ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2013.219.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 219

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

56e jaargang
31 juli 2013


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2013/C 219/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6963 — Archer Daniels Midland Company/GrainCorp) ( 1 )

1

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2013/C 219/02

Kennisgeving aan de personen op wie de maatregelen van Besluit 2011/72/GBVB van de Raad, als uitgevoerd bij Besluit 2013/409/GBVB van de Raad, en van Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 735/2013 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië, van toepassing zijn

2

 

Europese Commissie

2013/C 219/03

Wisselkoersen van de euro

3

2013/C 219/04

Besluit van de Commissie van 30 juli 2013 tot instelling van een deskundigengroep van de Commissie op het gebied van zeldzame ziekten en tot intrekking van besluit 2009/872/EG

4

2013/C 219/05

Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

8

2013/C 219/06

Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

9

2013/C 219/07

Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

10

 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2013/C 219/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6997 — TowerBrook Capital/Metallum) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

11

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2013/C 219/09

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

12

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

31.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 219/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6963 — Archer Daniels Midland Company/GrainCorp)

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 219/01

Op 25 juli 2013 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32013M6963. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

31.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 219/2


Kennisgeving aan de personen op wie de maatregelen van Besluit 2011/72/GBVB van de Raad, als uitgevoerd bij Besluit 2013/409/GBVB van de Raad, en van Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 735/2013 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië, van toepassing zijn

2013/C 219/02

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die op de lijst staan in de bijlage bij Besluit 2011/72/GBVB van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit 2013/409/GBVB (1) van de Raad, en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 735/2013 (2) van de Raad betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië.

De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de in die bijlagen genoemde personen moeten worden onderworpen aan de restrictieve maatregelen van dat Raadsbesluit en van die Raadsverordening. De redenen voor de opneming op de lijst van die personen staan in de desbetreffende vermeldingen in de bijlagen.

De betrokken personen worden erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten), als vermeld op de websites in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 101/2011, om een machtiging te verkrijgen voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 4 van de verordening).

De betrokken personen worden er tevens op geattendeerd dat zij, onder overlegging van bewijsstukken, een verzoek tot heroverweging van het besluit om hen op genoemde lijsten te plaatsen, bij de Raad kunnen indienen. Het verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:

Raad van de Europese Unie

DG C — eenheid 1C (Horizontale vraagstukken)

Secretariaat-generaal

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

Tevens worden de betrokken personen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in artikel 275, tweede alinea, en in artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.


(1)  PB L 204 van 31.7.2013, blz. 52.

(2)  PB L 204 van 31.7.2013, blz. 23.


Europese Commissie

31.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 219/3


Wisselkoersen van de euro (1)

30 juli 2013

2013/C 219/03

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3284

JPY

Japanse yen

129,99

DKK

Deense kroon

7,4549

GBP

Pond sterling

0,86735

SEK

Zweedse kroon

8,6818

CHF

Zwitserse frank

1,2335

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,8720

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,856

HUF

Hongaarse forint

299,10

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7027

PLN

Poolse zloty

4,2252

RON

Roemeense leu

4,3888

TRY

Turkse lira

2,5570

AUD

Australische dollar

1,4618

CAD

Canadese dollar

1,3629

HKD

Hongkongse dollar

10,3023

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6606

SGD

Singaporese dollar

1,6872

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 481,52

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

13,1126

CNY

Chinese yuan renminbi

8,1451

HRK

Kroatische kuna

7,5045

IDR

Indonesische roepia

13 647,83

MYR

Maleisische ringgit

4,2848

PHP

Filipijnse peso

57,586

RUB

Russische roebel

43,7430

THB

Thaise baht

41,539

BRL

Braziliaanse real

3,0219

MXN

Mexicaanse peso

16,9524

INR

Indiase roepie

80,3480


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


31.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 219/4


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 30 juli 2013

tot instelling van een deskundigengroep van de Commissie op het gebied van zeldzame ziekten en tot intrekking van besluit 2009/872/EG

2013/C 219/04

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 168, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten de lidstaten, in verbinding met de Commissie, hun beleid en programma's op de in lid 1 bedoelde gebieden onderling coördineren. De Commissie kan, in nauw contact met de lidstaten, alle dienstige initiatieven nemen om deze coördinatie te bevorderen, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te regelen en de nodige elementen met het oog op periodieke monitoring en evaluatie te verzamelen.

(2)

Het Witboek van de Commissie „Samen werken aan gezondheid: een EU-strategie voor 2008-2013” (1), dat op 23 oktober 2007 door de Commissie is goedgekeurd en de gezondheidsstrategie van de Unie uiteenzet, merkt zeldzame ziekten als actieprioriteit aan.

