ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2014.044.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 44

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

57e jaargang
15 februari 2014


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2014/C 044/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.7136 — Marubeni/INCJ/AGS) ( 1 )

1

2014/C 044/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.7047 — Microsoft/Nokia) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2014/C 044/03

Besluit van de Raad van 28 januari 2014 houdende benoeming en vervanging van leden van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

2

2014/C 044/04

Besluit van de Raad van 11 februari 2014 houdende benoeming van een adjunct-directeur van Europol

3

 

Europese Commissie

2014/C 044/05

Wisselkoersen van de euro

4

2014/C 044/06

Besluit van de Commissie van 11 februari 2014 inzake de feestdagen en vrije dagen voor 2015 bij de instellingen van de Europese Unie

5

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2014/C 044/07

Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

6

2014/C 044/08

Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

6

2014/C 044/09

Mededeling van het ministerie van Economische ontwikkeling van de Italiaanse republiek overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

7


 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2014/C 044/10

Bericht van inleiding van een antisubsidieprocedure betreffende de invoer van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit Turkije

9

2014/C 044/11

Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit Turkije

18

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2014/C 044/12

Intrekking van een aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.7144 — Apollo/Fondo de Garantía de Depósitos de Entidades de Crédito/Synergy) ( 1 )

27


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

15.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.7136 — Marubeni/INCJ/AGS)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 44/01)

Op 7 februari 2014 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32014M7136. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


15.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.7047 — Microsoft/Nokia)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 44/02)

Op 4 december 2013 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32013M7047. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

15.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/2


BESLUIT VAN DE RAAD

van 28 januari 2014

houdende benoeming en vervanging van leden van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

(2014/C 44/03)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (1), en met name artikel 4,

Gezien de voordrachten die door de Commissie bij de Raad zijn ingediend voor de categorie vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij besluit van 16 juli 2012 (2) heeft de Raad de leden van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding benoemd voor het tijdvak van 18 september 2012 tot en met 17 september 2015.

(2)

In de categorie vertegenwoordigers van de werknemers van de raad van bestuur van bovengenoemd centrum is een zetel van lid vrijgekomen voor Spanje,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

Wordt benoemd tot lid van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 17 september 2015:

VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKGEVERSORGANISATIES:

SPANJE

mevrouw Gema TORRES

Gedaan te Brussel, 28 januari 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

G. STOURNARAS


(1)  PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1.

(2)  PB C 228 van 31.7.2012, blz. 3.


15.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/3


BESLUIT VAN DE RAAD

van 11 februari 2014

houdende benoeming van een adjunct-directeur van Europol

(2014/C 44/04)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Besluit van de Raad tot oprichting van de Europese Politiedienst (Europol) (1), en met name artikel 38,

Handelend als het gezag dat bevoegd is tot aanstelling van de adjunct-directeuren van Europol,

Gezien het advies van de raad van bestuur,

Gezien het meerjarig personeelsbeleidsplan van Europol voor 2014-2016, met name de punten 2.2 en 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Vanwege het verstrijken van de ambtsperiode van de bij Besluit van de Raad van 9 oktober 2009 (2) benoemde adjunct-directeur van Europol, dient een adjunct-directeur te worden benoemd.

(2)

In het Besluit van de raad van bestuur van Europol houdende vaststelling van de regels inzake de selectie, de verlenging van de ambtsperiode en het ontslag van de directeur en de adjunct-directeuren van Europol (3), zijn bijzondere bepalingen vastgesteld betreffende de selectieprocedures voor de directeur of een adjunct-directeur van Europol.

(3)

De raad van bestuur heeft de Raad een eerste selectie van geschikte kandidaten voorgelegd, samen met het volledige sollicitatiedossier van elk van deze kandidaten en de volledige lijst van alle in aanmerking komende kandidaten.

(4)

Op basis van alle door de raad van bestuur verstrekte informatie ter zake wenst de Raad de kandidaat te benoemen die volgens hem voldoet aan alle eisen voor het bekleden van de vacante post van adjunct-directeur,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De heer Wilhelmus Martinus VAN GEMERT wordt benoemd tot adjunct-directeur van Europol van 1 mei 2014 tot en met 30 april 2018 in rang AD 13, salaristrap 1.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de vaststelling ervan.

Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 11 februari 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

E. VENIZELOS


(1)  PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37.

(2)  PB C 249 van 17.10.2009, blz. 5.

(3)  PB L 348 van 29.12.2009, blz. 3.


Europese Commissie

15.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/4


Wisselkoersen van de euro (1)

14 februari 2014

(2014/C 44/05)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3707

JPY

Japanse yen

139,48

DKK

Deense kroon

7,4620

GBP

Pond sterling

0,82035

SEK

Zweedse kroon

8,8486

CHF

Zwitserse frank

1,2221

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,3550

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,436

HUF

Hongaarse forint

309,05

LTL

Litouwse litas

3,4528

PLN

Poolse zloty

4,1495

RON

Roemeense leu

4,4850

TRY

Turkse lira

2,9962

AUD

Australische dollar

1,5176

CAD

Canadese dollar

1,5017

HKD

Hongkongse dollar

10,6306

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6379

SGD

Singaporese dollar

1,7289

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 453,10

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,9803

CNY

Chinese yuan renminbi

8,3162

HRK

Kroatische kuna

7,6560

IDR

Indonesische roepia

16 208,53

MYR

Maleisische ringgit

4,5160

PHP

Filipijnse peso

61,102

RUB

Russische roebel

48,0840

THB

Thaise baht

44,296

BRL

Braziliaanse real

3,2837

MXN

Mexicaanse peso

18,1673

INR

Indiase roepie

84,9080


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


15.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/5


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 11 februari 2014

inzake de feestdagen en vrije dagen voor 2015 bij de instellingen van de Europese Unie

(2014/C 44/06)

LIJST VAN FEESTDAGEN EN VRIJE DAGEN VOOR 2015

1 januari

Nieuwjaarsdag (donderdag)

2 januari

Dag na Nieuwjaar (vrijdag)

2 april

Witte Donderdag

3 april

Goede Vrijdag

6 april

Paasmaandag

1 mei

Dag van de Arbeid (vrijdag)

14 mei

Hemelvaartsdag (donderdag)

15 mei

Dag na Hemelvaartsdag (vrijdag)

25 mei

Pinkstermaandag

21 juli

Nationale feestdag van België (dinsdag)

2 november

Allerzielen (maandag)

24 december

tot en met

31 december

(woensdag)

6 eindejaarsdagen

(woensdag)

TOTAL

17 dagen

Luxemburg: dezelfde dagen als voor Brussel, behalve dinsdag 21 juli die wordt vervangen door dinsdag 23 juni, de nationale feestdag van Luxemburg.

Op maandag 4 januari 2016 wordt het werk hervat.

Zonder vooruit te lopen op de vaststelling van de vrije dagen voor 2016, wordt vrijdag 1 januari 2016 aangemerkt als een vrije dag.

De Commissie behoudt zich het recht voor om bovenstaand schema in het belang van de dienst te wijzigen.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

15.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/6


Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

(2014/C 44/07)

Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:

Datum en tijdstip van sluiting

19.12.2013

Duur

19.12.2013-31.12.2013

Lidstaat

Europese Unie (alle lidstaten)

Bestand of groep bestanden

YEL/N3LNO.

Soort

Geelstaartschar (Limanda ferruginea)

Gebied

NAFO 3LNO

Vissersvaartuigtype(s)

Referentienummer

87/TQ40


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.


15.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/6


Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

(2014/C 44/08)

Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:

Datum en tijdstip van sluiting

17.12.2013

Duur

17.12.2013-31.12.2013

Lidstaat

België

Bestand of groep bestanden

SRX/2AC4-C

Soort

Roggen (Rajiformes)

Gebied

EU-wateren van IIa en IV

Vissersvaartuigtype(s)

Referentienummer

86/TQ39


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.


