|
ISSN 1977-0995 doi:10.3000/19770995.C_2013.174.nld |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 174 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
56e jaargang |
|
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2013/C 174/01 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 ) |
|
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Raad |
|
|
2013/C 174/02 |
||
|
|
Europese Commissie |
|
|
2013/C 174/03 |
||
|
2013/C 174/04 |
||
|
|
V Adviezen |
|
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
|
Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) |
|
|
2013/C 174/05 |
||
|
|
GERECHTELIJKE PROCEDURES |
|
|
|
EVA-Hof |
|
|
2013/C 174/06 |
||
|
2013/C 174/07 |
||
|
2013/C 174/08 |
||
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2013/C 174/09 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6933 — Vitol/Phillips 66 Power Operations) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 2 ) |
|
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen |
|
|
(2) Voor de EER relevante tekst |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
20.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 174/1 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU
Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt
(Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen)
2013/C 174/01
|
Datum waarop het besluit is genomen |
25.4.2013 |
|||||||
|
Referentienummer staatssteun |
SA.35773 (12/N) |
|||||||
|
Lidstaat |
Tsjechische Republiek |
|||||||
|
Regio |
Vysočina |
— |
||||||
|
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Zásady Zastupitelstva Kraje Vysočina pro poskytování finančních příspěvků na hospodaření v lesích pro období 2014–2020 |
|||||||
|
Rechtsgrondslag |
|
|||||||
|
Type maatregel |
Regeling |
— |
||||||
|
Doelstelling |
Bosbouw, Milieubescherming |
|||||||
|
Vorm van de steun |
Rechtstreekse subsidie |
|||||||
|
Begrotingsmiddelen |
|
|||||||
|
Maximale steunintensiteit |
100 % |
|||||||
|
Looptijd (periode) |
1.1.2014-31.12.2020 |
|||||||
|
Economische sectoren |
Bosbouw en de exploitatie van bossen |
|||||||
|
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||||
|
Andere informatie |
— |
|||||||
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
|
Datum waarop het besluit is genomen |
13.5.2013 |
||||||
|
Referentienummer staatssteun |
SA.35774 (13/N) |
||||||
|
Lidstaat |
Verenigd Koninkrijk |
||||||
|
Regio |
— |
— |
|||||
|
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
The National Forest Changing Landscape Scheme |
||||||
|
Rechtsgrondslag |
Section 153 of the Environmental Protection Act 1990 (as inserted by the Financial Assistance for Environmental Purposes Order 1995). Chapter 21 of the Forestry Act 1979. Part 8, chapter 1 of the Natural Environment and Rural Communities Act 2006. |
||||||
|
Type maatregel |
Regeling |
— |
|||||
|
Doelstelling |
Bosbouw |
||||||
|
Vorm van de steun |
Rechtstreekse subsidie |
||||||
|
Begrotingsmiddelen |
|
||||||
|
Maximale steunintensiteit |
100 % |
||||||
|
Looptijd (periode) |
1.7.2013-30.6.2019 |
||||||
|
Economische sectoren |
Bosbouw en de exploitatie van bossen |
||||||
|
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
||||||
|
Andere informatie |
— |
||||||
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
|
Datum waarop het besluit is genomen |
10.4.2013 |
|||||||||||
|
Referentienummer staatssteun |
SA.36026 (13/N) |
|||||||||||
|
Lidstaat |
Italië |
|||||||||||
|
Regio |
Valle d'Aosta |
— |
||||||||||
|
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Organizzazione delle attività regionali di protezione civile — contributi al settore agricolo |
|||||||||||
|
Rechtsgrondslag |
|
|||||||||||
|
Type maatregel |
Regeling |
— |
||||||||||
|
Doelstelling |
Natuurrampen of uitzonderlijke gebeurtenissen |
|||||||||||
|
Vorm van de steun |
Rechtstreekse subsidie |
|||||||||||
|
Begrotingsmiddelen |
|
|||||||||||
|
Maximale steunintensiteit |
70 % |
|||||||||||
|
Looptijd (periode) |
10.4.2013-31.12.2018 |
|||||||||||
|
Economische sectoren |
Landbouw, bosbouw en visserij |
|||||||||||
|
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||||||||
|
Andere informatie |
— |
|||||||||||
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
|
20.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 174/4 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 18 juni 2013
houdende benoeming en vervanging van leden van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding
2013/C 174/02
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (1), en met name artikel 4,
Gezien de voordrachten die door de Commissie bij de Raad zijn ingediend voor de categorie vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij besluit van 16 juli 2012 (2) heeft de Raad de leden van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding benoemd voor het tijdvak van 18 september 2012 tot en met 17 september 2015. |
|
(2) |
In de categorie vertegenwoordigers van de werknemers van de raad van bestuur van bovengenoemd centrum is een zetel van lid vrijgekomen voor Griekenland, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Enig artikel
Wordt benoemd tot lid van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 17 september 2015:
VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKGEVERSORGANISATIES
|
GRIEKENLAND |
de heer Michalis KOUROUTOS |
Gedaan te Luxemburg, 18 juni 2013.
