ISSN 1977-0995 doi:10.3000/19770995.C_2014.020.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 20 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
57e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2014/C 020/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.7116 — Sixth AP Fund/Nordstjernan/Salcomp) ( 1 ) |
|
2014/C 020/02 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 ) |
|
2014/C 020/03 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 ) |
|
2014/C 020/04 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 ) |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2014/C 020/05 |
||
2014/C 020/06 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken |
|
|
INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE |
|
|
EVA-secretariaat |
|
2014/C 020/07 |
|
V Adviezen |
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
Europese Commissie |
|
2014/C 020/08 |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
23.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 20/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.7116 — Sixth AP Fund/Nordstjernan/Salcomp)
(Voor de EER relevante tekst)
(2014/C 20/01)
Op 15 januari 2014 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32014M7116. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
23.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 20/2 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU
Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt
(Voor de EER relevante tekst)
(2014/C 20/02)
Datum waarop het besluit is genomen |
25.10.2013 |
|||||
Referentienummer staatssteun |
SA.37400 (13/N) |
|||||
Lidstaat |
Litouwen |
|||||
Regio |
— |
— |
||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
2007–2013 m. regioninės pagalbos žemėlapio taikymo pratęsimas iki 2014 m. birželio 30 d. |
|||||
Rechtsgrondslag |
Lietuvos Respublikos Vyriausybės nutarimo „Dėl Lietuvos Respublikos regioninės pagalbos žemėlapio patvirtinimo“ projektas |
|||||
Type maatregel |
Regeling |
— |
||||
Doelstelling |
Regionale ontwikkeling |
|||||
Vorm van de steun |
Overige — De aanmelding betreft de verlenging van de bestaande regionale-steunkaart. Alle vormen van steun zijn mogelijk |
|||||
Begrotingsmiddelen |
— |
|||||
Maximale steunintensiteit |
— |
|||||
Looptijd (periode) |
31.12.2013-30.6.2014 |
|||||
Economische sectoren |
Alle economische sectoren komen voor steun in aanmerking |
|||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
23.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 20/3 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU
Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt
(Voor de EER relevante tekst)
(2014/C 20/03)
Datum waarop het besluit is genomen |
26.11.2013 |
|||||||
Referentienummer staatssteun |
SA.37202 (13/N) |
|||||||
Lidstaat |
Verenigd Koninkrijk |
|||||||
Regio |
Wales |
Gemengd |
||||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Finance Wales JEREMIE Fund |
|||||||
Rechtsgrondslag |
|
|||||||
Type maatregel |
Regeling |
— |
||||||
Doelstelling |
Risicokapitaal |
|||||||
Vorm van de steun |
Verstrekking risicokapitaal |
|||||||
Begrotingsmiddelen |
Totaalbudget: 150 GBP (in miljoen) |
|||||||
Maximale steunintensiteit |
— |
|||||||
Looptijd (periode) |
tot 31.12.2015 |
|||||||
Economische sectoren |
Alle economische sectoren komen voor steun in aanmerking |
|||||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
23.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 20/4 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU
Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt
(Voor de EER relevante tekst)
(2014/C 20/04)
Datum waarop het besluit is genomen |
12.12.2013 |
|||||||
Referentienummer staatssteun |
SA.37226 (13/N) |
|||||||
Lidstaat |
Verenigd Koninkrijk |
|||||||
Regio |
Wales |
— |
||||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Welsh Assembly Government Rescue and Restructuring Scheme for SMEs |
|||||||
Rechtsgrondslag |
Sections 1(2), (3) & (7) of the Welsh Development Agency Act 1975 and Section 70 & 71 of the Government of Wales Act 2006 |
|||||||
Type maatregel |
Regeling |
— |
||||||
Doelstelling |
Redding ondernemingen in moeilijkheden |
|||||||
Vorm van de steun |
Overige |
|||||||
Begrotingsmiddelen |
— |
|||||||
Maximale steunintensiteit |
0 % |
|||||||
Looptijd (periode) |
9.1.2009-31.12.2017 |
|||||||
Economische sectoren |
Alle economische sectoren komen voor steun in aanmerking |
