ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 217

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

57e jaargang
10 juli 2014


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2014/C 217/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.7226 — Carlyle/Traxys) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2014/C 217/02

Conclusies van de Raad over de economische crisis en gezondheidszorg

2

 

Europese Commissie

2014/C 217/03

Wisselkoersen van de euro

7

 

Rekenkamer

2014/C 217/04

Speciaal verslag nr. 8/2014 Heeft de Commissie de integratie van gekoppelde steun in de bedrijfstoeslagregeling doeltreffend beheerd?

8

 

INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

2014/C 217/05

Staatssteun — Besluit om geen bezwaar te maken

9

2014/C 217/06

Staatssteun — Besluit om geen bezwaar te maken

10

2014/C 217/07

Staatssteun — Besluit om geen bezwaar te maken

11

2014/C 217/08

Staatssteun — Besluit om geen bezwaar te maken

12

2014/C 217/09

Staatssteun — Besluit om geen bezwaar te maken

13


 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2014/C 217/10

Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika

14

2014/C 217/11

Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika

25

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2014/C 217/12

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.7309 — Bridgepoint/EdRCP) ( 1 )

35

2014/C 217/13

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.7298 — UNIQA Insurance Group/UNIQA LIFE) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

36


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

10.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.7226 — Carlyle/Traxys)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 217/01)

Op 2 juli 2014 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32014M7226. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

10.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/2


Conclusies van de Raad over de economische crisis en gezondheidszorg

(2014/C 217/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

1.

HERINNERT ERAAN dat, volgens artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Unie een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid wordt verzekerd en dat het optreden van de Unie dat een aanvulling vormt op het nationale beleid gericht is op het verbeteren van de volksgezondheid en op het aanmoedigen van de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de volksgezondheid en, zo nodig, op het steunen van hun optreden en het volledig eerbiedigen van de verantwoordelijkheden van de lidstaten voor de organisatie en de verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging;

2.

MEMOREERT de op 2 juni 2006 aangenomen conclusies van de Raad over gemeenschappelijke waarden en beginselen van de gezondheidszorgstelsels van de Europese Unie (1), en in het bijzonder de overkoepelende waarden universaliteit, toegang tot hoogwaardige zorg, rechtvaardigheid en solidariteit;

3.

HERINNERT aan de doelstellingen die tijdens de Europese Raad van maart 2006 zijn overeengekomen in het kader van de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie, dat wil zeggen te zorgen voor toegankelijke, hoogwaardige en houdbare gezondheidszorg en langdurige zorg (2);

4.

MEMOREERT het Handvest van Tallinn (the Tallinn Charter on Health Systems for Health and Wealth), dat op 27 juni 2008 is ondertekend onder auspiciën van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) (3);

5.

MEMOREERT de conclusies van de Raad over rechtvaardigheid en gezondheid in alle beleidsmaatregelen: solidariteit in de gezondheidszorg, van 8 juni 2010 (4);

6.

MEMOREERT Richtlijn 2011/24/EU van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (5), en met name hoofdstuk IV betreffende samenwerking op het gebied van gezondheidszorg;

7.

MEMOREERT de Raadsconclusies over moderne, responsieve en houdbare gezondheidszorgstelsels, die op 6 juni 2011 zijn aangenomen (6);

8.

MEMOREERT de Raadsconclusies over het bezinningsproces over moderne, responsieve en houdbare gezondheidszorgstelsels, die op 10 december 2013 zijn aangenomen (7);

9.

NEEMT NOTA van de mededeling van de Commissie getiteld „Naar sociale investering voor groei en cohesie — inclusief de uitvoering van het Europees Sociaal Fonds 2014-2020”, en met name het begeleidende werkdocument „Investeren in gezondheid”, dat op 20 februari 2013 werd aangenomen en de aandacht vestigt op de verschillende manieren waarop investeren in gezondheid de huidige en toekomstige problemen van de gezondheidszorg en de sociale sector in het algemeen kan helpen oplossen (8);

10.

NEEMT ER NOTA VAN dat in de jaarlijkse groeianalyse 2014 (9) wordt onderstreept dat het noodzakelijk is niet alleen de doeltreffendheid en financiële houdbaarheid van de gezondheidszorgstelsels te verbeteren, maar ook de doeltreffendheid en het vermogen om tegemoet te komen aan de sociale behoeften en te voorzien in essentiële sociale vangnetten. De jaarlijkse groeianalyse 2014 benadrukt dat actieve inclusiestrategieën moeten worden ontwikkeld, die mede een brede toegang tot betaalbare en kwaliteitsvolle gezondheidsdiensten omvatten;

11.

BEVESTIGT dat gezondheid een waarde op zichzelf is en een essentiële voorwaarde voor economische groei, en dat investeren in gezondheid bijdraagt tot een betere volksgezondheid, economische welvaart en sociale samenhang;

12.

IS VAN OORDEEL dat de gezondheidszorgstelsels een centraal onderdeel vormen van het hoge niveau van sociale bescherming in Europa en een belangrijke bijdrage tot sociale samenhang, sociale rechtvaardigheid en economische groei leveren;

13.

ONDERKENT dat de uitdagingen waarmee gezondheidszorgstelsels worden geconfronteerd, zoals de vergrijzing van de bevolking en de daarmee verband houdende toename van chronische ziekten en multimorbiditeit, de snelle verspreiding van technologieën, te weinig en ongelijkmatig gespreide gezondheidswerkers, toenemende verwachtingen van burgers en stijgende kosten van de gezondheidszorg tegen een achtergrond van begrotingsbeperkingen ten gevolge van, met name, de economische crisis, de uitvoering vergen van beleid en maatregelen die de kosteneffectiviteit en de kostenbeheersing verbeteren en tegelijkertijd de houdbaarheid van de gezondheidszorgstelsels, de veiligheid van patiënten en een billijke toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg waarborgen;

14.

