ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2013.066.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 66

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

56e jaargang
7 maart 2013


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2013/C 066/01

Wisselkoersen van de euro

1

2013/C 066/02

Advies van het Adviescomité voor concentraties uitgebracht op zijn bijeenkomst van 8 augustus 2012 betreffende een ontwerpbesluit in zaak COMP/M.6314 — Telefónica UK/Vodafone UK/Everything Everywhere/JV — Rapporteur: Portugal

2

2013/C 066/03

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur — COMP/M.6314 — Telefónica UK/Vodafone UK/Everything Everywhere/JV

4

2013/C 066/04

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 4 september 2012 waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-Overeenkomst (Zaak COMP/M.6314 — Telefónica UK/Vodafone UK/Everything Everywhere/GO) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 6063 final)  ( 1 )

5

2013/C 066/05

Besluit van de Commissie van 6 maart 2013 tot wijziging van het Besluit van de Commissie van 6 oktober 2010 tot oprichting van de groep van deskundigen voor aanpassing van de missie van de Europese navigatiesatellietsystemen, de Mission Evolution Advisory Group ( 1 )

24

 

INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

2013/C 066/06

Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 j) van bijlage XV van de EER-Overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening))

25

2013/C 066/07

Bekendmaking van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor drie EVA-Staten, zoals die vanaf 1 januari 2013 gelden (Gepubliceerd overeenkomstig artikel 10 van Besluit nr. 195/04/COL van de Autoriteit van 14 juli 2004 (PB L 139 van 25.5.2006, blz. 37 en in het EER-supplement nr. 26/2006 van 25.5.2006, blz. 1))

27

 

V   Adviezen

 

GERECHTELIJKE PROCEDURES

 

EVA-Hof

2013/C 066/08

Beroep tegen het Vorstendom Liechtenstein, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 4 december 2012 (Zaak E-14/12)

28

2013/C 066/09

Beroep tegen de Republiek IJsland, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 30 november 2012 (Zaak E-12/12)

29

2013/C 066/10

Beroep tegen de Republiek IJsland, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 30 november 2012 (Zaak E-13/12)

30

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2013/C 066/11

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6869 — GM/Ispol) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

31

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

7.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 66/1


Wisselkoersen van de euro (1)

6 maart 2013

2013/C 66/01

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3035

JPY

Japanse yen

121,85

DKK

Deense kroon

7,4556

GBP

Pond sterling

0,86440

SEK

Zweedse kroon

8,3159

CHF

Zwitserse frank

1,2301

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,4250

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,565

HUF

Hongaarse forint

298,55

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7008

PLN

Poolse zloty

4,1495

RON

Roemeense leu

4,3578

TRY

Turkse lira

2,3365

AUD

Australische dollar

1,2670

CAD

Canadese dollar

1,3408

HKD

Hongkongse dollar

10,1099

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5630

SGD

Singaporese dollar

1,6244

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 412,69

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

11,7980

CNY

Chinese yuan renminbi

8,1066

HRK

Kroatische kuna

7,5928

IDR

Indonesische roepia

12 638,96

MYR

Maleisische ringgit

4,0497

PHP

Filipijnse peso

53,067

RUB

Russische roebel

39,9850

THB

Thaise baht

38,792

BRL

Braziliaanse real

2,5631

MXN

Mexicaanse peso

16,5647

INR

Indiase roepie

71,3700


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


7.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 66/2


Advies van het Adviescomité voor concentraties uitgebracht op zijn bijeenkomst van 8 augustus 2012 betreffende een ontwerpbesluit in zaak COMP/M.6314 — Telefónica UK/Vodafone UK/Everything Everywhere/JV

Rapporteur: Portugal

2013/C 66/02

Concentratie

1.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie een concentratie vormt in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening.

2.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie een EU-dimensie heeft in de zin van artikel 1, lid 3, van de concentratieverordening.

Marktomschrijving

3.

Het Adviescomité is het eens met de relevante productmarkten en geografische markten zoals de Commissie die in haar ontwerpbesluit heeft afgebakend.

4.

Met name is het Adviescomité het ermee eens dat de transactie dient te worden onderzocht voor de volgende markten:

a)

de markt voor de wholesalelevering van platformdiensten voor mobiele portemonnees, die ten minste het Verenigd Koninkrijk omvat;

b)

de markt voor veilige opslag, die ten minste het Verenigd Koninkrijk omvat;

c)

de markt voor de retaildistributie van mobiele-portemonneediensten aan klanten, die ten minste het Verenigd Koninkrijk omvat;

d)

de markt voor advertentiediensten, die ten minste het Verenigd Koninkrijk omvat;

e)

de markt voor bemiddelingsdiensten bij mobiele advertenties, die ten minste het Verenigd Koninkrijk omvat;

f)

de markt voor wholesale- en retaillevering van bulk-sms-diensten, die ten minste het Verenigd Koninkrijk omvat;

g)

de markt voor diensten voor data-analyse, die ten minste het Verenigd Koninkrijk omvat;

h)

de markt in het Verenigd Koninkrijk voor retail mobiele telefoniediensten.

Beoordeling uit mededingingsoogpunt

Verticale effecten

5.

Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Commissie dat het weinig waarschijnlijk is dat de voorgenomen transactie aanleiding geeft tot niet-gecoördineerde en gecoördineerde verticale effecten die een daadwerkelijke mededinging op significante wijze zouden belemmeren op de markt voor de wholesalelevering van platformdiensten voor mobiele portemonnees die ten minste het Verenigd Koninkrijk omvat.

6.

Met name is het Adviescomité het eens met de beoordeling van de Commissie dat de aanmeldende partijen waarschijnlijk niet:

a)

de technische mogelijkheden zouden hebben om de markt in belangrijke mate af te schermen voor concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees;

b)

de commerciële mogelijkheden zouden hebben om de markt in belangrijke mate af te schermen voor concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees, en

c)

de eenzijdige of gecoördineerde prikkels zouden hebben om de markt af te schermen voor concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees.

7.

Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Commissie dat het weinig waarschijnlijk is dat de voorgenomen transactie aanleiding geeft tot niet-gecoördineerde en gecoördineerde verticale effecten die een daadwerkelijke mededinging op significante wijze zouden belemmeren op de markt voor de wholesale- en retaillevering van bulk-sms-diensten die ten minste het Verenigd Koninkrijk omvat.

Conglomeraatseffecten

8.

Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Commissie dat het weinig waarschijnlijk is dat de voorgenomen transactie aanleiding geeft tot niet-gecoördineerde en gecoördineerde verticale effecten die een daadwerkelijke mededinging op significante wijze zouden belemmeren op de markt voor retail mobiele telefoniediensten in het Verenigd Koninkrijk.

Horizontale effecten

9.

Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Commissie dat het weinig waarschijnlijk is dat de voorgenomen transactie aanleiding geeft tot horizontale effecten die een daadwerkelijke mededinging op significante wijze zouden belemmeren op de betrokken markten.

Conclusie

10.

Het Adviescomité is het met de conclusie van de Commissie eens dat het weinig waarschijnlijk is dat de voorgenomen transactie de daadwerkelijke mededinging op de interne markt (of een wezenlijk deel daarvan) op significante wijze zal belemmeren. Ook is het ermee eens dat de transactie daarom, overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 1, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-Overeenkomst, verenigbaar moet worden verklaard met de interne markt en de werking van de EER-Overeenkomst.


7.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 66/4


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)

COMP/M.6314 — Telefónica UK/Vodafone UK/Everything Everywhere/JV

2013/C 66/03

Op 6 maart 2012 heeft de Europese Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van de concentratieverordening (2) ontvangen waarbij Telefónica UK Limited, Vodafone Group plc en Everything Everywhere Limited (die onder de gezamenlijke zeggenschap staan van France Télécom en Deutsche Telekom) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming die diverse mobielehandelsdiensten voor ondernemingen in het Verenigd Koninkrijk zal aanbieden. Op 13 april 2012 heeft de Commissie een besluit tot inleiding van de procedure van artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening vastgesteld.

Op 14 juni en 10 juli 2012 heb ik voldaan aan de verzoeken van respectievelijk Hutchinson 3G UK Limited („Three UK”) and Lloyds Banking Group om te worden gehoord als belanghebbende derden op grond van artikel 18, lid 4, van de concentratieverordening. Three UK en Lloyds Banking Group gaven blijk van voldoende procesbelang. De aangemelde concentratie dreigt hun concurrentiepositie op het gebied van diensten voor mobiele portefeuilles in het Verenigd Koninkrijk nadelig te beïnvloeden. Lloyds Banking Group is ook een potentiële klant van de toekomstige gemeenschappelijke onderneming. Bovendien hebben beide partijen een aantal bijdragen geleverd in de loop van de procedure. Ik heb de aanmeldende partijen dan ook in kennis gesteld van mijn besluit om Three UK en Lloyds Banking Group te erkennen als belanghebbende derden.

Op basis van de aanvullende bewijsstukken die in de loop van de diepgaande fase van het onderzoek werden vergaard, hebben de diensten van de Commissie geconcludeerd dat de voorgenomen transactie de daadwerkelijke mededinging op de interne markt niet op significante wijze zou belemmeren en derhalve verenigbaar is met de interne markt en de werking van de EER-Overeenkomst. Bijgevolg is aan de partijen geen mededeling van punten van bezwaar toegezonden.

Het ontwerp-besluit voorziet in een onvoorwaardelijke goedkeuring van de voorgenomen concentratie. Ik heb noch van de aanmeldende partijen, noch van andere partijen klachten ontvangen over de daadwerkelijke uitoefening van procedurele rechten. Het ontwerp-besluit bevat geen punten van bezwaar ten aanzien waarvan de partijen niet de kans hebben gekregen hun standpunten kenbaar te maken. Ik ben dan ook van mening dat de daadwerkelijke uitoefening van de procedurele rechten van alle betrokken partijen in deze zaak is geëerbiedigd.

Brussel, 8 augustus 2012.

Michael ALBERS


(1)  Overeenkomstig de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29).

(2)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).


7.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 66/5


Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 4 september 2012

waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-Overeenkomst

(Zaak COMP/M.6314 — Telefónica UK/Vodafone UK/Everything Everywhere/GO)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 6063 final)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 66/04

Deze tekst is op bepaalde plaatsen bewerkt om te voorkomen dat vertrouwelijke gegevens openbaar worden gemaakt. Dit is aangegeven met vierkante haken […] en een asterisk.

