ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 201

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

57e jaargang
30 juni 2014


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europees Parlement

2014/C 201/01

Verslag over het begrotings- en financieel beheer — Afdeling I: Europees Parlement — Begrotingsjaar 2013

1


NL

 


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europees Parlement

30.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 201/1


VERSLAG OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER

AFDELING I: EUROPEES PARLEMENT

BEGROTINGSJAAR 2013

(2014/C 201/01)

INHOUD

INLEIDING 3

I.

FINANCIEEL BEHEER: ALGEMEEN 3

A.

Ontvangsten 4

B.

Initiële begroting en gewijzigde begroting 4

C.

Vastleggingen en betalingen 5

D.

Overdracht van kredieten van 2013 naar 2014 5

E.

Overdrachten van 2012 naar 2013 5

F.

Verleende kredieten op basis van bestemmingsontvangsten 6

G.

Annuleringen van lopende kredieten 7

H.

Overschrijvingen 8

H.1.

Overschrijvingen uit voorzieningen (zonder de collectieve overschrijving) 11

H.2.

Overschrijvingen uit andere bronnen (zonder de collectieve overschrijving) 12

H.3.

Overschrijving C12 (zogenaamde collectieve overschrijving) 13

II.

FINANCIEEL BEHEER PER HOOFDSTUK 16

A.

Hoofdstuk 1 0 „Leden van de instelling” 18

B.

Hoofdstuk 1 2 „Ambtenaren en tijdelijke functionarissen” 18

C.

Hoofdstuk 1 4 „Ander personeel en prestaties van derden” 19

D.

Hoofdstuk 1 6 „Overige uitgaven in verband met aan de instelling verbonden personen” 20

E.

Hoofdstuk 2 0 „Gebouwen en daarmee samenhangende kosten” 21

F.

Hoofdstuk 2 1 „Informatica, materieel en meubilair” 22

G.

Hoofdstuk 2 3 „Lopende huishoudelijke uitgaven” 23

H.

Hoofdstuk 3 0 „Vergaderingen en conferenties” 24

I.

Hoofdstuk 3 2 „Expertise en informatie: verwerving, archivering, productie en verspreiding” 24

J.

Hoofdstuk 4 0 „Uitgaven in verband met bepaalde instellingen en organen” 25

K.

Hoofdstuk 4 2 „Assistentie aan de leden” 26

L.

Hoofdstuk 4 4 „Vergaderingen en andere activiteiten van leden en voormalige leden” 27

M.

Titel 10 „Overige uitgaven” 27

III.

DOELSTELLINGEN EN RESULTATEN 2013 27

A.

Voortzetting van de institutionele aanpassingen uit hoofde van het Verdrag van Lissabon 27

A.1.

Ondersteuning van onderzoek 27

A.2.

Kennisbeheer 28

A.3.

Medebeslissing en instemming op het gebied van het extern beleid 28

A.4.

Verbetering van de diensten met betrekking tot de plenaire vergadering 29

B.

Communicatiestrategie en voorbereiding van de voorlichtingscampagne voor de verkiezingen van 2014 29

B.1.

Op centraal niveau georganiseerde activiteiten 29

B.2.

Decentrale activiteiten 30

B.3.

EYE 30

B.4.

Vorderingen met betrekking tot het Huis van de Europese geschiedenis 30

B.5.

Verbetering van de diensten voor de bezoekers 30

C.

Institutionele aanpassingen ten gevolge van de toetreding van Kroatië 30

D.

Voortzetting van de meerjarenprogramma's met het oog op de rationalisering en modernisering van de belangrijkste administratieve diensten van het Parlement 31

D.1.

Gebouwenbeleid 31

D.2.

Milieubeleid 32

D.3.

Cateringbeleid 33

D.4.

Verdere modernisering van de informatietechnologie/Veiligheid 33

D.5.

Betrekkingen met de nationale parlementen 33

D.6.

Grondige herstructurering van de veiligheidsdiensten 34

E.

Andere moderniseringsmaatregelen 34

E.1.

Verbetering van de diensten voor de leden 34

E.2.

Financieel en begrotingsbeheer 34

E.3.

Personeelsbeheer 36

E.4.

Documentenbeheer en beheer van de archieven 36

F.

Algemene ontwikkeling van de structuur van het secretariaat-generaal (inclusief fracties) 36
BIJLAGEN 39

Bijlage I —

Overzicht van de C-overschrijvingen in de loop van het begrotingsjaar 2013 39

Bijlage II —

Overzicht van de P-overschrijvingen in de loop van het begrotingsjaar 2013 42

Bijlage III —

Uitvoering van de kredieten van 2013 44

INLEIDING

1.

Dit verslag bevat een analyse van het begrotings- en financieel beheer van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2013. Het beschrijft het gebruik van de financiële middelen en de gebeurtenissen die een noemenswaardige invloed hebben gehad op de begrotingsactiviteiten in 2013 (deel I en II) en biedt een samenvattend overzicht van de behaalde resultaten, vergeleken met de voor 2013 vooropgestelde doelen (deel III).

2.

Het verslag is opgesteld overeenkomstig artikel 142 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1) (hierna „het Financieel Reglement”), en artikel 227 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (2). Voor het uitvoeren van de analyse is uitgegaan van de begrotingsrekeningen die de rekenplichtige heeft opgesteld.

I.   FINANCIEEL BEHEER: ALGEMEEN

3.

De definitieve lopende kredieten van het Parlement voor 2013 bedroegen 1  75 0 4 63  939 EUR, hetgeen gelijkstaat met 19,07 % van het maximum van rubriek V van het financieel kader (3). Tabel 1 hierna toont de uitvoering van de begroting van het Europees Parlement in het begrotingsjaar 2013.

Tabel 1

Besteding kredieten

Soort krediet

Kredieten 2013

(EUR of %)

Kredieten 2012

(EUR of %)

Verschil

2013/2012

Kredieten

Initiële kredieten

1  75 0 4 63  939

1  71 7 8 68  121

1,9 %

Gewijzigde begroting

0

0

 

Definitieve kredieten

1  75 0 4 63  939

1  71 7 8 68  121

1,9 %

Lopende uitvoering

Vastleggingen

1  73 5 9 63  486

1  69 3 0 38  015

2,5 %

% van de definitieve kredieten

99,2 %

98,6 %

0,6 %

Betalingen

1  45 8 1 88  881

1  38 7 5 80  140

5,1 %

% van de vastleggingen

84,0 %

82,0 %

2,0 %

Overdrachten naar het volgende jaar

Automatische overdrachten naar het volgende jaar (4)

27 7 7 74  605

30 5 4 57  875

- 9,1 %

% van de definitieve kredieten

15,9 %

17,8 %

- 1,9 %

% van de vastleggingen

16,0 %

18,0 %

- 2,0 %

Niet-automatische overdrachten (niet-vastgelegde kredieten overgedragen naar het volgende jaar) (5)

7 34  000

0

% van de definitieve kredieten

0,0 %

0,0 %

Annuleringen

Geannuleerde kredieten

1 3 7 66  453

2 4 8 30  106

-  44,6 %

% van de definitieve kredieten

0,8 %

1,4 %

- 0,6 %

Overdrachten uit het voorgaande jaar

Automatische overdrachten uit het voorgaande jaar (4)

30 5 4 57  875

22 2 9 00  384

37,0 %

Betalingen uit hoofde van deze overdrachten

28 6 1 09  573

19 7 9 91  076

44,5 %

% van de overdrachten

93,7 %

88,8 %

4,9 %

Geannuleerde bedragen

1 9 3 48  302

2 4 9 09  308

-  22,3 %

Niet-automatische overdrachten uit het voorgaande jaar (5)

0

2 1 7 00  000

-  100,0 %

Betalingen uit hoofde van deze overdrachten

1 5 6 49  030

% van de overdrachten

72,1 %

Verleende kredieten op basis van de bestemmingsontvangsten van het jaar

Verleende kredieten op basis van de bestemmingsontvangsten van het jaar

2 5 9 91  783

2 2 2 74  843

16,7 %

Vastleggingen

1 6 9 07  174

1 8 0 28  503

- 6,2 %

% van de kredieten uit bestemmingsontvangsten

65,0 %

80,9 %

-  15,9 %

Betalingen

8 9 97  498

1 1 2 16  674

-  19,8 %

% van de vastleggingskredieten uit bestemmingsontvangsten

53,2 %

62,2 %

- 9,0 %

Beschikbare kredieten afkomstig van de bestemmingsontvangsten van het jaar

9 0 84  608

4 2 46  340

113,9 %

Verleende kredieten op basis van de bestemmingsontvangsten, overgedragen naar het volgende jaar

Verleende kredieten op basis van de bestemmingsontvangsten, overgedragen naar het volgende jaar

10 6 9 34  452

10 6 9 00  532 (6)

0,1 %

Verleende kredieten op basis van de bestemmingsontvangsten, overgedragen uit het voorgaande jaar

Verleende kredieten op basis van de bestemmingsontvangsten, overgedragen uit het voorgaande jaar

10 6 9 00  532

10 7 5 92  247

- 0,7 %

Vastleggingen

10 4 1 47  894

10 5 4 82  187

- 1,3 %

% van de overgedragen kredieten uit bestemmingsontvangsten

97,4 %

98,0 %

- 0,6 %

Betalingen

1 6 4 60  753

1 0 7 35  958

53,3 %

% van de vastleggingen

15,8 %

10,2 %

5,6 %

A.   Ontvangsten

4.

De op 31 december 2013 geboekte ontvangsten bedroegen in totaal 15 8 1 17  371 EUR (2012: 17 5 5 41  860 EUR), waarvan 2 5 9 91  783 EUR bestemmingsontvangsten (2012: 2 2 2 74  843 EUR).

B.   Initiële begroting en gewijzigde begroting

5.

De lopende kredieten op de definitieve begroting van het Parlement voor 2013 bedroegen in totaal 1  75 0 4 63  939 EUR, wat neerkomt op een toename met 1,9 % ten opzichte van de begroting 2012 (1  71 7 8 68  121 EUR).

C.   Vastleggingen en betalingen

6.

De vastleggingen bedroegen in totaal 1  73 5 9 63  486 EUR, of 99 % van de definitieve kredieten (2012: 99 %). De betalingen bedroegen in totaal 1  45 8 1 88  881 EUR, zijnde 84 % van de verrichte vastleggingen (2012: 82 %).

D.   Overdracht van kredieten van 2013 naar 2014

7.

De automatische overdrachten naar het begrotingsjaar 2014 bedroegen 27 7 7 74  604 EUR, zijnde 16 % van de vastgelegde kredieten (2012: 18 %). De niet-automatische overdrachten van kredieten naar het begrotingsjaar 2014, krachtens artikel 13 van het Financieel Reglement, bedroegen 7 34  000 EUR.

E.   Overdrachten van 2012 naar 2013

8.

De automatische overdrachten van kredieten naar 2013 bedroegen in totaal 30 5 4 57  875 EUR (2012: 22 2 9 00  384 EUR). De betalingen uit hoofde van deze overdrachten bedroegen 28 6 1 09  573 EUR, zijnde 94 % (2012: 89 %). De annuleringen bedroegen bijgevolg 1 9 3 48  302 EUR, wat 22 % minder is dan in 2012 (2 4 9 09  308 EUR). De annuleringen hadden voornamelijk betrekking op artikel 2 0 0 „Gebouwen”, artikel 2 0 2 „Uitgaven in verband met de gebouwen”, artikel 3 2 4 „Productie en verspreiding”, artikel 2 1 0 „Informatica en telecommunicatie”, artikel 1 4 0 „Andere personeelsleden en externen” en artikel 3 0 0 „Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen”. De annuleringen voor deze zes artikelen waren goed voor 74 % van de totale annuleringen.

9.

De geannuleerde bedragen en de belangrijkste redenen voor deze annuleringen zijn weergegeven in tabel 2.

Tabel 2

Belangrijkste redenen voor de annulering van automatisch van 2012 naar 2013 overgedragen kredieten

Artikel

Annulering

Belangrijkste redenen voor de annulering

Artikel 2 0 0

„Gebouwen”

5 4 81  983

Post 2 0 0 7 „Inrichting van dienstruimten”: annulering van 4,33 miljoen EUR voor verscheidene vertraagde of niet-uitgevoerde werkzaamheden in de drie vergaderplaatsen en in het voorlichtingsbureau in Kopenhagen.

Post 2 0 0 5 „Oprichting van gebouwen”: annulering van 0,76 miljoen EUR voor het KAD-project in Luxemburg. Naar aanleiding van de beslissing om het Konrad Adenauer-project aan een andere projectbeheerder toe te vertrouwen, is met de vorige projectbeheerder een aanvullende overeenkomst gesloten waarin het einde van de opdracht is vastgelegd. Bepaalde aanvankelijk geplande werkzaamheden zijn nooit uitgevoerd en dus ook niet gefactureerd.

Post 2 0 0 8 „Specifiek beheer van onroerend goed”: annulering van 0,34 miljoen EUR voor diverse dienstverleningen in Brussel.

Artikel 2 0 2

„Uitgaven in verband met de gebouwen”

3 3 05  808

Post 2 0 2 2 „Schoonmaak en onderhoud”: annulering van 2,15 miljoen EUR.

Post 2 0 2 4 „Energieverbruik”: annulering van 0,76 miljoen EUR.

De annuleringen voor deze twee posten vloeien voort uit het feit dat er voldoende speelruimte moest worden ingebouwd, uitgaande van het meest ongunstige geval. Het is moeilijk de over te dragen kredieten nauwkeurig te berekenen omdat de jaarlijkse facturering op het ogenblik van de overdracht nog zeer onvolledig is.

Artikel 3 2 4

„Productie en verspreiding”

2 3 79  658

Post 3 2 4 2: annulering van 0,48 miljoen EUR voor diverse dienstverleningen.

Post 3 2 4 8: annulering van 1,00 miljoen EUR voor diverse vastleggingen waarvoor in de ramingen een veiligheidsmarge was ingebouwd.

Artikel 2 1 0

„Informatica en telecommunicatie”

1 4 88  199

Een deel van de geplande verrichtingen kon niet naar verwachting worden uitgevoerd.

Artikel 1 4 0

„Andere personeelsleden en externen”

8 97  006

Post 1 4 0 2 „Conferentietolken”: annulering van 0,71 miljoen EUR. Het naar 2013 overgedragen bedrag bevatte een voorziening voor de aanpassing van de salarissen, die uiteindelijk niet heeft plaatsgevonden in 2013.

Artikel 3 0 0

„Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen”

8 07  164

De annuleringen voor dit artikel vloeien voort uit het feit dat er voldoende speelruimte moest worden ingebouwd, uitgaande van het meest ongunstige geval.

F.   Verleende kredieten op basis van bestemmingsontvangsten

10.

De in 2013 beschikbare bestemmingsontvangsten bedroegen 2 5 9 91  783 EUR (2012: 2 2 2 74  843 EUR). De vastleggingen bedroegen 1 6 9 07  174 EUR, dit is een vastleggingspercentage van 65 % (2012: 81 %). De betalingen bedroegen in totaal 8 9 97  498 EUR, zijnde 53 % van de aangegane verplichtingen (2012: 62 %).

11.

De oorsprong van de in 2013 verleende kredieten op basis van bestemmingsontvangsten wordt in onderstaande figuur verduidelijkt:

Figuur 1

In 2013 op basis van bestemmingsontvangsten verleende kredieten, per hoofdstuk

Image

12.

De kredieten verleend op basis van naar 2013 overgedragen bestemmmingsontvangsten bedroegen in totaal 10 6 9 00  532 EUR (2012: 10 7 5 92  247 EUR). Het grootste deel (91 %) van deze kredieten is afkomstig van hoofdstuk 2 0 en is hoofdzakelijk het resultaat van een betaling van 8 5 8 97  000 EUR die de Belgische staat op 27 januari 2010 heeft gedaan als vergoeding voor de kosten van de grond onder de gebouwen D4 en D5, en de kosten voor het dak van het station Brussel-Luxemburg.

13.

De vastleggingen uit hoofde van overgedragen bestemmingsontvangsten bedroegen eind 2013 in totaal 10 4 1 47  894 EUR (2012: 10 5 4 82  187 EUR). De in 2013 verrichte betalingen vertegenwoordigden 16 % van de vastleggingen (2012: 10 %). Het grootste deel van de vastleggingen heeft immers betrekking op de aankoop van het Trebel-gebouw, overeenkomstig het besluit van het Bureau van 30 november 2011.

14.

Een bedrag van 10 6 9 34  452 EUR is overgedragen naar het begrotingsjaar 2014, waarbij 1 6 4 94  703 EUR afkomstig is van in 2013 verleende kredieten op basis van bestemmingsontvangsten (de kredietannuleringen bedragen 4 99  582 EUR), en 9 0 3 35  056 EUR afkomstig is van uit 2012 overgedragen kredieten op basis van bestemmingsontvangsten (de kredietannuleringen bedragen 30 EUR). Het bedrag van 8 5 8 97  000 EUR dat de Belgische staat in januari 2010 heeft betaald (zie paragraaf 12) is een externe bestemmingsontvangst als bedoeld in artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement. De overgedragen kredieten op basis van interne bestemmingsontvangsten bedragen 2 1 0 37  452 EUR.

G.   Annuleringen van lopende kredieten

15.

Een bedrag van 1 3 7 66  453 EUR (2012: 2 4 8 30  106 EUR), zijnde 0,8 % van de definitieve kredieten (2012: 1,4 %), werd geannuleerd. Onderstaande tabel toont de voornaamste redenen voor deze annuleringen.

Tabel 3

Voornaamste redenen voor de annulering van lopende kredieten in 2013

Artikel

Geannuleerd bedrag

(EUR)

% van de totale annuleringen

% annulering/lijn

Voornaamste reden voor de annulering

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 2 61  331

16 %

2,2 %

Het betreft een hoofdzakelijk technische annulering op verscheidene posten omdat twee jaar op voorhand onmogelijk precies te voorspellen is welke indexeringspercentages op de verschillende contracten zullen moeten worden toegepast, noch wat de aanbesteding voor aflopende contracten zal opleveren.

2 3 5

Telecommunicatie

1 2 50  491

9 %

21,1 %

De telecommunicatietarieven dalen regelmatig. Bovendien is het verkeer op de drie belangrijkste werklocaties optimaal te routeren dankzij de volledige digitalisering van de telecommunicatie.

