ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2013.354.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 354

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

56e jaargang
4 december 2013


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

AANBEVELINGEN

 

Raad

2013/C 354/01

Aanbeveling van de Raad van 26 november 2013 over de stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in de verschillende sectoren

1

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2013/C 354/02

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

6

2013/C 354/03

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

8

2013/C 354/04

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

9

2013/C 354/05

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.7051 — Goldman Sachs/Hastings Insurance Group) ( 1 )

10

2013/C 354/06

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.7076 — Apax Partners/Rhiag) ( 1 )

10

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2013/C 354/07

Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties: 0,25 % per 1 december 2013 — Wisselkoersen van de euro

11

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2013/C 354/08

Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap — Openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten

12

2013/C 354/09

Mededeling van de Franse regering in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (Bericht betreffende de aanvraag voor exclusieve opsporingsvergunningen voor vloeibare of gasvormige koolwaterstoffen genaamd Permis de la Seille en Permis de l'Albe)  ( 1 )

13

2013/C 354/10

Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

15

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

AANBEVELINGEN

Raad

4.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 354/1


AANBEVELING VAN DE RAAD

van 26 november 2013

over de stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in de verschillende sectoren

2013/C 354/01

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292, in samenhang met de artikelen 165 en 168,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is in alle levensfases van het allergrootste belang om voldoende te bewegen en lichamelijke activiteiten, waaronder ook regelmatige sportbeoefening, te verrichten; de voordelen hiervan zijn onder meer een verlaagd risico op hart- en vaatziekten en sommige vormen van kanker en diabetes, gezondere spieren en botten, betere beheersing van het lichaamsgewicht en positieve effecten op de ontwikkeling van de geestelijke gezondheid en op cognitieve processen. Volgens de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is lichaamsbeweging belangrijk voor alle leeftijdsgroepen, in het bijzonder voor kinderen, werkenden en ouderen.

(2)

Lichaamsbeweging is een eerste vereiste voor een gezonde levensstijl en een gezonde beroepsbevolking en draagt derhalve bij tot de verwezenlijking van de voornaamste doelstellingen van de Europa 2020-strategie, met name wat groei, productiviteit en gezondheid betreft.

(3)

Hoewel de overheidsinstanties in sommige lidstaten de afgelopen jaren hun inspanningen om gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging (HEPA) te stimuleren hebben opgevoerd, blijven de percentages inzake onvoldoende lichaamsbeweging in de Unie onaanvaardbaar hoog. De meerderheid van de bevolking heeft onvoldoende lichaamsbeweging en 60 % doet zelden of nooit aan sport of lichaamsoefeningen. Weinig lichaamsbeweging in de vrije tijd komt doorgaans vaker voor bij lagere sociaaleconomische groepen. Momenteel duidt niets erop dat de negatieve trends voor de Unie als geheel zouden worden omgebogen.

(4)

Een gebrek aan lichaamsbeweging is aangemerkt als een van de belangrijkste risicofactoren voor vroegtijdige sterfte en ziekte in hoge inkomenslanden wereldwijd, met in het Europa van de WHO alleen al ongeveer 1 miljoen sterfgevallen per jaar. Er bestaan betrouwbare gegevens over de door het gebrek aan lichaamsbeweging veroorzaakte gezondheidsschade in de Unie, evenals over de aanzienlijke directe en indirecte economische kosten die verband houden met het gebrek aan lichaamsbeweging en daarmee samenhangende gezondheidsproblemen, met name gezien het feit dat de meeste samenlevingen in Europa snel vergrijzen.

(5)

Uit recent onderzoek blijkt dat sedentair gedrag schadelijk kan zijn voor de gezondheid, los van het effect van lichaamsbeweging. In de Unie moeten deze bevindingen worden meegenomen bij het overwegen van verdere actie op dit gebied.