Op 4 september 2012 heeft de Commissie in een concentratiezaak een besluit vastgesteld op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen  (1), en met name artikel 8, lid 1, van genoemde verordening. Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van het besluit is in de authentieke taal van de zaak en in de werktalen van de Commissie beschikbaar op de website van directoraat-generaal Concurrentie, op het volgende adres:

http://ec.europa.eu/comm/competition/index_en.html

I.   DE PROCEDURE

(1)

Op 6 maart 2012 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (hierna „de concentratieverordening” genoemd) ontvangen. Daarin was meegedeeld dat Everything Everywhere Ltd (hierna „Everything Everywhere” genoemd), Telefónica UK Ltd (hierna „Telefónica UK” genoemd), en Vodafone Group plc (hierna „Vodafone-groep” genoemd) (hierna tezamen „de aanmeldende partijen” genoemd) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening gezamenlijke zeggenschap zouden verkrijgen over een nieuw opgerichte onderneming die een gemeenschappelijke onderneming is (hierna „JVCo” genoemd) welke diverse mobiele commerciële diensten (de zogeheten mCommerce) zal aanbieden aan bedrijven in het Verenigd Koninkrijk (hierna „de transactie” genoemd).

(2)

De transactie heeft een EU-dimensie in de zin van artikel 1, lid 2, van de concentratieverordening.

(3)

Na de fase I-beoordeling kwam de Commissie tot de conclusie dat de transactie onder de toepassing van de concentratieverordening viel en ernstige twijfel deed rijzen ten aanzien van de verenigbaarheid ervan met de interne markt en de werking van de EER-Overeenkomst. Daarom heeft de Commissie op 13 april 2012, overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening, de procedure ingeleid.

(4)

De aanmeldende partijen hebben diverse afzonderlijke verklaringen ingediend die een antwoord moesten bieden op specifieke aspecten die in dat besluit tot inleiding van de procedure aan de orde waren gesteld.

(5)

Op 2 mei 2012 hebben de aanmeldende partijen, op grond van artikel 10, lid 3, tweede alinea, verzocht om een verlenging met 17 werkdagen van de periode voor het fase II-onderzoek.

II.   DE AANMELDENDE PARTIJEN

(6)

Everything Everywhere is een gemeenschappelijke onderneming die ontstond uit de fusie van T-Mobile UK en Orange UK, een transactie die met de interne markt verenigbaar werd verklaard bij besluit van de Commissie van 1 maart 2010 in zaak COMP/M.5650 — T-Mobile/Orange (2). De uiteindelijke moedermaatschappijen van Everything Everywhere zijn France Télécom en Deutsche Telekom, die in een aantal EU-lidstaten en internationaal actief zijn op het gebied van vaste en mobiele telefonie.

(7)

Telefónica UK is een volledige dochteronderneming van Telefónica SA en maakt deel uit van de Telefónica-groep, die vooral vaste en mobiele telefoniediensten aanbiedt in een aantal EU-lidstaten, maar ook in een aantal landen buiten Europa, met name in Latijns-Amerika.

(8)

De Vodafone-groep is de holdingmaatschappij van een groep ondernemingen die actief zijn in de exploitatie van mobiele telecommunicatienetwerken en het aanbieden van daarmee verband houdende telecommunicatiediensten. Vodafone Group heeft wereldwijd deelnemingen in 30 mobiele operatoren. De Vodafone-groep is elders in de Europese Unie actief via volledige dochterondernemingen of dochterondernemingen die onder haar zeggenschap staan. De groep onderhoudt ook relaties met partnernetwerken in nog eens meer dan 40 landen, onder meer landen in de Europese Unie. Vodafone UK Ltd (hierna „Vodafone UK” genoemd), een volledige dochteronderneming van de Vodafone-groep die daarover uitsluitende zeggenschap heeft, is met name actief op de retailmarkt voor mobiele telefonie in het Verenigd Koninkrijk.

(9)

JVCo zou diverse diensten voor zakelijke gebruikers in het Verenigd Koninkrijk aanbieden. Geen van de diensten van JVCo zou rechtstreeks aan consumenten worden geleverd. JVCo zou diensten leveren aan de aanmeldende partijen, maar ook aan andere mobiele operatoren (hierna „de gebruikers van de diensten” genoemd). Met name wil JVCo de volgende diensten gaan aanbieden:

a)

het opzetten van een platform dat het mogelijk moet maken transactiediensten aan te bieden (bijv. betalingen of tickets) die off-line toegankelijk zijn via Near Field Communication (hierna „NFC” genoemd) enabled mobiele handsets of online via internet (het zgn. Wallet Platform) (3). Het Wallet Platform zou de levering ondersteunen van diverse verwante NFC-diensten, zoals betalen in winkels, ticketverkoop en toegangsdiensten, alsmede voucher- en loyaltydiensten, waarbij consumenten digitale vouchers kunnen ontvangen (hierna tezamen „de transacties” genoemd). Deze diensten zouden worden geleverd aan commerciële entiteiten, zoals onder meer banken, andere instellingen die betaalkaarten (kredietkaarten, debetkaarten, kaarten met een opgeladen bedrag enz.) uitgeven, emittenten van loyalty-kaarten, van tickets en andere detailhandelaren (hierna „de dienstenaanbieders” genoemd);

b)

het opzetten en inkopen van platformdiensten voor mobiele portemonnees om één contactpunt aan te kunnen bieden aan adverteerders en mediabureaus die advertentiecampagnes willen opzetten die zijn gericht op klanten van Mobile Network Operators (hierna „MNO's” genoemd) en Mobile Virtual Network Operators (hierna „MVNO's” genoemd) (hierna tezamen „mobiele operatoren” of „M(V)NO's” genoemd), waarbij kan worden gewerkt met push-berichten, coupons en vouchers, of via de verkoop van advertentieruimte;

c)

de levering van data-analysediensten aan JVCo's transactie- en advertentieklanten met betrekking tot de gegevens die werden verzameld bij haar transactie- en advertentiediensten (4).

III.   DE RELEVANTE MARKTEN

3.1.   De relevante productmarkten

De markt voor wholesalelevering van platforms voor mobiele portemonnees

(10)

Een relevante markt voor de wholesalelevering van platforms voor mobiele portemonnees zou kunnen worden afgebakend (5), die te onderscheiden is van de markt voor de retaildistributie van mobiele-portemonneediensten aan klanten. In het kader van dit besluit kan dit echter in het midden worden gelaten, omdat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de productmarkt.

De markt voor veilige opslag

(11)

Bij een mobiele portemonnee moet informatie veilig worden opgeslagen, met name de betalingsgegevens (payment credentials). Die opslag kan in beginsel via uiteenlopende middelen gebeuren, zoals opslag in de cloud en opslag op een secure element (hierna „SE” genoemd) dat op verschillende plaatsen in of op de mobiele handset kan zitten.

(12)

De Commissie sluit niet uit dat kan worden onderscheiden tussen een markt voor wholesalelevering van platformdiensten voor mobiele portemonnees en een markt voor uitsluitend de levering van veilige opslag. Een markt voor veilige opslag zou echter niet alleen veilige opslag op simkaarten omvatten, maar ten minste ook de veilige opslag op geïntegreerde SE's en mogelijk ook op SE's op toestelletjes bevestigd aan de mobiele handset, alsmede cloudgebaseerde oplossingen.

(13)

Hoe dan ook kan voor dit besluit in het midden worden gelaten of een markt voor veilige opslag zich ook uitstrekt tot veilige opslag op SE's op toestelletjes bevestigd aan de mobiele handset of cloudgebaseerde oplossingen, omdat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de productmarkt.

De markt voor retaildistributie van diensten voor mobiele portemonnees aan klanten

(14)

De aanmeldende partijen zijn van mening dat er een downstreammarkt voor de retaildistributie van diensten voor mobiele portemonnees aan klanten bestaat. JVCo zal zelf niet op deze markt aanwezig zijn. Integendeel, JVCo zal met haar wholesaleaanbod van platforms voor mobiele portemonnees de aanmeldende partijen en andere gebruikers van deze diensten in staat stellen om op retailniveau gepersonaliseerde mobiele portemonnees aan te bieden op basis van het door JVCo beschikbaar gestelde onderliggende portemonneeplatform.

(15)

Bij haar onderzoek van de markt is de Commissie met name nagegaan:

a)

of de retailmarkt voor de levering van mobiele-portemonneediensten (zoals off- en online mobiele betalingen) een markt vormt die moet worden onderscheiden van die voor bestaande onlinebetaaldiensten (met krediet-/debetkaarten of PayPal enz., via internet op een vaste computer, tablet, of een mobiele handset)?

b)

of de retailmarkt voor de levering van mobiele-portemonneediensten (zoals off- en online mobiele betalingen) een markt vormt die moet worden onderscheiden van die voor bestaande off-linebetaaldiensten (NFC-enabled krediet- en debetkaarten en traditionele betaalinstrumenten zoals krediet-, debetkaarten en contanten)?

c)

of de retailmarkt voor de levering van mobiele-portemonneediensten verder dient te worden opgesplitst in een markt voor off-line en voor online mobiele betalingen?

(16)

De Commissie is van mening dat de thans bestaande methoden voor online en mobiele betalingen misschien tot aparte relevante productmarkten behoren. Hoe dan ook kan voor dit besluit in het midden worden gelaten of de thans bestaande methoden voor onlinebetalingen tot dezelfde markt behoren als de methoden voor mobiele betaling, omdat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de productmarkt.

(17)

De Commissie is van mening dat mobiele betalingen in de voorzienbare toekomst waarschijnlijk naast niet-mobiele betaalmethoden (daaronder begrepen NFC- en niet-NFC-enabled krediet- en debetkaarten) zullen blijven bestaan. Consumenten zullen verschillende betaalmethoden willen blijven gebruiken en de aanbieders van betaalinstrumenten en detailhandelaren hebben een prikkel om door hun klanten gebruikte betaalmethoden te blijven aanbieden en accepteren. Zelfs indien deze betaalmethoden kenmerken hebben die hen onderscheiden van die van mobiele betalingen, bestaat er hoogst waarschijnlijk een bepaalde mate van substitueerbaarheid, met name tussen mobiele betalingen en NFC-enabled krediet- en debetkaarten, hetgeen betekent dat de thans bestaande middelen voor off-linebetalingen misschien concurrentiedruk kunnen uitoefenen op retailaanbieders van mobiele betaaldiensten. Dit zal dan weer voor indirecte concurrentiedruk zorgen op wholesaleaanbieders van platforms voor mobiele portemonnees. Voor dit besluit kan echter in het midden worden gelaten of de methoden voor off-linebetalingen momenteel tot dezelfde markt behoren als de methoden voor mobiele betalingen, omdat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de productmarkt.