4 2 2

Assistentie aan de leden

1 1 34  620

8 %

0,6 %

Het betreft een hoofdzakelijk technische annulering omdat twee jaar op voorhand onmogelijk precies te voorspellen is in hoeverre de leden hun dotatie zullen aanwenden.

2 0 0

Gebouwen

1 0 12  426

7 %

0,7 %

Het betreft een hoofdzakelijk technische annulering op verscheidene posten.

3 2 4

Productie en verspreiding

9 93  189

7 %

0,9 %

Het betreft een hoofdzakelijk technische annulering op verscheidene posten.

3 2 0

Verwerving van expertise

8 75  320

6 %

8,8 %

Het betreft annuleringen op verscheidene posten. Op post 3 2 0 0 waren de expertisekosten voor twee tijdelijke comités begroot maar er werd slechts één comité opgericht (0,3 miljoen EUR).

3 0 4

Diverse uitgaven voor vergaderingen

8 51  320

6 %

12,1 %

Het betreft een hoofdzakelijk technische annulering op verscheidene posten.

2 1 6

Voertuigen

6 58  069

5 %

10,1 %

In de kredieten was een reserve (0,37 miljoen EUR) voor de autoreserveringscentrale begrepen, maar er werd geen verbintenis aangegaan omdat het contract na een weinig overtuigende proeffase werd stopgezet. Voorts is het nieuwe verzekeringscontract goedkoper dan verwacht, terwijl de aanbesteding niet voor eind 2013 kon worden afgerond.

H.   Overschrijvingen

16.

Tijdens het begrotingsjaar zijn er overeenkomstig de artikelen 27 en 46 van het Financieel Reglement (7) tien C-overschrijvingen (met inbegrip van de zogenaamde collectieve overschrijving) goedgekeurd. Zij bedroegen in totaal 6 9 0 88  000 EUR, zijnde 3,9 % van de definitieve kredieten (2012: tien overschrijvingen, goed voor 4,7 % van de definitieve kredieten). De voorzitter heeft uit hoofde van artikel 25, lid 1, van het Financieel Reglement (8) ingestemd met tien P-overschrijvingen op lopende kredieten, voor een totaalbedrag van 9 7 98  500 EUR, zijnde 0,6 % van de definitieve kredieten (2012: acht overschrijvingen, goed voor 0,6 % van de definitieve kredieten).

17.

Samengevat zijn er in 2013 twintig C- en P-overschrijvingen op lopende kredieten goedgekeurd voor een bedrag van 7 8 8 86  500 EUR, wat overeenkomt met 4,5 % van de definitieve kredieten (in 2012: achttien overschrijvingen voor in totaal 9 0 8 41  790 EUR, zijnde 5,3 % van de definitieve kredieten).

Tabel 4

Overschrijvingen volgens rechtsgrond

Aantal overschrijvingen

Overgeschreven bedrag

(EUR)

% van de definitieve kredieten

C-overschrijvingen (artikelen 27 en 46 Financieel Reglement)

10 C-overschrijvingen

6 9 0 88  000

3,9 %

Inclusief collectieve overschrijving (C12)

5 4 0 00  000

3,1 %

P-overschrijvingen (artikel 25, lid 1, Financieel Reglement)

10 P-overschrijvingen op lopende kredieten

9 7 98  500

0,6 %

C- en P-overschrijvingen op lopende kredieten

7 8 8 86  500

4,5 %

Tabel 5

Analyse van de C-overschrijvingen volgens ontvangende begrotingslijn

(EUR)

Ontvangende begrotingslijn

Overschrijving

Overgeschreven bedrag

1 0 0 5

Overige reiskosten

C9

1 1 00  000

1 0 3 0

Ouderdomspensioenen

C9

1 6 00  000

1 0 5 0

Talen- en informaticacursussen

C11

60  000

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

C3

1 10  000

2 0 0 1

Erfpacht

C12

5 4 0 00  000

2 1 0 0

Hard- en software voor informatie- en innovatietechnologieën

C1

1 00  000

2 1 0 0

Hard- en software voor informatie- en innovatietechnologieën

C8

9 40  000

2 1 0 0

Hard- en software voor informatie- en innovatietechnologieën

C7

1 7 60  000

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van informatie- en innovatietechnologieën

C1

2 00  000

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van informatie- en innovatietechnologieën

C8

5 60  000

2 1 4 0

Technisch materieel en technische installaties

C1

2 50  000

2 1 6 0

Voertuigen

C1

4 20  000

3 2 0 0

Verwerving van expertise

C1

30  000

3 2 4 1

Digitale en traditionele publicaties

C5

1 50  000

3 2 4 2

Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

C4

1 7 34  000

4 2 2 0

Assistentie aan de leden

C10

6 0 74  000

Totaal

6 9 0 88  000

Tabel 6

Analyse van de C-overschrijvingen volgens uitgavencategorie en bestemming

Uitgavencategorie waarvoor de overschrijving bestemd is

Bestemming

Overschrijving

Overgeschreven bedrag

(EUR)

%

Gebouwenbeleid

KAD-project

C12

5 4 0 00  000

78

Totaal gebouwenbeleid

 

 

78

Leden

Talen- en informaticacursussen

C11

60  000

0

Ouderdomspensioenen

C9

1 6 00  000

2

Reiskosten

C9

1 1 00  000

2

Vrijmaking uit de reserve voor de salarissen, de kosten van dienstreizen en de kosten van externe opleidingen voor de geaccrediteerde parlementaire medewerkers

C10

6 0 74  000

9

Totaal leden

 

8 8 34  000

13

Administratie

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

C3

1 10  000

0

Projecten Cateringdiensten en Ecologisch afvalbeheer

C1

2 50  000

0

Aankoop van elektrische voertuigen voor goederenvervoer en aankoop van gewone en elektrische fietsen

C1

4 20  000

1

Onderzoek naar middelen om de cateringdiensten bij het Europees Parlement duurzamer te maken

C1

30  000

0

Totaal administratie

 

8 10  000

1

Voorlichting

Europese Jongerendag 2014

C4

1 7 34  000

3

Totaal voorlichting

 

1 7 34  000

3

Informatie- en communicatietechnologie

Verbetering van de faciliteiten en diensten voor videoconferenties

C1

3 00  000

0

Verschaffing van de middelen voor de aankoop van tablets, die vanaf begin 2014 ter beschikking zouden kunnen worden gesteld, zoals besloten door de door het Bureau opgerichte stuurgroep voor ICT-innovatie

C8

1 5 00  000

2

Vrijmaking uit de reserve om „Streamline”, het belangrijkste personeelsbeheersysteem van het Parlement, te vervangen door „Sysper 2”, het systeem dat haast alle andere Europese instellingen gebruiken

C7

1 7 60  000

3

Start van een project om een Sharepoint-ruimte voor de samenwerking tussen de vertalers tot stand te brengen

C5

1 50  000

0

Totaal informatie- en communicatietechnologie

 

3 7 10  000

5

Totaal

6 9 0 88  000

100

H.1.   Overschrijvingen uit voorzieningen (zonder de collectieve overschrijving)

18.

In dit punt wordt ingegaan op het gebruik van de kredieten van hoofdstuk 10 1 „Reserve voor onvoorziene uitgaven” en hoofdstuk 10 8 „Reserve voor EMAS”. Deze hoofdstukken, die deel uitmaken van titel 10 „Overige uitgaven”, worden in het verslag verder „voorzieningen” genoemd. Titel 10 „Overige uitgaven” was de voornaamste bron van overschrijvingen buiten de collectieve overschrijving: 59 % van de overschrijvingen buiten de collectieve overschrijving was immers afkomstig uit deze rubriek (8 8 34  000 EUR op een totaal van 1 5 0 88  000 EUR).

19.

Van dit bedrag was 6 0 74  000 EUR bestemd voor de leden, 2 0 60  000 EUR voor ICT, en 7 00  000 EUR voor de administratie. Onderstaande tabel toont de bestemming van de overschrijvingen uit voorzieningen en hun oogmerk.

Tabel 7

Bestemming van de overschrijvingen uit voorzieningen

(EUR)

Bron (artikel)

Overschrijving

Ontvangende begrotingslijn

Doel

Overgeschreven bedrag

10 1

C7

2 1 0 0

Vrijmaking uit de reserve om „Streamline”, het belangrijkste personeelsbeheersysteem van het Parlement, te vervangen door „Sysper 2”, het systeem dat haast alle andere Europese instellingen gebruiken

1 7 60  000

10 8

C1

2 1 0 0

2 1 0 2

Verbetering van de faciliteiten en diensten voor videoconferenties

3 00  000

Totaal ICT

2 0 60  000

10 1

C10

4 2 2 0

Vrijmaking uit de reserve voor de salarissen, de kosten van dienstreizen en de kosten van externe opleidingen voor de geaccrediteerde parlementaire medewerkers

6 0 74  000

Totaal leden

6 0 74  000

10 8

C1

2 1 4 0

Projecten Cateringdiensten en Ecologisch afvalbeheer

2 50  000

10 8

C1

2 1 6 0

Aankoop van elektrische voertuigen voor goederenvervoer en aankoop van gewone en elektrische fietsen

4 20  000

10 8

C1

3 2 0 0

Onderzoek naar middelen om de cateringdiensten bij het Europees Parlement duurzamer te maken

30  000

Totaal administratie

7 00  000

Totaal

8 8 34  000

H.2.   Overschrijvingen uit andere bronnen (zonder de collectieve overschrijving)

20.

Dit deel behandelt de overschrijvingen buiten de collectieve overschrijving uit andere bronnen dan titel 10 „Overige uitgaven”. In totaal werd voor deze overschrijvingen 6 2 54  000 EUR uit andere titels overgeschreven. De uitgaven voor de leden vertegenwoordigden het leeuwendeel van deze overschrijvingen, namelijk 44 %, gevolgd door de uitgaven voor voorlichting (28 %), de uitgaven voor ICT (26 %) en de uitgaven voor de administratie (2 %). Tabel 8a bevat een overzicht van deze overschrijvingen.

Tabel 8a

Oorsprong van C-overschrijvingen uit andere bronnen dan voorzieningen (zonder de collectieve overschrijving)

(EUR)

Overschrijving

Bron (post)

Bestemming

Overgeschreven bedrag

C3

1 2 0 0

Overschrijving van post „Salaris en vergoedingen” naar post „Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang” om de behoeften op grond van artikel 50 van het Statuut te financieren.

1 10  000

C4

1 4 0 2

Overschrijving van post „Conferentietolken” naar post „Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen” ter dekking van de kosten voor de organisatie van het Europees jongerenevenement 2014 (EYE 2014).

1 7 34  000

C5

1 4 2 0

Overschrijving van post „Prestaties van derden” naar post „Digitale en traditionele publicaties” ter financiering van de start van een project om een Sharepoint-ruimte voor de samenwerking tussen de vertalers tot stand te brengen.

1 50  000

C8

2 3 5 0

Overschrijving van de post „Telecommunicatie” naar het artikel „Informatica en telecommunicatie” voor de aankoop van tablets.

1 5 00  000

C9

1 0 0 6

1 0 1 0

1 0 1 2

1 0 2 0

1 0 3 1

3 0 0 0

Gecombineerde overschrijving van de posten „Algemene kostenvergoeding”, „Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen”, „Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden”, „Overbruggingstoelagen”, „Invaliditeitspensioenen” en „Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen” naar post „Overige reiskosten” ter vergoeding van de reiskosten die zijn gemaakt in het land van verkiezing (1 1 00  000 EUR) en naar post „Ouderdomspensioenen” ter betaling van achterstallige bedragen en vertragingsrente in verband met de ouderdomspensioenen voor in Frankrijk verkozen voormalige leden krachtens bijlage III van de oude KVL-regeling naar aanleiding van de ontdekking van een verschil in de op die pensioenen toegepaste aanpassingspercentages (1 6 00  000 EUR).

2 7 00  000

C11

1 0 2 0

Overschrijving van post „Overbruggingstoelagen” naar post „Talen- en informaticacursussen” ter dekking van de verzoeken van de leden om vergoeding van de kosten.

60  000

Totaal

6 2 54  000

H.3.   Overschrijving C12 (zogenaamde collectieve overschrijving)

21.

Er is in totaal 5 4 0 00  000 EUR uit de voorzieningen en andere bronnen overgeschreven om bij te dragen aan de financiering van de uitbreiding en renovatie van het Konrad Adenauer-gebouw (KAD), het belangrijkste bouwproject in Luxemburg. Tabel 8b bevat een overzicht van deze overschrijving.

Tabel 8b

Details van overschrijving C12 (zogenaamde collectieve overschrijving)

Bron (hoofdstuk)

Omschrijving

Bedrag

(EUR)

% van de initiële kredieten

% van het totale overgeschreven bedrag

Toelichting

1 0

Leden van de instelling

2 2 11  500

1 %

4 %

Kleinere opname dan geraamd als gevolg van de niet-indexering van de algemene kostenvergoeding en de salarissen voor 2011 (ingevolge het arrest van het Hof van Justitie van 19 november 2013) en 2012 (in afwachting van een rechterlijke uitspraak).

1 2

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

7 8 00  000

1 %

14 %

idem

1 4

Ander personeel en prestaties van derden

7 4 76  000

6 %

14 %

De voornaamste besparingen zijn eveneens het gevolg van de niet-indexering van de salarissen voor 2011 en 2012, maar ook van de maatregelen van het Bureau om de tolkkosten terug te dringen en van een nieuwe stijging van de interne vertaalproductiviteit, met name dankzij hogere hergebruikpercentages.

1 6

Overige uitgaven in verband met aan de instelling verbonden personen

9 68  600

5 %

2 %

De voornaamste besparing komt van post 1 6 5 4 „Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten”. Het kinderdagverblijf en de particuliere crèches in Luxemburg vallen niet onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van het Parlement maar worden beheerd door de Commissie; deze heeft pas op het einde van het jaar gemeld dat de uitgaven in werkelijkheid lager zouden uitvallen dan oorspronkelijk geraamd.

2 0

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

1 2 9 83  900

6 %

24 %

De voornaamste besparingen komen voort uit:

post 2 0 0 7 „Inrichting van dienstruimten” vanwege vertragingen in bepaalde aanbestedingsprocedures,

post 2 0 2 2 „Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen” vanwege de niet-vervanging van bepaalde uitrusting, het uitstel van aanbestedingsprocedures en het gebruik van bestemmingsontvangsten,

post 2 0 2 6 „Veiligheid van en toezicht op de gebouwen” vanwege de internalisering van de beveiliging bij het Parlement, waartoe het Bureau in 2011 heeft besloten, de verdere tenuitvoerlegging van het in 2010 opgestarte rationaliseringsbeleid, en de ondertekening van een nieuwe kaderovereenkomst in april 2012, waardoor het uurtarief van de in Brussel verleende diensten aanzienlijk is gedaald.

2 1

Informatica, materieel en meubilair

3 51  800

0,3 %

1 %

Dit bedrag komt grotendeels van een kleiner dan geraamde opname van de post „Technisch materieel en technische installaties”.

2 3

Lopende huishoudelijke uitgaven

2 0 43  500

14 %

4 %

Dit bedrag komt voor meer dan de helft van de post „Compensatie van de CO2-emissies van het Europees Parlement” doordat de prijzen op de internationale markten aanzienlijk lager uitvielen dan verwacht.

3 0

Vergaderingen en conferenties

7 62  000

2 %

1 %

Het betreft een hoofdzakelijk technisch overschot.

3 2

Expertise en informatie: verwerving, archivering, productie en verspreiding

2 6 67  935

2 %

5 %

Het overschot vloeit voort uit het feit dat er minder studies zijn besteld dan verwacht, met name doordat een deel van het onderzoek intern is verricht.

4 0

Uitgaven in verband met bepaalde instellingen en organen

2 56  000

0,3 %

1 %

Het betreft een hoofdzakelijk technisch overschot.

4 2

Assistentie aan de leden

2 4 00  000

1 %

4 %

Het overschot vloeit voort uit het feit dat twee jaar op voorhand onmogelijk precies te voorspellen is in hoeverre de leden hun dotatie zullen aanwenden.

10

Overige uitgaven

1 4 0 78  765

61 %

26 %

Besteding van de voorzieningen.

Totaal

5 4 0 00  000

3 %

100 %

 

Ontvangende begrotingslijn

Omschrijving

Bedrag

(EUR)

% van de initiële kredieten

% van het totale overgeschreven bedrag

Bestemming

2 0 0 1

Erfpacht

5 4 0 00  000

335 %

100 %

Bouw van het nieuwe KAD-gebouw in Luxemburg.

Totaal

5 4 0 00  000

3 %

100 %

 

22.

Tabel 9 bevat een overzicht van de P-overschrijvingen.

Tabel 9

Bestemming van de P-overschrijvingen

(EUR)

Ontvangende begrotingslijn

 

Overschrijving

Beschrijving

Overgeschreven bedrag

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van informatie- en innovatietechnologieën

P5

Om de continuïteit van de dienstverlening in stand te houden, te anticiperen en lopende projecten te versnellen.

4 8 29  500

3 2 4 4

Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen

P9

Overschrijving ter garantie van de deelname van het Parlement aan de nieuwe tentoonstelling EU-PHORIA in Schirmeck, in samenwerking met de regio Alsace en het Mémorial de l'Alsace-Moselle.

2 0 00  000

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

P2

Financiële dekking van de werkzaamheden van de projectbeheerder in verband met de bouw van het KAD.

9 00  000

1 6 5 2

Lopende exploitatiekosten van restaurants en kantines

P6

Overschrijving ter dekking van de kosten voor de organisatie van het Europees jongerenevenement 2014 (EYE 2014).

5 15  000

3 0 4 0

Interne vergaderingen

3 2 4 2

Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

3 2 4 8

Audiovisuele voorlichting

P8

Overschrijvingen ter dekking van de uitgaven voor audiovisuele voorlichting, die hoger zijn uitgevallen vanwege twee niet-geplande evenementen

5 00  000

4 2 2 2

Wisselkoersverschillen

P1

Overschrijving ter dekking van de wisselkosten met betrekking tot de betaling van de kosten van parlementaire medewerkers vanwege de devaluatie van de euro.

5 00  000

1 4 2 2

Activiteiten in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied

P7

Overschrijving ter financiering van het nieuwe IT-instrument CAT (Computer-Assisted Translation).

2 20  000

4 2 2 0

Assistentie aan de leden

P10

Overschrijving ter betaling van de salarissen en dienstreizen van parlementaire medewerkers.

