ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2013.357.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 357

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

56e jaargang
6 december 2013


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2013/C 357/01

Mededeling van de Commissie betreffende de verlenging van de toepassingsduur van de kaderregeling inzake staatssteun aan scheepsbouw

1

2013/C 357/02

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

2

2013/C 357/03

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

3

2013/C 357/04

Voorstel tot seponering van klacht CHAP (2013)2466

5

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2013/C 357/05

Wisselkoersen van de euro

8

 

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2013/C 357/06

Samenvatting van het advies inzake het voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 273/2004 inzake drugsprecursoren en het voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren

9

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2013/C 357/07

Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

12

 

V   Adviezen

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2013/C 357/08

Kennisgeving aan Abd-Al-Hamid Al-Masli die is toegevoegd aan de lijst bedoeld in de artikelen 2, 3 en 7 van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk, op grond van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1267/2013 van de Commissie

13

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

6.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 357/1


Mededeling van de Commissie betreffende de verlenging van de toepassingsduur van de kaderregeling inzake staatssteun aan scheepsbouw

2013/C 357/01

De kaderregeling inzake staatssteun aan de scheepsbouw (1) (hierna „het scheepsbouwsteunkader” genoemd) is tot en met 31 december 2013 van toepassing.

Volgens punt 10 van dit steunkader overweegt de Commissie om na die datum de bepalingen betreffende innovatiesteun in de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie op te nemen, en om regionale steun ten behoeve van scheepsbouw in de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen te integreren.

Op 19 juni 2013 heeft de Commissie nieuwe richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen voor de periode 2014-2020 goedgekeurd (2). Wanneer het scheepsbouwsteunkader is afgelopen (3), zullen die richtsnoeren ook gaan gelden voor regionale steun aan de scheepsbouwsector. Deze richtsnoeren zijn echter pas vanaf 1 juli 2014 van toepassing (4).

De Commissie werkt momenteel ook aan een herziening van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Op dit moment is nog niet bekend wanneer precies de nieuwe kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie zal worden goedgekeurd. Wel blijft het bedoeling van de Commissie om dit proces af te ronden tegen 30 juni 2014.

Daarom heeft de Commissie besloten het scheepsbouwsteunkader tot en met 30 juni 2014 te blijven toepassen.


(1)  PB C 364 van 14.12.2011, blz. 9.

(2)  PB C 209 van 23.7.2013, blz. 1.

(3)  Zie voetnoot 9 van de richtsnoeren.

(4)  Zie de punten 186 t/m 191 van de richtsnoeren.


6.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 357/2


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 357/02

Datum waarop het besluit is genomen

22.10.2013

Referentienummer staatssteun

SA.37371 (13/N)

Lidstaat

Duitsland

Regio

Gemengd

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Aid for external consultants for SMEs in difficulties (Beratungsleistungen zur Herstellung der Wettbewerbsfähigkeit von KMU)

Rechtsgrondslag

Richtlinie Turn Around Beratung

Type maatregel

Regeling

NA

Doelstelling

Herstructurering ondernemingen in moeilijkheden

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 37 EUR (in miljoen)

 

Jaarbudget: 7 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

75 %

Looptijd (periode)

1.1.2014-31.12.2014

Economische sectoren

Alle economische sectoren komen voor steun in aanmerking

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

KfW Bankengruppe

Charlottenstraße 33-33a

10117 Berlin

DEUTSCHLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm


6.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 357/3


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 357/03

Datum waarop het besluit is genomen

28.10.2013

Referentienummer staatssteun

SA.37443 (13/N)

Lidstaat

Frankrijk

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Crédits d'impôt cinéma et audiovisuel — prolongation 2014

Rechtsgrondslag

article 220 sexies du code général des impôts: http://www.legifrance.gouv.fr/affichCodeArticle.do?cidTexte=LEGITEXT000006069577&idArticle=LEGIARTI000006303577&dateTexte=&categorieLien=cid

articles 46 quater-0 YL à 46 quater-0 YO de l'annexe III au code général des impôts: http://www.legifrance.gouv.fr/affichCode.do;jsessionid=0E26D753415B2C68C503E5D6EEBF36FC.tpdjo07v_3?idSectionTA=LEGISCTA000006162354&cidTexte=LEGITEXT000006069574&dateTexte=20050503

article 33 de la loi 2012-1510 du 29 décembre 2012 de finance rectificative pour 2012: http://www.legifrance.gouv.fr/affichTexte.do?cidTexte=JORFTEXT000026857857&fastPos=1&fastReqId=900233340&categorieLien=id&oldAction=rechTexte

Décret no 2006-325 du 20 mars 2006.

