ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2013.089.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 89

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

56e jaargang
27 maart 2013


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2013/C 089/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6643 — Uniqa/Dekra/Dekra-Expert) ( 1 )

1

2013/C 089/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6829 — Investindustrial/Aston Martin) ( 1 )

1

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2013/C 089/03

Wisselkoersen van de euro

2

2013/C 089/04

Advies van het Adviescomité voor Mededingingsregelingen en machtsposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 28 november 2012 betreffende een ontwerpbesluit in zaak COMP/39.230 — Rio Tinto Alcan — Rapporteur: Nederland

3

2013/C 089/05

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur — COMP/39.230 — Réel/Alcan

4

2013/C 089/06

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 20 december 2012 inzake een procedure op grond van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de artikelen 53 en 54 van de EER-Overeenkomst (Zaak COMP/39.230 — Rio Tinto Alcan) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 9439)  ( 1 )

5

 

INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

2013/C 089/07

Standpunt van de vertegenwoordigers van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA gepresenteerd op de bijeenkomst van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtsposities van 28 november 2012 betreffende een ontwerpbesluit van de Commissie Zaak COMP/39.230 — Rio Tinto Alcan — Rapporteur: Nederland

7

 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2013/C 089/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6893 — Carl Zeiss/Carl Zeiss Vision) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

8

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2013/C 089/09

Kennisgeving aan Ansar Eddine die is toegevoegd aan de lijst bedoeld in de artikelen 2, 3 en 7 van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk, op grond van Verordening (EU) nr. 290/2013 van de Commissie

10

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

27.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6643 — Uniqa/Dekra/Dekra-Expert)

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 89/01

Op 20 maart 2013 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Duits en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32013M6643. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


27.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6829 — Investindustrial/Aston Martin)

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 89/02

Op 20 maart 2013 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32013M6829. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

27.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/2


Wisselkoersen van de euro (1)

26 maart 2013

2013/C 89/03

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2861

JPY

Japanse yen

121,25

DKK

Deense kroon

7,4527

GBP

Pond sterling

0,84900

SEK

Zweedse kroon

8,3561

CHF

Zwitserse frank

1,2209

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,4975

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,806

HUF

Hongaarse forint

304,50

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7016

PLN

Poolse zloty

4,1775

RON

Roemeense leu

4,4170

TRY

Turkse lira

2,3386

AUD

Australische dollar

1,2263

CAD

Canadese dollar

1,3103

HKD

Hongkongse dollar

9,9800

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5385

SGD

Singaporese dollar

1,5968

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 424,66

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

11,9128

CNY

Chinese yuan renminbi

7,9899

HRK

Kroatische kuna

7,5945

IDR

Indonesische roepia

12 521,64

MYR

Maleisische ringgit

3,9820

PHP

Filipijnse peso

52,788

RUB

Russische roebel

39,7355

THB

Thaise baht

37,684

BRL

Braziliaanse real

2,5894

MXN

Mexicaanse peso

15,8408

INR

Indiase roepie

70,0060


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


27.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/3


Advies van het Adviescomité voor Mededingingsregelingen en machtsposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 28 november 2012 betreffende een ontwerpbesluit in zaak COMP/39.230 — Rio Tinto Alcan

Rapporteur: Nederland

2013/C 89/04

1.

Het Adviescomité deelt de door de Commissie in haar ontwerpbesluit geformuleerde mededingingsbezwaren.

2.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de praktijk de handel tussen de lidstaten kan beïnvloeden.

3.

Het Adviescomité is het ermee eens dat het door Rio Tinto Alcan ingediende herziene voorstel voor toezeggingen tegemoetkomt aan de mededingingsbezwaren van de Commissie.

4.

Het Adviescomité is het ermee eens dat de toezeggingen toereikend zijn.

5.

Het Adviescomité is het eens met de duur van de toezeggingen.

6.

Het Adviescomité is het ermee eens dat de toezeggingen volledig verbindend moeten worden verklaard.

7.

