubsidieerde exportrente, exportleningen, subsidies in het kader van het programma voor wetenschap en technologie van de provincie Jiangsu, subsidies van de provincie Liaoning — het „Five Point One Line”-programma, subsidies die worden verstrekt in de Tianjin Binhai New Area en in de Tianjin Economic and Technological Development Area: fonds voor wetenschap en technologie;

Inkomsten die de overheid normaal toekomen en waarvan zij afstand doet of die zij niet int, bijvoorbeeld de kwijtschelding van leningen en rente voor overheidsbedrijven; programma’s met betrekking tot vennootschaps- en andere directe belastingen: bijvoorbeeld korting op vennootschapsbelasting bij de aankoop van in het binnenland vervaardigde productieapparatuur, preferentiële fiscale behandelingen voor ondernemingen die zijn erkend als hightechondernemingen of in nieuwe technologieën gespecialiseerde ondernemingen, fiscale beleidsmaatregelen voor de aftrek van onderzoeks- en ontwikkelingskosten, fiscale voordelen voor ondernemingen die van een breed scala van hulpbronnen gebruikmaken („speciale grondstoffen”), belastingkrediet voor de aankoop van speciale apparatuur, preferentiële vennootschapsbelasting voor ondernemingen in de noordoostelijke regio, diverse kortingen op plaatselijke belastingen, zoals die van de provincie Shandong, de stad Chongqing en de regio Guangxi Zhuang, en de belastingvoordelen voor de ontwikkeling van centrale en westelijke regio’s, en de vrijstelling van dividend tussen gekwalificeerde ingezeten ondernemingen; programma’s voor de vrijstelling van indirecte belastingen en douanerechten (bijvoorbeeld vrijstellingen van invoerrechten en btw voor met buitenlands kapitaal gefinancierde ondernemingen (FIE’s — Foreign Invested Enterprises) en bepaalde binnenlandse ondernemingen die in bevorderde sectoren ingevoerde apparatuur gebruiken, restitutie van btw voor FIE’s die in het binnenland vervaardigde apparatuur kopen, fiscale voordelen voor centrale en westelijke regio’s, btw-aftrek op vaste activa in de centrale regio); regionale programma’s: bijvoorbeeld subsidies die worden verstrekt in de Tianjin Binhai New Area (TBNA) en de Tianjin Economic and Technological Development Area („Accelerated Depreciation Programme”, programma voor versnelde afschrijving);

levering van goederen of diensten tegen een ontoereikende prijs (bijvoorbeeld de levering van grondstoffen voor koudgewalste platte producten van roestvrij staal (zoals ferrochroom, nikkel en nikkelruwijzer, molybdeen en roestvrijstaalschroot) tegen een ontoereikende prijs; levering van input tegen een ontoereikende prijs: bijvoorbeeld warmgewalst roestvrij staal en plakken, grondgebruiksrechten, water en elektriciteit, levering van elektriciteit en water in de provincie Jiangsu.

De Commissie behoudt zich het recht voor een onderzoek in te stellen naar andere subsidies die verband houden met bovenvermelde praktijken, indien in de loop van het onderzoek blijkt dat dergelijke praktijken bestaan.

Er wordt aangevoerd dat bovengenoemde regelingen subsidieregelingen zijn, daar zij een financiële bijdrage zijn van de overheid van de Volksrepubliek China of van regionale of lokale overheden (waaronder overheidsinstanties) en een voordeel inhouden voor de ontvangers. De subsidies zouden afhankelijk zijn van het gebruik van binnenlandse in plaats van ingevoerde goederen en/of afhankelijk zijn van exportprestaties en of beperkt zijn tot bepaalde ondernemingen of groepen ondernemingen en/of producten en/of regio’s, en derhalve specifiek zijn en tot compenserende maatregelen aanleiding geven.

4.   Bewering dat er sprake is van schade en oorzakelijk verband

De klager heeft bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product uit het betrokken land zowel absoluut als qua marktaandeel is gestegen.

Uit het door de klager verstrekte voorlopige bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product werd ingevoerd onder meer een negatieve invloed hebben gehad op het verkoopvolume, de prijzen en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie, waardoor de bedrijfsresultaten en de financiële situatie van de bedrijfstak aanzienlijk zijn verslechterd en arbeidsplaatsen verloren zijn gegaan.

5.   Procedure

Daar de Commissie na kennisgeving aan de lidstaten heeft vastgesteld dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden, opent zij hierbij een onderzoek overeenkomstig artikel 10 van de basisverordening.

Onderzocht zal worden of het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land wordt gesubsidieerd en of door de invoer met subsidiëring schade is ontstaan voor de bedrijfstak van de Unie. Als de conclusies bevestigend zijn, zal in het onderzoek worden nagegaan of het niet tegen het belang van de Unie is maatregelen in te stellen.

De regering van de Volksrepubliek China is uitgenodigd voor overleg.