Voor de Raad
De voorzitter
P. HOGAN
(1) PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1.
(2) PB C 228 van 31.7.2012, blz. 3.
Europese Commissie
|
20.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 174/5 |
Wisselkoersen van de euro (1)
19 juni 2013
2013/C 174/03
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,3406 |
|
JPY |
Japanse yen |
127,44 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4596 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,85580 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
8,5750 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,2326 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
|
|
NOK |
Noorse kroon |
7,6765 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
25,686 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
293,99 |
|
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
|
LVL |
Letlandse lat |
0,7016 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,2598 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,4978 |
|
TRY |
Turkse lira |
2,5238 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,4105 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,3673 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
10,3981 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6749 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,6841 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 515,21 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
13,3336 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
8,2139 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,4805 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
13 282,17 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,2250 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
57,804 |
|
RUB |
Russische roebel |
43,1798 |
|
THB |
Thaise baht |
41,197 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
2,9208 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
17,2401 |
|
INR |
Indiase roepie |
78,8210 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
|
20.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 174/6 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 18 juni 2013
betreffende de instelling van een deskundigengroep van de Commissie voor cloud computing-contracten
2013/C 174/04
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 27 september 2012 heeft de Commissie een mededeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over „Het aanboren van het potentieel van cloud computing in Europa” (1) goedgekeurd. In de mededeling benadrukt de Commissie dat zij ernaar streeft cloud computing snel ingang te doen vinden in alle sectoren van de economie. Dit kan de aan informatie- en communicatietechnologie verbonden kosten doen dalen en in combinatie met nieuwe digitale bedrijfspraktijken stimulansen geven aan de productiviteit, groei en werkgelegenheid. |
|
(2) |
De Commissie kondigt in de mededeling verschillende maatregelen aan, waaronder maatregelen om werk te maken van veilige en billijke voorwaarden bij cloud computing-contracten. Zij reageert hiermee op de bezorgdheden van belanghebbenden met betrekking tot dergelijke contracten. Enerzijds hebben aanbieders van cloud computing-diensten aangegeven dat het complexe huidige wetgevingskader en de onzekerheid die dit met zich brengt, grensoverschrijdende activiteit bemoeilijkt. Anderzijds beschermt de bestaande wetgeving van de Unie de gebruikers van cloud computing-diensten, maar zijn consumenten zich vaak niet bewust van hun rechten en worden zij door de aanbieder op onvoldoende duidelijke en eenduidige wijze geïnformeerd over de contractvoorwaarden. Voorts hebben vertegenwoordigers van consumenten en van kleine en middelgrote ondernemingen aangegeven dat vage en onevenwichtige cloud computing-contracten ertoe leiden dat zij minder snel gebruikmaken van cloud computing-diensten. De Commissie is ook van plan aandacht te schenken aan de gegevensbeschermingsaspecten die relevant zijn voor cloud computing-contracten. |
|
(3) |
De bezorgdheid van de gebruikers over cloud computing-contracten heeft te maken met onder meer directe en indirecte aansprakelijkheid, en de mogelijke beperkingen ervan, voor onder andere inbreuken op de beveiliging, integriteit van gegevens, vertrouwelijkheid of continuïteit van de dienstverlening, oplossingen voor gebrekkige dienstverlening zoals uitvaltijd of verlies van gegevens, unilaterale wijzigingen van het contract door de aanbieder na het sluiten van het contract, beëindiging van het contract en de gevolgen daarvan, met inbegrip van de opslag van gegevens. |