|||||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
23.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 20/5 |
Wisselkoersen van de euro (1)
22 januari 2014
(2014/C 20/05)
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,3566 |
JPY |
Japanse yen |
141,57 |
DKK |
Deense kroon |
7,4622 |
GBP |
Pond sterling |
0,81900 |
SEK |
Zweedse kroon |
8,7958 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,2345 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
8,3655 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
27,535 |
HUF |
Hongaarse forint |
302,18 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
PLN |
Poolse zloty |
4,1650 |
RON |
Roemeense leu |
4,5266 |
TRY |
Turkse lira |
3,0634 |
AUD |
Australische dollar |
1,5291 |
CAD |
Canadese dollar |
1,4876 |
HKD |
Hongkongse dollar |
10,5237 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6268 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,7337 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 450,61 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
14,7038 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
8,2107 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,6385 |
IDR |
Indonesische roepia |
16 472,27 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,5199 |
PHP |
Filipijnse peso |
61,460 |
RUB |
Russische roebel |
45,9745 |
THB |
Thaise baht |
44,632 |
BRL |
Braziliaanse real |
3,2072 |
MXN |
Mexicaanse peso |
18,0441 |
INR |
Indiase roepie |
83,9530 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
23.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 20/6 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken
(2014/C 20/06)
Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Luxemburg wordt uitgegeven
Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan een bepaalde hoeveelheid voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, en dat onder bepaalde voorwaarden, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.
Uitgevend land: Luxemburg
Onderwerp van de herdenkingsmunt: 175e verjaardag van de onafhankelijkheid van het Groothertogdom Luxemburg
Beschrijving van het ontwerp: In het binnenste gedeelte van de munt is rechts het gelaat van Zijne Koninklijke Hoogheid Groothertog Henri, naar rechts kijkend, afgebeeld, terwijl links, in verticale richting, de jaren „1839” en „2014” en de naam van het uitgevende land „LËTZEBUERG” zijn vermeld. Onderaan in het binnenste gedeelte van de munt staan de opschriften „ONOFHÄNGEGKEET” en „175 Joër”.
Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.
Oplage: 1,4 miljoen
Datum van uitgifte: januari 2014
(1) Zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1, voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven.
(2) Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).
INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
EVA-secretariaat
23.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 20/7 |
Mededeling
Bekendmaking van het voornemen van de provincie Oppland om drie contracten te sluiten voor lokaal openbaar busvervoer overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad
(2014/C 20/07)
1. Naam en adres van de bevoegde instantie
Oppland fylkeskommune |
Opplandstrafikk |
Kirkegata 76 |
Postboks 988 |
2626 Lillehammer |
NORWAY |
2. Beoogde wijze van gunning
Onderhandse gunning conform de afwijkingen van artikel 5, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad.
3. Diensten en gebieden waarop de aanbesteding betrekking kan hebben
Personenvervoer per bus in Torpa en omgeving (hoofdzakelijk in de gemeente Nordre Land). Het betreft circa 300 000 km personenvervoer per jaar.
1. Naam en adres van de bevoegde instantie
Oppland fylkeskommune |
Opplandstrafikk |
Kirkegata 76 |
Postboks 988 |
2626 Lillehammer |
NORWAY |
2. Beoogde wijze van gunning
Onderhandse gunning conform de afwijkingen van artikel 5, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad.
3. Diensten en gebieden waarop de aanbesteding betrekking kan hebben
Personenvervoer per bus in Snertingdal en Biri in de gemeente Gjøvik. Het betreft circa 470 000 km personenvervoer per jaar.
1. Naam en adres van de bevoegde instantie
Oppland fylkeskommune |
Opplandstrafikk |
Kirkegata 76 |
Postboks 988 |
2626 Lillehammer |
NORWAY |
2. Beoogde wijze van gunning
Onderhandse gunning conform de afwijkingen van artikel 5, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad.