(3)

Besluit nr. 1350/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) (2) herhaalt dat gezondheidszorg hoofdzakelijk onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten valt, maar benadrukt dat samenwerking op het niveau van de Gemeenschap zowel de patiënten als de gezondheidsstelsels ten goede kan komen. Overeenkomstig artikel 7, lid 2, en de bijlage bij dat besluit moeten de acties om informatie en kennis over de gezondheid te genereren en verspreiden in nauwe samenwerking met de lidstaten worden uitgevoerd door de ontwikkeling van raadplegingsmechanismen en participatieprocessen.

(4)

De Europese Commissie heeft op 11 november 2008„Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over zeldzame ziekten — De uitdagingen waar Europa voor staat” (3) vastgesteld en de Raad heeft op 8 juni 2009 een Aanbeveling betreffende een optreden op het gebied van zeldzame ziekten aangenomen (4). In punt 7 van de mededeling van de Commissie is aanbevolen dat de Commissie wordt bijgestaan door een Raadgevend EU-comité voor zeldzame ziekten.

(5)

Bijgevolg heeft de Commissie bij Besluit 2009/872/EG van 30 november 2009 het Comité van deskundigen van de Europese Unie op het gebied van zeldzame ziekten ingesteld (5). Het mandaat van de leden van het Comité loopt af op 26 juli 2013,

(6)

De Mededeling van de voorzitter aan de Commissie van 10 november 2010„Kader voor deskundigengroepen van de Commissie: horizontale voorschriften en openbaar register” (6) (hierna „kader voor deskundigengroepen van de Commissie” genoemd) bevat herziene regels voor alle deskundigengroepen van de Commissie. Met het nieuwe kader wordt beoogd bepalingen van het vorige kader voor deskundigengroepen uit 2005 te vereenvoudigen en te verduidelijken, de transparantie te vergroten, de coördinatie te versterken en de administratieve werkbelasting voor diensten te verminderen.

(7)

Gelet op het feit dat het Comité van deskundigen op het gebied van zeldzame ziekten sinds 2009 waardevol werk heeft verricht en rekening houdend met het kader voor deskundigengroepen van de Commissie, blijft er behoefte bestaan aan een deskundigengroep op dit gebied. De taken en de structuur van een deskundigengroep op het gebied van zeldzame ziekten moeten worden vastgesteld overeenkomstig de horizontale regels in het kader voor deskundigengroepen van de Commissie.

(8)

De deskundigengroep op het gebied van zeldzame ziekten moet de Commissie op haar verzoek advies en expertise verstrekken bij het opstellen en ten uitvoer leggen van de activiteiten van de Unie op het gebied van zeldzame ziekten en uitwisselingen van ervaringen, beleidsmaatregelen en praktijken tussen de lidstaten en de diverse betrokken partijen bevorderen.

(9)

Deze groep moet bestaan uit vertegenwoordigers van de lidstaten, vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties op het gebied van zeldzame ziekten, vertegenwoordigers van producenten van producten of diensten die van belang zijn voor patiënten met zeldzame ziekten en vertegenwoordigers van verenigingen van Europese gezondheidswerkers en medische genootschappen en individuele deskundigen, zodat belanghebbenden en deskundigen op het gebied van zeldzame ziekten ruim vertegenwoordigd zijn.

(10)

De deskundigengroep op het gebied van zeldzame ziekten mag niet fungeren als comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (7).

(11)

Persoonsgegevens moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (8).

(12)

Besluit 2009/872/EG van de Commissie van 30 november 2009 tot instelling van een Comité van deskundigen van de Europese Unie op het gebied van zeldzame ziekten moet derhalve worden ingetrokken.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Oprichting van de deskundigengroep

De deskundigengroep op het gebied van zeldzame ziekten (hierna „de deskundigengroep” genoemd) wordt ingesteld.

Artikel 2

Taken van de deskundigengroep

1.   Op verzoek van de Commissie of de diensten van de Commissie voert de deskundigengroep de volgende taken op het gebied van zeldzame ziekten uit:

a)

de Commissie bijstaan in het opstellen van rechtsinstrumenten en beleidsdocumenten, met inbegrip van richtsnoeren en aanbevelingen;

b)

de Commissie advies geven bij de uitvoering van de acties van de Unie en verbeteringen van de genomen maatregelen voorstellen;

c)

de Commissie advies geven bij de monitoring, de evaluatie en de verspreiding van de resultaten van maatregelen die op het niveau van de Unie en op nationaal niveau zijn genomen;

d)

de Commissie advies geven over internationale samenwerking;

e)

een overzicht geven van het beleid van de Unie en de lidstaten;

f)

uitwisselingen van ervaringen, beleidsmaatregelen en praktijken tussen de lidstaten en de diverse betrokken partijen bevorderen.