NEEMT ER NOTA VAN dat de vergrijzende bevolking, het toenemende beroep op zorg, en de stijgende kosten tegen een achtergrond van begrotingsbeperkingen gevolgen hebben voor de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten in de gezondheidszorg; een effectieve planning van het aanbod van gezondheidswerkers is dan ook een belangrijk onderdeel van een houdbaar gezondheidszorgstelsel;

15.

ONDERKENT dat universele toegang tot gezondheidszorg van het hoogste belang is voor het wegnemen van ongelijkheden in de gezondheidszorg;

16.

OORDEELT dat gezondheidsbevordering en ziektepreventie sleutelfactoren zijn voor een betere gezondheid en ONDERKENT het belang van investeren in gezondheidsbevordering en ziektepreventie bij het verbeteren van de volksgezondheid;

17.

ONDERKENT dat geïntegreerde modellen van primaire, secundaire en ziekenhuiszorg en van gezondheidszorg en sociale zorg, samen met de implementatie van ict-innovaties en e-gezondheidsoplossingen de veerkracht van gezondheidszorgstelsels kunnen verbeteren zonder de patiëntveiligheid en de hoge kwaliteit van de gezondheidszorg te veronachtzamen;

18.

NEEMT ER MET BEZORGDHEID NOTA VAN dat de financiële crisis en de begrotingsbeperkingen een significant effect hebben op belangrijke economische indicatoren als inkomen en werkloosheid, welke sociale gezondheidsdeterminanten zijn, en dat omvangrijke bezuinigingen in het aanbod van gezondheidszorg gevolgen voor de toegang tot zorg kunnen hebben alsmede op lange termijn gevolgen voor de gezondheid en de economie, met name voor de meest kwetsbare groepen in de samenleving;

19.

NEEMT ER MET BEZORGDHEID NOTA VAN dat de sociale uitgaven in sommige lidstaten zijn gedaald en dat het aantal mensen voor wie armoede dreigt of die leven in huishoudens met weinig of geen inkomen is toegenomen, waardoor de gezondheidsverschillen groter worden en de sociale samenhang in gevaar komt;

20.

NEEMT ER MET BEZORGDHEID NOTA VAN dat de gezondheidszorguitgaven sinds 2009 in veel lidstaten zijn gedaald en WIJST EROP dat met name in tijden van economische crisis investeringen in gezondheidsbevordering en ziektepreventie, met een speciaal accent op kansarme groepen, onverminderd nodig zijn, omdat zij op korte en op lange termijn bijdragen tot een betere volksgezondheid en kleinere gezondheidsverschillen;

21.

NEEMT ER MET BEZORGDHEID NOTA VAN dat de prijzen van veel nieuwe en innovatieve geneesmiddelen zeer hoog zijn in verhouding tot wat de meeste lidstaten aan volksgezondheid kunnen uitgeven, en dat deze prijssituatie een destabiliserend effect kan hebben op de gezondheidszorgstelsels van lidstaten die door de financiële crisis reeds zijn verzwakt;

22.

NEEMT ER MET BEZORGDHEID NOTA VAN dat, hoewel in de meeste lidstaten eenieder in aanmerking komt voor gezondheidszorg, veel mensen in de praktijk problemen ondervinden bij het toegang verwerven tot gezondheidsdiensten wanneer zij die nodig hebben (10), en dat het aantal mensen dat melding maakt van niet-vervulde zorgbehoeften als gevolg van de hoge kosten, de te grote afstand of wachtlijsten in verscheidene lidstaten tijdens de economische crisis is toegenomen (11);

23.

ONDERKENT dat economische crisissen gevolgen hebben voor de gezondheidstoestand van de bevolking, met name wat het geestelijk welbevinden betreft;

24.

NEEMT ER NOTA VAN dat de volle omvang van de gevolgen van de economische crisis en van de daling van de gezondheidszorguitgaven voor de gezondheid waarschijnlijk pas in de komende jaren duidelijk wordt;

25.

WAARDEERT de op 4 april 2014 aangenomen mededeling van de Commissie met betrekking tot effectieve, toegankelijke en veerkrachtige gezondheidsstelsels (12);

26.

MEMOREERT de besprekingen tijdens de informele bijeenkomst van de ministers van Volksgezondheid op 28-29 april 2014 te Athene over de economische crisis en de gezondheidszorg, waar de aandacht werd gevestigd op het belang van hervormingen van de gezondheidszorg voor het overwinnen van de crisis en het uitwisselen van beste praktijken en het delen van informatie tussen lidstaten op gebieden van gemeenschappelijk belang, waaronder de kosten van gezondheidszorg, het pakket aan gezondheidszorgdiensten, geneesmiddelen, prestatiebeoordelingen van gezondheidszorgstelsels en investeringen in preventie met het oog op de veerkracht van gezondheidszorgstelsels; er was een brede consensus over de wenselijkheid van het verder toegankelijk maken van gezondheidszorg, met name voor de kwetsbaarste bevolkingsgroepen; het betrekken van de ministers van Volksgezondheid bij het Europees semester kwam eveneens ter sprake;

VERZOEKT DE LIDSTATEN:

27.

voort te gaan met het toegankelijker maken van hoogwaardige gezondheidszorgdiensten voor iedereen, met bijzondere aandacht voor de meest kwetsbare groepen;

28.