(18)

Ten slotte is de Commissie van mening dat het weinig waarschijnlijk is dat online en off-line mobiele betalingen tot dezelfde relevante productmarkt behoren, ten minste momenteel. Alhoewel de ontwikkeling op korte of middellange termijn niet volledig duidelijk is (6), kan voor dit besluit echter in het midden worden gelaten of online- en off-linebetalingen tot dezelfde markt behoren, omdat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de productmarkt.

De markt voor advertentiediensten

(19)

JVCo zou als bemiddelaar optreden voor de verkoop van digitale advertentieruimte: zij zou aan adverteerders, reclamebureaus en andere partijen een „one stop shop” aanbieden om met één campagne coupons en aanbiedingen of advertentiecampagnes voor een merk te brengen op de mobiele handsets van klanten van alle deelnemende M(V)NO's die zich voor deelname hebben ingeschreven (opt-in).

(20)

Met name wil JVCo de volgende diensten gaan aanbieden:

a)

push-sms: JVCo zou sms-berichten sturen naar klanten van deelnemende MVNO's die hebben ingeschreven voor marketingaanbiedingen of -berichten;

b)

intelligente bulk-sms: JVCo zou sms-berichten sturen naar ingeschreven klanten van een adverteerder, aangevuld met extra gegevens/features die de campagne doeltreffender moeten maken. JVCo zou — maar alleen ter ondersteuning — standaard bulk-sms-diensten kunnen aanbieden, dus zonder intelligente overlay;

c)

pull-aanbiedingen: JVCo zou adverteerders en reclamebureaus toegang bieden tot platforms zoals apps van M(V)NO's of de portemonnee van JVCo om aanbiedingen of informatie op een locatie te plaatsen waardoor consumenten worden gestimuleerd om deze te bezoeken en er naar dit soort diensten op zoek te gaan, in plaats dat aanbiedingen of informatie hun worden toegestuurd via push-sms/mms of een display-advertentie;

d)

display-advertenties op activa van M(V)NO's: JVCo zou adverteerders advertentiemogelijkheden bieden zoals display-advertenties, banners of pop-ups voor alle mobiele infrastructuur van deelnemende M(V)NO's (d.w.z. in portemonnees, mobiele portals en apps);

e)

coupons en vouchers: JVCo zal de mogelijkheid bieden om coupons en vouchers uit te geven via onder meer messaging, om deze online en in detailhandelslocaties in te wisselen via de portemonnee van JVCo of andere mobiele apps en om, waar nodig, de inwisseling ervan bij te houden.

(21)

JVCo zou niet actief zijn voor andere vormen van mobiel adverteren (zoals bijvoorbeeld het aanbieden van bemiddelingsdiensten voor zoekgerelateerde advertenties), die daarom ook niet in dit besluit worden besproken.

De markt voor bemiddelingsdiensten bij mobiele advertenties

(22)

Volgens de aanmeldende partijen is de relevante productmarkt voor het beoordelen van de totstandbrenging van JVCo de markt voor de levering van bemiddelingsdiensten voor digitaal adverteren in het Verenigd Koninkrijk, daaronder begrepen alle vormen van digitaal adverteren (door marketingberichten via e-mail, sms- of push-notificaties, of onlineadverteren al dan niet bij zoekopdrachten), die worden geleverd via zowel statische internetverbindingen als via mobiele communicatie-uitrusting (en ook via tussengeschakelde apparatuur zoals laptops en tabletcomputers).

(23)

In haar eerdere beschikkingspraktijk heeft de Commissie een onderscheid gemaakt tussen het aanbieden van online- en off-lineadvertentieruimte (7). De Commissie ging ook in op de vraag of de markt voor onlineadvertenties verder kon worden onderverdeeld in een markt voor zoekgerelateerde en niet-zoekgerelateerde diensten, maar zij heeft het antwoord op deze vraag uiteindelijk opengelaten, omdat, ongeacht de gehanteerde marktafbakening, de transactie geen mededingingsbezwaren deed rijzen (8).

(24)

Voor dit besluit kan echter in het midden worden gelaten of mobiel adverteren een markt is die moet worden onderscheiden van die voor online (zoekgerelateerd of niet-zoekgerelateerd) adverteren, dan wel of deze behoort tot een ruimere markt, omdat de kans klein is dat de transactie de daadwerkelijke mededinging significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de productmarkt.

Gerichte marketing messaging binnen de markt voor mobiel adverteren

(25)

Voor dit besluit kan echter in het midden worden gelaten of mobiele marketing messaging een markt is die moet worden onderscheiden van die voor zoek- of niet-zoekgerelateerd adverteren, dan wel of deze behoort tot een ruimere markt, omdat de kans klein is dat de transactie de daadwerkelijke mededinging significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de productmarkt.

Bestaan van afzonderlijke submarkten binnen de markt voor gerichte marketing messaging

(26)

De Commissie is ook nagegaan of, binnen de markt voor marketing messaging, push-sms en intelligente bulk-sms, enerzijds, en IP push-notificaties, anderzijds, afzonderlijke productmarkten zouden zijn.

(27)

Voor dit besluit kan echter in het midden worden gelaten of de verschillende soorten van gerichte mobiele marketingberichten afzonderlijke markten vormen, dan wel tot een ruimere markt behoren, omdat de kans klein is dat de transactie de daadwerkelijke mededinging significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de productmarkt.

Bemiddeling bij mobiel adverteren versus directe verkopen

(28)

JVCo zal bemiddelen voor gerichte marketing messaging, niet-zoekgerelateerde en andere vormen van adverteren op mobiele handsets (zoals coupons en vouchers).

(29)

Op basis van haar marktonderzoek kwam de Commissie tot de conclusie dat directe verkopen van mobiele advertenties in aanzienlijke mate druk zetten op de verkoop via advertentiebemiddelaars. Hoe dan ook, voor dit besluit kan in het midden worden gelaten of er afzonderlijke markten bestaan voor directe en voor bemiddelde verkopen van mobiele advertenties, dan wel of deze behoren tot een ruimere markt, omdat de kans klein is dat de transactie de daadwerkelijke mededinging significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de productmarkt.

Algemene conclusie

(30)

Op grond van het bovenstaande is de conclusie dat, wat de advertentieactiviteiten van Jaco betreft, de precieze afbakening van de productmarkt in het midden kan worden gelaten, omdat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zal belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de productmarkt.

De markt voor retail en wholesale bulk-sms-diensten

(31)

Retail bulk-sms is een dienst waarmee bedrijven (zoals detailhandelaren of financiële instellingen) grote volumes tekstberichten naar hun klanten kunnen sturen (voor zover dezen zich hebben ingeschreven om dit soort berichten op hun mobiele handsets te kunnen ontvangen). Deze dienst kan worden gebruikt voor het verzenden van marketingberichten, maar wordt momenteel vooral gebruikt voor algemene communicatie met klanten. Zo kan een bank bijvoorbeeld een retail bulk-sms-dienst gebruiken om haar klanten mini-rekeningafschriften of fraudewaarschuwingen te zenden.

(32)

Om deze berichten via sms bij de beoogde ontvangers te krijgen, is er connectiviteit met een of meerdere mobiele netwerken vereist en moeten die berichten ook fysiek bij de betrokken mobiele abonnees terechtkomen. Dit soort dienst wordt „wholesalelevering van bulk-sms” genoemd. Deze dienst bestaat uit twee belangrijke onderdelen: eerst wordt het bericht van de verzender (JVCo of een aggregator) naar het mobiele netwerk gestuurd waarop de beoogde ontvanger zich heeft geabonneerd (het thuisnetwerk), waarna het bericht door het thuisnetwerk naar de mobiele handset van de ontvanger wordt doorgeleid.

(33)

Volgens de aanmeldende partijen bestaat er een afzonderlijke markt voor retail bulk-sms-diensten en voor wholesale diensten voor het leveren van bulk-sms, die een upstream-input is voor de marketing messagingdiensten van JVCo.

(34)

Uit het marktonderzoek blijkt dat retail bulk-sms-diensten een markt vormen die moet worden onderscheiden van die voor actieve marketing messaging. Eerstgenoemde markt is een downstreammarkt voor de eventuele markt voor de wholesalelevering van bulk-sms-diensten. Voor dit besluit kan de precieze marktafbakening echter in het midden worden gelaten, omdat de kans klein is dat de transactie de daadwerkelijke mededinging significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de productmarkt.

De markt voor data-analysediensten

(35)

Naast transactie- en advertentiediensten zal JVCo haar klanten ook data-analysediensten aanbieden. Het is niet de bedoeling van de aanmeldende partijen om JVCo data-analysediensten als aparte producten te laten aanbieden. JVCo wil de gegevens die door haar transactie- en advertentiediensten worden gegenereerd, verzamelen en analyseren om haar klanten een waardevol inzicht te bieden in het gedrag van klanten. De activiteiten van JVCo op het gebied van data-analyse zullen vooral uit drie onderdelen bestaan: rapportageanalyse, businessdevelopment-analyse en loyaliteitsanalyse.

(36)

Volgens de aanmeldende partijen zou JVCo actief zijn op de markt voor de levering van data-analysediensten voor online- en off-lineadvertentie- en transactiediensten. Het is volgens hen niet nodig om in deze zaak de totale markt voor de levering van data-analysediensten verder op te splitsen.

(37)

De Commissie is, in het kader van deze transactie, nagegaan of er een afzonderlijke productmarkt zou kunnen bestaan voor de levering van data-analysediensten voor mobiel adverteren.

(38)

Voorts is de Commissie nagegaan of er, binnen de mobiele omgeving, afzonderlijke markten konden bestaan voor marktresearchdiensten (bedoeld om het aankoopgedrag van consumenten te meten en te begrijpen) en marktinformatiediensten (bedoeld om, met het oog op direct marketing, gegevens over individuele consumenten aan te leveren, zoals leeftijd, sociale groep, activiteiten of adres).

