ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2013.138.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 138

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

56e jaargang
17 mei 2013


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2013/C 138/01

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

1

2013/C 138/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6913 — DP World/Goodman/DP World Asia) ( 1 )

6

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2013/C 138/03

Veertiende voortgangsverslag betreffende de uitvoering van de strategie van de EU ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor (2012/II)

7

2013/C 138/04

Besluit van de Raad van 13 mei 2013 houdende benoeming van een lid van de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen

13

2013/C 138/05

Besluit van de Raad van 13 mei 2013 houdende benoeming van twaalf leden van de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen

14

2013/C 138/06

Kennisgeving aan de personen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2011/486/GBVB van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit 2013/219/GBVB van de Raad, en van Verordening (EU) nr. 753/2011 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 451/2013 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Afghanistan, van toepassing zijn

16

2013/C 138/07

Kennisgeving aan de personen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2010/656/GBVB van de Raad en van Verordening (EG) nr. 560/2005 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Ivoorkust van toepassing zijn

18

 

Europese Commissie

2013/C 138/08

Wisselkoersen van de euro

19

 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

2013/C 138/09

Oproep tot het indienen van blijken van belangstelling voor de functie van lid van de raad van bestuur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

20

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2013/C 138/10

Bericht met betrekking tot de antisubsidiemaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer Pakistan en een gedeeltelijke heropening van het antisubsidieonderzoek ten aanzien van de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer Pakistan

32

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2013/C 138/11

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6939 — CVC/ISTA) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

35

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

17.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/1


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 138/01

Datum waarop het besluit is genomen

20.3.2013

Referentienummer staatssteun

SA.32825 (12/N)

Lidstaat

Hongarije

Regio

Hungary

Artikel 107, lid 3, onder a), Artikel 107, lid 3, onder c)

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Regionális Tőkebefektetési Alap program

Rechtsgrondslag

1.

281/2006. (XII. 23.) Korm. rendelet a 2007–2013 programozási időszakban az Európai Regionális Fejlesztési Alapból, az Európai Szociális Alapból és a Kohéziós Alapból származó támogatások fogadásához kapcsolódó pénzügyi lebonyolítási és ellenőrzési rendszerek kialakításáról.

2.

a 2001. évi CXX. törvény a tőkepiacról.

3.

19/2007. (VII. 30.) MeHVM rendelet az Új Magyarország Fejlesztési Tervben szereplő Regionális Fejlesztés Operatív Programokra meghatározott előirányzatok felhasználásának állami támogatási szempontú szabályairól.

4.

4/2011. (I. 28.) Korm. rendelet a 2007–2013 programozási időszakban az Európai Regionális Fejlesztési Alapból, az Európai Szociális Alapból és a Kohéziós Alapból származó támogatások felhasználásának rendjéről.

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Risicokapitaal, KMO's

Vorm van de steun

Verstrekking risicokapitaal

Begrotingsmiddelen

Totaalbudget: 14 000 HUF (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2015

Economische sectoren

Alle economische sectoren komen voor steun in aanmerking

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Nemzeti Fejlesztési Ügynökség

Budapest

Wesselényi u. 20–22.

1077

MAGYARORSZÁG/HUNGARY

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm

Datum waarop het besluit is genomen

5.12.2012

Referentienummer staatssteun

SA.33980 (12/N)

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Local Television in the UK

Rechtsgrondslag

The Local Digital Television Programme Services Order 2012 (SI 2012/292) made in pursuant to primary powers under Section 244 of the Communications Act 2003 and the BBC Agreement

Type maatregel

ad hoc steun

Doelstelling

Sectorale ontwikkeling

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaalbudget: 25 GBP (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2017

Economische sectoren

Uitzenden van televisieprogramma's, abonneetelevisie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

BBC Trust

180 Great Portland Street

London

W1W 5QZ

UNITED KINGDOM

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm

Datum waarop het besluit is genomen

25.7.2012

Referentienummer staatssteun

SA.34381 (12/N)

Lidstaat

Duitsland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Umstrukturierung der Nord/LB

Rechtsgrondslag

Gesetz über Kapitalmaßnahmen zugunsten der Nord/LB

Type maatregel

ad hoc steun

Doelstelling

Opheffing ernstige verstoring in de economie

Vorm van de steun

Andere kapitaalmaatregelen, Garantie, Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaalbudget: 3 298 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

Economische sectoren

Financiële dienstverlening, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Land Niedersachsen, Niedersächsisches Finanzminsterium

Sparkassenverband Niedersachsen

Schiffgraben 10

30159 Hannover

DEUTSCHLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm

Datum waarop het besluit is genomen

20.12.2012

Referentienummer staatssteun

SA.35489 (12/N)

Lidstaat

Spanje

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Restructuring of Caja3 — Spain

Rechtsgrondslag

Royal Decree-Law No 24/2012

Type maatregel

Individuele steun

Cajatres Banco

Doelstelling

Opheffing ernstige verstoring in de economie

Vorm van de steun

Andere kapitaalmaatregelen

Begrotingsmiddelen

Totaalbudget: 1 177 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

Economische sectoren

Financiële dienstverlening, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministerio de Economía y Competitividad FROB. Fondo de Reestructuración Ordenada Bancaria

Paseo de la Castellana, 162

28071 Madrid

ESPAÑA

José Ortega y Gasset, 22 5o

28006 Madrid

ESPAÑA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm

Datum waarop het besluit is genomen

16.4.2013

Referentienummer staatssteun

SA.35955 (13/N)

Lidstaat

Denemarken

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Danish short-term export-credit scheme 2013

Rechtsgrondslag

Act on Eksport Kredit Fonden: Legislative Order No 913 of 9 December 1999

Communication from the Commission to the Member States on the application of Articles 107 and 108 of the Treaty on the Functioning of the European Union to short-term export-credit insurance

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Overige

Vorm van de steun

Overige, Garantie

Begrotingsmiddelen

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

16.4.2013-31.12.2015

Economische sectoren

Alle economische sectoren komen voor steun in aanmerking

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

EKF

Lautrupsgade 11, 4.

2100 København Ø

DANMARK

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm


17.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/6


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6913 — DP World/Goodman/DP World Asia)

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 138/02

Op 8 mei 2013 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32013M6913. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

17.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/7


Veertiende voortgangsverslag betreffende de uitvoering van de strategie van de EU ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor (2012/II)

2013/C 138/03

I.   INLEIDING

Dit veertiende voortgangsverslag over de uitvoering van de SALW-strategie gaat over de EU-activiteiten in de tweede helft van 2012 (van 1 juli 2012 tot en met 31 december 2012). Dit verslag is opgesteld door de EDEO-dienst voor non-proliferatie en ontwapening, in samenwerking met andere bevoegde diensten van de EDEO en van de Europese Commissie. Tijdens de verslagperiode is de EU de problematiek van handvuurwapens en lichte wapens (SALW) aan de orde blijven stellen in alle multilaterale fora en in haar politieke dialoog met derde landen in de desbetreffende internationale context, zoals het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten. In het bijzonder heeft de EU ten volle bijgedragen aan de VN-onderhandelingen, in juli 2012, over een Wapenhandelsverdrag, en aan de tweede toetsingsconferentie, in augustus 2012, over het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten. De afgelopen periode is de EU doorgegaan met de uitvoering van verscheidene projecten in verband met het voorkomen van de illegale handel in en de buitensporige accumulatie van SALW, en is zij begonnen met het opzetten van nieuwe initiatieven die de komende maanden nader uitgewerkt moeten worden.

II.   UITVOERING VAN HET ACTIEPLAN VAN DE SALW-STRATEGIE VAN DE UNIE

II.1.   Een daadwerkelijke multilaterale benadering om universele, regionale en nationale mechanismen te ontwikkelen tegen de levering en de destabiliserende verspreiding van SALW en munitie daarvoor

a)   Uitvoering van het actieprogramma van de Verenigde Naties van 2001 ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten

De EU heeft een actieve rol gespeeld in de toetsingsconferentie van de Verenigde Naties over de uitvoering van het actieprogramma ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten, die van 27 augustus tot en met 7 september 2012 in New York is gehouden.