het beleid inzake gezondheidsbevordering en ziektepreventie en de strategieën ter verbetering van de volksgezondheid verder te versterken en aldus de behoefte aan curatieve zorg te verminderen;

29.

zich te beraden op innovatieve manieren om primaire en ziekenhuiszorg, respectievelijk gezondheidszorg en sociale zorg te integreren;

30.

de invoering van ict-innovaties en egezondheidsoplossingen te bevorderen met het oog op kwaliteitsvolle zorg en gezondheidsalfabetisme, en de gezondheidszorgstelsels efficiënter en effectiever te maken, en de uitgaven beheersbaarder;

31.

de prestatiebeoordeling van de gezondheidszorgstelsels (HSPA) beter te benutten voor de beleidsvorming, en de transparantie en de verantwoordingsplicht op nationaal niveau te verbeteren;

32.

de samenwerking bij het delen van informatie over strategieën voor het effectief beheren van de uitgaven voor geneesmiddelen en medische hulpmiddelen te intensiveren en daarbij een billijke toegang tot effectieve geneesmiddelen binnen houdbare nationale gezondheidszorgstelsels te garanderen, en, in voorkomend geval binnen bestaande groepen, de besprekingen over thema’s als betaalbare prijzen, gebruik van generieke geneesmiddelen, weesgeneesmiddelen. medische hulpmiddelen en kleine markten voort te zetten;

33.

lering te trekken uit de crisis en universele toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg te bevorderen en daarbij rekening te houden met de verschillende onderdelen daarvan, zodat de nodige hervormingen van de gezondheidszorg kunnen worden doorgevoerd zonder het functioneren van gezondheidszorgstelsels als onderdeel van het sociale vangnet in gevaar te brengen;

34.

informatie over de diensten die door de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten worden aangeboden, uit te wisselen, onder andere in de Groep volksgezondheid op hoog niveau;

VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE:

35.

de effectieve verwezenlijking te steunen van de EU-doelstelling om een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid bij de bepaling en uitvoering van alle Unieactiviteiten en -beleidsmaatregelen te garanderen;

36.

de dialoog ter verbetering van het effectieve gebruik van de Europese Structuur- en Investeringsfondsen (ESIF) voor gezondheidsinvesteringen in de in aanmerking komende regio’s van de lidstaten voort te zetten, en zich verder in te spannen voor het promoten van de financiële instrumenten van de Unie, waaronder de ESIF, voor het investeren in gezondheid teneinde met name de doelstellingen van deze conclusies te bereiken;

37.

de bestaande informatie te evalueren om inzicht te verwerven in de rol die gezondheidszorgvoorzieningen spelen bij het terugdringen van gezondheidsverschillen en van het gevaar dat de bevolking afglijdt in armoede;

38.

te streven naar een gemeenschappelijke visie op de meest effectieve factoren bij het veerkrachtig houden van de gezondheidszorgstelsels, waaronder die welke door de Commissie in haar recente mededeling betreffende effectieve, toegankelijke en veerkrachtige gezondheidszorgstelsels worden voorgesteld, en de Groep volksgezondheid op hoog niveau te verzoeken aan te geven welke de beste manieren zijn om die in hun verschillende gezondheidszorgstelsels te implementeren;

39.

de samenwerking op de volgende gebieden in de Richtlijn betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg te intensiveren: grensoverschrijdende samenwerking op regionaal niveau, Europese referentienetwerken, egezondheid, evaluatie van gezondheidstechnologie (HTA);

40.

uitgaande van de resultaten van het actieplan voor de gezondheidswerkers in de EU en met bijzondere aandacht voor de aanbevelingen van de gezamenlijke actie inzake het plannen en voorspellen van het gezondheidswerkersbestand, samen verder te werken aan manieren om het beleid inzake gezondheidswerkers in de lidstaten te versterken om die te helpen zorgen voor een duurzaam gezondheidswerkersbestand met de vaardigheden die nodig zijn om de toegankelijkheid, de veiligheid en de kwaliteit van de zorg te garanderen;

41.

de effectiviteit van gezondheidszorgstelsels te blijven verbeteren door het bepalen van instrumenten en methoden voor de prestatiebeoordeling van gezondheidszorgstelsels (HSPA), het uitwisselen van beste praktijken en een beter gebruik van bestaande gegevens zoals de statistieken van Eurostat en de OESO;

42.

de samenwerking en de coördinatie tussen het Comité voor sociale bescherming en de Groep volksgezondheid op hoog niveau te versterken zodat de ministeries van Volksgezondheid binnen het kader van het Europees semester een actieve bijdrage kunnen leveren;

VERZOEKT DE COMMISSIE:

43.

het uitwisselen van informatie en beste praktijken op het gebied van toegankelijkheid met aandacht voor de verschillende onderdelen daarvan te bevorderen en projecten ter bevordering en ontwikkeling van de periodieke verzameling van informatie te steunen en wetenschappelijke gegevens over billijke toegang tot zorg te genereren teneinde te zoeken naar oplossingen voor de problemen in verband met het verwezenlijken van universele en billijke toegang;

44.

het uitwisselen van informatie tussen de lidstaten over beleid in verband met geneesmiddelen en medische hulpmiddelen op passende wijze te steunen, met passende aandacht voor kleine markten;

45.

samenwerking te stimuleren met het oog op een betere complementariteit van gezondheidszorgdiensten voor grensbewoners in de lidstaten die toegang tot gezondheidszorg aan de andere zijde van de grens nodig kunnen hebben;

46.

informatie te verstrekken over de diensten die worden aangeboden door de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten en daartoe gebruik te maken van de informatie die wordt verstrekt door de nationale contactpunten die zijn ingesteld overeenkomstig de Richtlijn betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg.


