ISSN 1977-0995 doi:10.3000/19770995.C_2013.223.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 223 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
56e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2013/C 223/01 |
||
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
2.8.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 223/1 |
Richtsnoeren over de bijzonderheden van de verschillende categorieën wijzigingen en over de toepassing van de procedures die zijn vastgesteld in de hoofdstukken II, IIa, III en IV van Verordening (EG) nr. 1234/2008 van de Commissie van 24 november 2008 betreffende het onderzoek van wijzigingen in de voorwaarden van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik en voor de volgens deze procedures in te dienen bescheiden
2013/C 223/01
Inhoudsopgave
1. |
INLEIDING |
2. |
PROCEDURELE LEIDRAAD VOOR DE BEHANDELING VAN WIJZIGINGEN |
2.1. |
Kleine wijzigingen van type IA |
2.1.1. |
Indiening van kennisgevingen van type IA |
2.1.2. |
Beoordeling van wijzigingen van type IA voor de wederzijdse erkenningsprocedure |
2.1.3. |
Beoordeling van wijzigingen van type IA voor de louter nationale procedure |
2.1.4. |
Beoordeling van wijzigingen van type IA voor de gecentraliseerde procedure |
2.2. |
Kleine wijzigingen van type IB |
2.2.1. |
Indiening van kennisgevingen van type IB |
2.2.2. |
Beoordeling van wijzigingen van type IB voor de wederzijdse erkenningsprocedure |
2.2.3. |
Beoordeling van wijzigingen van type IB voor de louter nationale procedure |
2.2.4. |
Beoordelingen van wijzigingen van type IB voor de gecentraliseerde procedure |
2.3. |
Ingrijpende wijzigingen van type II |
2.3.1. |
Indiening van type II-aanvragen |
2.3.2. |
Beoordeling van type II-wijzigingen voor de wederzijdse erkenningsprocedure |
2.3.3. |
Uitkomst van de beoordeling van type II-wijzigingen voor de wederzijdse erkenningsprocedure |
2.3.4. |
Beoordeling van type II-wijzigingen voor de louter nationale procedure |
2.3.5. |
Uitkomst van de beoordeling van type II-wijzigingen voor de louter nationale procedure |
2.3.6. |
Wijzigingen van type II voor de gecentraliseerde procedure |
2.3.7. |
Uitkomst van de beoordeling van type II-wijzigingen in de gecentraliseerde procedure |
2.4. |
Uitbreidingen |
2.4.1. |
Indiening van uitbreidingsaanvragen |
2.4.2. |
Uitbreidingsbeoordeling voor de nationale procedure |
2.4.3. |
Uitbreidingsbeoordeling voor de gecentraliseerde procedure |
2.5. |
Griepvaccins voor de mens |
2.5.1. |
Indiening van wijzigingsaanvragen voor de jaarlijkse aanpassing van griepvaccins voor de mens |
2.5.2. |
Beoordeling van wijzigingen voor een wederzijdse erkenningsprocedure |
2.5.3. |
Beoordeling van wijzigingen voor een louter nationale procedure |
2.5.4. |
Beoordelingen van wijzigingen in een gecentraliseerde procedure |
2.6. |
Urgente beperkende veiligheidsmaatregelen |
2.7. |
Verklaring van naleving in het kader van de pediatrieverordening |
3. |
PROCEDURELE LEIDRAAD VOOR WERKVERDELING |
3.1. |
Indiening van wijzigingsaanvragen betreffende werkverdeling |
3.2. |
Beoordeling van de werkverdeling waarbij geen geneesmiddelen betrokken zijn waarvoor volgens de gecentraliseerde procedure een vergunning is verleend |
3.3. |
Uitkomst van de beoordeling van de werkverdeling waarbij geen geneesmiddelen betrokken zijn waarvoor volgens de gecentraliseerde procedure een vergunning is verleend |
3.4. |
Beoordeling van de werkverdeling waarbij geneesmiddelen betrokken zijn waarvoor volgens de gecentraliseerde procedure een vergunning is verleend |
3.5. |
Uitkomst van de beoordeling van de werkverdeling waarbij geneesmiddelen betrokken zijn waarvoor volgens de gecentraliseerde procedure een vergunning is verleend |
4. |
BIJLAGE |
1. INLEIDING
Verordening (EG) nr. 1234/2008 van de Commissie van 24 november 2008 betreffende het onderzoek van wijzigingen in de voorwaarden van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (1) (de „verordening inzake wijzigingen”) regelt de procedure voor de wijzigingen van de betreffende vergunningen. De verordening werd gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 712/2012 van de Commissie (2).
Krachtens artikel 4, lid 1, van de verordening inzake wijzigingen is de Commissie belast met de taak richtsnoeren op te stellen over de bijzonderheden van de verschillende categorieën wijzigingen en over de toepassing van de in de hoofdstukken II, IIa, III en IV van die verordening vastgestelde procedures, alsook over de volgens deze procedures in te dienen bescheiden.
Deze richtsnoeren zijn van toepassing op wijzigingen van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik die zijn verleend in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (3), Richtlijn 2001/82/EG (4) en Richtlijn 2001/83/EG (5) van het Europees Parlement en de Raad, en Richtlijn 87/22/EEG van de Raad (6). Zij zijn bedoeld om de interpretatie en uitvoering van de verordening inzake wijzigingen te vergemakkelijken. Zij verstrekken bijzonderheden over de toepassing van de desbetreffende procedures, waaronder een beschrijving van alle stappen vanaf de indiening van een wijzigingsaanvraag tot de definitieve uitkomst van de aanvraagprocedure.
Daarnaast worden in de bijlage bij deze richtsnoeren bijzonderheden gegeven over de indeling van wijzigingen in de volgende categorieën, zoals gedefinieerd in artikel 2 van de verordening inzake wijzigingen: kleine wijzigingen van type IA, kleine wijzigingen van type IB en ingrijpende wijzigingen van type II, en worden waar nodig nadere bijzonderheden gegeven over de wetenschappelijke gegevens die voor specifieke wijzigingen moeten worden ingediend, en de manier waarop deze gegevens moeten worden gedocumenteerd. De bijlage bij deze richtsnoeren wordt regelmatig bijgewerkt, waarbij rekening wordt gehouden met de aanbevelingen die overeenkomstig artikel 5 van de verordening inzake wijzigingen zijn gedaan, evenals met de vooruitgang van de wetenschap en de techniek.
De definities die voor deze richtsnoeren van belang zijn, worden gegeven in Richtlijn 2001/82/EG, Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 726/2004 en in de verordening inzake wijzigingen. Daarnaast moeten houders van een vergunning voor het in de handel brengen die tot hetzelfde moederbedrijf of dezelfde groep bedrijven behoren, alsmede houders van een vergunning voor het in de handel brengen die overeenkomsten hebben gesloten of gezamenlijk optreden bij het in de handel brengen van het desbetreffende geneesmiddel, in het kader van deze richtsnoeren worden beschouwd als een en dezelfde houder van een vergunning voor het in de handel brengen (7) („vergunninghouder”).
Onder de „gecentraliseerde procedure” wordt in deze richtsnoeren de procedure voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen verstaan die bij Verordening (EG) nr. 726/2004 is vastgesteld. Onder de „wederzijdse erkenningsprocedure” wordt de procedure voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen verstaan die bij Richtlijn 87/22/EG, de artikelen 32 en 33 van Richtlijn 2001/82/EG en de artikelen 28 en 29 van Richtlijn 2001/83/EG is vastgesteld. Vergunningen voor het in de handel brengen die zijn verleend na een verwijzingsprocedure krachtens de artikelen 36, 37 en 38 van Richtlijn 2001/82/EG of de artikelen 32, 33 en 34 van Richtlijn 2001/83/EG die tot volledige harmonisatie heeft geleid, worden eveneens beschouwd als vergunningen voor het in de handel brengen volgens de wederzijdse erkenningsprocedure. Onder de „louter nationale procedure” wordt de procedure verstaan voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen door een lidstaat in overeenstemming met het acquis, buiten de wederzijdse erkenningsprocedure.
Onder „betrokken lidstaten” worden in deze richtsnoeren overeenkomstig artikel 2, punt 6, van de verordening inzake wijzigingen, alle lidstaten verstaan waarvan de bevoegde instantie een vergunning voor het in de handel brengen van de geneesmiddelen in kwestie heeft verleend. Onder „andere betrokken lidstaten” worden alle betrokken lidstaten behalve de referentielidstaat verstaan. Onder „nationale bevoegde autoriteit” wordt de autoriteit verstaan die in het kader van een louter nationale procedure een vergunning voor het in de handel brengen heeft verleend.
In deze richtsnoeren wordt met het Bureau het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) bedoeld.
2. PROCEDURELE LEIDRAAD VOOR DE BEHANDELING VAN WIJZIGINGEN
Een vergunning voor het in de handel brengen stelt de voorwaarden vast waaronder een geneesmiddel in de EU in de handel mag worden gebracht. Een vergunning voor het in de handel brengen bestaat uit:
i) |
een besluit tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen dat door de desbetreffende autoriteit is afgegeven, en |
ii) |
een technisch dossier met de gegevens die de aanvrager heeft ingediend in overeenstemming met artikel 12, lid 3, tot en met artikel 14 van Richtlijn 2001/82/EG en bijlage I bij die richtlijn, artikel 8, lid 3, tot en met artikel 11 van Richtlijn 2001/83/EG en bijlage I bij die richtlijn, artikel 6, lid 2, en artikel 31, lid 2, van Verordening (EG) nr. 726/2004, of artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1394/2007. |
De verordening inzake wijzigingen regelt de procedures voor wijziging van het besluit tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen en van het technisch dossier.
Wat geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft, gelden de procedures van de verordening inzake wijzigingen echter niet voor het aanbrengen van wijzigingen aan de etikettering of de bijsluiter die niet samenhangen met de samenvatting van de productkenmerken. In overeenstemming met artikel 61, lid 3, van Richtlijn 2001/83/EG moeten deze wijzigingen aan de betrokken bevoegde autoriteiten worden voorgelegd en mogen ze worden toegepast indien de bevoegde autoriteit binnen een termijn van 90 dagen geen bezwaar heeft gemaakt.
Deze richtsnoeren behandelen wijzigingen in de volgende categorieën, zoals omschreven in artikel 2 van de verordening inzake wijzigingen:
— |
kleine wijzigingen van type IA |
— |
kleine wijzigingen van type IB |
— |
ingrijpende wijzigingen van type II |
— |
uitbreidingen |
— |
urgente beperkende veiligheidsmaatregelen. |
Als houders van vergunningen voor het in de handel brengen vragen hebben over een voorgenomen wijzigingsaanvraag, kunnen zij zich wenden tot de referentielidstaat, de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau (8). Zo nodig kan er vóór indiening een gesprek worden gevoerd met de referentielidstaat, de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau waarin aanvullend advies over de procedures en de regelgeving kan worden gegeven.
Er zij opgemerkt dat indien een groep wijzigingen bestaat uit verschillende typen, de groep moet worden ingediend en zal worden behandeld overeenkomstig het „hoogste” type in de groep. Een groep die bestaat uit een uitbreiding en een ingrijpende wijziging van type II zal worden behandeld als een uitbreidingsaanvraag; een groep die bestaat uit kleine wijzigingen van type IB en type IA zal worden behandeld als een kennisgeving van type IB.
Waar in deze richtsnoeren wordt verwezen naar de indiening van kennisgevingen van wijzigingen of van wijzigingsaanvragen, zal het aantal in te dienen exemplaren bekend worden gemaakt door het Bureau, indien het een gecentraliseerde procedure betreft. Gaat het om een wederzijdse erkenningsprocedure, dan valt deze taak toe aan de coördinatiegroepen die zijn ingesteld ingevolge artikel 31 van Richtlijn 2001/82/EG voor wat betreft diergeneeskundige producten en ingevolge artikel 27 van Richtlijn 2001/83/EG voor wat betreft geneesmiddelen voor menselijk gebruik (hierna „de coördinatiegroep” genoemd) en gaat het om de louter nationale procedure, dan is de nationale bevoegde autoriteit hiermee belast.
Het aanvraagformulier voor wijzigingen aan een vergunning voor het in de handel brengen van geneesmiddelen (voor menselijk en diergeneeskundig gebruik) is te vinden op http://ec.europa.eu/health/documents/eudralex/vol-2/index_en.htm.
Indien de ter zake bevoegde instantie hierom vraagt, dient de vergunninghouder alle informatie die verband houdt met de tenuitvoerlegging van een wijziging onmiddellijk te verschaffen.
2.1. Kleine wijzigingen van type IA
Hier volgt een leidraad voor de toepassing van de artikelen 7, 8, 11, 13 bis, 13 quinquies, 13 sexies, 14, 17, 23 en 24 van de verordening inzake wijzigingen op kleine wijzigingen van type IA.
De verordening inzake wijzigingen en de bijlage bij deze richtsnoeren vermelden een lijst met wijzigingen die als kleine veranderingen van type IA worden beschouwd. Dergelijke kleine veranderingen vereisen geen voorafgaande toestemming, maar dienen wel binnen twaalf maanden na tenuitvoerlegging door houders van vergunningen voor het in de handel brengen te worden gemeld („Doe en meld”-procedure). Sommige kleine wijzigingen van type IA vereisen echter onmiddellijke kennisgeving na tenuitvoerlegging, om continu toezicht op het geneesmiddel te waarborgen.
In de bijlage bij deze richtsnoeren wordt duidelijkheid verschaft over de voorwaarden waaronder voor een wijziging de kennisgevingsprocedure van type IA mag worden gevolgd en wordt gespecificeerd welke kleine wijzigingen van type IA onmiddellijk na tenuitvoerlegging ter kennis dienen te worden gebracht.
2.1.1. Indiening van kennisgevingen van type IA
Kleine wijzigingen van type IA hoeven niet vooraf door de autoriteiten te worden onderzocht voordat ze door de vergunninghouder ten uitvoer mogen worden gelegd. Uiterlijk twaalf maanden na de datum van tenuitvoerlegging moet de vergunninghouder echter tegelijkertijd bij alle betrokken lidstaten, bij de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau (naargelang het geval) een kennisgeving van de betrokken wijziging(en) indienen. Vergunninghouders kunnen een kleine wijziging van type IA die niet onmiddellijk ter kennis hoeft te worden gebracht, voegen bij een kleine wijziging van type IA waarop onmiddellijke kennisgeving van toepassing is, of bij enige andere wijziging. Er moet worden voldaan aan de voorwaarden in artikel 7, lid 2, onder a), b), en c), en in artikel 13 quinquies, lid 2, onder a), b) en c), van de verordening inzake wijzigingen (naargelang het geval).
Vergunninghouders kunnen verscheidene kleine wijzigingen van type IA in een enkele kennisgeving opnemen, zoals vastgesteld in artikel 7, lid 2, en artikel 13 quinquies, lid 2, van de verordening inzake wijzigingen. Er bestaan meer bepaald twee mogelijkheden voor het groeperen van wijzigingen van type IA:
1. |
de vergunninghouder kan kleine wijzigingen van type IA betreffende de voorwaarden van één vergunning voor het in de handel brengen groeperen, op voorwaarde dat hij hiervan tegelijkertijd aan dezelfde relevante autoriteit kennisgeving doet; |
2. |
de vergunninghouder kan ook één of meer kleine wijzigingen van type IA in de voorwaarden van verscheidene vergunningen voor het in de handel brengen als enkele kennisgeving indienen, als deze wijzigingen identiek zijn voor alle vergunningen voor het in de handel brengen en hiervan tegelijkertijd aan dezelfde relevante autoriteit kennisgeving wordt gedaan. |
De termijn van twaalf maanden om kennisgeving te doen van kleine wijzigingen van type IA geeft vergunninghouders de mogelijkheid om type IA-wijzigingen aan hun geneesmiddelen in de loop van één jaar te bundelen. Het is echter alleen maar mogelijk deze wijzigingen in één enkele kennisgeving in te dienen wanneer voldaan is aan de groeperingsvoorwaarden (dezelfde wijzigingen gelden voor alle betrokken geneesmiddelen). Het kan dus gebeuren dat voor de indiening van wijzigingen die gedurende een periode van twaalf maanden ten uitvoer zijn gelegd (het zogenoemde „jaarverslag”) verschillende kennisgevingen nodig zijn; bv. een kennisgeving betreffende één kleine wijziging van type IA, een andere betreffende een groep kleine wijzigingen van type IA in de voorwaarden van een vergunning voor het in de handel brengen, en weer een andere betreffende een groep kleine wijzigingen van type IA in de voorwaarden van verscheidene vergunningen voor het in de handel brengen.