Het Adviescomité is het ermee eens dat er, gelet op de toezeggingen en onverminderd artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003, niet langer gronden bestaan voor een optreden van de Commissie tegen Rio Tinto Alcan met betrekking tot de in het ontwerpbesluit vastgestelde mededingingsbezwaren.

8.

Het Adviescomité verzoekt de Commissie rekening te houden met alle overige opmerkingen die tijdens de discussie zijn gemaakt.

9.

Het Adviescomité beveelt aan dat zijn advies in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt.


27.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/4


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)

COMP/39.230 — Réel/Alcan

2013/C 89/05

(1)

De onderhavige procedure heeft betrekking op de contractuele koppelverkoop van technologie voor het smelten van aluminium met hef- en hijsinstallaties voor aluminiumsmelterijen.

(2)

De zaak vloeit voort uit een klacht die in 2005 is ingediend door de groep Réel, een Frans-Duitse fabrikant van gespecialiseerde kranen voor aluminiumreductiefabrieken. Na onderzoek heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar vastgesteld, waarin zij stelde dat Alcan (2) sinds 1 januari 1990 inbreuk had gepleegd op artikel 82 van het Verdrag (3) en artikel 54 van de EER-Overeenkomst. In 2008 is een hoorzitting gehouden. Daarna heeft de Commissie haar onderzoek voortgezet en een aanvullende mededeling van punten van bezwaar opgesteld.

(3)

Op 11 juli 2012 heeft de Commissie een voorlopige beoordeling in de zin van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 (4) vastgesteld. Deze voorlopige beoordeling betrof beweerde inbreuken door de internationale aluminiumproducent Rio Tinto Alcan (hierna „Alcan” genoemd).

(4)

Volgens de voorlopige beoordeling is de praktijk van Alcan, waarbij zij de verlening van licenties voor haar technologie voor het smelten van aluminium (reductie) contractueel koppelt aan de aankoop van bepaalde gespecialiseerde kranen voor aluminiumreductiefabrieken, de zogenaamde „pot tending assemblies” of „PTA's”, die door haar dochteronderneming ECL worden geleverd, mogelijk in strijd met de artikelen 101 en 102 VWEU en de artikelen 53 en 54 van de EER-Overeenkomst. Volgens de voorlopige beoordeling heeft Alcan een machtspositie op de relevante markt voor licenties van technologie voor het smelten van aluminium. In de voorlopige beoordeling wordt het bezwaar geuit dat de contractuele praktijk van Alcan negatieve gevolgen kan hebben voor innovatie en prijzen en kan leiden tot mededingingsbeperkende afscherming van de relevante markt voor PTA's.

(5)

Om tegemoet te komen aan de door de Commissie geformuleerde bezwaren, heeft Alcan toezeggingen gedaan (5). Op 10 augustus 2012 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 in het Publicatieblad van de Europese Unie een bekendmaking gepubliceerd, waarin de zaak en de toezeggingen zijn samengevat, en belanghebbenden wordt verzocht hun opmerkingen over het voorstel te maken (6). De markttest heeft uitgewezen dat de ontwerp-toezeggingen geschikt zijn om de mededingingsbezwaren van de Commissie weg te nemen, maar er is aandacht gevraagd voor een aantal punten. In november 2012 heeft Alcan een herziene versie van de toezeggingen aangeboden, waarin met deze punten rekening is gehouden.

(6)

In haar besluit op grond van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 verklaart de Commissie de door de ondernemingen gedane toezeggingen verbindend en concludeert zij dat er, gelet op de gedane toezeggingen, voor haar geen gronden voor een optreden meer bestaan en dat de procedure in deze zaak derhalve moet worden beëindigd.

(7)

Ik heb van geen van de partijen bij de procedure in deze zaak een verzoek of klacht ontvangen (7). Ik ben dan ook van mening dat de daadwerkelijke uitoefening van de procedurele rechten van alle partijen in deze zaak is geëerbiedigd.

Brussel, 29 november 2012.

Michael ALBERS


(1)  Overeenkomstig de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29).

