|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 118 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
57e jaargang |
|
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Raad |
|
|
2014/C 118/01 |
||
|
2014/C 118/02 |
||
|
2014/C 118/03 |
||
|
2014/C 118/04 |
||
|
|
Europese Commissie |
|
|
2014/C 118/05 |
||
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
|
2014/C 118/06 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij |
|
|
2014/C 118/07 |
||
|
NL |
|
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
|
17.4.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 118/1 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 14 april 2014
houdende benoeming en vervanging van leden van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding
2014/C 118/01
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (1), en met name artikel 4,
Gezien de voordracht van de Kroatische regering,
Gezien de voordracht die door de Commissie is ingediend voor de categorie vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Besluit van 16 juli 2012 (2) heeft de Raad de leden van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding benoemd voor het tijdvak van 18 september 2012 tot en met 17 september 2015, |
|
(2) |
Voor Kroatië was een zetel van lid vacant, |
|
(3) |
In de raad van bestuur van bovengenoemd centrum is in de categorie vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties een zetel vrijgekomen voor Spanje, |
|
(4) |
In de raad van bestuur van bovengenoemd centrum is in de categorie vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties voor Letland een zetel vrijgekomen door het aftreden van mevrouw Marina SKLARA, |
|
(5) |
In de raad van bestuur van bovengenoemd centrum was in de categorie vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties een zetel vacant voor Kroatië, |
|
(6) |
De leden van de raad van bestuur van bovengenoemd centrum moeten worden benoemd voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 17 september 2015, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Enig artikel
Tot lid van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding worden voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 17 september 2015, benoemd:
REGERINGSVERTEGENWOORDIGERS
|
KROATIË |
mevrouw Katarina GRGEC |
VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKNEMERSORGANISATIES
|
SPANJE |
mevrouw Yolanda PONCE |
VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKGEVERSORGANISATIES
|
LETLAND |
mevrouw Inga ŠīNA |
|
KROATIË |
de heer Ivica ZELIĆ |
Gedaan te Luxemburg, 14 april 2014.
Voor de Raad
De voorzitter
A. TSAFTARIS
(1) PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1.
(2) PB C 228 van 31.7.2012, blz. 3.
|
17.4.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 118/3 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 14 april 2014
tot benoeming van een gewoon lid en plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats voor Kroatië
2014/C 118/02
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Besluit 2003/C 218/01 van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (1), en met name artikel 3,
Gezien de voordrachten die de regeringen van de lidstaten bij de Raad hebben ingediend,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij besluit van 22 april 2013 (2) heeft de Raad de gewone en de plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats benoemd voor het tijdvak van 22 april 2013 tot en met 28 februari 2016. |
|
(2) |
De regering van Kroatië heeft nieuwe voordrachten voor een aantal vacante zetels ingediend, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Tot gewoon lid en plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats worden benoemd voor de termijn die verstrijkt op 28 februari 2016:
VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKNEMERSORGANISATIES
|
Land |
Gewoon lid |
Plaatsvervangend lid |
|
Kroatië |
de heer Zdenko MUČNJAK |
mevrouw Gordana PALAJSA de heer Marko PALADA |
Artikel 2
De Raad zal de nog niet aangewezen gewone leden en plaatsvervangende leden later benoemen.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 14 april 2014.
Voor de Raad
De voorzitter
A. TSAFTARIS
(1) PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1.
(2) PB C 120 van 26.4.2013, blz. 7.
|
17.4.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 118/4 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 14 april 2014
tot benoeming van de gewone leden en plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats voor Griekenland en Roemenië
2014/C 118/03
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Besluit 2003/C 218/01 van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (1), en met name artikel 3,
Gezien de voordrachten die de regeringen van de lidstaten bij de Raad hebben ingediend,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij besluit van 22 april 2013 (2) heeft de Raad de gewone leden en plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats benoemd voor het tijdvak van 22 april 2013 tot en met 28 februari 2016. |
|
(2) |
De regeringen van Griekenland en Roemenië hebben nieuwe voordrachten ingediend voor een aantal vacante zetels, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Tot gewone leden en plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats worden benoemd voor de termijn die verstrijkt op 28 februari 2016:
I. VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKNEMERSORGANISATIES
|
Land |
Lid |
Plaatsvervanger |
|
Roemenië |
de heer Adrian CLIPII |
de heer Corneliu CONSTANTINOAIA de heer Dumitru FORNEA |
II. VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKGEVERSORGANISATIES
|
Land |
Lid |
Plaatsvervanger |
|
Griekenland |
de heer Christos KAVALOPOULOS |
de heer Pavlos KYRIAKONGONAS mevrouw Natassa AVLONITOU |
Artikel 2
De Raad zal de nog niet aangewezen gewone leden en plaatsvervangende leden later benoemen.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 14 april 2014.
