ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 160

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

57e jaargang
27 mei 2014


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2014/C 160/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.7162 — INEOS/SSG Solvents Business) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2014/C 160/02

Wisselkoersen van de euro

2

2014/C 160/03

Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

3

2014/C 160/04

Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

4

2014/C 160/05

Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

5

2014/C 160/06

Advies van het Adviescomité voor concentraties uitgebracht op zijn bijeenkomst van 25 april 2012 betreffende een ontwerpbesluit in zaak M.6286 Südzucker ED&F Man — Rapporteur: Spanje

6

2014/C 160/07

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur — Südzucker/ED&F Man (M.6286)

8

2014/C 160/08

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 16 mei 2012 waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst (Zaak M.6286 — Südzucker/ED & F MAN) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 3145 final)  ( 1 )

11

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2014/C 160/09

Saneringsmaatregelen — Besluit tot vaststelling van saneringsmaatregelen ten aanzien van Societatea de Asigurare-Reasigurare ASTRA SA

19


 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europese Commissie

2014/C 160/10

Opleiding Europese mededingingsrecht ten behoeve van nationale rechters en justitiële samenwerking tussen nationale rechters

20


 

Rectificaties

2014/C 160/11

Rectificatie van Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken op 9 en 10 december 2013 ( PB C 376 van 21.12.2013 )

21


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

27.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.7162 — INEOS/SSG Solvents Business)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 160/01)

Op 5 mei 2014 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder document nr. 32014M7162. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

27.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/2


Wisselkoersen van de euro (1)

26 mei 2014

(2014/C 160/02)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3635

JPY

Japanse yen

138,97

DKK

Deense kroon

7,4637

GBP

Pond sterling

0,80990

SEK

Zweedse kroon

9,0371

CHF

Zwitserse frank

1,2210

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,1245

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,421

HUF

Hongaarse forint

302,77

LTL

Litouwse litas

3,4528

PLN

Poolse zloty

4,1550

RON

Roemeense leu

4,4075

TRY

Turkse lira

2,8467

AUD

Australische dollar

1,4761

CAD

Canadese dollar

1,4812

HKD

Hongkongse dollar

10,5718

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5955

SGD

Singaporese dollar

1,7085

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 396,64

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,1090

CNY

Chinese yuan renminbi

8,5071

HRK

Kroatische kuna

7,5915

IDR

Indonesische roepia

15 787,45

MYR

Maleisische ringgit

4,3768

PHP

Filipijnse peso

59,568

RUB

Russische roebel

46,6175

THB

Thaise baht

44,432

BRL

Braziliaanse real

3,0288

MXN

Mexicaanse peso

17,5305

INR

Indiase roepie

80,0579


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


27.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/3


Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

(2014/C 160/03)

Image

Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan een bepaalde hoeveelheid voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, en dat onder bepaalde voorwaarden, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.

Uitgevende staat : Italië

Onderwerp van de herdenkingsmunt : de 200e verjaardag van de oprichting van het Arma dei Carabinieri.

Beschrijving van het ontwerp : de afbeelding is een herinterpretatie van het beeldhouwwerk „Pattuglia di Carabinieri nella tormenta” van Antonio Berti uit 1973. Rechts ervan staan, elkaar overlappend, de letters „RI”, het monogram van de Italiaanse Republiek, en het jaartal 2014, links ervan staat het jaartal 1814. Bovenaan wordt de letter R (monogram van de Romeinse Munt) weergegeven en in de afsnede staat „LDS” (monogram van de ontwerpster, Luciana De Simoni) en „CARABINIERI”.

Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.

Oplage :

Datum van uitgifte : juni 2014


(1)  Zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1, voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven.

(2)  Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).


27.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/4


Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

(2014/C 160/04)

Image

Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan een bepaalde hoeveelheid voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, en dat onder bepaalde voorwaarden, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.

Uitgevende staat : Italië

Onderwerp van de herdenkingsmunt : de 450e verjaardag van de geboorte van Galileo Galilei (geboren in 1564).

Beschrijving van het ontwerp : de afbeelding stelt het hoofd van Galileo Galilei voor zoals dat op het schilderij van Justus Sustermans uit 1636 is weergegeven (Florence, Galleria degli Uffizi). Aan de bovenzijde wordt daarrond „GALILEO GALILEI” vermeld. Rechts ervan staan de letter R (monogram van de Romeinse Munt), een astronomische telescoop en „C.M.” (monogram van de ontwerpster, Claudia Momoni), links ervan, elkaar overlappend, de letters „RI”, het monogram van de Italiaanse Republiek. In de afsnede staat 1564-2014.

Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.

Oplage :

Datum van uitgifte : juni 2014


(1)  Zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1, voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven.

(2)  Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).


27.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/5


Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

(2014/C 160/05)

Image

Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan een bepaalde hoeveelheid voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, en dat onder bepaalde voorwaarden, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.

Uitgevende staat : België

Onderwerp van de herdenkingsmunt : de 100e verjaardag van het begin van de oorlog 1914-1918.

Beschrijving van het ontwerp : op het binnenste gedeelte van de munt is een klaproos afgebeeld, met daaronder de jaartallen 2014-18. Onder deze jaartallen staat de inscriptie „The Great War Centenary”, waaronder het muntmeesterteken en het muntteken van Brussel, het gehelmde profiel van de aartsengel Michaël, worden weergegeven. Bovenaan in het binnenste gedeelte staat de drietalige vermelding „BELGIE — BELGIQUE — BELGIEN”.

Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.

Oplage : 1,75 miljoen

Datum van uitgifte : april 2014


(1)  Zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1, voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven.

(2)  Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).


27.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/6


Advies van het Adviescomité voor concentraties uitgebracht op zijn bijeenkomst van 25 april 2012 betreffende een ontwerpbesluit in zaak M.6286 Südzucker ED&F Man

Rapporteur: Spanje

(2014/C 160/06)

1.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie een concentratie vormt in de zin van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad.

2.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie een EU-dimensie heeft in de zin van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad.

3.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat voor de beoordeling van de onderhavige transactie de relevante productmarkten als volgt worden omschreven:

a)

afzonderlijke markten voor 1) de levering van witte suiker aan verwerkende bedrijven en 2) de levering van witte suiker aan detailhandelaren;

b)

een afzonderlijke markt voor de levering van ruwe rietsuiker en voor de levering van suikerbieten, waarbij wat betreft de levering van ruwe rietsuiker in deze zaak geen verder onderscheid hoeft te worden gemaakt tussen preferentiële ruwe rietsuiker en niet-preferentiële ruwe rietsuiker;

c)

de markt voor melasse, waarbij in deze zaak geen verder onderscheid hoeft te worden gemaakt tussen melasse van suikerbieten en melasse van suikerriet;

d)

de markt voor bio-ethanol, waarbij de productmarkt in deze zaak niet nauwkeurig hoeft te worden omschreven;

e)

de markt voor biobrandstoffen, waarbij de productmarkt in deze zaak niet nauwkeurig hoeft te worden omschreven;

f)

de markt voor diervoeder, waarbij de productmarkt in deze zaak niet nauwkeurig hoeft te worden omschreven;

g)

de markt voor vinasse, waarbij de productmarkt in deze zaak niet nauwkeurig hoeft te worden omschreven.