|
(4) |
De Commissie wil betere contractuele regelingen tussen aanbieders van cloud computing-diensten en consumenten en kleine ondernemingen mogelijk maken. Het doel is om een klimaat van vertrouwen op te bouwen en het gebruik en de ontwikkeling van cloud computing-diensten in de Unie te bevorderen, gezien het grote economische potentieel ervan. Zij wil ook de toepassing van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (2) vergemakkelijken, voor zover deze relevant is voor cloud computing-contracten. |
|
(5) |
De Commissie wil bevorderen dat belanghebbenden tot overeenstemming komen over veilige en billijke voorwaarden in cloud computing-contracten tussen aanbieders van cloud computing-diensten en consumenten en kleine ondernemingen. De Commissie moet de belanghebbenden hierbij actief betrekken en gebruikmaken van hun expertise en ervaring op het gebied van cloud computing. Zij vindt het wenselijk om hiertoe een deskundigengroep in te stellen voor cloud computing-contracten tussen aanbieders van cloud computing-diensten en consumenten en kleine ondernemingen. De taken van de deskundigengroep moeten een aanvulling vormen op het werk van de Commissie inzake het opstellen van modelbepalingen voor overeenkomsten inzake dienstverleningsniveau voor cloud computing tussen aanbieders van cloud computing-diensten en professionele gebruikers. |
|
(6) |
De Commissie heeft met het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht (3) al aandacht geschonken aan met contractenrecht verband houdende kwesties die een invloed hebben op het vertrouwen van consumenten en bedrijven in de digitale eengemaakte markt. Het voorstel omvat regels inzake het leveren van „digitale inhoud”, die ook betrekking hebben op sommige aspecten van cloud computing. De deskundigengroep moet bijdragen tot aanvullende werkzaamheden op het gebied van veilige en billijke contractvoorwaarden voor consumenten en kleine ondernemingen met betrekking tot de met cloud computing verband houdende kwesties die buiten het toepassingsgebied van het gemeenschappelijk Europees kooprecht vallen. |
|
(7) |
De deskundigengroep moet bestaan uit belanghebbenden, mensen uit de praktijk en organisaties die aanbieders en klanten van cloud-diensten vertegenwoordigen, in het bijzonder consumenten en kleine ondernemingen, en vertegenwoordigers van juridische beroepen of academici die expertise hebben op het gebied van cloud computing-contracten en de daarmee verbonden gegevensbeschermingsaspecten. Bij de groep kunnen ook een beperkt aantal specialisten op het gebied van contractenrecht in verband met cloud computing aangesloten zijn, die op persoonlijke titel handelen. De groep moet de beste praktijk met betrekking tot cloud computing-contracten helpen identificeren en streven naar veilige en billijke voorwaarden in cloud computing-contracten. |
|
(8) |
Er moeten voorschriften inzake de openbaarmaking van informatie door de leden van de deskundigengroep worden vastgesteld. |
|
(9) |
Persoonsgegevens moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens. |
|
(10) |
Er dient een periode te worden vastgesteld gedurende welke dit besluit van toepassing is. De Commissie zal te zijner tijd de wenselijkheid van een verlenging onderzoeken, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Deskundigengroep van de Commissie voor cloud computing-contracten
De groep van deskundigen „deskundigengroep van de Commissie voor cloud computing-contracten”, hierna „de groep” genoemd, wordt opgericht.
Artikel 2
Taken
De groep zal de Commissie bijstaan bij de identificatie van veilige en billijke contractvoorwaarden voor cloud computing-diensten voor consumenten en kleine ondernemingen. De groep zal de beste marktpraktijk op het gebied van contractvoorwaarden in cloud computing-contracten alsook de relevante bepalingen van Richtlijn 95/46/EG in aanmerking nemen.
Artikel 3
Raadpleging
De Commissie kan de groep raadplegen over elk onderwerp betreffende contracten voor cloud computing-diensten voor consumenten en kleine ondernemingen.