(39)

Hoe dan ook kan in het kader van dit besluit de precieze afbakening van de productmarkt in het midden worden gelaten, omdat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de productmarkt.

De markt voor retail mobiele telefoniediensten

(40)

Op deze markt verkopen MNO's aan eindgebruikers nationale en internationale telefoongesprekken, sms (en ook mms), mobiel internet met datadiensten en toegang tot content via het mobiele netwerk.

(41)

In eerdere besluiten (9) heeft de Commissie de markt voor de levering van mobiele communicatiediensten aan eindgebruikers niet verder opgesplitst naar type klant (zakelijk of particulier, post-paid-abonnees of pre-paid-klanten) of naar soort netwerktechnologie (2G/GSM of 3G/UMTS). In die vroegere zaken heeft de Commissie dan ook een beoordeling uitgevoerd op basis van één markt voor de levering van mobiele telecommunicatiediensten aan eindgebruikers.

(42)

Hoe dan ook kan voor dit besluit in het midden worden gelaten of er al dan niet afzonderlijke submarkten bestaan voor mobiele telecommunicatiediensten aan eindgebruikers, omdat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de productmarkt.

3.2.   De relevante geografische markten

De markt voor wholesalelevering van platforms voor mobiele portemonnees

(43)

De aanmeldende partijen zijn van mening dat de relevante geografische markt voor de wholesalelevering van platforms voor mobiele portemonnees ten minste nationaal in omvang is, en het hele Verenigd Koninkrijk omvat.

(44)

Op basis van haar marktonderzoek is de Commissie van oordeel dat in deze zaak de geografische markt voor de wholesalelevering van platforms voor mobiele portemonnees ten minste nationaal in omvang lijkt te zijn (het Verenigd Koninkrijk) en misschien zelfs ruimer is dan nationaal. Hier kan echter in het midden worden gelaten of de geografische omvang van de markt voor de wholesalelevering van platforms voor mobiele portemonnees ruimer is dan nationaal, omdat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de relevante geografische markt.

De markt voor veilige opslag

(45)

De aanmeldende partijen gingen niet in op de vraag of er een markt voor veilige opslag bestaat, noch wat daarvan de geografische omvang is.

(46)

De levering van veilige opslag via sim-gebaseerde SE's lijkt nauw verbonden te zijn met de levering van retail mobiele telefoniediensten, markten waarvoor de Commissie in eerdere besluiten concludeerde dat de geografische omvang daarvan nationaal was (10).

(47)

Daartegenover staat dat de levering van veilige opslag voor geïntegreerde SE's misschien wel een ruimere geografische omvang heeft, omdat de aanbieders van geïntegreerde SE's, met name Original Equipment Manufacturers (hierna „OEM's” genoemd) en leveranciers van besturingssystemen (operating systems (OS)) (hierna „OS-leveranciers” genoemd) en eventueel ook aanbieders van externe SE's en cloudgebaseerde veilige opslag, wereldwijd actief zijn. Zij kunnen dus op een ruimere dan nationale basis met retailaanbieders van mobiele-portemonneediensten of wholesaleaanbieders van platforms voor mobiele portemonnees contracten afsluiten voor de levering van veilige opslag.

(48)

De Commissie is van mening dat in deze zaak de mogelijke geografische markt voor het aanbieden van veilige opslag ten minste nationaal in omvang lijkt te zijn (het Verenigd Koninkrijk). Ten aanzien van deze transactie kan de precieze afbakening van de geografische omvang van een eventuele markt voor veilige opslag in het midden worden gelaten, omdat de voorgenomen transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de relevante geografische markt.

De markt voor retaildistributie van mobiele-portemonneediensten aan klanten

(49)

De aanmeldende partijen zijn van mening dat de relevante geografische markt voor de retaildistributie van mobiele-portemonneediensten ten minste nationaal in omvang is. Zij verwachten niet actief mobiele portemonnees te gaan aanbieden aan klanten buiten het Verenigd Koninkrijk, wat te verklaren valt doordat de betaalkaarten en -diensten die via de mobiele portemonnee zullen worden aangeboden, verband houden met dienstenaanbieders in het Verenigd Koninkrijk.

(50)

De aanmeldende partijen houden er echter wel rekening mee dat hun concurrenten, zoals Google en PayPal, deze diensten zullen aanbieden aan consumenten in meerdere landen (11) — en dat deze dus wereldwijd zullen opereren. Zij zijn van mening dat, aangezien er geen basis is om regionale of lokale markten af te bakenen, in het midden mag worden gelaten of de relevante markt voor de retaildistributie van mobiele-portemonneediensten aan klanten ruimer in omvang is dan nationaal.

(51)

Op basis van haar marktonderzoek is de Commissie van oordeel dat in deze zaak de geografische markt voor de retaildistributie van mobiele-portemonneediensten ten minste nationaal in omvang lijkt te zijn (het Verenigd Koninkrijk). Ten aanzien van deze transactie kan de precieze afbakening van de geografische markt voor de retaildistributie van mobiele-portemonneediensten in het midden worden gelaten, omdat de voorgenomen transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de relevante geografische markt.

De markt voor advertentiediensten

(52)

Wat betreft de advertentiediensten die JVCo zal aanbieden (en eventuele submarkten), voeren de aanmeldende partijen aan dat de geografische markt ten minste het Verenigd Koninkrijk omvat, of misschien zelfs ruimer is.

(53)

In het licht van haar marktonderzoek concludeert de Commissie dat de geografische markt voor advertentiediensten (en eventuele submarkten daarvan) nationaal in omvang lijkt te zijn (het Verenigd Koninkrijk). In het kader van dit besluit kan de precieze afbakening van de geografische markt echter in het midden worden gelaten, omdat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de geografische markt.

De markt voor retail en wholesale bulk-sms-diensten

(54)

De aanmeldende partijen zijn van mening dat de relevante geografische markt voor retail bulk-sms-diensten ten minste nationaal in omvang is, en het hele Verenigd Koninkrijk omvat.

(55)

De geografische omvang van de (eventuele) markt voor retail bulk-sms-diensten lijkt nationaal in omvang te zijn (het Verenigd Koninkrijk) of mogelijk zelfs ruimer; de (eventuele) markt voor wholesale bulk-sms-diensten lijkt ruimer in omvang te zijn dan nationaal.

(56)

Wat betreft zowel de markt voor retail bulk-sms-diensten als die voor wholesale bulk-sms-diensten, kan in dit geval de precieze afbakening van de geografische markt in het midden worden gelaten, omdat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de geografische markt

De markt voor data-analysediensten

(57)

De aanmeldende partijen zijn van mening dat de geografische markt voor data-analysediensten (en de relevante submarkten ervan) ten minste nationaal in omvang is (zijn), en het hele Verenigd Koninkrijk omvat(ten).

(58)

In het kader van dit besluit kan de precieze afbakening van de geografische markt echter in het midden worden gelaten, omdat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht de gehanteerde afbakening van de geografische markt.

De markt voor retail mobiele telefoniediensten

(59)

In vroegere besluiten (12) was de Commissie van oordeel dat de relevante geografische markt voor mobiele telecommunicatiediensten voor eindgebruikers (en de eventuele submarkten daarvan) nationaal in omvang is (zijn). De verklaring daarvoor is dat mobiele tarieven op nationale basis functioneren en dat ook de regelgeving en regulering (zoals spectrumtoewijzing, nummering en mobiele terminatie) op nationale basis plaatsvindt.

(60)

De Commissie concludeert dan ook, in lijn met haar eerdere besluiten, dat de geografische markt in omvang beperkt is tot het Verenigd Koninkrijk.

IV.   BEOORDELING UIT MEDEDINGINGSOOGPUNT

4.1.   Inleiding

(61)

Op grond van artikel 2, leden 2 en 3, van de concentratieverordening (13) dient de Commissie na te gaan of een voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel daarvan op significante wijze zal belemmeren. In dat verband heeft de Commissie een beoordeling gemaakt voor alle door de transactie getroffen markten.

(62)

Wat betreft mobiele transactiediensten, de voor de beoordeling van de transactie relevante markten zijn de upstreammarkt voor de wholesalelevering van platformdiensten voor mobiele portemonnees, de markt voor de toegang tot veilige opslag, de downstreammarkt voor de retaildistributie van mobiele portemonnees aan klanten, en de markt voor retail mobiele telefoniediensten. Al deze markten hebben een geografische omvang die ten minste het Verenigd Koninkrijk omvat, en misschien zelfs ruimer is (14).

(63)

Wat betreft de advertentiediensten van JVCo, de voor de beoordeling uit mededingingsoogpunt van de transactie relevante markt zijn de markt voor bemiddeling bij mobiel adverteren (en de eventuele submarkten daarvan) en de wholesale- en retaillevering van bulk-sms-diensten. Daarnaast is in deze zaak ook de markt voor data-analyse diensten met eventuele submarkten daarvan relevant voor de beoordeling uit mededingingsoogpunt.

(64)

De Commissie heeft bij haar marktonderzoek vooral gekeken naar het risico dat er door de transactie een concurrentienadeel gaat ontstaan als gevolg van mogelijke afschermingsstrategieën, met name gelet op de zeer sterke posities die de partijen samen hebben op de retailmarkt voor mobiele telefonie in het Verenigd Koninkrijk. Daarom wordt in dit deel eerst een beoordeling gemaakt van de eventuele niet-horizontale effecten van de transactie op de markt voor mobiele portemonnees en bulk-sms, en worden vervolgens de mogelijke horizontale effecten van de transactie onderzocht op de markten voor de wholesalelevering van platformdiensten voor mobiele portemonnees en de markten voor mobiele advertentiediensten en de levering van data-analyse.

(65)

Bij de beoordeling van mogelijke horizontale effecten heeft de Commissie rekening gehouden met de situatie zonder de transactie. Op grond van de uitkomsten van haar marktonderzoek is de Commissie van oordeel dat de aanmeldende partijen in staat zouden zijn (en in zekere mate al in staat zijn) om hun mCommerce-diensten aan te bieden zonder JVCo (15). Toch is het, in het kader van dit besluit, niet nodig om op dit punt conclusies te trekken, aangezien de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren, ongeacht het gehanteerde scenario.