(2)  Alcan Inc., Alcan France SAS, Aluminium Pechiney SAS en Electrification Charpente Levage SASU (ECL).

(3)  Nu artikel 102 VWEU.

(4)  Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

(5)  De door Alcan gedane toezeggingen zijn te vinden op http://ec.europa.eu/competition/antitrust/cases/dec_docs/39230/39230_1873_5.pdf

(6)  Bekendmaking overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad in zaak COMP/39.230 — Réel/Alcan (kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 5758) (PB C 240 van 10.8.2012, blz. 23).

(7)  Overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Besluit 2011/695/EU kunnen partijen bij de procedure die overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 toezeggingen doen, in elk stadium van de procedure een beroep doen op de raadadviseur-auditeur om te verzekeren dat zij hun procedurele rechten daadwerkelijk kunnen uitoefenen.


27.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/5


Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 20 december 2012

inzake een procedure op grond van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de artikelen 53 en 54 van de EER-Overeenkomst

(Zaak COMP/39.230 — Rio Tinto Alcan)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 9439)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 89/06

Op 20 december 2012 heeft de Commissie een besluit vastgesteld in een procedure op grond van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de artikelen 53 en 54 van de EER-Overeenkomst. Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad  (1) publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit, waaronder de opgelegde sancties, rekening houdend met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake bescherming van hun bedrijfsgeheimen. Een niet-vertrouwelijke versie van de tekst van het besluit is te vinden op de website van directoraat-generaal Concurrentie op het volgende adres:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39230

1.   INLEIDING

(1)

Het besluit op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad is gericht tot Rio Tinto plc (hierna „Rio Tinto” genoemd), Rio Tinto International Holdings Limited, Rio Tinto Alcan Inc, Rio Tinto France SAS, Aluminium Pechiney SAS (hierna „AP” genoemd) en Electrification Charpente Levage SASU („ECL”) (hierna tezamen „Rio Tinto Alcan” genoemd). Het besluit verleent een verbindend karakter aan de door Rio Tinto Alcan gedane toezeggingen om tegemoet te komen aan de mededingingsbezwaren die waren gerezen naar aanleiding van een onderzoek van de Commissie op de markten voor technologie voor het smelten van aluminium en voor zogenaamde „pot tending assemblies”.

2.   BESCHRIJVING VAN DE ZAAK

2.1.   Voorlopige mededingingsbezwaren

(2)

Pot tending assemblies („PTA's”) zijn gespecialiseerde kranen die worden gebruikt in aluminiumreductiefabrieken (smelterijen) waar primair aluminium wordt geproduceerd. AP, een dochteronderneming van Rio Tinto Alcan, koppelt de verlening van licenties voor haar toonaangevende technologie voor het smelten van aluminium contractueel aan de aankoop van hef- en hijsinstallaties voor smeltkroezen (met name PTA's) van ECL, haar dochteronderneming. De Commissie vreesde dat de onderneming hiermee mogelijk inbreuk maakte op de EU-mededingingsregels, die mededingingsbeperkende zakelijke praktijken en het misbruik van een machtspositie verbieden.

(3)

Op 20 februari 2008 heeft de Commissie de procedure ingeleid met het oog op de vaststelling van een besluit overeenkomstig hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1/2003 en heeft zij Alcan Inc, Alcan France SAS, AP en ECL een mededeling van punten van bezwaar toegezonden.

(4)

Na een aanvullend onderzoek heeft de Commissie op 11 juli 2012 een voorlopige beoordeling in de zin van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 vastgesteld, waarin zij haar mededingingsbezwaren heeft uiteengezet. Deze bezwaren hadden betrekking op de verenigbaarheid van de contractuele koppeling van de verlening van licenties voor technologie voor het smelten van aluminium aan de aankoop van PTA's met de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie („VWEU”) en de artikelen 53 en 54 van de EER-Overeenkomst.