2.   Om de in lid 1 bedoelde taken te verrichten, kan de deskundigengroep in het bijzonder op verzoek van de Commissie of de diensten van de Commissie advies uitbrengen, aanbevelingen doen en verslagen indienen.

3.   Tot de taken van de deskundigengroep behoren geen kwesties die vallen onder Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (9) of die behoren tot de taken van het Comité voor weesgeneesmiddelen (COMP), ingesteld bij artikel 4 van voornoemde verordening, noch kwesties die behoren tot de taken van het Geneesmiddelencomité, opgericht bij Besluit 75/320/EEG van de Raad (10).

Artikel 3

Raadpleging

De Commissie kan de deskundigengroep raadplegen over elk onderwerp dat verband houdt met zeldzame ziekten.

Artikel 4

Samenstelling — Benoeming

1.   De deskundigengroep bestaat uit de volgende leden:

a)

de bevoegde autoriteiten van de lidstaten;

b)

patiëntenorganisaties op het gebied van zeldzame ziekten;

c)

Europese verenigingen van producenten van producten of dienstverleners die van belang zijn voor patiënten met zeldzame ziekten;

d)

Europese beroepsverenigingen of wetenschappelijke genootschappen die actief zijn op het gebied van zeldzame ziekten;

e)

personen die op persoonlijke titel worden benoemd als deskundigen met ervaring in de volksgezondheid of wetenschappelijke expertise op het niveau van de Unie op het gebied van zeldzame ziekten.

2.   De bevoegde autoriteiten van de EVA-staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte kunnen op verzoek van de betrokken EVA-staten ook lid zijn van de groep.

3.   De leden worden benoemd door de directeur-generaal van DG Gezondheid en Consumenten.

4.   Het aantal in lid 1, onder b), c), d) en e), bedoelde leden mag niet meer dan vier per onderdeel bedragen en zij worden gekozen uit een lijst van geschikte kandidaten die is opgesteld nadat een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling bekend is gemaakt. In de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling wordt vermeld welke kwalificaties leden van de deskundigengroep moeten bezitten en aan welke voorwaarden zij moeten voldoen.

5.   De in lid 1, onder e), bedoelde leden worden op persoonlijke titel benoemd. Zij handelen op onafhankelijke basis en in het openbaar belang.

6.   De in lid 1, onder a) tot en met d), en lid 2 bedoelde leden benoemen vertegenwoordigers en plaatsvervangers voor vertegenwoordigers die afwezig of verhinderd zijn. Voor de benoeming van de plaatsvervangers gelden dezelfde voorwaarden als voor de benoeming van de vertegenwoordigers. Plaatsvervangers nemen automatisch de plaats in van leden die afwezig of verhinderd zijn.

7.   De directeur-generaal van DG Gezondheid en Consumenten kan een door een organisatie voorgestelde vertegenwoordiger of plaatsvervanger weigeren als deze niet voldoet aan het profiel van de in lid 4 bedoelde oproep tot het indienen van blijken van belangstelling. In dat geval wordt de betrokken organisatie gevraagd een andere vertegenwoordiger of plaatsvervanger te benoemen.

8.   Het mandaat van de leden van de deskundigengroep bedraagt drie jaar en kan worden verlengd als zij reageren op een nieuwe oproep tot het indienen van blijken van belangstelling.

9.   Het mandaat van een lid eindigt vóór het verstrijken van de periode van drie jaar indien het lid ontslag neemt.

10.   De in lid 1, onder b) tot en met e), bedoelde leden of hun vertegenwoordigers kunnen voor de rest van hun mandaat worden uitgesloten of vervangen in de volgende gevallen:

a)

zij verkeren in de permanente onmogelijkheid om de vergaderingen bij te wonen,

b)

zij kunnen geen effectieve bijdrage leveren aan de beraadslagingen van de groep,

c)

zij voldoen niet aan de voorwaarden van artikel 339 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

d)

zij beschikken nadien niet over de kwalificaties of voldoen niet aan de voorwaarden in de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling als bedoeld in lid 4.

11.   De directeur-generaal van DG Gezondheid en Consumenten kan in de in lid 10 genoemde gevallen een in lid 1, onder b) tot en met d), bedoeld lid vragen om een andere vertegenwoordiger of een andere plaatsvervanger te benoemen.