15.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/7


Mededeling van het ministerie van Economische ontwikkeling van de Italiaanse republiek overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

(2014/C 44/09)

Het ministerie van Economische ontwikkeling deelt mede dat het van de onderneming Global MED, LLC een verzoek heeft ontvangen voor het verlenen van een vergunning voor de exploratie van koolwaterstoffen, doorgaans „d 85 F.R-.GM” genoemd, voor een gebied in de mariene zone F (Ionische Zee) afgebakend door de meridiaan- en breedtecirkelsegmenten waarvan de hoekpunten met de volgende geografische coördinaten hieronder worden aangegeven:

Hoekpunt

Geografische coördinaten

Oosterlengte Greenwich

Noorderbreedte

a

17°44′

39°21′

b

17°50′

39°21′

c

17°50′

39°19′

d

17°52′

39°19′

e

17°52′

39°16′

f

17°54′

39°16′

g

17°54′

39°13′

h

17°56′

39°13′

i

17°56′

39°08′

l

17°58′

39°08′

m

17°58′

39°03′

n

18°01′

39°03′

o

18°01′

38°58′

p

17°44′

38°58′

Deze coördinaten zijn bepaald overeenkomstig de nationale cartografie van het Italiaanse „Istituto Geografico Militare” (IGM) – Blad nr. 919 van de kaart van Italië met schaal 1:250 000.

De binnen deze afbakening omschreven oppervlakte bedraagt 748,60 km2.

Overeenkomstig de hierboven genoemde richtlijn, artikel 4 van wetgevingsbesluit nr. 625 van 25 november 1996, het ministerieel besluit van 4 maart 2011 en het besluit van de directie van 22 maart 2011 publiceert het ministerie van Economische Ontwikkeling een mededeling om het voor andere geïnteresseerden mogelijk te maken een concurrerende aanvraag voor een vergunning voor de exploratie van koolwaterstoffen in het gebied, afgebakend door bovenstaande coördinaten, in te dienen.

De voor de afgifte van de exploratievergunning bevoegde instantie is het ministerie van Economische ontwikkeling, departement voor Energie, algemene directie Minerale rijkdommen en Energie, afdeling IV (Ministero dello sviluppo economico — Dipartimento per l'Energia — Direzione generale delle risorse minerarie ed energetiche — Divisione VI).

De regels voor de afgifte van mijnbouwvergunningen worden nader gespecificeerd in de onderstaande wet- en regelgeving:

Wet nr. 613 van 21 juli 1967; Wet nr. 9 van 9 januari 1991; Wetgevingsbesluit nr. 625 van 25 november 1996; ministerieel besluit van 4 maart 2011 en directiebesluit van 22 maart 2011.

De termijn voor het indienen van aanvragen is 3 maanden na publicatie van de onderhavige mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Na deze termijn ingediende aanvragen worden niet in aanmerking genomen.

Aanvragen moeten worden toegezonden op het volgende adres:

Ministero dello sviluppo economico

Dipartimento per l’energia

Direzione generale delle risorse minerarie ed energetiche

Divisione VI

Via Molise 2

00187 Roma RM

ITALIA

De aanvraag kan ook worden ingediend door de aanvraagdocumenten, digitaal ondertekend door een wettelijk vertegenwoordiger van de aanvragende vennootschap, in elektronische vorm als posta elettronica certificata (PEC) op te sturen naar het volgende e-mailadres ene.rme.div6@pec.sviluppoeconomico.gov.it

In de zin van decreet nr. 22 van de voorzitter van de Ministerraad van 22 december 2010, bijlage A, punt 2, neemt de procedure voor het verlenen van de exploratievergunning in totaal maximaal 180 dagen in beslag.


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

15.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/9


Bericht van inleiding van een antisubsidieprocedure betreffende de invoer van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit Turkije

(2014/C 44/10)

De Europese Commissie („de Commissie”) heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (1) („de basisverordening”), volgens welke de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met subsidiëring van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit Turkije.

1.   Klacht

De klacht werd op 3 januari 2014 ingediend door de Deense vereniging voor aquacultuur („de klager”) namens producenten die meer dan 25 % van de totale productie van bepaalde regenboogforel in de Unie voor hun rekening nemen.

2.   Onderzocht product

Dit onderzoek heeft betrekking op regenboogforel (Oncorhynchus mykiss) levend, vers, gekoeld, bevroren of gerookt, in gehele staat (met kop en kieuwen, doch ontdaan van ingewanden („gutted”), wegende 1,2 kg of minder per stuk, of ontdaan van de kop („heads off”) en van ingewanden of kieuwen („gilled or gutted”) (wegende 1 kg of minder per stuk), dan wel in de vorm van filets (wegende 400 g of minder per stuk).