Aan de hand van een werkdocument van de Unie, dat op Raadsniveau is aangenomen en aan de toetsingsconferentie is voorgelegd (beschikbaar op http://www.poa-iss.org/RevCon2/documents/) heeft de EU een actieve rol gespeeld in de onderhandelingen over een verklaring, over de uitvoeringsplannen voor het actieprogramma en het internationaal traceringsinstrument, alsmede over het schema voor de bijeenkomsten in het kader van het actieplan in de komende zes jaar. De EU was ingenomen met het feit dat tijdens de toetsingsconferentie een consensus over deze resultatendocumenten kon worden bereikt en is ervan overtuigd dat de resultaten van de conferentie alle betrokken actoren zullen helpen om de volledige en daadwerkelijke uitvoering van het actieprogramma in de toekomst te versterken.

In het kader van het besluit van de Raad betreffende de ondersteuning van de werkzaamheden van het VN-Bureau voor ontwapeningszaken ter uitvoering van het actieprogramma (Besluit 2011/428/GBVB van de Raad van 18 juli 2011) zijn de activiteiten ter verbetering van het onlinesysteem voor de ondersteuning van de uitvoering voortgezet (http://www.poa-iss.org), met name wat betreft het instrument voor het „op elkaar afstemmen van behoeften en middelen”, teneinde de internationale inspanningen om het actieprogramma daadwerkelijk uit te voeren te helpen coördineren. Op 14 en 15 augustus 2012 heeft in Nairobi een regionaal seminar over de uitvoering van het actieprogramma voor subregio's van Afrika plaatsgevonden teneinde de uitvoering van het actieprogramma op regionaal niveau te doen vorderen en te helpen met de voorbereidingen voor de tweede toetsingsconferentie over het actieprogramma. Tijdens het seminar is een resultatendocument aangenomen op basis van diepgaande besprekingen over de thema's van de ontwerpen van resultatendocumenten van de toetsingsconferentie.

Ook de subregionale groeperingen die bestaan uit lidstaten van de Ecowas, het Recsa, de SADC en de Ceeac hebben hun eigen resultaat met betrekking tot subregionale prioriteiten ontwikkeld; dat is aan het hoofddocument gehecht. Er zijn plannen voor een regionale bijeenkomst met de Liga van Arabische Staten over de regionale uitvoering van het actieprogramma en de resultaten van de tweede toetsingsconferentie.

b)   Wapenhandelsverdrag

De EU is het proces betreffende het Wapenhandelsverdrag (WHV) ook in de tweede helft van 2012 als een hoge prioriteit blijven beschouwen. Het WHV-proces is in een cruciale fase beland met het bijeenroepen van de VN-conferentie van juli 2012, die het mandaat heeft gekregen om over het verdrag te onderhandelen.

In de gehele periode 2011-2012 hebben de Europese Unie en haar lidstaten het door de VN geleide WHV-proces steeds krachtig gesteund en zijn zij daaraan blijven deelnemen. Ter voorbereiding van de VN-conferentie van juli 2012 is een speciale subgroep van de Groepen COARM en CODUN regelmatig bijeengekomen om van gedachten te wisselen en de standpunten te coördineren, teneinde de EU de mogelijkheid te bieden een zeer actieve en zichtbare speler in het WHV-proces te blijven. Op basis van de gecoördineerde EU-standpunten hebben de EU en haar lidstaten actief deelgenomen aan de onderhandelingen van juli 2012 en uitvoerig overlegd met derde landen, met name de voornaamste wapens producerende en in- en uitvoerende landen, alsook met de voorzitter van de VN-conferentie.

De EU is zich ervan bewust dat er tijdens de VN-conferentie belangrijke vorderingen zijn gemaakt, maar zij betreurt het dat er geen overeenstemming over de definitieve tekst van het verdrag kon worden bereikt. Er zal verder krachtig worden gestreefd naar de spoedige en succesvolle voltooiing van het onderhandelingsproces tijdens de slotconferentie van de VN in maart 2013, waar de onderhandelingen zullen worden afgerond op basis van het ontwerpverdrag van 26 juli 2012.

Na de volledige uitvoering van Besluit 2010/336/GBVB van de Raad van 14 juni 2010, waarbij het WHV-proces werd bevorderd door het organiseren van een reeks regionale seminars overal ter wereld, is de EU begonnen aan de opstelling van een nieuw Raadsbesluit dat begin 2013 moet worden aangenomen en dat bedoeld is om de voorbereiding onder de VN-lidstaten op de conferentie van maart 2013 te faciliteren en de uitvoering en universalisering van het WHV te bevorderen zodra er overeenstemming over is bereikt.

c)   Uitvoering van het Protocol tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (UNTOC)

Via de langetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument is het driejarig project (maart 2011-februari 2014) ter voorkoming en bestrijding van transnationale illegale vuurwapenhandel, door te werken aan de ratificatie en uitvoering van het Protocol tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, in de tweede helft van 2012 voortgezet. De geografische werkingssfeer van het project omvat West-Afrika (Benin, Burkina Faso, Gambia, Ghana, Mali, Mauritanië, Senegal, Togo), Zuid-Amerika (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Paraguay, Uruguay) en het Caribisch gebied (Jamaica). Er is technische bijstand voor harmonisatie van de wetgeving en capaciteitsopbouw inzake SALW-beheer verleend overeenkomstig het doel inzake het bevorderen van de ratificatie en uitvoering van het Vuurwapenprotocol in Latijns-Amerika, het Caribisch gebied en West-Afrika. Het project geeft meer bekendheid aan SALW-vraagstukken teneinde de deelname van de civiele samenleving en het overzicht ter zake te verbeteren. Een van de geplande activiteiten is het verrichten van een studie betreffende de transregionale handel in vuurwapens die de partnerlanden feitenmateriaal ter ondersteuning van hun beleidsvorming zal verschaffen. Het project wordt uitgevoerd door het Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC).

In het kader van de langetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument verleent de EU tevens financiële bijstand aan Interpol voor het opzetten en uitrollen van een databank voor het traceren en opsporen van verloren/gestolen vuurwapens (iARMS) met het I24/7-systeem van Interpol.

In de proefuitrolfase (2011-2012) lag het accent op dezelfde regio's als in het UNODC-project plus enkele Europese landen (Tsjechië, Kroatië, Portugal en Spanje). Het project moet tot de bestrijding van de handel in vuurwapens bijdragen door het verbeteren van de regionale en transregionale uitwisseling van informatie over illegale vuurwapens. In december 2012 is afgesproken dat in januari 2013, na afloop van de eerste ondersteuningsfase, een overeenkomst voor een tweede fase van de langetermijnsteun in het kader van het Stabiliteitsinstrument aan het iARMS-systeem van Interpol in werking zal treden (2013-2014). In de tweede fase moet de functionaliteit van het systeem worden verbeterd en moet iARMS ter beschikking van alle 190 Interpol-leden worden gesteld. Het project voorziet ook in gerelateerde capaciteitsopbouw, opleiding en recherche-inlichtingendiensten voor het bestrijden van criminaliteit in verband met vuurwapens.

d)   Uitvoercontrole

Na voltooiing van de uitvoering van Besluit 2009/1012/GBVB van de Raad, in de eerste helft van 2012, is een grondige evaluatie van het Raadsbesluit en het effect ervan gemaakt, met het oog op de ontwikkeling van een nieuwe reeks stimulerings- en bijstandsactiviteiten. Dit proces heeft geleid tot de vaststelling van Besluit 2012/711/GBVB, dat in een nieuwe reeks activiteiten ter ondersteuning van derde landen voorziet, waaronder regionale seminars, studiebezoeken, uitwisselingen van personeelsleden en individuele bijstand. Begin 2013 zal met de uitvoering van dit Raadsbesluit worden gestart.

e)   Illegale handel in SALW door de lucht

In het kader van Besluit 2010/765/GBVB van de Raad ter bestrijding van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens door de lucht, dat de verbetering beoogt van instrumenten en technieken waarover internationale en nationale actoren beschikken voor een doeltreffende en gerichte controle van verdachte vliegtuigen die vermoedelijk betrokken zijn bij illegale handel in SALW, is de uitvoering van het project van het Internationaal Instituut voor Vredesonderzoek van Stockholm (Sipri) voortgezet tot 30 december 2012.