2 00  000

3 2 4 5

Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties

P4

Overschrijving ter betaling van in het verleden toegekende Sacharov-prijzen die niet konden worden uitbetaald vanwege de beperkte bewegingsvrijheid van de gelauwerden.

1 00  000

1 4 2 2

Activiteiten in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied

P3

Betaling aan de Europese Commissie van de evenredige bijdrage van het Parlement aan de financiering van de nieuwe CAT-tool (Computer-Assisted Translation).

34  000

Totaal overschrijvingen op lopende kredieten

9 7 98  500

II.   FINANCIEEL BEHEER PER HOOFDSTUK

23.

In dit deel wordt het gebruik van de kredieten per begrotingshoofdstuk toegelicht, alsook de relatieve omvang ervan binnen de begroting en de evolutie ten opzichte van het voorgaande begrotingsjaar. Vier hoofdstukken vertegenwoordigen 71 % van het totaal van de vastleggingen: hoofdstuk 1 0 „Leden van de instelling”, hoofdstuk 1 2 „Ambtenaren en tijdelijke functionarissen”, hoofdstuk 2 0 „Gebouwen en daarmee samenhangende kosten”, en hoofdstuk 4 2 „Assistentie aan de leden”.

24.

Tabel 10 geeft per hoofdstuk weer hoe de vastgelegde kredieten in 2013 zijn gebruikt ten opzichte van het begrotingsjaar 2012. Figuren 2 en 3 geven een overzicht van de relatieve omvang van de kredieten en van hun ontwikkeling (2012-2013).

Tabel 10

Ontwikkeling van de vastleggingen in 2013 en 2012

(EUR)

Hoofdstuk

Rubriek

2013

2012

Verschil

Verschil

2013/2012

1 0

Leden van de instelling

20 5 4 14  449

20 4 2 67  112

1 1 47  338

1 %

1 2

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

57 4 9 99  348

56 0 7 00  762

1 4 2 98  586

3 %

1 4

Ander personeel en prestaties van derden

10 6 1 82  103

10 2 4 83  098

3 6 99  005

4 %

1 6

Overige uitgaven in verband met aan de instelling verbonden personen

1 7 8 29  236

1 6 6 99  823

1 1 29  413

7 %

Titel 1 — Aan de instelling verbonden personen

90 4 4 25  137

88 4 1 50  794

2 0 2 74  343

2 %

2 0

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

25 0 3 36  611

24 8 8 64  928

1 4 71  683

1 %

2 1

Informatica, materieel en meubilair

13 1 8 05  904

14 2 8 04  433

- 1 0 9 98  530

- 8 %

2 3

Lopende huishoudelijke uitgaven

9 5 48  021

9 4 76  760

71  261

1 %

Titel 2 — Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

39 1 6 90  535

40 1 1 46  121

-  9 4 55  586

- 2 %

3 0

Vergaderingen en conferenties

3 2 8 16  473

3 2 6 24  325

1 92  148

1 %

3 2

Expertise en informatie: verwerving, archivering, productie en verspreiding

12 5 6 72  031

10 5 9 67  314

1 9 7 04  718

19 %

Titel 3 — Uitgaven voortvloeiende uit de algemene taken van de instelling

15 8 4 88  505

13 8 5 91  639

1 9 8 96  865

14 %

4 0

Uitgaven in verband met bepaalde instellingen en organen

9 2 6 83  288

8 7 9 17  639

4 7 65  650

5 %

4 2

Assistentie aan de leden

18 8 3 01  020

18 0 8 71  822

7 4 29  198

4 %

4 4

Vergaderingen en andere activiteiten van leden en voormalige leden

3 75  000

3 60  000

15  000

4 %

Titel 4 — Uitgaven voortvloeiende uit speciale taken van de instelling

28 1 3 59  309

26 9 1 49  461

1 2 2 09  848

5 %

Titel 10 — Overige uitgaven

0

0

0

Totaal

1  73 5 9 63  486

1  69 3 0 38  015

4 2 9 25  471

3 %

Figuur 2

Verdeling van de vastleggingen voor 2013 per hoofdstuk

Image

Figuur 3

Ontwikkeling van de vastleggingen tussen 2012 en 2013 per hoofdstuk

Image

A.   Hoofdstuk 1 0 „Leden van de instelling”

25.

De directe kosten voor de leden bedroegen 20 5 4 14  449 EUR in 2013, dit is 12 % van de totale vastleggingen voor het boekjaar. Ze zijn met 1,1 miljoen EUR toegenomen, dit is een stijging met 0,6 % ten opzichte van 2012. Dit hoofdstuk omvat vijf belangrijke uitgavenposten: posten 1 0 0 0 „Bezoldigingen” en 1 0 0 6 „Algemene kostenvergoeding” maken respectievelijk 34 % en 19 % van de vastleggingen uit, posten 1 0 0 4 „Normale reiskosten” en 1 0 0 5 „Overige reiskosten” zijn goed voor 35 % en 3 %, en post 1 0 3 0 „Ouderdomspensioenen” komt neer op 6 %.

26.

De vastleggingen voor post 1 0 0 0 „Bezoldigingen” en post 1 0 0 6 „Algemene kostenvergoeding” (ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de parlementaire werkzaamheden van de leden) bedragen 10 8 6 33  749 EUR en vertegenwoordigen 53 % van de totale vastleggingen van het hoofdstuk. Ze zijn met 0,5 % gestegen ten opzichte van de vastleggingen voor 2012 vanwege de toetreding van Kroatië en de komst van twaalf nieuwe Kroatische leden (9). De maandelijkse bezoldiging (brutosalaris) bedraagt 7  957 EUR per lid, en de algemene kostenvergoeding 4  299 EUR. Deze bedragen zijn niet veranderd ten opzichte van 2012.

27.

De vastleggingen voor post 1 0 0 4 „Normale reiskosten” en post 1 0 0 5 „Overige reiskosten” bedragen 7 8 4 97  779 EUR, dit is 38 % van de totale vastleggingen voor hoofdstuk 1 0. Ze zijn met 0,4 % gedaald ten opzichte van de vastleggingen voor 2012. Hierbij valt echter enig voorbehoud aan te tekenen omdat de vastleggingen niet weergeven hoe hoog de werkelijke jaarlijkse reis- en verblijfkosten van de leden uiteindelijk zijn opgelopen (10). De maatregelen van het Bureau om de reiskosten structureel te verlagen hebben echter bijgedragen tot de verlaging van het niveau van de vastleggingen, ondanks de komst van de Kroatische leden (11) en de inflatie van de vervoerskosten.

28.

In 2013 maakten de leden (12) in totaal 29  142 (13) reizen (14). De meeste reizen betroffen Brussel (18  280) en Straatsburg (8  407). Vergaderingen elders in de Europese Unie waren goed voor 1  514 reizen en vergaderingen buiten de EU waren goed voor 941 reizen.

29.

De vastleggingen voor post 1 0 3 0 „Ouderdomspensioenen” bedragen 1 1 9 41  558 EUR, zijnde 6 % van de totale vastleggingen van het hoofdstuk. Ze zijn met 18 % toegenomen ten opzichte van 2012 omdat er achterstallige bedragen en vertragingsrente moesten worden betaald in verband met de ouderdomspensioenen voor in Frankrijk verkozen voormalige leden.

B.   Hoofdstuk 1 2 „Ambtenaren en tijdelijke functionarissen”

30.

In 2013 bedroegen de uitgaven voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen 57 4 9 99  348 EUR, dit is de grootste uitgavencategorie met 33 % van de totale vastleggingen voor het begrotingsjaar 2013. Ze zijn met 14,3 miljoen EUR toegenomen, dit is een stijging met 3 % ten opzichte van het voorgaande begrotingsjaar. De dynamiek van het hoofdstuk vloeit hoofdzakelijk voort uit die van post 1 2 0 0 „Salaris en vergoedingen”, die 99 % van de kredieten vertegenwoordigt.

31.

De vastleggingen voor post 1 2 0 0 „Salaris en vergoedingen” bedragen 57 0 6 69  888 EUR en zijn met 3 % (1 5 2 94  817 EUR) gestegen ten opzichte van 2012. Deze ontwikkeling is toe te schrijven aan de invulling van vacatures en de loopbaanontwikkeling. Post 1 2 0 0 vertoonde in 2013 een overschot aan kredieten en vormde de grootste donorpost voor de collectieve overschrijving (15) (6 3 00  000 EUR). Dit overschot is hoofdzakelijk te verklaren doordat bij de opstelling van de begroting 2013 rekening werd gehouden met de jaarlijkse salarisaanpassingen voor 2011 en 2012, die uiteindelijk niet hebben plaatsgevonden in 2013. In zijn arrest van 19 november 2013 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bepaald dat de Raad van de Europese Unie het recht had het voorstel van de Commissie, dat gebaseerd was op de „aanpassingsmethode” en ertoe strekte de salarissen van de Europese ambtenaren in 2011 met 1,7 % te verhogen (16), af te wijzen.

32.

In 2013 heeft het secretariaat-generaal 463 ambtenaren en tijdelijke functionarissen aangenomen, hebben de fracties 75 tijdelijke functionarissen aangenomen en werden 337 geaccrediteerde parlementaire medewerkers in dienst genomen. Op 31 december 2013 had het Europees Parlement in totaal 6  105 ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst (5  308 bij het secretariaat-generaal en 797 bij de fracties), plus 1  763 geaccrediteerde parlementaire medewerkers.

33.

Wat het aantal mannen en vrouwen betreft, was op 31 december 2013 29 % van de afdelingshoofden, 34 % van de directeuren en 33 % van de directeuren-generaal een vrouw. De verdeling van het personeel volgens geslacht en functiegroep is weergegeven in onderstaande figuur.

Figuur 4

Indeling van het personeel van het secretariaat-generaal naar geslacht

Image

C.   Hoofdstuk 1 4 „Ander personeel en prestaties van derden”

34.

In 2013 bedroegen de uitgaven voor ander personeel en prestaties van derden 10 6 1 82  103 EUR, dit is 6 % van de vastleggingen. Dit hoofdstuk omvat drie belangrijke uitgavenposten: post 1 4 0 2 „Conferentietolken” vertegenwoordigt 47 % van de vastleggingen, post 1 4 0 0 „Andere personeelsleden” (17) 35 %, en post 1 4 2 0 „Prestaties van derden” (18) 11 %.

35.

De vastleggingen voor het hoofdstuk bedragen zo'n 3,7 miljoen EUR meer dan in 2012, dit is een stijging met 4 %. Deze ontwikkeling is grotendeels te wijten aan het feit dat hulpconferentietolken meer dagen hebben getolkt, en aan de aanwerving van arbeidscontractanten in het kader van de internalisering van de beveiliging, terwijl er dankzij verscheidene maatregelen is bespaard op het gebied van externe vertalingen.

36.

Voor post 1 4 0 2 „Conferentietolken” bedroegen de vastleggingen 4 9 5 99  377 EUR. Dit bedrag dekt de honoraria, sociale bijdragen en reis- en verblijfskostenvergoedingen van de hulpconferentietolken op wie het Parlement een beroep doet voor door het Parlement georganiseerde vergaderingen. De vastleggingen bedragen 3 5 99  377 EUR meer dan in 2012, dit is een stijging met 8 %. Deze ontwikkeling vloeit voornamelijk voort uit de toename van het aantal dagen dat hulpconferentietolken hebben getolkt (2013: 53  244 dagen, 2012: 49  615 dagen).

37.

In 2013 hebben de tolken van het Parlement en de hulpconferentietolken 1 03  550 tolkdagen gewerkt (2012: 1 02  471 dagen) voor het Parlement en ook voor andere instellingen (19) indien het Parlement moest instaan voor de vertolking. De tolken van het Parlement namen 50  306 dagen voor hun rekening (5 % minder dan in 2012), en de hulpconferentietolken 53  244 dagen (7 % meer dan in 2012).

38.

De vastleggingen voor post 1 4 2 0 „Prestaties van derden” bedroegen 1 1 9 04  661 EUR, dit is 2 6 82  972 EUR minder dan in 2012, of een daling met 18 %. Dit verschil vloeit voort uit verscheidene kostenbesparende maatregelen. Dankzij het besluit om het volledig verslag alleen nog als een meertalig document op te stellen en het niet meer stelselmatig te vertalen konden de vastleggingen voor prestaties van derden met 9 70  000 EUR worden teruggedrongen. Bovendien zijn de door externe vertalers te vertalen amendementen met 1 49  000 bladzijden geslonken doordat de gemiddelde omvang van een geamendeerd document is gedaald van 28 standaardbladzijden in 2012 tot 21,5 standaardbladzijden in 2013. Het percentage door externe vertalers vertaalde bladzijden is daardoor afgenomen van 30,1 % in 2012 tot 28,9 % in 2013.

39.

Voor post 1 4 0 0 „Andere personeelsleden” bedroegen de vastleggingen 3 7 2 96  239 EUR, dit is een stijging met 7 % ten opzichte van 2012. Deze post dekt de bezoldiging, toelagen en vergoedingen van de andere personeelsleden, met name arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen en bijzondere adviseurs, de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen, de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van deze personeelsleden, en de aanwerving van tijdelijke werkkrachten. Deze stijging is grotendeels toe te schrijven aan de aanwerving van arbeidscontractanten in het kader van de internalisering van de beveiliging. Op 31 december 2013 waren er 691 personen aangesteld op contractbasis. Figuur 5 toont de verdeling van de arbeidscontractanten volgens functiegroep (20) en geslacht.

Figuur 5

Arbeidscontractanten volgens functiegroep en geslacht in 2013

Image

D.   Hoofdstuk 1 6 „Overige uitgaven in verband met aan de instelling verbonden personen”

40.

De uitgaven voor hoofdstuk 1 6 bedragen 1 7 8 29  236 EUR, dit is 1 % van de totale vastleggingen voor 2013. Ze zijn met 1 1 29  413 EUR toegenomen, dit is een stijging met 7 % ten opzichte van 2012.

41.

In dit hoofdstuk had 33 % van de vastleggingen betrekking op post 1 6 5 4 „Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten”, 26 % op post 1 6 1 2 „Bijscholing”, en 24 % op post 1 6 5 2 „Lopende exploitatiekosten van restaurants en kantines”.

42.

Binnen post 1 6 5 4 gaan de meeste middelen naar het externe beheer van de crèche en de gezinszaal van de instelling in Brussel en de bijbehorende kosten. De in de hele post vastgelegde kredieten beliepen 5 8 43  000 EUR, nagenoeg evenveel als in 2012, en dekten de bijdrage van het Parlement aan alle uitgaven van het kinderdagverblijf en de externe crèches waarmee een overeenkomst is gesloten (21).

43.

De vastleggingen voor post 1 6 1 2 „Bijscholing” bedroegen 4 6 82  180 EUR, dit is een stijging met 12 % ten opzichte van 2012, en dekten de uitgaven voor cursussen ter vergroting van de competenties van het personeel en ter verbetering van de prestaties en de efficiëntie van de instelling. In 2013 hebben 4  766 personen een taalcursus gevolgd (in 2012: 5  089), 5  775 personen (22) een computeropleiding (in 2012: 1  538) en 900 personen een opleiding op financieel gebied (in 2012: 1  126). Voorts hebben 7  709 personen een algemene, interne opleiding gevolgd (in 2012: 6  963), en 343 een externe opleiding (in 2012: 320).

44.

Voor post 1 6 5 2 „Lopende exploitatiekosten van restaurants en kantines” bedroegen de vastleggingen 4 2 60  000 EUR, dit is een stijging met 8 % ten opzichte van 2012. Tijdens zijn vergadering van 10 juni 2013 heeft het Bureau zijn goedkeuring gehecht aan een nota van de secretaris-generaal getiteld „Cateringbeleid 2014-2019 van het Parlement — Richtsnoeren voor modernisering”, waarmee een leidraad wordt geboden voor de toekomstige ontwikkeling op dit vlak. Dankzij de eerste effecten van de structurele hervorming, gekoppeld aan een begin 2013 doorgevoerde herziening van de prijzen (die sinds 12 jaar niet meer waren gewijzigd) in de (zelfbedienings)restaurants, cafetaria's en bars van het Parlement, is de begrotingssituatie voor post 1 6 5 2 in het algemeen stabiel gebleven (zie paragraaf 130). De toename ten opzichte van 2012 wordt verklaard door de organisatie van de Europese jongerendag 2014 (EYE), waartoe het Bureau op 1 juli 2013 heeft besloten (zie paragraaf 106) en waarvoor een kredietoverschrijving ten bedrage van 3 00  000 EUR is verricht (overschrijving P6, zie tabel 9).

E.   Hoofdstuk 2 0 „Gebouwen en daarmee samenhangende kosten”

45.

De vastleggingen voor hoofdstuk 2 0 bedroegen 25 0 3 36  611 EUR, dit is 14 % van de vastleggingen voor 2013. De vastleggingen zijn gestegen met 1 4 71  683 EUR, dit is 1 % meer dan in 2012. In de loop van het jaar werden de kredieten van het hoofdstuk met 41 miljoen EUR verhoogd (19 % van de initiële kredieten), in het kader van de collectieve overschrijving (zie tabel 8b).

46.

De verdeling van de kredieten van hoofdstuk 2 0 volgens de aard van de bestedingen is weergegeven in onderstaande figuur.

Figuur 6

Verdeling per post van de vastleggingen in hoofdstuk 2 0

Image

47.

De vastleggingen voor post 2 0 2 2 „Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen” bedroegen 5 1 8 91  984 EUR (21 % van het hoofdstuk). Deze post omvat onder meer het onderhoud van de dienstruimten, liften, verwarming, airconditioning en branddeuren, en schilder- en herstelwerkzaamheden. De vastleggingen zijn met 7 % gestegen ten opzichte van 2012 (+  3 2 53  340 EUR). Deze evolutie is hoofdzakelijk het gevolg van de contracten die geleidelijk worden gesloten in het kader van het nieuwe onderhoudsbeleid (naar aanleiding van het verslag-Baloche d.d. 22 december 2008) dat ertoe strekt het onderhoud op te voeren gezien de verantwoordelijkheden van het Europees Parlement als eigenaar. De kredieten voor deze post zijn in de loop van het jaar echter met 3,9 miljoen EUR (7 % van de initiële kredieten) verlaagd vanwege de niet-vervanging van bepaalde uitrusting, het uitstel van aanbestedingsprocedures en het gebruik van bestemmingsontvangsten.