Voor de Raad
De voorzitter
A. TSAFTARIS
(1) PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1.
(2) PB C 120 van 26.4.2013, blz. 7.
|
17.4.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 118/6 |
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van „Militaire vleugel van Hezbollah” (ook bekend als „Militaire vleugel van (respectievelijk) Hizballah, Hizbullah, Hizbollah, Hezballah, Hisbollah, Hizbu’llah, Hizb Allah” en „Raad van de Jihad”) (en alle daaraan rapporterende eenheden, waaronder de Externe Veiligheidsorganisatie)), die voorkomen op de lijst bedoeld in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, vermeld op de lijst in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 125/2014 van de Raad (1)
2014/C 118/04
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
In Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad (2) van 27 december 2001 is bepaald dat alle tegoeden, andere financiële activa en economische middelen die in het bezit zijn van de betrokken groep worden bevroren, en dat aan deze groep noch direct noch indirect tegoeden, andere financiële activa of economische middelen ter beschikking mogen worden gesteld.
De Raad heeft nieuwe informatie ontvangen die relevant is voor de plaatsing op de lijst van de bovengenoemde groep. Op grond van die nieuwe informatie heeft de Raad zijn motiveringen dienovereenkomstig gewijzigd.
De betrokken groep kan de Raad verzoeken zijn motivering voor haar handhaving op de bovengenoemde lijst aan haar mede te delen (voor zover deze niet reeds aan haar is medegedeeld). Dat verzoek dient te worden gericht aan het volgende adres:
|
Raad van de Europese Unie |
|
(t.a.v.: CP 931 designations) |
|
Wetstraat 175 |
|
1048 Brussel |
|
BELGIË |
|
e-mail: sanctions@consilium.europa.eu |
De betrokken groep kan te allen tijde, onder overlegging van eventuele bewijsstukken, de Raad verzoeken het besluit om haar op bovengenoemde lijst te plaatsen, te heroverwegen; deze verzoeken dienen aan bovengenoemd adres te worden gericht. Dergelijke verzoeken zullen worden behandeld wanneer zij worden ontvangen. In dat verband wordt de betrokken groep geattendeerd op de regelmatige evaluatie van de lijst door de Raad overeenkomstig artikel 1, lid 6, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB (3). Om bij de volgende toetsing te kunnen worden behandeld, dienen verzoeken vóór 16 mei 2014 te worden ingediend.
De betrokken groep wordt tevens geattendeerd op de mogelijkheid om tegen de verordening van de Raad beroep in te stellen voor het Gerecht van de Europese Unie, conform de voorwaarden van artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
De betrokken groep wordt erop geattendeerd dat zij een verzoek tot de in de bijlage bij de verordening opgenomen bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten) kan richten om een machtiging tot gebruik van bevroren tegoeden voor essentiële behoeften of specifieke betalingen te verkrijgen (zie artikel 5, lid 2, van de verordening).
(1) PB L 40 van 11.2.2014, blz. 9.
(2) PB L 344 van 28.12.2001, blz. 70.
(3) PB L 344 van 28.12.2001, blz. 93.
Europese Commissie
|
17.4.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 118/7 |
Wisselkoersen van de euro (1)
16 april 2014
2014/C 118/05
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,3840 |
|
JPY |
Japanse yen |
141,55 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4664 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,82390 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
9,0920 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,2169 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
|
|
NOK |
Noorse kroon |
8,2400 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
27,463 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
308,38 |
|
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,1956 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,4713 |
|
TRY |
Turkse lira |
2,9588 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,4788 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,5200 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
10,7320 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6098 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,7310 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 437,17 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
14,6138 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
8,6124 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,6245 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
15 829,21 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,4871 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
61,511 |
|
RUB |
Russische roebel |
49,8640 |
|
THB |
Thaise baht |
44,641 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
3,0827 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
18,0674 |
|
INR |
Indiase roepie |
83,5237 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
|
17.4.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 118/8 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij
2014/C 118/06
Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel.