De kennisgeving moet de onderdelen bevatten die vermeld staan in bijlage IV bij de verordening inzake wijzigingen, en als volgt worden gepresenteerd, in overeenstemming met de passende koppen en nummering van „The rules governing medicinal products in the European Union”, deel 2B, Notice to applicants (hierna „EU-CTD” genoemd), of de indeling van deel 6B van de Notice to applicants (voor diergeneeskundige producten, indien de EU-CTD-indeling niet beschikbaar is):
— |
begeleidende brief; |
— |
het ingevulde EU-formulier voor een wijzigingsaanvraag (gepubliceerd in de Notice to applicants), met daarin ook de bijzonderheden van de betrokken vergunning(en) voor het in de handel brengen, alsmede een beschrijving van alle ingediende wijzigingen, samen met de datum van hun tenuitvoerlegging, naargelang het geval. Indien een wijziging het gevolg is van of verband houdt met een andere wijziging, dient er een beschrijving van het verband tussen deze wijzigingen te worden bijgeleverd, in het daarvoor bestemde deel van het aanvraagformulier; |
— |
verwijzingen naar de wijzigingscode zoals bepaald in de bijlage bij deze richtsnoeren, waarbij wordt aangegeven dat aan alle voorwaarden en documentatievereisten is voldaan, of, indien van toepassing, verwijzing naar een classificatieaanbeveling, gepubliceerd in overeenstemming met artikel 5 van de verordening inzake wijzigingen, die voor de relevante aanvraag is gebruikt; |
— |
alle documentatie die in de bijlage bij deze richtsnoeren is gespecificeerd; |
— |
indien de wijzigingen van invloed zijn op de samenvatting van de productkenmerken, de etikettering of de bijsluiter: de herziene productinformatie, in de juiste indeling, evenals de bijbehorende vertalingen. Als de kleine wijziging van type IA van invloed is op het algehele ontwerp en de leesbaarheid van de buitenste en primaire verpakking of de bijsluiter, moeten aan de referentielidstaat, de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau modellen of monsters worden geleverd. |
Voor wijzigingen in de wederzijdse erkenningsprocedure moet de referentielidstaat bovendien een lijst van verzendingsdata ontvangen met vermelding van het type IA-wijzigingsprocedurenummer, de data waarop de aanvragen zijn verstuurd naar elke betrokken lidstaat en een bevestiging dat de verschuldigde vergoedingen zijn betaald zoals voorgeschreven door de betrokken bevoegde instanties.
Voor wijzigingen in de louter nationale procedure bevestiging dat de verschuldigde vergoeding is betaald zoals vereist door de nationale bevoegde autoriteit.
Voor wijzigingen in de gecentraliseerde procedure moet de verschuldigde vergoeding voor kleine wijziging(en) van type IA, zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad (9), worden betaald volgens de financiële procedure van het Bureau.
Voor gegroepeerde kleine wijzigingen van type IA betreffende verschillende vergunningen voor het in de handel brengen van dezelfde houder overeenkomstig artikel 7 of artikel 13 quinquies van de verordening inzake wijzigingen, moet een gemeenschappelijke begeleidende brief en aanvraagformulier worden ingediend, samen met afzonderlijke ondersteunende documentatie en herziene productinformatie (indien van toepassing) voor elk betrokken geneesmiddel. Zo kunnen de relevante instanties zorg dragen voor de aanpassing van het dossier van elke vergunning die deel uitmaakt van de groep met de relevante gewijzigde of nieuwe informatie.
2.1.2. Beoordeling van wijzigingen van type IA voor de wederzijdse erkenningsprocedure
De referentielidstaat beoordeelt de kennisgeving van type IA binnen dertig dagen na ontvangst.
Uiterlijk op dag 30 stelt de referentielidstaat de vergunninghouder en de andere betrokken lidstaten op de hoogte van de uitkomst van de beoordeling. Indien het besluit tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen moet worden gewijzigd, passen alle betrokken lidstaten het besluit tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen aan, en wel binnen zes maanden na ontvangst van de uitkomst van de door de referentielidstaat verzonden beoordeling, op voorwaarde dat de nodige documenten voor de wijziging van de vergunning voor het in de handel brengen bij de betrokken lidstaten zijn ingediend.
Indien één of meer kleine wijzigingen van type IA in één kennisgeving zijn opgenomen, laat de referentielidstaat de houder van de vergunning weten welke wijziging(en) is (zijn) geaccepteerd of verworpen na de beoordeling. De houder van de vergunning voor het in de handel brengen mag de verworpen wijziging(en) niet toepassen.
Hoewel kleine wijzigingen van type IA niet noodzakelijkerwijs onmiddellijk worden verworpen als de aanvraag niet alle benodigde documentatie bevat, mits de vergunninghouder op verzoek van de desbetreffende autoriteit onmiddellijk de ontbrekende documentatie verstrekt, moet worden benadrukt dat een kleine wijziging van type IA onder bepaalde omstandigheden kan worden verworpen en dat de vergunninghouder in dat geval de reeds begonnen toepassing van de wijzigingen onmiddellijk moet staken.
2.1.3. Beoordeling van wijzigingen van type IA voor de louter nationale procedure
De nationale bevoegde autoriteit beoordeelt de kennisgeving van type IA binnen dertig dagen na ontvangst.
Uiterlijk op dag 30 stelt de nationale bevoegde autoriteit de vergunninghouder op de hoogte van de uitkomst van de beoordeling. Indien het besluit tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen moet worden gewijzigd, past de nationale bevoegde autoriteit het besluit tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen aan, en wel binnen zes maanden na de datum waarop de vergunninghouder over de uitkomst van de beoordeling op de hoogte is gebracht, op voorwaarde dat de nodige documenten voor de wijziging van de vergunning voor het in de handel brengen bij de nationale bevoegde autoriteit zijn ingediend.
Indien één of meer kleine wijzigingen van type IA in één kennisgeving zijn opgenomen, laat de nationale bevoegde autoriteit de houder van de vergunning weten welke wijziging(en) is (zijn) geaccepteerd of verworpen na de beoordeling.
Hoewel kleine wijzigingen van type IA niet noodzakelijkerwijs onmiddellijk worden verworpen als de aanvraag niet alle benodigde documentatie bevat, mits de vergunninghouder op verzoek van de desbetreffende autoriteit onmiddellijk de ontbrekende documentatie verstrekt, moet worden benadrukt dat een kleine wijziging van type IA onder bepaalde omstandigheden kan worden verworpen en dat de vergunninghouder in dat geval de reeds begonnen toepassing van de wijzigingen onmiddellijk moet staken.
2.1.4. Beoordeling van wijzigingen van type IA voor de gecentraliseerde procedure
Het Bureau beoordeelt de kennisgeving van type IA binnen dertig dagen na ontvangst, zonder bemoeienis van de rapporteur voor het betrokken product die is aangesteld door het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik of het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. Het Bureau stuurt de rapporteur wel een kopie van de type IA-kennisgeving.
Uiterlijk op dag 30 stelt het Bureau de vergunninghouder op de hoogte van de uitkomst van de beoordeling. Wanneer de uitkomst van de beoordeling gunstig is en het besluit van de Commissie tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen een wijziging vereist, zal het Bureau de Commissie op de hoogte brengen en de herziene documentatie overmaken. In dat geval zal de Commissie het besluit tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen uiterlijk na twaalf maanden aanpassen.
Indien één of meer kleine wijzigingen van type IA in één kennisgeving zijn opgenomen, laat het Bureau de houder van de vergunning duidelijk weten welke wijziging(en) is (zijn) geaccepteerd of verworpen na de beoordeling.
Hoewel kleine wijzigingen van type IA niet noodzakelijkerwijs onmiddellijk worden verworpen als de aanvraag niet alle benodigde documentatie bevat, mits de vergunninghouder op verzoek van het Bureau onmiddellijk de ontbrekende documentatie verstrekt, moet worden benadrukt dat een kleine wijziging van type IA onder bepaalde omstandigheden kan worden verworpen en dat de vergunninghouder in dat geval de reeds begonnen toepassing van de betrokken wijzigingen moet staken.
2.2. Kleine wijzigingen van type IB
Hier volgt een leidraad voor de toepassing van de artikelen 7, 9, 11, 13 ter, 13 quinquies, 13 sexies, 15, 17, 23 en 24 van de verordening inzake wijzigingen op kleine wijzigingen van type IB.
De verordening inzake wijzigingen en de bijlage bij deze richtsnoeren vermelden een lijst met wijzigingen die als kleine veranderingen van type IB worden beschouwd. Dergelijke kleine veranderingen moeten worden aangemeld voordat ze toegepast mogen worden. De vergunninghouder moet dertig dagen wachten om er zeker van te zijn dat de kennisgeving aanvaardbaar wordt geacht door de relevante instanties, alvorens de verandering ten uitvoer te leggen. („Meld, wacht en doe”-procedure).
2.2.1. Indiening van kennisgevingen van type IB
De vergunninghouder moet tegelijkertijd bij alle betrokken lidstaten, bij de nationale bevoegde autoriteit of bij het Bureau (naargelang het geval) een kennisgeving van kleine wijzigingen van type IB indienen.
Vergunninghouders kunnen de indiening van meerdere kleine wijzigingen van type IB groeperen of de indiening van een kleine wijziging van type IB met andere kleine wijzigingen voor dezelfde vergunning voor het in de handel brengen groeperen tot één kennisgeving, mits dit overeenkomt met een van de gevallen die in bijlage III bij de verordening inzake wijzigingen zijn vermeld of wanneer dit eerder is overeengekomen met de referentielidstaat, de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau (naargelang het geval).
Daarnaast kunnen vergunninghouders voor geneesmiddelen die met een vergunning die via louter nationale procedures is verleend, meerdere kleine wijzigingen van type IB die van invloed zijn op verschillende vergunningen voor het in de handel brengen in één lidstaat, groeperen of één of meer kleine wijzigingen van type IB met andere kleine wijzigingen die van invloed zijn op verschillende vergunningen voor het in de handel brengen in één lidstaat, groeperen tot één kennisgeving, mits i) de wijzigingen identiek zijn voor alle betrokken vergunningen voor het in de handel brengen, ii) de wijzigingen tegelijkertijd worden ingediend bij de nationale bevoegde autoriteit en iii) de nationale bevoegde autoriteit eerder heeft ingestemd met die groepering.
Indien dezelfde kleine wijziging van type IB of dezelfde groep kleine wijzigingen zoals hierboven vermeld van invloed is op verscheidene vergunningen van dezelfde houder, mag deze houder ervoor kiezen deze wijzigingen in te dienen als een aanvraag voor werkverdeling (zie punt 3 over „werkverdeling”).
De kennisgeving moet de onderdelen bevatten die vermeld staan in bijlage IV bij de verordening inzake wijzigingen, en als volgt worden gepresenteerd, in overeenstemming met de passende koppen en nummering van de EU-CTD of de indeling in deel 6B van de Notice to applicants (voor diergeneeskundige producten, indien de EU-CTD-indeling niet beschikbaar is):
— |
begeleidende brief; |
— |
het ingevulde EU-formulier voor een wijzigingsaanvraag (gepubliceerd in de Notice to applicants), met daarin ook de bijzonderheden van de betrokken vergunning(en) voor het in de handel brengen. Indien een wijziging het gevolg is van of verband houdt met een andere wijziging, dient er een beschrijving van het verband tussen deze wijzigingen te worden bijgeleverd, in het daarvoor bestemde deel van het aanvraagformulier. Indien een wijziging als ongeclassificeerd wordt beschouwd, behoort een uitvoerige motivering voor de indiening als een type IB-kennisgeving te worden bijgevoegd; |
— |
verwijzing naar de wijzigingscode zoals bepaald in de bijlage bij deze richtsnoeren, waarbij wordt aangegeven dat aan alle voorwaarden en documentatievereisten is voldaan, of, indien van toepassing, verwijzing naar een classificatieaanbeveling, gepubliceerd in overeenstemming met artikel 5 van de verordening inzake wijzigingen, die voor de relevante aanvraag is gebruikt; |
— |
relevante documentatie ter ondersteuning van de voorgestelde wijziging, waaronder documentatie die in de bijlage bij deze richtsnoeren is gespecificeerd; |
— |
voor wijzigingen waar de bevoegde instantie om verzoekt vanwege nieuwe ingediende gegevens, bv. ingevolge omstandigheden die na vergunning zijn opgetreden of in het kader van verplichtingen aangaande geneesmiddelenbewaking, dient een kopie van het verzoek bij de begeleidende brief te worden gevoegd; |
— |
indien de wijzigingen van invloed zijn op de samenvatting van de productkenmerken, de etikettering of de bijsluiter: de herziene productinformatie, in de juiste indeling, evenals de bijbehorende vertalingen. Als de kleine wijziging van type IB van invloed is op het algehele ontwerp en de leesbaarheid van de buitenste en primaire verpakking of de bijsluiter, moeten aan de referentielidstaat, de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau modellen of monsters worden geleverd. |
Voor wijzigingen in de wederzijdse erkenningsprocedure moet de referentielidstaat bovendien een lijst van verzendingsdata ontvangen met vermelding van het type IB-wijzigingsprocedurenummer, de data waarop de aanvragen zijn verstuurd naar elke betrokken lidstaat en de bevestiging dat de verschuldigde vergoedingen zijn betaald zoals voorgeschreven door de betrokken bevoegde instanties.
Voor wijzigingen in de louter nationale procedure bevestiging dat de verschuldigde vergoeding is betaald zoals vereist door de nationale bevoegde autoriteit.
Voor wijzigingen in de gecentraliseerde procedure moet de verschuldigde vergoeding voor de kleine wijziging(en) van type IB, zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 297/95, worden betaald volgens de financiële procedures van het Bureau.