(1)  PB C 146 van 22.6.2006, blz. 1.

(2)  Gezamenlijk advies van het Comité voor sociale bescherming en het Comité voor economische politiek over de mededeling van de Commissie „Samenwerken, beter werken: voorstellen voor een nieuw kader voor de open coördinatie van het beleid inzake sociale bescherming en integratie”, waaraan de Raad Epsco op 10 maart 2006 zijn goedkeuring heeft gehecht.

(3)  http://www.euro.who.int/data/assets/pdf_file/0008/88613/E91438.pdf

(4)  doc. 9663/1/10.

(5)  Richtlijn 2011/24/EU (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 45).

(6)  PB C 202 van 8.7.2011, blz. 10.

(7)  PB C 376 van 21.12.2013, blz. 3.

(8)  COM(2013) 83 final.

(9)  COM(2013) 800.

(10)  Eurofound (2013) Impacts of the crisis on access to healthcare services in the EU, Dublin.

(11)  http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/show.do?dataset=hlth_silc_03&lang=en

(12)  COM(2014) 215


Europese Commissie

10.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/7


Wisselkoersen van de euro (1)

9 juli 2014

(2014/C 217/03)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3603

JPY

Japanse yen

138,38

DKK

Deense kroon

7,4552

GBP

Pond sterling

0,79555

SEK

Zweedse kroon

9,2585

CHF

Zwitserse frank

1,2158

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,4035

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,433

HUF

Hongaarse forint

309,13

LTL

Litouwse litas

3,4528

PLN

Poolse zloty

4,1284

RON

Roemeense leu

4,3903

TRY

Turkse lira

2,8927

AUD

Australische dollar

1,4486

CAD

Canadese dollar

1,4506

HKD

Hongkongse dollar

10,5426

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5466

SGD

Singaporese dollar

1,6906

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 377,32

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,5620

CNY

Chinese yuan renminbi

8,4343

HRK

Kroatische kuna

7,6068

IDR

Indonesische roepia

15 816,01

MYR

Maleisische ringgit

4,3180

PHP

Filipijnse peso

58,945

RUB

Russische roebel

46,4030

THB

Thaise baht

43,844

BRL

Braziliaanse real

3,0133

MXN

Mexicaanse peso

17,6839

INR

Indiase roepie

81,2983


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


Rekenkamer

10.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/8


Speciaal verslag nr. 8/2014 „Heeft de Commissie de integratie van gekoppelde steun in de bedrijfstoeslagregeling doeltreffend beheerd?”

(2014/C 217/04)

De Europese Rekenkamer deelt u mede dat Speciaal verslag nr. 8/2014 „Heeft de Commissie de integratie van gekoppelde steun in de bedrijfstoeslagregeling doeltreffend beheerd?” zojuist gepubliceerd is.

Het verslag kan worden ingezien op of gedownload van de website van de Europese Rekenkamer: http://eca.europa.eu

Het verslag is op aanvraag gratis in papieren vorm verkrijgbaar bij de Rekenkamer:

Europese Rekenkamer

Publicaties (PUB)

12, rue Alcide De Gasperi

1615 Luxemburg

LUXEMBURG

Tel. +352 4398-1

e-mail: eca-info@eca.europa.eu

of door het invullen van een elektronische bestelbon bij EU Bookshop.


INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

10.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/9


Staatssteun — Besluit om geen bezwaar te maken

(2014/C 217/05)

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt geen bezwaar tegen de volgende steunmaatregel:

Datum waarop het besluit is genomen

:

19 maart 2014

Nummer van de steunmaatregel

:

74977

Nummer van het besluit

:

123/14/COL

EVA-staat

:

Noorwegen

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

:

Innovatiecluster NCE (micro- en nanotechnologie)

Rechtsgrondslag

:

Artikel 61, lid 3, onder c), van de EER-overeenkomst

Type steunmaatregel

:

Individuele steun voor het aansturen van innovatieclusters

Doelstelling

:

Bevordering van innovatie

Vorm van de steun

:

Subsidie

Begrotingsmiddelen

:

Totale begroting: 60 miljoen NOK

Looptijd

:

Tot juli 2016

Economische sectoren

:

Verwerkende industrie. Elektrische en optische apparatuur

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

:

Innovation Norway

PO Box 448

Sentrum, Akersgata 13

NO-0104 Oslo

NOORWEGEN

De tekst van het besluit in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, kan worden geraadpleegd op de website van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA:

http://www.eftasurv.int/state-aid/state-aid-register/


10.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/10


Staatssteun — Besluit om geen bezwaar te maken

(2014/C 217/06)

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt geen bezwaar tegen de volgende steunmaatregel:

Datum waarop het besluit is genomen

:

19 maart 2014

Nummer van de steunmaatregel

:

74978

Nummer van het besluit

:

124/14/COL

EVA-staat

:

Noorwegen

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

:

innovatiecluster NCE voor instrumentatie

Rechtsgrondslag

:

artikel 61, lid 3, onder c), van de EER-overeenkomst

Type maatregel

:

individuele steun voor het aansturen van innovatieclusters

Doelstelling

:

bevordering van innovatie

Vorm van de steun

:

subsidie

Begrotingsmiddelen

:

totale begroting: 60 miljoen NOK

Looptijd

:

tot en met juli 2016

Economische sectoren

:

verwerkende industrie, elektrische en optische apparatuur

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

:

Innovation Norway

PO Box 448

Sentrum, Akersgata 13

NO-0104 Oslo

NOORWEGEN

De tekst van het besluit in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, kan worden geraadpleegd op de website van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA:

http://www.eftasurv.int/state-aid/state-aid-register/


10.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/11


Staatssteun — Besluit om geen bezwaar te maken

(2014/C 217/07)