4.2.   Niet-horizontale effecten — verticale effecten

Inleiding

(66)

In dit besluit gaat de Commissie na of de aanmeldende partijen hun sterke gemeenschappelijke positie op de markt voor retail mobiele telefoniediensten (en eventuele submarkten daarvan) kunnen gebruiken om de wholesalemarkt voor platforms voor mobiele portemonnees in belangrijke mate af te schermen voor andere kandidaat-toetreders die concurrerende platformdiensten voor mobiele portemonnees willen aanbieden. Volgens de richtsnoeren niet-horizontale fusies zijn twee vormen van afscherming mogelijk: afscherming van input en afscherming van klanten (16). In deze zaak gaat de Commissie na hoe groot het risico is van een strategie om essentiële input voor de levering van mobiele-portemonneeproducten aan eindgebruikers technisch of commercieel af te schermen. Bij deze input van essentieel belang gaat het om SE's en de installatie van apps op een mobiele handset om de mobiele portemonnee te laten functioneren. Dit soort afscherming van input kan de mededingingsvoorwaarden schaden of aantasten op de wholesalemarkt voor platformdiensten voor mobiele portemonnees (bijv. doordat dit resulteert in hogere prijzen voor dienstenaanbieders) en zou ook downstream een impact hebben op de mededingingsvoorwaarden op de retailmarkt voor mobiele portemonnees. Daarom gaat de Commissie in het hiernavolgende na, wat de mogelijkheid en de prikkel voor de aanmeldende partijen is om zich in te laten met dit soort afscherming van input.

(67)

De Commissie heeft met name onderzocht of de aanmeldende partijen:

a)

technisch gezien de mogelijkheid zouden hebben om de markt af te schermen voor concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees via een reeks mogelijke middelen;

b)

de mogelijkheid en de prikkel zouden hebben om zich in te laten met commerciële afscherming van de markt voor concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees via een reeks mogelijke middelen.

Beoordeling van de technische afscherming

(68)

Wat betreft de technische mogelijkheden om de markt in belangrijke mate af te sluiten voor concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees, dient in de eerste plaats te worden opgemerkt dat een overgrote meerderheid van de respondenten bij het marktonderzoek van oordeel waren dat de aanmeldende partijen technisch niet in staat zouden zijn om hun concurrenten te beletten gebruik te maken van of hen te beperken in hun mogelijkheden (17) om mobiele-portemonneediensten op een andere wijze aan te bieden dan via JVCo (18). Voorts dient te worden aangetekend dat de aanmeldende partijen betogen dat JVCo de andere MNO's en MVNO's op niet-discriminerende voorwaarden toegang zal bieden (19). Met name zullen alle technische details door JVCo worden ontwikkeld in overeenstemming met de sectorale standaarden en op niet-discriminerende basis vrij beschikbaar zijn voor gebruikers van de diensten en kandidaat-gebruikers daarvan (20).

(69)

Toegang tot een SE lijkt van fundamenteel belang te zijn voor het functioneren van mobiele portemonnees. Al is het — in beginsel — mogelijk dat transacties die uitgaan van een mobiele handset worden voltooid via oplossingen die gebruikmaken van softwaregebaseerde veilige oplossingen waarbij de betalingsgegevens in de cloud worden opgeslagen, toch gelden dit soort oplossingen in dit stadium als minder veilig of te traag om te worden gebruikt op verkooppunten (points of sale — hierna „PoS” genoemd) omdat gebruikersnaam en wachtwoorden moeten worden ingegeven. Dit soort oplossingen zou wel levensvatbaar lijken op middellange tot lange termijn (21).

(70)

De Commissie is dan ook van mening dat het thans meest waarschijnlijke middel om een mobiele portemonnee aan klanten aan te bieden, erin bestaat een sim-gebaseerd SE te gebruiken, of anders een geïntegreerd SE.

(71)

Daarom gaat de Commissie eerst na of de aanmeldende partijen in staat zouden zijn de markt in belangrijke mate af te schermen voor concurrenten die klanten een mobiele portemonnee willen aanbieden die concurreert met die van JVCo, door toegang te weigeren tot het SE dat in het sim-gebaseerde SE zit.

(72)

In de tweede plaats gaat de Commissie, in de aanname dat toegang tot het sim-gebaseerde SE werd geweigerd, na of concurrenten nog steeds hun mobiele portemonnees zouden aanbieden door toegang te zoeken tot alternatieve SE's die in hardware van de mobiele handset zijn geïntegreerd, dan wel de markt in belangrijke mate zouden afschermen voor concurrenten die klanten een mobiele portemonnee willen aanbieden die concurreert met die van JVCo, door toegang te weigeren tot dit alternatieve geïntegreerde SE.

(73)

Aangezien het hier een opkomende markt in volle ontwikkeling betreft, doet de Commissie niettemin opmerken dat, indien nieuwe toekomstige technologieën op basis van software, cloudgebaseerde SE's, micro-SD-kaarten, NFC-stickers of -hoezen, of alternatieve oplossingen op de markt zouden komen — zoals gelet op technologische ontwikkelingen redelijkerwijs mag worden verwacht —, deze voor aanzienlijke extra concurrentie zouden zorgen en dus voor concurrentiedruk op JVCo en de aanmeldende partijen.

Technische mogelijkheden om de markt voor concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees in belangrijke mate af te schermen door de toegang tot sim-gebaseerde SE's af te schermen

(74)

De Commissie concludeert dat de aanmeldende partijen, technisch gezien, de mogelijkheid hebben om voor concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees de toegang tot sim-gebaseerde SE's in belangrijke mate af te schermen voor retail mobiele telefoniecontracten die dezen met hun klanten afsluiten (wanneer zij de klant een simkaart geven) in het Verenigd Koninkrijk. Aan deze conclusie wordt niet afgedaan indien de geografische markt ruimer werd afgebakend dan het Verenigd Koninkrijk, aangezien de aanmeldende partijen hun retail mobiele telefoniecontracten vooral aanbieden aan klanten die in het Verenigd Koninkrijk wonen.

Technische mogelijkheid om met een alternatief SE functionerende concurrerende mobiele portemonnees te blokkeren of minder goed te laten functioneren

(75)

Toegang tot het sim-gebaseerde SE zou in beginsel door concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees kunnen worden omzeild indien dezen toegang kunnen krijgen tot andere SE's die ergens anders in de mobiele handset zijn geïntegreerd dan in de simkaart van de aanmeldende partijen.

(76)

SE's kunnen geïntegreerd zijn in de hardware van de mobiele handset (een oplossing die wordt voorgesteld door meerdere OEM's (22) die mobiele handsets in het Verenigd Koninkrijk verkopen), of in een extern apparaatje dat op de mobiele handset wordt bevestigd. Zo biedt bijvoorbeeld Visa in het Verenigd Koninkrijk al een mobiele betaaloplossing aan die van dit soort SE gebruikmaakt.

(77)

Deze alternatieven zullen zeer waarschijnlijk worden gebruikt door concurrenten die transactiediensten aanbieden. Dit maakt duidelijk de weg vrij voor concurrenten die consumenten hun producten (zoals Google Wallet) willen aanbieden waarin wordt gebruikgemaakt van geïntegreerde SE's.

(78)

Aangezien het meest waarschijnlijke alternatief voor sim-gebaseerde SE's het geïntegreerde SE zou zijn, concentreert de Commissie zich bij haar beoordeling van de technische afscherming op de mogelijkheden voor de aanmeldende partijen om de functionaliteit aan te tasten van concurrerende mobiele portemonnees die het gebruik van een geïntegreerd SE zou vergen. Deze aantasting van de kwaliteit zou vooral een van de volgende vormen kunnen aannemen, die hier nader worden onderzocht.

Technische mogelijkheid om voor een op de netwerken van de aanmeldende partijen werkende mobiele handset het downloaden, installeren en/of updaten van een concurrerende app voor een mobiele portemonnee waarvoor een geïntegreerd SE vereist is, te blokkeren of deze daarop minder goed te laten functioneren

(79)

De Commissie is nagegaan of de aanmeldende partijen misschien technisch in staat zijn om ervoor te zorgen dat consumenten voor hun mobiele portemonnee niet de vereiste app kunnen downloaden of gebruiken. De aanmeldende partijen betogen dat het voor een MNO technisch niet mogelijk is om het downloaden, de installatie of het updaten van een (concurrerende) app voor een mobiele portemonnee te blokkeren (of slechter te laten verlopen) (23).

(80)

Tijdens haar marktonderzoek was de Commissie in nauw contact met de telecomtoezichthouder in het Verenigd Koninkrijk (Ofcom), die over bewezen onafhankelijke technische deskundigheid beschikt. Ofcom heeft de verklaring van de aanmeldende partijen over de technische afscherming in detail onderzocht. Ten gronde was de conclusie van Ofcom dat de verklaringen van de aanmeldende partijen redelijk zijn in de huidige stand van de techniek en voor de toepassing van diensten voor mobiele portemonnees.

(81)

Wat betreft de technische mogelijkheid voor MNO's om het downloaden van een concurrerende mobiele-portemonnee-app zonder de toegang tot de volledige app-store te blokkeren, hebben MNO's die geen deel uitmaken van JVCo, bevestigd dat dit niet mogelijk zou zijn.

(82)

Voorts hebben meerdere respondenten verklaard dat het voor MNO's technisch niet mogelijk is om consumenten te beletten hun 3G- of wifiverbinding te gebruiken om apps te downloaden (bijvoorbeeld van PayPal) van app-stores zoals Google Play of iTunes.

(83)

Pogingen van de aanmeldende partijen om websites of apps te blokkeren om andere redenen dan het beheer van het verkeer naar/van websites of het blokkeren van illegale content, zouden waarschijnlijk worden ontdekt door consumenten of de eigenaren van deze websites en door Ofcom, hetgeen op dit punt negatief zou uitwerken op de gedragingen van de aanmeldende partijen. De Commissie is van oordeel dat hetzelfde waarschijnlijk ook zou gelden voor de andere technische afschermingsstrategieën waarvan in het besluit een beoordeling wordt gemaakt.

(84)

Op basis van het bovenstaande is het weinig waarschijnlijk dat de aanmeldende partijen technisch de mogelijkheid zouden hebben om voor een op de netwerken van de aanmeldende partijen werkende mobiele handset het downloaden, installeren en/of updaten van een concurrerende app voor een mobiele portemonnee waarvoor een geïntegreerd SE vereist is, te blokkeren of deze daarop minder goed te laten functioneren.