48.

De vastleggingen voor post 2 0 0 1 „Erfpacht” (28 % van het hoofdstuk) bedroegen 6 9 2 36  000 EUR, dit is meer dan tweemaal zoveel als in 2012. In de loop van het jaar werden de kredieten van deze post met 5 3 1 00  000 EUR verhoogd, dit is een stijging met 329 % ten opzichte van de initiële kredieten, hoofdzakelijk in het kader van de collectieve overschrijving (zie tabel 8a en tabel 8b). Alle middelen werden vastgelegd voor de uitbreiding van het KAD-gebouw in Luxemburg.

49.

De vastleggingen voor post 2 0 0 5 „Oprichting van gebouwen” bedroegen 8 0 65  316 EUR (3 % van het hoofdstuk) en dekten de kosten en werkzaamheden in verband met het KAD-project, met uitzondering van de in het kader van de erfpachtovereenkomst gefinancierde werkzaamheden (die gedekt zijn door de kredieten van post 2 0 0 1). De toename van de vastleggingen met 76 % ten opzichte van 2012 (+  3 4 81  701 EUR) houdt rekening met de aanscherping van de controlemiddelen (leidende en coördinerende persoon, kostencontroleur) waar het Bureau om had verzocht.

50.

Voor post 2 0 0 7 „Inrichting van dienstruimten” (15 % van het hoofdstuk) bedroegen de vastleggingen 3 6 3 26  338 EUR, dit is een stijging met 4 % ten opzichte van 2012. In 2013 werd een groot aantal werkzaamheden voor gebouwen en projecten in Brussel vastgelegd en verwezenlijkt. De belangrijkste betroffen het project „Huis van de Europese Geschiedenis”, waarvoor in 2013 een bedrag van 1 2 4 48  650 EUR is uitgetrokken, en de werkzaamheden in verband met de vergaderzaal in het PHS-gebouw in Brussel (renovatie van het dakgebinte), waarvoor in 2013 een bedrag van in totaal 2 0 79  600 EUR is uitgetrokken (in het contract is een aanvullend bedrag van 15 % voor wijzigingen en onvoorziene omstandigheden begrepen). Daarnaast waren er diverse werkzaamheden en projecten voor de in gebruik zijnde gebouwen. Deze begrotingspost is bestemd voor het beheer van eenmalige specifieke en individuele inrichtingsprojecten. Het heeft dan ook weinig zin de evolutie van deze kosten van jaar tot jaar te vergelijken.

51.

De totale vastleggingen voor post 2 0 2 6 „Veiligheid van en toezicht op de gebouwen” (12 % van het hoofdstuk) bedroegen 3 1 0 97  983 EUR, dit is 11 % minder dan in 2012. Ze dekten voornamelijk de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die het Parlement in de drie gewoonlijke vergaderplaatsen in gebruik heeft, alsook de voorlichtingsbureaus. De daling is in hoofdzaak toe te schrijven aan de besparingen in het kader van de internalisering.

F.   Hoofdstuk 2 1 „Informatica, materieel en meubilair”

52.

De vastleggingen voor dit hoofdstuk bedroegen 13 1 8 05  904 EUR, dit is 8 % van de vastleggingen in 2013. De vastleggingen waren ongeveer 1 0 9 98  530 EUR lager dan in 2012, dit is een daling met 8 %. In de loop van het jaar werden de kredieten van het hoofdstuk met 3 8 78  200 EUR verhoogd, dit is 3 % van de initiële kredieten. (De kredietannuleringen komen slechts neer op 1,2 % van de definitieve kredieten; dit is m.a.w. een technisch saldo.)

53.

Post 2 1 0 0 „Hard- en software voor informatie- en innovatietechnologieën” en post 2 0 1 2 „Externe dienstverlening ten behoeve van informatie- en innovatietechnologieën” slorpen samen 79 % van de vastleggingen van het hoofdstuk op.

54.

De verdeling van de uitgaven in hoofdstuk 2 1 is weergegeven in onderstaande figuur.

Figuur 7

Verdeling van de uitgaven in hoofdstuk 2 1

Image

55.

De vastleggingen voor post 2 1 0 0 „Hard- en software voor informatie- en innovatietechnologieën” vertegenwoordigen 23 % van hoofdstuk 2 1, namelijk een bedrag van 3 0 7 92  197 EUR, dit is een daling met 31 % ten opzichte van 2012. Deze post dekt de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hard- en software van de instelling en de daarmee verband houdende werkzaamheden. Bij deze hard- en software gaat het met name om de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, materiaal voor de afdelingen en de fracties, en het elektronische stemsysteem. Deze daling wordt hoofdzakelijk verklaard doordat het niveau van de vastleggingen in 2012 voor deze post uitzonderlijk hoog was: er werden twee C-overschrijvingen goedgekeurd, waardoor de kredieten van deze post eind 2012 met meer dan 11 miljoen EUR konden worden verhoogd ter financiering van de wifi-ontvangst in de gebouwen van het Parlement en de vernieuwing van een groot deel van de netwerkinfrastructuur.

56.

De vastleggingen voor post 2 1 0 2 „Externe dienstverlening ten behoeve van informatie- en innovatietechnologieën” vertegenwoordigen 55 % van hoofdstuk 2 1, namelijk een bedrag van 7 2 9 84  023 EUR, dit is een stijging met 4 % ten opzichte van 2012. Deze toename is toe te schrijven aan verscheidene extra projecten waarvoor externe dienstverlening nodig is. Daarnaast is ook vertraging opgelopen met de internalisering van bepaalde taken omdat het moeilijk bleek gekwalificeerd personeel aan te trekken om de nieuwe vaste ambten te vervullen. In de loop van het jaar werden de kredieten daarom met 5 5 86  300 EUR (8 % van de initiële kredieten) verhoogd. Deze kredieten dekten hoofdzakelijk de kosten van dienstverlening door informatica-advies- en servicebureaus in verband met de exploitatie van het informatiecentrum en het netwerk, de ontwikkeling en het onderhoud van toepassingen, de ondersteuning van de gebruikers, met inbegrip van de leden en de fracties, het uitvoeren van studies en het opstellen en invoeren van technische documentatie.

G.   Hoofdstuk 2 3 „Lopende huishoudelijke uitgaven”

57.

Dit hoofdstuk vertegenwoordigde 1 % van de vastleggingen in 2013, namelijk 9 5 48  021 EUR. De vastleggingen zijn met 1 % gestegen ten opzichte van 2012.

58.

De verdeling van de vastleggingen van dit hoofdstuk ziet er als volgt uit: 49 % voor artikel 2 3 5 „Telecommunicatie”, 24 % voor artikel 2 3 0 „Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten” en 10 % voor artikel 2 3 2 „Juridische kosten en schadevergoedingen”. De resterende 17 % is verdeeld over artikel 2 3 1 „Financiële kosten”, artikel 2 3 6 „Porto en verzendkosten”, artikel 2 3 7 „Verhuizingen”, artikel 2 3 8 „Overige huishoudelijke uitgaven” en artikel 2 3 9 „Compensatie van de CO2-emissies van het Europees Parlement”.

59.

Met uitzondering van post 2 3 8 0 „Overige huishoudelijke uitgaven” en post 2 3 0 0 „Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten” waren alle posten van het hoofdstuk donorposten voor de overschrijvingen C8 en C12 (zie tabel 8a en tabel 8b). Door deze overschrijvingen zijn de initiële kredieten van het hoofdstuk met 24 % gedaald, wat aantoont dat er ernstige inspanningen worden geleverd om de lopende huishoudelijke uitgaven te beheersen.

60.

De kredieten voor artikel 2 3 9 „Compensatie van de CO2-emissies van het Europees Parlement”, die initieel 1 0 64  000 EUR bedroegen, werden in het kader van de collectieve overschrijving met 98 % verlaagd wegens een aanzienlijke daling van de prijs voor een ton CO2.

H.   Hoofdstuk 3 0 „Vergaderingen en conferenties”

61.

Dit hoofdstuk vertegenwoordigde 2 % van de vastleggingen in 2013, namelijk 3 2 8 16  473 EUR, en is met 1 % gestegen ten opzichte van 2012. De verdeling van de vastleggingen van dit hoofdstuk ziet er als volgt uit: 78 % voor artikel 3 0 0 „Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen”, 19 % voor artikel 3 0 4 „Diverse uitgaven voor vergaderingen”, en 3 % voor artikel 302 „Onthaal en representatie”.

62.

In 2013 zijn er 32  736 dienstreizen uitgevoerd (2012: 33  616 dienstreizen) die in totaal 97  161 dagen duurden (2012: 99  377 dagen). De drie vergaderplaatsen van het Parlement waren de belangrijkste bestemmingen (Brussel: 4  094 dienstreizen, Straatsburg: 19  427 dienstreizen, en Luxemburg: 1  886 dienstreizen).

I.   Hoofdstuk 3 2 „Expertise en informatie: verwerving, archivering, productie en verspreiding”

63.

De vastleggingen voor dit hoofdstuk vertegenwoordigden 7 % van de uitgaven in 2013, namelijk 12 5 6 72  031 EUR, dit is een stijging met 19 % ten opzichte van 2012. Ongeveer 25 % van de vastleggingen van het hoofdstuk heeft betrekking op post 3 2 4 4 „Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen”, 20 % op post 3 2 4 2 „Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen”, en 16 % op post 3 2 4 8 „Audiovisuele voorlichting”.

64.

De verdeling van de vastleggingen is weergegeven in onderstaande figuur.

Figuur 8

Verdeling van de vastleggingen in hoofdstuk 3 2

Image

65.

De vastleggingen voor post 3 2 4 4 „Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen” bedroegen 3 1 6 67  743 EUR, dit is een stijging met 13 % ten opzichte van 2012. Deze dekten de subsidies voor bezoekersgroepen en de daarmee samenhangende uitgaven voor begeleiding en infrastructuur, de werkingskosten van het Euroscola-programma en de financiering van stages voor opiniemakers uit derde landen. De stijging is onder meer toe te schrijven aan de bijdrage van het Parlement aan de financiering van de nieuwe tentoonstelling EU-PHORIA in het museum van Schirmeck, in samenwerking met de regio Alsace en het Mémorial de l'Alsace-Moselle, de organisatie van de Europese jongerendag 2014 (EYE) en de toename van het aantal bezoekersgroepen en deelnemers aan het Euroscola-programma.

66.

De vastleggingen voor post 3 2 4 2 „Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen” bedroegen 2 5 4 53  635 EUR. Deze dienden voornamelijk ter dekking van de uitgaven voor voorlichtingspublicaties, met inbegrip van elektronische publicaties, voorlichtingsactiviteiten, public relations, deelname aan openbare evenementen, beurzen en tentoonstellingen in de lidstaten en de kandidaat-lidstaten, en voor de actualisering van de Observatiepost wetgeving (OEIL). De vastleggingen zijn 15 % hoger dan in 2012. Deze evolutie vloeit voort uit de voorlichtingsactiviteiten ter voorbereiding van de verkiezingen van 2014.

67.

De vastleggingen voor post 3 2 4 8 „Audiovisuele voorlichting” bedroegen 2 0 5 33  306 EUR en dienden voornamelijk ter dekking van:

de huishoudelijke uitgaven van de audiovisuele sector (eigen producties en externe bijstand), zoals technische werkzaamheden voor radio- en televisiestations, realisatie, productie, coproductie en verspreiding van audiovisuele programma's, huur van straalverbindingen en uitzending van televisie- en radioprogramma's, alsmede andere activiteiten ter ontwikkeling van de contacten van de instelling met de audiovisuele sector;

de uitgaven voor het direct via internet uitzenden van plenaire vergaderingen en vergaderingen van de commissies van het Parlement;

het opzetten van een passend archief om de burgers permanent toegang tot deze informatie te garanderen.

Deze vastleggingen zijn 54 % hoger dan in 2012. Deze evolutie vloeit voort uit de voorlichtingsactiviteiten in de audiovisuele sector in verband met de verkiezingen van 2014.

68.

Wat de productie van audiovisuele informatie betreft, werden 1  375 evenementen, waaronder 1  134 commissievergaderingen, op internet uitgezonden. Voor „Europe by Satellite” zijn de cijfers als volgt: 829 nieuwsonderwerpen over het EP, 27  563 keer uitgezonden door 187 tv-stations, 79 voorlichtingsfilmpjes over wetgevingsonderwerpen, 75,5 dagen plenaire vergadering, 527 live-uitzendingen, 321 actualiteitsonderwerpen geproduceerd voor Eurovisie (bestemd voor verspreiding onder zijn leden) en 26 evenementen uitgezonden door Eurovisie vanuit het EP in Brussel en Straatsburg.

69.

Ook moet worden opgemerkt dat de vastleggingen voor post 3 2 4 3 „Parlamentarium — Bezoekerscentrum van het Europees Parlement” (3 8 44  123 EUR) met 11 % zijn gestegen ten opzichte van het voorgaande begrotingsjaar. Het Parlamentarium behoort tot de meest bezochte toeristische attracties in Brussel en kreeg in 2013 3 37  000 bezoekers over de vloer (in 2012: 2 50  000 bezoekers).

J.   Hoofdstuk 4 0 „Uitgaven in verband met bepaalde instellingen en organen”

70.

Dit hoofdstuk vertegenwoordigde 5 % van de vastleggingen in 2013, namelijk een totaalbedrag van 9 2 6 83  288 EUR, dit is een stijging met 5 % ten opzichte van 2012.

71.

Artikel 4 0 0 „Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten van de fracties en de niet-ingeschreven leden” vertegenwoordigde 63 % van hoofdstuk 4 0 (2012: 65 %). De vastleggingen voor dit artikel bedroegen 5 8 6 97  494 EUR. Zij dienden, voor de fracties en de niet-ingeschreven leden, ter dekking van:

de secretariaatskosten en de administratieve en huishoudelijke uitgaven; en

de uitgaven voor politieke en voorlichtingsactiviteiten in het kader van de politieke activiteiten van de Europese Unie.

Deze vastleggingen zijn met 3 % toegenomen ten opzichte van 2012 doordat de toetreding van Kroatië extra behoeften met zich bracht.

72.

Artikel 4 0 2 „Financiering van de Europese politieke partijen” vertegenwoordigde 23 % (2012: 21 %) van de vastleggingen van hoofdstuk 4 0, namelijk 2 1 5 85  794 EUR, en is met 14 % gestegen ten opzichte van 2012. Deze stijging wordt verklaard doordat 2013 een jaar is dat aan verkiezingen voorafgaat.

73.

Artikel 4 0 3 „Financiering van Europese politieke stichtingen” bedroeg 1 2 4 00  000 EUR en vertegenwoordigde 13 % (2012: 14 %) van de vastleggingen van hoofdstuk 4 0.

Figuur 9

Verdeling van de vastleggingen in hoofdstuk 4 0

Image

K.   Hoofdstuk 4 2 „Assistentie aan de leden”

74.

In 2013 vertegenwoordigde dit hoofdstuk 11 % van de vastleggingen, namelijk 18 8 3 01  020 EUR, dit is een stijging met 4 % ten opzichte van 2012.

75.

De toegekende kredieten zijn in de loop van het begrotingsjaar met 3,7 miljoen EUR (2 % van de initiële kredieten) verhoogd, ter dekking van de stijgende uitgaven voor geaccrediteerde parlementaire medewerkers (+ 3,5 miljoen EUR) en de groter dan verwachte wisselkoersverschillen (+ 0,2 miljoen EUR).

76.

De verdeling van de vastleggingen van het hoofdstuk is weergegeven in onderstaande figuur.

Figuur 10

Verdeling van de vastleggingen in hoofdstuk 4 2

Image

77.

De vastleggingen voor de „plaatselijke medewerkers” bedragen 8 3 8 40  699 EUR, dit is een stijging met 4 % ten opzichte van 2012.

78.

De vastleggingen voor de „geaccrediteerde medewerkers” bedragen 10 3 7 97  680 EUR, dit is een stijging met 5 % ten opzichte van 2012. Deze dekken de salarissen, vergoedingen en dienstreizen van deze medewerkers, alsook de kosten voor externe bijscholingscursussen. De betaalde bezoldigingen bedragen maandelijks gemiddeld 7,9 miljoen EUR (gemiddeld 7,5 miljoen EUR in 2012).

79.

Op 31 december 2013 werkten 1  785 geaccrediteerde parlementaire medewerkers voor het Parlement en hadden 4  860 plaatselijke medewerkers een arbeidsovereenkomst met leden (van wie 162 in groepsverband). Gemiddeld beschikte elk lid over 2,33 geaccrediteerde medewerkers en 6,34 plaatselijke medewerkers (23). Het aantal plaatselijke medewerkers dat elk lid heeft aangesteld varieert enorm, gaande van 0 tot 43 in 2013. Terwijl 16 leden geen plaatselijke medewerkers in dienst hadden, beschikten 84 leden in 2013 over meer dan 10 medewerkers in hun lidstaat. 45 leden hadden in 2013 uitsluitend plaatselijke medewerkers.

80.

De betalingen voor buiten de eurozone woonachtige plaatselijke parlementaire medewerkers gebeurden in 2013 tegen een vaste wisselkoers voor het gehele jaar tussen de euro en de andere valuta (koers van december 2012).

L.   Hoofdstuk 4 4 „Vergaderingen en andere activiteiten van leden en voormalige leden”

81.

In 2013 vertegenwoordigde dit hoofdstuk 0,02 % van de vastleggingen, namelijk 3 75  000 EUR, dit is een stijging met 4 % ten opzichte van 2012.

M.   Titel 10 „Overige uitgaven”

82.

De hoofdstukken van deze titel omvatten voorzieningen die alleen kunnen worden vastgelegd na een overschrijving naar een operationele lijn. Deze overschrijvingen (2 2 9 12  765 EUR) werden behandeld in het eerste deel van dit verslag. De initiële kredieten van deze titel bedroegen 2 2 9 12  765 EUR (2012: 2 9 5 42  652 EUR), dit is 1,3 % van de totale begroting 2013.

III.   DOELSTELLINGEN EN RESULTATEN 2013

83.

Het begrotingsjaar 2013 werd gekenmerkt door de voortzetting van de sinds 2011 doorgevoerde structurele verbeteringen om de instelling alle middelen te verschaffen die ze nodig heeft om haar rol in het wetgevingsproces volledig te kunnen vervullen en voluit gebruik te maken van de toegenomen bevoegdheden die ze door het Verdrag van Lissabon heeft gekregen.