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt geen bezwaar tegen de volgende steunmaatregel:

Datum waarop het besluit is genomen

:

19 maart 2014

Nummer van de steunmaatregel

:

74979

Nummer van het besluit

:

125/14/COL

EVA-staat

:

Noorwegen

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

:

innovatiecluster NCE voor aquacultuur

Rechtsgrondslag

:

artikel 61, lid 3, onder c), van de EER-overeenkomst

Type maatregel

:

individuele steun voor het aansturen van innovatieclusters

Doelstelling

:

bevordering van innovatie

Vorm van de steun

:

subsidie

Begrotingsmiddelen

:

totale begroting: 60 miljoen NOK

Looptijd

:

tot en met juli 2017

Economische sectoren

:

visteelt, visverwerking, voederproductie, aquacultuurtechnologie en -installaties

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

:

Innovation Norway

PO Box 448

Sentrum, Akersgata 13

NO-0104 Oslo

NOORWEGEN

De tekst van het besluit in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, kan worden geraadpleegd op de website van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA:

http://www.eftasurv.int/state-aid/state-aid-register/


10.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/12


Staatssteun — Besluit om geen bezwaar te maken

(2014/C 217/08)

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt geen bezwaar tegen de volgende steunmaatregel:

Datum waarop het besluit is genomen

:

19 maart 2014

Nummer van de steunmaatregel

:

74980

Nummer van het besluit

:

126/14/COL

EVA-staat

:

Noorwegen

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

:

innovatiecluster NCE voor onderzeese activiteiten

Rechtsgrondslag

:

artikel 61, lid 3, onder c), van de EER-overeenkomst

Type maatregel

:

individuele steun voor het aansturen van innovatieclusters

Doelstelling

:

bevordering van innovatie

Vorm van de steun

:

subsidie

Begrotingsmiddelen

:

totale begroting: 60 miljoen NOK

Looptijd

:

tot en met juli 2016

Economische sectoren

:

uitrusting voor onderzeese olie- en gasproductie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

:

Innovation Norway

PO Box 448

Sentrum, Akersgata 13

NO-0104 Oslo

NOORWEGEN

De tekst van het besluit in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, kan worden geraadpleegd op de website van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA:

http://www.eftasurv.int/state-aid/state-aid-register/


10.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/13


Staatssteun — Besluit om geen bezwaar te maken

(2014/C 217/09)

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt geen bezwaar tegen de volgende steunmaatregel:

Datum waarop het besluit is genomen

:

19 maart 2014

Nummer van de steunmaatregel

:

74981

Nummer van het besluit

:

127/14/COL

EVA-staat

:

Noorwegen

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

:

innovatiecluster NCE Raufoss

Rechtsgrondslag

:

artikel 61, lid 3, onder c), van de EER-overeenkomst

Type maatregel

:

individuele steun voor het aansturen van innovatieclusters

Doelstelling

:

bevordering van innovatie

Vorm van de steun

:

subsidie

Begrotingsmiddelen

:

totale begroting: 60 miljoen NOK

Looptijd

:

tot en met juli 2016

Economische sectoren

:

industriële machines, elektrische en optische apparatuur

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

:

Innovation Norway

PO Box 448

Sentrum, Akersgata 13

NO-0104 Oslo

NOORWEGEN

De tekst van het besluit in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, kan worden geraadpleegd op de website van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA:

http://www.eftasurv.int/state-aid/state-aid-register/


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

10.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/14


Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika

(2014/C 217/10)

Na de bekendmaking van een bericht dat de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika op korte termijn zouden vervallen (1), heeft de Europese Commissie („de Commissie”) op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (2) („de basisverordening”) een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek werd op 9 april 2014 ingediend door de European Biodiesel Board („de indiener van het verzoek”) namens producenten die meer dan 25 % van de totale productie van biodiesel in de Unie vertegenwoordigen.

2.   Onderzocht product

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasoliën van niet-fossiele oorsprong, beter bekend als „biodiesel”, in zuivere vorm of in mengsels bevattende meer dan 20 gewichtsprocenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasoliën van niet-fossiele oorsprong, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika („het onderzochte product” of „biodiesel”), momenteel vallende onder de GN-codes ex 1516 20 98, ex 1518 00 91, ex 1518 00 99, ex 2710 19 43, ex 2710 19 46, ex 2710 19 47, ex 2710 20 11, ex 2710 20 15, ex 2710 20 17, ex 3824 90 97, 3826 00 10 en ex 3826 00 90.

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel is een definitief antidumpingrecht van toepassing dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 599/2009 van de Raad (3) en dat bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 444/2011 van de Raad (4) is uitgebreid tot vanuit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, en biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika.

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

Het verzoek is ingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zal leiden tot herhaling van dumping en herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie.

4.1.    De bewering dat herhaling van dumping waarschijnlijk is

Omdat er thans nauwelijks invoer uit de Verenigde Staten van Amerika („het betrokken land”) naar de Unie plaatsvindt, is de bewering dat herhaling van dumping waarschijnlijk is voor de Verenigde Staten van Amerika, gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde op de binnenlandse markt met de uitvoerprijs (af fabriek) van het onderzochte product bij uitvoer naar derde landen.

Op grond van voornoemde vergelijking, waaruit dumping blijkt, stelt de indiener van het verzoek dat het waarschijnlijk is dat het betrokken product uit het betrokken land opnieuw met dumping zal worden ingevoerd.