Op 28 en 29 augustus 2012 heeft bij de Verenigde Naties in New York een deskundigenseminar plaatsgevonden dat gewijd was aan VN-sancties en handel door de lucht. Dit evenement bracht een 100-tal deskundigen op het gebied van toezicht op sancties, burgerluchtvaart, vredeshandhaving, crisisbeheersing, ontwapening, inlichtingen over de luchtvaart, proliferatie, exportcontrole, defensie, rechtshandhaving, douane en beveiliging bijeen. Op 30 en 31 oktober 2012 is in Addis Abeba (Ethiopië) eveneens een deskundigenseminar, over handel door de lucht en vredeshandhaving, gehouden, waaraan internationale, regionale en nationale deskundigen alsook vertegenwoordigers van de Afrikaanse Unie (AU), andere regionale organisaties en staten uit de getroffen gebieden deelnamen. Beide seminars hebben bijgedragen tot het vaststellen van beste praktijken op het gebied van effectieve informatie-uitwisseling, instrumenten en technieken voor een beter toezicht op en een betere opsporing van luchtvrachtvervoerders die betrokken zijn bij destabiliserende materiaalstromen alsook technieken inzake toezicht op sancties en onderzoek naar handel in een vredeshandhavende omgeving. De aanbevelingen van de reeks deskundigenseminars behelsden onder meer het verstrekken van meer permanente instrumenten en middelen aan de groepen of panels van deskundigen die de werkzaamheden van het Sanctiecomité van de Verenigde Naties ondersteunen.

De software en databanken van het beoordelingssysteem voor vliegtuigmonitoring zijn bijgewerkt om een goed beeld te geven van de dreiging wat betreft de verergering van de conflicten in de Sahel en in Syrië naar het einde van de uitvoeringsperiode van de projecten toe. Ten slotte is een handboek voor het opsporen van wapenhandel door de lucht gepubliceerd, dat tijdens briefings en evenementen in de tweede helft van 2012 is verspreid.

II.2.   SALW in het kader van de politieke dialoog met derde landen en samenwerking met regionale organisaties, SALW-clausules

SALW-kwesties zijn op de agenda gezet van enkele van de geregelde EU-bijeenkomsten in het kader van de politieke dialoog met derde landen en opgenomen in de samenwerking met regionale organisaties. In het kader van de politieke dialoog zijn er op het niveau van de Raadgroep bijeenkomsten over non-proliferatie, ontwapening en wapenbeheersing gehouden met de Republiek Korea (Wenen, 18 september 2012) en Oekraïne (Brussel, 6 november 2012), en er is regelmatig informeel overleg gepleegd met, onder meer, India, Japan, Zuid-Afrika en andere landen. Op 17 december 2012 heeft in Brussel een dialoog tussen de EU-27 en de VS plaatsgehad over alle belangrijke punten van de agenda betreffende non-proliferatie, ontwapening en wapenbeheersing.

Overeenkomstig de in december 2008 aangenomen conclusies van de Raad over de opneming van een SALW-artikel in overeenkomsten tussen de EU en derde landen wordt momenteel met Afghanistan, Australië, Brunei, Canada, Kazachstan, Maleisië, Mercosur, Nieuw-Zeeland en Singapore onderhandeld over de opname van SALW-aspecten in hun overeenkomsten met de EU.

II.3.   Specifieke projectsteun van de EU voor derde landen en regionale organisaties

a)   Westelijke Balkanlanden

I.

De EU is de demilitariseringsinspanningen op het gebied van SALW blijven financieren, in het bijzonder door middel van de uitvoering van het in maart 2010 vastgestelde Besluit 2010/179/GBVB van de Raad ter ondersteuning van de activiteiten van het SEESAC in de Westelijke Balkan. De uitvoering van het Raadsbesluit werd tot een goed einde gebracht door de voltooiing van de resterende activiteiten ter verbetering van het voorraadbeheer en de vernietiging van overtollige wapens in Bosnië en Herzegovina, Kroatië en Servië.

In Bosnië en Herzegovina is het vervangen van deuren in vier opslagplaatsen voor SALW en munitie in december 2012 tot een goed einde gebracht. In totaal zijn 41 deuren vervangen, waardoor de toegang tot de voorraden is beveiligd. Samen met de verbeteringen in de beveiligingsvoorschriften van het centrale SALW- en munitiedepot van het Kroatische ministerie van Binnenlandse Zaken (MURAT) en in de beveiligingsinfrastructuur van de munitieopslagplaats van het Montenegrijnse ministerie van Defensie in Taras hebben deze verbeteringen geleid tot een aanzienlijk verhoogde beveiliging van de voorraden in de Westelijke Balkan. De versterking van de infrastructuur werd aangevuld met de ontwikkeling van capaciteit voor voorraadbeheer door het opstellen en geven van een uit 3 modules bestaande, alomvattende opleidingscursus. In totaal 58 personeelsleden van operationeel niveau uit Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben opleiding gekregen in planning en beheer van opslagplaatsen; inventarisbeheer en boekhoudingsprocedures; en technische termen betreffende opslagfaciliteiten en het vervoer van SALW en de munitie daarvoor.

De overtollige voorraden SALW die door de ministeries van Binnenlandse Zaken in Kroatië en in Servië werden aangehouden, zijn aanzienlijk verminderd door de vernietiging van 78 205 wapens. In Kroatië werd met de vernietiging van 4 620 SALW in de periode juli-december 2012 het totaal aantal uit hoofde van het Raadsbesluit vernietigde wapens op 32 920 gebracht, zijnde 2 982 meer dan het streefcijfer. In Servië is met de vernietiging van 17 000 SALW in december 2012 het totaal aantal uit hoofde van het Raadsbesluit vernietigde wapens op 45 285 gebracht.. In Kroatië zijn als gevolg van de in december 2011 geëindigde bewustmakingscampagne in de eerste maanden van 2012 nog eens 186 verboden automatische wapens ingezameld, alsmede 1 539 verboden fragmentatiewapens; 201 toegestane wapens; 679 463 stuks munitie en 96,79 kilo explosieven.

Wat markeren en traceren betreft, hebben de upgrades van de software het nationale systeem voor het registreren en identificeren van wapens in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië verbeterd, zodat het nu volledig functioneel is. In Montenegro is een nieuw elektronisch systeem voor wapenregistratie ontworpen en in gebruik genomen.

In het algemeen hebben de activiteiten in het kader van het Raadsbesluit aanzienlijke vorderingen met uitvoering van de SALW-strategie van de EU in de Westelijke balkan opgeleverd.

II.

De EU overweegt ook een follow-upprogramma om door middel van de kortetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument de beveiliging, de veiligheid en de ontwikkelingsperspectieven te verbeteren voor de mensen en de plaatselijke gemeenschappen die zouden worden getroffen door onbedoelde explosies in munitieopslagplaatsen in Bosnië en Herzegovina. Het door het UNDP uitgevoerde project zal bestaan uit een combinatie van de vernietiging van onstabiele en hoogst gevaarlijke munitie en de verbetering van de veiligheidsnormen van de munitieopslagplaatsen. Het programma zal ook bijstand bieden om de mechanismen voor de inspectie en verificatie van munitie van de regering van Bosnië en Herzegovina te verbeteren en de juridische en administratieve expertise en goede praktijken bij de autoriteiten te versterken.

b)   OVSE-regio

In oktober 2012 heeft de EU een besluit van de Raad vastgesteld betreffende de ondersteuning van activiteiten om het risico van illegale handel in en buitensporige accumulatie van SALW in het OVSE-gebied te beperken (Besluit 2012/662/GBVB van de Raad). Dit Raadsbesluit zal, onder meer, leiden tot een betere beveiliging van de opslagplaatsen voor SALW-voorraden in Belarus en Kirgizië, vernietiging van overtollige SALW in die twee landen zodat zij niet in het illegale circuit terechtkomen, en de ingebruikname van een applicatie voor inventarisbeheer van SALW om opslag, registratie en opsporing van SALW in verscheidene OVSE-lidstaten te verbeteren.

c)   Afrika

I.