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Cultuur

Vorm van de steun

Overige

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 210 000 000 EUR

 

Jaarbudget: 210 000 000 EUR

Maximale steunintensiteit

20 %

Looptijd (periode)

1.1.2014-31.12.2014

Economische sectoren

Kunst, amusement en recreatie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

CNC

3 rue Boissière

75784 Paris Cedex 16

FRANCE

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm

Datum waarop het besluit is genomen

28.10.2013

Referentienummer staatssteun

SA.37444 (13/N)

Lidstaat

Frankrijk

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Crédit d'impôt pour les oeuvres cinématographiques étrangères — prolongation 2014

Rechtsgrondslag

Article 34 de la loi de finance rectificative pour 2012: http://www.legifrance.gouv.fr/affichTexte.do;jsessionid=2BBAA6FDD31C282FAA238BFF3709EA58.tpdjo10v_1?cidTexte=JORFTEXT000026857857&categorieLien=id

Article 220 quaterdecies du code général des impôts: http://www.legifrance.gouv.fr/affichCodeArticle.do?idArticle=LEGIARTI000022201124&cidTexte=LEGITEXT000006069577

Article 220 Z bis du code général des impôts: http://www.legifrance.gouv.fr/affichCodeArticle.do;jsessionid=2BBAA6FDD31C282FAA238BFF3709EA58.tpdjo10v_1?idArticle=LEGIARTI000025075971&cidTexte=LEGITEXT000006069577&dateTexte=20130124&categorieLien=id

Article 46 quater-0 ZY bis à 46 quater-0 ZY septies de l'annexe III au code général des impôts: http://www.legifrance.gouv.fr/affichCode.do;jsessionid=2BBAA6FDD31C282FAA238BFF3709EA58.tpdjo10v_1?idSectionTA=LEGISCTA000021365484&cidTexte=LEGITEXT000006069574&dateTexte=20091228

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Cultuur

Vorm van de steun

Overige

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 110 000 000 EUR

 

Jaarbudget: 110 000 000 EUR

Maximale steunintensiteit

20 %

Looptijd (periode)

1.1.2014-31.12.2014

Economische sectoren

Kunst, amusement en recreatie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm


6.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 357/5


Voorstel tot seponering van klacht CHAP (2013)2466

2013/C 357/04

1.

De Europese Commissie heeft talrijke klachten over de controles door de Spaanse autoriteiten aan de grens met Gibraltar ontvangen en geregistreerd onder CHAP (2013)2466.

2.

Gezien het grote aantal klachten heeft de Commissie, om spoedig een antwoord te kunnen geven en de betrokkenen op de hoogte te houden, en tegelijkertijd spaarzaam met haar administratieve middelen om te gaan, een ontvangstbevestiging gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de volgende website:

http://ec.europa.eu/eu_law/complaints/receipt/index_en.htm

3.

Na de klachten te hebben bestudeerd en contact te hebben gehad met de betrokken autoriteiten, heeft de Commissie besloten op 25 september 2013 een technisch bezoek te organiseren aan de grensdoorlaatpost La Línea de la Concepción.

4.

De diensten van de Commissie hebben hun onderzoek nu afgerond. De bevindingen tijdens het technische bezoek en de informatie die bij die gelegenheid werd verstrekt door beide autoriteiten, hebben geen bewijzen opgeleverd waaruit de Commissie kan afleiden dat de personen- en goederencontroles die door de Spaanse autoriteiten bij de grensdoorlaatpost La Línea de la Concepción worden verricht, een inbreuk vormen op de desbetreffende bepalingen van het EU-recht.