(5)

De voorlopige conclusie van de Commissie luidde dat Rio Tinto Alcan een machtspositie had op de markt voor het koppelende product (de verlening van licenties voor aluminiumtechnologie), dat dit product en het gekoppelde product (de PTA's) afzonderlijke producten zijn en dat de praktijk van Rio Tinto Alcan kan leiden tot marginalisering van en mogelijk het verlaten van de markt door Réel, de klager, die tot dusver de enige geloofwaardige concurrent van Rio Tinto Alcan is op de markt voor PTA's. Voorts stelde de Commissie in haar voorlopige conclusie dat deze praktijk van Rio Tinto Alcan de afnemers rechtstreeks en in wezenlijke mate heeft beperkt in hun keuze van leveranciers van PTA's, wat waarschijnlijk negatieve gevolgen heeft gehad voor innovatie en mogelijk ook voor de prijzen op de markten voor PTA's en smelttechnologie. Dit zou neerkomen op een mededingingsbeperkende afscherming van de markt voor PTA's door Rio Tinto Alcan, wat in strijd is met de artikelen 101 en 102 VWEU en de artikelen 53 en 54 van de EER-Overeenkomst.

2.2.   Toezeggingen

(6)

Op 3 augustus 2012 heeft Rio Tinto Alcan, als antwoord op de bezwaren van de Commissie in haar voorlopige beoordeling, toezeggingen gedaan aan de Commissie. Op 10 augustus 2012 is overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 een bekendmaking gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie waarin de zaak en de toezeggingen zijn samengevat, en belanghebbenden is verzocht binnen een maand na de datum van de publicatie van de bekendmaking hun opmerkingen over de toezeggingen te maken.

(7)

De Commissie heeft Rio Tinto Alcan in kennis gesteld van de van belanghebbenden ontvangen opmerkingen. Op 9 november 2012 heeft Rio Tinto Alcan een herzien voorstel voor toezeggingen ingediend waarin rekening is gehouden met diverse door belanghebbenden gemelde bezwaren.

(8)

Het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities heeft op 28 november 2012 een gunstig advies uitgebracht. Op 29 november 2012 heeft de raadadviseur-auditeur zijn eindverslag uitgebracht.

(9)

Op 20 december 2012 heeft de Commissie bij een besluit op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 de herziene toezeggingen van Rio Tinto Alcan verbindend verklaard. Rio Tinto Alcan verbindt zich ertoe om gedurende een periode van vijf jaar de koppelverkoopclausules uit haar toekomstige licentieovereenkomsten te schrappen (2) en een objectieve en niet-discriminerende procedure voor de selectie van gekwalificeerde leveranciers van PTA's in te voeren. De licentiehouders van Rio Tinto Alcan zullen dan kunnen kiezen tussen de aanbevolen leveranciers van PTA's, aan wie Rio Tinto Alcan de nodige technische specificaties zal verstrekken om ervoor te zorgen dat hun PTA's kunnen functioneren in smelterijen waar gebruik wordt gemaakt van de technologieën van AP. Een onafhankelijke deskundige zal toezien op de naleving van deze toezeggingen.

(10)

Volgens de Commissie zijn de toezeggingen toereikend en noodzakelijk om de in de voorlopige beoordeling geformuleerde mededingingsbezwaren weg te nemen, zonder onevenredig te zijn.

3.   CONCLUSIES

(11)

Gelet op de herziene toezeggingen is de Commissie van oordeel dat er geen gronden tot optreden meer bestaan en dat de procedure in deze zaak, onverminderd artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003, moet worden beëindigd. De toezeggingen zijn verbindend tot en met 20 januari 2018.


(1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

(2)  Hetzelfde geldt voor toekomstige uitbreidingen van bestaande smelterijen, met name contracten voor PTA's in verband met het retrofitten of aanpassen van een bestaande smelterij of potline (circuit van elektrolysecellen).


INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

27.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/7


Standpunt van de vertegenwoordigers van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA gepresenteerd op de bijeenkomst van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtsposities van 28 november 2012 betreffende een ontwerpbesluit van de Commissie Zaak COMP/39.230 — Rio Tinto Alcan

Rapporteur: Nederland

2013/C 89/07

1.