|
Datum en tijdstip van sluiting |
27.3.2014 |
|
Duur |
27.3.2014-31.12.2014 |
|
Lidstaat |
Nederland |
|
Bestand of groep bestanden |
SRX/07D. |
|
Soort |
Roggen (Rajiformes) |
|
Gebied |
Uniewateren van VIId |
|
Vissersvaartuigtype(s) |
— |
|
Referentienummer |
05/TQ43 |
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
|
17.4.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 118/9 |
Bijwerking van de lijst van verblijfstitels bedoeld in artikel 2, punt 15, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB C 247 van 13.10.2006, blz. 1; PB C 153 van 6.7.2007, blz. 5; PB C 192 van 18.8.2007, blz. 11; PB C 271 van 14.11.2007, blz. 14; PB C 57 van 1.3.2008, blz. 31; PB C 134 van 31.5.2008, blz. 14; PB C 207 van 14.8.2008, blz. 12; PB C 331 van 21.12.2008, blz. 13; PB C 3 van 8.1.2009, blz. 5; PB C 64 van 19.3.2009, blz. 15; PB C 198 van 22.8.2009, blz. 9; PB C 239 van 6.10.2009, blz. 2; PB C 298 van 8.12.2009, blz.15; PB C 308 van 18.12.2009, blz. 20; PB C 35 van 12.2.2010, blz. 5; PB C 82 van 30.3.2010, blz. 26; PB C 103 van 22.4.2010, blz. 8; PB C 108 van 7.4.2011, blz. 6; PB C 157 van 27.5.2011, blz. 5; PB C 201 van 8.7.2011, blz. 1; PB C 216 van 22.7.2011, blz. 26; PB C 283 van 27.9.2011, blz. 7; PB C 199 van 7.7.2012, blz. 5; PB C 214 van 20.7.2012, blz. 7; PB C 298 van 4.10.2012, blz. 4; PB C 51 van 22.2.2013, blz. 6; PB C 75 van 14.3.2013, blz. 8; PB C 77 van 15.3.2014, blz. 4)
2014/C 118/07
De publicatie van de lijst van verblijfstitels bedoeld in artikel 2, punt 15, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (1) is gebaseerd op de informatie die door de lidstaten aan de Commissie wordt verstrekt overeenkomstig artikel 34 van de Schengengrenscode.
Naast de bekendmaking in het Publicatieblad wordt de lijst maandelijks bijgewerkt op de website van het directoraat-generaal Binnenlandse Zaken.
REPUBLIEK OOSTENRIJK
Vervanging van de informatie die is gepubliceerd in PB C 77 van 15.3.2014
Verblijfstitels als bedoeld in artikel 2, punt 15, onder a), van de Schengengrenscode:
I. Verblijfsvergunningen die overeenkomstig het uniform model van Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad (2) zijn afgegeven
|
— |
Aufenthaltstitel „Niederlassungsnachweis” im Kartenformat ID1 entsprechend den Gemeinsamen Maßnahmen aufgrund der Verordnung (EG) Nr. 1030/2002 des Rates vom 13. Juni 2002 zur einheitlichen Gestaltung des Aufenthaltstitels für Drittstaatsangehörige (in Österreich ausgegeben im Zeitraum 1.1.2003 bis 31.12.2005) (Verblijfstitel „Bewijs van vestiging” in kaartvorm ID 1 overeenkomstig de gemeenschappelijke optredens op grond van Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen (in Oostenrijk afgegeven tussen 1 januari 2003 en 31 december 2005)) |
|
— |
Aufenthaltstitel in Form der Vignette entsprechend den Gemeinsamen Maßnahmen aufgrund der Verordnung (EG) Nr. 1030/2002 des Rates vom 13. Juni 2002 zur einheitlichen Gestaltung des Aufenthaltstitels für Drittstaatsangehörige (in Österreich ausgegeben im Zeitraum 1.1.2005 bis 31.12.2005) (Verblijfstitel in de vorm van de zelfklever bedoeld in de gemeenschappelijke optredens op grond van Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen — in Oostenrijk afgegeven tussen 1 januari 2005 en 31 december 2005) |
|
— |