5.

Het beheer van deze grensdoorlaatpost is echter niet eenvoudig: het is er zeer druk en er is niet veel ruimte (per dag ongeveer 35 000 personen die het land binnenkomen en evenveel die het land verlaten, ongeveer 10 000 auto's per dag); bovendien wordt er steeds meer tabak Spanje binnengesmokkeld. De Commissie is dan ook van mening dat de autoriteiten aan beide zijden van de grens meer maatregelen zouden kunnen nemen om deze problemen op te lossen.

6.

De Commissie heeft de Spaanse autoriteiten verzocht de volgende maatregelen te overwegen:

 

Meer ruimte creëren aan de Spaanse kant van de grensdoorlaatpost:

Tijdens het bezoek viel het de deskundigen van de Commissie op dat er van de zes rijstroken aan de kant van Gibraltar bij binnenkomst in Spanje ter hoogte van de politiecontrolepost nog maar twee over zijn en dat de meeste reizigers de facto via slechts één rijstrook bij de Spaanse controlepost van de douane aankomen (de groene strook voor reizigers die geen goederen hebben aan te geven). Bovendien maakt de weg bij de grensovergang in Spanje een bocht van 180° en voegen motoren zich daar bij de overige voertuigen. Hoewel er niet extreem veel verkeer was op het moment dat het bezoek plaatsvond, konden de deskundigen van de Commissie zien hoe het verkeer op dat punt vastliep. De Commissie is van mening dat deze constructie een knelpunt vormt en als een van de belangrijkste oorzaken van de filevorming bij deze grensovergang moet worden beschouwd. De Commissie beveelt Spanje dan ook aan het verkeer hier anders te organiseren en ervoor te zorgen dat er meer rijstroken komen voor reizigers die geen goederen hebben aan te geven; daarvoor kan met name de vrije ruimte in de directe omgeving van dit punt worden gebruikt.

Het is de deskundigen ook opgevallen dat bij de uitreis uit Spanje de facto slechts één van de twee aanwezige rijstroken beschikbaar is voor het verkeer. Alleen ter hoogte van de Spaanse politiecontrolepost verloopt het verkeer over twee banen. Dit komt doordat een lange strook van de linker rijbaan in beide richtingen wordt gebruikt en wordt vrijgehouden voor noodgevallen (zoals de Spaanse autoriteiten uitlegden tijdens het bezoek). De Commissie verzoekt Spanje het verkeer hier anders te organiseren en ten volle gebruik te maken van beide rijstroken, in het bijzonder tijdens de spitsuren.

De Commissie verzoekt Spanje te overwegen hiervoor de financiële steun uit het EBF/ISF te gebruiken. Zij wijst er ook nogmaals op dat de modernisering van de grensdoorlaatpost kan worden opgenomen in de partnerschapsovereenkomst en de operationele programma's van de instrumenten van het cohesiebeleid voor de periode 2014-2020;

 

Betere risicoprofielen opstellen:

De Commissie beveelt Spanje aan het risicoanalysesysteem te verbeteren teneinde bagage en voertuigen gerichter aan grondige controles te kunnen onderwerpen.

De Spaanse autoriteiten hebben ook gemeld dat de Spaanse douane bij uitreis willekeurige controles verricht. De Commissie is echter van oordeel dat de intensiteit van deze controles niet gerechtvaardigd is en dus zou kunnen worden verminderd, wat ook zou bijdragen tot een vlotter reizigersverkeer van Spanje naar Gibraltar;

 

De uitwisseling van informatie over tabakssmokkel verbeteren:

De Spaanse autoriteiten wordt verzocht meer met hun tegenhangers in Gibraltar in dialoog te treden en gegevens over tabakssmokkel uit te wisselen, zodat de handhaving aan beide kanten verbetert en het probleem wordt aangepakt.

7.