De vertegenwoordigers van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA delen de door de Commissie in haar ontwerpbesluit geformuleerde mededingingsbezwaren.

2.

De vertegenwoordigers van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zijn het met de Commissie eens dat de praktijk de handel tussen de lidstaten kan beïnvloeden.

3.

De vertegenwoordigers van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zijn het ermee eens dat het door Rio Tinto Alcan ingediende herziene voorstel voor toezeggingen tegemoetkomt aan de mededingingsbezwaren van de Commissie.

4.

De vertegenwoordigers van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zijn het ermee eens dat de toezeggingen toereikend zijn.

5.

De vertegenwoordigers van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zijn het eens met de duur van de toezeggingen.

6.

De vertegenwoordigers van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zijn het ermee eens dat de toezeggingen volledig verbindend moeten worden verklaard.

7.

De vertegenwoordigers van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zijn het ermee eens dat er, gelet op de toezeggingen en onverminderd artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003, niet langer gronden bestaan voor een optreden van de Commissie tegen Rio Tinto Alcan met betrekking tot de in het ontwerpbesluit vastgestelde mededingingsbezwaren.

8.

De vertegenwoordigers van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA verzoeken de Commissie rekening te houden met alle overige opmerkingen die tijdens de discussie zijn gemaakt.

9.

De vertegenwoordigers van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bevelen aan dat hun advies in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt.

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

Sigrid SURLIEN

NORGE

Birgitte BREVIK


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

27.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/8


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6893 — Carl Zeiss/Carl Zeiss Vision)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 89/08

1.

Op 19 maart 2013 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Carl Zeiss AG (Duitsland), een volle dochteronderneming van Carl-Zeiss-Stiftung, in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Carl Zeiss Vision Holding GmbH (Duitsland) door de verwerving van aandelen. Vóór de voorgenomen concentratie stond Carl Zeiss Vision reeds onder de gezamenlijke zeggenschap van Carl Zeiss AG en EQT III Fund.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Carl-Zeiss-Stiftung: heeft zeggenschapsdeelnemingen in Carl Zeiss AG en Schott AG. Carl Zeiss AG is actief in de optische en opto-elektronische sector. Zij biedt producten en diensten aan voor medische technologieën, de halfgeleiderindustrie, de automobielindustrie en de machinebouw, alsook voor optische consumptiegoederen. Schott AG ontwikkelt en vervaardigt speciale materialen, onderdelen en systemen voor elektrische huishoudapparaten, de farmaceutische sector, zonne-energie, elektronica, de optische sector en de automobielindustrie,

de ondernemingen van de groep Carl Zeiss Vision Holding GmbH ontwerpen, vervaardigen en verdelen een breed gamma aan ooglenzen, systemen voor de productie van ooglenzen, systemen voor oogheelkundige diagnose en visuele hulpmiddelen.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6893 — Carl Zeiss/Carl Zeiss Vision, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

27.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/10


Kennisgeving aan Ansar Eddine die is toegevoegd aan de lijst bedoeld in de artikelen 2, 3 en 7 van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk, op grond van Verordening (EU) nr. 290/2013 van de Commissie

2013/C 89/09

1.

Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB (1) roept de Unie op de tegoeden en economische middelen te bevriezen van de leden van de Al-Qa‘ida-organisatie en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, als bedoeld in de lijst die is opgesteld op grond van Resolutie 1267(1999) en Resolutie 1333(2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, die regelmatig wordt bijgewerkt door het VN-comité dat is ingesteld bij Resolutie 1267(1999) van de VN-Veiligheidsraad.

De door dit VN-comité opgestelde lijst omvat:

Al-Qa‘ida;

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten, lichamen en groepen die banden hebben met Al-Qa‘ida; en tevens

rechtspersonen, entiteiten en lichamen die in handen zijn van of gecontroleerd worden door, of op enige andere wijze ondersteuning bieden aan deze personen, entiteiten, lichamen en groepen.