3. Diensten en gebieden waarop de aanbesteding betrekking kan hebben
Personenvervoer per bus in Etnedal en Begnadalen, hoofdzakelijk in de gemeenten Etnedal en Bagn. Het betreft circa 417 000 km personenvervoer per jaar.
V Adviezen
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
23.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 20/9 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2014/C 20/08)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.
ENIG DOCUMENT
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (2)
„HAVARTI”
EG-nummer: DK-PGI-0005-0831-05.10.2010
BGA ( X ) BOB ( )
1. Naam
„Havarti”
2. Lidstaat of derde land
Denemarken
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.3 |
Kaas |
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
Gerijpte, vaste kaas van gepasteuriseerde koemelk. Melk en zuivelproducten van andere dieren zijn niet toegestaan.
Watergehalte: hangt af van het vetgehalte in de droge stof, zie de tabel hieronder.
Vet in de droge stof |
Maximaal watergehalte |
30 % tot < 40 % |
54 % |
45 % tot < 55 % |
50 % |
55 % tot < 60 % |
46 % |
60 % of meer |
42 % |
De overige karakteristieke kenmerken zijn:
Kan worden geproduceerd met of zonder een onder invloed van bacteriesmeer gerijpte korst. Het oppervlak kan gecoat zijn.
|
Kleur: witachtig (of ivoorkleurig) tot lichtgeel. |
|
Textuur: zacht, maar de kaas kan wel gesneden worden en heeft een stevige beet (al dente). |
|
Structuur: vele onregelmatige gaatjes ter grootte van een rijstkorrel (veelal 1-2 mm breed en tot 10 mm lang), gelijkmatig verspreid over de kaas. In kaas met een gehalte van 60 % vet in de droge stof zijn de gaatjes doorgaans kleiner. |
|
Geur en smaak: milde, zure en aromatische smaak met een zekere volheid. De geur en smaak kunnen sterker worden naarmate de kaas ouder is. Havarti-60+-kaas heeft een zachte, romige textuur en een roomachtige smaak. |
Er kunnen kruiden, zoals bieslook en dille, aan de kaas worden toegevoegd, mits de kenmerkende smaak ervan in de kaas kan worden geproefd.
Rond of rechthoekig.
De kenmerkende smaak en textuur van Havarti-kaas worden verkregen via het volgende rijpingsproces:
|
Rijping onder invloed van bacteriesmeer gedurende één tot twee weken bij 14-18 °C, gevolgd door een rijping gedurende één tot drie weken bij 8-12 °C. |
|
Rijping gedurende drie weken bij 12-20 °C. |
Havarti-kazen kunnen, voordat ze die leeftijd hebben bereikt, door de producent naar een ander bedrijf worden gezonden om verdere bewerkingen, waaronder de rijping, te ondergaan of om te worden opgeslagen, maar de kazen mogen door het tweede bedrijf niet worden vrijgegeven voordat ze de minimumleeftijd hebben bereikt.
3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
—
3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)
—
3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
Havarti moet worden geproduceerd en gerijpt in rijpingsbedrijven in Denemarken. De productiemethode omvat in het bijzonder de volgende fasen: overbrengen van de wrongel naar de vorm, smelten van de wrongel en rijping van de kaas gedurende de eerste twee tot drie weken; dit verschilt van het proces dat meestal wordt gebruikt voor soortgelijke producten. Hieronder worden deze fasen gedetailleerder beschreven.
Wanneer de wrongel de juiste stevigheid heeft bereikt, wordt deze gescheiden van de wei. Het is van cruciaal belang ervoor te zorgen dat er geen klontjes in de gescheiden wrongel komen vóór deze is overgebracht naar de vorm. Dit wordt verzekerd door de snelheid/intensiteit waarmee de wei wordt gescheiden aan te passen aan de vormingsmethode en de capaciteit. De wrongel moet ook een consistentie hebben bereikt waardoor deze bestand is tegen een dergelijke behandeling. De wrongel mag echter niet zo vast worden dat het smelten wordt voorkomen of gehinderd. Dan zou de kaas namelijk niet de Havarti-kenmerken verkrijgen wat betreft de smaak en textuur.