De Commissie heeft de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk verzocht de volgende maatregelen te overwegen:

 

Betere risicoprofielen opstellen:

Hoewel de autoriteiten van Gibraltar erkennen dat de tabakssmokkel via deze grensdoorlaatpost een groot probleem is en zij de Commissie informatie hebben verstrekt over de bestaande wetgeving ter bestrijding van dit verschijnsel, hebben de deskundigen van de Commissie tijdens hun bezoek vastgesteld dat er geen personen- en goederencontroles werden verricht bij de uitreis uit Gibraltar. De Commissie beveelt Gibraltar dan ook aan om reizigers en hun bezittingen bij uitreis uit Gibraltar aan niet-systematische, op risicoanalyse gebaseerde controles te onderwerpen aan de grensdoorlaatpost van La Línea de la Concepción;

 

Wetgeving en waarborgen verbeteren om de tabakssmokkel efficiënter te bestrijden:

De autoriteiten van Gibraltar wordt verzocht de tabakswet van 1997 te herzien en deze in overeenstemming te brengen met de EU-wetgeving op het gebied van douane- en belastingvrijstellingen voor reizigers naar de EU en de bijbehorende kwantitatieve beperkingen voor de belastingvrije invoer van tabaksproducten.

De autoriteiten van Gibraltar wordt verzocht maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de invoer van tabaksproducten in Gibraltar in verhouding staat tot de legale vraag naar deze producten.

De autoriteiten van Gibraltar wordt verzocht ervoor te zorgen dat alle fabrikanten van tabaksproducten die sigaretten leveren aan klanten in Gibraltar afdoende controle uitoefenen op de toeleveringsketen;

 

De uitwisseling van informatie over tabakssmokkel verbeteren:

De autoriteiten van Gibraltar wordt verzocht meer met hun Spaanse tegenhangers in dialoog te treden en gegevens over tabakssmokkel uit te wisselen, zodat de handhaving aan beide kanten verbetert en het probleem wordt aangepakt.

8.

Ten slotte geldt hier wat voor elke grensdoorlaatpost geldt: dagelijkse samenwerking van de autoriteiten aan weerszijden van de grens biedt de beste garantie voor resultaten bij de bestrijding van smokkel en grensoverschrijdende criminaliteit en voor een goede doorstroming van het verkeer. De Commissie moedigt alle autoriteiten dan ook aan een intensievere, constructieve dialoog te voeren met hun tegenhangers aan de andere kant van de grens.

9.

Gelet op het bovenstaande zullen de diensten van de Commissie de Commissie voorstellen om de zaak te sluiten.

Mochten de klagers over nieuwe informatie menen te beschikken op basis waarvan de Commissie het voorstel om de zaak te sluiten in heroverweging kan nemen, dan moet deze informatie binnen een maand na publicatie van dit bericht worden ingediend bij de Commissie. Bij ontstentenis van dergelijke nieuwe informatie kan de Commissie de zaak sluiten.

10.

De Commissie zal de situatie bij de grensdoorlaatpost La Línea de la Concepción echter blijven volgen en heeft de autoriteiten aan beide zijden van de grens verzocht binnen zes maanden te laten weten welk gevolg er aan de aanbevelingen is gegeven.

11.

Bovendien houdt de Commissie zich het recht voor om haar standpunt te herzien als de situatie verandert en om zo nodig opnieuw een bezoek te brengen aan de grensdoorlaatpost La Línea de la Concepción.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

6.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 357/8


Wisselkoersen van de euro (1)

5 december 2013

2013/C 357/05

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3594

JPY

Japanse yen

138,73

DKK

Deense kroon

7,4596

GBP

Pond sterling

0,83130

SEK

Zweedse kroon

8,8631

CHF

Zwitserse frank

1,2262

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,4035

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,450

HUF

Hongaarse forint

301,83

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7028

PLN

Poolse zloty

4,1894

RON

Roemeense leu

4,4660

TRY

Turkse lira

2,7784

AUD

Australische dollar

1,5038

CAD

Canadese dollar

1,4487

HKD

Hongkongse dollar

10,5407

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6565

SGD

Singaporese dollar

1,7044

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 441,59

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,2302

CNY

Chinese yuan renminbi

8,2811

HRK

Kroatische kuna

7,6400

IDR

Indonesische roepia

16 245,79

MYR

Maleisische ringgit

4,3883

PHP

Filipijnse peso

59,641

RUB

Russische roebel

44,8932

THB

Thaise baht

43,881

BRL

Braziliaanse real

3,2225

MXN

Mexicaanse peso

17,7086

INR

Indiase roepie

83,8650


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

6.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 357/9


Samenvatting van het advies inzake het voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 273/2004 inzake drugsprecursoren en het voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren

(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in de Engelse, Franse en Duitse taal op de website van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS): http://www.edps.europa.eu)

2013/C 357/06

I.   Inleiding

I.1.   Achtergrond van de voorstellen

1.

Op 27 september 2012 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan het voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 273/2004 inzake drugsprecursoren en het voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren (hierna te noemen: „de voorstellen”). De EDPS werd op dezelfde dag geraadpleegd.

2.

De voorstellen wijzigen Verordening (EG) nr. 273/2004 (1) en Verordening (EG) nr. 111/2005 (2) (hierna te noemen: „de verordeningen”), die uitvoering geven aan het VN-verdrag tegen de sluikhandel in verdovende middelen uit 1988 (hierna te noemen: „het VN-verdrag”) (3). Artikel 12 van het VN-verdrag vereist dat de partijen de handel in stoffen die worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (hierna te noemen: „drugsprecursoren”) controleren. Doel van de controle op deze stoffen is de bestrijding van illegale handel in verdovende middelen door de aanvoer ervan te beperken (4). Aangezien drugsprecursoren echter ook worden gebruikt voor legale industriële doeleinden (5) kan de verhandeling ervan niet worden verboden.

3.

Met het VN-verdrag en de verordeningen wordt beoogd de legale handel in drugsprecursoren te erkennen en beschermen en tegelijkertijd het misbruik ervan voor illegale doeleinden te ontmoedigen. Op dit moment is het toezicht op de handel binnen de EU geregeld bij Verordening (EG) nr. 273/2004, terwijl het toezicht op de buitenlandse handel is geregeld bij Verordening (EG) nr. 111/2005. Verordening (EG) nr. 1277/2005 (6) voorziet in de tenuitvoerlegging van deze beide verordeningen.

4.

Maatregelen ter controle van de handel binnen de EU gaan gepaard met de verwerking van gegevens van marktdeelnemers, aangezien ze voor bepaalde marktdeelnemers uit de bedrijfstak betekenen dat zij worden verplicht een verantwoordelijk functionaris aan te stellen en diens contactgegevens door te geven aan de bevoegde instanties, een vergunning of registratie te verkrijgen, klanten te vragen kenbaar te maken waarvoor ze de aan hen geleverde drugsprecursoren gaan gebruiken en de bevoegde instanties onverwijld in kennis te stellen wanneer ze vermoeden dat een order of transactie tot doel heeft drugsprecursoren te misbruiken voor illegale doeleinden.

5.

Ook voor het toezicht op de buitenlandse handel is het verwerken van gegevens van marktdeelnemers noodzakelijk, aangezien marktdeelnemers bijvoorbeeld verplicht zijn bij de bevoegde instanties een vergunning aan te vragen voorafgaand aan het in- of uitvoeren van drugsprecursoren. De bevoegde instanties in de EU zijn onder meer verplicht om bepaalde derde landen op de hoogte te brengen voordat er drugsprecursoren worden uitgevoerd, en om de resultaten van hun toezichtmaatregelen te rapporteren aan de Commissie.

6.

Naar aanleiding van kritiek van het Internationaal Comité van toezicht op verdovende middelen van de VN (hierna te noemen: „de INCB van de VN”) en het verslag van de Commissie uit 2010 (7) over specifieke zwakke punten van de huidige maatregelen, voorzien de nieuwe voorstellen onder andere in de volgende wijzigingen op de verordeningen:

het opzetten van een Europese databank inzake drugsprecursoren (hierna te noemen: de „Europese Databank”);

het verbeteren van geharmoniseerde registratiebepalingen;

het uitbreiden van de registratieverplichting tot gebruikers van azijnzuuranhydride (8).