(6)

Er bestaan grote verschillen tussen de lidstaten wat de mate van lichaamsbeweging betreft. Terwijl sommige lidstaten aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt bij de verhoging van het aantal burgers die de minimaal aanbevolen mate van lichaamsbeweging halen, is dit in veel andere lidstaten niet het geval of is daar zelfs sprake van achteruitgang. Het huidige beleid heeft tot nu toe geen doorslaggevend effect gehad op het terugdringen van het tekort aan lichaamsbeweging voor de Unie als geheel. Er valt veel te leren van succesvolle benaderingen van de ontwikkeling en uitvoering van beleidsmaatregelen op het gebied van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging.

(7)

Lichamelijke opvoeding op school is in aanleg een effectief instrument om mensen meer bewust te maken van het belang van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging en scholen kunnen gemakkelijk en doeltreffend voor activiteiten op dit gebied worden ingeschakeld.

(8)

Een aantal beleidsgebieden, met name sport en gezondheid, kan bijdragen tot het bevorderen van lichaamsbeweging en kan de burgers van de Unie nieuwe kansen bieden om aan lichaamsbeweging te gaan doen. Om de hierdoor geboden mogelijkheden volledig te benutten en derhalve de mate van lichaamsbeweging te verhogen, is een strategische sectoroverschrijdende aanpak voor de stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging, waarbij ook alle betrokken ministeries, instanties en organisaties, in het bijzonder de sportwereld, worden ingeschakeld, en bestaande en lopende beleidsinitiatieven in acht genomen worden, onontbeerlijk. Om dit proces te ondersteunen is het van essentieel belang te beschikken over meer informatie en betere gegevens over de mate van lichaamsbeweging en over de beleidsmaatregelen ter stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging; dat is ook noodzakelijk voor beleidsevaluatie die tot doel heeft het toekomstig beleid doeltreffender te ontwikkelen en uit te voeren.

(9)

De EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging (1), waarnaar door de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, wordt verwezen in hun conclusies van 27 november 2012 (2) (betreffende het stimuleren van HEPA) en van 6/7 december 2012 (over „healthy ageing across the life cycle”) (3), pleiten voor een sectoroverschrijdende aanpak van alle thematische gebieden waarvan de stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging deel uitmaakt.

(10)

In de mededeling van 2011 van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité voor de Regio's, met de titel: „Over de ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport” werden de Commissie en de lidstaten opgeroepen om op basis van de EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging voort te werken aan de vaststelling van nationale richtsnoeren, waaronder een evaluatie- en coördinatieproces, en een aanbeveling van de Raad op dit gebied in overweging te nemen.

(11)

In de resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over een werkplan van de Europese Unie voor sport voor 2011-2014 (4), wordt de noodzaak erkend de samenwerking in de sport tussen de Commissie en de lidstaten te versterken op een beperkt aantal prioritaire terreinen, waaronder de stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging. In juli 2012 heeft de Deskundigengroep sport, gezondheid en participatie, die medio 2011 in het kader van dat werkplan was opgericht, zich geschaard achter een nieuw uniaal initiatief ter stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging.

(12)

In de conclusies van de Raad van 27 november 2012 over de stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging wordt de noodzaak erkend van verdere maatregelen op uniaal niveau en wordt de Commissie opgeroepen een voorstel in te dienen voor een aanbeveling van de Raad, met inbegrip van een licht monitoringkader op basis van een reeks indicatoren die de thematische gebieden van de EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging bestrijken,

BEVEELT AAN dat de lidstaten:

1.

toewerken naar doeltreffende beleidsmaatregelen inzake gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging door een sectoroverschrijdende aanpak te ontwikkelen die is gericht op de beleidsterreinen sport, gezondheid, onderwijs, milieu en vervoer, rekening houdend met de EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging, en op andere relevante beleidsterreinen, met inachtneming van de nationale eigenheden. Hiertoe behoren:

a)

de geleidelijke ontwikkeling en uitvoering van nationale strategieën en van sectoroverschrijdend beleid ter bevordering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging conform de nationale wetgeving en praktijk;

b)

het in kaart brengen van concrete acties ter uitvoering van deze strategieën of dit beleid, waar zinvol geacht in een actieplan;