Technische mogelijkheid tot het blokkeren/minder goed laten functioneren van de functionaliteit of het deactiveren van een geïntegreerd SE na de installatie ervan

(85)

De aanmeldende partijen voeren aan dat de OEM's de aanbieders van geïntegreerde SE's zijn en controle hebben op de toegang daartoe, omdat OEM's de rechten hebben inzake contentmanagement. De aanmeldende partijen kunnen de functionaliteit van de geïntegreerde SE's niet blokkeren of minder goed laten functioneren, omdat zij niet over de vereiste technische sleutels beschikken om in de geïntegreerde SE's te kunnen komen. Zij kunnen de toegangsrechten tot de geïntegreerde SE's niet veranderen of bepalen.

(86)

De Commissie is, met name op basis van het Ofcom-rapport (24), van oordeel dat MNO's geen „eigenaar” zijn van niet-sim-gebaseerde SE's en dat MNO's dus ook geen greep zouden hebben op het activeren en controleren van dit soort SE's (al zou het enablen van sommige aspecten misschien wel geheel of ten dele afhankelijk kunnen zijn van toegangsdiensten, zoals mobiele breedbandverbindingen die de MNO voor sommige klanten kan leveren). Indien toegang tot de breedbandverbinding van de MNO kan worden gebruikt om een geïntegreerd SE een eerste maal te activeren, zou dit eventueel ook kunnen gebeuren met een USB of een wifiverbinding. Indien de MNO de toegang dus zou willen afsluiten, zou deze dat met respect voor de breedbandverbinding van de MNO kunnen doen (d.w.z. dat het misschien technisch doenbaar is), maar het zou technisch waarschijnlijk niet haalbaar zijn om het gebruik van andere toegangsdiensten te beletten (bijv. USB of wifi) (25).

(87)

Op basis van het marktonderzoek is het weinig waarschijnlijk dat de aanmeldende partijen de technische mogelijkheid zouden hebben tot het blokkeren/minder goed laten functioneren van de functionaliteit of het deactiveren van een geïntegreerd SE na de installatie ervan.

Technische mogelijkheid om een concurrerende mobiele portemonnee pas in tweede instantie te laten functioneren, zodat de voorkeur automatisch gaat naar het sim-gebaseerde SE/de mobiele portemonnee van de aanmeldende partijen

(88)

De aanmeldende partijen voeren aan dat het mogelijk is om op dezelfde mobiele handset zowel een sim-gebaseerd SE te hebben als een in die handset geïntegreerd SE. Ook is het technisch mogelijk dat zowel een sim-gebaseerd SE als een geïntegreerd SE tegelijkertijd „actief” zijn, dat zij dus zo functioneren dat de contactloze lezer van beide SE's kan gebruikmaken. Bovendien hebben MNO's technisch niet de mogelijkheid om een concurrerende mobiele portemonnee pas in tweede instantie te laten functioneren, zodat de voorkeur automatisch gaat naar het sim-gebaseerde SE of de mobiele portemonnee die berust op het platform van JVCo.

(89)

Op basis van het marktonderzoek en met name rekening houdende met de verklaringen van Ofcom, is de Commissie van oordeel dat de keuze van het default SE uiteindelijk wordt bepaald door de klant.

(90)

De Commissie moet toegeven dat er misschien voordelen verbonden zijn aan het feit dat in de instellingen van de mobiele handset een mobiele portemonnee vooraf is gedefinieerd als de default mobiele portemonnee. Toch vindt zij dat bij een app waarmee in winkels of online kan worden betaald en die consumenten misschien een belangrijke app zullen vinden in termen van gepercipieerde beveiliging, voordelen enz., het waarschijnlijk de consumenten zullen zijn die de betaal-app kiezen waarmee zij hun goederen of diensten betalen.

(91)

Daarom mag worden geconcludeerd dat het in het geval van een mobiele handset met zowel een sim-gebaseerd SE als een geïntegreerd SE, het waarschijnlijk de OS-leverancier is — en niet de OEM's — die de eerste configuratie zullen doen van de voorkeursinstellingen voor de SE's, en dat het uiteindelijk de consumenten zullen zijn die de instellingen zullen kunnen configureren zoals zij dat zelf willen.

Het vaststellen van feitelijke standaarden of specificaties die de markt zouden afschermen voor concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees

(92)

De aanmeldende partijen voeren aan dat het niet de bedoeling is dat JVCo nieuwe standaarden zal vaststellen. Zij zal juist bestaande, vrij beschikbare standaarden gebruiken voor het creëren van haar platform voor mobiele portemonnees.

(93)

De Commissie is nagegaan of de aanmeldende partijen feitelijke standaarden of specificaties zouden kunnen vastleggen, waarmee zij aanbieders van concurrerende wholesaleplatformdiensten voor mobiele portemonnees de toegang zouden kunnen beletten, en zodoende de markt zouden kunnen afschermen voor hun aanbod van concurrerende mobiele portemonnees.

(94)

De uitkomsten van het marktonderzoek boden geen uitsluitsel over de vraag of er al dan niet standaarden of specificaties bestaan voor de interoperabiliteit tussen sim-gebaseerde SE's en apps voor mobiele portemonnees. De Commissie is van mening dat dit misschien een aanwijzing is voor het feit dat deze opkomende technologie nog volop in ontwikkeling is.

(95)

Voorts heeft de Commissie op basis van haar onderzoek kunnen vaststellen dat, wat betreft de mogelijkheden voor klanten om met hun mobiele handsets tegelijk te betalen, coupons in te wisselen en loyalty-punten op te nemen (de one-tap-oplossing), er geen standaardspecificaties bestaan en dat te verwachten valt dat de aanmeldende partijen hun eigen specificaties (26) zullen uitwerken of zullen gebruikmaken van de standaarden en specificaties die werden ontwikkeld door marktdeelnemers zoals Google of VeriFone (27).

(96)

Niettemin heeft Google, om haar Google Wallet te laten functioneren, ook eigen specificaties uitgewerkt om tegelijk betalingen, het inwisselen van coupons en het opnemen van loyalty-punten mogelijk te maken. Ook hebben producenten van PoS-lezers verklaard dat deze eigen specificaties op PoS-lezers naast elkaar kunnen bestaan zodat verschillende mobiele portemonnees kunnen functioneren (28).

(97)

In mei 2010 ging in Frankrijk het Cityzi-project van start dat interoperabele zakelijke diensten zoals systemen voor openbaarvervoersbewijzen, veilige mobiele betalingen, diverse detailhandelsprojecten en andere toeristische diensten wil samenbrengen op mobiele handsets. Meer dan één miljoen NFC mobiele handsets maken momenteel van deze dienst gebruik. Tijdens de experimentele fase bleek dat de bestaande GlobalPlatform-norm of specificatie voor de verbindingen tussen de TSM-server en het beheer van de SE's niet voldoende duidelijk waren voor bijvoorbeeld loyalty-kaarten. Daarom heeft de Association Française Sans Contact Mobile (AFSCM) nieuwe standaarden of specificaties vastgesteld om dit probleem op te lossen (29). Die standaarden of specificaties worden nu besproken binnen en zijn ter goedkeuring voorgelegd aan GlobalPlatform en zijn ook opgenomen in het GSMA Fast Track-project.

(98)

Op basis van het bovenstaande mag worden geconcludeerd dat het weinig waarschijnlijk is dat de aanmeldende partijen in staat zullen zijn om feitelijke standaarden of specificaties vast te stellen die niet door andere marktdeelnemers kunnen worden gebruikt — om zodoende de markt in belangrijke mate af te schermen voor concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees.

Beoordeling van de commerciële afscherming

Inleiding

(99)

Voor dit besluit beschouwt de Commissie „commerciële afscherming” als een strategie die berust op de mogelijkheid en de prikkel voor de aanmeldende partijen om gebruikmakend van commerciële middelen — in plaats van technische middelen — de markt in belangrijke mate af te schermen voor concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees. Commerciële afscherming wordt dus grotendeels indirect toegepast (30), bijvoorbeeld door met derden (zoals OEM's) te onderhandelen en hen ertoe aan te zetten om commerciële maatregelen te nemen die concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees kunnen blokkeren of afremmen, of door derden zoals onafhankelijke detailhandelaren aan te moedigen om liever mobiele handsets op de markt te brengen in combinatie met de mobiele portemonnee van JVCo in plaats van mobiele handsets waarin mobiele portemonnees van concurrenten zijn geïntegreerd.

(100)

De Commissie ging na of één van de aanmeldende partijen een commerciële afschermingsstrategie zelfstandig zou kunnen toepassen, ongeacht de strategieën van de overige aanmeldende partijen, dan wel of bij een eventuele afschermingsstrategie de aanmeldende partijen een beroep zouden moeten doen op een gezamenlijke (of collectieve) toepassing van een afschermingsstrategie.

(101)

Om te kunnen begrijpen of de aanmeldende partijen commercieel in staat zouden zijn om de markt in belangrijke mate af te schermen voor concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees, heeft de Commissie de mobiele aanbodketen onderzocht. De belangrijkste spelers binnen deze aanbodketen zijn:

a)

OEM's die verantwoordelijk zijn voor de hardware- en softwarespecificaties van de mobiele handsets die aan de detailhandel worden geleverd;

b)

OS-ontwikkelaars die software aan OEM's leveren en vaak minimumnormen voor hardware vaststellen en bepalen welke apps op hun OS draaien en/of zeggenschap hebben over de belangrijkste app-stores waar apps kunnen worden gedownloaded;

c)

M(V)NO's als aanbieders van airtime;

d)

detailhandelaren die mobiele handsets en airtime verkopen, waarbij het kan gaan om zowel directe verkoopkanalen van M(V)NO's als onafhankelijke detailhandelaren.

(102)

De Commissie onderzoekt voor elke mogelijkheid tot commerciële afscherming of de aanmeldende partijen de mogelijkheid en de prikkel hebben om zich in te laten met een gezamenlijke commerciële afschermingsstrategie. Daarnaast heeft de Commissie onderzocht of de aanmeldende partijen samen met banken de mogelijkheid en de prikkel hebben om de markt in belangrijke mate af te schermen voor niet-bancaire betaaloplossingen.