I.2.   Doel van het advies

7.

De meeste van de vereiste maatregelen, zoals de verplichting voor marktdeelnemers om verdachte transacties of samenwerking met derde landen te melden, gaan gepaard met de verwerking van gegevens over marktdeelnemers, die in de regel bedrijven en/of rechtspersonen zijn. In veel gevallen zullen echter ook natuurlijke personen te identificeren zijn. Het onderhavig advies heeft tot doel de gevolgen van deze controlemaatregelen voor de bescherming van de privacy en de persoonsgegevens van dergelijke personen te analyseren. Aangezien veel van deze maatregelen op dit moment al van kracht zijn uit hoofde van de verordeningen, zal in dit advies niet alleen worden verwezen naar de nieuwe teksten maar ook naar delen van de huidige verordeningen die in de voorstellen niet worden gewijzigd.

8.

In het onderhavig advies zullen dan ook de volgende wetgevingsteksten aan de orde komen:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 273/2004 inzake drugsprecursoren (hierna te noemen: „het voorstel betreffende de handel binnen de EU”);

Verordening (EG) nr. 273/2004 inzake drugsprecursoren (hierna te noemen: „de verordening betreffende de handel binnen de EU”);

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren (hierna te noemen: „het voorstel betreffende de buitenlandse handel”);

Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren (hierna te noemen: „de verordening betreffende de buitenlandse handel”);

Verordening (EG) nr. 1277/2005 van de Commissie (hierna te noemen „de uitvoeringsverordening”), die stapsgewijs zal worden vervangen door de uitvoerings- en gedelegeerde handelingen die worden aangenomen ingevolge de voorstellen.

Waar nodig zal in het advies ook worden verwezen naar het VN-verdrag waarop de verordeningen zijn gebaseerd.

III.   Conclusies

64.

De EDPS verwelkomt de algemene verwijzingen naar de toepasselijkheid van de Europese wetgeving op het gebied van gegevensbescherming, het feit dat veel van de te verwerken gegevenscategorieën zijn gespecificeerd en dat in het voorstel betreffende de buitenlandse handel het doelbindingsbeginsel wordt genoemd.

65.

Hij adviseert evenwel om in de basisteksten van de wetgeving de essentiële elementen van de verwerkingsactiviteiten op te nemen, zoals de uitsluiting van gevoelige gegevens bij verwerking. Alle gegevenscategorieën die zullen worden verwerkt moeten bij voorkeur ook in de voorstellen worden gespecificeerd, of ten minste middels gedelegeerde handelingen.

66.

Hij adviseert tevens om:

aan het voorstel betreffende de handel binnen de EU toe te voegen dat persoonsgegevens over verdachte transacties alleen mogen worden gebruikt om misbruik van geregistreerde stoffen te voorkomen;

in de voorstellen maximale bewaartijden vast te stellen voor alle verwerkingsactiviteiten, en in de voorstellen specifiek aan te geven dat gegevens over verdachte transacties moeten worden vernietigd zodra ze niet meer nodig zijn;

in de preambules van de verordeningen de noodzaak van elke specifieke bewaartijd te rechtvaardigen;

aan de voorstellen een nieuw artikel toe te voegen over de wijze waarop informatie over de verwerkingsactiviteiten moet worden verstrekt aan betrokkenen;

voor de internationale overdracht van persoonsgegevens, waarborgen op het gebied van gegevensbescherming op te nemen in de verordening betreffende buitenlandse handel en in een internationaal bindende tekst of in bindende overeenkomsten met de ontvangende derde landen;

het, ten aanzien van de Europese databank, in het dispositief van de voorstellen aan te geven als marktdeelnemers hier toegang toe moeten hebben of als deze ook zal worden gebruikt voor andere doeleinden;

te zorgen voor toezicht op de Europese databank middels een systeem van gecoördineerd toezicht door de EDPS en nationale instanties voor gegevensbescherming, vergelijkbaar met wat wordt voorzien voor het Informatiesysteem interne markt;