2.

de mate van lichaamsbeweging en de beleidsmaatregelen inzake gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging monitoren met gebruikmaking van het lichte monitoringkader (5) en de indicatoren die zijn opgenomen in de bijlage bij deze aanbeveling, met inachtneming van de nationale omstandigheden;

3.

binnen zes maanden na de vaststelling van deze aanbeveling nationale contactpunten voor gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging (6) aanwijzen, conform de nationale wetgeving en praktijk, die het bovengenoemde monitoringkader ondersteunen, en de Commissie van die aanwijzing op de hoogte brengen.

De nationale contactpunten voor gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging zullen in het bijzonder worden belast met de coördinatie van de terbeschikkingstelling van gegevens over lichaamsbeweging aan het monitoringkader; de gegevens dienen te worden ingevoerd in de bestaande WHO-Europese databank inzake voeding, obesitas en lichaamsbeweging (NOPA); de nationale contactpunten dienen eveneens de interdepartementale samenwerking inzake beleidsmaatregelen op het gebied van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging te vergemakkelijken;

4.

nauw samenwerken, zowel onderling als met de Commissie, door een proces van regelmatige uitwisseling van informatie en beste praktijken inzake het stimuleren van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging binnen de betrokken uniale structuren voor sport en gezondheid op gang te brengen, als grondslag voor versterkte beleidscoördinatie.

NODIGT de Commissie tot het volgende UIT:

1.

de lidstaten ondersteunen bij de vaststelling van nationale strategieën, de ontwikkeling van sectoroverschrijdende beleidsbenaderingen op het gebied van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging en de uitvoering van de bijbehorende actieplannen door de uitwisseling van informatie en goede praktijken, doeltreffend intercollegiaal leren, netwerkvorming en de aanwijzing van succesvolle benaderingen van het stimuleren van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging te vergemakkelijken;

2.

de instelling en de werking van het monitoringkader voor gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging bevorderen, aan de hand van de in de bijlage vermelde indicatoren, op basis van bestaande vormen van monitoring en gegevensverzameling op dit gebied, en zoveel mogelijk gebruik maken van bestaande informatie en gegevens, door:

a)

met de hulp van wetenschappelijke deskundigen gerichte steun voor capaciteitsopbouw en opleiding te verstrekken aan de nationale contactpunten voor gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging, onder meer met het oog op het dataverzamelingsproces en, in voorkomend geval, aan andere vertegenwoordigers van de betrokken overheidsinstanties;

b)

de mogelijkheid na te gaan om gebruik te maken van gegevens die binnen dit monitoringkader worden verzameld om elke drie jaar Europese statistieken over het niveau van lichaamsbeweging te kunnen produceren;

c)

de WHO te ondersteunen bij de verdere ontwikkeling van de lichaamsbewegingsaspecten van NOPA, door die aan te passen aan het monitoringkader als beschreven in de bijlage bij deze aanbeveling;

d)

de WHO te ondersteunen en nauw met de WHO samen te werken bij de opstelling en verstrekking van landenspecifieke overzichten betreffende gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging en de analyse van trends op het gebied van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging;

3.

om de drie jaar verslag uitbrengen over de voortgang bij de uitvoering van deze aanbeveling, op basis van de informatie die wordt verstrekt in het kader van de rapportageregelingen als beschreven in het monitoringkader en van andere door de lidstaten verstrekte relevante informatie over de ontwikkeling en de uitvoering van het beleid inzake gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging, en de toegevoegde waarde van deze aanbeveling te beoordelen.

Gedaan te Brussel, 26 november 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

D. A. BARAKAUSKAS


(1)  De EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging, die met instemming zijn begroet in de conclusies van de informele bijeenkomst van EU-ministers die bevoegd zijn voor sport van november 2008.