5.1.    Procedure voor het vaststellen van subsidiëring

Producenten-exporteurs (4) van het onderzochte product uit het betrokken land en de autoriteiten van het betrokken land worden uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie deel te nemen.

5.1.1.   Onderzoek van de producenten-exporteurs

5.1.1.1.   Procedure voor de selectie van te onderzoeken producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China

a)   Steekproef

Gezien het potentieel grote aantal producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China dat bij deze procedure betrokken is, en teneinde het onderzoek binnen de wettelijke termijnen af te ronden, kan de Commissie de te onderzoeken producenten-exporteurs tot een redelijk aantal beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs of hun vertegenwoordigers verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten contact opnemen binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de Volksrepubliek China en eventueel ook met haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, met uitzondering van de hierboven vermelde informatie, moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van de Volksrepubliek China en de verenigingen van producenten-exporteurs — indien nodig via de autoriteiten van de Volksrepubliek China — meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van de Volksrepubliek China.

Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs en de autoriteiten van het betrokken land moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

Onverminderd de toepassing van artikel 28 van de basisverordening worden ondernemingen die hebben ingestemd met hun mogelijke opname in de steekproef maar niet worden geselecteerd, geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”). Onverminderd punt b) hieronder zal het compenserende recht dat kan worden toegepast op de invoer van de niet in de steekproef opgenomen meewerkende producenten-exporteurs niet hoger zijn dan de gewogen gemiddelde subsidiemarge die is vastgesteld voor de producenten-exporteurs in de steekproef (5).

b)   Individuele subsidiemarge voor ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen

Niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs kunnen de Commissie uit hoofde van artikel 27, lid 3, van de basisverordening verzoeken voor hen een individuele subsidiemarge vast te stellen. De producenten-exporteurs die om een individuele subsidiemarge willen verzoeken, moeten een vragenlijst aanvragen en deze, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef naar behoren ingevuld terugzenden.

Producenten-exporteurs die een individuele subsidiemarge aanvragen, dienen zich er echter van bewust te zijn dat de Commissie kan besluiten geen individuele subsidiemarge vast te stellen, bijvoorbeeld als het aantal producenten-exporteurs zo groot is dat een dergelijke vaststelling te belastend zou zijn en een tijdige voltooiing van het onderzoek zou beletten.

5.1.2.   Onderzoek van de niet-verbonden importeurs  (6)  (7)

Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit de Volksrepubliek China in de Unie invoeren, worden uitgenodigd om aan het onderzoek deel te nemen.

Gezien het potentieel grote aantal bij deze procedure betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten contact opnemen binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.

Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, met uitzondering van de hierboven vermelde informatie, moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve verkoopvolume van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan alle haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

5.2.    Procedure voor het vaststellen van schade en voor het onderzoek van de producenten in de Unie

De vaststelling van de schade vindt plaats op basis van positief bewijsmateriaal en houdt een objectief onderzoek in van de omvang van de invoer met subsidiëring, het effect ervan op de prijzen in de Unie en de gevolgen van deze invoer voor de bedrijfstak van de Unie. Teneinde vast te stellen of de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade heeft geleden, wordt de producenten van het onderzochte product in de Unie verzocht aan het onderzoek van de Commissie deel te nemen.

5.2.1.   Onderzoek van de producenten in de Unie

Gezien het grote aantal bij deze procedure betrokken producenten in de Unie heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening samengesteld.

De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Belanghebbenden wordt verzocht het dossier te raadplegen (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.6). Andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen. Belanghebbenden die andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie meedelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

5.3.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt vastgesteld dat er inderdaad subsidiëring plaatsvindt en dat daardoor schade wordt veroorzaakt, zal uit hoofde van artikel 31 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of de instelling van antisubsidiemaatregelen niet in strijd zou zijn met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht contact op te nemen uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 31 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

5.4.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.5.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een onderhoud over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek moet het verzoek worden ingediend uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld.

5.6.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, ingevulde vragenlijsten en correspondentie waarvoor om vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited”  (8).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 29, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt met de vereiste vorm en kwaliteit, kan deze vertrouwelijke informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het directoraat-generaal Handel: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/june/tradoc_148003.pdf. Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat dagelijks wordt gecontroleerd. Zodra de contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de bovenvermelde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer CHAR 04/034

1049 Brussel

BELGIË

E-mail: TRADE-AS609-SSCR-SUBSIDY@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, kan deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen vragen dat de raadadviseur-auditeur van directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende houden en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een onderhoud over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek moet het verzoek worden ingediend uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden organiseren waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere subsidiëring, schade, oorzakelijk verband en het belang van de Unie. Een dergelijke hoorzitting vindt normaliter uiterlijk aan het einde van de vierde week na de mededeling van de voorlopige bevindingen plaats.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/degucht/contact/hearing-officer/

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 9, van de basisverordening binnen 13 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten. Overeenkomstig artikel 12, lid 1, van de basisverordening kunnen tot uiterlijk negen maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden ingesteld.