3.   De bewering dat er sprake is van subsidiëring

Het product dat met subsidiëring zou worden ingevoerd, is het onderzochte product, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 0301 91 90, ex 0302 11 80, ex 0303 14 90, ex 0304 42 90, ex 0304 82 90 en ex 0305 43 00, van oorsprong uit Turkije („het betrokken land”). Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.

Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijkt dat de producenten van het onderzochte product van oorsprong uit Turkije een aantal subsidies hebben ontvangen van de Turkse overheid.

De subsidies bestaan onder meer uit staatssteun voor investeringen in de aquacultuursector, rechtstreekse subsidies aan forelproducenten, gesubsidieerde leningen en verzekeringen voor forelproducenten en subsidies voor vissersboten. De Commissie behoudt zich het recht voor een onderzoek in te stellen naar andere subsidies die uit het onderzoek zouden blijken.

Er wordt aangevoerd dat het bij de bovengenoemde regelingen om subsidies gaat, aangezien hierbij een financiële bijdrage van de Turkse overheid of van regionale overheden, inclusief overheidsinstanties, wordt geleverd, waardoor de ontvangers een voordeel verkrijgen. Deze bijdragen zouden beperkt zijn tot bepaalde ondernemingen in de aquacultuursector en/of tot bepaalde regio's; zij zijn bijgevolg specifiek en geven aanleiding tot compenserende maatregelen.

4.   Bewering dat er sprake is van schade en oorzakelijk verband

De klager heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product uit het betrokken land zowel in absolute cijfers als qua marktaandeel is gestegen.

Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijkt dat de hoeveelheid waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product wordt ingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebben gehad op de door de bedrijfstak van de Unie verkochte hoeveelheden, het niveau van de aangerekende prijzen en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie, waardoor de bedrijfsresultaten van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk zijn verslechterd.

5.   De procedure

Daar de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité heeft vastgesteld dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden, opent zij hierbij een onderzoek overeenkomstig artikel 10 van de basisverordening.

Onderzocht zal worden of het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land wordt gesubsidieerd en of door de invoer met subsidiëring schade is ontstaan voor de bedrijfstak van de Unie. Als de conclusies bevestigend zijn, zal in het onderzoek worden nagegaan of het niet tegen het belang van de Unie is maatregelen in te stellen.

De Turkse regering werd uitgenodigd voor overleg.

5.1.    De procedure voor het vaststellen van subsidiëring

Producenten-exporteurs (2) van het onderzochte product uit Turkije en de autoriteiten van het betrokken land wordt verzocht om mee te werken aan het onderzoek van de Commissie.

5.1.1.   Onderzoek van de producenten-exporteurs

a)   Steekproef

Mogelijk is een groot aantal producenten-exporteurs in Turkije bij deze procedure betrokken. Om het onderzoek toch binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, kan de Commissie haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten contact opnemen binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van het betrokken land en eventueel ook met haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten-exporteurs, indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land, mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van het betrokken land.

Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

Onverminderd de toepassing van artikel 28 van de basisverordening worden ondernemingen die hebben ingestemd met hun mogelijke opname in de steekproef maar niet worden geselecteerd, geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”). Onverminderd punt b) hieronder zal het compenserende recht dat kan worden toegepast op de invoer van de niet in de steekproef opgenomen meewerkende producenten-exporteurs niet hoger zijn dan de gewogen gemiddelde subsidiemarge die is vastgesteld voor de producenten-exporteurs in de steekproef (3).

b)   Individuele subsidiemarge voor ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen

Niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs kunnen de Commissie uit hoofde van artikel 27, lid 3, van de basisverordening verzoeken voor hen een individuele subsidiemarge vast te stellen. De producenten-exporteurs die om een individuele subsidiemarge willen verzoeken, moeten een vragenlijst aanvragen en deze, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef naar behoren ingevuld terugzenden.