4.2.    De bewering dat herhaling van schade waarschijnlijk is

Volgens de indiener van het verzoek is herhaling van schade waarschijnlijk. In dit verband heeft de indiener van het verzoek voldoende voorlopig bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de invoer tegen schade veroorzakende prijzen van het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk in omvang zal toenemen. Dit komt door de onbenutte productiecapaciteit/het onbenutte productiepotentieel van de producenten-exporteurs in de Verenigde Staten van Amerika. Daarnaast is de markt van de Unie aantrekkelijk wat volume betreft aangezien de EU wereldwijd de belangrijkste gebruiker van biodiesel is en andere derde landen handelsbeschermingsmaatregelen hebben ingesteld tegen het onderzochte product, waardoor het waarschijnlijker wordt dat de producenten-exporteurs in de Verenigde Staten van Amerika zich op de markt van de Unie richten.

De indiener van het verzoek beweert ten slotte dat het vooral dankzij de maatregelen is dat de bedrijfstak van de Unie minder schade lijdt. Indien de maatregelen vervallen en het betrokken product weer in grote hoeveelheden tegen dumpingprijzen uit het betrokken land wordt ingevoerd, zal de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk opnieuw schade lijden.

5.   De procedure

Daar de Commissie, na raadpleging van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité, tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen te rechtvaardigen, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek.

Bij het onderzoek bij het vervallen van de maatregelen zal worden vastgesteld of voortzetting of herhaling van dumping van het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land en voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk is.

5.1.    Procedure om vast te stellen of voortzetting of herhaling van dumping waarschijnlijk is

De producenten-exporteurs (5) van het onderzochte product uit het betrokken land, inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid, worden uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie deel te nemen.

5.1.1.   Onderzoek van de producenten-exporteurs

5.1.1.1.   Procedure voor de selectie van de te onderzoeken producenten-exporteurs in de Verenigde Staten van Amerika — Steekproef

Gezien het mogelijk grote aantal bij dit nieuwe onderzoek betrokken producenten-exporteurs in de Verenigde Staten van Amerika kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs of hun vertegenwoordigers, inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen, en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika en met alle bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten-exporteurs, indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land, meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika.

Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, de bij de Commissie bekende verenigingen van producenten-exporteurs en de autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

Onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening worden ondernemingen die hebben ingestemd met hun mogelijke opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”).

5.1.2.   Onderzoek van de niet-verbonden importeurs  (6)  (7)

Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit de Verenigde Staten van Amerika in de EU importeren, worden uitgenodigd om aan het onderzoek deel te nemen.

Gezien het mogelijk grote aantal bij dit nieuwe onderzoek betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers, inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen, en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve verkoopvolume van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan de haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

5.2.    Procedure om vast te stellen of voortzetting of herhaling van schade waarschijnlijk is

Teneinde vast te stellen of voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk is, worden de producenten van het onderzochte product in de Unie uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

5.2.1.   Onderzoek van de producenten in de Unie — Steekproef

Gezien het grote aantal bij dit nieuwe onderzoek betrokken producenten in de Unie heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening samengesteld.

De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Belanghebbenden wordt verzocht het dossier te raadplegen (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.6). Andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers - inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat/de onderzoeken die tot de geldende maatregelen heeft/hebben geleid - die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen.

Belanghebbenden die andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie meedelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan de haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

5.3.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de dumping zal worden voortgezet of zich opnieuw zal voordoen en er opnieuw schade zal worden veroorzaakt, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of het handhaven van de antidumpingmaatregelen niet in strijd is met het belang van de Unie. De producenten in de Unie, de importeurs en hun representatieve verenigingen, de gebruikers en hun representatieve verenigingen, en de representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact op te nemen, tenzij anders aangegeven. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie binnen 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

5.4.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.5.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld.

5.6.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, ingevulde vragenlijsten en correspondentie waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited (8).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk verstrekte gegevens. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt in de vereiste vorm en met de vereiste kwaliteit, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) dat is gepubliceerd op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/june/tradoc_148003.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat dagelijks wordt gecontroleerd. Zodra de contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via andere communicatiemiddelen te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, kunnen belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer N105 08/020

1049 Brussel

BELGIË

E-mail

:

trade-biodiesel-USA-dumping@ec.europa.eu

trade-biodiesel-USA-injury@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, kan deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen vragen dat de raadadviseur-auditeur van het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. Deze fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende houden en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden organiseren waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping en schade, het oorzakelijk verband daartussen en het belang van de Unie.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden nadere informatie en contactgegevens op de webpagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/degucht/contact/hearing-officer/

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening binnen 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

9.   Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening

Aangezien dit nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening, kunnen de bestaande maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.

Belanghebbenden die van oordeel zijn dat de maatregelen opnieuw moeten worden onderzocht zodat deze kunnen worden gewijzigd, kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.

10.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (9).


(1)  Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen (PB C 289 van 4.10.2013, blz. 12).

(2)  Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).

(3)  Verordening (EG) nr. 599/2009 van de Raad van 7 juli 2009 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (PB L 179 van 10.7.2009, blz. 26).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 444/2011 van de Raad van 5 mei 2011 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 599/2009 is ingesteld op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika tot vanuit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, en tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 599/2009 is ingesteld tot biodiesel in mengsels bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, en tot beëindiging van het onderzoek naar de vanuit Singapore verzonden biodiesel (PB L 122 van 11.5.2011, blz. 12).

(5)  Onder producent-exporteur wordt verstaan een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product vervaardigt en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks hetzij via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.

(6)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Zie voetnoot 5 in bijlage I of voetnoot 8 in bijlage II voor de definitie van een verbonden partij.

(7)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van het onderzoek dan het vaststellen van dumping.