12.   Leden van wie het mandaat tot een einde komt vóór het verstrijken van de periode van drie jaar conform de leden 8 en 9, kunnen voor de rest van hun mandaat worden vervangen.

13.   De namen van de leden en hun vertegenwoordigers worden bekendgemaakt in het register van deskundigengroepen en andere adviesorganen van de Commissie („het register”) (11). De namen van de autoriteiten van de lidstaten kunnen in het register worden bekendgemaakt.

14.   Persoonsgegevens worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001.

Artikel 5

Werking

1.   De deskundigengroep wordt voorgezeten door de directeur die belast is met het beleid van de Commissie op het gebied van zeldzame ziekten. De directeur kan het voorzitterschap delegeren aan een andere ambtenaar van de Commissie.

2.   Met instemming van de Commissie kan de deskundigengroep subgroepen oprichten om specifieke kwesties te behandelen op basis van een door de groep opgesteld mandaat. Deze subgroepen worden ontbonden zodra zij hun mandaat hebben vervuld.

3.   De vertegenwoordiger van de Commissie kan externe deskundigen met specifieke competentie in een onderwerp dat op de agenda staat, uitnodigen om aan de werkzaamheden van de groep deel te nemen. Ook kan de vertegenwoordiger van de Commissie de status van waarnemer toekennen aan personen of organisaties als omschreven in voorschrift 8, punt 3, van het kader voor deskundigengroepen van de Commissie en aan kandidaat-lidstaten.

4.   Leden van deskundigengroepen en hun vertegenwoordigers en plaatsvervangers, alsmede gastdeskundigen en waarnemers, dienen te voldoen aan de bij de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan vastgestelde verplichtingen tot geheimhouding, alsook aan de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde EU-informatie die zijn neergelegd in de bijlage bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie (12). Bij niet-nakoming van die verplichtingen kan de Commissie alle passende maatregelen nemen.

5.   De deskundigengroep en subgroepen komen bijeen in de gebouwen van de Commissie. Het secretariaat wordt waargenomen door de Commissie. De Commissie stelt de agenda en de notulen van de vergaderingen van de deskundigengroep op. Andere belanghebbende ambtenaren van de Commissie mogen de vergaderingen van de deskundigengroep en de subgroepen bijwonen.

6.   De deskundigengroep stelt zijn reglement van orde vast op basis van het standaardreglement van orde voor deskundigengroepen.

7.   De Commissie stelt alle relevante documenten over de werkzaamheden van de deskundigengroep (zoals agenda's, notulen en door deelnemers ingediende documenten) ter beschikking in het register of via een link in het register naar een specifieke website met informatie. Een document wordt niet gepubliceerd wanneer de openbaarmaking ervan de bescherming van een openbaar of particulier belang zou ondermijnen zoals bepaald in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 (13).

Artikel 6

Vergaderkosten

1.   Deelnemers aan de werkzaamheden van de deskundigengroep ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij verlenen.

2.   De reis- en verblijfkosten van de deelnemers aan de werkzaamheden van de deskundigengroep worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de geldende voorschriften van de Commissie.

3.   De in lid 2 bedoelde kosten worden vergoed voor zover de middelen die volgens de jaarlijkse toewijzingsprocedure zijn toegekend, hiervoor volstaan.

Artikel 7

Intrekking

Besluit 2009/872/EG wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit is van toepassing met ingang van 27 juli 2013.

Gedaan te Brussel, 30 juli 2013.

Voor de Commissie

Tonio BORG

Lid van de Commissie


(1)  COM(2007) 630 definitief van 23.10.2007.

(2)  PB L 301 van 20.11.2007, blz. 3.

(3)  COM(2008) 679 definitief van 11.11.2008.

(4)  PB C 151 van 3.7.2009, blz. 7.

(5)  PB L 315 van 2.12.2009, blz. 18.

(6)  C(2010) 7649 definitief.

(7)  PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

(8)  PB L 8 van 12.1.2011, blz. 1.

(9)  PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1.

(10)  PB L 147 van 9.6.1975, blz. 23.

(11)  Leden die niet willen dat hun naam wordt bekendgemaakt, kunnen om een afwijking van deze regel verzoeken. Het verzoek om de naam van een lid van een deskundigengroep niet bekend te maken, is gerechtvaardigd wanneer de publicatie ervan zijn of haar veiligheid of integriteit in gevaar zou kunnen brengen of zijn of haar privacy onnodig zou kunnen schaden.

(12)  Besluit van de Commissie van 29 november 2001 tot wijziging van haar reglement van orde (PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1).