Aufenthaltstitel „Niederlassungsbewilligung”, „Familienangehöriger”, „Daueraufenthalt-EG”, „Daueraufenthalt-Familienangehöriger” und „Aufenthaltsbewilligung” im Kartenformat ID1 entsprechend den Gemeinsamen Maßnahmen aufgrund der Verordnung (EG) Nr. 1030/2002 des Rates vom 13. Juni 2002 zur einheitlichen Gestaltung des Aufenthaltstitels für Drittstaatsangehörige (in Österreich ausgegeben seit 1.1.2006) (Verblijfstitels die vallen onder „Vestigingsvergunning” (Niederlassungsbewilligung), „Gezinslid” (Familienangehörige), „Permanent verblijf EG” (Daueraufenthalt-EG), „Permanent verblijf-gezinslid” (Daueraufenthalt-Familienangehöriger) en „Verblijfsvergunning” (Aufenthaltsbewilligung) in kaartvorm ID1 overeenkomstig de gemeenschappelijke optredens op grond van Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen (in Oostenrijk afgegeven tussen 1 januari 2003 en 1 januari 2006) Bij de vermelding „verblijfsvergunning” (Aufenthaltsbewilligung) wordt telkens de specifieke bedoeling van het verblijf aangegeven. Een „verblijfsvergunning” (Aufenthaltsbewilligung) kan voor de volgende doeleinden worden verleend: buitenlandse werknemer met wisselende standplaats, gedetacheerde werknemer, zelfstandige, kunstenaar, bijzondere gevallen van arbeid in loondienst, scholier, student, medewerker sociale dienst, onderzoeker, gezinshereniging. De verblijfstitel „Vestigingsvergunning” (Niederlassungsbewilligung) kan worden verleend zonder nadere bijzonderheden of voor de volgende doeleinden: uitgezonderd beroepsactiviteit en familielid. De verblijftitels „Vestigingsvergunning” (Niederlassungsbewilligung) zijn in Oostenrijk afgegeven tot en met 30 juni 2011 voor de categorieën van buitenlandse werknemer met bijzondere kennis of bekwaamheden, onbeperkt en beperkt. De verblijfstitels „Permanent verblijf-EG” (Daueraufenthalt-EG) en „Permanent verblijf-gezinslid” (Daueraufenthalt-Familienangehöriger) zijn in Oostenrijk afgegeven tot 31 december 2013. De verblijfstitel „Verblijfsvergunning” (Aufenthaltsbewilligung) voor het doel „§ 69a van de Vestigings- en verblijfswet (NAG)” is in Oostenrijk afgegeven tot 31 december 2013. |
|
— |
Der Aufenthaltstitel „Rot-Weiß-Rot — Karte”, „Rot-Weiß-Rot — Karte plus” und „Blaue Karte EU” im Kartenformat ID1 entsprechend den Gemeinsamen Maßnahmen aufgrund der Verordnung (EG) Nr. 1030/2002 des Rates vom 13. Juni 2002 zur einheitlichen Gestaltung des Aufenthaltstitels für Drittstaatsangehörige (in Österreich ausgegeben seit 1.7.2011) (De „rood-wit-rood-kaart” [Rot-Weiß-Rot-Karte], de rood-wit-rood-kaart plus” Rot-Weiß-Rot-Karte plus] en de „blauwe EU-kaart” [Blaue Karte EU] in de vorm van de ID1-kaart overeenkomstig de gemeenschappelijke optredens op grond van Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen zijn in Oostenrijk afgegeven sinds 1 juli 2011) |
|
— |
Aufenthaltstitel „Daueraufenthalt-EU” entsprechend den Gemeinsamen Maßnahmen aufgrund der Verordnung (EG) Nr. 1030/2002 des Rates vom 13. Juni 2002 zur einheitlichen Gestaltung des Aufenthaltstitels für Drittstaatsangehörige (in Österreich ausgegeben seit 1.1.2014) Verblijfstitel „Permanent verblijf-EU” overeenkomstig de gemeenschappelijke optredens op grond van Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen (in Oostenrijk afgegeven sinds 1 januari 2014). |
II. Documenten die overeenkomstig Richtlijn 2004/38/EG (3) worden afgegeven (geen uniform model)
|
— |