(8)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(9)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE I

Image Image

BIJLAGE II

Image Image

10.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/25


Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika

(2014/C 217/11)

Na de bekendmaking van een bericht dat de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika op korte termijn zouden vervallen (1), heeft de Europese Commissie („de Commissie”) op grond van artikel 18 van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (2) („de basisverordening”) een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek werd op 9 april 2014 ingediend door de European Biodiesel Board („de indiener van het verzoek”) namens producenten die meer dan 25 % van de totale productie van biodiesel in de Unie vertegenwoordigen.

2.   Onderzocht product

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasoliën van niet-fossiele oorsprong, beter bekend als „biodiesel”, in zuivere vorm of in mengsels bevattende meer dan 20 gewichtsprocenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasoliën van niet-fossiele oorsprong, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika („het onderzochte product” of „biodiesel”), momenteel vallende onder de GN-codes ex 1516 20 98, ex 1518 00 91, ex 1518 00 99, ex 2710 19 43, ex 2710 19 46, ex 2710 19 47, ex 2710 20 11, ex 2710 20 15, ex 2710 20 17, ex 3824 90 97, 3826 00 10 en ex 3826 00 90.

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel is een definitief compenserend recht van toepassing dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 598/2009 van de Raad (3) en dat bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 443/2011 van de Raad (4) is uitgebreid tot uit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, en biodiesel in een mengsel bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika.

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

Het verzoek is ingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zal leiden tot herhaling van subsidiëring en herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie.

4.1.    De bewering dat herhaling van subsidiëring waarschijnlijk is

De indiener van het verzoek heeft voldoende bewijsmateriaal overgelegd dat de producenten van het onderzochte product in de Verenigde Staten van Amerika een aantal subsidies van de federale overheid en een aantal subsidies van diverse staten hebben ontvangen en dat het waarschijnlijk is dat zij subsidies zullen blijven ontvangen.

De subsidiepraktijken bestaan onder meer uit inkomsten waarvan de overheid afstand doet of die de overheid niet int, bv. belastingvoordelen of belastingteruggaven voor de productie van biodiesel, en de rechtstreekse overdracht van middelen en de mogelijke rechtstreekse overdracht van middelen, bv. subsidies, preferentiële leningen en leninggaranties. De Commissie behoudt zich het recht voor een onderzoek in te stellen naar andere subsidiepraktijken die uit het onderzoek zouden blijken.

Volgens de indiener van het verzoek zijn de bovengenoemde regelingen subsidies omdat het gaat om een financiële bijdrage van de federale overheid of van de regeringen van verschillende staten van de Verenigde Staten van Amerika die de producenten-exporteurs van biodiesel een voordeel oplevert. De subsidies zouden beperkt zijn tot bepaalde ondernemingen en derhalve specifiek zijn en tot compenserende maatregelen aanleiding geven.

4.2.    De bewering dat herhaling van schade waarschijnlijk is

Volgens de indiener van het verzoek is herhaling van schade waarschijnlijk. In dit verband heeft de indiener van het verzoek voldoende voorlopig bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de invoer tegen schade veroorzakende prijzen van het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk in omvang zal toenemen. Dit komt door de onbenutte productiecapaciteit/het onbenutte productiepotentieel van de producenten-exporteurs in de Verenigde Staten van Amerika. Daarnaast is de markt van de Unie aantrekkelijk wat volume betreft aangezien de EU wereldwijd de belangrijkste gebruiker van biodiesel is en andere derde landen handelsbeschermingsmaatregelen hebben ingesteld tegen het onderzochte product, waardoor het waarschijnlijker wordt dat de producenten-exporteurs in de Verenigde Staten van Amerika zich op de markt van de Unie richten.

De indiener van het verzoek beweert ten slotte dat het vooral dankzij de maatregelen is dat de bedrijfstak van de Unie minder schade lijdt. Indien de maatregelen vervallen en het betrokken product weer in grote hoeveelheden tegen gesubsidieerde prijzen uit het betrokken land wordt ingevoerd, zal de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk opnieuw schade lijden.

5.   De procedure

Daar de Commissie, na raadpleging van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité, tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen te rechtvaardigen, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening een nieuw onderzoek.

Bij het onderzoek bij het vervallen van de maatregelen zal worden vastgesteld of voortzetting of herhaling van subsidiëring van het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land en voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk is.

5.1    Procedure om vast te stellen of voortzetting of herhaling van subsidiëring waarschijnlijk is

De producenten-exporteurs (5) van het onderzochte product uit het betrokken land, inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid, worden uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie deel te nemen.

5.1.1.   Onderzoek van de producenten-exporteurs

5.1.1.1.   Procedure voor de selectie van de te onderzoeken producenten-exporteurs in de Verenigde Staten van Amerika — Steekproef

Gezien het mogelijk grote aantal bij dit nieuwe onderzoek betrokken producenten-exporteurs in de Verenigde Staten van Amerika kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs of hun vertegenwoordigers, inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen, en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika en met alle bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten-exporteurs, indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land, meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika.

Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, de bij de Commissie bekende verenigingen van producenten-exporteurs en de autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

Onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 28 van de basisverordening worden ondernemingen die hebben ingestemd met hun mogelijke opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”).

5.1.2.   Onderzoek van de niet-verbonden importeurs  (6)  (7)

Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit de Verenigde Staten van Amerika in de EU importeren, worden uitgenodigd om aan het onderzoek deel te nemen.