4.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat voor de beoordeling van de onderhavige transactie de relevante geografische markten als volgt worden omschreven:

a)

een nationale markt voor 1) de levering van witte suiker aan verwerkende bedrijven en 2) de levering van witte suiker aan detailhandelaren in Italië;

b)

een nationale markt voor de levering van witte suiker aan verwerkende bedrijven en de levering van witte suiker aan detailhandelaren in Griekenland, waarbij de geografische markt in deze zaak niet nauwkeurig hoeft te worden omschreven;

c)

een markt die ten minste de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (de ACS-landen) en de minst ontwikkelde landen (MOL’s) omvat en die ook de belangrijkste landen kan omvatten die ruwe rietsuiker leveren in het kader van lijst CXL (onderdeel van de GATT-overeenkomst) en uitzonderlijke tariefcontingenten met betrekking tot de levering van preferentiële ruwe rietsuiker, waarbij de geografische markt in deze zaak niet nauwkeurig hoeft te worden omschreven;

d)

een EER-markt of een nationale markt voor de levering van melasse, waarbij de geografische markt in deze zaak niet nauwkeurig hoeft te worden omschreven;

e)

een EER-markt voor bio-ethanol, biobrandstoffen, diervoeder en vinasse, waarbij de geografische markt in deze zaak niet nauwkeurig hoeft te worden omschreven.

5.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de voorgenomen concentratie waarschijnlijk zal resulteren in een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel daarvan op de markt voor de levering van witte suiker aan verwerkende bedrijven in Italië.

6.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de voorgenomen concentratie waarschijnlijk niet zal resulteren in een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel daarvan op de volgende markten:

a)

alle andere markten voor de levering van witte suiker aan verwerkende bedrijven dan de in vraag 5 vermelde markt;

b)

alle markten voor de levering van witte suiker aan detailhandelaren;

c)

alle markten voor de levering van ruwe rietsuiker in de EU;

d)

alle markten voor de levering van melasse;

e)

alle markten voor bio-ethanol;

f)

alle markten voor biobrandstoffen;

g)

alle markten voor diervoeder;

h)

alle markten voor vinasse.

7.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de verbintenissen volstaan om de significante belemmeringen van de mededinging op de markt voor de levering van witte suiker aan verwerkende bedrijven in Italië weg te nemen.

8.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat, mits de door de partijen voorgestelde toezeggingen volledig worden nageleefd, en alle toezeggingen tezamen in overweging genomen, de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel ervan niet op significante wijze zal belemmeren.

9.

Het Adviescomité verzoekt de Commissie rekening te houden met alle overige opmerkingen die tijdens de discussie zijn gemaakt.

10.

Het Adviescomité is het met het standpunt van de Commissie eens dat de aangemelde concentratie verenigbaar moet worden verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst.


27.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/8


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)

Südzucker/ED&F Man

(M.6286)

(2014/C 160/07)

1.   ACHTERGROND

1.

Op 19 september 2011 heeft de Europese Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) (hierna de „concentratieverordening” genoemd) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Südzucker Holding GmbH, die onder de zeggenschap staat van Südzucker Mannheim/Ochsenfurt (hierna de „aanmeldende partij” genoemd) in zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening zeggenschap verkrijgt over ED&F Man Holding Limited (hierna „EDFM” genoemd) door de verwerving van aandelen. (De aanmeldende partij en EDFM worden hierna „de partijen” genoemd).

2.   SCHRIFTELIJKE PROCEDURE

2.

Tijdens de eerste fase had de Commissie ernstige twijfels over de verenigbaarheid van de transactie met de interne markt. Daarom heeft de Commissie op 9 november 2011 besloten de procedure van artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening in te leiden.

3.

Op 24 januari 2012 hebben de partijen formele toezeggingen gedaan om alle aandelen af te stoten die EDFM had in een raffinaderij in Brindisi, Italië (hierna „SRB” genoemd), die een joint venture is waarvan EDFM en Società Fondiaria Industriale Romagnola S.p.A. (hierna „SFIR” genoemd) ieder 50 % in handen hebben, en om drie bestaande contracten voor de levering van ruwe rietsuiker aan SRB over te dragen. De partijen hebben zich er ook toe verbonden om, indien de contracten niet konden worden overgedragen, de in de contracten bepaalde volumes ruwe rietsuiker tegen redelijke, geldende marktprijzen en in overeenstemming met de praktijken in de sector aan SRB te leveren of ervoor te zorgen dat deze worden geleverd. Na de markttest was de Commissie van mening dat de voorgenomen verbintenissen de vastgestelde mededingingsbezwaren niet volledig zouden wegnemen en nam zij een mededeling van punten van bezwaar aan.

4.

De mededeling van punten van bezwaar werd op 14 februari 2012 aan de aanmeldende partij gezonden. De uiterste datum om te reageren was 28 februari 2012.

5.

Volgens de mededeling van punten van bezwaar bleek uit de eerste bevindingen van de Commissie dat de aangemelde concentratie een machtspositie zou doen ontstaan op de markt voor de levering van witte suiker aan verwerkende bedrijven in Italië. Met betrekking tot de corrigerende maatregelen werd in de mededeling van punten van bezwaar vastgesteld dat er een grote kans was dat de overdracht van de contracten voor ruwe rietsuiker zou mislukken, en dat de alternatieve maatregel die EDFM voorstelde onvoldoende was om de levensvatbaarheid van SRB te garanderen.

6.

Op 28 februari 2012 dienden de partijen gezamenlijk schriftelijke opmerkingen over de mededeling van punten van bezwaar in en verzochten zij om een formele hoorzitting. Daarnaast diende EDFM afzonderlijke opmerkingen in over bepaalde documenten in het dossier van de Commissie over SRB waar EDFM toegang toe had gekregen (3) en die ten aanzien van de aanmeldende partij vertrouwelijk waren.

Toegang tot het dossier

7.

Op woensdag 15 februari 2012 kreeg de aanmeldende partij toegang tot het dossier. De partijen dienden op 20, 21 en 23 februari 2012 aanvragen in voor bijkomende toegang tot het dossier.

8.

Alle verzoeken van de partijen om bijkomende toegang tot het dossier werden door het directoraat-generaal Concurrentie behandeld. Aangezien ik geen klachten van de partijen heb ontvangen, ben ik van mening dat hun procedurele rechten inzake toegang tot het dossier zijn nageleefd.

Belanghebbende derden

9.