In de tweede helft van 2012 is een begin gemaakt met de uitvoering van Besluit 2012/121/GBVB van de Raad betreffende de ondersteuning van activiteiten ter bevordering van de EU-China-Afrika-dialoog en de samenwerking inzake de conventionele wapenbeheersing. De eerste bijeenkomst van de deskundigengroep Afrika-EU-China („de deskundigengroep”) is op 13 november 2012 te Brussel gehouden, en op 14 november 2012 gevolgd door een WHV-seminar dat werd bijgewoond door leden van de deskundigengroep, functionarissen, academici en deskundigen van denktanks uit Afrika, China en lidstaten en instellingen van de EU. Beide evenementen waren een gelegenheid om het wederzijdse begrip tussen de Afrikaanse, de Europese en de Chinese gesprekspartners over hun respectieve standpunten in het WHV-proces en over vraagstukken met betrekking tot conventionele wapens in het algemeen te vergroten. Tijdens de eerste bijeenkomst van de deskundigengroep is ook een werkplan voor de komende zes maanden aangenomen dat verdere stimuleringsactiviteiten inzake het WHV in China en Afrika betreft, alsook de oprichting van een gezamenlijk Afrikaans-Europees-Chinees onderzoekscentrum voor conventionele wapens.

II.

In het kader van de langetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument is de EU voortgegaan met een project ter ondersteuning van de bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in vuurwapens en munitie in Afrika via het Regionaal SALW-centrum (RECSA), dat in Nairobi zetelt. Dit project draagt bij tot de uitvoering van de vredes- en veiligheidscomponent van de gezamenlijke strategie Afrika-EU. Tot de voornaamste activiteiten behoren de institutionele versterking van de doellanden en het Recsa, de bevordering van een effectief beheer van SALW (markering van wapens, registratie, voorraadbeheer en vernietiging) en het genereren van informatie over SALW.

De huidige steun aan het Recsa loopt in juni 2013 af na de voltooiing van een studie waarin wordt onderzocht in welke mate de regionale en internationale SALW-verplichtingen van de landen bezuiden de Sahara worden nagekomen. In december 2012 is een akkoord bereikt over een tweede fase van de EU-steun aan het Recsa, die in juli 2013 zal beginnen na voltooiing van het huidige project.

III.

Voorts is de illegale verspreiding van SALW in en vanuit Libië besproken in een reeks bijeenkomsten op verschillende niveaus en is de EU bezig met de opstelling van een Raadsbesluit ter ondersteuning van de inspanningen ter zake. In september 2012 is reeds een door de kortetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument gefinancierd gezamenlijk project van DanChurchAid (DCA) en de Deense Vluchtelingenraad (DRC) begonnen met het verstrekken van opleiding over de risico's van SALW aan de burgerbevolking in Libië teneinde bij te dragen tot een vermindering van het aantal ongevallen met, en de zichtbare aanwezigheid van, SALW. DCA zal ook met het beleid van de plaatselijke autoriteiten inzake het veilige beheer van SALW pleiten voor de voorkoming van gewapend geweld.

IV.

Twee andere projecten in Afrikaanse staten, die beide worden gefinancierd door de kortetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument, steunen de bijstand 1) aan de regering van Zuid-Sudan voor wapenbeheersing, met name door middel van maatregelen inzake capaciteitsopbouw die gericht zijn op een vreedzame vermindering van het aantal ongecontroleerde SALW dat in handen is van burgers in Zuid-Sudan; en 2) aan de regering van Niger voor de daadwerkelijke nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van het Ecowas-Verdrag inzake SALW en het actieprogramma van de VN. Beide projecten worden uitgevoerd door het UNDP.

d)   Midden-Amerika

De EU heeft de uitvoering voortgezet van een project ter ondersteuning van het Midden-Amerikaans programma voor toezicht op handvuurwapens en lichte wapens (CASAC). Via de langetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument is het project, dat voordien door het UNDP werd uitgevoerd, in september 2012 in de tweede fase van ondersteuning getreden, met de Veiligheidscommissie van het Centraal-Amerikaans Integratiesysteem (SICA) als uitvoeringspartner. De bijdrage van het EU-project aan het CASAC-initiatief is bedoeld om de basis te leggen voor een regionale structuur en een langetermijnstrategie ter bestrijding van illegale wapenhandel in Midden-Amerika, zowel op nationaal als op regionaal niveau.

Het project wordt uitgevoerd in Midden-Amerika en naburige landen, waaronder het Caribisch gebied (met bijzondere aandacht voor Belize, Guatemala, El Salvador, Honduras, Nicaragua, Costa Rica en Panama). Tot de voornaamste activiteiten behoren regionale en nationale bewustmakingscampagnes voor het publiek en conferenties, versterking van de nationale coördinatiemechanismen en registratiesystemen, en grensoverschrijdende projecten alsmede opleiding op verschillende gebieden.

Voorts steunt de kortetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument ook het Instituto de Enseñanza para el Desarrollo Sostenible bij de uitvoering van de delen van de Midden-Amerikaanse veiligheidsstrategie die betrekking hebben op SALW.


17.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/13


BESLUIT VAN DE RAAD

van 13 mei 2013

houdende benoeming van een lid van de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen

2013/C 138/04

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen (1), en met name artikel 79,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 79 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 moet de Raad een vertegenwoordiger uit elke lidstaat tot lid van de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen („de raad van bestuur”) benoemen.

(2)

Bij besluit van 17 mei 2011 (2) heeft de Raad 15 leden van de raad van bestuur benoemd, met inbegrip van een lid uit Denemarken.

(3)

De Deense regering heeft de Raad in kennis gesteld van haar voornemen de Deense vertegenwoordiger in de raad van bestuur te vervangen en heeft een voordracht ingediend voor een nieuwe vertegenwoordiger, die moet worden benoemd voor het tijdvak tot en met 31 mei 2015,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ter vervanging van de heer Eskil Toft THUESEN wordt de heer Peter ØSTERGÅRD HAVE, van Deense nationaliteit, geboren op 13 december 1976, benoemd tot lid van de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor de periode van 13 mei 2013 tot en met 31 mei 2015.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 13 mei 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

S. COVENEY


(1)  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.

(2)  PB C 151 van 21.5.2011, blz. 1.


17.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/14


BESLUIT VAN DE RAAD

van 13 mei 2013

houdende benoeming van twaalf leden van de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen

2013/C 138/05

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen (1), en met name artikel 79,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 79 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 moet de Raad één vertegenwoordiger uit elke lidstaat tot lid van de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen („de raad van bestuur”) benoemen.

(2)

De leden van de raad van bestuur moeten worden benoemd op grond van hun relevante ervaring en deskundigheid op het gebied van de veiligheid van chemische stoffen of de regelgeving inzake chemische stoffen, waarbij wordt gewaarborgd dat onder de leden van de raad van bestuur relevante deskundigheid op algemeen, financieel en juridisch gebied voorhanden is.

(3)

De duur van de ambtstermijn bedraagt vier jaar. Eenmalige verlenging van de ambtstermijn is mogelijk.

(4)

Bij besluit van 7 juni 2007 (2) heeft de Raad 27 leden van de raad van bestuur benoemd.

(5)

De ambtstermijn van de leden van de raad van bestuur die zijn benoemd door de Tsjechische Republiek, Ierland, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Slovenië, Finland en Zweden verstrijkt op 31 mei 2013. De leden van de raad van bestuur die deze lidstaten vertegenwoordigen, moeten derhalve worden aangewezen en benoemd voor een termijn die ingaat op 1 juni 2013 en verstrijkt op 31 mei 2017.

(6)

Sinds het besluit van 7 juni 2007 zijn wat de leden betreft die zijn benoemd voor het tijdvak tot en met 31 mei 2013, de Franse (3), de Hongaarse (4), de Nederlandse (5), de Sloveense (6), de Finse (7) en de Zweedse (8) vertegenwoordiger in de raad van bestuur vervangen.