(2)  PB C 393 van 19.12.2012, blz. 22.

(3)  PB C 396 van 21.12.2012, blz. 8.

(4)  PB C 162 van 1.6.2011, blz. 1.

(5)  Het monitoringkader schetst een beperkte reeks rapportageverplichtingen over algemene aspecten van de stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging waaraan alle lidstaten aandacht kunnen besteden. Het zal worden geïmplementeerd in nauwe synergie en samenwerking met de WHO, en erop gericht zijn dubbel werk bij de gegevensverzameling te vermijden.

(6)  Het contactpunt zal de belangrijkste contactpersoon in de lidstaat zijn voor het verstrekken van informatie en gegevens die overeenstemmen met de indicatorentabel in de bijlage, die deel zal uitmaken van de vragenlijst die door de WHO aan de contactpunten zal worden gestuurd.


BIJLAGE

Voorgestelde indicatoren om de mate van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging en het EU-beleid op dat gebied te beoordelen, rekening houdend met de EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging (1)

Thematische gebieden van de richtsnoeren

Voorgestelde indicatoren en variabelen/eenheden

Beschikbaarheid van gegevens

Internationale aanbevelingen en richtsnoeren inzake lichaamsbeweging

(richtsnoeren 1-2)

1.

Nationale aanbeveling inzake lichaamsbeweging voor een betere gezondheid

Ja/nee

 (5)

2.

Volwassenen die voldoen aan de minimale WHO-aanbeveling inzake lichaamsbeweging voor een betere gezondheid of aan gelijkwaardige nationale aanbevelingen

Percentage volwassenen dat minimaal 150 minuten matig intensieve lichaamsbeweging per week heeft, of 75 minuten zwaar intensieve lichaamsbeweging, of een gelijkwaardige combinatie

 (5)

3.

Kinderen en adolescenten die voldoen aan de minimale WHO-aanbeveling inzake lichaamsbeweging voor een betere gezondheid of aan gelijkwaardige nationale aanbevelingen

Percentage kinderen en adolescenten dat dagelijks of ten minste vijf dagen per week minimaal 60 minuten matig tot zwaar intensieve lichaamsbeweging heeft

 (5)

Sectoroverschrijdende aanpak

(richtsnoer 3-5)

4.

Nationaal coördinatiemechanisme inzake de stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging

Ja/nee; zo ja, nadere details

 (5)

5.

Specifiek aan de stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging toegekende middelen

Per sector (gezondheid, sport, vervoer enz.):

totaalbedrag;

per persoon;

per bruto nationaal product op basis van koopkrachtpariteit per capita, in euro

 (2)

„Sport”

(richtsnoer 6-13)

6.

Nationaal beleid inzake sport voor iedereen en/of actieplan

Ja/nee; zo ja, nadere details

 (5)

7.

Op gezondheid gerichte sportclubs (Programma sportclubs voor gezondheid)

Toepassing van de door HEPA Europe/TAFISA project ontwikkelde richtsnoeren Ja/nee; zo ja, beschrijving

 (3)

8.

Kader voor het ondersteunen van mogelijkheden om lagere sociaal-economische groepen meer toegang tot sport- en recreatievoorzieningen te geven

Bestaan van een kader: ja/gepland voor de komende twee jaar/nee; en zo ja, beschrijving

 (4)

9.

Doelgroepen van het nationale beleid inzake gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging

Per doelgroep (groepen met grote behoefte aan lichaamsbeweging (bv. lagere sociaal-economische groepen, mensen met weinig lichaamsbeweging, ouderen, etnische minderheden enz.)

 (5)

„Gezondheid”

(richtsnoer 14-20)

10.

Monitoring en bewaking van lichaamsbeweging en sedentair gedrag

Zijn lichaamsbeweging en sedentair gedrag opgenomen in het nationale systeem voor gezondheidsmonitoring: ja/nee; zo ja, nadere details

 (4)

11.