Op 21 februari 2012 heb ik een verzoek van SFIR ingewilligd om als belanghebbende derde te worden gehoord in de zin van artikel 18, lid 4, van de concentratieverordening. SFIR heeft aangetoond voldoende belang te hebben bij de procedures omdat de door EDFM voorgenomen corrigerende maatregelen waarschijnlijk haar concurrentiepositie op de betrokken markt negatief zouden beïnvloeden en omdat SFIR tijdens de procedure een aantal schriftelijke opmerkingen heeft ingediend. Op 29 februari 2012, nadat de partijen om een formele hoorzitting hadden verzocht, heb ik SFIR van mijn beslissing in kennis gesteld dat zij tijdens de formele hoorzitting haar standpunten naar voren mocht brengen.

3.   MONDELINGE BEHANDELING

Verzoek om besloten zitting

10.

Op 1 maart 2012 hebben de partijen om een besloten zitting verzocht voor bepaalde onderdelen van hun presentaties waarin zij de gevolgen van de transactie voor de Italiaanse markt en de corrigerende maatregelen zouden uiteenzetten, omdat marktdeelnemers anders toegang zouden krijgen tot vertrouwelijke informatie.

11.

Ik heb dit verzoek om de volgende redenen afgewezen. Ten eerste heb ik de partijen ervan in kennis gesteld dat de enige belanghebbende derde die op de formele hoorzitting aanwezig zou zijn SFIR was. Ten tweede is het argument van de partijen dat concurrenten geen toegang mogen krijgen tot gegevens over de respectieve marktpositie van de partijen op de relevante markt een argument dat in elke formele hoorzitting en in elke concentratiezaak zou kunnen worden aangevoerd. Indien dit argument zou worden aanvaard, zou artikel 13 van Besluit 2011/695 zijn betekenis worden ontnomen. Ten derde had SFIR als partner in de joint venture SRB toegang tot de commerciële informatie van EDFM over de levering van suiker in Italië. Ik zag dus geen reden waarom SFIR geen toegang zou mogen krijgen tot informatie van de aanmeldende partij die in het bijzijn van EDFM zou kunnen worden besproken. Bovendien was SFIR op de hoogte van de voorgenomen corrigerende maatregelen, omdat zij toegang had gekregen tot een bijna onbewerkte versie daarvan. Tot slot zijn zowel SFIR als EDFM partijen bij het belangrijkste contract dat onder de corrigerende maatregelen valt (het „Mitra”-contract).

Formele hoorzitting

12.

De formele hoorzitting had op 5 maart 2012 in Brussel plaats en werd bijgewoond door de aanmeldende partij en haar juridische adviseurs, EDFM en haar juridische en economische adviseurs, de belanghebbende derde en zijn juridische adviseurs, de betrokken diensten van de Commissie en de vertegenwoordigers van zes nationale mededingingsautoriteiten, met name de Belgische, de Duitse, de Spaanse, de Italiaanse, de Finse en de Zweedse mededingingsautoriteit.

13.

Er hebben zich tijdens de formele hoorzitting geen bijzondere gebeurtenissen voorgedaan.

4.   PROCEDURE NA DE FORMELE HOORZITTING

Aanvullende verklaringen van de partijen

14.

Op 12 maart 2012 dienden de partijen aanvullende verklaringen in naar aanleiding van de besprekingen tijdens de formele hoorzitting.

Letter of facts

15.

Op 14 maart 2012 heeft de Commissie de partijen een letter of facts gezonden, met daarin bijkomende elementen ter staving van de punten van bezwaar in haar eindbesluit. De partijen kregen tot 16 maart 2012 de tijd om schriftelijk opmerkingen te maken. Zij antwoordden op 19 maart 2012.

Verbintenissen

16.

Op 16 maart 2012 hebben de partijen een aantal verbeterde toezeggingen gedaan om aan de in de mededeling van punten van bezwaar vermelde bezwaren tegemoet te komen. Deze bestonden in de afstoting van alle aandelen van EDFM in SRB en de overdracht van het economische voordeel van de drie bestaande contracten voor de levering van ruwe rietsuiker. De partijen verbonden zich er ook toe dat, indien EDFM het economische voordeel van het Mitra-contract niet zou kunnen overdragen, deze onderneming op dezelfde voorwaarden als in dit contract volumes preferentiële ruwe rietsuiker aan SRB zou leveren of ervoor zou zorgen dat deze worden geleverd. Met betrekking tot de overige twee contracten zou EDFM daarentegen de respectieve volumes preferentiële ruwe rietsuiker tegen redelijke, geldende marktprijzen en in overeenstemming met de praktijken in de sector aan SRB leveren of ervoor zorgen dat deze worden geleverd. Het pakket corrigerende maatregelen bevat aanvullende maatregelen, zoals het stellen van bepaalde voorwaarden aan kopers en het opnemen van een snelle arbitrageclausule.

17.

De markttest van deze verbeterde corrigerende maatregelen ging op 20 maart 2012 van start. De Commissie concludeerde dat de verbintenissen die de partijen op 16 maart 2012 hadden ingediend, een afdoende antwoord boden op alle resterende bezwaren ten aanzien van de verenigbaarheid van de voorgenomen transactie met de interne markt.

5.   ONTWERPBESLUIT

18.

Overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Besluit 2011/695 moet in het eindverslag worden nagegaan of het ontwerpbesluit uitsluitend punten van bezwaar betreft ten aanzien waarvan de partijen in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt kenbaar te maken.

19.

Na evaluatie van het ontwerpbesluit concludeer ik dat daarin geen punten van bezwaar zijn opgenomen ten aanzien waarvan de aanmeldende partijen niet in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt kenbaar te maken.

6.   SLOTOPMERKINGEN

20.

Ik concludeer dat alle bij de procedure betrokken partijen hun procedurele rechten in deze zaak daadwerkelijk hebben kunnen uitoefenen.

Gedaan te Brussel, 2 mei 2012.

Wouter WILS


(1)  Conform de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29) (hierna „Besluit 2011/695” genoemd).

(2)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

(3)  Zie artikel 18, lid 3, van de concentratieverordening en artikel 17, lid 2, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening.


27.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/11


Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 16 mei 2012

waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst

(Zaak M.6286 — Südzucker/ED & F MAN)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 3145 final)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 160/08)

Op 16 mei 2012 heeft de Commissie in een concentratiezaak een besluit vastgesteld op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen  (1) , en met name artikel 8, lid 2, van genoemde verordening. Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van het besluit is in de oorspronkelijke taal van de zaak te vinden op de website van het directoraat-generaal Concurrentie op het volgende adres: http://ec.europa.eu/comm/competition/index_en.html

I.   DE PARTIJEN

(1)

Südzucker, de aanmeldende partij, is een Duitse levensmiddelenonderneming die actief is op het gebied van de productie en afzet van suiker, levensmiddelenadditieven, diepgevroren levensmiddelen, voorverpakte levensmiddelen, de productie van bio-ethanol en vruchtensappen, concentraten en bereidingen. De suikerafdeling omvat de productie van witte suiker uit suikerbieten evenals de raffinage van ruwe rietsuiker en de afzet van suiker en bijproducten. Südzucker produceert suiker in 29 bietsuikerfabrieken en drie raffinaderijen in Duitsland, België, Bosnië-Herzegovina, Frankrijk, Polen, Oostenrijk, Slowakije, Tsjechië, Hongarije, Moldavië en Roemenië.