(7)

De Raad heeft van alle betrokken lidstaten voordrachten ontvangen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De volgende personen worden benoemd tot lid van de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen („de raad van bestuur”) voor een tweede ambtstermijn die ingaat op 1 juni 2013 en verstrijkt op 31 mei 2017 (naam, nationaliteit, geboortedatum):

de heer Karel BLÁHA, van Tsjechische nationaliteit, 20 december 1953,

mevrouw Ana FRESNO RUIZ, van Spaanse nationaliteit, 31 januari 1952,

de heer Martin LYNCH, van Ierse nationaliteit, 13 augustus 1946,

mevrouw Catherine MIR, van Franse nationaliteit, 20 februari 1955,

de heer Antonello LAPALORCIA, van Italiaanse nationaliteit, 13 juni 1952,

de heer Johannes Karel Barend Henri KWISTHOUT, van Nederlandse nationaliteit, 6 juni 1964,

de heer Thomas JAKL, van Oostenrijkse nationaliteit, 13 juni 1965,

mevrouw Simona FAJFAR, van Sloveense nationaliteit, 17 november 1970,

mevrouw Pirkko Liisa KIVELÄ, van Finse nationaliteit, 23 oktober 1953,

mevrouw Nina CROMNIER, van Zweedse nationaliteit, 14 oktober 1966.

Artikel 2

De volgende personen worden benoemd tot lid van de raad van bestuur voor een eerste ambtstermijn die ingaat op 1 juni 2013 en verstrijkt op 31 mei 2017 (naam, nationaliteit, geboortedatum):

de heer Paul RASQUÉ, van Luxemburgse nationaliteit, 8 juli 1981,

mevrouw Krisztina BIRÓ, van Hongaarse nationaliteit, 5 april 1971.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 13 mei 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

S. COVENEY


(1)  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.

(2)  PB C 134 van 16.6.2007, blz. 6.

(3)  PB C 178 van 31.7.2009, blz. 12.

(4)  PB C 288 van 25.9.2012, blz. 4.

(5)  PB C 178 van 31.7.2009, blz. 13.

(6)  PB C 326 van 3.12.2010, blz. 4.

(7)  PB C 320 van 16.12.2008, blz.4.

(8)  Vgl. voetnoot 6.


17.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/16


Kennisgeving aan de personen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2011/486/GBVB van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit 2013/219/GBVB van de Raad, en van Verordening (EU) nr. 753/2011 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 451/2013 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Afghanistan, van toepassing zijn

2013/C 138/06

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die worden genoemd in de bijlage bij Besluit 2011/486/GBVB van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit 2013/219/GBVB (1) van de Raad, en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 753/2011 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 451/2013 (2) van de Raad, betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Afghanistan.

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft Resolutie 1988 (2011) aangenomen, waarbij beperkende maatregelen worden opgelegd aan de vóór de datum van aanneming van die resolutie aangewezen personen en entiteiten, zoals de Taliban, en andere personen, groepen, ondernemingen en entiteiten die banden hebben met de Taliban, zoals nader bepaald in rubriek A („Individuals associated with the Taliban”) en rubriek B („Entities and other groups and undertaking associated with the Taliban”) van de geconsolideerde lijst van het comité ingesteld krachtens Resolutie 1267 (1999) en Resolutie 1333 (2000), alsook aan andere personen, groepen, ondernemingen en entiteiten die banden hebben met de Taliban.

Het comité dat is ingesteld krachtens punt 30 van Resolutie 1988 (2011) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 16 en 22 april 2013 de lijst van personen, groepen, ondernemingen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden, gewijzigd en geactualiseerd.

De betrokken personen kunnen te allen tijde, onder overlegging van bewijsstukken, het VN-comité dat bij punt 30 van Resolutie 1988 (2011) van de VN-Veiligheidsraad is ingesteld, verzoeken het besluit om hen op de VN-lijst te plaatsen, te heroverwegen. Dit verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:

United Nations — Focal point for delisting

Security Council Subsidiary Organs Branch

Room TB-08045D

United Nations

New York, NY 10017

UNITED STATES OF AMERICA

Tel. +1 9173679448

Fax +1 2129631300 / 3778

E-mail: delisting@un.org

Zie voor meer informatie: http://www.un.org/sc/committees/1988/index.shtml

Naar aanleiding van het besluit van de VN heeft de Raad van de Europese Unie bepaald dat de personen die door de VN worden vermeld, moeten worden opgenomen op de lijsten van personen, groepen, ondernemingen en entiteiten waarvoor de beperkende maatregelen in Besluit 2011/486/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 753/2011 van de Raad gelden. De redenen voor de opneming op de lijst van de betrokken personen staan in de desbetreffende vermeldingen in de bijlage bij het besluit van de Raad en in bijlage I bij de verordening van de Raad.

De betrokken personen worden erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten), als vermeld op de websites in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 753/2011, om toestemming te verkrijgen voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 5 van de verordening).

De betrokken personen kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, op onderstaand adres een verzoek tot heroverweging van het besluit om hen op bovengenoemde lijsten te plaatsen, bij de Raad indienen.

Raad van de Europese Unie

Secretariaat-generaal

DG C — Eenheid 1C (Horizontale vraagstukken)

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

Tevens worden de betrokken personen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.


(1)  PB L 133 van 17.5.2013, blz. 22.

(2)  PB L 133 van 17.5.2013, blz. 1.


17.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/18


Kennisgeving aan de personen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2010/656/GBVB van de Raad en van Verordening (EG) nr. 560/2005 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Ivoorkust van toepassing zijn

2013/C 138/07

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die voorkomen in bijlage II bij Besluit 2010/656/GBVB (1) en in bijlage I BIS bij Verordening (EG) nr. 560/2005 (2) betreffende beperkende maatregelen tegen Ivoorkust.

Na een evaluatie van de in bovengenoemde bijlagen opgenomen lijsten van personen, heeft de Raad van de Europese Unie besloten dat deze personen onderworpen moeten blijven aan de beperkende maatregelen waarin het betrokken besluit en de betrokken verordening van de Raad voorzien.

De betrokken personen worden erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten), als vermeld op de websites in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 560/2005, om toestemming te verkrijgen voor het gebruik, indien zulks gerechtvaardigd is, van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 3 van de verordening).

Met het oog op de volgende evaluatie door de Raad van de lijst van personen die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen, kunnen de betrokken personen vóór 31 maart 2014, onder overlegging van bewijsstukken, op onderstaand adres een verzoek aan de Raad indienen om het besluit hen op de betrokken lijst te plaatsen, te heroverwegen:

Raad van de Europese Unie

Secretariaat-generaal

DG C — Eenheid 1C (Horizontale vraagstukken)

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

Tevens wordt erop geattendeerd dat elke betrokken persoon tegen het besluit van de Raad beroep kan instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden van artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.


(1)  PB L 285 van 30.10.2010, blz. 28.

(2)  PB L 95 van 14.4.2005, blz. 1.


Europese Commissie

17.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/19


Wisselkoersen van de euro (1)

16 mei 2013

2013/C 138/08

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2890

JPY

Japanse yen

132,15

DKK

Deense kroon

7,4529

GBP

Pond sterling

0,84550

SEK

Zweedse kroon

8,5893

CHF

Zwitserse frank

1,2444

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,5360

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,980

HUF

Hongaarse forint

290,51

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6992

PLN

Poolse zloty

4,1827

RON

Roemeense leu

4,3342

TRY

Turkse lira

2,3591

AUD

Australische dollar

1,3120

CAD

Canadese dollar

1,3140

HKD

Hongkongse dollar

10,0069

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5796

SGD

Singaporese dollar

1,6150

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 441,84

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

12,0720

CNY

Chinese yuan renminbi

7,9263

HRK

Kroatische kuna

7,5695

IDR

Indonesische roepia

12 578,24

MYR

Maleisische ringgit

3,8818

PHP

Filipijnse peso

53,231

RUB

Russische roebel

40,4550

THB

Thaise baht

38,412

BRL

Braziliaanse real

2,6151

MXN

Mexicaanse peso

15,8096

INR

Indiase roepie

70,6050


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

17.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/20


Oproep tot het indienen van blijken van belangstelling voor de functie van lid van de raad van bestuur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

2013/C 138/09

Er worden gegadigden gezocht voor zeven vacante functies in de veertien leden tellende raad van bestuur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid is opgericht uit hoofde van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1). De Autoriteit is gevestigd in Parma, Italië.