84.

De instelling heeft ook de meerjarenprogramma's ter rationalisering en modernisering van haar belangrijkste administratieve diensten, met name op het gebied van de beveiliging, voortgezet en belangrijke ontwikkelingen in het voorlichtings- en communicatiebeleid gerealiseerd met het oog op de verkiezingen van 2014.

85.

De institutionele aanpassingen in verband met de toetreding van Kroatië zijn zonder noemenswaardige moeilijkheden afgerond.

86.

De hieronder genoemde doelstellingen en resultaten van 2013 vloeien voort uit de prioriteiten en besluiten van het Bureau in 2013, uit de richtsnoeren van het Parlement zoals geformuleerd in zijn begrotingsresoluties en uit de doelstellingen en resultaten van het administratieve werkprogramma voor de periode 2012-2014.

A.   Voortzetting van de institutionele aanpassingen uit hoofde van het Verdrag van Lissabon

A.1.   Ondersteuning van onderzoek

87.

Uit een vergelijkende studie met vier nationale parlementen en het Congres van de Verenigde Staten is gebleken dat er in de ondersteunende structuur van het Europees Parlement aanzienlijke ruimte voor verbetering is, met name inzake onafhankelijk wetenschappelijk advies. Op basis van de aanbevelingen van de gezamenlijke werkgroep van het Bureau en de Begrotingscommissie inzake de begroting van het Parlement heeft het Bureau op zijn vergadering van 20 mei 2013 besloten een nieuw directoraat-generaal Parlementaire Onderzoeksdiensten (DG EPRS) op te richten om onafhankelijk wetenschappelijk advies te verlenen aan zowel de politieke organen van het Parlement als individuele leden.

88.

Dit directoraat-generaal, dat op 1 november 2013 daadwerkelijk werd opgericht, omvat het vroegere directoraat Bibliotheek en Documentenbeheer (met uitzondering van de afdeling Officiële Post, die onder DG PRES blijft ressorteren) en het directoraat Effectbeoordeling en Europese Meerwaarde, dat voorheen onder DG IPOL ressorteerde, plus een nieuw, thematisch opgezet directoraat Onderzoeksdiensten voor de leden.

89.

De nieuwe parlementaire onderzoeksdienst zal de individuele leden ondersteuning bieden en een aanvulling vormen op de thematische afdelingen (24), die ten dienste blijven staan van de ambtsdragers en met een bijzondere functie belaste personen, zoals de rapporteurs. Beide diensten verschillen van aard, daar de thematische afdelingen uitdrukkelijk zijn opgezet om onmiddellijk antwoord te geven aan de parlementaire commissies en delegaties. Zij zullen echter zo nauw mogelijk samenwerken en informatie uitwisselen als behoorden zij werkelijk tot één dienst. Zij zullen het bestaande begrotingsonderdeel voor expertise delen.

90.

Tijdens zijn zitting van 15 april 2013 had het Bureau toestemming verleend voor onderhandelingen met het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's in het kader van de begrotingsprocedure 2014 met het oog op efficiëntiewinsten op het gebied van vertaling, waarbij het deel van die winsten bij het Parlement zou worden aangewend om de parlementaire onderzoeksdienst te versterken. Na afloop van deze onderhandelingen heeft het Bureau tijdens zijn vergadering van 9 december 2013 de voorzitter gemachtigd een samenwerkingsovereenkomst met beide comités te sluiten; deze overeenkomst biedt de personeelsleden die betrokken zijn bij de herstructurering van de vertaaldienst van de comités en over het vereiste profiel beschikken, onder meer de mogelijkheid over te stappen naar het Parlement om te werken voor het nieuwe directoraat-generaal Parlementaire Onderzoeksdiensten (maximaal 80 personeelsleden).

A.2.   Kennisbeheer

91.

De commissies werken voortdurend nauw en veelzijdig samen met de beleidsondersteunende afdelingen. De briefings, beleidsnota's, studies en workshops van de beleidsondersteunende afdelingen bieden regelmatig stof voor de beraadslagingen in de commissies en zorgen voor een waardevol raakvlak tussen vakkennis en beleidsvorming. Om de producten van de beleidsondersteunende afdelingen zichtbaarder en toegankelijker te maken is in 2013 een gezamenlijke nieuwsbrief van deze afdelingen in het leven geroepen. Deze biedt een maandelijks overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen die in het Europees Parlement zullen worden georganiseerd, een samenvatting van belangrijke in voorbereiding zijnde studies en een rechtstreekse link naar een selectie recent gepubliceerde studies. De beleidsondersteunende afdelingen hebben werk gemaakt van een grondige actualisering van de infopagina's van het Parlement in de aanloop naar het verkiezingsjaar.

A.3.   Medebeslissing en instemming op het gebied van het extern beleid

92.

Volgens het Verdrag van Lissabon moet het Europees Parlement voortaan instemmen met alle handelsovereenkomsten, terwijl de uitvoeringsmaatregelen van het gemeenschappelijk handelsbeleid (GHB) onder de gewone wetgevingsprocedure vallen. In 2013 behandelde de Commissie internationale handel (INTA) belangrijke wetgevingsverslagen over het instrument voor internationale overheidsopdrachten, de handhavingsverordening en overeenkomsten in tweede lezing inzake Omnibus I en Omnibus II (ter afstemming van de handelswetgeving van de Unie op het Verdrag van Lissabon), alsook het instrument voor openbare aanbesteding en de modernisering van de handelsbeschermingsinstrumenten van de EU. Monitoringgroepen van de commissie INTA hielden verder toezicht op de handelsbesprekingen. Er werden resoluties aangenomen in verband met alle door de Commissie voorgestelde onderhandelingsmandaten.

93.

De commissies oefenden verder toezicht uit op de onderhandelingen over internationale overeenkomsten. Voor de Commissie buitenlandse zaken (AFET) betrof het met name het kader voor de associatieovereenkomsten met derde landen. De commissie AFET plaatste ook vraagtekens bij de werkwijze van de Raad om pas de goedkeuring van het Parlement te vragen wanneer het ratificatieproces in de EU-lidstaten vrijwel is afgerond. De commissie AFET nam resoluties aan over alle kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten, wat nu de gangbare praktijk is.

94.

De ontwikkelingen in Oekraïne werden nauwer in de gaten gehouden teneinde het standpunt van het Parlement ten aanzien van de ondertekening van de associatieovereenkomst te bepalen. De commissie AFET organiseerde informatiebijeenkomsten met belanghebbenden uit de EU en Oekraïne en stelde een resolutie op over het Europese nabuurschapsbeleid, waarin de associatieovereenkomst met Oekraïne (alsook Moldavië en Georgië) aan bod komt.

95.

Het Bureau besloot op 26 februari 2013 om DG EXPO een programma voor Euronest Scola (25) te laten organiseren en leiden, in navolging van de beginselen voor het reeds bestaande Euromed Scola (26), en op 15 april 2013 om het programma voor jonge politieke leiders uit Europa, Palestina en Israël uit te breiden tot de buurlanden. In november-december 2013 werden voor de eerste keer met veel succes een Euronest Scola-programma en twee nieuwe fora voor jonge politieke leiders (Maghreb-EU en Oostelijk Partnerschap-EU) georganiseerd, waarmee het Parlement concreet te kennen geeft dat het in de eerste plaats ermee begaan is het maatschappelijk middenveld in de buurlanden te versterken en invloed te geven.

A.4.   Verbetering van de diensten met betrekking tot de plenaire vergadering

96.

De inspanningen om het imago van de instelling te verbeteren en de plenaire vergadering aantrekkelijker te maken zijn voortgezet door een betrouwbare databank met statistieken over de activiteiten van de plenaire vergadering te ontwikkelen, de wijzigingen van het Reglement uit te voeren en de interne procedures aan te passen, bijvoorbeeld wat betreft de schriftelijke verklaringen, de verslagen en de stemprocedures. Voorts is de modernisering van de IT-applicaties betreffende de plenaire vergadering nog altijd aan de gang.

97.

Wat de opstelling van wetgevingsbesluiten betreft, is de procedure van afronding van de teksten vóór ze worden goedgekeurd, veralgemeend, waardoor de wetgeving sneller ondertekend en bekendgemaakt kan worden, en er is een grote programmeringscapaciteit ontwikkeld. Zo konden de meeste MFK-dossiers vóór het einde van het jaar van kracht worden. Bovendien werd vooruitgang geboekt met de redactionele dienst „op verzoek”, bijvoorbeeld via de verwezenlijking van de e-Parlement-tools (27), zoals de Drafting Support Tool (28).

98.

Op te merken valt dat het aantal door het Parlement goedgekeurde (en door het directoraat Wetgevingshandelingen opgestelde) wetgevingsteksten ten opzichte van 2012 is verdubbeld. De opname van het Kroatisch (publicatie van wetgevings- en parlementaire teksten sinds de datum van toetreding) was een succes.

B.   Communicatiestrategie en voorbereiding van de voorlichtingscampagne voor de verkiezingen van 2014

B.1.   Op centraal niveau georganiseerde activiteiten

99.

Het creatieve concept van de institutionele informatie- en communicatiecampagne voor de verkiezingen van 2014 werd op 20 mei 2013 goedgekeurd door het Bureau en op 7 juni 2013 werd een specifiek contract voor de uitvoering en verwezenlijking van de campagne ondertekend. In de campagne ligt de klemtoon op de politieke aard van het Europees Parlement en de nieuwe bevoegdheden die het via het Verdrag van Lissabon heeft gekregen, wat vertaald is in de slogan „Deze keer is het anders”. Het concept berust op een aanpak in vier fasen, onder het motto „Actie. Reactie. Impact”. Dit motto moet het Europees Parlement een bekend imago geven en zal ervoor zorgen dat de campagne nog lang na 2014 weerklank blijft vinden.

100.

De institutionele informatie- en communicatiecampagne ging op 10 september 2013 in Straatsburg van start, in de context van de toespraak over de staat van de Unie, een symbolisch gekozen moment om de nieuwe rol van het Europees Parlement na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in de verf te zetten. Deze gebeurtenis kreeg uitgebreid aandacht van de media: circa 160 journalisten woonden de persconferentie naar aanleiding van de aftrap bij. Gezien deze berichtgeving en de intense interactie op de sociale media mag de start een heus succes voor de bewustmaking worden genoemd. In december 2013 ging de officiële website van de campagne online.

101.

De laatste maanden van 2013 stonden in het teken van de uitvoering van de tweede fase van de campagne (de „thematische fase”) en de voorbereiding van de volgende fasen („Ga stemmen” en „Na de verkiezingen”).

B.2.   Decentrale activiteiten

102.

In de thematische fase van de campagne worden niet alleen de traditionele communicatiekanalen benut maar ook een aantal innovatieve voorlichtingsactiviteiten opgezet, zoals de organisatie van „ReACT”-ontmoetingen in vijf grote steden.

103.

Op de eerste daarvan, in Parijs, Warschau en Frankfurt, kwamen kernthema's zoals werkgelegenheid, economie, de EU-begroting en de structuurfondsen aan bod en viel veel belangstelling van maatschappelijke organisaties en belanghebbenden op te tekenen. Twee andere ontmoetingen, de ene over levenskwaliteit en de andere over de EU in de wereld, zullen in 2014 in Rome en Madrid plaatsvinden.

104.

De voorlichtingsbureaus speelden een belangrijke rol bij de uitvoering van de campagne en de bekendmaking van de centraal ontwikkelde instrumenten in alle lidstaten. Zij betrokken de belanghebbenden en de media als actoren die de boodschap van de campagne verder moeten uitdragen, en bespeelden ook de sociale media op lokaal niveau.

B.3.   EYE

105.

Naast de institutionele informatie- en communicatiecampagne zal een Europese jongerendag (EYE) worden georganiseerd. Het Bureau hechtte op 1 juli 2013 zijn goedkeuring aan het concept voor dit gebeuren, dat tot doel heeft jongeren bewust te maken van de Europese identiteit.

106.

Deze dag, onder het algemene motto „Ideeën voor een beter Europa”, zal in mei 2014 plaatsvinden in Straatsburg en tot 5  000 jongeren uit heel Europa samenbrengen. Inschrijven kan sinds oktober 2013.

B.4.   Vorderingen met betrekking tot het Huis van de Europese geschiedenis

107.

Het concept en de krachtlijnen van de vaste tentoonstelling werden door het Bureau goedgekeurd tijdens zijn vergadering van 22 oktober 2012. In 2013 werd dit concept met een ontwerpbureau verder uitgewerkt en het is nu afgerond.

108.

Tegelijk met het ontwerp van de vaste tentoonstelling is het team achter het Huis van de Europese geschiedenis ermee begonnen het toekomstige aanbod voor de bezoekers te ontwikkelen, met inbegrip van tijdelijke en reizende tentoonstellingen, evenementen, conferenties, een uitgebreid online-aanbod en leerprogramma's voor verschillende leeftijdsgroepen. Het Huis van de Europese geschiedenis maakt integraal deel uit van het aanbod van het Europees Parlement aan bezoekers en van de bezoekersstrategie die momenteel wordt uitgestippeld.

109.

De werkzaamheden in het Eastman-gebouw, waar het Huis van de Europese geschiedenis onderdak zal vinden, zijn in 2013 flink opgeschoten en zullen naar verwachting eind 2014 klaar zijn. Het gebouw zal worden klaargestoomd om de tentoonstellingen te huisvesten: de opening van het Huis van de Europese geschiedenis en de vaste tentoonstelling is voor eind 2015 gepland en de eerste tijdelijke tentoonstelling staat op stapel in 2016.

B.5.   Verbetering van de diensten voor de bezoekers

110.

In 2013 werd vooruitgang geboekt om de dienstverlening aan de bezoekers te verbeteren dankzij de ondertekening van twee samenwerkingsovereenkomsten met de autonome haven van Straatsburg en de regio Alsace/Mémorial Alsace-Moselle naar aanleiding van het besluit van het Bureau van 18 november 2013: de capaciteit om bezoekers te ontvangen in de gebouwen van het Parlement in Straatsburg zal worden vergroot omdat er in het verkiezingsjaar meer bezoekers worden verwacht, en burgers die het Parlement in Straatsburg bezoeken zullen in het kader van het EU-PHORIA-project in Schirmeck een breder historisch overzicht krijgen.

111.

Tegelijkertijd werden in overeenstemming met het voormelde besluit voorbereidingen getroffen om in Straatsburg en Berlijn een kleine panoramabioscoop in te richten, en in Straatsburg soortgelijke rollenspellen te spelen als die welke in Brussel worden georganiseerd.

C.   Institutionele aanpassingen ten gevolge van de toetreding van Kroatië

112.

De begrote posten (124 in het totaal) zijn ingevuld door de aanstelling van tijdelijke functionarissen met ingang van 1 juli 2013 en vervolgens de vervanging van de tijdelijke functionarissen door ambtenaren op proef naarmate de lijsten van geslaagden van specifieke vergelijkende onderzoeken voor Kroatische burgers werden bekendgemaakt.

113.

De twaalf Kroatische waarnemers woonden sinds 1 april 2012 de parlementaire werkzaamheden (plenaire zittingen, commissie- en fractievergaderingen) bij en zijn op 1 juli 2013 volwaardig lid geworden.

D.   Voortzetting van de meerjarenprogramma's met het oog op de rationalisering en modernisering van de belangrijkste administratieve diensten van het Parlement

D.1.   Gebouwenbeleid

114.

In het kader van de tenuitvoerlegging van het gebouwenbeleid voor de middellange termijn dat het Bureau op 24 maart 2010 heeft goedgekeurd, zijn meerdere projecten goedgekeurd of uitgevoerd zoals hieronder is beschreven.

Brussel

115.

Wat het Trebel-project betreft, is de bouwvergunning op 30 april 2013 verleend, waarbij de aanvankelijk geplande oppervlakten met ongeveer 8 % zijn verminderd. Als gevolg van deze wijziging van het project zal er tegen 2017 naar verwachting 2  562 m2 kantoorruimte extra te kort zijn.

116.

Bij het zoeken naar een tijdelijke oplossing tot de ingebruikname van het Trebel-gebouw, gepland in de loop van 2017, is het gebouw op Square de Meeûs nr. 8 het meest geschikt gebleken (zie de besluiten van het Bureau van 30 november 2011, 14 januari 2013 en 11 maart 2013 en het besluit van de Begrotingscommissie van 28 februari 2013). De twaalf jaar lopende vruchtgebruikovereenkomst voor dit gebouw is op 28 maart 2013 gesloten en de ingebruikname van het gebouw is gepland vanaf 31 maart 2014. In 2013 is begonnen met de planning van de getrapte verhuizing in 2014 van de diensten die momenteel in andere gebouwen gehuisvest zijn (minimum 1  000 personen), en met de werkzaamheden in de huidige en toekomstige kantoren van de leden en hun medewerkers.

Luxemburg

117.

Wat het Konrad Adenauer-project betreft, zijn de prestaties van het bureau dat aanvankelijk het project beheerde, volledig tegen het licht gehouden in het kader van het partnerschap dat op 16 januari 2012 met de Luxemburgse staat is aangegaan, met als gevolg dat het optreden van dit bedrijf is stopgezet. Op 2 januari 2013 is een aanbesteding voor een versterkt projectbeheer met follow-up van de werkzaamheden uitgeschreven, wat heeft geleid tot de aanstelling van vijf entiteiten die samen voor de uitvoering instaan, onder leiding van een leidende en coördinerende persoon. De prestaties in verband met het nieuwe pojectbeheer zijn medio 2013 begonnen. Bovendien heeft de zoektocht naar besparingen in het project en een nieuwe aanbesteding voor de ruwbouw Oost offertes opgeleverd die de uitgetrokken financiële middelen niet te buiten gaan. De bouwwerkzaamheden zijn in september 2013 van start gegaan. Op 20 december 2013 kon een extra kavel (Gevels) worden gegund, waarvoor op 6 januari 2014 het desbetreffende contract is gesloten.

118.