Advisering over lichaamsbeweging door gezondheidswerkers

Advisering inzake lichaamsbeweging: ja/nee; zo ja: vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering: ja/nee

 (4)

12.

Opleiding op het gebied van lichaamsbeweging als onderdeel van het curriculum van gezondheidswerkers

aantal uren voor verpleegkundige of artsen

verplicht/facultatief

duidelijke beoordelings- en erkenningsstructuren voor de leerresultaten van de betrokkene

 (3)

„Onderwijs”

(richtsnoer 21-24)

13.

Lichamelijke opvoeding op lagere en middelbare scholen

aantal uren per schoolniveau

verplicht/facultatief

nationale of subnationale regeling

 (4)

14.

Regelingen voor het bevorderen van lichaamsbeweging in schoolverband

Bestaan van nationale of subnationale regeling: ja/nee, zo ja, nadere details

 (3)

15.

Gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging als onderdeel van de opleiding van leerkrachten lichamelijke opvoeding

Zit gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in opleidingsmodule van leraren lichamelijke opvoeding op bachelor- of masterniveau? ja/nee verplicht/facultatief

 (3)

16.

Regelingen om het naar school fietsen of lopen te bevorderen

Nationale of subnationale (waar van toepassing) regeling ter bevordering van het naar school fietsen of lopen (loopbussen, fietsen): ja/neen, indien ja: omschrijving

 (4)

„Milieu, stadsplanning en openbare veiligheid”

(richtsnoer 25-32)

17.

Niveau van fietsen/lopen

Belangrijkste vervoerwijze bij de dagelijkse activiteiten (auto, motorfiets, openbaar vervoer, lopen, fietsen, andere)

 (5)

18.

Europese richtsnoeren voor de verbetering van de infrastructuur voor lichaamsbeweging in de vrije tijd

Worden de Europese richtsnoeren voor de verbetering van de infrastructuur voor lichaamsbeweging in de vrije tijd stelselmatig gebruikt bij planning, bouw en management van infrastructuur?

Ja/nog niet maar gepland voor de komende twee jaar/nee

 (3)/ (4)

„Werkomgeving”

(richtsnoer 33-34)

19.

Regelingen om het naar het werk fietsen of lopen te bevorderen

Zijn er nationale of subnationale (waar van toepassing) stimuleringsregelingen voor bedrijven of werknemers om het naar het werk fietsen of lopen te bevorderen?: ja/neen, indien ja: omschrijving

 (4)

20.

Regelingen om lichaamsbeweging op de werkplek te bevorderen

Zijn er nationale of subnationale (waar van toepassing) stimuleringsregelingen voor bedrijven om lichaamsbeweging op de werkplek te bevorderen (bv. gym, douches, traplopen, enz.) ja/neen

 (4)

„Ouderen”

(richtsnoer 35-37)

21.

Regelingen voor gemeenschapsinterventies ter bevordering van lichaamsbeweging bij ouderen

Zijn er regelingen voor gemeenschapsinterventies ter bevordering van lichaamsbeweging bij ouderen: ja/nee, zo ja: omschrijving

 (4)

„Indicatoren/evaluatie”

(richtsnoer 38)

22.

Nationale beleidsmaatregelen inzake gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging die een plan voor evaluatie omvatten

x van y nationale beleidsmaatregelen inzake gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging (sport, gezondheid, vervoer, milieu, per sector) omvatten een duidelijk plan voor evaluatie

 (5)

„Bewustmaking”

(richtsnoer 39)

23.

Bestaan van een nationale bewustmakingscampagne over lichaamsbeweging

Ja/neen, zo ja: omschrijving

 (4)


(1)  Verwacht wordt dat de informatie en de gegevens die de lidstaten binnen dit licht monitoringkader wordt aanbevolen te verstrekken, mettertijd zullen verbeteren. Voorgesteld wordt steun voor dit proces te verlenen in het kader van de in deze aanbeveling genoemde activiteiten voor samenwerking en capaciteitsopbouw.

(2)  gegevens nog niet verzameld.