Commerciële druk op OEM's om voorgeïnstalleerde geïntegreerde SE's niet te installeren of deze te blokkeren

(103)

De Commissie is nagegaan of de aanmeldende partijen de mogelijkheid en de prikkel hebben om commerciële druk uit te oefenen op OEM's zodat deze een geïntegreerd SE niet op hun modellen mobiele handsets installeren, of om een voorgeïnstalleerd geïntegreerd SE te blokkeren. De Commissie heeft ook de commerciële invloed van de aanmeldende partijen onderzocht met betrekking tot hun invloed op de mobiele handsets die zij zelf inkopen met het oog op distributie via hun kanalen voor directe verkoop, alsmede met betrekking tot mobiele handsets in een basisversie (plain vanilla) die door onafhankelijke detailhandelaren worden ingekocht.

(104)

Een aantal OEM's heeft tijdens het markonderzoek op vragen van de Commissie geantwoord dat MNO's soms een specifieke „operator variant” proberen te kopen van een bepaalde mobiele handset die via hun eigen MNO-detailhandelskanalen wordt verkocht. Daardoor kunnen bepaalde kenmerken in de „operator variant” van de mobiele handset anders zijn, afhankelijk van de wensen van de MNO wat betreft de kenmerken die door de mobiele handset moet worden ondersteund en die zij bereid zijn te ondersteunen als vooraf ingeladen content. Deze kenmerken (zoals een geïntegreerd SE) zouden echter beschikbaar zijn in de basisversie van de vrij verkrijgbare mobiele handset, die beschikbaar is voor onafhankelijke detailhandelaren, na technische certificatie door de MNO's. Deze technische certificatie wordt door MNO's afgegeven voor alle mobiele handsets die technisch compatibel zijn met hun netwerk, zonder dat hierbij commerciële overwegingen spelen. Dit mag blijken uit het feit dat NFC-enabled mobiele handsets met een geïntegreerd SE (die een concurrerende mobiele portemonnee kunnen bevatten) ook ruim op voorraad zijn bij zowel de aanmeldende partijen als de onafhankelijke detailhandelaren in het Verenigd Koninkrijk. Een opvallende uitzondering is hier Apple, dat geen operator varianten aanbiedt.

(105)

Op basis hiervan zouden de aanmeldende partijen in theorie aan OEM's kunnen vragen om de voorgeïnstalleerde geïntegreerde SE's te verwijderen of te blokkeren op de mobiele handsets die zij ten behoeve van het directe detailhandelskanaal van hun eigen merk inkopen. OS-leveranciers of verticaal volledig geïntegreerde OEM's zouden tegenstrategieën kunnen gaan toepassen tegen dit soort pogingen om de markt af te schermen. OS-leveranciers zijn veel vroeger dan de MNO's betrokken bij het ontwikkelingsproces van een mobiele handset en daardoor kunnen de aanmeldende partijen minder invloed uitoefenen op de specificaties van mobiele handsets dan de OS-leveranciers. Een OS-leverancier kan op dit soort verzoek van de aanmeldende partijen anticiperen door te eisen dat op een mobiele handset met een OS-merk een functionerend geïntegreerd SE moet zitten. Dit zou met name het geval zijn voor Google, die door haar zeggenschap over Android een sterke positie heeft bij eventuele onderhandelingen met OEM's (31). De positie van Google op de markt voor de levering van handsets wordt steeds belangrijker nu het aandeel handsets dat Android gebruikt, de afgelopen tijd opvallend blijft toenemen. In de periode 2010-2011 is het aandeel van Android mobiele handsets in het Verenigd Koninkrijk toegenomen van 5 % tot rond 40 %. Verticaal volledig geïntegreerde OEM's die een concurrerende portemonnee met een geïntegreerd SE zouden aanbieden, zouden er ook voor kunnen zorgen dat de hardware van de mobiele handset volledig compatibel kan functioneren met hun eigen mobiele portemonnee (32).

(106)

Bovendien zou de mogelijkheid tot commerciële afscherming door het blokkeren of het uitschakelen van het geïntegreerde SE hoe dan ook beperkt in omvang zijn en — ten minste ten dele — niet doeltreffend. De commerciële mogelijkheden van de aanmeldende partijen om de voorgeïnstalleerde geïntegreerde SE's te blokkeren of uit te schakelen zou slechts tot een gedeeltelijke afscherming voor concurrerende mobiele portemonnees leiden omdat de aanmeldende partijen niet de mogelijkheid en de prikkels zouden hebben om het indirecte detailhandelskanaal in belangrijke mate af te schermen, of om de markt af te schermen voor op Apple-technologie gebaseerde mobiele handsets, mocht Apple besluiten deze markt te betreden. Onafhankelijke detailhandelaren hebben een sterke positie op de markt, met tot 49 % marktaandeel en 41 % van het aantal detailhandelszaken in het Verenigd Koninkrijk. Volgens een Mintel-rapport (33) hebben Phones 4U en Carphone Warehouse samen 1 258 winkels. Ter vergelijking: Everything Everywhere heeft 672 winkels, Telefónica heeft er 450 en Vodafone 365. Daarnaast heeft Three UK 300 winkels in het Verenigd Koninkrijk.

(107)

Daarom is de conclusie van de Commissie dat de commerciële mogelijkheden van de aanmeldende partijen om de markt in belangrijke mate af te schermen door OEM's commercieel onder druk te zetten om voorgeïnstalleerde geïntegreerde SE's te blokkeren of uit te schakelen, hoogstens zou leiden tot een gedeeltelijke afscherming (waardoor mobiele handsets van Apple en de indirecte detailhandelaren worden uitgesloten). Bovendien zou dat opzet zelfs volledig kunnen mislukken indien OS-leveranciers erin zouden slagen om doeltreffende tegenstrategieën op te zetten waardoor zij de aanmeldende partijen kunnen beletten om het functioneren van geïntegreerde SE's te blokkeren.

(108)

Het feit dat een commerciële afschermingsstrategie berustend op het niet-installeren of het blokkeren van geïntegreerde SE's slechts tot een gedeeltelijke afscherming zou leiden, zou de prikkels om dit soort strategie te hanteren minder sterk maken en zou deze strategie, mocht deze toch worden gebruikt, minder sterk laten werken, omdat de incrementele winst van afscherming beperkt zou zijn. Dit effect wordt nog versterkt door de sterke asymmetrie die er bestaat tussen de verwachte winst van JVCo en de winst op de retailmarkt voor mobiele telefonie, zoals door de aanmeldende partijen wordt onderstreept. Met name ligt de brutowinst uit de activiteiten van de aanmeldende partijen op de retailmarkt voor mobiele telefonie (met inbegrip van winst uit interconnectie, en kosten voor het binnenhalen van klanten niet meegerekend) ruwweg zo'n […]* maal hoger dan de verwachte winst van JVCo naar haar initiële opbouwperiode (ramp-up) (34).

(109)

Daarnaast hebben de aanmeldende partijen ook aangetoond dat de mededingingsvoorwaarden op de advertentiemarkten en de markten voor data-analyse sterk verschillen van die op de wholesalemarkt voor mobiele portemonnees. Voorts zijn de inkomsten en de winst uit deze activiteiten niet rechtstreeks gekoppeld aan de transactieactiviteiten van JVCo en zouden deze niet direct nadeel ondervinden van een strategie die de markt afschermt voor concurrerende operatoren met mobiele portemonnees.

(110)

Daarbij komt nog dat de negatieve reacties van consumenten op het verstoren van het aanbod van concurrerende mobiele portemonnees het belangrijkste mechanisme is dat ervoor zorgt dat commerciële afscherming zou resulteren in verliezen op de retailmarkt voor mobiele telefonie. Wat meer is, concurrenten zouden tegenstrategieën kunnen opzetten om de negatieve reacties van consumenten nog te doen toenemen. Deze tegenstrategieën zouden concurrerende mobiele portemonnees aantrekkelijk maken voor consumenten, hetgeen de kosten van een afscherming van de markt nog zou doen toenemen.

(111)

Al deze factoren samen genomen betekenen dat aan commerciële afscherming sterke prikkels verbonden zouden zijn voor aanmeldende partijen om af te wijken van deze gedragslijn, om negatieve reacties van consumenten op het verstoren van hun mobiele aanbod te vermijden en om een voordeel te behalen tegenover de overige aanmeldende partijen die zich zouden inlaten met afscherming van de markt. Een aanmeldende partij die zou afwijken van dit afschermingsgedrag zou ook voorkomen dat zij marktaandeel verliest aan de M(V)NO's buiten JVCo.

(112)

Alles samen genomen lijkt de kans zeer groot te zijn dat minstens één van de aanmeldende partijen een eenzijdige prikkel zou krijgen om af te wijken van een eventuele gemeenschappelijke commerciële afschermingsstrategie die berust op het onder druk zetten van OEM's om voorgeïnstalleerde geïntegreerde SE's te blokkeren. Dit zou een gemeenschappelijke commerciële afschermingsstrategie ondergraven.

(113)

Wat betreft een gemeenschappelijke afschermingsstrategie berustend op stilzwijgende en volgehouden coördinatie tussen de aanmeldende partijen, is het weinig waarschijnlijk dat alle voorwaarden uit het Airtours-arrest (35) vervuld zouden zijn in het geval van een commerciële afscherming.

(114)

In de eerste plaats zou gecoördineerde commerciële afscherming complex zijn om toe te passen, aangezien deze afhankelijk is van de uitkomst van bilaterale onderhandelingen tussen elk van de aanmeldende partijen en derden, die vertrouwelijk zijn en afhankelijk van de onderhandelingsmacht van elk van de partijen bij de onderhandelingen.

(115)

In de tweede plaats is gecoördineerde afscherming misschien niet intern stabiel, omdat de eenzijdige voordelen van afwijkend gedrag misschien de kosten overstijgen van sancties als gevolg van het wegvallen van de gecoördineerde uitkomst. Gezien de sterke asymmetrie tussen winst uit retail mobiele telefonie en de winst die JVCo van de transactieactiviteiten verwacht, is de dreiging van sancties misschien geen afdoende tegenwicht tegen de prikkel om af te wijken van de coördinatie. Bovendien komen op deze markt afwijkingen van de coördinatie alleen met vertraging aan het licht, omdat commerciële onderhandelingen vertrouwelijk zijn en afwijkingen alleen aan het licht komen wanneer de mobiele handset op de markt komt. Dit zou de doeltreffendheid van een eventueel vergeldingsmechanisme verder aantasten, waardoor heimelijke afspraken nog moeilijker zijn vol te houden.