(2)

ED & F Man („EDFM”) is in de eerste plaats een grondstoffenhandelaar. De productportefeuille van deze onderneming omvat suiker, vloeibare bijproducten van de suikerproductie zoals melasse (segment vloeibare producten), koffie, tropische oliën en biobrandstoffen.

(3)

Südzucker en EDFM worden hierna de „partijen” genoemd, Südzucker de „aanmeldende partij”.

II.   DE TRANSACTIE

(4)

Op 19 september 2011 heeft de Commissie een formele aanmelding in de zin van artikel 4 van de concentratieverordening ontvangen. Hierin werd meegedeeld dat Südzucker 24,99 % van de aandelen van EDFM zou verwerven (hierna de „voorgenomen transactie” genoemd).

(5)

Op grond van de punten 54 tot en met 57 van de mededeling over bevoegdheidskwesties kan uitsluitende zeggenschap rechtens door een minderheidsaandeelhouder worden verkregen als deze beslissende invloed kan uitoefenen op het strategische commerciële gedrag van de andere onderneming. In de inschrijvingsovereenkomst en de statuten worden Südzucker bijzondere vetorechten verleend ten aanzien van strategische beslissingen, met name met betrekking tot de jaarlijkse begroting, het ondernemingsplan en de benoeming van directeuren. Daarom zou Südzucker door de voorgenomen transactie de uitsluitende zeggenschap over EDFM verkrijgen.

(6)

Deze transactie is bijgevolg een concentratie in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening.

III.   SAMENVATTING

(7)

Op grond van haar onderzoek in fase I heeft de Commissie ernstige twijfels over de verenigbaarheid van de voorgenomen transactie met de interne markt en heeft zij op 9 november 2011 een besluit tot inleiding van de procedure van artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening vastgesteld.

(8)

Op 14 februari 2012 heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar in de zin van artikel 18 van de concentratieverordening vastgesteld. Op 28 februari 2012 heeft Südzucker op de mededeling van punten van bezwaar geantwoord.

(9)

Op 5 maart 2012 vond een hoorzitting plaats waar de aanmeldende partij haar rechten van verdediging heeft kunnen uitoefenen. SFIR was als belanghebbende derde eveneens aanwezig op de hoorzitting.

(10)

Op 24 januari 2012 heeft Südzucker een eerste reeks toezeggingen gedaan. Naar aanleiding van de mededeling van punten van bezwaar en de resultaten van de markttoets werden de toezeggingen gewijzigd en werd op 16 maart 2012 een bijgewerkte versie van de toezeggingen bij de Commissie ingediend. Op 30 maart 2012 hebben de partijen bepaalde verduidelijkingen en verbeteringen in het definitieve pakket toezeggingen aangebracht.

(11)

Daarom heeft de Commissie op 16 mei 2012 een voorwaardelijk goedkeuringsbesluit in de zin van artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening vastgesteld.

IV.   TOELICHTING

(12)

Südzucker is de grootste Europese suikerproducent en EDFM is de op één na grootste suikerhandelaar ter wereld. In Europa produceert EDFM ook suiker; deze onderneming doet dit in twee raffinaderijen, met name de raffinaderij van Brindisi in het zuiden van Italië, die een joint venture met SFIR is, en de DAI-raffinaderij in Coruche (Portugal). De activiteiten van deze ondernemingen overlappen elkaar of kunnen elkaar overlappen in de volgende categorieën: i) de levering van witte suiker in Italië en Griekenland, ii) de levering van preferentiële ruwe rietsuiker in de EER, en iii) de levering van melasse in meerdere lidstaten, vooral in Midden-Europa.

(13)

Ongeacht hoe de markt precies wordt afgebakend, geeft de voorgenomen transactie geen aanleiding tot mededingingsbezwaren wat betreft de levering van preferentiële ruwe rietsuiker, melasse, en de levering van witte suiker in Griekenland. De voorgenomen transactie leidde echter wel tot mededingingsbezwaren wat betreft de levering van witte suiker in Italië.

A.   De relevante productmarkten

Inleiding in verband met de suikerindustrie

(14)

Suiker (de wetenschappelijke term is sacharose) is de meest gebruikte zoetstof. Suiker komt voor in tal van natuurlijke voedingsmiddelen (bv. groenten en fruit), maar kan alleen worden gewonnen uit suikerbieten, die in Europa en elders worden verbouwd en ter plaatse tot suiker worden verwerkt, of uit suikerriet, dat in meer tropische gebieden wordt geteeld.

(15)

Momenteel wordt wereldwijd 80 % van de suiker geproduceerd op basis van suikerriet. In de EU wordt echter nog steeds vooral bietsuiker verbruikt. Sinds de hervorming van de suikerregeling van de EU in 2006 is echter een groter percentage van de productie in de EU gebaseerd op ruwe rietsuiker.

(16)

De levering van suiker wordt geregeld door de gemeenschappelijke marktordening waarvan de beginselen zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1234/2007. De suikerregeling werd in 1967 ingesteld om een redelijk inkomen te verzekeren voor de producenten in de Gemeenschap en om de markt te stabiliseren. De producenten in de EU konden suiker verkopen tegen gegarandeerde prijzen, namelijk interventieprijzen die in de periode 1996-2006 aanzienlijk hoger waren dan de wereldmarktprijs. Door productiequota die over de lidstaten waren verdeeld, werd de totale productie binnen bepaalde grenzen gehouden. Op externe productie werden invoerheffingen toegepast en suikeroverschotten werden met subsidies in de vorm van uitvoerrestituties geëxporteerd.

(17)

Na een negatieve uitspraak van de WTO waarin met name de exportsubsidies werden veroordeeld, werd de regeling voor suiker in 2006 hervormd om het concurrentievermogen in de suikersector te versterken, de markten te stabiliseren, de beschikbaarheid van suiker te garanderen en de marktgerichtheid van de sector te verbeteren door sommige regelgevende belemmeringen weg te nemen.

(18)

De belangrijkste elementen van de hervorming van de suikersector van 2006 waren: i) een aanzienlijke verlaging van de algemene Europese productie van suikerbieten door op grote schaal afstand te doen van quota, ii) de afschaffing van de interventieprijs, iii) de tariefvrije toegang tot de markt voor de minst ontwikkelde landen (hierna „MOL’s” genoemd) en voor de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (hierna de „ACS-landen” genoemd) vanaf 1 oktober 2009, iv) de schorsing van de uitvoerrestituties voor suiker vanaf september 2008, v) de toelating van slechts een beperkte uitvoer buiten het quotum, en vi) de instelling van een tijdelijk herstructureringsfonds voor het financieren van betalingen ter compensatie van het vrijwillig afstand doen van productiequota.