De in de vormen overgebrachte wrongel wordt slechts licht of in het geheel niet geperst om ervoor te zorgen dat de textuur zoals beschreven in 3.2 onder „Het zuivel” wordt gevormd en behouden blijft. De kaas wordt daarom voornamelijk door zijn eigen gewicht „geperst”. Om de gewenste structuur te verkrijgen en een consistente blok kaas te vormen, moet de temperatuur aan het begin van deze fase op 41 °C worden gehouden. In deze fase wordt het uiteindelijke watergehalte van de kaas bepaald, en dit is zeer belangrijk voor het bereiken van de gewenste textuur en smaak.
Ongeacht of de kaas met of zonder korst wordt geproduceerd, wordt de kaas een tijdje opgeslagen bij een temperatuur van 12-20 °C. Kaas rijpt normaal gesproken bij lagere temperaturen dan de hiervoor vermelde temperaturen.
Controle over de hiervoor beschreven fasen en het samenspel tussen deze fasen zijn van essentieel belang om de kaas de beschreven kenmerken te laten verkrijgen.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.
—
3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering
Het gehalte vet in de droge stof wordt in vier stappen uitgedrukt, namelijk 30+, 45+, 55+ en 60+. Havarti met een gehalte van minstens 60 % vet in de droge stof mag flødehavarti (romige Havarti) worden genoemd. Een vetgehalte van 45 % in de droge stof wordt als referentie genomen bij vergelijkende voedingsclaims met betrekking tot het vetgehalte.
Kruiden die worden toegevoegd aan de kaas om een essentieel kenmerk te verkrijgen, moeten in de naam of bij de naam worden vermeld.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Denemarken
5. Verband met het geografische gebied
5.1. Specificiteit van het geografische gebied
Denemarken kan bogen op een lange, eervolle traditie van zuivelproductie. De Deense zuivelsector beschikt over een unieke deskundigheid en een hoog niveau van kennis, die kan worden gedocumenteerd tot 1921 en waarvan wordt aangenomen dat deze is opgebouwd gedurende meer dan 100 jaar.
Denemarken heeft sinds het einde van de 19e eeuw professionele zuivelfabrikanten opgeleid voor het verder verwerken van melk op gespecialiseerde instellingen, namelijk Ladelund Mejeriskole en Dalum Mejeriskole. De opleiding in de productie van geschepte kaas is gebaseerd op de productie van Havarti.
Sinds 1921 is er in Denemarken academisch onderwijs in zuivelwetenschappen en -technologie beschikbaar. Tegenwoordig is Denemarken een van de weinige landen ter wereld waar nog dergelijk onderwijs wordt aangeboden.
5.2. Specificiteit van het product
Havarti is een zogenoemde geschepte kaas, waarmee wordt verwezen naar de manier waarop de wrongel naar de vorm wordt overgebracht en gesmolten. De kaas kan worden herkend aan de vele onregelmatige gaatjes ter grootte van een rijstkorrel die gelijkmatig zijn verspreid door de kaas. Havarti heeft een kenmerkende milde en zure smaak, die tevens aromatisch is, en beschikt over een discrete volle kwaliteit. Het is een zachte, doch snijdbare kaas die wordt gekenmerkt door een al dente-textuur. Deze geschepte kaas werd in 1921 voor het eerst geproduceerd in Denemarken toen G. Morgenthaler uit Zwitserland twee zuivelfabrikanten op twee zuivelboerderijen, Ruds Vedby en Hallebygaard op Seeland, leerde hoe ze een totaal nieuwe geschepte kaas konden maken. Dit was een groot succes en de productie van de nieuwe kazen verspreidde zich vanaf deze twee zuivelboerderijen naar vele andere zuivelboerderijen in Denemarken.
5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)
De bescherming van Havarti als geografische aanduiding is gebaseerd op de specifieke reputatie en productiemethode van deze kaas.