Artikel 4
Samenstelling — Benoeming
1. De groep bestaat uit ten hoogste 30 leden.
2. De leden zijn:
|
a) |
individuele personen die op persoonlijke titel zijn benoemd, |
|
b) |
individuele personen die een gemeenschappelijk belang vertegenwoordigen — zoals dat van aanbieders en klanten van cloud computing-diensten of van beoefenaars van juridische beroepen, |
|
c) |
organisaties van aanbieders van cloud computing-diensten, klanten of beoefenaars van juridische beroepen. |
3. De op persoonlijke titel benoemde leden worden door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Justitie benoemd uit specialisten en academici met specifieke kennis van de in artikelen 2 en 3 bedoelde gebieden, die op een sollicitatieoproep hebben gereageerd. Zij handelen onafhankelijk en ondertekenen een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden in het algemeen belang te handelen, alsmede een verklaring waaruit blijkt dat zij geen belangen hebben die afbreuk kunnen doen aan hun objectiviteit.
Individuele personen die zijn benoemd om een algemeen belang te vertegenwoordigen, mogen geen belanghebbende vertegenwoordigen. Zij worden door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Justitie benoemd uit belanghebbenden die deskundig zijn op de in de artikelen 2 en 3 bedoelde gebieden, die op een sollicitatieoproep hebben gereageerd en die zich ertoe verbinden bij te dragen tot de werkzaamheden van de groep.
Organisaties worden door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Justitie benoemd uit organisaties van belanghebbenden op de in de artikelen 2 en 3 bedoelde gebieden, die op een sollicitatieoproep hebben gereageerd. Zij wijzen hun vertegenwoordigers aan.
4. Leden die geen effectieve bijdrage aan de besprekingen van de groep meer kunnen leveren, hun ontslag indienen of niet meer voldoen aan de voorwaarden van lid 3 van dit artikel of van artikel 339 van het Verdrag, kunnen voor de verdere duur van hun ambtstermijn worden vervangen.
5. De namen van de leden worden bekendgemaakt in het register van deskundigengroepen van de Commissie, hierna „het register” genoemd. Bij individuele personen die een gemeenschappelijk belang vertegenwoordigen, wordt aangegeven welke belanghebbende zij vertegenwoordigen.
6. Persoonsgegevens worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001.
7. De leden van de groep worden benoemd voor de volledige toepassingsduur van dit besluit.
Artikel 5
Werkwijze
1. De groep wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.
2. De vertegenwoordiger van de Commissie kan subgroepen oprichten om specifieke kwesties die verband houden met cloud computing-contracten voor consumenten en kleine ondernemingen te onderzoeken, in het bijzonder met betrekking tot de tenuitvoerlegging van bepalingen van Richtlijn 95/46/EG die relevant zijn voor cloud computing-contracten. Deze subgroepen worden ontbonden zodra hun mandaat is vervuld.
3. De vertegenwoordiger van de Commissie kan deskundigen van buiten de groep die een specifieke bekwaamheid hebben met betrekking tot een onderwerp uitnodigen om deel te nemen aan de werkzaamheden van de groep. Ook kan de vertegenwoordiger van de Commissie de status van waarnemer toekennen aan personen, aan organisaties als bedoeld in voorschrift 8, punt 3, van de horizontale voorschriften voor deskundigengroepen en aan kandidaat-lidstaten (4).
4. Leden van de groep en hun vertegenwoordigers, alsook gastdeskundigen en waarnemers, dienen te voldoen aan de bij de verdragen en de uitvoeringsregels ervan vastgestelde verplichtingen tot geheimhouding, alsook aan de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde EU-informatie die zijn neergelegd in de bijlage bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom (5) van de Commissie. Bij niet-nakoming van die verplichtingen mag de Commissie alle passende maatregelen nemen.
5. De groep en subgroepen komen bijeen in de gebouwen van de Commissie. De diensten van de Commissie nemen het secretariaat waar. Andere ambtenaren van de Commissie die een belang hebben bij de beraadslagingen, mogen de vergaderingen van de groep en de subgroepen bijwonen.
6. De Commissie publiceert alle relevante documenten over de werkzaamheden van de groep (zoals agenda's, notulen en verklaringen van deelnemers) in het register of via een link in het register naar een specifieke website.
Op de bekendmakingsplicht dient een uitzondering te worden gemaakt wanneer de openbaarmaking van een document de bescherming van een openbaar of particulier belang zou ondermijnen als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (6).