„Aufenthaltskarte für Angehörige eines EWR-Bürgers” gemäß der Richtlinie 2004/38/EG für Drittstaatsangehörige, die Angehörige von unionsrechtlich aufenthaltsberechtigten EWR-Bürgern sind, zur Dokumentation des unionsrechtlichen Aufenthaltsrechts für mehr als drei Monate — entspricht nicht dem einheitlichen Format der Verordnung (EG) Nr. 1030/2002 des Rates vom 13. Juni 2002 zur einheitlichen Gestaltung des Aufenthaltstitels für Drittstaatsangehörige. (De verblijfstitel waarbij een verblijfsrecht in de Unie wordt toegekend van meer dan drie maanden voor familieleden van EER-onderdanen op grond van richtlijn 2004/38/EG stemt niet overeen met het standaardformaat in Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen). |
|
— |
„Daueraufenthaltskarte” gemäß der Richtlinie 2004/38/EG für Drittstaatsangehörige, die Angehörige eines EWR-Bürgers sind und das Recht auf Daueraufenthalt erworben haben, zur Dokumentation des unionsrechtlichen Rechts auf Daueraufenthalt — entspricht nicht dem einheitlichen Format der Verordnung (EG) Nr. 1030/2002 des Rates vom 13. Juni 2002 zur einheitlichen Gestaltung des Aufenthaltstitels für Drittstaatsangehörige. (De permanente verblijfskaart als bewijs van een communautair permanent verblijfsrecht van meer dan drie maanden voor familieleden van EER-onderdanen op grond van richtlijn 2004/38/EG stemt niet overeen met het standaardformaat in Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen). |
Andere documenten die de houder recht geven op verblijf in of terugkeer naar Oostenrijk (ingevolge artikel 2, punt 15, onder b), van de Schengengrenscode:
|
— |
Lichtbildausweis für Träger von Privilegien und Immunitäten in den Farben rot, gelb und blau, ausgestellt vom Bundesministerium europäische und internationale Angelegenheiten (Identiteitsbewijs met foto voor personen die privileges en immuniteiten genieten, in de kleuren rood, geel en blauw, afgegeven door het ministerie van Europese en Internationale Zaken) |
|
— |
Lichtbildausweis im Kartenformat für Träger von Privilegien und Immunitäten in den Farben rot, gelb, blau, grün, braun, grau und orange, ausgestellt vom Bundesministerium für europäische und internationale Angelegenheiten (Identiteitsbewijs met foto in cardvorm voor personen die privileges en immuniteiten genieten, in de kleuren rood, geel, blauw, groen, bruin, grijs en oranje, afgegeven door het ministerie van Europese en Internationale Zaken) |
|
— |
„Status des Asylberechtigten” gemäß § 7 AsylG 1997 in der Fassung BGBl. I Nr. 101/2003 (zuerkannt bis 31. Dezember 2005) — in der Regel dokumentiert durch einen Konventionsreisepass in Buchform im Format ID 3 (in Österreich ausgegeben im Zeitraum 1.1.1996 bis 27.8.2006) („Status van asielgerechtigde” overeenkomstig § 7 van de Asielwet van 1997, als bekendgemaakt in het Oostenrijkse Publicatieblad, deel I, nr. 101/2003 (toegekend tot 31 december 2005 — in de regel gedocumenteerd door middel van een Verdragspaspoort in boekvorm in het formaat ID 3 (in Oostenrijk afgegeven van 1 januari 1996 tot en met 27 augustus 2006)) |
|
— |
„Status des Asylberechtigten” gemäß § 3 AsylG 2005 (zuerkannt seit 1. Jänner 2006) — in der Regel dokumentiert durch einen Fremdenpass in Buchform im Format ID 3 (in Österreich ausgegeben seit 28.8.2006) („Status van asielgerechtigde” overeenkomstig § 3 van de asielwet van 2005 (toegekend sedert 1 januari 2006) — in de regel gedocumenteerd door middel van een vreemdelingenpaspoort in boekvorm in het formaat ID 3 (in Oostenrijk afgegeven sedert 28 augustus 2006)) |
|
— |