„Havarti” is een zeer oud Deens woord dat teruggaat tot de tijd van de Vikingen. Het is afgeleid van het woord avarti, hetgeen verwijst naar een welige en bloemrijke rivieroever. De naam „Havarti” bevat een verwijzing naar Hanne Nielsen, als erkenning voor de werkzaamheden die zij heeft verricht op het gebied van het maken van kaas op de boerderij Havartigården in Holte, nabij Kopenhagen, in de tweede helft van de 19e eeuw. Zij heeft de bereiding van kaas op Havartigården tussen 1866 en 1890 in heel Denemarken beroemd gemaakt en ze werd hofleverancier voor het Deense koningshuis.
Zowel binnen als buiten de Unie geniet Havarti faam als een specialiteit van Deense origine. Uit een recent consumentenonderzoek van Zapera is gebleken dat de grote meerderheid van de Deense consumenten bekend is met Havarti en deze kaas associeert met Denemarken. Aangezien de productie en de consumptie zijn geconcentreerd in Denemarken, is Havarti het bekendst onder consumenten in Denemarken. Bijna 90 % van de Denen die deelnamen aan het onderzoek is bekend met Havarti en bijna 80 % van hen associeert Havarti met Denemarken. Iets meer dan een derde van de consumenten uit andere lidstaten is bekend met Havarti.
De Deense zuivelsector heeft met Havarti deelgenomen aan tentoonstellingen en wedstrijden, zowel op nationaal als op internationaal niveau, en daar vele prijzen mee gewonnen. Al meer dan 60 jaar vormt de kaas een bekend onderdeel van tentoonstellingen in Denemarken, zoals de nationale zuiveltentoonstelling (Landsmejeriudstillingen) en regionale tentoonstellingen; de kaas is ook tentoongesteld bij evenementen van de Wisconsin Cheese Makers Association, waar de kaas meerdere prijzen heeft gewonnen. Vele internationale referentieboeken over kaas verwijzen ook naar de Deense oorsprong van de kaas.
Havarti heeft een belangrijke positie verworven in de Deense kaasproductie. Het aandeel is gestegen van 1-2 % aan het einde van de Tweede Wereldoorlog tot 16 % in de jaren 1970, vijftig jaar later. Momenteel (2008) neemt Havarti met 32 700 ton 10,2 % van de totale Deense kaasproductie voor zijn rekening.
Instructies voor het maken van Havarti zijn teruggevonden in documenten die dateren uit 1921 en deze instructies vormen tot op heden een standaard onderdeel van de opleiding van zuivelfabrikanten in Denemarken. In vele opleidingshandboeken zijn daarom verwijzingen te vinden naar het maken van Havarti-kazen. Er zijn in het productieproces drie fasen in het bijzonder die de kenmerken van de kaas bepalen. Het is de beheersing van deze fasen en de interactie daartussen die ervoor zorgen dat de kaas de beschreven kenmerken verkrijgt. De kennis die in de loop der jaren is opgebouwd in Deense zuivelboerderijen heeft een unieke hoeveelheid aan ervaring voortgebracht. Het is daarom van belang dat de productie van Havarti plaatsvindt op Deense zuivelboerderijen, waar zuivelfabrikanten, zuiveldeskundigen, zuiveltechnologen en zuivelingenieurs gedurende vele jaren een grondige opleiding en instructie hebben gevolgd in de technologie die specifiek voor dit type kaas wordt gebruikt. De beschrijving van de kaas is opgenomen in het besluit van het Ministerie van Landbouw van 13 maart 1952 en staat nog steeds in besluit nr. 2 van 4 januari 2013 betreffende zuivelproducten enz.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006 (3))
http://www.foedevarestyrelsen.dk/SiteCollectionDocuments/25_PDF_word_filer%20til%20download/06kontor/Varespecifikation%20for%20Havarti_revideret_juli%202011_.pdf
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12. Vervangen door Verordening (EU) nr. 1151/2012.
(3) Vgl. voetnoot 2.