Voorts kreeg de financiële constructie die voor de financiering van het project is opgezet, haar eerste praktische toepassingen. De daartoe opgerichte vastgoedmaatschappij heeft de eerste facturen aan de bouwondernemingen betaald. Op 25 november 2013 is met de bank BGL een trustakte gesloten. Deze overeenkomst strekt tot garantie van de bedragen die op de rekeningen van de vastgoedmaatschappij worden gestort, en moet ervoor zorgen dat de kredieten die de begrotingsautoriteit voor het Konrad Adenauer-project heeft uitgetrokken, in alle veiligheid kunnen worden overgemaakt. Zo konden in december 2013 de eerste overschrijvingen op de trustrekening in kwestie worden gedaan. Overeenkomstig de contractuele verplichtingen vond op 31 december 2013 een eerste trekking op de lening plaats.

119.

In afwachting van de ingebruikneming van het nieuwe Konrad Adenauer-gebouw blijkt het noodzakelijk de huur van het Goldbell-gebouw tot 31 december 2017 te verlengen en het Geos-gebouw in de plaats van het President-gebouw te huren. Wat het Goldbell-gebouw betreft, kon na onderhandelingen met de eigenaar een aanzienlijke besparing ten opzichte van de huidige huurvoorwaarden in de wacht worden gesleept, en het aanhangsel bij de huurovereenkomst is in december 2013 ondertekend, nadat het Bureau tijdens zijn vergadering van 21 oktober 2013 zijn goedkeuring had verleend (29). Voorts heeft een kosten-batenanalyse uitgewezen dat het voor de periode van 1 april 2014 tot en met 31 december 2017 een grotere besparing zou opleveren in 2014 van het President-gebouw naar het Geos-gebouw te verhuizen dan wel het President-gebouw te blijven huren tegen de door de eigenaar aangeboden nieuwe voorwaarden. Bijgevolg is op 13 augustus 2013 een huurovereenkomst voor het Geos-gebouw gesloten, nadat het Bureau tijdens zijn vergadering van 2 juli 2013 toestemming had verleend (30).

Voorlichtingsbureaus

120.

De voorkoopovereenkomst voor het nieuwe gebouw in Sofia, voor een bedrag van 9 miljoen EUR, is op 7 juli 2011 ondertekend. Wegens gebreken en non-conformiteit van de inrichtingswerken kon het gebouw in 2012 niet worden opgeleverd. Nadat de eigenaar alle constructiefouten verholpen had, is de procedure voor de oplevering van het gebouw op 4 juni 2013 uitgemond in de ondertekening van de aankoopakte ten overstaan van een notaris in Sofia. Het gebouw werd op 11 juni 2013 betrokken en sinds juli 2013 is het Huis van Europa volledig operationeel.

121.

Er wordt nog altijd gestreefd naar een samenwerkingsovereenkomst tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie inzake het gezamenlijk beheer van de Huizen van Europa om enerzijds een meerjarig programmeringskader voor het zoeken naar huur- of kooppanden uit te stippelen, en anderzijds de administratieve en financiële procedures voor het dagelijks beheer ervan te vereenvoudigen.

Nieuw beleid voor het onderhoud en de renovatie van de gebouwen

122.

In 2013 is een externe doorlichting gestart om ter gelegenheid van de nieuwe zittingsperiode een eerste evaluatie van het aangescherpte onderhoudsbeleid te kunnen voorleggen. Op 26 februari 2013 heeft het Bureau zijn goedkeuring gehecht aan een programma voor interne en externe doorlichtingen die in elke zittingsperiode regelmatig moeten worden herhaald en waarvoor passende middelen zullen worden uitgetrokken.

123.

Nadat in september 2012 — bij controles in het kader van het voortdurende beleid van controle en preventief onderhoud van de infrastructuur van het Parlement — in drie draagbalken van de dakstructuur van de grote vergaderzaal barsten waren ontdekt, werd besloten zone A van het Paul-Henri Spaak-gebouw tijdelijk te sluiten. Na een grondige analyse van de voor- en nadelen van de oplossingen om de dakstructuur weer veilig te maken, opteerden de deskundigen voor een oplossing die inhield dat de vergaderzaal pas op zijn vroegst begin 2014 opnieuw betrokken kon worden, rekening houdend met de nodige tijd voor studies, controles, aanbestedingen, de uitvoering van de werkzaamheden en de herstelling van de zaal. Het contract betreffende de werkzaamheden om de vergaderzaal weer veilig te maken (herstellen van de dakstructuur en opknappen van de zaal) werd op 26 juni 2013 gesloten, waarna de werkzaamheden om het gebinte te versterken konden beginnen.

124.

Wat de beschadigde brandwerende laag op het dakgebinte (veloutering) van het Louise Weiss-gebouw betreft, zal het College dat door het Tribunal de Grande Instance van Straatsburg is aangesteld, zijn deskundigenonderzoek voortzetten tot het einde van het eerste kwartaal van 2014. Op grond van de conclusies die het College heeft getrokken uit studies die het in het kader van het deskundigenonderzoek heeft uitgevoerd, heeft het Europees Parlement echter de uitvoering van de eerste werkzaamheden kunnen plannen om de dakstructuur van de grote vergaderzaal weer met de brandveiligheidswetgeving in overeenstemming te brengen. Daarvoor zijn twee aanbestedingsprocedures ingezet. De eerste, met betrekking tot de voormelde werkzaamheden, is na afronding van het deskundigenverslag opgeschort en de beslissing zal waarschijnlijk vóór mei 2014 worden genomen. De tweede is afgerond en betreft de opstelling van een technische brandveiligheidsstudie die meer inzicht moet verschaffen over de vraag hoe de rest van het bouwwerk weer in overeenstemming kan worden gebracht. De uit deze tweede procedure voortvloeiende acties zouden in het eerste kwartaal van 2014 afgerond moeten zijn.

D.2.   Milieubeleid

125.

Het Parlement is het voorbeeld gaan stellen inzake de strijd tegen de klimaatverandering, dit door een omvattende strategie in te voeren om de CO2-uitstoot te verminderen en te compenseren, met een ambitieuze doelstelling om zijn uitstoot vóór 2020 met 30 % terug te dringen. In 2013 is de uitstoot met 26,4 % verminderd en is 28 % van de CO2-voetafdruk gecompenseerd (gebouwen, dienstreizen, dienstvoertuigen).

126.

Voor het eerst sinds de eerste EMAS-registratie in 2007 (die gold voor 9 gebouwen) heeft het Europees Parlement het aantal gebouwen met een EMAS-registratie verhoogd. In 2013 zijn drie nieuwe gebouwen (WIB, JAN en PFL) toegevoegd. Hiervoor moesten een milieu-analyse en audits van die gebouwen worden uitgevoerd. Bovendien werd van dit contract gebruikgemaakt om een aanzienlijk aantal controles te bestellen om de interpretatie van de milieuwetgeving te vergemakkelijken en ervoor te zorgen dat de diensten van het Parlement volledig in overeenstemming zijn (eis van de EMAS-verordening). Nadat in mei en juni 2013 externe audits werden uitgevoerd, kon het Parlement een aanvraag indienen om zijn EMAS-registratie met nog eens drie jaar te verlengen.

127.

Op 7 november 2013 werd met de firma ECOACT een contract gesloten om 28.747 ton CO2 te compenseren in het kader van een energie-efficiëntieproject in het stadsverwarmingssysteem van Pernik in Bulgarije. De aangekochte compensatiecredits stroken met de EU-regeling voor de emissiehandel (EU ETS).

128.

Voorts zijn in 2013 op de drie vergaderplaatsen drie evenementen georganiseerd: de „Groene Week”, de mobiliteitsweek en de week van de afvalvermindering.

D.3.   Cateringbeleid

129.

In 2013 is een periode van structurele hervormingen van de cateringactiviteiten van het Parlement begonnen om ze tegen 2019 volledig te moderniseren. In dat verband heeft het Bureau tijdens zijn vergadering van 10 juni 2013 zijn goedkeuring gehecht aan een nota van de secretaris-generaal, getiteld „Cateringbeleid 2014-2019 van het Parlement — Richtsnoeren voor modernisering”, waarmee voor het eerst sinds 1979 een leidraad wordt geboden voor de toekomstige ontwikkeling op dit vlak.

130.

Het besluit van het Bureau betreft niet alleen de infrastructuur, operationele kwesties en voedingsaspecten maar ook economische doelstellingen. Dankzij de eerste effecten van de structurele hervorming, gekoppeld aan een begin 2013 doorgevoerde herziening van de prijzen (die sinds 12 jaar niet meer waren gewijzigd) in de (zelfbedienings)restaurants, cafetaria's en bars van het Parlement, is de situatie voor begrotingsonderdeel 1652 „Lopende exploitatiekosten van restaurants en kantines” verbeterd.

131.

Middels een betere kostenbeheersing, een hogere productiviteit, het tegen elkaar uitspelen van de verschillende leveranciers en een realistische tarifering wordt ernaar gestreefd tegen het einde van de zittingsperiode 2014-2019 een situatie in evenwicht te bereiken.

D.4.   Verdere modernisering van de informatietechnologie/Veiligheid

132.

Met de uitvoering van programma's zoals e-Parlement (elektronische amendementen en handtekening, portaalsite voor de leden, enz.), Paperless (eCommittee (31), eMeeting (32), enz.) en Kennisbeheer komt een volledig verbonden en mobiel EP steeds dichterbij. Een en ander wordt aangevuld met de (aan de gang zijnde) invoering van tablets als standaardwerkinstrument. Dit proces gaat gepaard met een vernieuwing van de software (migratie naar de hogere versies Windows 7 en Outlook 2010) en een aanzienlijke versterking van het videoconferentienetwerk en het wifi-bereik.

133.

Naar aanleiding van persberichten over een inbraak in het open wifi-netwerk van het Europees Parlement heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de omvang en de aard van deze aanval. Tijdens zijn vergadering van 9 december 2013 heeft het Bureau eenparig zijn goedkeuring gehecht aan de door de secretaris-generaal voorgestelde onmiddellijke en middellangetermijnmaatregelen voor het aanscherpen van de veiligheidsnormen van het Parlement wat betreft het gebruik van mobiele apparatuur.

D.5.   Betrekkingen met de nationale parlementen

134.

De betrekkingen met de nationale parlementen zijn verder versterkt via de Europese parlementaire week van 28 tot en met 30 januari 2013, tijdens welke leden van het Europees Parlement en nationale parlementsleden elkaar ontmoetten om van gedachten te wisselen over het Europees semester voor economische beleidscoördinatie.

135.

De eerste interparlementaire conferentie over het economisch en financieel bestuur van de Europese Unie, zoals bepaald in artikel 13 van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur, vond plaats op 16 en 17 oktober 2013 in Vilnius.

136.

Op technisch vlak valt de ontwikkeling te noteren van „Connect”, de databank van het EP voor documenten van de nationale parlementen, om hun adviezen en bijdragen beter te verspreiden, overeenkomstig hetgeen in het Verdrag is bepaald inzake subsidiariteit en evenredigheid. Het proefproject voor videoconferenties, dat een belangrijke troef vormt voor de interparlementaire samenwerking, werd met succes afgerond. De voor de leden en derden beschikbare informatie werd aanzienlijk verbeterd dankzij de ontwikkeling van de databanken ECPOD (Europees Centrum voor parlementair onderzoek en documentatie) en IPEX (communautair netwerk voor de interparlementaire uitwisseling van informatie).

D.6.   Grondige herstructurering van de veiligheidsdiensten

137.

Sinds het besluit van het Bureau van juni 2012 betreffende de internalisering van de algemene veiligheidsdiensten zijn een aantal voorbereidende maatregelen getroffen om de internalisering op te starten, te beginnen met de selectie van 1  212 uit in totaal 2  443 kandidaten, onder wie geleidelijk aan arbeidscontractanten voor de drie vergaderplaatsen van het Parlement kunnen worden geworven, onder strikte inachtneming van het actieplan dat door het Bureau is goedgekeurd.

138.

Sinds september 2013 bestaat de Dispatching uitsluitend uit personeelsleden van het Parlement en sinds oktober worden de veiligheidsfuncties voor de crèche, het Parlamentarium en de toegangen tot het ASP-gebouw eveneens intern uitgeoefend.

139.

De internalisering is een ingewikkeld en veelzijdig proces dat niet alleen de grootschalige aanwerving van medewerkers van het Parlement inhoudt, maar ook en vooral hun opleiding, aanpassing en integratie alsmede de organisatie van de activiteiten, taken die voorheen nooit intern werden verricht. Tijdens de overgangsfase en tot het proces volledig is uitgevoerd, zullen de momenteel voor de veiligheid instaande externe bedrijven en het personeel van het Parlement met elkaar moeten samenwerken, wat alles er niet eenvoudiger op maakt.

140.

Zoals is aangegeven in het door het Bureau goedgekeurde actieplan zal het internaliseringsproces in Brussel en Straatsburg geleidelijk aan worden doorgevoerd tijdens de periode 2013-2016. Wat Luxemburg betreft, is het internaliseringsproces afhankelijk van het gebouwenbeleid en met name de lopende werkzaamheden in het KAD-gebouw. Bijgevolg zullen de evaluatie en de uitvoering ervan samenhangen met de vordering van de werkzaamheden.

E.   Andere moderniseringsmaatregelen

E.1.   Verbetering van de diensten voor de leden

141.

Tijdens zijn vergadering van 9 december 2013 nam het Bureau akte van en ging het akkoord met de inrichting van een „one-stop-shop” voor parlementaire diensten ten behoeve van de leden. Dit is het gevolg van de conclusies van een raadpleging van de leden en het personeel van het Parlement over mogelijkheden om de organisatorische capaciteiten van het Parlement te verbeteren en te moderniseren. Deze dienst zal onder het directoraat Logistiek ressorteren en het tot deze afdeling behorende personeel zal worden aangeworven via interne herindeling. Hij zal begin 2014 geleidelijk aan beginnen te werken en na de verkiezingen volledig operationeel zijn.

142.

De portaalsite voor de leden in verband met hun sociale en financiële rechten is bedoeld om de leden één intranetsite aan te bieden waar zij informatie kunnen vinden over de stand en de evolutie van hun financiële en sociale rechten die voortvloeien uit het statuut van de leden en de uitvoeringsmaatregelen daarvan. Zo wordt het voor alle leden een stuk eenvoudiger hun financiële en sociale rechten te beheren. Een eerste versie van de portaalsite voor actieve leden, die binnen de gebouwen van het Parlement voor een klein aantal formulieren en gegevens kon worden gebruikt, werd in 2013 ter beschikking gesteld. Verdere stappen (zoals extra functies voor de leden, waaronder elektronische handtekeningen, toegankelijkheid van buiten het Parlement, een portaalsite voor voormalige leden en hun rechthebbenden, betalingsgemachtigden, voltooiing van de archieven) zijn gepland, waarbij ernaar wordt gestreefd het hele systeem te voltooien tegen december 2015.

E.2.   Financieel en begrotingsbeheer

143.

In 2013 heeft het Parlement, in het kader van de begrotingsprocedure 2014 (33), op basis van de voorstellen van het Bureau en na raadpleging van de gezamenlijke werkgroep van het Bureau en de Begrotingscommissie ermee ingestemd dat vier van zijn activiteitengebieden versterkt moeten worden:

a)

Versterking van onafhankelijk wetenschappelijk advies — Uit de vergelijkende studie met vier nationale parlementen en het Congres van de Verenigde Staten is gebleken dat er in de ondersteunende structuur van het Europees Parlement aanzienlijke ruimte voor verbetering is, met name inzake onafhankelijk wetenschappelijk advies. Op basis van de aanbevelingen van de gezamenlijke werkgroep heeft het Bureau op zijn vergadering van 20 mei 2013 besloten een nieuw directoraat-generaal Parlementaire Onderzoeksdiensten (DG EPRS) op te richten om onafhankelijk wetenschappelijk advies te verlenen aan zowel de politieke organen van het Parlement als individuele leden (zie de paragrafen 87 tot en met 89).

b)

Versterking van de controlecapaciteit — Op basis van de voormelde vergelijkende studies en rekening houdend met het feit dat controle een van de vier kerntaken van het Parlement in de wetgevingscyclus is, is de gezamenlijke werkgroep tot de conclusie gekomen dat het noodzakelijk was de controlecapaciteit van het Parlement over de uitvoerende macht te versterken. Het gebrek aan capaciteit bleek duidelijk wat betreft het toezicht op gedelegeerde handelingen, uitgavenprogramma's en de omzetting van wetgeving. Zodra het politieke besluitvormingsproces na de verkiezingen van 2014 achter de rug is, moeten passende ondersteuningsstructuren voor de leden in het leven worden geroepen en hun middelen ter beschikking worden gesteld.

c)

Verbetering van de logistieke ondersteuning aan de leden — Wat de logistieke ondersteuning van de leden betreft, stelde de gezamenlijke werkgroep de noodzaak vast de leden meer kantoorruimte ter beschikking te stellen zodat hun medewerkers en stagiairs over goede arbeidsomstandigheden beschikken, volledig in overeenstemming met de Belgische wetgeving inzake arbeidsvoorwaarden. Daartoe nam het Bureau in 2013 verscheidene besluiten in verband met het gebouwenbeleid (zie deel D.1).

d)

Verbetering van de lokale ondersteuning aan de leden — Met name uitgaande van het voorbeeld van het Amerikaanse Congres en de Bundestag heeft de werkgroep zich ook gebogen over de noodzaak van een grotere aanwezigheid van de leden in hun kiesdistrict en over de noodzakelijke lokale ondersteuning voor de activiteiten in hun kiesdistricten. De aanbevelingen van de werkgroep zijn voorgelegd aan het Bureau, dat heeft verzocht om de kwestie grondiger te laten onderzoeken door de fracties en de Conferentie van voorzitters, en dan met name de kwestie van een efficiënter georganiseerde parlementaire agenda zodat de leden meer in hun kiesdistrict aanwezig kunnen zijn.

144.