(13)  Deze uitzonderingen strekken tot bescherming van de openbare veiligheid, militaire aangelegenheden, internationale betrekkingen, het financieel, monetair of economisch beleid, de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het individu, commerciële belangen, gerechtelijke procedures en juridisch advies, inspecties/onderzoeken/audits en het besluitvormingsproces van de instelling.


31.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 219/8


Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

2013/C 219/05

Image

Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door België wordt uitgegeven

Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Gemeenschap een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan een bepaalde hoeveelheid voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, en dat onder bepaalde voorwaarden, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.

Uitgevende staat: België

Onderwerp van de herdenkingsmunt: 100e verjaardag van de oprichting van het Koninklijk Meteorologisch Instituut

Beschrijving van het ontwerp: In het binnenste gedeelte van de munt is het cijfer 100 weergegeven, waarbij in de eerste nul de afkortingen „KMI” en „IRM” zijn vermeld en de tweede nul de zon voorstelt.

Links van de zon zijn isobaren, regendruppels en sneeuwvlokken afgebeeld. In de bovenste zonnestralen wordt het jaar 2013 vermeld en in de onderste zonnestralen de landsaanduiding „BE”. Het muntmeesterteken en het muntteken van Brussel, een gehelmd hoofd van de aartsengel Michaël, staan onder de 1 van het cijfer 100.

Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.

Oplage: 2 miljoen muntstukken

Datum van uitgifte: september 2013


(1)  Zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1, voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven.

(2)  Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).


31.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 219/9


Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

2013/C 219/06

Image

Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Luxemburg wordt uitgegeven

Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Gemeenschap een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan een bepaalde hoeveelheid voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, en dat onder bepaalde voorwaarden, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.

Uitgevende staat: Luxemburg

Onderwerp van de herdenkingsmunt: het volkslied van het Groothertogdom Luxemburg

Beschrijving van het ontwerp: Rechts in het binnenste gedeelte van de munt is het gelaat van Zijne Koninklijke Hoogheid Groothertog Henri, naar links kijkend, afgebeeld en links in het binnenste gedeelte is het volkslied in muziekschrift en in tekst weergegeven. Daarboven staat de tekst „Ons Heemecht”. Onderaan in het binnenste gedeelte worden de naam van de uitgevende staat, „LËTZEBUERG”, en het jaartal „2013” vermeld, met aan de ene zijde daarvan het muntteken en aan de andere zijde de initialen van de muntmeester.

Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.

Oplage: 1,4 miljoen

Datum van uitgifte: september 2013


(1)  Zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1, voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven.

(2)  Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).


31.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 219/10


Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

2013/C 219/07

Image

Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Portugal wordt uitgegeven

Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Gemeenschap een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan een bepaalde hoeveelheid voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, en dat onder bepaalde voorwaarden, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.

Uitgevende staat: Portugal

Onderwerp van de herdenkingsmunt: de 250e verjaardag van de bouw van de „Torre dos Clérigos”

Beschrijving van het ontwerp: De toren wordt afgebeeld zoals hij van op straat kan worden gezien door de mensen die er vlakbij staan, met daarnaast de typische skyline van Porto gezien vanaf de zuidelijke oever van de rivier de Douro. Bovenaan in een halve cirkel staat het opschrift „250 ANOS TORRE DOS CLÉRIGOS — 2013”. Rechtsonder het wapen van Portugal, met daaronder de naam van de uitgevende staat, „PORTUGAL”. Links bevinden zich het muntteken en de naam van de ontwerper, „INCM — HUGO MACIEL”.

Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.

Oplage:

Datum van uitgifte: juni 2013


(1)  Zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1, voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven.

(2)  Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

31.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 219/11


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6997 — TowerBrook Capital/Metallum)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 219/08

1.

Op 25 juli 2013 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat TowerBrook Investors III LP (Kaaimaneilanden), die onder zeggenschap staat van TowerBrook Capital Partners LP („TowerBrook”, Verenigde Staten), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Metallum Holding SA („Metallum”, Luxemburg) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

TowerBrook: private-equity-beleggingsonderneming met beleggingen in grote en middelgrote ondernemingen in Europa en Noord-Amerika,

Metallum: recycleert, verwerkt en verhandelt hoofdzakelijk non-ferrometalen en raffineert koperschroot voor de productie van koperkathodes en bijproducten van het koperraffineringsproces.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6997 — TowerBrook Capital/Metallum, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

31.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 219/12


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

2013/C 219/09

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

WIJZIGINGSAANVRAAG

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen  (2)

WIJZIGINGSAANVRAAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 9

„LIQUIRIZIA DI CALABRIA”