(3)  gegevens nog niet verzameld in NOPA, wel gepland.

(4)  gegevens beschikbaar (bv. opgenomen in templates van landen of via andere beschikbare bron) maar nog niet gevalideerd, of nog te actualiseren.

(5)  gegevens beschikbaar en gevalideerd in NOPA.


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

4.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 354/6


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 354/02

Datum waarop het besluit is genomen

16.10.2013

Referentienummer staatssteun

SA.35124 (12/N)

Lidstaat

Italië

Regio

Puglia

Artikel 107, lid 3, onder a)

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Interporto Regionale della Puglia

Rechtsgrondslag

Decisione della Commissione C(2007) 5726 del 20 novembre 2007, Legge n. 183/1987 e Determinazione dirigenziale regionale n. 146/2009

Type maatregel

ad-hoc steun

Interporto Regionale della Puglia SpA

Doelstelling

Regionale ontwikkeling, Bevordering export en internationalisering, Sectorale ontwikkeling

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaalbudget: 90 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

60 %

Looptijd (periode)

1.1.2013-1.1.2016

Economische sectoren

Overige vervoerondersteunende activiteiten

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Regione Puglia

Serv. Attuazione del Po-Viale Caduti di Tutte le Guerre 15

70126 Bari BA

ITALIA

Regione Puglia

AdG Po FESR 2007/2013-Viale Caduti di Tutte le Guerre 15

70126 Bari BA

ITALIA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm


4.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 354/8


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 354/03

Datum waarop het besluit is genomen

30.9.2013

Referentienummer staatssteun

SA.35949 (12/N)

Lidstaat

Polen

Regio

Łódzkie

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Łódzka Regionalna Sieć Teleinformatyczna – 2 Etap

Rechtsgrondslag

1)

Ustawa z dnia 6 grudnia 2006 r. o zasadach prowadzenia polityki rozwoju (Dz.U. nr 84, poz. 712 ze zm.)

2)

Ustawa z dnia 7 maja 2010 r. o wspieraniu rozwoju usług i sieci telekomunikacyjnych (Dz.U. nr 106, poz. 675)

3)

Ustawa z dnia 30 kwietnia 2004 r. o postępowaniu w sprawach dotyczących pomocy publicznej (Dz.U. nr 59, poz. 404 ze zm.)

4)

Regionalny Program Operacyjny Województwa Łódzkiego na lata 2007–2013, zatwierdzony przez Komisję Europejską decyzją z dnia 2 października 2007 r. w sprawie przyjęcia w ramach pomocy wspólnotowej programu operacyjnego Europejskiego Funduszu Rozwoju Regionalnego

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Sectorale ontwikkeling, Regionale ontwikkeling

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaalbudget: 25,85 PLN (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

vanaf 1.10.2013

Economische sectoren

Draadgebonden telecommunicatie, Draadloze telecommunicatie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Województwo Łódzkie

Al. Piłsudskiego 8

90-051 Łódź

POLSKA/POLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm


4.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 354/9


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 354/04

Datum waarop het besluit is genomen

14.11.2013

Referentienummer staatssteun

SA.37017 (13/N)

Lidstaat

België

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan ondernemingen ter compensatie van indirecte emissiekosten

Rechtsgrondslag

Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan ondernemingen ter compensatie van indirecte emissiekosten

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Milieubescherming

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 304 EUR (in miljoen)

 

Jaarbudget: 38 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

85 %

Looptijd (periode)

1.1.2014-31.12.2021

Economische sectoren

Vervaardiging van ijzer en staal en van ferrolegeringen

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Agentschap Ondernemen

Koning Albert II laan 35, bus 12

1030 Brussel

BELGIË

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm


4.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 354/10


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.7051 — Goldman Sachs/Hastings Insurance Group)

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 354/05

Op 19 november 2013 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32013M7051. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


4.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 354/10


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.7076 — Apax Partners/Rhiag)

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 354/06

Op 27 november 2013 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32013M7076. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