2.2.2. Beoordeling van wijzigingen van type IB voor de wederzijdse erkenningsprocedure
Na ontvangst van een type IB-kennisgeving, wordt de kennisgeving als volgt behandeld.
|
De referentielidstaat controleert binnen zeven kalenderdagen of de voorgestelde verandering als een kleine wijziging van type IB kan worden beschouwd en of de kennisgeving deugdelijk en volledig is („validering”) voordat de beoordelingsprocedure een aanvang neemt. |
|
Indien de voorgestelde wijziging niet wordt beschouwd als een kleine wijziging van type IB ingevolge de bijlage bij deze richtsnoeren of niet is geclassificeerd als een kleine wijziging van type IB in een aanbeveling ingevolge artikel 5 van de verordening inzake wijzigingen en de referentielidstaat van mening is dat zij een significante invloed kan hebben op de kwaliteit, veiligheid of werkzaamheid van het geneesmiddel, zal de referentielidstaat de andere betrokken lidstaten en de houder van de vergunning voor het in de handel brengen onmiddellijk op de hoogte stellen. |
|
Als de andere betrokken lidstaten in de volgende zeven kalenderdagen niet laten weten dat zij niet akkoord gaan, wordt de vergunninghouder verzocht zijn aanvraag te herzien en in te vullen in overeenstemming met de eisen voor een aanvraag van een ingrijpende wijziging van type II. Na ontvangst van de geldige herziene wijzigingsaanvraag, wordt een beoordelingsprocedure voor type II in gang gezet (zie punt 2.3.2). |
|
Als de andere betrokken lidstaten het oneens zijn met de referentielidstaat, zal de referentielidstaat de uiteindelijke beslissing nemen over de classificatie van de voorgestelde wijziging, na de ontvangen opmerkingen in overweging te hebben genomen. |
|
Wanneer de referentielidstaat van mening is dat de voorgestelde wijziging kan worden beschouwd als een kleine wijziging van type IB, wordt de vergunninghouder op de hoogte gesteld van de uitkomst van de validering en van de begindatum van de procedure. |
|
Binnen dertig dagen na bevestiging van ontvangst van een geldige kennisgeving zal de referentielidstaat de vergunninghouder van de uitkomst van de procedure op de hoogte stellen. Als de referentielidstaat de vergunninghouder binnen dertig dagen na bevestiging van ontvangst van een geldige kennisgeving nog geen advies heeft gestuurd, wordt de kennisgeving aanvaardbaar geacht. |
|
In geval van een ongunstige uitkomst kan de vergunninghouder de kennisgeving binnen dertig dagen wijzigen om naar behoren rekening te houden met de redenen voor het verwerpen van de wijziging. Indien de vergunninghouder niet binnen dertig dagen voldoet aan het verzoek om de kennisgeving te wijzigen, wordt deze door alle betrokken lidstaten als verworpen beschouwd. |
|
Binnen dertig dagen na ontvangst van de gewijzigde kennisgeving stelt de referentielidstaat de vergunninghouder op de hoogte van de definitieve aanvaarding of verwerping (met opgave van redenen in het geval van een ongunstige uitkomst) van de wijziging(en). De andere betrokken lidstaten worden hiervan op de hoogte gesteld. |
|
Indien in een kennisgeving een groep kleine wijzigingen is opgenomen, stelt de referentielidstaat de vergunninghouder en de andere betrokken lidstaten ervan op de hoogte welke wijziging(en) ingevolge de beoordeling is (zijn) aanvaard of verworpen. |
|
Binnen zes maanden na afronding van de procedure door de referentielidstaat passen de relevante instanties de vergunning voor het in de handel brengen indien nodig aan, op voorwaarde dat de nodige documenten voor de wijziging van de vergunning voor het in de handel brengen bij de betrokken lidstaten zijn ingediend. De aanvaarde kleine wijzigingen van type IB kunnen ten uitvoer worden gelegd zonder de aanpassing van de vergunning te hoeven afwachten. |
2.2.3. Beoordeling van wijzigingen van type IB voor de louter nationale procedure
Na ontvangst van een type IB-kennisgeving, wordt de kennisgeving als volgt behandeld.
|
De nationale bevoegde autoriteit controleert of de voorgestelde verandering als een kleine wijziging van type IB kan worden beschouwd en of de kennisgeving deugdelijk en volledig is („validering”) voordat de beoordelingsprocedure een aanvang neemt. |
|
Indien de voorgestelde wijziging niet wordt beschouwd als een kleine wijziging van type IB ingevolge de bijlage bij deze richtsnoeren of niet is geclassificeerd als een kleine wijziging van type IB in een aanbeveling ingevolge artikel 5 van de verordening inzake wijzigingen en de nationale bevoegde autoriteit van mening is dat zij een significante invloed kan hebben op de kwaliteit, veiligheid of werkzaamheid van het geneesmiddel, zal de vergunninghouder worden verzocht zijn aanvraag te herzien en in te vullen in overeenstemming met de eisen voor de aanvraag van een ingrijpende wijziging van type II. Na ontvangst van de geldige wijzigingsaanvraag, wordt een beoordelingsprocedure voor type II in gang gezet (zie punt 2.3.4). |
|
Wanneer de nationale bevoegde autoriteit van mening is dat de voorgestelde wijziging kan worden beschouwd als een kleine wijziging van type IB, wordt de vergunninghouder op de hoogte gesteld van de uitkomst van de validering en van de begindatum van de procedure. |
|
Binnen dertig dagen na bevestiging van ontvangst van een geldige kennisgeving zal de nationale bevoegde autoriteit de vergunninghouder van de uitkomst van de procedure op de hoogte stellen. Als de nationale bevoegde autoriteit de vergunninghouder binnen dertig dagen na bevestiging van ontvangst van een geldige kennisgeving nog geen advies heeft gestuurd, wordt de kennisgeving aanvaardbaar geacht. |
|
In geval van een ongunstige uitkomst kan de vergunninghouder de kennisgeving binnen dertig dagen wijzigen om naar behoren rekening te houden met de redenen voor het verwerpen van de wijziging. Indien de vergunninghouder niet binnen dertig dagen voldoet aan het verzoek om de kennisgeving te wijzigen, wordt deze door de nationale bevoegde autoriteit als verworpen beschouwd. |
|
Binnen dertig dagen na ontvangst van de gewijzigde kennisgeving stelt de nationale bevoegde autoriteit de vergunninghouder op de hoogte van de definitieve aanvaarding of verwerping (met opgave van redenen in het geval van een ongunstige uitkomst) van de wijziging(en). |
|
Indien in een kennisgeving een groep kleine wijzigingen is opgenomen, laat de nationale bevoegde autoriteit de vergunninghouder weten welke wijziging(en) ingevolge de beoordeling is (zijn) aanvaard of verworpen. |
|
Binnen zes maanden na afronding van de procedure past de nationale bevoegde autoriteit de vergunning voor het in de handel brengen indien nodig aan, op voorwaarde dat de nodige documenten voor de wijziging van de vergunning voor het in de handel brengen bij de nationale bevoegde autoriteit zijn ingediend. De aanvaarde kleine wijzigingen van type IB kunnen ten uitvoer worden gelegd zonder de aanpassing van de vergunning te hoeven afwachten. |
2.2.4. Beoordelingen van wijzigingen van type IB voor de gecentraliseerde procedure
Na ontvangst van een kennisgeving van type IB, behandelt het Bureau de kennisgeving als volgt.
|
Het Bureau controleert binnen zeven kalenderdagen of de voorgestelde verandering kan worden beschouwd als een kleine wijziging van type IB en of de kennisgeving deugdelijk en volledig is („validering”) voordat de beoordelingsprocedure een aanvang neemt. |
|
Indien de voorgestelde wijziging niet wordt beschouwd als een kleine wijziging van type IB ingevolge de bijlage bij deze richtsnoeren of niet is geclassificeerd als een kleine wijziging van type IB in een aanbeveling ingevolge artikel 5 van de verordening inzake wijzigingen en het Bureau van mening is dat zij een significante invloed kan hebben op de kwaliteit, veiligheid of werkzaamheid van het geneesmiddel, zal de vergunninghouder worden verzocht zijn aanvraag te herzien en in te vullen in overeenstemming met de eisen voor de aanvraag van een ingrijpende wijziging van type II. Na ontvangst van de geldige herziene wijzigingsaanvraag, wordt een beoordelingsprocedure voor type II in gang gezet (zie punt 2.3.6). |
|
Wanneer het Bureau van mening is dat de voorgestelde wijziging kan worden beschouwd als een kleine wijziging van type IB, wordt de vergunninghouder op de hoogte gesteld van de uitkomst van de validering en van de begindatum van de procedure. |
|
De rapporteur wordt betrokken bij de beoordeling van de kennisgeving van type IB. |
|
Binnen dertig dagen na bevestiging van ontvangst van een geldige kennisgeving zal het Bureau de vergunninghouder van de uitkomst van de procedure op de hoogte stellen. Als het Bureau de vergunninghouder zijn advies niet binnen dertig dagen na bevestiging van ontvangst van een geldige kennisgeving heeft toegestuurd, wordt de kennisgeving aanvaardbaar geacht. |
|
In geval van een ongunstige uitkomst kan de vergunninghouder de kennisgeving binnen dertig dagen wijzigen om naar behoren rekening te houden met de redenen voor het verwerpen van de wijziging. Indien de vergunninghouder niet binnen dertig dagen aan het verzoek voldoet om de kennisgeving te wijzigen, wordt deze verworpen. |
|
Binnen dertig dagen na ontvangst van de gewijzigde kennisgeving stelt het Bureau de vergunninghouder op de hoogte van de definitieve aanvaarding of verwerping (met opgave van redenen in het geval van een ongunstige uitkomst) van de wijziging(en). |
|
Indien in een kennisgeving een groep kleine wijzigingen is opgenomen, laat het Bureau de vergunninghouder duidelijk weten welke wijziging(en) ingevolge de beoordeling is (zijn) aanvaard of verworpen. |
|
Wanneer de mening van het Bureau positief is en de wijziging(en) van invloed is (zijn) op het besluit van de Commissie tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen, zal het Bureau de Commissie daarvan op de hoogte brengen en de desbetreffende documentatie overmaken. Indien nodig zal de Commissie de vergunning voor het in de handel brengen uiterlijk na twaalf maanden aanpassen. De kleine wijziging(en) van type IB die is (zijn) aanvaard, kan (kunnen) echter ten uitvoer worden gelegd zonder dat hoeft te worden gewacht op de aanpassing van het besluit van de Commissie tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen en de overeengekomen verandering(en) wordt (worden) opgenomen in de bijlagen van een daaropvolgende regelgevingsprocedure. |
2.3. Ingrijpende wijzigingen van type II
Hier volgt een leidraad voor de toepassing van de artikelen 7, 10, 11, 13, 13 quater, 13 quinquies, 13 sexies, 16, 17, 23 en 24 van de verordening inzake wijzigingen op ingrijpende wijzigingen van type II.
De verordening inzake wijzigingen en de bijlage bij deze richtsnoeren vermelden een lijst met veranderingen die als ingrijpende wijzigingen van type II worden beschouwd. Dergelijke ingrijpende veranderingen moeten door de betrokken bevoegde autoriteit worden goedgekeurd voordat ze mogen worden toegepast.
2.3.1. Indiening van type II-aanvragen
De vergunninghouder moet tegelijkertijd bij alle betrokken lidstaten, bij de nationale bevoegde autoriteit of bij het Bureau (naargelang het geval) een kennisgeving van ingrijpende wijzigingen van type II indienen.
Vergunninghouders kunnen de indiening van meerdere ingrijpende wijzigingen van type II groeperen of de indiening van één of meer ingrijpende wijzigingen van type II met andere kleine wijzigingen voor dezelfde vergunning voor het in de handel brengen groeperen tot één kennisgeving, mits dit overeenkomt met een van de gevallen die in bijlage III bij de verordening inzake wijzigingen zijn vermeld of wanneer dit eerder is overeengekomen met de referentielidstaat, de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau (naargelang het geval).
Daarnaast kunnen vergunninghouders voor geneesmiddelen die met een vergunning die via louter nationale procedures is verleend meerdere ingrijpende wijzigingen van type II die van invloed zijn op verschillende vergunningen voor het in de handel brengen in één lidstaat groeperen of één of meer ingrijpende wijzigingen van type II met andere kleine wijzigingen die van invloed zijn op verschillende vergunningen voor het in de handel brengen in één lidstaat groeperen tot één kennisgeving, mits i) de wijzigingen identiek zijn voor alle betrokken vergunningen voor het in de handel brengen, ii) de wijzigingen tegelijkertijd worden ingediend bij de nationale bevoegde autoriteit en iii) de nationale bevoegde autoriteit eerder heeft ingestemd met die groepering.
Indien dezelfde ingrijpende wijziging van type II of dezelfde groep wijzigingen (zoals hierboven vermeld) van invloed is op verscheidene vergunningen van dezelfde houder, mag deze houder ervoor kiezen deze wijzigingen in te dienen als een aanvraag voor werkverdeling (zie punt 3 over „werkverdeling”).
De aanvraag moet de onderdelen bevatten die vermeld staan in bijlage IV bij de verordening inzake wijzigingen, en als volgt worden gepresenteerd, in overeenstemming met de passende koppen en nummering van de EU-CTD of de indeling in deel 6B van de Notice to applicants (voor diergeneeskundige producten, indien de EU-CTD-indeling niet beschikbaar is):
— |
begeleidende brief; |
— |
het ingevulde EU-formulier voor een wijzigingsaanvraag (gepubliceerd in de Notice to applicants), met daarin ook de bijzonderheden van de betrokken vergunning(en) voor het in de handel brengen. Indien een wijziging het gevolg is van of verband houdt met een andere wijziging, dient er een beschrijving van het verband tussen deze wijzigingen te worden bijgeleverd, in het daarvoor bestemde deel van het aanvraagformulier; |
— |
verwijzing naar de wijzigingscode zoals bepaald in de bijlage bij deze richtsnoeren, waarbij wordt aangegeven dat aan alle voorwaarden en documentatievereisten is voldaan, of, indien van toepassing, verwijzing naar een classificatieaanbeveling, gepubliceerd in overeenstemming met artikel 5 van de verordening inzake wijzigingen, die voor de relevante aanvraag is gebruikt; |
— |
relevante documentatie ter ondersteuning van de voorgestelde wijziging(en); |
— |
een actualisering van of een addendum bij kwaliteitssamenvattingen, niet-klinische en klinische overzichten (of deskundigenverslagen inzake diergeneeskundige producten), indien relevant. Wanneer niet-klinische of klinische onderzoeksverslagen worden ingediend, moeten de samenvattingen hiervan worden opgenomen in module 2, zelfs als het er maar één is; |
— |
voor wijzigingen waar de bevoegde instantie om verzoekt vanwege nieuwe ingediende gegevens, bv. ingevolge omstandigheden die na vergunning zijn opgetreden of in het kader van verplichtingen aangaande geneesmiddelenbewaking, dient een kopie van het verzoek bij de begeleidende brief te worden gevoegd; |
— |
wanneer de wijzigingen van invloed zijn op de samenvatting van de productkenmerken, de etikettering of de bijsluiter, wordt de gewijzigde productinformatie in de passende indeling gepresenteerd, evenals de bijbehorende vertalingen. Als de ingrijpende wijziging van type II van invloed is op het algehele ontwerp en de leesbaarheid van de buitenste en primaire verpakking of de bijsluiter, moeten aan de referentielidstaat, de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau modellen of monsters worden geleverd. |
Voor wijzigingen in de wederzijdse erkenningsprocedure moet de referentielidstaat bovendien een lijst van verzendingsdata ontvangen met vermelding van het type II-wijzigingsprocedurenummer, de data waarop de aanvragen zijn verstuurd naar elke betrokken lidstaat en de bevestiging dat de verschuldigde vergoedingen zijn betaald zoals voorgeschreven door de betrokken bevoegde instanties.
Voor wijzigingen in de louter nationale procedure bevestiging dat de verschuldigde vergoeding is betaald zoals vereist door de nationale bevoegde autoriteit.
Voor wijzigingen in de gecentraliseerde procedure moet de verschuldigde vergoeding voor de wijziging(en) van type II, zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 297/95, worden betaald volgens de financiële procedures van het Bureau.
2.3.2. Beoordeling van type II-wijzigingen voor de wederzijdse erkenningsprocedure
Na ontvangst van een type II-kennisgeving, behandelt de referentielidstaat de kennisgeving als volgt.
|
Als de aanvraag tegelijkertijd bij alle betrokken lidstaten is ingediend en alle in punt 2.3.1 vermelde onderdelen bevat, bevestigt de referentielidstaat de ontvangst van een geldige aanvraag van een ingrijpende wijziging van type II. De procedure begint op de datum van bevestiging van ontvangst van een geldige kennisgeving door de referentielidstaat. Bij de aanvang van de procedure worden de vergunninghouder en de andere betrokken lidstaten op de hoogte gesteld van het tijdpad. |
|
Voor ingrijpende wijzigingen van type II geldt als algemene regel dat het tijdpad voor de beoordeling zestig dagen beslaat. De referentielidstaat kan deze periode verkorten als het om een urgente zaak gaat, in het bijzonder wanneer de veiligheid in het geding is, of tot negentig dagen verlengen voor wijzigingen die zijn opgenomen in deel 1 van bijlage V of voor de groepering van wijzigingen in overeenstemming met artikel 7, lid 2, onder c), van de verordening inzake wijzigingen. Voor de in deel 2 van bijlage V bij de verordening inzake wijzigingen bedoelde wijzigingen van diergeneeskundige producten geldt een tijdpad van negentig dagen. |
|
De referentielidstaat stelt een ontwerpbeoordelingsverslag en een besluit betreffende de aanvraag op overeenkomstig het opgegeven tijdpad en stuurt deze naar de andere betrokken lidstaten voor opmerkingen, alsmede naar de vergunninghouder, ter informatie. Binnen de termijn die in het tijdpad wordt opgegeven, moeten de andere betrokken lidstaten de referentielidstaat hun opmerkingen sturen. |
|
Tijdens de beoordelingsperiode kan de referentielidstaat de houder van de vergunning voor het in de handel brengen om aanvullende informatie verzoeken. Het verzoek om aanvullende informatie moet naar de vergunninghouder worden gestuurd, met vermelding van een tijdpad met de datum waarop de vergunninghouder de verlangde gegevens moet indienen en, indien van toepassing, de verlengde beoordelingsperiode. Als algemene regel bedraagt de schorsingsperiode een maand. Voor een langere opschorting moet de vergunninghouder een gemotiveerd verzoek sturen naar de referentielidstaat. |
|
De procedure wordt opgeschort totdat de aanvullende informatie is ontvangen. De beoordeling van de reacties kan dertig of zestig dagen in beslag nemen, afhankelijk van de complexiteit en de hoeveelheid van de gegevens die van de vergunninghouder worden verlangd. |
|
Na ontvangst van het antwoord van de vergunninghouder voltooit de referentielidstaat het ontwerpbeoordelingsverslag en het besluit betreffende de aanvraag en stuurt hij deze naar de andere betrokken lidstaten voor opmerkingen, alsmede naar de vergunninghouder, ter informatie. |
2.3.3. Uitkomst van de beoordeling van type II-wijzigingen voor de wederzijdse erkenningsprocedure
Aan het einde van de beoordelingsperiode voltooit de referentielidstaat het beoordelingsverslag en het besluit over de aanvraag, en stuurt hij deze naar de andere betrokken lidstaten.