EG-nummer: IT-PDO-0105-01090-07.02.2013

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van de oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Nationale eisen

Overige (nader aan te geven)

2.   Aard van de wijziging(en)

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt

Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en)

Geografisch gebied

De wijziging behelst de toevoeging, in het productdossier, van de gemeente Castrovillari in de provincie Cosenza, die bij de vaststelling van het productdossier door een loutere materiële vergissing was weggelaten. In de gemeente Castrovillari zijn, net als in de andere in het productdossier vermelde gemeenten, alle historische en milieufactoren voorhanden die voor de productie van de BOB „Liquirizia di Calabria” onontbeerlijk zijn. De gemeente Castrovillari ligt gedeeltelijk in de vlakte van Sibari en grenst aan de gemeenten Altomonte, San Lorenzo del Vallo, Spezzano Albanese, Cassano Ionio en Civita die reeds in het productdossier zijn opgenomen. Bovendien bewijzen historische bronnen dat er zich in het gebied van Castrovillari al sedert 1842 inrichtingen voor de bereiding van „Liquirizia di Calabria” bevinden.

Voorts worden enkele onjuiste benamingen van gemeenten in het productiegebied van de „Liquirizia di Calabria” gecorrigeerd.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen  (3)

„LIQUIRIZIA DI CALABRIA”

EG-nummer: IT-PDO-0105-01090-07.02.2013

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Naam

„Liquirizia di Calabria”

2.   Lidstaat of derde land

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.8.

Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten (specerijen enz.)

Categorie 2.4.

Brood, gebak, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

De beschermde oorsprongsbenaming „Liquirizia di Calabria” is exclusief voorbehouden aan vers of gedroogd zoethout afkomstig uit Calabrië en de extracten daarvan. Dat zoethout moet worden verkregen uit de geteelde of in het wild groeiende plant Glycyrrhiza glabra (familie Leguminosae), meer bepaald van de variëteit typica, die in Calabrië „Cordara” wordt genoemd.

Op het moment dat „Liquirizia di Calabria” BOB in de handel wordt gebracht, vertoont het de volgende kenmerken:

 

Verse wortel:

strogele kleur;

zoete, geurige, intense en persistente smaak;

het vochtgehalte bedraagt 48 % à 52 %;

het glycyrrizinegehalte ligt tussen 0,60 % en 1,40 %;

 

Gedroogde wortel:

strogele tot okergele kleur;

zoete, fruitige en enigszins wrange smaak;

het vochtgehalte bedraagt 6 % à 12 %;

het glycyrrizinegehalte ligt tussen 1,2 % en 2,4 %;

 

Wortelextract:

kleur variërend van kastanjebruin (gebrande aarde) tot zwart;

zoet-bittere, geurige, intense en persistente smaak;

het vochtgehalte bedraagt 9 % à 15 %;

het glycyrrizinegehalte ligt tussen 3 % en 6 %.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle onderdelen van het productieproces, van de teelt tot en met de oogst, evenals het droog- en verwerkingsproces, moeten plaatsvinden in het gebied dat onder punt 4 nader gespecificeerd wordt.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.

„Liquirizia di Calabria” BOB wordt in de handel gebracht in verpakkingen van karton, glas, metaal, aardewerk, polypropeen en polyethyleen en in alle materialen waarin het onder de geldende wetten is toegestaan levensmiddelen te verpakken. Het gewicht van de verpakkingen varieert van 5 g tot 25 kg. Elke verpakking moet zo verzegeld zijn dat de verzegeling door opening van de verpakking verbroken wordt.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

Op het etiket moet het volgende vermeld/aangebracht worden: het logo, het nummer dat door de controle-instantie aan het product is toegekend en de datum waarop het product is verpakt in afzonderlijke verpakkingen. Het logo van BOB „Liquirizia di Calabria” bestaat uit een gestileerde ruit met hoeken van 90 graden. In gedrukte vorm zijn de minimale afmetingen van het gehele logo 0,5 cm, zowel in hoogte als in breedte. Het logo mag in alle kleuren worden gedrukt.