4.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 354/11


Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties (1):

0,25 % per 1 december 2013

Wisselkoersen van de euro (2)

3 december 2013

2013/C 354/07

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3578

JPY

Japanse yen

139,31

DKK

Deense kroon

7,4594

GBP

Pond sterling

0,82710

SEK

Zweedse kroon

8,8677

CHF

Zwitserse frank

1,2287

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,2900

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,468

HUF

Hongaarse forint

302,90

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7028

PLN

Poolse zloty

4,2032

RON

Roemeense leu

4,4617

TRY

Turkse lira

2,7675

AUD

Australische dollar

1,4873

CAD

Canadese dollar

1,4465

HKD

Hongkongse dollar

10,5262

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6457

SGD

Singaporese dollar

1,7023

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 440,34

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,0306

CNY

Chinese yuan renminbi

8,2717

HRK

Kroatische kuna

7,6358

IDR

Indonesische roepia

15 945,05

MYR

Maleisische ringgit

4,3667

PHP

Filipijnse peso

59,403

RUB

Russische roebel

45,1500

THB

Thaise baht

43,695

BRL

Braziliaanse real

3,1951

MXN

Mexicaanse peso

17,9796

INR

Indiase roepie

84,6690


(1)  Rentevoet die is toegepast op de laatst uitgevoerde transactie voor de opgegeven dag. In geval van een tender met variabele rente, verwijst deze rentevoet naar de marginale interestvoet.

(2)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

4.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 354/12


Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap

Openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten

2013/C 354/08

Lidstaat

Spanje

Betrokken routes

Gran Canaria–Tenerife zuid

Gran Canaria–El Hierro

Tenerife noord–La Gomera

Gran Canaria–La Gomera

Datum waarop de routes waarvoor openbare dienstverplichtingen gelden, opnieuw worden opengesteld voor communautaire luchtvaartmaatschappijen

1 augustus 2014

Adres waar de tekst en alle andere informatie of documentatie met betrekking tot de openbaredienstverplichtingen kunnen worden verkregen

Ministerio de Fomento

Dirección General de Aviación Civil

Subdirección General de Transporte Aéreo

Paseo de la Castellana, 67

28071 Madrid

ESPAÑA

Tel. +34 915978454

Fax +34 915978643

E-mail: osp.dgac@fomento.es

De route waarvoor openbare dienstverplichtingen gelden, kunnen worden geëxploiteerd op basis van vrije concurrentie vanaf 1 augustus 2014. Indien binnen een periode van 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie geen enkele luchtvaartmaatschappij een programma van diensten indient dat in overeenstemming is met de opgelegde openbaredienstverplichtingen, wordt de toegang beperkt tot één luchtvaartmaatschappij via de bijbehorende openbare aanbestedingsprocedure, overeenkomstig artikel 16, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1008/2008.


4.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 354/13


Mededeling van de Franse regering in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (1)

(Bericht betreffende de aanvraag voor exclusieve opsporingsvergunningen voor vloeibare of gasvormige koolwaterstoffen genaamd „Permis de la Seille” en „Permis de l'Albe”)

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 354/09

Bij verzoek van 29 april 2013 heeft de onderneming Elixir Petroleum (Moselle) Ltd, waarvan de vertegenwoordiger in Frankrijk de heer Philippe LABAT is, Société Thermopyles SAS met hoofdzetel gevestigd te 50, rue du Midi, 94300 Vincennes (Frankrijk), voor een duur van vijf jaar twee exclusieve vergunningen aangevraagd voor de opsporing van vloeibare of gasvormige koolwaterstoffen, genaamd „Permis de la Seille” en „Permis de l'Albe”, gelegen op een deel van het grondgebied van de departementen Meurthe-et-Moselle en Moselle.