DE EUROPESE AUTORITEIT VOOR VOEDSELVEILIGHEID

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) is de spil in het risicobeoordelingssysteem van de Europese Unie voor de veiligheid van voedsel en diervoeders. Doel van de Autoriteit is wetenschappelijke adviezen en assistentie te verlenen bij EU-wetgeving en -beleid op terreinen die direct of indirect met de veiligheid van voedsel en diervoeders te maken hebben en bij alle nauw daarmee samenhangende vraagstukken op het gebied van diergezondheid, dierenwelzijn en gezondheid van planten. De Autoriteit verstrekt onafhankelijke informatie en maakt risico's op dit gebied bekend. In het kader van haar takenpakket verstrekt de Autoriteit tevens wetenschappelijk advies op uiteenlopende gebieden van voedsel- en diervoederwetgeving en telkens wanneer dat voor EU-wetgeving nodig is, bijvoorbeeld met betrekking tot nieuwe levensmiddelentechnologieën zoals ggo's. Door haar onafhankelijke opstelling, de wetenschappelijke kwaliteit van haar adviezen en bekendmakingen, haar heldere procedures en haar met grote toewijding uitgevoerde taken is de Autoriteit alom erkend als het referentiepunt voor voedselveiligheid bij uitstek. De Autoriteit beschikt over eigen deskundigen maar werkt tevens samen met een heel netwerk van voor voedselveiligheid verantwoordelijke organisaties in de EU.

Juridische achtergrond

Overeenkomstig artikel 25 van bovengenoemde verordening „gebeurt de benoeming van de leden van de raad van bestuur zodanig dat de hoogste graad van bekwaamheid, een uitgebreide relevante deskundigheid en, met inachtneming daarvan, een zo breed mogelijke geografische spreiding in de Unie verzekerd is”. Vier leden van de raad van bestuur „moeten banden hebben met organisaties die de consumenten of andere belangengroepen met betrekking tot de voedselketen vertegenwoordigen”.

In overweging 40 van de verordening wordt er voorts op gewezen dat „ook samenwerking met de lidstaten onontbeerlijk is”. Overweging 41 voegt hieraan toe: „Daartoe moet de benoeming van de leden van de raad van bestuur zodanig geschieden dat de hoogste graad van bekwaamheid, bijvoorbeeld op het gebied van management en overheidsadministratie, een uitgebreide relevante deskundigheid en een zo breed mogelijke geografische spreiding in de Unie verzekerd zijn. Dit moet worden vergemakkelijkt door een toerbeurtsysteem voor de verschillende landen waaruit de leden van de raad van bestuur afkomstig zijn, zonder dat daarbij posten worden gereserveerd voor personen van een specifieke lidstaat”.

Rol en functioneren van de raad van bestuur

De raad van bestuur is met name verantwoordelijk voor:

het algemene toezicht op het werk van de Autoriteit en in het bijzonder op de vervulling van haar opdracht en de onafhankelijke en transparante uitvoering van haar taken conform haar mandaat;

de benoeming van de uitvoerend directeur op basis van een door de Commissie opgestelde lijst van kandidaten en, indien nodig, het ontslag van de uitvoerend directeur;

de benoeming van de leden van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels, die verantwoordelijk zijn voor de wetenschappelijke adviezen van de Autoriteit;

de goedkeuring van de jaarlijkse werkprogramma's, meerjarenprogramma's en het algemeen verslag over de werkzaamheden van de Autoriteit;

de goedkeuring van het huishoudelijk reglement en het financieel reglement van de Autoriteit.

In de raad van bestuur wordt met officiële vergaderingen, niet-openbare bijeenkomsten, informele contacten tussen de leden en correspondentie gewerkt. In EFSA-documenten, de correspondentie van de raad van bestuur, en bij niet-openbare bijeenkomsten of informele contacten wordt Engels als voertaal gebruikt. Bij officiële vergaderingen worden op verzoek van de leden tolken ingeschakeld. De raad van bestuur komt vier- tot zesmaal per jaar in vergadering bijeen, meestal in Parma.

Samenstelling van de raad van bestuur

De raad van bestuur bestaat uit veertien leden, plus een vertegenwoordiger van de Commissie, zoals bepaald in artikel 25, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 (2). Vier leden hebben banden met organisaties die de consumenten en andere belangengroepen met betrekking tot de voedselketen vertegenwoordigen. Overeenkomstig Besluit 2010/C 171/05 van de Raad (3) loopt de ambtstermijn van zeven leden op 30 juni 2014 af. De ambtstermijn van de overige zeven leden verstrijkt overeenkomstig Besluit 2012/C 192/01 van de Raad (4) op 30 juni 2016.

De namen van de huidige leden van de raad van bestuur staan vermeld op de website van de EFSA (http://www.efsa.europa.eu/en/mb/mbmembers.htm).

Deze oproep heeft betrekking op de posten van de zeven leden van de raad van bestuur wier ambtstermijn op 30 juni 2014 afloopt.

Kwalificaties voor de functie en selectiecriteria

De leden van de Raad van bestuur moeten een hoog niveau van bekwaamheid bezitten, over een uitgebreide relevante deskundigheid beschikken, en zich ertoe verbinden onafhankelijk op te treden.

Daartoe moeten de aanvragers een sollicitatieformulier alsmede een belangenverklaring invullen die ook specifieke verbintenissen en verklaringen op erewoord omvatten; het niet ondertekenen daarvan kan leiden tot uitsluiting van de selectie (zie de bijlagen). Eenmaal door de Raad benoemd, dienen zij jaarlijks een schriftelijke verklaring over hun belangen over te leggen en op elke vergadering van de raad van bestuur aan te geven of zij eventueel belangen hebben waarvan zou kunnen worden geoordeeld dat zij afbreuk zouden kunnen doen aan hun onafhankelijkheid ten aanzien van de agendapunten.

Het doel van de belangenverklaring is aan te tonen dat de kandidaat in staat is de functie van lid van de raad van bestuur van de EFSA uit te oefenen overeenkomstig de interne regels van de EFSA betreffende onafhankelijkheid (http://www.efsa.europa.eu/en/values/independence.htm) en de gedragscode van de raad van bestuur van de EFSA (http://www.efsa.europa.eu/en/efsawho/mb.htm). Deze voorschriften bepalen dat de leden van de raad van bestuur zich dienen te onthouden van betrokkenheid bij alle activiteiten die tot een belangenconflict kunnen leiden of waarschijnlijk de indruk van belangenconflicten zullen wekken onder het grote publiek.

De bijzondere situatie van de gegadigden voor de functie van lid dat banden heeft met consumentenorganisaties of andere belangengroepen met betrekking tot de voedselketen zal in aanmerking worden genomen. Zie het deel hieronder: „Leden van de raad van bestuur die banden hebben met organisaties die de consumenten of andere belangengroepen met betrekking tot de voedselketen vertegenwoordigen”.

Om in aanmerking te komen voor de functie, moeten de gegadigden onderdaan zijn van een lidstaat van de EU en moeten zij aantonen dat zij:

1.

ten minste vijftien jaar ervaring hebben op een of meer van de vijf hieronder genoemde gebieden, waarvan ten minste vijf jaar op leidinggevend niveau:

verstrekken van onafhankelijke wetenschappelijke adviezen en wetenschappelijke en technische bijstand voor de voorbereiding van EU-wetgeving en -beleid, op alle terreinen die direct of indirect van invloed zijn op de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders;

management en openbaar bestuur (met inbegrip van de personeels-, juridische en financiële aspecten);

ontwikkeling van beleidsmaatregelen die integriteit, onafhankelijkheid, transparantie, ethisch handelen en advies van hoge wetenschappelijke kwaliteit moeten waarborgen met behoud van het vertrouwen van de belanghebbenden;

doeltreffende communicatie en informatievoorziening aan het publiek over wetenschappelijke werkzaamheden;

zorgen voor de noodzakelijke samenhang tussen: functies in verband met risicobeoordeling, risicomanagement en risicocommunicatie;

2.

ten minste vijf jaar ervaring hebben met werk dat verband houdt met de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders of andere terreinen die onder de taakstelling van de Autoriteit vallen, met name diergezondheid en dierenwelzijn, milieubescherming, of gezondheid van planten en voeding;

3.

hun vermogen om te werken in een meertalige, multiculturele en multidisciplinaire omgeving;

4.

hun verbintenis om onafhankelijk op te treden:

Zij dienen te voldoen aan de hoogste normen van ethisch gedrag, eerlijk, onafhankelijk, onpartijdig, oordeelkundig en niet gedreven door eigenbelang te handelen, en alle situaties te vermijden die zouden kunnen leiden tot persoonlijke belangenconflicten.