met betrekking tot het register van Europese marktdeelnemers en het verwerken van samenvattingen van transacties via de Europese databank, specifieke waarborgen op het gebied van gegevensbescherming en beveiliging toe te voegen, bij voorkeur aan de voorstellen en in ieder geval middels gedelegeerde of uitvoeringshandelingen;

indien de Europese databank zal worden gebruikt voor andere doeleinden dan de doeleinden die worden genoemd in artikel 1, lid 9, van het voorstel betreffende de handel binnen de EU (bijvoorbeeld voor het verwerken van douaneaangiften), dit te specificeren in het dispositief van de voorstellen.

67.

Ten aanzien van het doelbindingsbeginsel wil de EDPS in herinnering brengen dat er in principe geen koppeling tot stand mag worden gebracht tussen de Europese databank en andere databanken die de Commissie of andere instanties beheren voor andere doeleinden, en dat gegevens niet mogen worden uitgewisseld of gecombineerd.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2013.

Giovanni BUTTARELLI

Europese adjunct-toezichthouder voor gegevensbescherming


(1)  Verordening (EG) nr. 273/2004 inzake drugsprecursoren, PB L 47 van 18.2.2004, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 111/2005 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren, PB L 22 van 26.1.2005, blz. 1.

(3)  Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, aangenomen in Wenen op 19 december 1988.

(4)  Dit wordt gecombineerd met maatregelen om de vraag naar illegale verdovende middelen terug te dringen. Zie de door de Europese Raad van november 2004 goedgekeurde EU-drugsstrategie 2005-2012 (15074/04 CORDROGUE 77 SAN 187 ENFOPOL 187 RELEX 564) en het EU-drugsactieplan 2009-2012 (2008/C 326/09).

(5)  Bijvoorbeeld bij de synthese van kunststoffen, farmaceutische en cosmetische producten, parfums, schoonmaakmiddelen of geurstoffen.

(6)  Verordening (EG) nr. 1277/2005 van de Commissie van 27 juli 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en van Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren, PB L 202 van 3.8.2005, blz. 7.

(7)  Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement op grond van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 en artikel 32 van Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad over de uitvoering en de werking van de EU-wetgeving betreffende het toezicht en de controle op de handel in drugsprecursoren (COM(2009) 709 definitief).

(8)  Azijnzuuranhydride (AA) is de voornaamste drugsprecursor voor heroïne. De registratieplicht met betrekking tot AA is op dit moment alleen van toepassing op marktdeelnemers die AA op de markt aanbieden, niet op gebruikers van de stof.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

6.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 357/12


Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

2013/C 357/07

Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:

Datum en tijdstip van sluiting

20.11.2013

Looptijd

20.11.2013-31.12.2013

Lidstaat

Portugal

Bestand of groep bestanden

RED/N3LN.

Soort

Redfish (Sebastes spp.)

Gebied

NAFO 3LN

Vissersvaartuigtype(s)

Referentienummer

70/TQ40


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.


V Adviezen

ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

6.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 357/13


Kennisgeving aan Abd-Al-Hamid Al-Masli die is toegevoegd aan de lijst bedoeld in de artikelen 2, 3 en 7 van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk, op grond van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1267/2013 van de Commissie

2013/C 357/08

1.

Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB (1) roept de Unie op de tegoeden en economische middelen te bevriezen van de leden van de Al-Qa‘ida-organisatie en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, als bedoeld in de lijst die is opgesteld op grond van Resolutie 1267 (1999) en Resolutie 1333 (2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, die regelmatig wordt bijgewerkt door het VN-comité dat is ingesteld bij Resolutie 1267 (1999) van de VN-Veiligheidsraad.

De door dit VN-comité opgestelde lijst omvat:

Al-Qa‘ida;

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten, lichamen en groepen die banden hebben met Al-Qa‘ida; en

rechtspersonen, entiteiten en lichamen die in handen zijn van of gecontroleerd worden door, of op enige andere wijze ondersteuning bieden aan deze personen, entiteiten, lichamen en groepen.