Het gebied waarop deze aanvraag betrekking heeft, heeft een omtrek die wordt gevormd door de meridianen en breedtecirkels die de hoekpunten met de volgende geografische coördinaten in graden met elkaar verbinden, uitgaande van de meridiaan van Parijs:

Permis de la Seille

Hoekpunt

Oosterlengte

Noorderbreedte

A

4,10 gr O

54,50 gr N

B

4,60 gr O

54,50 gr N

C

4,60 gr O

54,40 gr N

D

4,40 gr O

54,40 gr N

E

4,40 gr O

54,20 gr N

F

4,10 gr O

54,20 gr N


Permis de l'Albe

Hoekpunt

Oosterlengte

Noorderbreedte

A

4,80 gr O

54,50 gr N

B

4,90 gr O

54,50 gr N

C

4,90 gr O

54,40 gr N

D

5,00 gr O

54,40 gr N

E

5,00 gr O

54,30 gr N

F

4,80 gr O

54,30 gr N

De aldus omschreven oppervlakte bedraagt ongeveer 726 km2 voor de permis de la Seille en ongeveer 198 km2 voor de permis de l'Albe.

Indiening van aanvragen en gunningscriteria

De indieners van de oorspronkelijke aanvraag en ondernemingen die aanvragen om eveneens in aanmerking te komen moeten voldoen aan de voorwaarden als omschreven in de artikelen 4 en 5 van Besluit nr. 2006-648, als gewijzigd, van 2 juni 2006 inzake mijnbouwtitels en vergunningen voor ondergrondse opslag (Staatsblad van de Franse Republiek van 3 juni 2006).

Geïnteresseerde bedrijven kunnen binnen een termijn van negentig dagen na de publicatie van deze mededeling verzoeken eveneens in aanmerking te komen voor deze concessie, waarbij de procedure dient te worden gevolgd die is vermeld in de „Mededeling inzake het verkrijgen van mijnbouwtitels voor koolwaterstoffen in Frankrijk”, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 374 van 30 december 1994, blz. 11, en vastgesteld bij Besluit nr. 2006-648 van 2 juni 2006 inzake mijnbouwtitels en vergunningen voor ondergrondse opslag (Staatsblad van de Franse Republiek van 3 juni 2006).

De aanvragen om eveneens in aanmerking te komen moeten worden gericht aan de minister belast met ecologie, duurzame ontwikkeling en energie op het onderstaande adres. Besluiten inzake de oorspronkelijke aanvraag en de aanvragen om eveneens in aanmerking te komen worden genomen binnen een termijn van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van ontvangst door de Franse autoriteiten van de oorspronkelijke aanvraag, dat wil zeggen uiterlijk op 18 mei 2015.

Voorwaarden en eisen betreffende de uitoefening en beëindiging van de activiteit

De aandacht van ondernemingen met belangstelling wordt gevestigd op de artikelen 79 en 79.1 van de mijnbouwcode en op Besluit nr. 2006-649, als gewijzigd, van 2 juni 2006 betreffende de uitoefening van mijnbouwwerkzaamheden, werkzaamheden voor ondergrondse opslag en de politie voor mijnbouw en ondergrondse opslag (Staatsblad van de Franse Republiek van 3 juni 2006).

Nadere informatie kan worden verkregen op het volgende adres:

Ministère de l'écologie, du développement durable et de l'energie, direction générale de l'énergie et du climat — direction de l'énergie, bureau exploration et production des hydrocarbures, Grande Arche, Paroi Nord, 92055 La Défense Cedex, France — tel. +33 140819527.

Alle bovengenoemde wettelijke en administratieve bepalingen kunnen worden geraadpleegd op de website van Légifrance: http://www.legifrance.gouv.fr


(1)  PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3.


4.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 354/15


Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

2013/C 354/10

Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:

Datum en tijdstip van sluiting

18.11.2013

Duur

18.11.2013-31.12.2013

Lidstaat

Frankrijk

Bestand of groep bestanden

PLE/7FG.

Soort

Schol (Pleuronectes platessa)

Gebied

VIIf en VIIg

Vissersvaartuigtype(s)

Referentienummer

68/TQ39


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.