Producenten-exporteurs die een individuele subsidiemarge aanvragen, dienen zich er echter van bewust te zijn dat de Commissie kan besluiten geen individuele subsidiemarge vast te stellen, bijvoorbeeld als het aantal producenten-exporteurs zo groot is dat een dergelijke vaststelling een onredelijke belasting zou vormen en de tijdige afronding van het onderzoek zou belemmeren.

5.1.2.   Onderzochte niet-verbonden importeurs  (4)  (5)

Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit Turkije in de Unie invoeren, wordt verzocht aan het onderzoek deel te nemen.

Gezien het potentieel grote aantal bij deze procedure betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat — tenzij anders aangegeven — uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht gevraagde informatie over hun onderneming verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan alle haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

5.2.    Procedure voor het vaststellen van schade en voor het onderzoek van de producenten in de Unie

De vaststelling van de schade vindt plaats op basis van positief bewijsmateriaal en houdt een objectief onderzoek in van de omvang van de invoer met subsidiëring, het effect ervan op de prijzen in de Unie en de gevolgen van deze invoer voor de bedrijfstak van de Unie. Teneinde vast te stellen of de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade heeft geleden, wordt de producenten van het onderzochte product in de Unie verzocht aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

5.2.1.   Onderzoek van de producenten in de Unie

Gezien het grote aantal bij deze procedure betrokken producenten in de Unie heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening samengesteld.

De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Belanghebbenden wordt verzocht het dossier te raadplegen (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.6). Andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen. Belanghebbenden die andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie mededelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

5.3.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt vastgesteld dat er inderdaad subsidiëring plaatsvindt en dat daardoor schade wordt veroorzaakt, zal uit hoofde van artikel 31 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of de instelling van antisubsidiemaatregelen niet in strijd zou zijn met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht contact op te nemen binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie binnen 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 31 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

5.4.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.5.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld een verzoek worden ingediend om te worden gehoord.

5.6.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, zoals bepaald in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het Directoraat-Generaal Handel: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/june/tradoc_148003.pdf

Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen

Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in deze verordening gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” en moeten overeenkomstig artikel 29, lid 2, van Verordening (EG) nr. 597/2009 vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „For inspection by interested parties”.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N105 08/020

1049 Brussel

BELGIË

E-mail subsidie: Trade-Trout-Subsidy@ec.europa.eu

E-mail schade: Trade-Trout-Injury@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, kan deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur voor het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende houden en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden organiseren waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere subsidiëring, schade, oorzakelijk verband en het belang van de Unie. Een dergelijke hoorzitting vindt normaliter uiterlijk aan het einde van de vierde week na de mededeling van de voorlopige bevindingen plaats.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/degucht/contact/hearing-officer/

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 9, van de basisverordening binnen 13 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten. Overeenkomstig artikel 12, lid 1, van de basisverordening kunnen tot uiterlijk negen maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden ingesteld.

9.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6).


(1)  PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93.

(2)  Onder producent-exporteur wordt verstaan een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product vervaardigt en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks hetzij via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.

(3)  Ingevolge artikel 15, lid 3, van de basisverordening wordt geen rekening gehouden met nihil- noch met minimale bedragen van subsidies waartegen compenserende maatregelen kunnen worden ingesteld noch met de bedragen van dergelijke subsidies die onder de in artikel 28 van de basisverordening bedoelde omstandigheden werden vastgesteld.

(4)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Overeenkomstig artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek worden personen slechts geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn in elkaars ondernemingen; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) enig persoon, hetzij rechtstreeks of zijdelings, 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden bezit, controleert of houdt; e) één van hen direct of indirect zeggenschap over de anderen heeft; f) beiden, rechtstreeks of zijdelings, worden gecontroleerd door een derde persoon; g) zij samen, rechtstreeks of zijdelings, een derde persoon controleren; of h) zij tot dezelfde familie behoren. Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwagers en schoonzusters (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1). In deze context worden onder persoon zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.

(5)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van subsidiëring.

(6)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE I

Image

Image


BIJLAGE II

Image

Image


15.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/18


Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit Turkije

(2014/C 44/11)

De Europese Commissie („de Commissie”) heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende bescherming tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), volgens welke de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit Turkije.