(19)

Het feit dat afstand werd gedaan van de quota heeft geleid tot een aanzienlijke vermindering van het aantal lidstaten die suiker produceren, waardoor de handel in de hele EU en de mededinging over de grenzen heen zijn toegenomen. Bovendien zijn vele EU-lidstaten, waaronder Italië, landen met een suikertekort geworden, waar het verbruik groter is dan de binnenlandse bietenproductie.

(20)

Vanaf het begin van de hervorming van de suikersector in de EU in 2006-2007 werd verwacht dat aan de binnenlandse vraag in de EU van ongeveer 16,7-17,1 miljoen ton per jaar zou worden voldaan met de productie van 13,3 miljoen ton quotumsuiker uit suikerbieten door de lidstaten, en voor de rest met ingevoerde suiker van de traditionele preferentiële handelspartners. Tot nog toe is dit echter niet het geval geweest, met name omdat de verwachte invoer uit de MOL’s/ACS-landen onder de verwachtingen van de Commissie lag, waardoor de voorraden quotumsuiker geleidelijk zijn afgenomen.

(21)

Op dit moment mag voor raffinage bestemde ruwe rietsuiker in de EU worden ingevoerd uit derde landen in het kader van de volgende douaneregelingen: i) suikerinvoer uit ACS-landen/MOL’s („alles behalve wapens”-initiatief en economische partnerschapsovereenkomsten), ii) CXL-contingenten, iii) uitzonderlijke tariefcontingenten en iv) andere douaneregelingen voor de invoer van suiker.

(22)

De toegang tot ruwe rietsuiker uit ACS-landen/MOL’s of in het kader van CXL-contingenten is van cruciaal en strategisch belang voor de suikerproducenten in de EU aangezien dit de enige ruwe rietsuiker is die in de EU mag worden ingevoerd zonder prohibitieve rechten en hoeveelheden. In 2010 werd echter slechts 2,55 miljoen ton preferentiële ruwe rietsuiker (met inbegrip van ruwe suiker uit ACS-landen/MOL’s en ruwe suiker in het kader van CXL-contingenten) in de EER ingevoerd. Dit is minder dan wat nodig was om de kloof met de Europese vraag te dichten.

(23)

Voorts heeft de hervorming van de suikersector van 2006 tot een vermindering van het aantal spelers geleid, waardoor de bestaande trend van concentratie in de suikersector in de EU nog werd versterkt. De tendens van de belangrijkste suikerproducenten in de EU naar verticale en horizontale integratie is nog steeds aanwezig op de markt.

De bepaling van de markt voor witte suiker

(24)

Wat de relevante productmarkt betreft, bevestigde het marktonderzoek met betrekking tot Italië de eerdere besluiten van de Commissie waarin afzonderlijke productmarkten voor de levering van witte suiker aan verwerkende bedrijven en voor de levering van witte suiker aan detailhandelaren werden omschreven.

(25)

Uit het marktonderzoek is gebleken dat de omschakeling van de productie van witte suiker voor verkoop aan verwerkende bedrijven naar witte suiker voor verkoop aan detailhandelaren economisch misschien niet haalbaar is, zoals de aanmeldende partij beweerde, aangezien dit aanzienlijke investeringen kan vereisen en ook het risico om klanten te verliezen zou meebrengen. Vanuit het perspectief van de vraagzijde zijn de producten die aan de detailhandel en aan industriële afnemers worden verkocht ook in beperkte mate onderling inwisselbaar.

(26)

Met betrekking tot de relevante geografische markt bevestigde het marktonderzoek, in tegenstelling tot wat de aanmeldende partij beweerde, dat de geografische markt voor de levering van witte suiker een nationale markt is. Klanten en concurrenten in Italië bevestigden zowel eerdere besluiten van de Commissie als besluiten van de nationale mededingingsautoriteiten.

(27)

Aan de vraagzijde i) kopen industriële afnemers in de meeste gevallen van in Italië gevestigde leveranciers, hebben zij nationale contracten en kopen zij niet rechtstreeks uit het buitenland, ii) moeten de weinige grote spelers die transnationale aankopen van trans-Europese spelers doen „Italiaanse” prijzen voor hun Italiaanse aankopen betalen, iii) kopen industriële afnemers in eigen land, omdat een zekere en regelmatige levering en dus de nabijheid van opslagruimten van cruciaal belang zijn voor industriële verwerkers en detailhandelaren, en iv) hebben afnemers weliswaar meerdere bronnen, maar veranderen zij zelden van hoofdleverancier. Door deze kenmerken van de vraagzijde moeten leveranciers die met succes op de volledige markt voor industriële afnemers in Italië willen concurreren toegang hebben tot een vast klantenbestand, beschikken over een goed ontwikkeld netwerk voor distributie en logistiek en een goede kennis van de lokale en nationale marktomstandigheden hebben.

(28)

Aan de aanbodzijde i) zijn producenten van bietsuiker in Italië gebonden aan niet-verhandelbare vaste productiequota die op nationaal niveau zijn vastgesteld, ii) is de grote omvang van de invoer in Italië het rechtstreekse gevolg van het quotasysteem waardoor de productie van bietsuiker in Italië wordt beperkt en wijst deze op zich niet op concurrentiedruk van buitenlandse spelers op Italiaanse producenten, iii) zijn buitenlandse producenten in Italië hoofdzakelijk actief via joint ventures met gevestigde Italiaanse spelers, wat aangeeft dat de Italiaanse markt verschilt van andere markten in Europa, anders zouden de grote Europese producenten rechtstreeks in Italië verkopen en geen joint-ventureovereenkomsten aangaan waardoor zij hun winst moeten delen, iv) bestond de strategie van Südzucker er in Italië de laatste jaren in om met lage prijzen te concurreren, een strategie die duidelijk verschilt van die in Duitsland en Frankrijk, waar hoge prijzen werden aangehouden - op een markt die ruimer is dan de nationale markt zou transnationale arbitrage dergelijke afzonderlijke strategieën teniet hebben gedaan, v) worden in interne documenten van de partijen nationale afzetstrategieën per lidstaat beschreven, vi) worden in interne documenten van de partijen verkoopprogramma’s en prijsstelling op nationaal niveau beschreven, vii) worden de grenzen van de markt die met nationale grenzen samenvallen, bevestigd en versterkt door middel van niet-concurrentiebedingen met Italië als referentiegebied in joint-ventureovereenkomsten, en viii) wijst een verklaring van het Bundeskartellamt ook op een nationale afbakening van de markt voor Duitsland, met argumenten die even relevant en coherent zijn voor de Italiaanse markt.

(29)

Bovendien worden de prijsverschillen tussen Italië en Duitsland/Frankrijk niet door arbitrage weggewerkt, wat op dezelfde geografische markt kan worden verwacht, en wijzen aanzienlijke verschillen in marktaandelen tussen de lidstaten, zelfs wanneer het buurlanden zijn, op het bestaan van nationale markten omdat sprake is van nationale leverings- en productiestrategieën.

Ruwe rietsuiker

(30)

De markt voor de levering van ruwe rietsuiker is een upstreammarkt die zich vóór de markt voor de productie en levering van witte suiker in de EU bevindt. Beide partijen zijn actief op het gebied van de aanvoer/levering van ruwe rietsuiker aan Europese raffinaderijen (upstream) en op het gebied van de productie en levering van witte suiker in de EER (downstream).