Alle resultaten of rechten daarop, met inbegrip van auteursrechten en andere intellectuele- of industriële-eigendomsrechten, die voortvloeien uit de activiteiten van de groep, behoren uitsluitend toe aan de Unie, die deze naar goeddunken mag gebruiken, publiceren, cederen of overdragen, zonder enige geografische of andere beperking, tenzij er vóór de aanvang van de werkzaamheden in de groep reeds industriële of intellectuele eigendomsrechten bestonden („oudere rechten”), en deze oudere rechten voor de uitvoering van de activiteiten van de groep schriftelijk aan de Commissie zijn gemeld.
Artikel 6
Vergaderkosten
1. Deelnemers aan de werkzaamheden van de groep ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij verrichten.
2. Alle reis- en eventuele verblijfkosten die door de deelnemers in het kader van de werkzaamheden van de groep worden gemaakt, worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de interne regels voor de vergoeding van kosten van externe deskundigen.
3. Vergaderkosten worden vergoed voor zover de middelen die volgens de jaarlijkse toewijzingsprocedure door de verantwoordelijke diensten van de Commissie aan de groep zijn toegekend, hiervoor volstaan.
Artikel 7
Toepassingsduur
1. Dit besluit is van toepassing tot 1 juli 2016. De Commissie kan vóór die datum een besluit nemen over een eventuele verlenging.
Gedaan te Brussel, 18 juni 2013.
Voor de Commissie
Viviane REDING
Vicevoorzitter
(1) COM(2012) 529 final.
(2) PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
(3) COM(2011) 635 definitief.
(4) http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/PDF/C_2010_EN.pdf
(5) PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1.
(6) PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.
V Adviezen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)
|
20.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 174/9 |
AANKONDIGING VAN ALGEMEEN VERGELIJKEND ONDERZOEK
2013/C 174/05
Het Europees Bureau voor Personeelsselectie (EPSO) organiseert het volgende algemeen vergelijkend onderzoek:
EPSO/AD/255/13 — Vertalers (AD 5) Voor het Kroatisch (HR)
De aankondiging van het vergelijkend onderzoek wordt in 23 talen bekendgemaakt in Publicatieblad C 174 A van 20 juni 2013.
Aanvullende informatie is beschikbaar op de website van EPSO: http://blogs.ec.europa.eu/eu-careers.info/
GERECHTELIJKE PROCEDURES
EVA-Hof
|
20.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 174/10 |
Beroep tegen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, ingesteld door Bentzen Transport AS op 13 maart 2013
(Zaak E-2/13)
2013/C 174/06
Op 13 maart 2013 is bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA door Bentzen Transport AS, vertegenwoordigd door Line Voldstad, advocaat, Advokatfirma DLA Piper Norway DA, Postboks 1364 Vika, 0114 Oslo, Noorwegen.
Verzoekster vraagt het EVA-Hof:
|
1. |
het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 19 december 2012 in zaak nr. 71620 houdende afsluiting van een zaak tegen Noorwegen die was opgestart na ontvangst van een klacht tegen die staat met betrekking tot overheidsopdrachten, nietig te verklaren; |
|
2. |
de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in de kosten van de procedure te verwijzen. |
Feiten en argumenten:
|
— |
Verzoekster is een plaatselijke Noorse onderneming die sinds 1992 actief is op het gebied van afvalbeheer. |
|
— |
Het verzoek betreft het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in zaak nr. 71620 om geen procedure tegen Noorwegen in te leiden nadat verzoekster had verzocht na te gaan of het beheer door de Noorse regering van een aanbestedingsprocedure in overeenstemming was met de richtlijnen bedoeld in de EER-Overeenkomst. |
Verzoekster stelt onder meer dat:
|
— |
de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA niet heeft nagegaan of de gunning van de overheidsopdracht in overeenstemming was met Richtlijn 2004/18/EG en bijgevolg is tekortgeschoten in haar verplichting om toe te zien op de inachtneming van artikel 2 van Richtlijn 2004/18/EG en de fundamentele regels van de EER-Overeenkomst inzake overheidsopdrachten en betoogt dat het beginsel van gelijke behandeling is geschonden; |
|
— |
de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA is tekortgeschoten in haar bijzondere verplichting uit hoofde van artikel 23 van de Overeenkomst betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie om erop toe te zien dat de bepalingen van de EER-Overeenkomst betreffende overheidsopdrachten worden toegepast door de EVA-Staten, en |
|
— |
de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA is tekortgeschoten in haar verplichting om haar besluiten met redenen te omkleden, conform artikel 16 van de Overeenkomst betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie. |
|
20.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 174/11 |
Beroep tegen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, ingesteld door DB Schenker op 6 april 2013
(Zaak E-4/13)
2013/C 174/07
Op 6 april 2013 werd bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA door Schenker North AB, Schenker Privpak AB en Schenker Privpak AS (hierna gezamenlijk „DB Schenker” genoemd), vertegenwoordigd door Jon Midthjell, advokat, Advokatfirmaet Midthjell AS, Grev Wedels plass 5, 0151 Oslo, Noorwegen.