Binnen dertig dagen na ontvangst van het beoordelingsverslag en het besluit erkennen de andere betrokken lidstaten het besluit en brengen de referentielidstaat hiervan in kennis, tenzij een van de andere betrokken lidstaten een mogelijk ernstig risico voor de volksgezondheid ontdekt, of in het geval van diergeneeskundige producten een mogelijk ernstig risico voor de gezondheid van mens en dier of voor het milieu, waardoor het besluit van de referentielidstaat niet kan worden erkend. De lidstaat die dergelijk ernstig risico binnen dertig dagen na ontvangst van het beoordelingsverslag en het besluit van de referentielidstaat ontdekt, moet de referentielidstaat hiervan in kennis stellen en een uitvoerige motivering van zijn standpunt geven.
De referentielidstaat legt de aanvraag vervolgens voor aan de bijbehorende coördinatiegroep voor de toepassing van artikel 33, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 2001/82/EG of artikel 29, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 2001/83/EG ter beoordeling van het geschilpunt en stelt de vergunninghouder en de andere betrokken lidstaten hiervan op de hoogte. De vergunninghouder heeft niet het recht om de aanzet te geven tot dergelijke verwijzing.
Wanneer een aanvraag betreffende een groepering van wijzigingen met ten minste een type II-wijziging aan de coördinatiegroep wordt voorgelegd, wordt het besluit over de wijzigingen die niet zijn doorverwezen, opgeschort totdat de doorverwijzingsprocedure afgesloten is (met, waar van toepassing, de doorverwijzing naar het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik krachtens de artikelen 32 tot en met 34 van Richtlijn 2001/83/EG of het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundige gebruik krachtens de artikelen 36 tot en met 38 van Richtlijn 2001/82/EG). Alleen de betrokken wijziging(en) in verband waarmee een mogelijk ernstig risico voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu is ontdekt, en niet de hele groep, wordt (worden) besproken door de coördinatiegroep en, uiteindelijk, door het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik of het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik.
De referentielidstaat stelt de andere betrokken lidstaten en de vergunninghouder op de hoogte van de goedkeuring of verwerping (met opgave van redenen in het geval van een ongunstige uitkomst) van de wijziging(en). Indien verscheidene wijzigingen van type II of een groep wijzigingen van type II met andere kleine wijzigingen in één kennisgeving zijn ingediend, stelt de referentielidstaat de aanvrager en de andere betrokken lidstaten ervan op de hoogte welke wijziging(en) is (zijn) aanvaard of verworpen. De vergunninghouder kan tijdens de procedure afzonderlijke wijzigingen uit de gegroepeerde aanvraag intrekken (voordat de beoordeling van de referentielidstaat is afgerond).
Na de bekendmaking van een gunstig besluit betreffende wijzigingen met veranderingen in de samenvatting van de productkenmerken, de etikettering of de bijsluiter, dient de vergunninghouder binnen zeven dagen bij alle betrokken lidstaten vertalingen van de teksten met productinformatie in.
Na goedkeuring van de wijziging(en) passen de nationale bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten binnen twee maanden de vergunning voor het in de handel brengen indien nodig aan opdat deze wijzigingen daarin tot uiting komen, op voorwaarde dat de nodige documenten voor de wijziging van de vergunning voor het in de handel brengen bij de betrokken lidstaten zijn ingediend.
De aanvaarde ingrijpende wijziging(en) van type II kan (kunnen) dertig dagen nadat de vergunninghouder door de referentielidstaat op de hoogte is gesteld van de aanvaarding van de wijziging(en), ten uitvoer worden gelegd, mits de noodzakelijke documenten om de vergunning te wijzigen bij de betrokken lidstaat zijn ingediend. In de gevallen waarin de aanvraag is doorverwezen, mag/mogen de wijziging(en) niet ten uitvoer worden gelegd totdat er tijdens de doorverwijzingsprocedure toe is besloten de wijziging(en) te aanvaarden. De wijzigingen in de groep die niet zijn doorverwezen, mogen echter ten uitvoer worden gelegd indien dit door de referentielidstaat zo is aangegeven.
Wijzigingen die verband houden met de veiligheid moeten binnen een door de referentielidstaat en de houder van de vergunning overeengekomen termijn ten uitvoer worden gelegd.
2.3.4. Beoordeling van type II-wijzigingen voor de louter nationale procedure
Na ontvangst van een type II-aanvraag, behandelt de nationale bevoegde autoriteit de aanvraag als volgt.
|
Als de aanvraag de in punt 2.3.1 vermelde onderdelen bevat, bevestigt de referentielidstaat de ontvangst van een geldige aanvraag van een ingrijpende wijziging van type II. De procedure begint op de datum van bevestiging van ontvangst van een geldige kennisgeving. De vergunninghouder wordt bij de aanvang van de procedure op de hoogte gesteld van het tijdpad. |
|
Voor ingrijpende wijzigingen van type II geldt als algemene regel dat het tijdpad voor de beoordeling zestig dagen beslaat. De nationale bevoegde autoriteit kan deze periode verkorten als het om een urgente zaak gaat, in het bijzonder wanneer de veiligheid in het geding is, of tot negentig dagen verlengen voor wijzigingen die zijn opgenomen in deel 1 van bijlage V of voor de groepering van wijzigingen in overeenstemming met artikel 13 quinquies, lid 2, onder c), van de verordening inzake wijzigingen. Voor de in deel 2 van bijlage V bij de verordening inzake wijzigingen bedoelde wijzigingen van diergeneeskundige producten geldt een tijdpad van negentig dagen. |
|
Tijdens de beoordelingsperiode kan de nationale bevoegde autoriteit de vergunninghouder om aanvullende informatie verzoeken. Het verzoek om aanvullende informatie moet naar de vergunninghouder worden gestuurd, met vermelding van een tijdpad met de datum waarop de vergunninghouder de verlangde gegevens moet indienen en, indien van toepassing, de verlengde beoordelingsperiode. |
|
De procedure wordt opgeschort totdat de aanvullende informatie is ontvangen. Als algemene regel bedraagt de schorsingsperiode een maand. Voor een langere opschorting moet de vergunninghouder een gemotiveerd verzoek sturen naar de nationale bevoegde autoriteit. |
|
De beoordeling van de reacties kan dertig of zestig dagen in beslag nemen, afhankelijk van de complexiteit en de hoeveelheid van de gegevens die van de vergunninghouder worden verlangd. |
2.3.5. Uitkomst van de beoordeling van type II-wijzigingen voor de louter nationale procedure
Aan het einde van de beoordelingsperiode voltooit de nationale bevoegde autoriteit de beoordeling, met inbegrip van het besluit over de aanvraag, en stelt de vergunninghouder op de hoogte van de goedkeuring of verwerping (met opgave van redenen in het geval van een ongunstige uitkomst) van de wijziging(en).
Indien verscheidene wijzigingen van type II of een groep wijzigingen van type II met andere kleine wijzigingen in één kennisgeving zijn ingediend, stelt de nationale bevoegde autoriteit de vergunninghouder ervan op de hoogte welke wijziging(en) is (zijn) aanvaard of verworpen. De vergunninghouder kan tijdens de procedure afzonderlijke wijzigingen uit de gegroepeerde aanvraag intrekken (voordat de beoordeling door de nationale bevoegde autoriteit is afgerond).
Na goedkeuring van de wijziging(en) passen de nationale bevoegde autoriteiten binnen twee maanden de vergunning(en) voor het in de handel brengen indien nodig aan opdat deze wijzigingen daarin tot uiting komen, op voorwaarde dat de nodige documenten voor de wijziging van de vergunning voor het in de handel brengen bij de nationale betrokken autoriteit zijn ingediend.
De aanvaarde ingrijpende wijziging(en) van type II kan (kunnen) ten uitvoer worden gelegd nadat de vergunninghouder door de nationale bevoegde autoriteit op de hoogte is gesteld van de aanvaarding van de wijziging(en), mits de noodzakelijke documenten om de vergunning te wijzigen zijn ingediend.
Wijzigingen die verband houden met de veiligheid moeten binnen een door de nationale bevoegde autoriteit en de vergunninghouder overeengekomen termijn ten uitvoer worden gelegd.
2.3.6. Wijzigingen van type II voor de gecentraliseerde procedure
Na ontvangst van een type II-aanvraag, behandelt het Bureau de aanvraag als volgt.
|
Als de bij het Bureau ingediende aanvraag de in punt 2.3.1 vermelde onderdelen bevat, bevestigt het Bureau de ontvangst van een geldige aanvraag van een ingrijpende wijziging van type II. Het Bureau begint de procedure op de datum van bevestiging van ontvangst van een geldige kennisgeving. De houder van de vergunning voor het in de handel brengen wordt bij de aanvang van de procedure op de hoogte gesteld van het tijdpad. |
|
Voor ingrijpende wijzigingen van type II geldt als algemene regel dat het tijdpad voor de beoordeling zestig dagen beslaat. Het Bureau kan deze periode verkorten als het om een urgente zaak gaat, in het bijzonder wanneer de veiligheid in het geding is, of tot negentig dagen verlengen voor wijzigingen die zijn opgenomen in deel 1 van bijlage V of voor de groepering van wijzigingen in overeenstemming met artikel 7, lid 2, onder c), van de verordening inzake wijzigingen. Voor de in deel 2 van bijlage V bij de verordening inzake wijzigingen bedoelde wijzigingen van diergeneeskundige producten geldt een tijdpad van negentig dagen. |
|
Tijdens de beoordelingsperiode kan het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik of het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik om aanvullende informatie verzoeken. Het verzoek om aanvullende informatie of volgend verzoek moet naar de vergunninghouder worden gestuurd, met vermelding van een tijdpad met de datum waarop de vergunninghouder de verlangde gegevens moet indienen en, indien van toepassing, de verlengde beoordelingsperiode. |
|
De procedure wordt opgeschort totdat de aanvullende informatie is ontvangen. Als algemene regel bedraagt de schorsingsperiode een maand. Voor een langere opschorting moet de vergunninghouder een gemotiveerd verzoek sturen naar het Bureau, om goedkeuring van het desbetreffende Comité te verkrijgen. Voor elk volgend verzoek om aanvullende informatie geldt in het algemeen nog een procedurele schorsingsperiode van maximaal een maand; indien gemotiveerd, kunnen maximaal twee maanden worden toegevoegd. |
|
De beoordeling van de reacties door het Comité kan dertig of zestig dagen in beslag nemen, afhankelijk van de complexiteit en de hoeveelheid van de gegevens die van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen worden verlangd. |
|
Op verzoek van het Comité of van de vergunninghouder kan er, zo nodig, mondeling uitleg worden verschaft aan het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik of het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. |
2.3.7. Uitkomst van de beoordeling van type II-wijzigingen in de gecentraliseerde procedure
Na aanneming van het advies van het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik of van het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, laat het Bureau de houder van de vergunning voor het in de handel brengen binnen vijftien dagen weten of het advies gunstig dan wel ongunstig is (en de redenen voor een ongunstige uitkomst).
Indien in een aanvraag meer dan één wijziging van type II of een groep wijzigingen van type II en andere kleine wijzigingen zijn opgenomen, brengt het Bureau een advies uit dat de definitieve uitkomst van de procedure weergeeft. Een dergelijk advies vermeldt ook wijzigingen die niet aanvaardbaar worden geacht. De vergunninghouder kan tijdens de procedure afzonderlijke wijzigingen uit de gegroepeerde aanvraag intrekken (voordat het advies van het Bureau is afgerond).
De bezwaarprocedure zoals beschreven in artikel 9, lid 2, en artikel 34, lid 2, van Verordening (EG) nr. 726/2004 is ook van toepassing op de adviezen die zijn aangenomen voor aanvragen voor ingrijpende wijzigingen van type II.
Wanneer het definitieve advies van het Bureau positief is en de wijziging(en) van invloed is (zijn) op het besluit van de Commissie tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen, zal het Bureau de Commissie zijn advies toesturen, samen met de motivatie van zijn advies en de nodige documenten om de vergunning voor het in de handel brengen te wijzigen.
Na ontvangst van het definitieve advies en de desbetreffende informatie, zal de Commissie, waar nodig, de vergunning voor het in de handel brengen binnen twee maanden wijzigen in de volgende gevallen:
i) |
wijzigingen in verband met de toevoeging van een nieuwe therapeutische indicatie of de wijziging van een bestaande therapeutische indicatie; |
ii) |
wijzigingen in verband met de toevoeging van een nieuwe contra-indicatie; |
iii) |
wijzigingen in verband met een verandering in de dosering; |
iv) |
wijzigingen in verband met de toevoeging van een niet voor de productie van levensmiddelen gebruikte soort waarvoor het geneesmiddel bedoeld is of aanpassing van een bestaande soort voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik; |
v) |
wijzigingen in verband met de vervanging of toevoeging van een serotype, stam, antigeen of combinatie van serotypen, stammen of antigenen voor een diergeneeskundig vaccin; |
vi) |
wijzigingen in verband met veranderingen in de werkzame stof van een seizoensgebonden, prepandemisch of pandemisch vaccin tegen griep bij de mens; |
vii) |
wijzigingen in verband met veranderingen in de wachttijd na toediening van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik; |
viii) |
andere wijzigingen van type II die bedoeld zijn om veranderingen in het besluit tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen aan te brengen vanwege een aanzienlijk risico voor de volksgezondheid of, in het geval van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, een aanzienlijk risico voor de diergezondheid of het milieu. |
In het geval van andere wijzigingen zal de Commissie, zo nodig, het besluit tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen uiterlijk na twaalf maanden wijzigen.
De goedgekeurde ingrijpende wijziging(en) van type II waarvoor binnen twee maanden een wijziging van het besluit van de Commissie tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen vereist is, mag (mogen) pas ten uitvoer worden gelegd wanneer de Commissie de vergunninghouder hiervan in kennis heeft gesteld. Indien de wijziging van het besluit tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen niet binnen twee maanden vereist is, of indien de goedgekeurde wijziging(en) niet van invloed is (zijn) op de voorwaarden van het besluit van de Commissie tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen, mag (mogen) de wijziging(en) ten uitvoer worden gelegd zodra het Bureau de vergunninghouder heeft laten weten dat zijn advies gunstig is.
Wijzigingen die verband houden met de veiligheid moeten binnen een door de houder en de Commissie overeengekomen termijn ten uitvoer worden gelegd.
2.4. Uitbreidingen
Bijlage I bij de verordening inzake wijzigingen bevat een lijst van veranderingen die als uitbreidingen moeten worden beschouwd. Zoals is vastgesteld in artikel 19 van de verordening inzake wijzigingen, worden zulke aanvragen beoordeeld volgens dezelfde procedure als is toegepast voor de verlening van de oorspronkelijke vergunning voor het in de handel brengen waarop zij betrekking hebben. De uitbreiding wordt hetzij toegekend door een nieuwe vergunning te verlenen, hetzij door de uitbreiding in de oorspronkelijke vergunning op te nemen.