De bepaling van de markt voor preferentiële ruwe rietsuiker

(31)

In overeenstemming met de bevindingen in de zaak ABF/Azucarera (zaak COMP/M.5449), werd geoordeeld dat de levering van ruwe rietsuiker een afzonderlijke relevante productmarkt vormt, die van de markt voor suikerbieten moet worden onderscheiden. Er kan evenwel niet worden uitgesloten dat een verder onderscheid moet worden gemaakt tussen regelingen voor preferentiële ruwe rietsuiker (met inbegrip van ruwe rietsuiker uit ACS-landen/MOL’s, CXL- en tariefcontingenten en -regelingen) en andere regelingen.

(32)

Wat de relevante geografische markt betreft, omvat de markt voor de aankoop van preferentiële ruwe rietsuiker ten minste de ACS-landen/MOL’s en kan deze ook de belangrijkste landen omvatten die ruwe rietsuiker leveren in het kader van preferentiële CXL- en tariefcontingenten en -rechten, zoals Brazilië, Cuba en Australië. De vraag of de markt nog ruimer - en eventueel zelfs wereldwijd - kan zijn, hoeft niet te worden beantwoord, omdat de voorgenomen transactie in elk geval geen ernstige twijfels doet rijzen, ongeacht de precieze omvang van de relevante geografische markt.

Melasse

(33)

Melasse is een bijproduct van de suikerraffinage en is niet aan regelgeving onderworpen. Er zijn twee soorten melasse, de ene wordt verkregen uit de verwerking van suikerriet (melasse van rietsuiker), de andere uit de verwerking van suikerbieten (melasse van suikerbieten).

De bepaling van de markt voor melasse

(34)

Het marktonderzoek leverde geen bevestiging voor de argumentatie van de partijen dat de relevante productmarkt voor melasse de levering van zowel melasse van suikerbieten als melasse van rietsuiker omvat, ongeacht de uiteindelijke toepassing. De vraag of de markt voor melasse verder moet worden gepreciseerd, kan echter worden opengelaten, aangezien geen mededingingsbezwaren zouden ontstaan, ongeacht hoe de markt precies wordt afgebakend.

(35)

Met betrekking tot de relevante geografische markt is de aanmeldende partij van mening dat de markt voor melasse ten minste de EER omvat. Het marktonderzoek was niet overtuigend wat de geografische omvang van de markt betreft. Hoewel het enkele aanwijzingen bevatte dat de markt - ten minste die voor melasse van suikerbieten - beperkter kan zijn dan de hele EER, zoals de aanmeldende partij had beweerd, toont het ook duidelijk aan dat, vanuit het perspectief van de afnemer, nationale grenzen niet relevant zijn bij het zoeken naar voorraden. Hoewel uit het marktonderzoek is gebleken dat de markt de hele EER kan beslaan, hoeft voor dit besluit de vraag naar de precieze omvang van de geografische markt voor melasse niet te worden beantwoord, omdat geen mededingingsbezwaren zouden ontstaan, ongeacht hoe deze markt wordt afgebakend (een EER-markt of een nationale markt).

B.   Beoordeling vanuit het oogpunt van de mededinging

Inleiding

(36)

De Commissie heeft een diepgaand onderzoek verricht naar de structuur en de werking van de markten voor de levering van witte suiker, voor de levering van ruwe rietsuiker en voor de levering van melasse waarop de voorgenomen transactie betrekking heeft. De Commissie is tot de bevinding gekomen dat de voorgenomen transactie waarschijnlijk zal resulteren in een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging door niet-gecoördineerde effecten en het scheppen van een machtspositie op de markt voor de levering van witte suiker aan verwerkende bedrijven in Italië.

1.   Levering van witte suiker

Italië

i)   Levering van witte suiker aan verwerkende bedrijven

Marktstructuur

(37)

Südzucker is de belangrijkste speler op de Italiaanse markt voor de levering van witte suiker aan verwerkende bedrijven. EDFM heeft samen met SFIR de controle over de verkoop van witte suiker van de raffinaderij van Brindisi aan verwerkende bedrijven en is ook een belangrijke speler op dezelfde productmarkt in Italië.

(38)

Bovendien zijn Südzucker en EDFM geografisch gezien naaste concurrenten. In tegenstelling tot hun concurrenten hebben beide ondernemingen opslagruimten en verkopen zij witte suiker aan verwerkende bedrijven en detailhandelaren in heel Italië.

(39)

Na de voorgenomen transactie zouden de partijen een groot gezamenlijk marktaandeel hebben van ten minste (50-60) % op de markt voor de verkoop van witte suiker aan verwerkende bedrijven in Italië met een significante vergroting van het marktaandeel (naar schatting ten minste (10-20) %).

(40)

In deze reeds geconcentreerde sector zal daarom verdere consolidatie plaatsvinden waardoor de mededinging tussen twee naaste concurrenten verder wordt uitgeschakeld en een marktleider wordt gecreëerd die niet kan worden geëvenaard door zijn concurrenten.

Capaciteitsbeperkingen

(41)

De voorgenomen transactie zou de twee meest dynamische en snelst groeiende spelers in Italië samenvoegen. Südzucker en EDFM zijn de twee concurrenten die het makkelijkst hun hoeveelheden/verkoopvolumes op de Italiaanse markt kunnen aanpassen.

(42)

Na de transactie zouden Südzucker en EDFM een motief en de mogelijkheid hebben om in Italië de hoeveelheden te beperken en de prijzen te verhogen.

(43)

Bovendien heeft het marktonderzoek aangetoond dat, niettegenstaande het feit dat sommige marktspelers wat betreft infrastructuur, klantenrelaties of bepaalde partnerschappen met een suikerleverancier stevig verankerd zijn, concurrenten in het geval van prijsstijgingen op de Italiaanse markt voor witte suiker een beperkte mogelijkheid zouden hebben om het aanbod te verhogen, maar hiertoe niet zouden worden geprikkeld en dit evenmin van plan zouden zijn.

(44)

De conclusie was dat zowel in als buiten Italië gevestigde concurrenten met capaciteitsbeperkingen te maken hebben en daarom waarschijnlijk hun aanvoer niet gaan verhogen als de prijzen stijgen en dus een dergelijk marktgedrag van de uit de concentratie ontstane entiteit niet zoals hierboven beschreven tegengaan.

Compenserende afnemersmacht

(45)

Aangezien Italië een land met een suikertekort is en de Italiaanse suikerprijzen hoog zijn ten opzichte van de suikerprijzen in andere EU-lidstaten, is de continuïteit van de aanvoer zowel kwantitatief als kwalitatief van cruciaal belang voor de afnemers.

(46)

Uit het marktonderzoek bleek dat de Italiaanse suikerafnemers van mening zijn dat zij niet over belangrijke afnemersmacht beschikken ten opzichte van hun suikerleveranciers en dat zij waarschijnlijk niet in de mogelijkheid zijn om van suikerleverancier te veranderen.