Verzoeksters vragen het EVA-Hof:
|
1. |
het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 7 februari 2013 in zaak nr. 73038 (DB Schenker — toegang tot documenten) nietig te verklaren, voor zover daarin toegang wordt geweigerd tot de controledocumenten in zaak nr. 34250 (Posten Norge/Privpak); |
|
2. |
de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA (en eventuele interveniënten) in de kosten te verwijzen. |
Feiten en argumenten:
|
— |
Verzoeksters, Schenker North AB, Schenker Privpak AB en Schenker Privpak AS, maken deel uit van het concern DB Schenker, een internationaal concern voor vrachtvervoer en logistieke dienstverlening. Schenker North AB runt de concernactiviteiten in Noorwegen, Zweden en Denemarken, waaronder ook de dochterondernemingen Schenker Privpak AS en Schenker Privpak AB. |
|
— |
Op 3 augustus 2010 hebben verzoeksters, op grond van de regels inzake toegang van het publiek tot documenten die op 27 juni 2008 zijn vastgesteld bij Beschikking nr. 407/08/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, een verzoek ingediend om toegang te krijgen tot de documenten in zaak nr. 34250. Bij besluit van 16 augustus 2011 weigerde de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA toegang tot bepaalde documenten van het dossier („controledocumenten”). Bij arrest van het EVA-Hof van 21 december 2012 (zaak E-14/11) werd dat besluit nietig verklaard, voor zover daarin de volledige of gedeeltelijke toegang tot de controledocumenten in zaak nr. 34250 Posten Norge/Privpak werd geweigerd. |
|
— |
Nieuwe regels inzake toegang van het publiek tot documenten werden aangenomen bij Besluit nr. 300/12/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 5 september 2012 („regels van 2012”). Op 7 februari 2013 nam de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit aan waarbij op grond van deze nieuwe regels de toegang werd geweigerd tot een aantal controledocumenten. Verzoeksters verzoeken op grond van artikel 36 van de Toezichtsovereenkomst om nietigverklaring van dat besluit. |
Verzoeksters voeren aan dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA onder meer:
|
— |
van een verkeerd uitgangspunt is uitgegaan door van oordeel te zijn dat de regels van 2012 geen deel uitmaken van het EER-recht en niet zijn onderworpen aan het beginsel van homogene uitlegging, en voorts de nieuwe regels ten onrechte terugwerkende kracht heeft verleend; |
|
— |
inbreuk heeft gemaakt op artikel 4, lid 4, van de regels van 2012 en op de in artikel 16 van de Toezichtsovereenkomst neergelegde motiveringsplicht, en |
|
— |
inbreuk heeft gemaakt op het in artikel 4, lid 9, van de regels van 2012 neergelegde recht op gedeeltelijke toegang en op de in artikel 16 van de Toezichtsovereenkomst neergelegde motiveringsplicht. |
|
20.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 174/12 |
Beroep tegen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, ingesteld door DB Schenker op 8 april 2013
(Zaak E-5/13)
2013/C 174/08
Op 8 april 2013 werd bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA door Schenker North AB, Schenker Privpak AB en Schenker Privpak AS (hierna gezamenlijk „DB Schenker” genoemd), vertegenwoordigd door Jon Midthjell, advokat, Advokatfirmaet Midthjell AS, Grev Wedels plass 5, 0151 Oslo, Noorwegen.