Voorts stelde de gezamenlijke werkgroep zeven gebieden vast waarop het Parlement efficiënter kan worden om de ontwikkeling van de voormelde vier activiteitengebieden op een financieel verantwoorde wijze mogelijk te maken:

i)

Ontwikkeling van een regeling voor de vertaling van commissieamendementen op verzoek van de leden — De gezamenlijke werkgroep beveelt aan om amendementen in het commissiestadium te vertalen in het talenprofiel van elke commissie (dat wil zeggen in de talen van de leden en plaatsvervangers van de commissie) en op specifiek verzoek in de taal van een lid dat geen lid of plaatsvervanger van de commissie is maar een vertaling wenst. Hierdoor zouden jaarlijks 54  075 intern vertaalde bladzijden en 18  025 uitbestede bladzijden bespaard kunnen worden (wat in het laatste geval neerkomt op een jaarlijkse besparing van 5 40  000 EUR).

ii)

Mogelijkheden nagaan voor interinstitutionele samenwerking met het Comité van de Regio's en het Economisch en Sociaal Comité — Nadat in het najaar tusen de drie instellingen onderhandelingen werden gevoerd, heeft het Bureau in december 2013 ingestemd met het samenwerkingsproject (34), dat hoofdzakelijk het volgende inhoudt:

het Europees Parlement biedt de ambtenaren (maximaal 80) die bij de herstructurering van de vertaaldienst van de comités betrokken zijn, de mogelijkheid om voor de nieuwe parlementaire onderzoeksdienst van het Parlement te gaan werken. Deze overstap zal op vrijwillige basis geschieden, in reactie op een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, waarin de vereisten inzake universitaire studie en beroepservaring zullen worden vermeld;

er wordt een politieke samenwerking ingevoerd, met als doel de democratische rol en de controletaak van de drie instellingen te versterken bij de vervulling van de mandaten die hun respectievelijk door het Verdrag van Lissabon zijn verleend;

er wordt een administratieve samenwerking ingesteld die besparingen moet opleveren via meer personele ondersteuning voor politieke kerntaken, synergieën inzake beveiliging van en toegang tot de gebouwen, de aanstelling van het Parlement als standaardleverancier voor de vertolkingsdiensten, betere samenwerking wat het gebruik van vergaderzalen betreft, samenwerking op informaticagebied en ten slotte wederzijdse toegang tot de kantines.

iii)

Nagaan of het mogelijk is in kalme perioden vertolkingscapaciteit aan andere instellingen aan te bieden — In de met de twee raadgevende comités te sluiten overeenkomst is bepaald dat het Parlement standaard de vertolking voor beide comités kan gaan verzorgen. Verdere samenwerkingsovereenkomsten met andere instellingen zijn in voorbereiding.

iv)

De mogelijkheid onderzoeken om de betalingen volledig uit te besteden aan het bureau Salarisadministratie — De werkgroep heeft voorgesteld om Streamline, het belangrijkste systeem voor personeelsbeheer van het Parlement, te vervangen door Sysper2, het systeem dat door haast alle Europese instellingen wordt gebruikt. Deze vervanging zal een extra maatregel voor interinstitutionele samenwerking vormen en de personeelsadministratie in staat stellen zich op haar kerntaken te concentreren en middelen te besparen door synergieën en schaalvoordelen te verwezenlijken.

v)

Voorbereiding van een efficiëntere structuur van het werkritme van het Parlement — De gezamenlijke werkgroep heeft voorstellen voor een efficiëntere structuur van het werkritme van het Parlement uitgewerkt. De voorstellen die onder de bevoegdheid van de Conferentie van voorzitters vallen, zijn aan dit orgaan en aan de fracties voorgelegd.

vi)

Voorbereiding van een papierloos Parlement, waar mogelijk, via uitwisseling van goede praktijken en de volledige uitvoering van het project voor e-vergaderingen — De werkgroep heeft zich ook gebogen over de evolutie naar een papierloos Parlement. Zo kon het Bureau besluiten om de „papierloze” goede praktijken van de commissie Milieubeheer en de commissie Internationale Betrekkingen te veralgemenen teneinde het aantal op papier uitgedeelde versies van werkdocumenten te verminderen en de notulen alleen nog elektronisch te verspreiden. Dit moet naar verwachting een besparing van 21,5 miljoen vellen papier en 6 48  000 EUR per jaar opleveren. Dankzij deze maatregel zal de CO2-voetafdruk met 73 ton per jaar afnemen.

vii)

Ontwikkeling van een regeling voor vertolking op verzoek voor andere vergaderingen dan de plenaire — Het nieuw gekozen Parlement zal moeten nagaan welke vertolking het werkelijk nodig heeft, en zou nieuwe voorstellen kunnen doen voor een efficiënter gebruik van zijn interne en freelance vertolkingscapaciteit.

E.3.   Personeelsbeheer

145.

De voorbereidingen in verband met de uitvoering van de nieuwe statutaire bepalingen zijn heel 2013 lang voortgezet. Daar haast alle nieuwe bepalingen vanaf 1 januari 2014 gelden, werden de bestaande regels, bepaalde procedures en de computersystemen binnen een heel kort tijdsbestek herzien. Deze werkzaamheden (met name de aanpassing van het regelgevingskader en de informaticawerkzaamheden) zullen deels in 2014 worden voortgezet op gebieden die in 2013 niet-prioritair werden bevonden.

146.

Voorts zijn er, ter voorbereiding op de nieuwe zittingsperiode, maatregelen getroffen om het aflopen van de contracten van circa 1  700 geaccrediteerde parlementaire medewerkers (APA's) in goede banen te leiden, deze medewerkers bij hun administratieve formaliteiten te begeleiden, verscheidene honderden nieuwe APA's te integreren en de fracties bij te staan bij de stappen die zij moeten ondernemen als de uitslag van de Europese verkiezingen van 2014 aanzienlijke wijzigingen in de samenstelling van de secretariaten van bepaalde fracties teweeg zou brengen. Zo is er een platform voor het uploaden van APA-documenten opgezet, alsook een loket voor „Vertrekkers” en eentje voor „Nieuwkomers”, die gedurende een lange periode open blijven om de parlementaire medewerkers en de fractiemedewerkers beter bij hun formaliteiten te begeleiden.

E.4.   Documentenbeheer en beheer van de archieven

147.

Tijdens zijn vergadering van 2 juli 2012 heeft het Bureau zijn goedkeuring gehecht aan het nieuwe model voor het beheer van documenten en archieven. Dit model is gebaseerd op de identificatie van de diverse fasen in de levensduur van documenten en op een passend beheer van de gehele cyclus. Ook zorgt het ervoor dat het Parlement zich gemakkelijker kan afstemmen op de regels inzake toegang van het publiek tot documenten.

148.

Er is uitgewerkt hoe de regels inzake documentenbeheer moeten worden toegepast. Het Bureau heeft tijdens zijn vergadering van 15 april 2013 zijn goedkeuring gehecht aan het besluit over de behandeling van vertrouwelijke informatie door het EP, en op 10 juni 2013 het jaarverslag over de behandeling van gerubriceerde documenten goedgekeurd. De Raad heeft ingestemd met de technische aspecten betreffende de uit te voeren werkzaamheden voor de inrichting van een beveiligde leeszaal, die nu operationeel is.

F.   Algemene ontwikkeling van de structuur van het secretariaat-generaal (inclusief fracties)

149.

In 2013 werden in totaal 59 nieuwe posten gecreëerd om te voorzien in de volgende grote behoeften:

Internalisering van de ICT-activiteiten (informatie- en communicatietechnologie)

30 posten

Uitvoering van de vastgoedprojecten, met name de bouw van het KAD-gebouw en andere lopende projecten

15 posten

Versterking van DG COMM (directoraat Resources en voorlichtingsbureau in Cyprus)

5 posten

Versterking van de commissie REGI

5 posten

Versterking van DG PRES

3 posten

Tijdelijke post voor het secretariaat van de niet-fractiegebonden leden

1 post

150.

De belangrijkste wijzigingen in de organisatie en het beheer van het Parlement zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Tabel 11

Overzicht van de herstructurering van het secretariaat-generaal in 2013

Directoraat-generaal

Herstructurering en modernisering

DG PRES

Presidium

Er werden vier posten van afdelingshoofd ingevuld, namelijk voor de afdelingen „Ledenadministratie” en „Gerubriceerde informatie” (DIR F) en, op 1 december 2013, voor de afdelingen „Structuur- en Cohesiebeleid” en „Economisch en Wetenschapsbeleid” (het vroegere DIR C/DG EPRS). Alle leidinggevende en middenkaderfuncties zijn nu ingevuld, met uitzondering van de nog vacante post van afdelingshoofd bij de afdeling „Strategie en Coördinatie” (DIR C/DG EPRS).

Op 20 mei 2013 heeft het Bureau besloten de structuur van het secretariaat-generaal te reorganiseren. Daarbij is onder meer de functie van adjunct-secretaris-generaal losgekoppeld van de functie van directeur-generaal van DG PRES, en een DG EPRS en een DG Veiligheid opgericht. DG EPRS en DG SAFE zijn respectievelijk in het leven geroepen op 1 november 2013 en 1 december 2013. De loskoppeling van de functie van adjunct-secretaris-generaal en directeur-generaal van DG PRES zal pas in de loop van de eerste helft van 2014 operationeel worden.

DG IPOL

Intern Beleid

Na 18 maanden werk is het mandaat van de Bijzondere Commissie georganiseerde misdaad, corruptie en witwassen (CRIM) op 23 oktober 2013 met een stemming in de plenaire vergadering beëindigd en het secretariaat is ontbonden.

In 2013 werd ook het directoraat Effectbeoordeling en Europese Meerwaarde (directoraat G) losgekoppeld van DG IPOL en met de Bibliotheek samengevoegd tot het nieuwe DG EPRS.

Directoraat G Effectbeoordeling en Europese Meerwaarde (dat nu deel uitmaakt van het nieuwe DG EPRS) is volledig operationeel geworden en er is een extra afdeling Effectbeoordeling achteraf opgericht om de expertise van het Parlement verder te consolideren.

DG EPRS

Parlementaire Onderzoeksdiensten

DG EPRS is op 1 november 2013 opgericht (zie hierboven DG PRES en DG IPOL).

DG COMM

Communicatie

In DIR B is een nieuwe afdeling „Ondersteuning van de voorlichtingsbureaus van het EP” opgericht om de directeur bij te staan bij het personeelsbeheer van de voorlichtingsbureaus.

Naar aanleiding van een besluit van de werkgroep van het Bureau werd in elk voorlichtingsbureau de functie van „community manager” ingevoerd om de aanwezigheid van het EP op sociale media in elke lidstaat te vergroten.

DG INLO

Infrastructuur en Logistiek

Op 1 januari 2013 is de afdeling Bodes in twee aparte afdelingen gesplitst (Etagebodes en Zaalbodes).

Het project „one-stop-shop” is in de loop van 2013 actief voorbereid. Deze dienst zal begin 2014 worden opgericht om na de verkiezingen volledig operationeel te zijn. De posten van deze nieuwe afdeling zijn ter beschikking gesteld door middel van een interne herindeling binnen het directoraat.

DG TRAD

Vertaling

In december 2013 werd besloten alle kwaliteitsgerelateerde taken per 1 januari 2014 over te hevelen van de dienst Kwaliteit van de afdeling Planning naar de afdeling Meertaligheid en Externe Betrekkingen, om zo één aanspreekpunt voor alle kwaliteitsgerelateerde aangelegenheden tot stand te brengen. Door deze activiteiten in één afdeling samen te brengen wordt een efficiëntere dienstverlening gegarandeerd en kan de feedback van klanten beter in de kwaliteitsinitiatieven van de kwaliteitscoördinatoren worden verwerkt.

Een belangrijke verandering in 2013 is dat de Kroatische afdeling nu beschikt over 5 tot ambtenaar benoemde vertalers, 21 tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten en 10 tijdelijke assistenten. Er vinden nog steeds aanwervingsgesprekken met geslaagde kandidaten van de reservelijst plaats en er loopt een tweede vergelijkend onderzoek. De benoeming van het afdelingshoofd en de kwaliteitscoördinator is aan de gang.

DG INTE

Vertolking

De in augustus 2012 opgerichte afdeling E-leren is nu volledig operationeel en het afdelingshoofd is aangesteld en zal begin 2014 zijn functie opnemen. (In 2013 fungeerde het hoofd van de afdeling Meertaligheid als waarnemend hoofd van de afdeling E-Leren.)

DG ITEC

Innovatie en Technologische Ondersteuning

In 2013 werd de reorganisatie van directoraat A — Informatietechnologie voortgezet.

Een herstructurering om het hardwarebeheer en het beheer van de communicatie-infrastructuur van elkaar te scheiden is werkelijk van start gegaan vanaf oktober 2013 en geleidelijk doorgevoerd in de loop van het laatste kwartaal van 2013.

Er zijn vier afdelingshoofden aangeworven en aangesteld.

De uitvoering van de internalisering is begonnen met de openstelling van 30 extra posten in 2013 en de vermindering van het aantal interne consultants: 60 % van deze nieuwe posten zijn in 2013 ingevuld en voor de invulling van de meeste overige posten zal DG ITEC voortaan andere kanalen moeten aanspreken (nieuwe reservelijsten, tijdelijke functionarissen).

DG SAFE

Veiligheid

DG SAFE is op 1 december 2013 opgericht (zie hierboven DG PRES).


(1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(2)  PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1.

(3)  Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

(4)  Artikel 13, leden 1 en 4, van het Financieel Reglement.

(5)  Artikel 13, lid 1, artikel 13, lid 2, onder a), en artikel 13, lid 5, van het Financieel Reglement.

(6)  Gecorrigeerd bedrag.

(7)  Artikel 27 „Aan de begrotingsautoriteit voorgelegde voorstellen voor overschrijvingen” en artikel 46 „Voorzieningen” van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012.

(8)  Besluit van de instelling inzake kredietoverschrijvingen binnen een artikel.

(9)  Opmerking: 12 leden vanaf juli 2013.

(10)  Reizen in het begrotingsjaar 2013 kunnen tot 31 oktober 2014 worden aangegeven.

(11)  Opmerking: 12 leden vanaf juli 2013.

(12)  Opmerking: 766 leden vanaf juli 2013 (754 in 2012).

(13)  Opmerking: Op basis van de terugbetalingsaanvragen die de leden tot 7 februari 2014 hebben ingediend.

(14)  Opmerking: Een reis houdt verband met de deelname van een lid op één vergaderplaats.

(15)  Buiten voorzieningen.

(16)  Het Europees Parlement en de Raad zijn het tijdens een bemiddelingsvergadering begin maart 2014 eens geworden om de jaarlijkse salarisaanpassing voor 2011 op 0 % en die voor 2012 op 0,8 % vast te stellen.

(17)  Deze post betreft hoofdzakelijk de arbeidscontractanten.

(18)  Deze post betreft hoofdzakelijk de externe vertalingen.

(19)  Rekenkamer, Ombudsman, Vertaalbureau, vergaderingen van de Commissie in Luxemburg en gedeeltelijk voor het Comité van de Regio's.

(20)  Functiegroep I komt overeen met handenarbeid en administratieve ondersteunende diensten, functiegroep II met kantoor- en secretariaatswerkzaamheden, kantoorleiding en gelijkwaardige werkzaamheden, functiegroep III met uitvoerende werkzaamheden, werkzaamheden op redactioneel en boekhoudkundig gebied en gelijkwaardige technische werkzaamheden, en functiegroep IV met werkzaamheden van administratieve aard, advisering, werkzaamheden op taalkundig gebied en gelijkwaardige technische werkzaamheden.

(21)  Opmerking: De bestemmingsontvangsten voor deze post, afkomstig van de bijdragen van de ouders, bedroegen 4 4 20  294 EUR.

(22)  Deze toename is toe te schrijven aan de migratie naar Windows 7 en MS Office 2010.

(23)  Gemiddeld berekend op basis van 766 leden (dus inclusief de leden die uitsluitend geaccrediteerde medewerkers of uitsluitend plaatselijke medewerkers hebben).

(24)  Deze thematische afdelingen maken deel uit van het directoraat-generaal Intern Beleid en het directoraat-generaal Extern Beleid.

(25)  In het kader van het Euronest Scola-programma worden jonge burgers uit de EU-lidstaten en uit de zes landen van het Oostelijk Partnerschap (Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië en Oekraïne) door het Europees Parlement uitgenodigd om te discussiëren en resoluties goed te keuren over kwesties van gezamenlijk belang voor het Oostelijk Partnerschap. Het strekt ertoe de jonge deelnemers sterker bewust te maken van de waarden dialoog, kennis en wederzijds begrip en hun respect voor culturele en linguïstische verscheidenheid te vergroten. Het biedt burgerschapsvorming aan die zich richt op democratie, eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, tolerantie en vreedzame oplossing van conflicten.

(26)  Euromed Scola ging van start in 2008. Het brengt jonge burgers uit alle EU-lidstaten en uit de zuidelijke buurlanden samen om het Europees-mediterrane partnerschap te bevorderen.

(27)  Het e-Parlement-programma strekt ertoe de leden van het Europees Parlement (EP) meer zeg en grotere controle over het politieke leven van de instelling te geven door hen meer en betere steun te verlenen bij hun wetgevende activiteiten.

(28)  De Drafting Support Tool (DST) is een onlinehulpmiddel voor het opstellen van teksten. Het verschaft de leden toegang tot een ploeg juristen-vertalers die bijstand kunnen verlenen bij het opstellen van wetgevingsamendementen. Dit hele proces verloopt volledig vertrouwelijk.

(29)  De Begrotingscommissie heeft op 27 november 2013 besloten geen advies uit te brengen over de aanpassing van de huurovereenkomst.

(30)  De Begrotingscommissie heeft op 11 juli 2013 besloten geen advies uit te brengen over de huur van het Geos-gebouw in de plaats van het President-gebouw.

(31)  De eCommittee-applicatie is een specifiek werkforum voor de leden, de commissiesecretariaten, de fractiemedewerkers en al wie de werkzaamheden van de commissies moet volgen. Elke commissie heeft haar eigen site, wat bijdraagt tot meer transparantie en efficiënter werk. Deze applicatie wordt sinds februari 2012 door alle commissies gebruikt.

(32)  De eMeeting-applicatie stelt documenten voor commissievergaderingen beschikbaar in een gebruikersvriendelijk formaat en maakt het mogelijk gelijk waar en wanneer en vanop gelijk welk toestel documenten in te kijken, van aantekeningen te voorzien en te delen.

(33)  Resolutie van het Europees Parlement van 23 oktober 2013 over het standpunt van de Raad over het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 (13176/2013 — C7-0260/2013 — 2013/2145(BUD)) en resolutie van het Europees Parlement van 17 april 2013 over de raming van de inkomsten en uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2014 (2013/2018(BUD)).

(34)  De samenwerkingsovereenkomst tussen de drie instellingen werd in februari 2014 gesloten.


BIJLAGE I

OVERZICHT VAN DE C-OVERSCHRIJVINGEN IN DE LOOP VAN HET BEGROTINGSJAAR 2013

(EUR)

Nr.