Image

4.   Beknopte omschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het gebied waar „Liquirizia di Calabria” wordt geproduceerd, beslaat alle gemeenten die in detail in het productdossier worden genoemd en waar de variëteit typica van Glycyrrhiza glabra, die in Calabrië „Cordara” wordt genoemd, tot op een hoogte van 650 m boven de zeespiegel in het wild groeit of gekweekt wordt. Dit gebied wordt in het noorden begrensd door het massief van Pollino, dat in het noordoosten geleidelijk afloopt tot aan de gemeente Rocca Imperiale en dat het gebied scheidt van de regio Basilicata. Het gebied omvat het dal van de rivier de Crati, dat zich uitstrekt aan de rechter- en linkeroever van de rivier die, stromend van zuid naar noord en daarbij de vlakte van Sibari doorkruisend, in het noordoosten in de Ionische zee uitmondt. Aan de Tyrreense kust betreft het het gebied dat in het noorden door de gemeente Falconara Albenese en in het zuiden door de gemeente Nicotera begrensd wordt. Aan de Ionische kust betreft het de gebieden die vanaf het noorden door de vlakte van Sibari en het uitgestrekte laagland van de provincie Crotone lopen en uitkomen in de uiterste punt van Calabrië.

5.   Verband met het geografische gebied

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied

Het gebied waar de Liquirizia van oudsher wordt geproduceerd, strekt zich uit langs de Calabrische kust. Het gaat in het bijzonder om het gebied tussen de gemeenten Villapiana, Cerchiara di Calabria, Cassano Ionio-Sibari, Corigliano Calabro en Rossano, die in de vlakte van Sibari gelegen zijn. Deze vlakte wordt gekenmerkt door van nature siliciumhoudende en pH-neutrale skeletgronden. Ook vanuit klimatologisch oogpunt biedt de vlakte van Sibari, waar nog steeds het merendeel van de productie van de Liquirizia plaatsvindt, gunstige omstandigheden voor de verspreiding van de zoethoutplant vanwege de nabije bergen en omdat er geen wind staat, aangezien de Pollino- en Silamassieven een natuurlijke barrière vormen. De zoethoutplant groeit — in het wild of geteeld — langs de kust en verspreidt zich over een gebied dat reikt van de laagvlakten van de Tyrreense kuststrook (Lamezia Terme, Falerna, Nocera Tirenese …) en de Ionische kuststrook (Crotone, Isola Capo Rizzuto, Chiaravalle, Badolato, Roccella Ionica …) tot in het heuvelachtige binnenland, via de belangrijkste Calabrische rivierdalen tot aan de binnenlandse hoogten; door deze bijzondere geomorfologische situatie profiteert het gebied van de gunstige effecten van de invloed van de zee, waardoor de Liquirizia op een paar kilometer van de kust over precies dezelfde eigenschappen beschikt. Het uitgesproken mediterrane klimaat met lange, droge, hete zomers en gematigde winters zorgt voor een homogene verspreiding van Glycyrrhiza glabra var. typica („Cordara”) over het hele gebied in kwestie.

5.2.   Specificiteit van het product

„Liquirizia di Calabria” BOB onderscheidt zich onmiskenbaar van andere varianten van Liquirizia, die daarmee op chemisch-fysisch vlak wel overeenkomsten vertonen, door de aanwezigheid van secundaire metabolieten, waaronder het actieve bestanddeel dat de commerciële en farmacognostische eigenschappen bepaalt: de glycyrrizine. Het gaat om een saponine dat procentueel minder voorkomt in „Liquirizia di Calabria” dan in vergelijkbare producten; juist vanwege deze eigenschap is „Liquirizia di Calabria” gewild op de markt. Recente onderzoeken hebben voor een groot deel het verschil bevestigd tussen „Liquirizia di Calabria” en de Liquirizia uit andere aangrenzende regio's wat betreft het gehalte aan glycyrrizinezuur, dat zoals gezegd duidelijk lager ligt dan in wortels afkomstig uit andere regio's, maar ook wat betreft het lagere suikergehalte.

Uit nader onderzoek van de vluchtige fractie is het duidelijke verschil tussen de samenstelling van „Liquirizia di Calabria” en de Liquirizia uit andere regio's (zowel Italiaanse als buitenlandse) gebleken. De vergelijking met zoethoutextracten uit andere landen wees ook uit dat de „Liquirizia di Calabria” een andere kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling heeft wat betreft fenolverbindingen.

In het bijzonder het zeer geringe percentage van liquiritigenine en isoliquiritigenine valt op, terwijl licochalcon A, dat in sommige andere monsters afwezig blijkt te zijn en in sommige andere aanwezig is samen met licochalcon B, in procentueel significante hoeveelheden voorkomt.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

Ten opzichte van de andere Italiaanse regio's vertoont Calabrië volstrekt unieke topografische en geomorfologische eigenschappen.