„Status des subsidiär Schutzberechtigten” gemäß § 8 AsylG 1997 in der Fassung BGBl. I Nr. 101/2003 (zuerkannt bis 31. Dezember 2005) — in der Regel dokumentiert durch Konventionsreisepass in Buchform im Format ID 3 mit integriertem elektronischen Mikrochip (in Österreich ausgegeben im Zeitraum 1.1.1996 bis 27.8.2006) („Status van subsidiair beschermde” overeenkomstig § 8 van de Asielwet van 1997, als bekendgemaakt in het Oostenrijks Publicatieblad, deel I, nr. 101/2003 (toegekend tot 31 december 2005) — in de regel gedocumenteerd door middel van een Verdragspaspoort in boekvorm in het formaat ID 3 met geïntegreerde microchip (in Oostenrijk afgegeven van 1 januari 1996 tot en met 27 augustus 2006)) |
|
— |
„Status des subsidiär Schutzberechtigten” gemäß § 8 AsylG 2005 (zuerkannt seit 1. Jänner 2006) — in der Regel dokumentiert durch Fremdenpass in Buchform im Format ID 3 mit integriertem elektronischen Mikrochip (in Österreich ausgegeben seit 28.8.2006) oder durch eine Karte für subsidiär Schutzberechtigte gemäß § 52 AsylG 2005 („Status van subsidiair beschermde” overeenkomstig § 8 van de Asielwet van 2005 (toegekend sedert 1 januari 2006) — in de regel gedocumenteerd door middel van een vreemdelingenpaspoort in boekvorm in het formaat ID 3 met geïntegreerde microchip (in Oostenrijk afgegeven sedert 28 augustus 2006) of door kaarten voor personen met de „status van subsidiair beschermde” overeenkomstig § 52 van de Asielwet van 2005) |
|
— |
Liste der Reisenden für Schülerreisen innerhalb der Europäischen Union im Sinne des Beschlusses des Rates vom 30. November 1994 über die gemeinsame Maßnahme über Reiseerleichterungen für Schüler von Drittstaaten mit Wohnsitz in einem Mitgliedstaat (Reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie in de zin van het besluit van de Raad van 30 november 1994 betreffende een gemeenschappelijk optreden ter vereenvoudiging van het reizen voor scholieren uit derde landen die in een lidstaat verblijven) |
|
— |
„Beschäftigungsbewilligung” nach dem Ausländerbeschäftigungsgesetz mit einer Gültigkeitsdauer bis zu sechs Monaten in Verbindung mit einem gültigen Reisedokument („Arbeidsvergunning” overeenkomstig de Wet Arbeid Vreemdelingen met een geldigheidsduur van maximaal zes maanden, in combinatie met een geldig reisdocument) |
|
— |
Unbefristeter Aufenthaltstitel — erteilt in Form eines gewöhnlichen Sichtvermerks gemäß § 6 Abs. 1 Z. 1 FrG 1992 (von Inlandsbehörden sowie Vertretungsbehörden bis 31.12.1992 in Form eines Stempels ausgestellt) (Permanente verblijfsvergunning — afgegeven in de vorm van een gewoon visum op grond van § 6, lid 1, onder 1), van de Vreemdelingenwet van 1992 [FrG] (tot 31 december 1992 afgegeven door de Oostenrijkse binnenlandse diensten en de buitenlandse vertegenwoordigingen in de vorm van een stempel) |
|
— |
Aufenthaltstitel in Form einer grünen Vignette bis Nr. 790.000 (Verblijfstitel in de vorm van een groene zelfklever tot nr. 790.000) |
|
— |
Aufenthaltstitel in Form einer grün-weißen Vignette ab Nr. 790.001 (Verblijfstitel in de vorm van een groen/witte zelfklever vanaf nr. 790.001) |
|
— |
Aufenthaltstitel in Form der Vignette entsprechend der Gemeinsamen Maßnahme 97/11/JI des Rates vom 16. Dezember 1996, Amtsblatt L 7 vom 10.1.1997 zur einheitlichen Gestaltung der Aufenthaltstitel (in Österreich ausgegeben im Zeitraum 1.1.1998 bis 31.12.2004) (Verblijfstitel in de vorm van de zelfklever bedoeld in Gemeenschappelijk Optreden 97/11/JBZ van de Raad van 16 december 1996 (PB L 7 van 10.1.1997, blz. 1), inzake een uniform model voor verblijfstitels (in Oostenrijk afgegeven tussen 1 januari 1998 en 31 december 2004)). |
(1) PB L 105 van 13.4.2006, blz. 1.
(2) PB L 157 van 15.6.2002, blz. 1.
(3) PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77.