Van/naar

hoofdstuk/artikel/post

Omschrijving

Gecrediteerde post Bedrag

(EUR)

Gedebiteerde post Bedrag

(EUR)

C1

van post

10 8

RESERVE VOOR EMAS

 

-  1 0 00  000

naar hoofdstuk

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

 

 

naar posten

2 1 0 0

Hard- en software voor informatie- en innovatietechnologieën

1 00  000

 

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van informatie- en innovatietechnologieën

2 00  000

 

2 1 4 0

Technisch materieel en technische installaties

2 50  000

 

2 1 6 0

Voertuigen

4 20  000

 

naar hoofdstuk

3 2

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

 

 

naar post

3 2 0 0

Verwerving van expertise

30  000

 

C3

van post

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

- 1 10  000

naar hoofdstuk

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

 

naar post

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

1 10  000

 

C4

van post

1 4 0 2

Conferentietolken

 

-  1 7 34  000

naar hoofdstuk

3 2

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

 

 

naar post

3 2 4 2

Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

1 7 34  000

 

C5

van post

1 4 2 0

Prestaties van derden

 

- 1 50  000

naar hoofdstuk

3 2

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

 

 

naar post

3 2 4 1

Digitale en traditionele publicaties

1 50  000

 

C7

van hoofdstuk

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

-  1 7 60  000

naar hoofdstuk

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

 

 

naar post

2 1 0 0

Hard- en software voor informatie- en innovatietechnologieën

1 7 60  000

 

C8

van post

2 3 5 0

Telecommunicatie

 

-  1 5 00  000

naar hoofdstuk

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

 

 

naar post

2 1 0 0

Hard- en software voor informatie- en innovatietechnologieën

9 40  000

 

naar post

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van informatie- en innovatietechnologieën

5 60  000

 

C9

van post

1 0 0 6

Algemene kostenvergoeding

 

- 1 28  650

van post

1 0 1 0

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

 

- 3 21  350

van post

1 0 1 2

Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden

 

- 1 30  000

van post

1 0 2 0

Overbruggingstoelagen

 

- 5 00  000

van post

1 0 3 1

Invaliditeitspensioenen

 

-  20  000

van post

3 0 0 0

Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen

 

-  1 6 00  000

naar hoofdstuk

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

 

naar post

1 0 0 5

Overige reiskosten

1 1 00  000

 

naar post

1 0 3 0

Ouderdomspensioenen

1 6 00  000

 

C10

van hoofdstuk

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

-  6 0 74  000

naar hoofdstuk

4 2

ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

 

 

naar post

4 2 2 0

Assistentie aan de leden

6 0 74  000

 

C11

van post

1 0 2 0

Overbruggingstoelagen

 

-  60  000

naar hoofdstuk

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

 

naar post

1 0 5 0

Talen- en informaticacursussen

60  000

 

C12

van hoofdstuk

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

-  2 2 11  500

van hoofdstuk

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

-  7 8 00  000

van hoofdstuk

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

-  7 4 76  000

van hoofdstuk

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

- 9 68  600

van hoofdstuk

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

- 1 2 9 83  900

van hoofdstuk

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

 

- 3 51  800

van hoofdstuk

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

-  2 0 43  500

van hoofdstuk

3 0

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

- 7 62  000

van hoofdstuk

3 2

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

 

-  2 6 67  935

van hoofdstuk

4 0

UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

 

- 2 56  000

van hoofdstuk

4 2

ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

 

-  2 4 00  000

van hoofdstuk

10

OVERIGE UITGAVEN

 

- 1 4 0 78  765

naar post

2 0 0 1

Erfpacht

5 4 0 00  000

 

Totaal van de bedragen die zijn overgeschreven d.m.v. een overschrijving van het C-type

6 9 0 88  000

- 6 9 0 88  000


BIJLAGE II

OVERZICHT VAN DE P-OVERSCHRIJVINGEN IN DE LOOP VAN HET BEGROTINGSJAAR 2013

(EUR)

Nr.

Hoofdstuk/artikel/post

Gecrediteerde post

Bedrag

Gedebiteerde post

Bedrag

P1

Binnen artikel 4 2 2

 

 

van post

4 2 2 0

Assistentie aan de leden

 

- 5 00  000

naar post

4 2 2 2

Wisselkoersverschillen

5 00  000

 

P2

Binnen artikel 2 0 0

 

 

van post

2 0 0 1

Erfpacht

 

- 9 00  000

naar post

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

9 00  000

 

P3

Binnen artikel 1 4 2

 

 

van post

1 4 2 0

Prestaties van derden

 

-  34  000

naar post

1 4 2 2

Activiteiten in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied

34  000

 

P4

Binnen artikel 3 2 4

 

 

van post

3 2 4 9

Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen

 

- 1 00  000

naar post

3 2 4 5

Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties

1 00  000

 

P5

Binnen artikel 2 1 0

 

 

van post

2 1 0 0

Hard- en software voor informatie- en innovatietechnologieën

 

-  4 8 29  500

naar post

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van informatie- en innovatietechnologieën

4 8 29  500

 

P6

Binnen artikel 1 6 5

 

 

van post

1 6 5 4

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

 

- 3 00  000

naar post

1 6 5 2

Lopende exploitatiekosten van restaurants en kantines

3 00  000

 

Binnen artikel 3 0 4

 

 

van post

3 0 4 3

Diverse uitgaven voor de organisatie van parlementaire vergaderingen, interparlementaire delegaties en andere delegaties

 

- 1 15  000

naar post

3 0 4 0

Interne vergaderingen

1 15  000

 

Binnen artikel 3 2 4

 

 

van post

3 2 4 7

Huis van de Europese geschiedenis

 

-  85  000

van post

3 2 4 9

Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen

 

-  15  000

naar post

3 2 4 2

Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

1 00  000

 

P7

Binnen artikel 1 4 2

 

 

van post

1 4 2 0

Prestaties van derden

 

- 2 20  000

naar post

1 4 2 2

Activiteiten in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied

2 20  000

 

P8

Binnen artikel 3 2 4

 

 

van post

3 2 4 7

Huis van de Europese geschiedenis

 

- 5 00  000

naar post

3 2 4 8

Audiovisuele voorlichting

5 00  000

 

P9

Binnen artikel 3 2 4

 

 

van post

3 2 4 7

Huis van de Europese geschiedenis

 

-  2 0 00  000

naar post

3 2 4 4

Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen

2 0 00  000

 

P10

Binnen artikel 4 2 2

 

 

van post

4 2 2 2

Wisselkoersverschillen

 

- 2 00  000

naar post

4 2 2 0

Assistentie aan de leden

2 00  000

 

Totaal van de bedragen die zijn overgeschreven d.m.v. een P-overschrijving

9 7 98  500

-  9 7 98  500


BIJLAGE III

UITVOERING VAN DE KREDIETEN VAN 2013

(EUR)

Post

Omschrijving

Initiële kredieten

Overschrijvingen

Definitieve kredieten

Vastgelegd bedrag

Benuttingspercentage

1 0 0 0

Bezoldigingen

7 1 3 93  074

-  1 8 00  000

6 9 5 93  074

6 9 5 43  044

99,9 %

1 0 0 4

Normale reiskosten

7 2 3 43  140

0

7 2 3 43  140

7 2 3 43  140

100,0 %

1 0 0 5

Overige reiskosten

5 0 54  639

1 1 00  000

6 1 54  639

6 1 54  639

100,0 %

1 0 0 6

Algemene kostenvergoeding

3 9 3 88  525

- 2 68  650

3 9 1 19  875

3 9 0 90  705

99,9 %

1 0 0 7

Ambtsvergoedingen

1 84  000

-  7  390

1 76  610

1 73  610

98,3 %

1 0 1 0

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

2 7 69  000

- 5 27  460

2 2 41  540

2 2 15  739

98,8 %

1 0 1 2

Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden

3 84  000

- 1 30  000

2 54  000

2 09  017

82,3 %

1 0 2 0

Overbruggingstoelagen

8 00  000

- 5 60  000

2 40  000

1 83  008

76,3 %

1 0 3 0

Ouderdomspensioenen

1 0 8 18  000

1 6 00  000

1 2 4 18  000

1 1 9 41  558

96,2 %

1 0 3 1

Invaliditeitspensioenen

3 95  000

-  78  000

3 17  000

2 78  102

87,7 %

1 0 3 2

Overlevingspensioenen

2 8 20  000

0

2 8 20  000

2 6 92  561

95,5 %

1 0 3 3

Vrijwillige pensioenregeling van de leden

31  000

0

31  000

29  327

94,6 %

1 0 5 0

Talen- en informaticacursussen

5 00  000

60  000

5 60  000

5 60  000

100,0 %

1 0 9 0

Voorzieningen

0

0

0

0

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

57 7 1 24  909

-  6 4 10  000

57 0 7 14  909

57 0 6 69  888

100,0 %

1 2 0 2

Betaalde overuren

4 00  000

- 2 00  000

2 00  000

2 00  000

100,0 %

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

4 4 60  000

-  1 3 00  000

3 1 60  000

3 1 60  000

100,0 %

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

3 91  400

1 10  000

5 01  400

4 62  019

92,1 %

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

5 52  000

0

5 52  000

5 07  442

91,9 %

1 2 4

Voorziening

0

0

0

0

1 4 0 0

Andere personeelsleden

3 8 5 78  161

-  1 2 00  000

3 7 3 78  161

3 7 2 96  239

99,8 %

1 4 0 2

Conferentietolken

5 3 0 00  000

-  3 4 00  000

4 9 6 00  000

4 9 5 99  377

100,0 %

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

8 0 97  950

-  1 4 55  000

6 6 42  950

6 4 44  637

97,0 %

1 4 0 6

Waarnemers

4 47  449

- 1 35  000

3 12  449

3 12  000

99,9 %

1 4 2 0

Prestaties van derden

1 5 8 00  000

-  3 4 24  000

1 2 3 76  000

1 1 9 04  661

96,2 %

1 4 2 2

Activiteiten in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied

3 74  000

2 54  000

6 28  000

6 25  189

99,6 %

1 4 4

Voorziening

0

0

0

0

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

3 78  850

-  75  000

3 03  850

3 03  850

100,0 %

1 6 1 2

Bijscholing

4 8 50  000

0

4 8 50  000

4 6 82  180

96,5 %

1 6 3 0

Sociale dienst

7 18  000

-  75  000

6 43  000

6 07  907

94,5 %

1 6 3 1

Mobiliteit

1 0 00  000

- 1 00  000

9 00  000

7 27  372

80,8 %

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

3 05  000

0

3 05  000

2 98  817

98,0 %

1 6 5 0

Medische dienst

1 2 85  000

- 1 78  600

1 1 06  400

1 1 06  111

100,0 %

1 6 5 2

Lopende exploitatiekosten van restaurants en kantines

3 9 60  000

3 00  000

4 2 60  000

4 2 60  000

100,0 %

1 6 5 4

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

6 6 83  000

- 8 40  000

5 8 43  000

5 8 43  000

100,0 %

2 0 0 0

Huur

3 3 0 32  000

-  1 2 48  900

3 1 7 83  100

3 1 6 84  764

99,7 %

2 0 0 1

Erfpacht

1 6 1 41  000

5 3 1 00  000

6 9 2 41  000

6 9 2 36  000

100,0 %

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

0

0

0

0

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

7 2 13  000

9 00  000

8 1 13  000

8 0 65  316

99,4 %

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

3 9 4 59  000

-  2 5 50  000

3 6 9 09  000

3 6 3 26  338

98,4 %

2 0 0 8

Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed

4 2 10  000

- 4 55  000

3 7 55  000

3 4 34  255

91,5 %

2 0 2 2

Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen

5 7 2 64  000

-  3 9 10  000

5 3 3 54  000

5 1 8 91  984

97,3 %

2 0 2 4

Energieverbruik

1 8 9 75  000

- 4 00  000

1 8 5 75  000

1 7 7 86  997

95,8 %

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

3 6 0 43  268

-  4 3 20  000

3 1 7 23  268

3 1 0 97  983

98,0 %

2 0 2 8

Verzekeringen

9 91  000

- 1 00  000

8 91  000

8 12  974

91,2 %

2 1 0 0

Hard- en software voor informatie- en innovatietechnologieën

3 3 0 16  000

-  2 0 68  100

3 0 9 47  900

3 0 7 92  197

99,5 %

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van informatie- en innovatietechnologieën

6 7 6 51  088

5 5 86  300

7 3 2 37  388

7 2 9 84  023

99,7 %

2 1 2 0

Meubilair

3 2 32  500

-  50  000

3 1 82  500

3 0 90  732

97,1 %

2 1 4 0

Technisch materieel en technische installaties

1 9 5 85  000

-  10  000

1 9 5 75  000

1 9 1 09  021

97,6 %

2 1 6 0

Voertuigen

6 0 68  000

4 20  000

6 4 88  000

5 8 29  931

89,9 %

2 3 0 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

2 3 39  500

0

2 3 39  500

2 2 92  797

98,0 %

2 3 1 0

Financiële kosten

75  000

-  38  000

37  000

16  500

44,6 %

2 3 2 0

Juridische kosten en schadevergoedingen

1 7 14  000

- 6 10  000

1 1 04  000

9 56  160

86,6 %

2 3 5 0

Telecommunicatie

7 4 21  000

-  1 5 00  000

5 9 21  000

4 6 70  510

78,9 %

2 3 6 0

Porto en verzendkosten

3 57  000

-  20  000

3 37  000

2 36  631

70,2 %

2 3 7 0

Verhuizingen

1 1 00  000

- 3 30  400

7 69  600

7 31  303

95,0 %

2 3 8 0

Overige huishoudelijke uitgaven

6 61  500

0

6 61  500

6 26  298

94,7 %

2 3 9

Compensatie van de CO2-emissies van het Europees Parlement

1 0 64  000

-  1 0 45  100

18  900

17  823

94,3 %

3 0 0 0

Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen

2 7 6 16  000

-  1 6 00  000

2 6 0 16  000

2 5 7 25  512

98,9 %

3 0 2 0

Onthaal en representatie

1 3 61  350

- 2 16  000

1 1 45  350

8 85  621

77,3 %

3 0 4 0

Diverse uitgaven voor vergaderingen

2 6 00  000

1 15  000

2 7 15  000

2 7 15  000

100,0 %

3 0 4 2

Vergaderingen, congressen en conferenties

1 4 05  000

- 3 45  000

1 0 60  000

8 16  577

77,0 %

3 0 4 3

Diverse uitgaven voor de organisatie van parlementaire vergaderingen, interparlementaire delegaties en andere delegaties

1 4 73  000

- 2 60  000

1 2 13  000

6 05  103

49,9 %

3 0 4 9

Werkingskosten van het reisbureau

2 1 24  660

-  56  000

2 0 68  660

2 0 68  660

100,0 %

3 2 0 0

Verwerving van expertise

1 1 5 30  000

-  1 5 68  335

9 9 61  665

9 0 86  345

91,2 %

3 2 2 0

Documentatie en bibliotheek

4 9 27  111

- 5 01  600

4 4 25  511

4 3 02  893

97,2 %

3 2 2 2

Archiefbestanden

1 9 65  000

0

1 9 65  000

1 9 33  710

98,4 %

3 2 3

Betrekkingen met de parlementen van derde landen en steun voor parlementaire democratie

7 50  000

- 1 00  000

6 50  000

4 13  470

63,6 %

3 2 4 0

Publicatieblad

4 0 00  000

0

4 0 00  000

3 9 99  500

100,0 %

3 2 4 1

Digitale en traditionele publicaties

5 1 75  000

1 50  000

5 3 25  000

5 2 41  324

98,4 %

3 2 4 2

Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

2 3 7 55  900

1 8 34  000

2 5 5 89  900

2 5 4 53  635

99,5 %

3 2 4 3

Parlamentarium — Bezoekerscentrum van het Europees Parlement

3 9 16  000

0

3 9 16  000

3 8 44  123

98,2 %

3 2 4 4

Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen

2 9 9 96  000

2 0 00  000

3 1 9 96  000

3 1 6 67  743

99,0 %

3 2 4 5

Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties

6 8 30  300

85  000

6 9 15  300

6 7 21  656

97,2 %

3 2 4 6

Parlementair tv-kanaal (Web TV)

8 0 00  000

0

8 0 00  000

7 9 99  400

100,0 %

3 2 4 7

Huis van de Europese geschiedenis

6 4 00  000

-  3 0 38  000

3 3 62  000

3 3 60  695

100,0 %

3 2 4 8

Audiovisuele voorlichting

2 0 1 33  700

5 00  000

2 0 6 33  700

2 0 5 33  306

99,5 %

3 2 4 9

Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen

4 75  000

- 1 15  000

3 60  000

2 83  329

78,7 %

3 2 5

Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus

1 1 00  000

0

1 1 00  000

8 30  902

75,5 %

4 0 0 0

Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten fracties en de niet-ingeschreven leden

5 8 7 50  000

-  48  000

5 8 7 02  000

5 8 6 97  494

100,0 %

4 0 2 0

Financiering van de Europese politieke partijen

2 1 7 94  200

- 2 08  000

2 1 5 86  200

2 1 5 85  794

100,0 %

4 0 3 0

Financiering van Europese politieke stichtingen

1 2 4 00  000

0

1 2 4 00  000

1 2 4 00  000

100,0 %

4 2 2 0

Assistentie aan de leden

18 5 2 99  000

3 4 74  000

18 8 7 73  000

18 7 6 38  380

99,4 %

4 2 2 2

Wisselkoersverschillen

5 00  000

2 00  000

7 00  000

6 62  641

94,7 %

4 4 0 0

Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden

2 00  000

0

2 00  000

2 00  000

100,0 %

4 4 2 0

Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging

1 75  000

0

1 75  000

1 75  000

100,0 %

10 0

Voorzieningen

1 2 9 12  765

- 1 2 9 12  765

0

0

10 1

Reserve voor onvoorziene uitgaven

9 0 00  000

-  9 0 00  000

0

0

10 3

Reserve voor de uitbreiding

0

0

0

0

10 4

Reserve voor het voorlichtings- en communicatiebeleid

0

0

0

0

10 5

Voorzieningen voor gebouwen

0

0

0

0

10 6

Reserve voor prioritaire projecten in ontwikkeling

0

0

0

0

10 8

Reserve voor EMAS

1 0 00  000

-  1 0 00  000

0

0

Totaal

1  75 0 4 63  939

0

1  75 0 4 63  939

1  73 5 9 63  486

99,2 %