2.4.1. Indiening van uitbreidingsaanvragen
Uitbreidingsaanvragen moeten bij alle betrokken lidstaten, bij de nationale bevoegde autoriteit of bij het Bureau worden ingediend (naargelang het geval).
Vergunninghouders kunnen de indiening van meerdere uitbreidingen groeperen of de indiening van één of meer uitbreidingen met één of meer andere wijzigingen voor dezelfde vergunning voor het in de handel brengen groeperen tot één kennisgeving, mits dit overeenkomt met een van de gevallen die in bijlage III bij de verordening inzake wijzigingen zijn vermeld of wanneer dit eerder is overeengekomen met de referentielidstaat, de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau (naargelang het geval). De verordening inzake wijzigingen voorziet echter niet in werkdeling van uitbreidingsaanvragen.
De aanvraag moet als volgt worden gepresenteerd, in overeenstemming met de passende koppen en nummering van de EU-CTD-indeling of de indeling van deel 6B van de Notice to applicants (voor diergeneeskundige producten, indien de EU-CTD-indeling niet beschikbaar is):
— |
begeleidende brief; |
— |
het ingevulde EU-formulier voor een wijzigingsaanvraag (gepubliceerd in de Notice to applicants); |
— |
ondersteunende gegevens met betrekking tot de voorgestelde uitbreiding. Enig advies over relevante aanvullende studies die nodig zijn voor uitbreidingsaanvragen is te vinden in aanhangsel IV van hoofdstuk 1 van deel 2A of 6A van de Notice to applicants; |
— |
een volledige module 1 (deel 1 van diergeneeskundige geneesmiddelen) dient te worden bijgeleverd, met motiveringen voor de afwezigheid van gegevens of documenten, opgenomen in de relevante delen van module 1 of deel 1; |
— |
een actualisering van of een addendum bij kwaliteitssamenvattingen, niet-klinische en klinische overzichten (of deskundigenverslagen inzake diergeneeskundige producten), indien relevant. Wanneer niet-klinische of klinische onderzoeksverslagen worden ingediend, moeten de samenvattingen hiervan worden opgenomen in module 2, zelfs als het er maar één is; |
— |
indien de uitbreiding van invloed is op de samenvatting van de productkenmerken, de etikettering of de bijsluiter: de herziene productinformatie, in de juiste indeling. |
Voor uitbreidingsaanvragen in de wederzijdse erkenningsprocedure moet de referentielidstaat bovendien een lijst van verzendingsdata ontvangen met aanduiding van het procedurenummer, de data waarop de aanvragen naar elke betrokken lidstaat zijn gestuurd en de bevestiging dat de verschuldigde vergoedingen zijn betaald, zoals voorgeschreven door de nationale bevoegde autoriteiten.
Voor uitbreidingsaanvragen in de louter nationale procedure bevestiging dat de verschuldigde vergoeding is betaald zoals vereist door de nationale bevoegde autoriteit.
Voor uitbreidingsaanvragen in de gecentraliseerde procedure moet de verschuldigde vergoeding voor de uitbreiding(en), zoals is voorzien in Verordening (EG) nr. 297/95, worden betaald volgens de financiële procedures van het Bureau.
2.4.2. Uitbreidingsbeoordeling voor de nationale procedure
Na ontvangst van een uitbreidingsaanvraag voor de wederzijdse erkenningsprocedure of de louter nationale procedure wordt deze aanvraag behandeld als een oorspronkelijke aanvraag van een vergunning voor het in de handel brengen overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG of Richtlijn 2001/83/EG.
2.4.3. Uitbreidingsbeoordeling voor de gecentraliseerde procedure
Het Bureau behandelt een uitbreidingsaanvraag als een oorspronkelijke aanvraag van een vergunning voor het in de handel brengen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 726/2004.
2.5. Griepvaccins voor de mens
Hier volgt een leidraad voor de toepassing van de artikelen 12, 13 septies en 18 van de verordening inzake wijzigingen op aanvragen voor de jaarlijkse aanpassing van griepvaccins voor de mens.
Vanwege de bijzonderheden die inherent zijn aan de vervaardiging van griepvaccins voor de mens, is er een speciale versnelde procedure van toepassing voor de jaarlijkse veranderingen in de werkzame stof ten behoeve van de jaarlijkse aanpassing van een griepvaccin voor de mens om te voldoen aan de EU-aanbeveling voor de samenstelling van het vaccin betreffende menselijke griepvirusstam(men) voor het komende seizoen. Daarnaast voorziet artikel 21 van de verordening inzake wijzigingen in een speciale spoedprocedure bij een pandemie.
Alle andere wijzigingen van griepvaccins voor de mens geschieden volgens de wijzigingsprocedures die beschreven zijn in andere punten van deze richtsnoeren.
De versnelde procedure bestaat uit twee stappen. De eerste stap betreft de beoordeling van de administratieve en kwaliteitsgegevens (samenvatting van de productkenmerken, etikettering en bijsluiter, en de chemische, farmaceutische en biologische documentatie). De tweede stap betreft de beoordeling van aanvullende gegevens, waar nodig.
Houders van vergunningen voor het in de handel brengen wordt aangeraden indiening van wijzigingen voor de jaarlijkse aanpassingen van te voren te bespreken met de referentielidstaat, de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau.
2.5.1. Indiening van wijzigingsaanvragen voor de jaarlijkse aanpassing van griepvaccins voor de mens
Wijzigingsaanvragen betreffende veranderingen aan de werkzame stof voor de jaarlijkse aanpassing van griepvaccins voor de mens moeten worden ingediend bij de referentielidstaat en bij alle betrokken lidstaten, bij de nationale bevoegde autoriteit of bij het Bureau (naargelang het geval).
De aanvraag moet worden gepresenteerd, in overeenstemming met de passende koppen en nummering van de EU-CTD-indeling:
— |
begeleidende brief; |
— |
het ingevulde EU-formulier voor een wijzigingsaanvraag (gepubliceerd in de Notice to applicants); |
— |
een aanpassing van of een addendum bij kwaliteitssamenvattingen, klinische en niet-klinische verslagen, indien relevant. Wanneer niet-klinische of klinische onderzoeksverslagen worden ingediend, moeten de samenvattingen hiervan worden opgenomen in module 2, zelfs als het er maar één is; |
— |
relevante documentatie ter ondersteuning van de voorgestelde wijziging(en); |
— |
de herziene productinformatie, in de juiste indeling gepresenteerd. |
Voor aanvragen voor de jaarlijkse aanpassing van de griepvaccins voor de mens in de wederzijdse erkenningsprocedure moet de referentielidstaat bovendien een lijst van verzendingsdata ontvangen met aanduiding van het procedurenummer, de data waarop de aanvragen naar elke betrokken lidstaat zijn gestuurd en de bevestiging dat de verschuldigde vergoedingen zijn betaald, zoals voorgeschreven door de nationale bevoegde autoriteiten.
Voor aanvragen voor de jaarlijkse aanpassing van de griepvaccins voor de mens in de louter nationale procedure bevestiging dat de verschuldigde vergoeding is betaald zoals vereist door de nationale bevoegde autoriteit.
Voor aanvragen voor de jaarlijkse aanpassing van de griepvaccins voor de mens in een gecentraliseerde procedure wordt de verschuldigde vergoeding voor de wijzigingen betaald zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 297/95, volgens de financiële procedures van het Bureau.
2.5.2. Beoordeling van wijzigingen voor een wederzijdse erkenningsprocedure
Na ontvangst van een aanvraag voor de jaarlijkse aanpassing van griepvaccins voor de mens, behandelt de referentielidstaat de aanvraag als volgt.
|
De referentielidstaat bevestigt binnen zeven dagen de ontvangst van een geldige aanvraag en brengt de vergunninghouder en de andere betrokken lidstaten op de hoogte van de aanvang van de procedure. |
|
De referentielidstaat stelt een beoordelingsverslag en een besluit betreffende de aanvraag op. Daartoe zal de referentielidstaat eerst de administratieve en kwaliteitsgegevens in overweging nemen. Aangezien de referentielidstaat de beoordeling en het ontwerpbesluit binnen de in de verordening vastgestelde maximumtermijn van 45 dagen moet verzenden, wordt verwacht dat de referentielidstaat zijn beoordeling van de administratieve en kwaliteitsgegevens gewoonlijk binnen dertig dagen na de ontvangst van een geldige aanvraag zal afronden, om aldus zo nodig voldoende tijd te verschaffen voor de beoordeling van aanvullende gegevens (met name klinische en stabiliteitsgegevens). |
|
De referentielidstaat mag de vergunninghouder vragen aanvullende informatie in te dienen (met name klinische of stabiliteitsgegevens) en zal in dat geval de andere betrokken lidstaten hiervan op de hoogte brengen. Wanneer een verzoek om aanvullende informatie naar de vergunninghouder is verzonden, wordt de termijn van 45 dagen opgeschort totdat de gevraagde informatie door de vergunninghouder is ingediend. |
|
De referentielidstaat verzendt zijn beoordelingsverslag en ontwerpbesluit naar de andere betrokken lidstaten. Binnen twaalf dagen na ontvangst zullen de andere betrokken lidstaten dienovereenkomstig een besluit nemen en de vergunninghouder en de referentielidstaat hiervan in kennis stellen. |
2.5.3. Beoordeling van wijzigingen voor een louter nationale procedure
Na ontvangst van een aanvraag voor de jaarlijkse aanpassing van griepvaccins voor de mens, behandelt de nationale bevoegde autoriteit de aanvraag als volgt.
|
De nationale bevoegde autoriteit bevestigt de ontvangst van een geldige aanvraag voor een jaarlijkse aanpassing van het griepvaccin voor de mens en stelt de vergunninghouder daarvan op de hoogte. |
|
Binnen de beoordelingsperiode mag de nationale bevoegde autoriteit een verzoek om aanvullende informatie (met name klinische of stabiliteitsgegevens) naar de vergunninghouder verzenden; in dat geval wordt de termijn van 45 dagen opgeschort totdat de gevraagde informatie door de vergunninghouder is ingediend. |
|
Uiterlijk 45 dagen na ontvangst van een geldige aanvraag voltooit de nationale bevoegde autoriteit de beoordeling, met inbegrip van het besluit over de aanvraag, en stelt de vergunninghouder op de hoogte van de goedkeuring of verwerping (met opgave van redenen in het geval van een ongunstige uitkomst) van de wijziging(en). |
2.5.4. Beoordelingen van wijzigingen in een gecentraliseerde procedure
Na ontvangst van een aanvraag voor de jaarlijkse aanpassing van griepvaccins voor de mens, behandelt het Bureau de aanvraag als volgt.
|
Het Bureau bevestigt binnen zeven dagen de ontvangst van een geldige aanvraag voor een jaarlijkse aanpassing van het griepvaccin voor de mens en stelt de vergunninghouder op de hoogte van de aanvang van de procedure. |
|
Het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik heeft vanaf de aanvang van de procedure 55 dagen de tijd om de aanvraag te beoordelen. Het Comité mag een verzoek om aanvullende informatie (met name klinische of stabiliteitsgegevens) naar de vergunninghouder verzenden; in dat geval wordt de termijn van 55 dagen opgeschort totdat de gevraagde informatie door de vergunninghouder is ingediend. |
|
Indien nodig en op grond van het definitieve advies van het Comité, zal de Commissie overgaan tot wijziging van het besluit tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen en past zij het communautaire geneesmiddelenregister aan. |
2.6. Urgente beperkende veiligheidsmaatregelen
Krachtens artikel 22 van de verordening inzake wijzigingen mag een vergunninghouder tijdelijke „urgente beperkende veiligheidsmaatregelen” nemen bij een risico voor de volksgezondheid, in geval van geneesmiddelen voor menselijk gebruik, of in geval van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik bij een risico voor de gezondheid van mensen of dieren of voor het milieu.
Urgente beperkende veiligheidsmaatregelen betreffen een tussentijdse wijziging of wijzigingen in de voorwaarden van de vergunning voor het in de handel brengen als gevolg van nieuwe informatie die van invloed is op het veilige gebruik van het geneesmiddel. Deze urgente wijzigingen moeten vervolgens worden doorgevoerd via een desbetreffende wijziging in de vergunning voor het in de handel brengen.
De vergunninghouder moet onmiddellijk alle betrokken lidstaten, de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau (naargelang het geval) in kennis stellen van de door te voeren beperkingen.
Indien de relevante autoriteit of het Bureau (voor geneesmiddelen waarvoor een gecentraliseerde vergunning is verleend) binnen 24 uur na ontvangst van deze informatie geen bezwaar heeft aangetekend, worden de urgente beperkende veiligheidsmaatregelen geacht te zijn aanvaard. Zij moeten binnen de door de referentielidstaat, de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau (naargelang het geval) en de vergunninghouder overeengekomen termijn ten uitvoer worden gelegd.
Dergelijke urgente beperkende veiligheidsmaatregelen kunnen ook worden opgelegd door de Commissie (bij geneesmiddelen waarvoor centraal een vergunning is afgegeven) of door de nationale bevoegde autoriteiten (bij geneesmiddelen waarop een nationale vergunning van toepassing is) wanneer zich een risico voordoet voor de volksgezondheid in het geval van geneesmiddelen voor menselijk gebruik of wanneer zich een risico voordoet voor de gezondheid van mens en/of dier in het geval van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik.
De desbetreffende wijzigingsaanvraag waarin de urgente beperkende veiligheidsmaatregelen zijn vervat (op verzoek van de vergunninghouder of op last van de Commissie of de nationale bevoegde autoriteiten) moet zo snel mogelijk worden ingediend, en in ieder geval binnen 15 dagen.
2.7. Verklaring van naleving in het kader van de pediatrieverordening
Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (10) („pediatrieverordening”) voorziet in beloningen:
— |
krachtens artikel 36, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1901/2006 heeft de houder van een octrooi of van een aanvullend beschermingscertificaat recht op een verlenging van de in artikel 13, leden 1 en 2 van Verordening (EEG) nr. 1768/92 (11) [nu: Verordening (EG) nr. 469/2009] bedoelde termijn met zes maanden onder bepaalde voorwaarden, waaronder de toevoeging van de in artikel 28, lid 3, van de pediatrieverordening bedoelde verklaring („verklaring van naleving”) aan de vergunning voor het in de handel brengen; |
— |
krachtens artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1901/2006 heeft de houder van een vergunning voor het in de handel brengen van een weesgeneesmiddel recht op een verlenging van de in artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 141/2000 bedoelde termijn van tien jaar tot twaalf jaar, onder bepaalde voorwaarden, waaronder de toevoeging van de verklaring van naleving aan de vergunning voor het in de handel brengen. |
Om recht te hebben op de krachtens de artikelen 36 en 37 van de pediatrieverordening vastgestelde beloningen kan bijgevolg een wijziging nodig zijn om de verklaring van naleving aan de vergunning voor het in de handel brengen toe te voegen.
Artikel 23 bis van de verordening inzake wijzigingen vereenvoudigt de procedure om de verklaring van naleving toe te voegen aan de vergunning voor het in de handel brengen zodat de krachtens Verordening (EG) nr. 1901/2006 vastgestelde beloningen kunnen worden aangevraagd zodra is voldaan aan de in de pediatrieverordening bedoelde eisen. Om de verklaring van naleving op te nemen, dienen de vergunninghouders met name een wijzigingsaanvraag in te dienen bij de betrokken autoriteit. Deze gaat na of aan alle desbetreffende voorwaarden is voldaan en neemt de verklaring van naleving op in het technische dossier van de vergunning voor het in de handel brengen.
Met het oog op de rechtszekerheid zal de betrokken autoriteit uiterlijk dertig dagen na voltooiing van de betrokken beoordeling de vergunninghouder een bevestiging verstrekken dat de verklaring van naleving in het technische dossier is opgenomen. Voor vergunningen voor het in de handel brengen die zijn verleend na de gecentraliseerde procedure wordt de bevestiging dat de verklaring van naleving is opgenomen in de vergunning afgegeven door het Europees Geneesmiddelenbureau.