De volgende criteria zijn van toepassing bij de beoordeling van de kandidaten, die beoordeeld zullen worden aan de hand van een vergelijking van hun profiel, en van hun toezegging om zelfstandig op te treden:

deskundigheid en het vermogen om effectief bij te dragen tot een of meer van de gebieden waarop zij deskundig zijn, zoals hierboven vermeld;

deskundigheid op het gebied van voedsel- en voederveiligheid of op andere terreinen die verband houden met de opdracht van de Autoriteit;

vermogen om te werken in een meertalige, multiculturele en multidisciplinaire omgeving.

De preselectie van gegadigden zal eveneens worden geanalyseerd in het licht van de volgende eisen met betrekking tot de samenstelling van de raad van bestuur:

evenwichtige, collectieve deskundigheid van de leden van de raad van bestuur;

zo breed mogelijke geografische spreiding op basis van het toerbeurtsysteem voor de verschillende nationaliteiten van de leden van de raad van bestuur.

In dat verband zij erop gewezen dat de leden wier ambtstermijn op 30 juni 2014 of 30 juni 2016 afloopt, afkomstig zijn uit België, Tsjechië, Denemarken, Frankrijk, Italië, Cyprus, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. De raad van bestuur heeft nog geen leden gehad uit Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Luxemburg en Malta.

Deelname aan de vergaderingen van de Raad van bestuur/terugbetaling en schadeloosstellingen

De leden zullen formele toezeggingen moeten doen over hun deelname aan de vergaderingen van de raad van bestuur. Kandidaten dienen in het sollicitatieformulier te bevestigen dat zij voor actieve deelname aan werkzaamheden van de raad van bestuur beschikbaar zijn. Er moet van worden uitgegaan dat de raad van bestuur vier- tot zesmaal per jaar in vergadering bijeenkomt. De leden van de raad van bestuur ontvangen geen salaris, maar wel de gebruikelijke reis- en verblijfkostenvergoeding. Voor iedere bijgewoonde vergaderdag ontvangen zij tevens een dagvergoeding overeenkomstig artikel 12 van het reglement van orde van de raad van bestuur van de EFSA. Dit artikel luidt als volgt: „De leden van de raad van bestuur, met uitzondering van de vertegenwoordiger van de Commissie en degenen die in dienst zijn bij een nationale overheidsinstantie of -organisatie, ontvangen een dagvergoeding van 385 EUR voor iedere vergaderdag van de raad van bestuur waarop hij of zij aanwezig is”.

Leden van de raad van bestuur die banden hebben met organisaties die de consumenten of andere belangengroepen met betrekking tot de voedselketen vertegenwoordigen

Kandidaten wordt verzocht in hun sollicitatie aan te geven of zij willen worden beschouwd als een van de vier leden van de raad van bestuur die banden hebben met organisaties die de consumenten of andere belangengroepen met betrekking tot de voedselketen vertegenwoordigen. Zij dienen dit te staven met nadere gegevens over hun werkzaamheden bij dergelijke organisaties.

Benoeming en ambtstermijn

Met uitzondering van de vertegenwoordiger van de Commissie, die door de Commissie wordt benoemd, worden de leden van de raad van bestuur benoemd door de Raad in overleg met het Europees Parlement. Zij worden gekozen uit de lijst die de Commissie op basis van deze oproep tot het indienen van blijken van belangstelling samenstelt. De ambtstermijn is vier jaar en kan eenmaal worden verlengd. De gegadigden worden erop attent gemaakt dat de voordracht van de Commissie openbaar wordt gemaakt en dat zij het recht hebben om bezwaar aan te tekenen tegen de publicatie van hun naam door contact op te nemen met de Commissie op het adres dat is vermeld in de specifieke privacyverklaring voor deze oproep (zie ook het deel „Bescherming van persoonsgegevens”). De uitoefening van dit recht doet geen afbreuk aan de sollicitatie. Gegadigden die op de lijst van de Commissie voorkomen maar niet worden benoemd, kunnen op een reservelijst worden geplaatst die zal worden gebruikt indien leden hun ambtstermijn niet kunnen voltooien en moeten worden vervangen.

Gelijke kansen

Er wordt zorgvuldig op toegezien dat alle vormen van discriminatie worden vermeden, en vrouwen wordt nadrukkelijk verzocht te solliciteren.

Sollicitatieprocedure en uiterste datum voor indiening van de sollicitaties

De sollicitaties moeten aan de hieronder beschreven vereisten voldoen; sollicitaties die niet aan deze eisen voldoen, worden niet in aanmerking genomen.

1.

Belangstellenden moeten verplicht het sollicatieformulier en het formulier voor de belangenverklaring hieronder invullen. Beide formulieren kunnen ook worden gedownload van de website van het directoraat-generaal Gezondheid en Consumenten (SANCO) en op scherm worden ingevuld: http://ec.europa.eu/food/efsa/efsa_management_board_en.htm

Na invulling moeten beide formulieren worden uitgeprint (indien ze op scherm zijn ingevuld) en door de gegadigde worden ondertekend en gedateerd.

2.

De aanvraag moet het volgende omvatten:

a)

een ingevuld (en ondertekend) sollicitatieformulier;

b)

het ingevulde (en ondertekende) formulier voor de belangenverklaring;

c)

een cv van minimaal 1,5 en maximaal 3 bladzijden.

3.

Het sollicitatieformulier, het formulier voor de belangenverklaring, het cv en alle bewijsstukken moeten in een van de officiële talen van de Europese Unie worden ingediend. Ter vereenvoudiging van de selectieprocedure zou het evenwel op prijs worden gesteld indien ook een samenvatting in het Engels van de opgedane ervaring en andere belangrijke gegevens wordt verstrekt, maar dit is geen verplichting. Alle sollicitaties worden vertrouwelijk behandeld. Verdere bewijsstukken moeten desgevraagd op een later tijdstip worden ingediend.

4.

De uiterste datum voor indiening van de sollicitaties is 12 juli 2013.

5.

De volledige sollicitatie moet:

a)

hetzij per post of per koerierdienst uiterlijk op 12 juli 2013 (het poststempel of de datum van het ontvangstbewijs geldt als bewijs) op het volgende adres worden bezorgd:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Gezondheid en Consumenten

Eenheid 03

Ter attentie van de heer R. VANHOORDE (Sollicitatie voor de raad van bestuur van de EFSA)

Kamer F-101 (Toren) 04/168

1049 Brussel

BELGIË

b)

of door afgifte op het volgende adres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Gezondheid en Consumenten

Eenheid 03

Ter attentie van de heer R. VANHOORDE (Sollicitatie voor de raad van bestuur van de EFSA)

Bourgetlaan 1-3

1140 Brussel (Evere)

BELGIË

uiterlijk op 12 juli 2013 om 16 uur. In geval b) wordt als bewijs van afgifte een ontvangstbewijs verstrekt dat is ondertekend en gedateerd door de ambtenaar van de centrale postkamer van de Commissie die de stukken in ontvangst heeft genomen. De dienst is van maandag tot en met donderdag van 8.00 tot 17.00 uur geopend, en op vrijdag van 8.00 tot 16.00 uur. De dienst is gesloten op zaterdag, zondag en op feestdagen van de Commissie.

Per elektronische post of fax of rechtstreeks naar de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid verzonden sollicitaties worden niet in aanmerking genomen.