(47)

Daarom werd geconcludeerd dat er geen compenserende afnemersmacht aan de Italiaanse suikerafnemers kan worden toegeschreven ten opzichte van hun suikerleveranciers en dat zij in deze zin geen concurrentiedruk uitoefenen op de Italiaanse suikerproducenten/-leveranciers, waaronder de partijen.

Markttoetreding is onwaarschijnlijk

(48)

Het marktonderzoek leverde geen bevestiging voor de mening van de aanmeldende partij dat er geen belangrijke drempels zijn om deze markt te betreden.

(49)

Concurrenten beweerden dat de Italiaanse markt wordt gekenmerkt door betrekkelijk hoge drempels voor het betreden van de markt, waarbij de toegang tot grondstoffen de belangrijkste belemmering voor de markttoegang vormt op een markt met tekorten. Het marktonderzoek bevestigde ook dat de suikermarkt lokale kennis, distributiekanalen en hoge investeringskosten vereist.

(50)

Bovendien is uit het marktonderzoek geen enkele entiteit naar voren gekomen die interesse heeft om de markt voor de levering van witte suiker aan verwerkende bedrijven in Italië te betreden. Integendeel, ondernemingen verlaten de Italiaanse markt voor witte suiker door het gebrek aan essentiële grondstoffen.

(51)

Daarom werd geconcludeerd dat de toetreding tot de relevante markt niet waarschijnlijk is en niet tijdig zal kunnen gebeuren.

ii)   Levering van witte suiker aan detailhandelaren

(52)

Het gezamenlijke marktaandeel van de partijen bedraagt minder dan (30-40) % op de markt voor de levering van witte suiker aan detailhandelaren.

(53)

Het marktonderzoek heeft aangetoond dat de voorgenomen transactie de daadwerkelijke mededinging op de markt voor de levering van witte suiker aan detailhandelaren in Italië niet op significante wijze belemmert.

Griekenland

(54)

Het marktonderzoek heeft bevestigd dat EDFM geen witte suiker verkoopt in Griekenland. Wat betreft de kans dat EDFM in Griekenland een potentiële concurrent zou zijn, zijn er geen aanwijzingen dat het waarschijnlijk is dat EDFM de Griekse markt voor witte suiker in de nabije toekomst zal betreden.

2.   Levering van preferentiële ruwe rietsuiker

(55)

Ondanks de werkelijke schaarste van preferentiële ruwe rietsuiker die voor de EER beschikbaar is en ondanks het feit dat EDFM een belangrijke onafhankelijke speler op deze markt is, is het onwaarschijnlijk dat de voorgenomen transactie gevolgen voor de andere spelers zal hebben vanwege i) de kleine hoeveelheden en het lage percentage preferentiële ruwe rietsuiker van de partijen die momenteel aan derden wordt geleverd, ii) de aanwezigheid van een groot aantal reeds verticaal geïntegreerde spelers, iii) de steeds kleinere rol die EDFM de laatste jaren als onafhankelijke handelaar speelt, iv) de aanwezigheid van alternatieve gevestigde handelaren, met name voor de levering van CXL-suiker, die meteen de plaats van EDFM zouden kunnen innemen indien deze onderneming niet langer haar huidige hoeveelheden aan derde raffinaderijen zou leveren, en v) de mogelijk kleine vraag van Südzucker naar rechten- en contingentvrije (DFQF) ruwe rietsuiker voor zijn raffinaderijen.

(56)

Daarom wordt geconcludeerd dat de uit de concentratie ontstane entiteit de mogelijkheid noch het motief zal hebben om de toegang tot preferentiële ruwe rietsuiker als grondstof voor haar concurrenten op de downstreammarkt voor de productie van witte suiker af te schermen. Daarnaast zal de uit de concentratie ontstane entiteit vanwege het grote percentage van de verkoop voor intern gebruik van de partijen en de schaarste van preferentiële ruwe rietsuiker niet worden gestimuleerd, noch de mogelijkheid hebben om de toegang tot preferentiële ruwe rietsuiker voor EER-afnemers af te schermen.

3.   Levering van melasse

(57)

De activiteiten van de partijen overlappen elkaar wat betreft de levering van melasse aan zowel de fermentatie-industrie als landbouwers/afnemers van diervoeder. Afhankelijk van hoe de geografische markt wordt afgebakend, zouden zowel op EER-niveau als op nationaal niveau markten kunnen worden getroffen.

(58)

Indien de markt als EER-markt wordt gedefinieerd, zal de gefuseerde entiteit een marktaandeel van (30-40) % van de totale markt voor melasse (d.w.z. zowel melasse van suikerbieten als melasse van rietsuiker) voor alle toepassingen hebben. Indien de markt wordt afgebakend op basis van de toepassing van melasse, leidt de voorgenomen transactie dus niet tot een belangrijke wijziging van de marktstructuur voor de zeer volatiele vraag naar melasse in diervoeders. Wat de levering van melasse aan de fermentatie-industrie betreft, zal de uit de concentratie ontstane entiteit een gezamenlijk marktaandeel van ongeveer (40-50) % hebben (Südzucker (20-30) % en EDFM (10-20) %). Tijdens het marktonderzoek werden echter geen gemotiveerde bezwaren geuit met betrekking tot de gevolgen van de voorgenomen transactie voor afnemers uit de fermentatie-industrie.

(59)

In Oostenrijk overlappen de activiteiten van de partijen elkaar alleen voor de levering van melasse aan mengvoederproducenten. Tijdens het marktonderzoek hebben mengvoederfabrikanten aangegeven dat de voorgenomen transactie geen gevolgen zal hebben voor hun toegang tot melasse of voor de prijs ervan. De afnemers uit de fermentatie-industrie zijn belangrijk omdat zij voor een stabiele en betrouwbare vraag zorgen, waardoor het onwaarschijnlijk is dat de uit de concentratie ontstane entiteit zou kunnen handelen zonder met de klanten en de concurrenten rekening te houden.

(60)

In Tsjechië concurreren Südzucker en EDFM niet nauw met elkaar. Daarnaast heeft EDFM in Tsjechië een gebrek aan specifieke opslagcapaciteit voor melasse, wat de mogelijkheden van de onderneming beperkt om daar een belangrijke rol te spelen op een andere markt dan die voor de distributie van dit product.

(61)

In België leveren Südzucker en EDFM aan verschillende afnemers. Südzucker levert hoofdzakelijk aan afnemers in de fermentatie-industrie. Het marktonderzoek heeft bevestigd dat deze afnemers alternatieve leveranciers en knowhow hebben om alternatieve leveringen van derden op te zetten of rechtstreeks in landen buiten de EER aan te kopen. Wat diervoeders betreft, is het marktaandeel van EDFM vergelijkbaar met dat van andere handelaren op de markt. Tijdens het marktonderzoek heeft geen enkele categorie afnemers gemotiveerde bezwaren geuit.