1.   Klacht

De klacht werd op 3 januari 2014 ingediend door de Deense vereniging voor aquacultuur („de klager”) namens producenten die meer dan 25 % van de totale productie van bepaalde regenboogforel in de Unie voor hun rekening nemen.

2.   Onderzocht product

Dit onderzoek heeft betrekking op regenboogforel (Oncorhynchus mykiss) levend, vers, gekoeld, bevroren of gerookt, in gehele staat (met kop en kieuwen, doch ontdaan van ingewanden („gutted”), wegende 1,2 kg of minder per stuk, of ontdaan van de kop („heads off”) en van ingewanden of kieuwen („gilled or gutted”) (wegende 1 kg of minder per stuk), dan wel in de vorm van filets (wegende 400 g of minder per stuk).

3.   De bewering dat er sprake is van dumping

Het product dat met dumping zou worden ingevoerd, is het onderzochte product, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 0301 91 90, ex 0302 11 80, ex 0303 14 90, ex 0304 42 90, ex 0304 82 90 en ex 0305 43 00, van oorsprong uit Turkije („het betrokken land”). Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.

De bewering dat er sprake is van dumping uit Turkije is gebaseerd op een vergelijking van de binnenlandse prijs met de prijs bij uitvoer (af fabriek) van het onderzochte product bij uitvoer.

Op deze basis zijn de voor het betrokken land berekende dumpingmarges aanzienlijk.

4.   Bewering dat er sprake is van schade en oorzakelijk verband

De klager heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product uit het betrokken land zowel in absolute cijfers als qua marktaandeel is gestegen.

Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijkt dat de hoeveelheid waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product wordt ingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebben gehad op de door de bedrijfstak van de Unie verkochte hoeveelheden, het niveau van de aangerekende prijzen en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie, waardoor de bedrijfsresultaten van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk zijn verslechterd.

5.   De procedure

Daar de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité heeft vastgesteld dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden, opent zij hierbij een onderzoek overeenkomstig artikel 5 van de basisverordening.

Onderzocht zal worden of het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land met dumping wordt verkocht en of door de invoer met dumping schade is ontstaan voor de bedrijfstak van de Unie. Als de conclusies bevestigend zijn, zal in het onderzoek worden nagegaan of het niet tegen het belang van de Unie is maatregelen in te stellen.

5.1.    De procedure voor het vaststellen van dumping

Producenten-exporteurs (2) van het onderzochte product uit het betrokken land wordt verzocht om mee te werken aan het onderzoek van de Commissie.

5.1.1.   Onderzoek van de producenten-exporteurs

a)   Steekproef

Mogelijk is een groot aantal producenten-exporteurs in Turkije bij deze procedure betrokken. Om het onderzoek toch binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, kan de Commissie haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten contact opnemen binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van het betrokken land en eventueel ook met haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten-exporteurs, indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land, mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van het betrokken land.

Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

Onverminderd de eventuele toepassing van artikel 18 van de basisverordening worden ondernemingen die hebben ingestemd met hun mogelijke opname in de steekproef maar niet worden geselecteerd, geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”). Onverminderd punt b) hieronder zal het antidumpingrecht dat kan worden toegepast op de invoer van de niet in de steekproef opgenomen meewerkende producenten-exporteurs niet hoger zijn dan de gewogen gemiddelde dumpingmarge die is vastgesteld voor de producenten-exporteurs in de steekproef (3).

b)   Individuele dumpingmarge voor ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen

Niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs kunnen de Commissie uit hoofde van artikel 17, lid 3, van de basisverordening verzoeken voor hen een individuele dumpingmarge („individuele dumpingmarge”) vast te stellen. De producenten-exporteurs die om een individuele dumpingmarge willen verzoeken, moeten een vragenlijst aanvragen en deze, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef naar behoren ingevuld terugzenden. De Commissie zal onderzoeken of hun een individueel recht overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening kan worden toegekend.

Producenten-exporteurs die een individuele dumpingmarge aanvragen, dienen zich er echter van bewust te zijn dat de Commissie kan besluiten geen individuele dumpingmarge vast te stellen, bijvoorbeeld als het aantal producenten-exporteurs zo groot is dat een dergelijke vaststelling een onredelijke belasting zou vormen en de tijdige afronding van het onderzoek zou belemmeren.