3. PROCEDURELE LEIDRAAD VOOR WERKVERDELING
Op grond van artikel 20 van de verordening inzake wijzigingen kunnen vergunninghouders in één aanvraag wijzigingen opnemen van hetzelfde type IB, wijzigingen van type II, of dezelfde groep wijzigingen die overeenkomen met een van de gevallen die in bijlage III bij die verordening zijn vermeld of die zijn overeengekomen met de referentielidstaat, de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau (naargelang het geval), die geen uitbreiding bevat, betrekking heeft
i) |
op meer dan één louter nationale vergunning voor het in de handel brengen in het bezit van dezelfde houder in meer dan één lidstaat, of |
ii) |
op meer dan één wederzijds erkende vergunning voor het in de handel brengen in het bezit van dezelfde houder, of |
iii) |
op meer dan één gecentraliseerde vergunning voor het in de handel brengen in het bezit van dezelfde houder, of |
iv) |
op één of meer louter nationale vergunning(en) en één of meer gecentraliseerde vergunning(en) voor het in de handel brengen in het bezit van dezelfde houder, of |
v) |
op één of meer louter nationale vergunning(en) en één of meer wederzijds erkende vergunning(en) voor het in de handel brengen in het bezit van dezelfde houder, of |
vi) |
op één of meer wederzijds erkende vergunning(en) en één of meer gecentraliseerde vergunning(en) voor het in de handel brengen in het bezit van dezelfde houder, of |
vii) |
op één of meer louter nationale vergunning(en), één of meer wederzijds erkende vergunning(en) en één of meer gecentraliseerde vergunning(en) voor het in de handel brengen in het bezit van dezelfde houder. |
Om dubbel werk te voorkomen bij de beoordeling van dergelijke wijzigingen, is er een werkverdelingsprocedure ingesteld aan de hand waarvan een instantie (de „referentie-instantie”), die gekozen is uit de bevoegde instanties van de lidstaten en het Bureau, de wijziging namens de andere betrokken instanties onderzoekt.
Indien ten minste een van de betrokken vergunningen volgens de gecentraliseerde procedure is verleend, wordt het Bureau de referentie-instantie (punt 3.4). In alle andere gevallen wordt de functie van referentie-instelling uitgeoefend door een nationale bevoegde instantie die wordt gekozen door de coördinatiegroep, waarbij rekening wordt gehouden met de aanbeveling van de houder (punt 3.2).
Om de planning van de procedure te vergemakkelijken, worden vergunninghouders aangemoedigd het Bureau of de coördinatiegroep en de voorgestelde referentie-instantie van te voren op de hoogte te stellen van de indiening van een wijziging of een groep wijzigingen waarop een werkverdelingsprocedure wordt toegepast.
Om te kunnen profiteren van een werkverdelingsprocedure, moeten dezelfde veranderingen van toepassing zijn op de diverse betrokken geneesmiddelen, met geen (of slechts beperkte) noodzaak tot een beoordeling van een mogelijk producteigen effect. Wanneer voor „dezelfde” verandering(en) van verschillende vergunningen voor het in de handel brengen afzonderlijke reeksen ondersteunende gegevens voor elk betrokken geneesmiddel moeten worden ingediend of afzonderlijke producteigen beoordelingen moeten worden verricht, is hiervoor geen werkverdeling mogelijk.
3.1. Indiening van wijzigingsaanvragen betreffende werkverdeling
Een wijziging of groep wijzigingen die voor werkverdeling wordt voorgelegd, moet worden ingediend zoals hierboven beschreven in de punten 2.2-2.3 en moet worden geleverd als een geïntegreerd pakket van alle wijzigingen voor alle geneesmiddelen. Hiertoe behoren een gemeenschappelijke begeleidende brief en aanvraagformulier, met afzonderlijke ondersteunende documentatie voor elk betrokken geneesmiddel en herziene productinformatie (indien van toepassing) voor elk betrokken geneesmiddel. Op basis daarvan kunnen het Bureau en de nationale bevoegde instanties het dossier van elke vergunning voor het in handel brengen die deel uitmaakt van de werkverdelingsprocedure aanpassen aan de relevante gewijzigde of nieuwe informatie.
De aanvraag voor werkverdeling moet bij alle relevante instanties worden ingediend, d.w.z. bij alle lidstaten waar vergunningen voor de betrokken producten zijn afgegeven en bij het Bureau (voor de gecentraliseerde procedure).
3.2. Beoordeling van de werkverdeling waarbij geen geneesmiddelen betrokken zijn waarvoor volgens de gecentraliseerde procedure een vergunning is verleend
Wanneer de vergunninghouder de coördinatiegroep op de hoogte stelt van een komende werkverdelingsprocedure die niet van invloed is op een gecentraliseerde vergunning voor het in de handel brengen, beslist de coördinatiegroep op de volgende bijeenkomst over de referentie-instantie, waarbij rekening wordt gehouden met het voorstel van de vergunninghouder en, indien van toepassing ingevolge artikel 20, lid 3, derde alinea, van de verordening inzake wijzigingen, een andere relevante instantie om de referentie-instantie bij te staan. De vergunninghouder wordt door de coördinatiegroep op de hoogte gesteld van het besluit over welke nationale bevoegde instantie als referentie-instantie zal optreden.
Na ontvangst van de aanvraag voor werkverdeling behandelt de referentie-instantie de aanvraag als volgt.
|
De referentie-instantie bevestigt de ontvangst van een geldige aanvraag voor werkverdeling. Onmiddellijk daarna begint de referentie-instantie de procedure. Bij de aanvang van de procedure worden de vergunninghouder en de betrokken lidstaten op de hoogte gesteld van het tijdpad. |
|
In het algemeen volgen werkverdelingsprocedures een beoordelingstijdpad van zestig dagen of een beoordelingstijdpad van negentig dagen voor wijzigingen die vermeld staan in deel 2 van bijlage V bij de verordening inzake wijzigingen. De referentie-instantie kan deze periode echter verkorten als het om een urgente zaak gaat, in het bijzonder wanneer de veiligheid in het geding is, of tot negentig dagen verlengen voor wijzigingen die zijn opgenomen in deel 1 van bijlage V of voor de groepering van wijzigingen in overeenstemming met artikel 7, lid 2, onder c), of artikel 13 quinquies, lid 2, onder c), van de verordening inzake wijzigingen. |
|
De referentie-instantie stelt een advies op overeenkomstig het opgegeven tijdpad en stuurt het naar de andere betrokken lidstaten voor opmerkingen, alsmede naar de vergunninghouder, ter informatie. Binnen de termijn die in het tijdpad wordt opgegeven, moeten de andere betrokken lidstaten hun opmerkingen sturen. |
|
Tijdens de beoordelingsperiode kan de referentielidstaat de houder van de vergunning voor het in de handel brengen om aanvullende informatie verzoeken. Het verzoek om aanvullende informatie moet naar de vergunninghouder worden gestuurd, met vermelding van een tijdpad met de datum waarop de vergunninghouder de verlangde gegevens moet indienen en, indien van toepassing, de verlengde beoordelingsperiode. Als algemene regel bedraagt de schorsingsperiode een maand. Voor een langere opschorting moet de vergunninghouder een gemotiveerd verzoek sturen naar de referentielidstaat. |
|
De procedure wordt opgeschort totdat de aanvullende informatie is ontvangen. De beoordeling van de reacties kan dertig of zestig dagen in beslag nemen, afhankelijk van de complexiteit en de hoeveelheid van de gegevens die van de vergunninghouder worden verlangd. |
|
Na ontvangst van het antwoord van de vergunninghouder voltooit de referentielidstaat het ontwerpadvies en stuurt hij dit naar de andere betrokken lidstaten voor opmerkingen, alsmede naar de vergunninghouder, ter informatie. |
3.3. Uitkomst van de beoordeling van de werkverdeling waarbij geen geneesmiddelen betrokken zijn waarvoor volgens de gecentraliseerde procedure een vergunning is verleend
Aan het einde van de beoordelingsperiode voltooit de referentie-instantie haar advies over de aanvraag, en stelt zij de andere betrokken lidstaten en de vergunninghouder hiervan in kennis.
Bij een gunstig advies dient de lijst met wijzigingen die als af te keuren worden aangemerkt bij het advies te worden gevoegd (indien van toepassing). Mogelijk worden bepaalde wijzigingen slechts voor bepaalde producten aangemerkt als goed te keuren. Bij een ongunstige uitkomst dienen de redenen daarvoor te worden toegelicht.
Binnen dertig dagen na ontvangst van het advies erkennen de andere betrokken lidstaten het advies en brengen ze de referentielidstaat hiervan in kennis, tenzij een van de andere betrokken lidstaten een mogelijk ernstig risico voor de volksgezondheid ontdekt, of in het geval van diergeneeskundige producten een mogelijk ernstig risico voor de gezondheid van mens en dier of voor het milieu, waardoor het advies van de referentielidstaat niet kan worden erkend. De lidstaat die dergelijk ernstig risico binnen dertig dagen na ontvangst van het advies van de referentielidstaat ontdekt, moet de referentielidstaat hiervan in kennis stellen en een uitvoerige motivering van zijn standpunt geven.
De referentielidstaat legt de aanvraag vervolgens voor aan de coördinatiegroep voor de toepassing van artikel 33, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 2001/82/EG of artikel 29, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 2001/83/EG ter beoordeling van het geschilpunt en stelt de vergunninghouder en de andere betrokken lidstaten hiervan op de hoogte. De vergunninghouder heeft niet het recht om de aanzet te geven tot dergelijke verwijzing.
Wanneer een verwijzing aan de coördinatiegroep wordt voorgelegd, wordt de procedure betreffende het besluit over aanvraag voor werkverdeling opgeschort totdat een besluit is genomen betreffende de doorverwijzingsprocedure (met, waar van toepassing, de doorverwijzing naar het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik krachtens de artikelen 32 tot en met 34 van Richtlijn 2001/83/EG of het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik krachtens de artikelen 36 tot en met 38 van Richtlijn 2001/82/EG).
Na de bekendmaking van een gunstig advies betreffende wijzigingen met veranderingen in de samenvatting van de productkenmerken, de etikettering of de bijsluiter, dient de vergunninghouder binnen zeven dagen bij alle betrokken lidstaten vertalingen van de teksten met productinformatie in.
Binnen dertig dagen na de goedkeuring van het advies of, wanneer een doorverwijzingsprocedure is opgestart, de kennisgeving van de toestemming van de coördinatiegroep of het besluit van de Commissie (naargelang het geval) passen de betrokken lidstaten de vergunning(en) voor het in de handel brengen dienovereenkomstig aan, op voorwaarde dat de nodige documenten voor de wijziging van de vergunning voor het in de handel brengen bij de betrokken lidstaten zijn ingediend.
Een kleine wijziging/Kleine wijzigingen van type IB die is/zijn goedgekeurd volgens een werkverdelingsprocedure, kan/kunnen na ontvangst van het gunstige advies van de referentie-instantie ten uitvoer worden gelegd.
Een ingrijpende wijziging/Ingrijpende wijzigingen van type II (met inbegrip van gegroepeerde kleine wijziging(en) van type IB) die is/zijn goedgekeurd volgens een werkverdelingsprocedure kan/kunnen dertig dagen na ontvangst van het gunstige advies van de referentie-instantie ten uitvoer worden gelegd, op voorwaarde dat de nodige documentatie voor de wijziging van de vergunning voor het in de handel brengen bij de betrokken lidstaten is ingediend. In de gevallen waarin de aanvraag is doorverwezen, mag (mogen) de wijziging(en) niet ten uitvoer worden gelegd totdat er tijdens de doorverwijzingsprocedure toe is besloten de wijziging(en) te aanvaarden.
Wijzigingen die verband houden met de veiligheid moeten binnen een door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen en de referentie-instantie overeengekomen termijn ten uitvoer worden gelegd.
3.4. Beoordeling van de werkverdeling waarbij geneesmiddelen betrokken zijn waarvoor volgens de gecentraliseerde procedure een vergunning is verleend
Na ontvangst van een aanvraag voor werkverdeling die van invloed is op ten minste één gecentraliseerde vergunning voor het in de handel brengen, behandelt het Bureau de aanvraag als volgt.
|
Het Bureau bevestigt de ontvangst van een geldige aanvraag voor werkverdeling. Onmiddellijk daarna begint het Bureau de procedure. De vergunninghouder wordt bij de aanvang van de procedure op de hoogte gesteld van het tijdpad. |
|
Het Bureau stelt een rapporteur aan (en in sommige gevallen een corapporteur) om leiding te geven aan de beoordelingsprocedure. |
|
In het algemeen volgen werkverdelingsprocedures een beoordelingstijdpad van zestig dagen of een beoordelingstijdpad van negentig dagen voor wijzigingen die vermeld staan in deel 2 van bijlage V bij de verordening inzake wijzigingen. De referentie-instantie kan deze periode echter verkorten als het om een urgente zaak gaat, in het bijzonder wanneer de veiligheid in het geding is, of tot negentig dagen verlengen voor wijzigingen die zijn opgenomen in deel 1 van bijlage V of voor de groepering van wijzigingen in overeenstemming met artikel 7, lid 2, onder c), of artikel 13 quinquies, lid 2, onder c), van de verordening inzake wijzigingen. |
|
Tijdens de beoordelingsperiode kan het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik of het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik om aanvullende informatie verzoeken. Het verzoek om aanvullende informatie of volgend verzoek moet naar de vergunninghouder worden gestuurd, met vermelding van een tijdpad met de datum waarop de vergunninghouder de verlangde gegevens moet indienen en, indien van toepassing, de verlengde beoordelingsperiode. |
|
De procedure wordt opgeschort totdat de aanvullende informatie is ontvangen. Als algemene regel bedraagt de schorsingsperiode een maand. Voor een langere opschorting moet de vergunninghouder een gemotiveerd verzoek sturen naar het Bureau, om goedkeuring te verkrijgen van het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik of het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. |
|
Voor elk volgend verzoek om aanvullende informatie geldt in het algemeen nog een procedurele schorsingsperiode van maximaal een maand; indien gemotiveerd, kunnen maximaal twee maanden worden toegevoegd. |
|
De beoordeling van reacties door het Comité kan dertig of zestig dagen in beslag nemen, afhankelijk van de complexiteit en de hoeveelheid van de door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen geleverde gegevens. |
|
Op verzoek van het Comité of van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen kan er mondeling uitleg worden verschaft aan het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik of het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. |
3.5. Uitkomst van de beoordeling van de werkverdeling waarbij geneesmiddelen betrokken zijn waarvoor volgens de gecentraliseerde procedure een vergunning is verleend
Aan het einde van de beoordelingsperiode neemt het Bureau een advies aan over de aanvraag, met inbegrip van het beoordelingsverslag. Het Bureau brengt de vergunninghouder en de betrokken lidstaten (in voorkomend geval) hiervan op de hoogte. Wanneer vergunninghouders niet akkoord gaan met het advies, kunnen ze een nieuw onderzoek aanvragen in overeenstemming met de in artikel 9, lid 2, en artikel 34, lid 2, van Verordening (EG) nr. 726/2004 vermelde procedure.
Wanneer het advies van het Bureau positief is en de wijziging(en) van invloed is (zijn) op de voorwaarden van het besluit (de besluiten) van de Commissie tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen, zal het Bureau de Commissie zijn advies toesturen, samen met de motivatie van zijn advies en de nodige documenten om de vergunning voor het in de handel brengen te wijzigen.
Als het Bureau van mening is dat bepaalde wijzigingen als af te keuren worden aangemerkt, dient de lijst met wijzigingen die als af te keuren worden aangemerkt bij het advies te worden gevoegd. Mogelijk worden bepaalde wijzigingen slechts voor bepaalde producten aangemerkt als goed te keuren.
Na ontvangst van een gunstig advies door de betrokken lidstaten of de Commissie vinden de volgende stappen plaats:
— |
voor geneesmiddelen waarvoor vergunning is verleend volgens de wederzijdse erkenningsprocedure of de louter nationale procedure moeten de betrokken lidstaten het advies goedkeuren, het Bureau daarover inlichten en, zo nodig, de nationale vergunningen voor het in de handel brengen binnen zestig dagen wijzigen op voorwaarde dat de nodige documenten voor wijziging van die vergunningen zijn ingediend. |
Een kleine wijziging/Kleine wijzigingen van type IB (behalve wijzigingen die zijn gegroepeerd met (een) ingrijpende wijziging(en) van type II) kan/kunnen na ontvangst van het gunstige advies van het Bureau ten uitvoer worden gelegd.