Gezien het mogelijk grote aantal bij dit nieuwe onderzoek betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers, inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen, en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve verkoopvolume van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan de haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

5.2    Procedure om vast te stellen of voortzetting of herhaling van schade waarschijnlijk is

Teneinde vast te stellen of voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk is, worden de producenten van het onderzochte product in de Unie uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

5.2.1.   Onderzoek van de producenten in de Unie — Steekproef

Gezien het grote aantal bij dit nieuwe onderzoek betrokken producenten in de Unie heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening samengesteld.

De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Belanghebbenden wordt verzocht het dossier te raadplegen (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.6). Andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers — inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat/de onderzoeken die tot de geldende maatregelen heeft/hebben geleid — die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen.

Belanghebbenden die andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie meedelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan de haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

5.3.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de subsidiëring zal worden voortgezet of zich opnieuw zal voordoen en er opnieuw schade zal worden veroorzaakt, zal uit hoofde van artikel 31 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of het handhaven van de compenserende maatregelen niet in strijd is met het belang van de Unie. De producenten in de Unie, de importeurs en hun representatieve verenigingen, de gebruikers en hun representatieve verenigingen, en de representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact op te nemen, tenzij anders aangegeven. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie binnen 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 31 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

5.4.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.5.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld.

5.6.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, ingevulde vragenlijsten en correspondentie waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited (8).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 29, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk verstrekte gegevens. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt in de vereiste vorm en met de vereiste kwaliteit, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) dat is gepubliceerd op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/june/tradoc_148003.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat dagelijks wordt gecontroleerd. Zodra de contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via andere communicatiemiddelen te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, kunnen belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer N105 08/020

1049 Brussel

BELGIË

E-mail

:

trade-biodiesel-USA-subsidy@ec.europa.eu

trade-biodiesel-USA-injury@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, kan deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen vragen dat de raadadviseur-auditeur van het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. Deze fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende houden en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden organiseren waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van subsidiëring en schade, het oorzakelijk verband daartussen en het belang van de Unie.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden nadere informatie en contactgegevens op de webpagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/degucht/contact/hearing-officer/.

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 22, lid 1, van de basisverordening binnen 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

9.   Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 19 van de basisverordening

Aangezien dit nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen wordt geopend overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, kunnen de bestaande maatregelen overeenkomstig artikel 22, lid 3, van de basisverordening naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.

Belanghebbenden die van oordeel zijn dat de maatregelen opnieuw moeten worden onderzocht zodat deze kunnen worden gewijzigd, kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 19 van de basisverordening.

Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.

10.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (9).


(1)  Bericht van het naderend vervallen van bepaalde compenserende maatregelen (PB C 289 van 4.10.2013, blz. 11).

(2)  Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93).

(3)  Verordening (EG) nr. 598/2009 van de Raad van 7 juli 2009 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (PB L 179 van 10.7.2009, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 443/2011 van de Raad van 5 mei 2011 tot uitbreiding van het definitieve compenserende recht dat bij Verordening (EG) nr. 598/2009 is ingesteld op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika tot uit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, en tot uitbreiding van het definitieve compenserende recht dat bij Verordening (EG) nr. 598/2009 is ingesteld tot biodiesel in een mengsel bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, en tot beëindiging van het onderzoek naar de uit Singapore verzonden biodiesel (PB L 122 van 11.5.2011, blz. 1).

(5)  Onder producent-exporteur wordt verstaan een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product vervaardigt en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks hetzij via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.

(6)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Zie voetnoot 5 in bijlage I of voetnoot 8 in bijlage II voor de definitie van een verbonden partij.

(7)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van het onderzoek dan het vaststellen van subsidiëring.

(8)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 29 van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93) en artikel 12 van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(9)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE I

Image Image

BIJLAGE II

Image Image

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

10.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/35


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.7309 — Bridgepoint/EdRCP)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 217/12)

1.

Op 27 juni 2014 heeft de Europese Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Bridgepoint Advisers Group Limited („Bridgepoint”, Verenigd Koninkrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Edmond de Rothschild Capital Partners („EdRCP”, Frankrijk) door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   Bridgepoint: private-equityfonds dat zeggenschap heeft over een aantal entiteiten die in de hele EER actief zijn in een groot aantal bedrijfstakken, onder meer financiële diensten, media en gezondheidszorg (waaronder verlening van oog- en tandchirurgische diensten in ziekenhuizen);

—   EdRCP: private-equityfonds met belangen in een aantal portefeuillemaatschappijen die in de hele EER actief zijn in een groot aantal sectoren, meer bepaald verpakkingsproducten en gezondheidsproducten (waaronder de levering van oogchirurgische producten, tandheelkundige instrumenten, gebitsverzorgende producten, tandheelkundige beeldvormingsproducten en medische apparatuur).

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Europese Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Europese Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Europese Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7309 — Bridgepoint/EdRCP, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).


10.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/36


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.7298 — UNIQA Insurance Group/UNIQA LIFE)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 217/13)

1.

Op 1 juli 2014 heeft de Europese Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat UNIQA Previdenza S.p.A. („UNIQA Previdenza”, Italië), die onder zeggenschap staat van UNIQA Insurance Group AG („UNIQA”, Oostenrijk), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over UNIQA Life S.p.A. („UNIQA LIFE”, Italië), die momenteel onder de gezamenlijke zeggenschap staat van UNIQA Previdenza en Veneto Banca Holding S.C.p.A., door wijziging van de bestuursregels van UNIQA LIFE.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   UNIQA: diensten en producten op het gebied van levensverzekeringen, schadeverzekeringen en herverzekeringen;

—   UNIQA LIFE: diensten en producten op het gebied van levensverzekeringen.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Europese Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Europese Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Europese Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7298 — UNIQA Insurance Group/UNIQA LIFE, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.