Handelingen of activiteiten die erop wijzen dat een persoon, groep, onderneming of entiteit „banden heeft met” Al-Qa‘ida, zijn:

a)

deelnemen aan het financieren, plannen, faciliteren, voorbereiden of uitvoeren van handelingen of activiteiten van, in samenhang met, uit naam van, ten behoeve of ter ondersteuning van Al-Qa‘ida, of een cel, afdeling, splintergroepering of afsplitsing daarvan;

b)

leveren, verkopen of overdragen van wapens of daarmee verband houdend materieel aan bedoelde personen of organisaties;

c)

aanwerven van personeel voor bedoelde personen of organisaties; of

d)

op andere wijze ondersteunen van handelingen of activiteiten van bedoelde personen of organisaties.

2.

Het VN-comité heeft op maandag 25 november 2013 besloten Abd-Al-Hamid Al-Masli toe te voegen aan de bedoelde lijst. Abd-Al-Hamid Al-Masli kan te allen tijde een verzoek aan de ombudsman van de VN richten, met ondersteunende documentatie, tot heroverweging van de gronden waarop hij op de bovengenoemde VN-lijst is geplaatst. Dit verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:

United Nations — Office of the Ombudsperson

Room TB-08041D

New York, NY 10017

UNITED STATES OF AMERICA

Tel. +1 2129632671

Fax +1 2129631300 / 3778

E-mail: ombudsperson@un.org

Voor meer informatie zie: http://www.un.org/sc/committees/1267/delisting.shtml

3.

Naar aanleiding van het in punt 2 genoemde besluit van de VN heeft de Commissie Verordening (EU) nr. 1267/2013 (2) vastgesteld tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk (3). Bij die wijziging, die overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a), en artikel 7 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 881/2002 is verricht, wordt Abd-Al-Hamid Al-Masli aan de lijst in bijlage I bij die verordening (hierna „bijlage I” genoemd) toegevoegd.

De onderstaande maatregelen van Verordening (EG) nr. 881/2002 zijn van toepassing op de aan bijlage I toegevoegde personen en entiteiten:

1.

de bevriezing van alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn of in het bezit zijn van deze personen en entiteiten, alsmede het voor iedereen geldende verbod op de terbeschikkingstelling, direct of indirect, van tegoeden en economische middelen aan of ten behoeve van deze personen en entiteiten (artikelen 2 en 2 bis (4)); en

2.

het verbod op de directe of indirecte verstrekking, verkoop, levering of overdracht aan deze personen en entiteiten van technisch advies, bijstand of opleiding in verband met militaire activiteiten (artikel 3).

4.

Artikel 7 bis van Verordening (EG) nr. 881/2002 (5) voorziet in een toetsing wanneer opmerkingen zijn ingediend over de gronden voor opname op de lijst door wie op de lijst is geplaatst. De personen en entiteiten die bij Verordening (EU) nr. 1267/2013 aan bijlage I zijn toegevoegd, kunnen de Commissie verzoeken om een toelichting over de redenen waarom zij op de lijst zijn opgenomen. Dit verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:

Europese Commissie

Beperkende maatregelen

Wetstraat 200

1049 Brussel

BELGIË

5.

De betrokken personen en entiteiten worden er tevens op geattendeerd dat zij tegen Verordening (EU) nr. 1267/2013 beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

6.

Voor de goede orde worden de aan bijlage I toegevoegde personen en entiteiten erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde autoriteiten van de lidstaat of lidstaten, als vermeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 881/2002, om een machtiging te verkrijgen om bevroren tegoeden, andere financiële activa of economische middelen te gebruiken voor essentiële behoeften of specifieke betalingen, in overeenstemming met artikel 2 bis van die verordening.


(1)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 4.

(2)  PB L 326 van 6.12.2013, blz. 39.

(3)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.

(4)  Artikel 2 bis is ingevoegd bij Verordening (EG) nr. 561/2003 van de Raad (PB L 82 van 29.3.2003, blz. 1).

(5)  Artikel 7 bis is ingevoegd bij Verordening (EU) nr. 1286/2009 van de Raad (PB L 346 van 23.12.2009, blz. 42).