Een ingrijpende wijziging/Ingrijpende wijzigingen van type II (en (een) kleine wijziging(en) van type IB die met type II-wijzigingen is (zijn) gegroepeerd) kan/kunnen dertig dagen na ontvangst van het gunstige advies van het Bureau ten uitvoer worden gelegd, op voorwaarde i) dat de nodige documentatie voor de wijziging van de vergunning voor het in de handel brengen bij de betrokken lidstaten is ingediend en ii) de aanvraag niet is doorverwezen.
— |
Voor producten waarvoor een centrale vergunning is verleend, zal de Commissie, waar nodig, en op voorwaarde dat de nodige documenten voor wijziging van de vergunning voor het in de handel brengen zijn ingediend, de betrokken vergunning(en) binnen twee maanden wijzigen in de volgende gevallen:
|
In het geval van andere wijzigingen zal de Commissie het besluit tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen uiterlijk na twaalf maanden wijzigen.
Een kleine wijziging/Kleine wijzigingen van type IB (behalve wijzigingen die zijn gegroepeerd met (een) ingrijpende wijziging(en) van type II) kan/kunnen na ontvangst van het gunstige advies van het Bureau ten uitvoer worden gelegd.
Een ingrijpende wijziging/Ingrijpende wijzigingen van type II (en (een) kleine wijziging(en) van type IB die met type II-wijzigingen is (zijn) gegroepeerd) kan/kunnen — behalve wijzigingen waarvoor binnen twee maanden een besluit van de Commissie moet worden vastgesteld — dertig dagen na ontvangst van het gunstige advies van het Bureau ten uitvoer worden gelegd, op voorwaarde dat de nodige documentatie voor de wijziging van de vergunning voor het in de handel brengen is ingediend.
4. BIJLAGE
Deze bijlage bestaat uit vier hoofdstukken waarin wijzigingen worden ingedeeld die betrekking hebben op: A) administratieve veranderingen; B) kwaliteitsveranderingen; C) veranderingen op het gebied van veiligheid, werkzaamheid en geneesmiddelenbewaking en D) specifieke veranderingen van plasmabasisdossiers en vaccinantigeenbasisdossiers.
Wanneer moet worden verwezen naar specifieke wijzigingen in deze bijlage, moet de wijziging in kwestie als volgt worden aangeduid: X.N.x.n („wijzigingscode”).
— |
X staat voor de hoofdletter van het hoofdstuk in deze bijlage waarin de wijziging is opgenomen (bv. A, B, C of D); |
— |
N staat voor het Romeinse cijfer van het gedeelte van een hoofdstuk waarin de wijziging is opgenomen (bv. I, II, III…); |
— |
x staat voor de letter van de paragraaf in een hoofdstuk waarin de wijziging is opgenomen (bv. a, b, c…); |
— |
n staat voor het getal dat een specifieke wijziging in deze bijlage heeft (bv. 1, 2, 3…). |
Voor elk hoofdstuk bevat deze bijlage:
— |
een lijst van wijzigingen die moeten worden ingedeeld als kleine wijzigingen van type IA of ingrijpende wijzigingen van type II overeenkomstig de definities van artikel 2 en bijlage II bij de verordening inzake wijzigingen. Er wordt ook aangegeven bij welke kleine wijziging van type IA onmiddellijke kennisgeving is vereist, zoals vastgesteld in artikel 8, lid 1, van de verordening inzake wijzigingen; |
— |
een lijst van wijzigingen die als kleine wijzigingen van type IB moeten worden beschouwd. Op te merken valt dat deze categorie krachtens artikel 3 van de verordening inzake wijzigingen automatisch van toepassing is. Daarom wordt in deze bijlage niet gepoogd een volledige lijst van deze wijzigingscategorie op te stellen. |
Deze bijlage heeft geen betrekking op uitbreidingen omdat deze uitputtend worden vermeld in bijlage I bij de verordening inzake wijzigingen. Alle wijzigingen die zijn gespecificeerd in bijlage I bij de verordening inzake wijzigingen moeten worden beschouwd als uitbreidingen van de vergunningen voor het in de handel brengen, elke andere wijziging kan niet als zodanig worden ingedeeld.
Wanneer niet wordt voldaan aan één of meer voorwaarden die zijn vastgesteld in deze bijlage voor een kleine wijziging van type IA, mag de betreffende wijziging worden ingediend als een wijziging van type IB („automatisch type IB”) tenzij de wijziging specifiek is ingedeeld als een ingrijpende wijziging van type II in deze bijlage of in een aanbeveling krachtens artikel 5 van de verordening inzake wijzigingen, of tenzij de aanvrager van mening is dat de wijzigingen een significante invloed kunnen hebben op de kwaliteit, veiligheid of werkzaamheid van het geneesmiddel.
Wanneer de bevoegde autoriteit van mening is dat een wijziging die is ingediend als een automatisch type IB een significante invloed heeft op de kwaliteit, veiligheid of werkzaamheid van het geneesmiddel, kan zij vragen dat de aanvraag wordt aangepast en verwerkt als een type II-wijziging.
In deze bijlage heeft „testprocedure” dezelfde betekenis als „analytische procedure” en heeft „grenswaarden” dezelfde betekenis als „acceptatiecriteria”. „Specificatieparameter” is het kwaliteitskenmerk waarvoor een testprocedure en grenswaarden worden vastgesteld, bv. analyse, identiteit en watergehalte. Het toevoegen of verwijderen van een specificatieparameter behelst derhalve eveneens de bijbehorende testmethode en grenswaarden.
Wanneer tegelijkertijd verscheidene kleine veranderingen plaatsvinden (bv. voor dezelfde methode, hetzelfde proces of hetzelfde materiaal) of bij een belangrijke bijwerking van de kwaliteitsgegevens betreffende de werkzame stof of het eindproduct, dient de aanvrager voor de correcte indeling van het geneesmiddel rekening te houden met alle effecten van deze wijzigingen op de kwaliteit, veiligheid of werkzaamheid ervan en de wijzigingen dienovereenkomstig in te dienen.
De specifieke ondersteunende gegevens voor wijzigingen van type IB en type II zijn afhankelijk van de precieze aard van de wijziging.
Verder wordt, indien een wijziging leidt tot een herziening van de samenvatting van de productkenmerken, de etikettering of de bijsluiter (gezamenlijk „productinformatie” genoemd), deze verandering als onderdeel van de wijziging beschouwd. In dergelijke gevallen moet de geactualiseerde productinformatie worden ingediend als onderdeel van de aanvraag, samen met de desbetreffende vertalingen. Proefmodellen of monsters moeten worden verstrekt aan de referentielidstaat, de nationale bevoegde autoriteit of het Bureau.
Het is niet nodig de bevoegde instanties kennis te geven van een geactualiseerde monografie van de Europese Farmacopee of een nationale farmacopee van een lidstaat wanneer in het dossier van een toegelaten geneesmiddel naar de „huidige uitgave” wordt verwezen. De aanvragers worden eraan herinnerd dat de geactualiseerde monografie binnen zes maanden moet worden nageleefd.
Elke verandering in de inhoud van het dossier ter ondersteuning van een goedkeuringscertificaat van de Europese Farmacopee moet worden ingediend bij het European Directorate for the Quality of Medicines (EDQM). Indien het certificaat na beoordeling van deze verandering door het EDQM wordt herzien, moeten de desbetreffende vergunningen voor het in de handel brengen echter worden geactualiseerd.
In verband met deel III, punt 1, van bijlage I bij Richtlijn 2001/83/EG moeten voor veranderingen in plasmabasisdossiers (hierna PBD’s) en vaccinantigeenbasisdossiers (VABD’s) de beoordelingsprocedures voor wijzigingen in de verordening inzake wijzigingen worden gevolgd. Daarom bevat hoofdstuk D van deze richtsnoeren een lijst van wijzigingen die specifiek zijn voor dergelijke PBD’s of VABD’s. Na de beoordeling van deze wijzigingen moeten alle betreffende vergunningen voor het in de handel brengen worden geactualiseerd overeenkomstig hoofdstuk B.V van deze richtsnoeren. Indien de documentatie van het menselijk plasma dat als uitgangsstof is gebruikt voor een uit plasma bereid geneesmiddel niet als een PBD wordt ingediend, moeten wijzigingen aan deze uitgangsstof, zoals beschreven in het dossier van de vergunning voor het in de handel brengen, eveneens overeenkomstig deze bijlage worden verwerkt.
Wanneer in deze bijlage sprake is van veranderingen in het dossier van de vergunning voor het in de handel brengen, worden toevoegingen, vervangingen of schrappingen bedoeld, tenzij een specifieke verandering is aangegeven. Indien er slechts tekstuele aanpassingen worden aangebracht in het dossier, hoeven deze aanpassingen doorgaans niet te worden ingediend als een afzonderlijke wijziging, maar kunnen ze worden opgenomen in een wijziging die betrekking heeft op dat gedeelte van het dossier. In dergelijke gevallen moeten de wijzigingen in het aanvraagformulier duidelijk worden aangegeven als tekstuele aanpassingen en moet een verklaring worden ingediend dat de ingediende wijziging louter een tekstuele wijziging is die geen verdere gevolgen heeft voor de inhoud van het betreffende deel van het dossier. Er wordt op gewezen dat tekstuele wijzigingen de schrapping van verouderde of overbodige tekst omvatten, maar niet de schrapping van specificatieparameters of productiebeschrijvingen.
(1) PB L 334 van 12.12.2008, blz. 7.
(2) PB L 209 van 4.8.2012, blz. 4.
(3) PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1.
(4) PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1.
(5) PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67.
(6) PB L 15 van 17.1.1987, blz. 38.
(7) PB C 229 van 22.7.1998, blz. 4.
(8) Wanneer in dit verband wordt verwezen naar „referentielidstaat” gaat het om producten die aan de hand van de wederzijdse erkenningsprocedure zijn goedgekeurd; wanneer wordt verwezen naar de „nationale bevoegde autoriteit” gaat het om producten die aan de hand van een louter nationale procedure zijn goedgekeurd; en wanneer wordt verwezen naar het Bureau, gaat het om producten die aan de hand van de gecentraliseerde procedure zijn goedgekeurd.
(9) PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1.
(10) PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1.
(11) Sinds 6 juli 2009 is deze verordening ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 469/2009.
BIJLAGE
Onderwerp/Werkingssfeer van wijzigingen |
Wijziging |
Blz. |
||
|
1-8 |
21 |
||
|
23 |
|||
|
23 |
|||
|
1-5 |
23 |
||
|
1-2 |
28 |
||
|
1-3 |
30 |
||
|
1 |
33 |
||
|
1-5 |
34 |
||
|
35 |
|||
|
1-6 |
35 |
||
|
1-5 |
40 |
||
|
1-4 |
47 |
||
|
1-3 |
50 |
||
|
1-7 |
52 |
||
|
1 |
57 |
||
|
1-5 |
59 |
||
|
1 |
60 |
||
|
1-2 |
61 |
||
|
1-3 |
64 |
||
|
66 |
|||
|
1-2 |
66 |
||
|
1 |
67 |
||
|
68 |
|||
|
1-13 |
68 |
||
|
1-8 |
73 |
||
|
1-23 |
74 |
A. ADMINISTRATIEVE VERANDERINGEN
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||
|
1 |
1, 2 |
IAIN |
||||||
Voorwaarden
|
|||||||||
Documentatie
|
|||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||
|
1 |
1, 2 |
IAIN |
||||||
|
|
2 |
IB |
||||||
Voorwaarden
|
|||||||||
Documentatie
|
|||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||
|
1, 2 |
1, 2 |
IAIN |
||||||
Voorwaarden
|
|||||||||
Documentatie
|
|||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||
|
1 |
1, 2, 3 |
IA |
||||||
Voorwaarden
|
|||||||||
Documentatie
|
|||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||
|
1 |
1, 2 |
IAIN |
||||||
|
1 |
1, 2 |
IA |
||||||
Voorwaarden
|
|||||||||
Documentatie
|
|||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||
|
1 |
1, 2 |
IA |
||||||
Voorwaarden
|
|||||||||
Documentatie
|
|||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||
|
1, 2 |
1, 2 |
IA |
||||||
Voorwaarden
|
|||||||||
Documentatie
|
|||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||
|
|
|
IA |
||||||
Documentatie
|
|||||||||
B. KWALITEITSVERANDERINGEN
B.I WERKZAME STOF
B.I.a) Vervaardiging
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3 |
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
2, 4 |
1, 5 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 4, 5, 8 |
IB |
||||||||||||||||||||||
|
2, 5 |
1, 4, 5, 6 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
1, 5 |
IB |
||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 |
1, 2, 3 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4 |
IB |
||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 6, 7, 8 |
1, 2, 5 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 5 |
1, 2, 5 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4 |
IB |
||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4 |
IB |
||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 5, 6 |
1, 2, 3, 4, 6 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 7 |
1, 2, 5 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 6 |
IB |
||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
B.I.b) Controle van de werkzame stof
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IAIN |
||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||||
|
1, 2, 5, 6, 7 |
1, 2, 3, 4, 5, 7 |
IA |
||||||||||||||||
|
1, 2, 8 |
1, 2, 6 |
IA |
||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5, 7 |
IB |
||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5, 7 |
IB |
||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||||
|
7 |
1 |
IA |
||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 5, 6 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||
|
|
1, 2 |
IB |
||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||
Documentatie
|
B.I.c) Sluitsysteem van de recipiënt
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
1, 2, 3 |
1, 2, 3, 4, 6 |
IA |
||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 5, 6 |
IB |
||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||
|
1, 2, 5 |
1, 2, 3, 4, 6 |
IA |
||||||||||||
|
1, 2 |
1, 2, 5 |
IA |
||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 6 |
IB |
||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
1, 2, 3, |
1, 2 |
IA |
||||||||||||
|
1, 3, 4 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||
|
5 |
1 |
IA |
||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||
Documentatie
|
B.I.d) Stabiliteit
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||
a) Herbeproevingstermijn/opslagperiode |
|||||||||||
|
1 |
1, 2, 3 |
IA |
||||||||
|
|
|
II |
||||||||
|
|
|
II |
||||||||
|
|
1, 2, 3 |
IB |
||||||||
b) Opslagvoorwaarden |
|||||||||||
|
1 |
1, 2, 3 |
IA |
||||||||
|
|
|
II |
||||||||
|
|
1, 2, 3 |
IB |
||||||||
|
1, 2 |
1, 4 |
IA |
||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||
Documentatie
|
B.I.e) Ontwerpruimte en wijzigingsbeheerprotocollen na goedkeuring
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
|
1, 2, 3 |
II |
||||||||||
|
|
1, 2, 3 |
II |
||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
|
1, 2, 3 |
II |
||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
1 |
1, 2 |
IAIN |
||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||
|
|
1 |
IB |
||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
1 |
1, 2, 4 |
IAIN |
||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4 |
IB |
||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5 |
IB |
||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||
Documentatie
|
B.II. EINDPRODUCT
B.II.a) Beschrijving en samenstelling
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3 |
IB |
||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 4 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5 |
IB |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||
a) Veranderingen in de bestanddelen van het kleurstoffensysteem of het smaakstoffensysteem |
|||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 11 |
1, 2, 4, 5, 6 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 11 |
1, 2, 4 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
b) Andere excipiëntia |
|||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 4, 8, 9, 10 |
1, 2, 7 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
|
1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 |
IB |
||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2 |
IB |
||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
B.II.b) Vervaardiging
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2 |
1,3, 8 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 5 |
1, 2, 3, 4, 8, 9 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 |
IB |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 |
IB |