Handelingen of activiteiten die erop wijzen dat een persoon, groep, onderneming of entiteit „banden heeft met” Al-Qa‘ida, zijn:

a)

deelnemen aan het financieren, plannen, faciliteren, voorbereiden of uitvoeren van handelingen of activiteiten van, in samenhang met, uit naam van, ten behoeve of ter ondersteuning van Al-Qa‘ida, of een cel, afdeling, splintergroepering of afsplitsing daarvan;

b)

leveren, verkopen of overdragen van wapens of daarmee verband houdend materieel aan bedoelde personen of organisaties;

c)

aanwerven van personeel voor bedoelde personen of organisaties; of

d)

op andere wijze ondersteunen van handelingen of activiteiten van bedoelde personen of organisaties.

2.

Het VN-comité heeft op 19 maart 2013 besloten Ansar Eddine toe te voegen aan de bedoelde lijst. Ansar Eddine kan te allen tijde een verzoek aan de ombudsman van de VN richten, met ondersteunende documentatie, tot heroverweging van de gronden waarop hij op de bovengenoemde VN-lijst is geplaatst. Dit verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:

United Nations — Office of the Ombudsperson

Room TB-08041D

New York, NY 10017

UNITED STATES OF AMERICA

Tel. +1 2129632671

Fax +1 2129631300/3778

E-mail: ombudsperson@un.org

Zie voor meer informatie: http://www.un.org/sc/committees/1267/delisting.shtml

3.

Naar aanleiding van het in punt 2 genoemde besluit van de VN heeft de Commissie Verordening (EU) nr. 290/2013 (2) vastgesteld tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk (3). Bij die wijziging, die overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a), en artikel 7 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 881/2002 is verricht, wordt Ansar Eddine aan de lijst in bijlage I bij die verordening (hierna „bijlage I” genoemd) toegevoegd.

De onderstaande maatregelen van Verordening (EG) nr. 881/2002 zijn van toepassing op de aan bijlage I toegevoegde personen en entiteiten:

1.

de bevriezing van alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn of in het bezit zijn van deze personen en entiteiten, alsmede het voor iedereen geldende verbod op de terbeschikkingstelling, direct of indirect, van tegoeden en economische middelen aan of ten behoeve van deze personen en entiteiten (artikelen 2 en 2 bis (4)); en tevens

2.

het verbod op de directe of indirecte verstrekking, verkoop, levering of overdracht aan deze personen en entiteiten van technisch advies, bijstand of opleiding in verband met militaire activiteiten (artikel 3).

4.

Artikel 7 bis van Verordening (EG) nr. 881/2002 (5) voorziet in een toetsing wanneer opmerkingen zijn ingediend over de gronden voor opname op de lijst door wie op de lijst is geplaatst. De personen en entiteiten die bij Verordening (EU) nr. 290/2013 aan bijlage I zijn toegevoegd, kunnen de Commissie verzoeken om een toelichting over de redenen waarom zij op de lijst zijn opgenomen. Dit verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:

Europese Commissie

Beperkende maatregelen

Wetstraat 200

1049 Brussel

BELGIË

5.

De betrokken personen en entiteiten worden er tevens op geattendeerd dat zij tegen Verordening (EU) nr. 290/2013 beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden van artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

6.

Voor de goede orde worden de aan bijlage I toegevoegde personen en entiteiten erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde autoriteiten van de lidstaat of lidstaten, als vermeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 881/2002, om een machtiging te verkrijgen om bevroren tegoeden, andere financiële activa of economische middelen te gebruiken voor essentiële behoeften of specifieke betalingen, in overeenstemming met artikel 2 bis van die verordening.


(1)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 4.

(2)  PB L 87 van 27.3.2013, blz. 2.

(3)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.

(4)  Artikel 2 bis is ingevoegd bij Verordening (EG) nr. 561/2003 van de Raad (PB L 82 van 29.3.2003, blz. 1).

(5)  Artikel 7 bis is ingevoegd bij Verordening (EU) nr. 1286/2009 van de Raad (PB L 346 van 23.12.2009, blz. 42).