6.

Met hun sollicitatie gaan de sollicitanten akkoord met de procedures en voorwaarden die in deze oproep en de daarin genoemde documenten beschreven zijn. Sollicitanten mogen in geen geval verwijzen naar bij eerdere sollicitaties ingediende documenten van welke aard ook; kopieën van eerdere sollicitaties worden niet geaccepteerd. Het verstrekken van onjuiste gegevens kan tot uitsluiting van de sollicitatie leiden.

7.

Alle kandidaten die reageren op deze oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, zullen op de hoogte worden gebracht van het resultaat van de selectieprocedure.

Bescherming van persoonsgegevens

De Commissie ziet erop toe dat de persoonsgegevens van de aanvragers worden verwerkt als voorgeschreven bij Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1). Dit geldt met name voor de vertrouwelijkheid en de beveiliging van dergelijke gegevens. Voor nadere informatie over de reikwijdte en de doeleinden van en de middelen voor de verwerking van hun persoonsgegevens in het kader van deze oproep, kunnen aanvragers de specifieke privacyverklaring raadplegen op de webpagina van deze oproep op het hierboven vermelde adres http://ec.europa.eu/food/efsa/efsa_management_board_en.htm

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image


(1)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(2)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 13.

(3)  PB C 171 van 30.6.2010, blz. 3.

(4)  PB C 192 van 30.6.2012, blz. 1.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

17.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/32


Bericht met betrekking tot de antisubsidiemaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer Pakistan en een gedeeltelijke heropening van het antisubsidieonderzoek ten aanzien van de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer Pakistan

2013/C 138/10

In zijn arrest van 11 oktober 2012 in zaak T-556/10 heeft het Gerecht van de Europese Unie (hierna „het Gerecht”) artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 857/2010 van 27 september 2010 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit Iran, Pakistan en de Verenigde Arabische Emiraten (1) (de „definitieve antisubsidieverordening” of „bestwiste verordening”) nietig verklaard voor zover het betrekking heeft op de Pakistaanse producent-exporteur Novatex Ltd. („Novatex” of „de betrokken onderneming”), voor zover het definitieve compenserende recht ten aanzien van de invoer van bepaalde vormen van polyethyleentereftalaat in de Europese Unie hoger is dan het recht dat van toepassing is bij het ontbreken van een fout betreffende het bedrag in regel 74 van de belastingaangifte voor 2008.

1.   Gedeeltelijke heropening van het antisubsidieonderzoek

Het Gerecht constateerde dat de Commissie en de Raad artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (2) („de basisverordening”) had geschonden, aangezien zij bij de vaststelling van het subsidiebedrag voor Novatex in het kader van de regeling inzake uiteindelijke belasting (de „Final Tax Regime”) rekening hadden moeten houden met het feit dat regel 74 van de belastingaangifte van de betrokken onderneming voor 2008 was gewijzigd.

Het Hof en het Gerecht (3) erkennen dat, wanneer een procedure uit meerdere administratieve fasen bestaat, de nietigverklaring van een van deze fasen niet de gehele procedure nietig verklaart. De antisubsidieprocedure is een voorbeeld van een dergelijke uit meerdere fasen bestaande procedure. Bijgevolg houdt de nietigverklaring van delen van de definitieve antisubsidieverordening niet de nietigverklaring van de gehele procedure vóór de vaststelling van de verordening in kwestie in. Verder zijn de instellingen van de Europese Unie overeenkomstig artikel 266 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verplicht aan het arrest van 11 oktober 2012 van het Gerecht te voldoen. Bijgevolg hebben de instellingen van de Unie bij de uitvoering van het arrest de mogelijkheid om alleen de aspecten van de betwiste verordening te corrigeren die tot de gedeeltelijke nietigverklaring ervan hebben geleid en de niet-betwiste delen waarvoor het arrest geen gevolgen heeft, ongewijzigd te laten (4). Er zij op gewezen dat alle andere bevindingen in de betwiste verordening die niet betwist werden binnen de hiervoor vastgestelde termijnen en derhalve niet door het Hof van Justitie en het Gerecht werden onderzocht en evenmin tot de nietigverklaring van de betwiste verordening hebben geleid, van kracht blijven.

De Commissie heeft bijgevolg besloten om het antisubsidieonderzoek betreffende de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer Pakistan dat overeenkomstig de basisverordening was geopend, te heropenen. De heropening betreft uitsluitend de uitvoering van de bevinding van het Gerecht wat betreft Novatex.

2.   De procedure

De Commissie heeft na raadpleging van het Raadgevend Comité vastgesteld dat een gedeeltelijke heropening van het antisubsidieonderzoek gerechtvaardigd is. Daarom gaat zij over tot gedeeltelijke heropening van het antisubsidieonderzoek betreffende de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit onder meer Pakistan dat op grond van artikel 10 van de basisverordening bij een in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt bericht (5) werd geopend.

De heropening is in die zin beperkt dat zij betrekking heeft op het uitvoering geven aan het voornoemde arrest voor zover het de vaststelling van de hoogte van de subsidie voor Novatex in het kader van de regeling inzake uiteindelijke belasting en de gevolgen daarvan voor de hoogte van het voor Novatex toepasselijke compenserende recht betreft.

Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt uiteen te zetten en informatie en desbetreffend bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 3, onder a), vermelde termijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen, mits zij daarom vragen en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 3, onder b), vermelde termijn worden ingediend.

3.   Termijnen

a)   Zich kenbaar maken en verstrekken van informatie

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen twintig dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en informatie verstrekken. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.

b)   Aanvragen van een hoorzitting

Binnen dezelfde termijn van 20 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

4.   Schriftelijke opmerkingen en correspondentie

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie) en correspondentie waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (6).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 29, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk verstrekte gegevens. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt met de vereiste vorm en kwaliteit, kan deze vertrouwelijke informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden moeten alle opmerkingen en verzoeken elektronisch (niet-vertrouwelijke opmerkingen via e-mail, vertrouwelijke op cd-r/dvd) indienen onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Volmachten en bijwerkingen daarvan moeten echter op papier, per post, per koerier of persoonlijk, op onderstaand adres worden ingediend. Als een belanghebbende niet in staat is zijn opmerkingen en verzoeken elektronisch in te dienen, moet hij de Commissie daarvan overeenkomstig artikel 28, lid 2, van de basisverordening onmiddellijk op de hoogte brengen. Nadere informatie over de correspondentie met de Commissie vinden belanghebbenden op de volgende pagina van de website van het directoraat-generaal Handel (http://ec.europa.eu/trade/tackling-unfair-trade/trade-defence).

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N105 08/020

1049 Brussel

BELGIË

E-mail: TRADE-PET-SUBSIDY@ec.europa.eu

Fax +32 22985748

5.   Niet-medewerking

Indien belanghebbenden binnen de vastgestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie of deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies, in zowel positieve als in negatieve zin, worden getrokken.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.

6.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur voor het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/trade/tackling-unfair-trade/hearing-officer/index_en.htm

7.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (7).


(1)  PB L 254 van 29.9.2010, blz. 10.

(2)  PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93.

(3)  Zaak T-2/95 Industrie des poudres sphériques (IPS)/Raad (1998) ECR II-3939.

(4)  Zaak C-458/98 P, Industrie des poudres sphériques (IPS)/Raad, Jurispr. 2000, blz. I-08147.

(5)  PB C 208 van 3.9.2009, blz. 7.

(6)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk beschouwd in de zin van artikel 29 van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93) en artikel 12 van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(7)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

17.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 138/35


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6939 — CVC/ISTA)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 138/11

1.

Op 8 mei 2013 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat CVC Capital Partners SICAV-FIS SA („CVC”, Luxemburg) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de indirecte uitsluitende zeggenschap verkrijgt over ISTA International GmbH (Duitsland) en de huidige directe aandeelhouder van ISTA International GmbH, ISTA Luxemburg GmbH (Luxemburg), (tezamen „ISTA”) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

CVC: adviesverlening aan en beheer van beleggingsfondsen,

ISTA: opname en facturatie van het verbruik van elektriciteit, gas, verwarming en water.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6939 — CVC/ISTA, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).