9.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (9).


(1)  PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93.

(2)  Er zij op gewezen dat bepaalde aspecten van deze programma’s met betrekking tot aandelenkapitaal ook een financiële bijdrage in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), ii), van de basisverordening (inkomsten waarvan de overheid afstand doet of die de overheid niet int) kunnen vormen.

(3)  Er zij op gewezen dat bepaalde aspecten van deze regionale programma’s, zoals vrijstellingen van belastingen/leges, ook een financiële bijdrage in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), ii), van de basisverordening (inkomsten waarvan de overheid afstand doet of die de overheid niet int) kunnen vormen.

(4)  Onder producent-exporteur wordt verstaan een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product vervaardigt en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks hetzij via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.

(5)  Ingevolge artikel 15, lid 3, van de basisverordening wordt geen rekening gehouden met nihil- noch met minimale bedragen van subsidies waartegen compenserende maatregelen kunnen worden ingesteld noch met de bedragen van dergelijke subsidies die onder de in artikel 28 van de basisverordening bedoelde omstandigheden werden vastgesteld.

(6)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage 1 bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Krachtens artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie betreffende de uitvoering van het communautair douanewetboek worden personen slechts geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn van elkaars zaken; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) enig persoon, hetzij rechtstreeks of zijdelings, 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden bezit, controleert of houdt; e) één van hen de ander, rechtstreeks of zijdelings, controleert; f) beiden, rechtstreeks of zijdelings, worden gecontroleerd door een derde persoon; g) zij samen, rechtstreeks of zijdelings, een derde persoon controleren; of h) zij behoren tot dezelfde familie. Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwagers en schoonzusters (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1). In deze context worden onder persoon zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.

(7)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van subsidiëring.

(8)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 29 van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93) en artikel 12 van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(9)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE I

Image Image

BIJLAGE II

Image Image

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

14.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 267/27


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.7332 — BskyB/Sky Deutschland/Sky Italia)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 267/07)

1.

Op 6 augustus 2014 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de onderneming Sky Broadcasting Group plc („BSkyB”, Verenigd Koninkrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening zeggenschap verkrijgt over het geheel van de ondernemingen Sky Deutschland AG („Sky Deutschland”, Duitsland) en Sky Italia S.r.l. („Sky Italia”, Italië) door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   voor BSkyB (voornamelijk actief in het Verenigd Koninkrijk en Ierland): verlening van licenties voor en verwerving van audiovisuele programma's, wholesalelevering van televisiezenders, retaildistributie van audiovisuele programma's, verstrekken van technisch-platformdiensten, verkoop van reclamezendtijd op televisie en verstrekken van andere diensten zoals retail vastelijntelefonie en breedbanddiensten;

—   voor Sky Deutschland (voornamelijk actief in Duitsland): verlening van licenties voor en verwerving van audiovisuele programma's, retaildistributie van audiovisuele programma's voornamelijk in Duitsland, verstrekken van technisch-platformdiensten en verkoop van reclamezendtijd op televisie;

—   voor Sky Italia (voornamelijk actief in Italië): licentie en verwerving van audiovisuele programma's, retaildistributie van audiovisuele programma's voornamelijk in Duitsland, verstrekken van technisch-platformdiensten en verkoop van reclamezendtijd op televisie.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Europese Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Europese Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. Ze kunnen de Commissie per fax (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7332 — BskyB/Sky Deutschland/Sky Italia), aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („concentratieverordening”).


14.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 267/28


Voorafgaande aanmelding van een voorgenomen concentratie

(Zaak M.7340 — Ferrero International/Oltan Group)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 267/08)

1.

Op 7 augustus 2014 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de onderneming Ferrero International SA („Ferrero International”, Luxemburg) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening zeggenschap verkrijgt over het geheel van de onderneming Oltan Gida Maddeleri İhracat İthalat ve Ticaret Anonim Şirketi, de onderneming Oltan Fındık İşletmeleri Sanayi Ve Ticaret Anonim Şirketi, de onderneming Oltan Fındık Sanayi ve Ticaret Anonim Şirketi, de onderneming Oltan Boyer SAS en de onderneming Oltan Grout Limited (samen „de Oltan-groep”) door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   voor Ferrero International: de houdstermaatschappij van de Ferrero-groep, een producent van voedingsmiddelen, wereldwijd actief in de vervaardiging en verkoop van suikergoed en andere zoete producten (bv. chocoladeproducten, snoep en zoete smeerbare producten), en in de aan- en verkoop van eetbare noten, en met name hazelnoten, overal ter wereld;

—   voor de Oltan-groep: een groep van vennootschappen die actief is in de aankoop, verwerking en verkoop van eetbare noten, en met name hazelnoten, overal ter wereld.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Europese Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Europese Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. Ze kunnen de Commissie per fax (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7340 — Ferrero International/Oltan Group, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („concentratieverordening”).