Gelegen aan de uiterste punt van het Italiaanse schiereiland wordt Calabrië, waarvan de kustlijn circa 800 km lang is, als een lang en uitgestrekt schiereiland beschouwd dat weliswaar tot op zeker hoogte met Apulië kan worden vergeleken, maar daar uiteindelijk toch fundamenteel van verschilt. Calabrië wordt namelijk in de lengte door de hoge Apennijnse bergketen in tweeën gedeeld, een uniek gegeven ten opzichte van de andere Italiaanse regio's.

De topografie en de geomorfologie zorgen in Calabrië voor een kenmerkende bodemgesteldheid en unieke biologische en klimaatomstandigheden in vergelijking met de rest van het schiereiland wat betreft gemiddelde temperatuur, thermische amplitude, vochtigheidsgraad, regenval, neerslag, wind, aantal zonne-uren en zonnestraling alsook bodemtemperatuur. Al deze aspecten zijn in tal van studies uitvoerig onderzocht. Deze bijzondere habitat heeft in de loop der eeuwen een sterke aanpassings- en daardoor selectiedruk uitgeoefend, die de eigenschappen van de plantensoort heeft bepaald wat betreft samenstelling, voedingswaarde en geur. Hierdoor is het specifieke chemotype ontstaan dat de grondstof levert voor de „Liquirizia di Calabria”.

Uit talloze documenten blijkt dat dit al in de 17e eeuw werd opgemerkt — zie bijvoorbeeld het beroemde „Trattato di terapeutica e farmacologia” volume I (1903), waarin wordt gesteld dat „(…) de soort die dit product levert, Glycyrrhiza glabra (Leguminosae, Papilionaceae) [is], die voorkomt in zuidwest-Europa. De geneeskrachtige wortel wordt aangeduid met de naam „Liquirizia di Calabria” om haar te onderscheiden van het zoethout uit Rusland, dat lichter van kleur is en wordt gewonnen uit Glycyrrhiza glandulifera of Glycyrrhiza echinata, die in het zuidoosten van Europa wordt aangetroffen.”

Bovendien staat er in de 14e editie (1928) van de beroemde Encyclopaedia Britannica: „De verwerking van het sap vindt wijd en zijd plaats langs de mediterrane kust, maar de kwaliteit die in Groot-Brittannië het hoogst wordt gewaardeerd, wordt geproduceerd in Calabrië …”.

De stelling van de Encyclopaedia Britannica wordt bevestigd in een verslag van het ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS, getiteld „The licorice plant” (1985).

De „Liquirizia di Calabria” is het resultaat van handarbeid die in de loop van de eeuwen overgeleverd is en zich tot een waardige traditie van Calabrië heeft ontwikkeld, zoals weergegeven in de volgende werken: het schilderij van Saint-Non (einde van de 18e eeuw), „Stato delle persone in Calabria. I concari” van Vicenzo Padula (1864), het SVIMEZ-document „Piante officinali in Calabria: presupposti e prospettive” (1951), „Pece e liquirizia nei casali cosentini del Settecento: forma d'industrie e forze di lavoro” van Augusto Placanica (1980), „I „Conci” e la produzione del succo di liquerizia in Calabria” van Gennaro Matacena (1986), „La dolce industria. Conci e liquirizia in provincia di Cosenza dal XVIII al XX secolo” van Vittorio Marzi et al. (1991) en in vele andere teksten die van de 18e tot de 20e eeuw werden gepubliceerd.

In het Calabrië van de tweede helft van de 18e eeuw werd het zoethout langs de hele Ionische kuststrook verbouwd, vooral langs de noordelijke grenzen met Lucania en in de uitgestrekte laagvlakte van Sibari, waar het gewas overvloedig voorkwam, tot en met Crotone en Reggio di Calabria. Liquirizia werd ook op grote schaal verbouwd in het dal van de Crati, die bij Cosenza uitkomt op de vlakte van Sibari, evenals op brede stroken land bij de Tyrreense kust.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006 (4))

De overheidsdienst heeft de nationale bezwaarprocedure gestart door de wijzigingsaanvraag betreffende de BOB „Liquirizia di Calabria” te publiceren in de Gazzetta Ufficiale della Repubblica Italiana, nr. 294 van 18 december 2012.

De geconsolideerde tekst van het productiedossier kan worden geraadpleegd via de volgende link:

http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335

ofwel

rechtstreeks via de homepage van het ministerie van Landbouw-, Levensmiddelen- en Bosbouwbeleid (http://www.politicheagricole.it); klikken op „Qualità e sicurezza” (bovenaan rechts op het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE”.


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  Vervangen door Verordening (EU) nr. 1151/2012.

(3)  Vgl. voetnoot 2.

(4)  Vgl. voetnoot 2.