(62)

In Frankrijk is EDFM in zeer beperkte mate aanwezig ((0-5) % van de totale verkoop van melasse); daarnaast heeft Südzucker een bescheiden marktaandeel van (20-30) %.

(63)

In Duitsland nemen Südzucker en EDFM slechts een klein percentage van de melasse voor de productie van diervoeder voor hun rekening. Wat betreft melasse voor de fermentatie-industrie zijn beide partijen op de markt aanwezig (Südzucker (20-30) % en EDFM (10-20) %) en ondervinden zij vergelijkbare concurrentie. Alle afnemers in de fermentatie-industrie hebben tijdens het marktonderzoek bevestigd dat zij momenteel hun melasse uit meerdere bronnen aankopen en dat zij alternatieve leveranciers zouden zoeken als de uit de concentratie ontstane entiteit een hogere prijs voor melasse zou vragen.

(64)

In Slowakije concurreren Südzucker en EDFM niet nauw met elkaar. De activiteiten van de partijen overlappen elkaar vooral wat betreft de levering van melasse aan landbouwers; deze hebben tijdens het marktonderzoek bevestigd dat zij gemakkelijk van melasse naar andere voedercomponenten kunnen overschakelen.

(65)

In het licht van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat de voorgenomen transactie waarschijnlijk niet tot mededingingsbezwaren leidt wat betreft de levering van melasse in de EER of op nationaal niveau.

V.   TOEZEGGINGEN

(66)

Om de mededingingsbezwaren die uit de voorgenomen transactie voortvloeiden weg te nemen, hebben de partijen overeenkomstig artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening toezeggingen gedaan. De aanvaarde definitieve toezeggingen die aan de door de Commissie vastgestelde mededingingsbezwaren tegemoet kwamen, werden op 30 maart 2012 ingediend.

(67)

De definitieve toezeggingen omvatten i) de afstoting door EDFM van alle aandelen die EDFM momenteel heeft in Brindisi, wat overeenkomt met (…) % van de uitstaande aandelen van Brindisi, en ii) de overdracht van het economische voordeel van de contracten voor de levering van ruwe rietsuiker. EDFM bood eveneens bepaalde garanties met betrekking tot de contracten voor de levering van ruwe rietsuiker.

(68)

Daarom verbinden de partijen zich ertoe om, naast de afstoting van de aandelen van EDFM in Brindisi, het economische voordeel van de contracten voor de levering van ruwe rietsuiker aan de nieuwe koper over te dragen, maar blijven zij vrij in de keuze van de middelen voor deze overdracht om te waarborgen dat Brindisi de uiteindelijke begunstigde blijft van de hoeveelheden en prijzen die momenteel in de contracten voor de levering van de ruwe rietsuiker zijn bepaald.

(69)

Het definitieve pakket corrigerende maatregelen neemt de vastgestelde mededingingsbezwaren op een duidelijke manier weg, aangezien het voorziet in i) de afstoting van de huidige deelname van EDFM in de raffinaderij van Brindisi en ii) de overdracht van het economische voordeel van de contracten voor de levering van ruwe rietsuiker.

VI.   CONCLUSIE

(70)

Om de bovengenoemde redenen is de conclusie van het besluit dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel daarvan niet op significante wijze zal belemmeren.

(71)

Derhalve dient de concentratie overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst verenigbaar te worden verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

27.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/19


Saneringsmaatregelen

Besluit tot vaststelling van saneringsmaatregelen ten aanzien van Societatea de Asigurare-Reasigurare ASTRA SA

(2014/C 160/09)

Openbaarmaking overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 2001/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 betreffende de sanering en de liquidatie van verzekeringsondernemingen.

Verzekeringsonderneming

Societatea de Asigurare-Reasigurare ASTRA SA, met statutaire zetel in str. Nerva Traian nr. 3, bl. M101, sector 3, Bucureşti, România, J40/305/1991, uniek registratienummer R 330904, ingeschreven in het register van verzekeraars onder RA-005 op 10 april 2003

Datum, inwerkingtreding en aard van het besluit

Besluit nr. 42 van 18 februari 2014 tot inleiding door de speciale bewindvoerder van de financiële saneringsprocedure ten aanzien van Societatea Asigurare-Reasigurare ASTRA SA

Bevoegde autoriteiten

Financiële toezichthoudende autoriteit (Autoritatea de Supraveghere Financiară, A.S.F), met hoofdkantoor in Splaiul Independenței nr. 15, sector 5, Bucureşti, România

Toezichthoudende autoriteit

Financiële toezichthoudende autoriteit (Autoritatea de Supraveghere Financiară, A.S.F), met hoofdkantoor in Splaiul Independenței nr. 15, sector 5, Bucureşti, România

Aangewezen bewindvoerder

KPMG Advisory SRL, uniek registratienummer 13204347, J40/6657/2000, Șos. București — Ploiești nr. 69-71, sector 1, Bucureşti, România, vertegenwoordigd in rechte door de heer Cristian Șerban Toader, met identiteitskaart reeks RR, nr. 687411, afgegeven door S.P.C.L.E.P., sector 4, op 22 juni 2010

Toepasselijke wetgeving

Roemenië

Noodbesluit nr. 93/2012 van de regering betreffende de oprichting, organisatie en werking van de financiële toezichthoudende autoriteit, goedgekeurd met wijzigingen en aanvullingen bij Wet nr. 113/2013, zoals later gewijzigd en aangevuld;

Wet nr. 503/2004 betreffende het financiële herstel, het faillissement en de vrijwillige ontbinding en liquidatie van verzekeringsondernemingen, opnieuw gepubliceerd;

Wet nr. 32/2000 betreffende het verzekeringsbedrijf en het toezicht op verzekeringsondernemingen, zoals later gewijzigd en aangevuld;

Besluit nr. 3122 van de voorzitter van de commissie voor financieel toezicht van 21 september 2005 houdende goedkeuring van de normen betreffende de rechten, de plichten en de bevoegdheden van de speciale bewindvoerder.


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europese Commissie

27.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/20


Opleiding Europese mededingingsrecht ten behoeve van nationale rechters en justitiële samenwerking tussen nationale rechters

(2014/C 160/10)

Een nieuwe oproep tot het indienen van voorstellen met betrekking tot de opleiding Europese mededingingsrecht ten behoeve van nationale rechters en justitiële samenwerking tussen nationale rechters is gepubliceerd worden op http://ec.europa.eu/competition/calls/proposals_open.html

Uiterste datum voor de ontvangst van de voorstellen: 29 augustus 2014.


Rectificaties

27.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/21


Rectificatie van Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken op 9 en 10 december 2013

( Publicatieblad van de Europese Unie C 376 van 21 december 2013 )

(2014/C 160/11)

In de inhoud en op bladzijde 3 in de titel:

in plaats van:

„Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken op 9 en 10 december 2013”,

te lezen:

„Ontwerpconclusies van de Raad, getiteld „Reflectie over moderne, responsieve en houdbare gezondheidszorgstelsels””.