5.1.2.   Onderzochte niet-verbonden importeurs  (4)  (5)

Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit Turkije in de Unie invoeren, wordt verzocht aan het onderzoek deel te nemen.

Gezien het potentieel grote aantal bij deze procedure betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat — tenzij anders aangegeven — uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht gevraagde informatie over hun onderneming verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan alle haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

5.2.    Procedure voor het vaststellen van schade en voor het onderzoek van de producenten in de Unie

De vaststelling van de schade vindt plaats op basis van positief bewijsmateriaal en houdt een objectief onderzoek in van de omvang van de invoer met dumping, het effect ervan op de prijzen in de Unie en de gevolgen van deze invoer voor de bedrijfstak van de Unie. Teneinde vast te stellen of de bedrijfstak van de Unie schade heeft geleden, wordt de producenten van het onderzochte product in de Unie verzocht aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

Gezien het grote aantal bij deze procedure betrokken producenten in de Unie heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening samengesteld.

De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Belanghebbenden wordt verzocht het dossier te raadplegen (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.6). Andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen.

Belanghebbenden die andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie mededelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

5.3.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt vastgesteld dat er inderdaad dumping plaatsvindt en dat daardoor schade wordt veroorzaakt, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of de instelling van antidumpingmaatregelen niet in strijd zou zijn met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht contact op te nemen binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie binnen 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

5.4.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.5.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld een verzoek worden ingediend om te worden gehoord.

5.6.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, ingevulde vragenlijsten en correspondentie waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (6).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk meegedeelde gegevens. Als een belanghebbende die vertrouwelijke inlichtingen verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt met de vereiste vorm en inhoud, kan deze vertrouwelijke informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, zoals bepaald in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het Directoraat-Generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/june/tradoc_148003.pdf).

Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N105 08/020

1049 Brussel

BELGIË

E-mail dumping: Trade-Trout-Dumping@ec.europa.eu

E-mail schade: Trade-Trout-Injury@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, kan deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur voor het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende houden en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden organiseren waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere dumping, schade, oorzakelijk verband en het belang van de Unie. Een dergelijke hoorzitting vindt normaliter uiterlijk aan het einde van de vierde week na de mededeling van de voorlopige bevindingen plaats.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/degucht/contact/hearing-officer/).

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening binnen 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de basisverordening kunnen tot uiterlijk negen maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden ingesteld.

9.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (7).


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  Onder producent-exporteur wordt verstaan een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product vervaardigt en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks hetzij via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.

(3)  Ingevolge artikel 9, lid 6, van de basisverordening wordt geen rekening gehouden met nihil- noch met minimale marges die onder de in artikel 18 van de basisverordening bedoelde omstandigheden werden vastgesteld.

(4)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Overeenkomstig artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek worden personen slechts geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn in elkaars ondernemingen; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) enig persoon, hetzij rechtstreeks of zijdelings, 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden bezit, controleert of houdt; e) één van hen direct of indirect zeggenschap over de anderen heeft; f) beiden, rechtstreeks of zijdelings, worden gecontroleerd door een derde persoon; g) zij samen, rechtstreeks of zijdelings, een derde persoon controleren; of h) zij tot dezelfde familie behoren. Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwagers en schoonzusters (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1). In deze context worden onder persoon zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.

(5)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van dumping.

(6)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(7)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE I

Image

Image


BIJLAGE II

Image

Image


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

15.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/27


Intrekking van een aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.7144 — Apollo/Fondo de Garantía de Depósitos de Entidades de Crédito/Synergy)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 44/12)

(Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad)

Op 24 januari 2014 heeft de Europese Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie tussen Apollo Management LP (USA), Fondo de Garantía de Depósitos de Entidades de Crédito (Spain) en Synergy Industry and Technology, SA (Spain) ontvangen. Op 7 februari 2014 heeft/hebben de aanmeldende partij/partijen de Commissie ervan in kennis gesteld dat zij deze aanmelding introk/introkken.