||||||||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen: Bij een verandering in een fabricagelocatie of bij een nieuwe fabricagelocatie in een land buiten de EU/EER zonder een overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van goede fabricagepraktijken met de EU, wordt houders van een vergunning voor het in de handel brengen geadviseerd om de betrokken bevoegde instanties te raadplegen voordat de kennisgeving wordt ingediend, en om informatie over eerdere EU-/EER-inspecties in de afgelopen 2-3 jaar en/of geplande EU-/EER-inspecties te verstrekken, inclusief inspectiedata, geïnspecteerde productcategorie, toezichtsautoriteit en andere relevante informatie. Dit vergemakkelijkt de regeling van een GMP-inspectie door een inspectiedienst van een van de lidstaten, indien nodig. Verklaring van bevoegde personen met betrekking tot werkzame stoffen Aangezien houders van een vergunning voor de vervaardiging uitsluitend overeenkomstig de GMP vervaardigde werkzame stoffen als uitgangsstoffen mogen gebruiken, wordt van elke vergunninghouder die de werkzame stof als uitgangsstof gebruikt een verklaring verwacht. Omdat de bevoegde persoon die verantwoordelijk is voor de certificering van de charge ook de algehele verantwoording voor elke charge heeft, wordt bovendien een verdere verklaring van deze bevoegde persoon verwacht wanneer de locatie voor de vrijgave van de charge afwijkt van bovengenoemde locatie. In veel gevallen is er slechts één houder van een vergunning voor de vervaardiging bij de productie betrokken en is er dus maar één verklaring nodig. Maar wanneer er meer dan één houder van een vergunning voor de vervaardiging bij de productie betrokken is, kan het aanvaardbaar zijn om in plaats van het verstrekken van meerdere verklaringen, slechts één verklaring te verstrekken die door één bevoegde persoon is ondertekend. Dit wordt aanvaard op voorwaarde dat: uit de verklaring blijkt dat deze is ondertekend namens alle betrokken bevoegde personen. De regeling wordt ondersteund door een technische overeenkomst zoals beschreven in hoofdstuk 7 van de GMP Guide en de bevoegde persoon die de verklaring verstrekt degene is die in de overeenkomst is aangewezen als degene die specifiek de verantwoording heeft voor de GMP-naleving door de fabrikant(en) van de werkzame stof. Opmerking: Deze regeling wordt door de bevoegde instanties gecontroleerd. De aanvragers worden eraan herinnerd dat de houder van een vergunning voor de vervaardiging overeenkomstig artikel 41 van Richtlijn 2001/83/EG en artikel 45 van Richtlijn 2001/82/EG over een bevoegd persoon moet beschikken en dat deze in de EU/EER gevestigd moet zijn. Verklaringen van personeelsleden van fabrikanten in derde landen, inclusief personeelsleden die gevestigd zijn in partnerlanden van de overeenkomst inzake wederzijdse erkenning, worden dan ook niet geaccepteerd. Overeenkomstig artikel 46 bis, lid 1, van Richtlijn 2001/83/EG en artikel 50 bis, lid 1, van Richtlijn 2001/82/EG, wordt onder vervaardiging verstaan de volledige of gedeeltelijke vervaardiging, invoer, verdeling, verpakking of presentatie voorafgaande aan de opname in een geneesmiddel, met inbegrip van het opnieuw verpakken of etiketteren zoals dit gebeurt door een groothandelaar. Er is geen verklaring nodig voor bloed of bloedbestanddelen; deze vallen onder Richtlijn 2002/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (7) |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||||||||
|
2, 3, 4, 5 |
1, 2, 5 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||
c) Vervanging of toevoeging van een voor de invoer en/of vrijgave van charges verantwoordelijke fabrikant |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2,5 |
1, 2, 3, 4, 5 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 5 |
1, 2, 3, 4, 5 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 |
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 4, 6, 7,8 |
IB |
||||||||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 5, 7 |
1, 4 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 5, 6 |
1, 4 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5, 6 |
IB |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5, 6 |
IB |
||||||||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 5, 6 |
1, 2, 3, 4, 5, 7 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 7 |
1, 2, 6 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5, 7 |
IB |
||||||||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
B.II.c) Controle van de excipiëntia
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 5, 6, 7 |
1, 2, 3, 4, 6, 8 |
IA |
||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 8 |
1, 2, 7 |
IA |
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5, 6, 8 |
IB |
||||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5, 6, 8 |
IB |
||||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||||||||||||
|
5 |
1 |
IA |
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2 |
IB |
||||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||||
a) Van TSE-risicomateriaal naar plantaardige of synthetische herkomst |
|||||||||||||||||||||||||||
|
1 |
1 |
IA |
||||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2 |
IB |
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||||
|
1, 2 |
1, 2, 3, 4 |
IA |
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
B.II.d) Controle van eindproduct
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 5, 6, 7 |
1, 2, 3, 4, 5, 7 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 9 |
1, 2, 6 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5, 7 |
IB |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 7, 8 |
1, 2 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2,10 |
1, 2, 4 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, |
1,2 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
4 |
1 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2 |
IB |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
2, 3, 4, 5 |
1 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
2, 3, 4, 5 |
1 |
IA |
||||||||||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
B.II.e) Sluitsysteem van de recipiënt
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||
a) Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling |
|||||||||||||||||||
|
1, 2, 3 |
1, 2, 3, 4, 6 |
IA |
||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 5, 6 |
IB |
||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||
b) Verandering van recipiënttype of toevoeging van een nieuwe recipiënt |
|||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 5, 6, 7 |
IB |
||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||
|
4 |
1, 8 |
IA |
||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||||
|
1, 2, 5 |
1, 2, 3, 4, 6 |
IA |
||||||||||||||||
|
1, 2 |
1, 2, 5 |
IA |
||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 6 |
IB |
||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||
|
1, 2, 3 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||||
|
1, 3, 4 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||||
|
5 |
1 |
IA |
||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||
|
1, 2, 3 |
1, 2, 4 |
IA |
||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4 |
IB |
||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||
a) Verandering in het aantal stuks (bv. tabletten, ampullen enz.) in een verpakking |
|||||||||||||||||||
|
1, 2 |
1, 3 |
IAIN |
||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3 |
IB |
||||||||||||||||
|
3 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3 |
IB |
||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||
|
1 |
1 |
IAIN |
||||||||||||||||
|
1 |
1 |
IA |
||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||
|
1 |
1 |
IA |
||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2, 3 |
IA |
||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||
Documentatie
|
B.II.f) Stabiliteit
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||
a) Inkorting van de houdbaarheidstermijn van het eindproduct |
|||||||||||
|
1 |
1, 2, 3 |
IAIN |
||||||||
|
1 |
1, 2, 3 |
IAIN |
||||||||
|
1 |
1, 2, 3 |
IAIN |
||||||||
b) Verlenging van de houdbaarheidstermijn van het eindproduct |
|||||||||||
|
|
1, 2, 3 |
IB |
||||||||
|
|
1, 2, 3 |
IB |
||||||||
|
|
1, 2, 3 |
IB |
||||||||
|
|
|
II |
||||||||
|
|
1, 2, 3 |
IB |
||||||||
|
|
|
II |
||||||||
|
|
1, 2, 3 |
IB |
||||||||
|
1, 2 |
1, 4 |
IA |
||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||
B.II.g) Ontwerpruimte en wijzigingsbeheerprotocol na goedkeuring
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
|
1, 2, 3 |
II |
||||||||||
|
|
1, 2, 3 |
II |
||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
|
1, 2, 3 |
II |
||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
1 |
1, 2 |
IAIN |
||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||
|
|
1 |
IB |
||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
1 |
1, 2, 4 |
IAIN |
||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4 |
IB |
||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5 |
IB |
||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||
Documentatie
|
B.II.h) Bescherming tegen adventieve agentia
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||
|
|
|
II |
||||||
b) Vervanging van verouderde studies in verband met productiestappen en adventieve agentia die reeds in het dossier zijn opgenomen |
|||||||||
|
|
|
II |
||||||
|
|
1, 2, 3 |
IB |
||||||
Documentatie
|
B.III CEP/TSE/MONOGRAFIEËN
|
Voor een werkzame stof |
Voor een uitgangsstof/reagens/tussenproduct die/dat wordt gebruikt in het fabricageprocedé van de werkzame stof |
Voor een excipiëns |
||||||||||||||||||||||
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan Te verstrekken documenten Procedure van type |
|
|
|
||||||||||||||||||||||
a) Goedkeuringscertificaat van de Europese Farmacopee voor de relevante monografie uit de Europese Farmacopee |
|||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 5, 8, 11 |
1, 2, 3, 4, 5 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 8 |
1, 2, 3, 4, 5 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 5, 8, 11 |
1, 2, 3, 4, 5 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||
|
10 |
3 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5, 6 |
IB |
||||||||||||||||||||||
b) TSE-goedkeuringscertificaat van de Europese Farmacopee voor een werkzame stof/uitgangsstof/reagens/tussenproduct of excipiëns |
|||||||||||||||||||||||||
|
3, 5, 6, 11 |
1, 2, 3, 4, 5 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||
|
3, 6, 9 |
1, 2, 3, 4, 5 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
7, 9 |
1, 2, 3, 4, 5 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
10 |
3 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||||||||||
a) Verandering in de specificatie(s) van een vroeger niet in de Europese farmacopee opgenomen stof om volledig te voldoen aan de Europese Farmacopee of aan een nationale farmacopee van een lidstaat |
|||||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4, 5 |
1, 2, 3, 4 |
IAIN |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2,4 |
1, 2, 3, 4 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
1, 2, 4, 5 |
1, 2, 3, 4 |
IA |
||||||||||||||||||||||
|
1, 4, 5 |
1, 2, 3, 4 |
IA |
||||||||||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||||||||||
|
B.IV MEDISCHE HULPMIDDELEN
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||
a) Toevoeging of vervanging van een hulpmiddel dat geen integraal deel van de primaire verpakking is |
|||||||||||||||||
|
1, 2, 3, 6, 7 |
1, 2, 4 |
IAIN |
||||||||||||||
|
|
1, 3, 4 |
IB |
||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||
|
4, 5 |
1, 5 |
IAIN |
||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||
|
1, 2, 3, 4 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||
|
1, 2, 5 |
1, 2, 3, 4, 6 |
IA |
||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 6 |
IB |
||||||||||||||
|
1, 2 |
1, 2, 5 |
IA |
||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||||
|
1, 2 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||
|
1, 3 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||||
|
4 |
1 |
IA |
||||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||||
Documentatie
|
B.V. VERANDERINGEN IN EEN VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN ALS GEVOLG VAN ANDERE REGELGEVINGSPROCEDURES
B.V.a) PBD/VABD
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||
|
|
|
II |
||||||||
|
|
1, 2, 3, 4 |
IB |
||||||||
|
|
1, 2, 3, 4 |
IB |
||||||||
|
1 |
1, 2, 3, 4 |
IAIN |
||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||
|
|
|
II |
||||||||
|
|
1, 2, 3, 4 |
IB |
||||||||
|
1 |
1, 2, 3, 4 |
IAIN |
||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||
Documentatie
|
B.V.b) Doorverwijzing
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||
|
1 |
1, 2 |
IAIN |
||||
|
|
|
II |
||||
Voorwaarden
|
|||||||
Documentatie
|
C. VERANDERINGEN OP HET GEBIED VAN VEILIGHEID, WERKZAAMHEID EN GENEESMIDDELENBEWAKING
C.I GENEESMIDDELEN VOOR MENSELIJK EN DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
1 |
1, 2, 3 |
IAIN |
||||||||||
|
|
1, 2, 3 |
IB |
||||||||||
|
|
1, 3 |
II |
||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
|
1, 2 |
IB |
||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
1 |
1, 2 |
IAIN |
||||||||||
|
|
2 |
II |
||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
|
1, 2 |
IB |
||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||
|
|
|
IB |
||||||||||
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
|
1, 2 |
IB |
||||||||||
|
|
1, 2 |
IB |
||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
|
1, 2 |
IAIN |
||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
1 |
1 |
IAIN |
||||||||||
|
1, 2, 3 |
1 |
IAIN |
||||||||||
|
1 |
1 |
IA |
||||||||||
|
4 |
1, 2 |
IAIN |
||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
1 |
1, 2 |
IAIN |
||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
1 |
1, 2 |
IAIN |
||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
1 |
1, 2 |
IAIN |
||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||
|
|||||||||||||
C.II GENEESMIDDEL VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK — SPECIFIEKE VERANDERINGEN
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||
|
|
|
II |
||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||
|
|
|
II |
||||
|
|
1, 2 |
IB |
||||
Documentatie
|
|||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||
|
|
|
II |
||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||
|
|
|
II |
||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||
|
|
|
II |
||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||
|
|
1 |
IAIN |
||||
|
|
1 |
IB |
||||
Documentatie
|
|||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||
|
|
|
II |
||||
|
|
1, 2 |
IB |
||||
Documentatie
|
|||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||
|
1 |
1 |
IAIN |
||||
Voorwaarden
|
|||||||
Documentatie
|
D. PBD/VABD
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
1 |
1 |
IAIN |
||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
1 |
1 |
IAIN |
||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
|
1, 2, 3, 4, 5, 6 |
IAIN |
||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
1, 2 |
1, 2, 3 |
IA |
||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
|
1, 2, 3 |
IB |
||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
1, 2 |
1 |
IA |
||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
|
1, 2 |
IB |
||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
|
1, 2 |
IB |
||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
1 |
1 |
IA |
||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
|
1 |
IB |
||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
1 |
1 |
IA |
||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
1 |
1, 2 |
IA |
||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||
|
|
1, 2 |
IA |
||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
1 |
1 |
IA |
||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
|
1 |
IB |
||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
1, 2 |
1 |
IA |
||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
1 |
1 |
IA |
||||||||||||
|
1, 2 |
1 |
IA |
||||||||||||
Voorwaarden
|
|||||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
|
|
II |
||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
|
1 |
IB |
||||||||||||
Documentatie
|
|||||||||||||||
|
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan |
Te verstrekken documenten |
Procedure van type |
||||||||||||
|
|
|
II |
Opmerking: |
Wanneer de autoriteiten hebben meegedeeld dat zij voornemens zijn een inspectie te verrichten, moet de schrapping van de betrokken locatie onmiddellijk worden aangemeld. |
Opmerking: |
Deze verandering is niet van toepassing wanneer de informatie op andere wijze is doorgegeven aan de autoriteiten (bv. via de zogenoemde „verklaring van een bevoegd persoon”). |
Opmerking: |
De herbeproevingstermijn geldt niet voor een biologische/immunologische werkzame stof. |
(4) PB L 237 van 10.9.1994, blz. 13.
(5) PB L 6 van 10.1.2009, blz. 20.
(6) PB L 184 van 15.7.1988, blz. 61.
(7) PB L 33 van 8.2.2003, blz. 30.
Opmerking: |
Het is niet nodig de bevoegde instanties kennis te geven van een geactualiseerde monografie van de Europese Farmacopee of een nationale farmacopee van een lidstaat wanneer in het dossier van een toegelaten geneesmiddel naar de „huidige uitgave” wordt verwezen. Deze verandering is derhalve van toepassing op gevallen waarin het technische dossier geen verwijzing naar de geactualiseerde monografie van de farmacopee bevatte en de verandering wordt aangebracht om naar de geactualiseerde versie te verwijzen. |
Opmerking: |
Het is niet nodig de bevoegde instanties kennis te geven van een geactualiseerde monografie van de Europese Farmacopee wanneer in het dossier van een toegelaten geneesmiddel naar de „huidige uitgave” wordt verwezen. |
Opmerking: |
Extrapolatie geldt niet voor biologische/immunologische geneesmiddelen. |
(11) Charges op proefschaal kunnen worden geaccepteerd met een toezegging om de houdbaarheid bij charges op productieschaal te verifiëren.
(12) Zie C.II.7 voor de opname van een nieuw systeem voor geneesmiddelenbewaking bestemd voor diergeneeskundige producten.
(13) De opname van een door de bevoegde autoriteit gevraagd risicobeheersplan vereist altijd een belangrijke beoordeling.
(14) Deze verandering geldt niet voor veranderingen die als automatisch type IB kunnen worden beschouwd krachtens een ander gedeelte van deze bijlage.
Opmerking: |
In dit geval moet worden beoordeeld of het reeds beoordeelde systeem voor geneesmiddelenbewaking voor de nieuwe vergunningen voor het in de handel brengen mag worden toegepast (bv. op het moment van de overdracht van de vergunning voor het in de handel brengen). |