Verzoeksters vragen het EVA-Hof:
|
1. |
het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 25 januari 2013 in zaak nr. 73075 van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA (DB Schenker) nietig te verklaren, voor zover daarin op grond van artikel 3, onder a), en artikel 4, leden 4 en 6, van de regels inzake toegang tot documenten van 2012 de volledige of gedeeltelijke toegang werd geweigerd tot de documenten uit de dossiers die hebben geleid tot Besluit nr. 321/10/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA (Posten Norge — getrouwheids-/kortingssysteem) en voor zover daarin de toegang werd geweigerd tot de volledige versie van Besluit nr. 321/10/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA; |
|
2. |
het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 18 februari 2013 in zaak nr. 73075 van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA (DB Schenker) nietig te verklaren, voor zover daarin op grond van artikel 4, leden 4 en 6, van de regels inzake toegang tot documenten van 2012 de volledige of gedeeltelijke toegang werd geweigerd tot de documenten uit de dossiers die hebben geleid tot Besluit nr. 321/10/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA (Posten Norge — getrouwheids-/kortingssysteem); |
|
3. |
de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA (en eventuele interveniënten) in de kosten te verwijzen. |
Feiten en argumenten:
|
— |
Verzoeksters, Schenker North AB, Schenker Privpak AB en Schenker Privpak AS, maken deel uit van het concern DB Schenker, een internationaal concern voor vrachtvervoer en logistieke dienstverlening. Schenker North AB runt de concernactiviteiten in Noorwegen, Zweden en Denemarken, waaronder ook de dochterondernemingen Schenker Privpak AS en Schenker Privpak AB. |
|
— |
Verzoeksters dienden op 14 januari 2013 bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een confirmatief verzoek in om toegang tot de documenten uit de dossiers die hebben geleid tot Besluit nr. 321/10/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 14 juli 2010 (Posten Norge — getrouwheids-/kortingssysteem). Op 25 januari 2013 en 18 februari 2013 heeft de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA besluiten over het verzoek om toegang aangenomen op grond van haar nieuwe regels inzake toegang van het publiek tot documenten („de regels van 2012”), die zijn neergelegd in Besluit nr. 300/12/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 5 september 2012. Verzoeksters verzoeken op grond van artikel 36 van de Toezichtsovereenkomst om nietigverklaring van die besluiten, voor zover daarin de volledige of gedeeltelijke toegang werd geweigerd tot de gevraagde documenten. |
Verzoeksters voeren aan dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA:
|
— |
inbreuk heeft gemaakt op het in artikel 2, lid 1, van de regels van 2012 neergelegde recht van het publiek op toegang tot documenten en op de in artikel 16 van de Toezichtsovereenkomst neergelegde motiveringsplicht, wat betreft de documenten waartoe de toegang werd geweigerd op grond van artikel 3, onder a), van de regels van 2012; |
|
— |
inbreuk heeft gemaakt op het in artikel 2, lid 1, van de regels van 2012 neergelegde recht van het publiek op toegang tot documenten, wat betreft de documenten waartoe de volledige of gedeeltelijke toegang werd geweigerd op grond van artikel 4, lid 6, van de regels van 2012, en |
|
— |
inbreuk heeft gemaakt op het in artikel 2, lid 1, van de regels van 2012 neergelegde recht van het publiek op toegang tot documenten en op de in artikel 16 van de Toezichtsovereenkomst neergelegde motiveringsplicht, wat betreft de documenten waartoe de volledige of gedeeltelijke toegang werd geweigerd op grond van artikel 4, lid 4, van de regels van 2012. |
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
|
20.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 174/13 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6933 — Vitol/Phillips 66 Power Operations)
Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
2013/C 174/09
|
1. |
Op 14 juni 2013 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Vitol Holding BV („Vitol”, Nederland), via een van haar indirecte volle dochterondernemingen, Teak Power Operations Limited („Teak”, Verenigd Koninkrijk), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Phillips 66 Power Operations Limited („PPOL”, Verenigd Koninkrijk) door de verwerving van aandelen. |
|
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2). |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6933 — Vitol/Phillips 66 Power Operations, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).