(116)

Alles samengenomen, komt de Commissie, op basis van de bovenstaande analyse, tot de conclusie dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de aanmeldende partijen de mogelijkheid en de prikkel zouden hebben om zich in te laten met een gezamenlijke afschermingsstrategie waarbij OEM's commercieel onder druk worden gezet om het voorgeïnstalleerde geïntegreerde SE dat een concurrerende mobiele portemonnee kan ondersteunen, te blokkeren.

Invloed op OS-ontwikkelaars of OEM's om apps voor mobiele portemonnees te blokkeren

(117)

De Commissie heeft onderzocht of de aanmeldende partijen de mogelijkheid en de prikkel zouden hebben om OS-ontwikkelaars of OEM's zodanig te beïnvloeden dat deze het preloaden van apps voor mobiele portemonnees blokkeren of deze apps van mobiele handsets verwijderen.

(118)

Een aantal respondenten op de vragen tijdens het marktonderzoek wees met nadruk op het belang van het preloaden van een app en merkten op dat de aanmeldende partijen invloed zouden kunnen uitoefenen wanneer een specifieke app in hun „operator variant” van mobiele handsets op het scherm van de handset staat.

(119)

Toch zouden concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees in staat zijn om tegenmaatregelen te treffen, door hun mobiele portemonnees prominenter in beeld te brengen in de app-store. Bovendien zouden OS-leveranciers de app voor de mobiele portemonnee ook kunnen koppelen aan het besturingssysteem (OS), om daarmee vooruit te lopen op verzoeken van OEM's. Met name zou dit soort tegenstrategie kunnen worden toegepast door Google die bijvoorbeeld in staat is om softwarekeuzes te beïnvloeden via distributieovereenkomsten die zij voor mobiele apps met OEM's heeft gesloten en waarin is bepaald welke van de apps van de Google Apps-suite op een mobiele handset worden voorgeladen. De potentiële slagkracht van dit soort strategie blijkt ook uit de invloed die Google momenteel op de mobiele OS-markt heeft.

(120)

Al met al is het, gezien de beperkte doeltreffendheid van commerciële afscherming berustend op het onder druk zetten van OEM's om de voorgeïnstalleerde geïntegreerde SE's niet te installeren of te blokkeren en gezien de sterkte van tegenstrategieën van concurrerende aanbieders van mobiele portemonnees, weinig waarschijnlijk dat de aanmeldende partijen commercieel in staat zouden zijn om de markt in belangrijke mate af te schermen door concurrerende apps voor mobiele portemonnees te blokkeren.

(121)

Het overgrote deel van de stimulerende argumenten die gelden voor de eerste commerciële afschermingsstrategie die werd besproken in dit deel over commerciële afscherming berustend op het onder druk zetten van OEM's om de voorgeïnstalleerde geïntegreerde SE's niet te installeren of deze te blokkeren, geldt ook voor een commerciële strategie die berust op het beïnvloeden van OS-ontwikkelaars of OEM's om mobiele portemonnees te blokkeren.

(122)

Alles samengenomen, komt de Commissie, op basis van de bovenstaande analyse, tot de conclusie dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de aanmeldende partijen de mogelijkheid en de prikkel zouden hebben om zich in te laten met een gezamenlijke afschermingsstrategie waarbij OS-ontwikkelaars of OEM's worden beïnvloed om apps voor mobiele portemonnees te blokkeren of te verwijderen.

Benadelen of het uit het assortiment verwijderen van mobiele handsets met concurrerende mobiele portemonnees

(123)

De Commissie is nagegaan of de aanmeldende partijen de mogelijkheid en de prikkel zouden hebben om mobiele handsets die concurrerende mobiele handsets ondersteunen, te benadelen of uit hun assortiment te verwijderen.

(124)

Omdat de uit het assortiment verwijderde of benadeelde mobiele handsets die concurrerende mobiele portemonnees kunnen bevatten, dankzij onafhankelijke detailhandelaren over een alternatieve uitweg naar de markt beschikken, zullen MNO's die mobiele handsets in hun eigen retailnetwerk uit het assortiment verwijderen of daar benadelen, de markt slechts gedeeltelijk kunnen afschermen. Bovendien zou aan dit soort strategie een hoge commerciële kostprijs verbonden zijn. Concurrenten zouden tegenstrategieën kunnen opzetten die concurrerende mobiele portemonnees aantrekkelijk kunnen maken voor klanten, hetgeen de kostprijs van een afschermingsstrategie zou opdrijven.

(125)

Het uit assortiment verwijderen van mobiele handsets met concurrerende mobiele portemonnees zou betekenen dat deze mobiele handsets niet meer op voorraad worden gehouden in het door de aanmeldende partijen gecontroleerde directe detailhandelskanaal. Het benadelen van mobiele handsets met concurrerende mobiele portemonnees zou een subtielere vorm van marktafscherming zijn die berust op het korten van de subsidies die voor dit soort mobiele handsets worden betaald in het door de aanmeldende partijen gecontroleerde directe detailshandelskanaal.

(126)

Het overgrote deel van de stimulerende argumenten die werden aangevoerd in het deel over een commerciële afschermingsstrategie berustend op het commercieel onder druk zetten van OEM's om de voorgeïnstalleerde geïntegreerde SE's niet te installeren of deze te blokkeren, geldt ook voor een commerciële afschermingsstrategie die berust op het benadelen of het uit het assortiment verwijderen van mobiele handsets.

(127)

In het licht van de bovenstaande analyse komt de Commissie tot de conclusie dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de aanmeldende partijen de mogelijkheid en de prikkel zouden hebben om zich in te laten met een gezamenlijke afschermingsstrategie die berust op het benadelen of het uit het assortiment verwijderen van mobiele handsets.

Onafhankelijke detailhandelaren stimuleren om mobiele handsets te verkopen die geen concurrerende mobiele portemonnees bevatten of om bepaalde standaardinstellingen te definiëren die de mobiele portemonnee van de aanmeldende partijen bevoordelen

(128)

De Commissie is nagegaan of de aanmeldende partijen de mogelijkheid en de prikkel zouden hebben om onafhankelijke detailhandelaren ertoe aan te zetten om mobiele handsets te verkopen die geen concurrerende mobiele portemonnees bevatten of om bepaalde standaardinstellingen te definiëren die de mobiele portemonnee van de aanmeldende partijen bevoordelen.

(129)

Om een voorzichtige benadering te hanteren ten aanzien van een commerciële afschermingsstrategie die er op berust dat onafhankelijke detailhandelaren ertoe worden aangezet om mobiele handsets te verkopen die geen concurrerende mobiele portemonnees bevatten of om bepaalde standaardinstellingen te definiëren die de mobiele portemonnee van de aanmeldende partijen bevoordelen, onderzoekt de Commissie deze commerciële afschermingsstrategie in combinatie met een van de drie strategieën die hierboven werden besproken (afscherming van het door de aanmeldende partijen gecontroleerde directe detailhandelskanaal).

(130)

Anders dan bij afschermingsstrategieën die zijn gericht op het directe detailhandelskanaal, zouden de mogelijkheden van de aanmeldende partijen om de markt voor hun concurrenten commercieel af te schermen door onafhankelijke detailhandelaren te stimuleren, veel minder ruim zijn. De aanmeldende partijen verkeren misschien in een positie waarin zij onafhankelijke detailhandelaren kunnen stimuleren omdat zij hun al provisies en […]*-subsidies geven (zelfs al zijn deze duidelijk niet aan specifieke handsets gekoppeld), toch verlenen ook OEM's en OS-leveranciers selectieve marketingsubsidies aan onafhankelijke detailhandelaren en zouden dezen een parallelle tegenstrategie kunnen opzetten om de verkoop van mobiele handsets met een concurrerende mobiele portemonnee te stimuleren op de open markt. Meer bepaald is de Commissie van mening dat een kandidaat-toetreder tot de markt voor mobiele portemonnees met OEM's overeenkomsten inzake omzetdeling zou kunnen sluiten om ervoor te zorgen dat handsets worden uitgerust met geïntegreerde SE's. Uiteindelijk is niet duidelijk waarom de aanmeldende partijen een sterkere prikkel dan OEM's of OS-leveranciers zouden hebben om specifieke mobiele handsets te subsidiëren om zo de markt voor mobiele portemonnees af te schermen.

(131)

Daarom zou, ook al hebben de aanmeldende partijen bepaalde commerciële mogelijkheden om onafhankelijke detailhandelaren ertoe aan te zetten om mobiele handsets te verkopen die geen concurrerende mobiele portemonnees bevatten of om bepaalde standaardinstellingen te definiëren die de mobiele portemonnee van de aanmeldende partijen bevoordelen, de doeltreffendheid van dit soort strategie fors kunnen worden doorkruist door vergelijkbare tegenstrategieën van andere partijen.

(132)

Een deel van de stimulerende argumenten die in de voorgaande delen is aangevoerd bij de discussie over de andere commerciële afschermingsstrategieën, gelden ook voor een commerciële afschermingsstrategie die erop berust dat onafhankelijke detailhandelaren ertoe worden aangezet om mobiele handsets te verkopen die geen concurrerende mobiele portemonnees bevatten of om bepaalde standaardinstellingen te definiëren die de mobiele portemonnee van de aanmeldende partijen bevoordelen.

(133)

Om de markt daadwerkelijk te kunnen afschermen voor concurrerende aanbiedingen in het indirecte detailhandelskanaal, zouden de aanmeldende partijen aanzienlijke kosten moeten maken om OEM's of OS-leveranciers te overbieden in de strijd om de steun van onafhankelijke detailhandelaren. Dit zou dan weer de kosten voor afscherming aanzienlijk doen stijgen, hetgeen zelf de eenzijdige prikkels zou versterken om af te wijken van deze commerciële afschermingsstrategie. Daarom is het weinig waarschijnlijk dat een op afscherming berustende strategie waarbij onafhankelijke detailhandelaren ertoe worden aangezet om mobiele handsets te verkopen die geen concurrerende mobiele portemonnees bevatten of om bepaalde standaardinstellingen te definiëren in het voordeel van de mobiele portemonnees van de aanmeldende partijen, zal leiden tot de afscherming van het indirecte detailhandelskanaal.

Potentiële afscherming voor niet-bancaire betaaloplossingen

(134)

De Commissie is van mening dat er met de oprichting van JVCo aan de mogelijkheid en de prikkel voor banken om niet-bancaire betaalsysteem te benadelen, niets zou veranderen ten opzichte van een scenario waarbij iedere aandeelhouder van JVCo zijn eigen mobiele portemonnee zou aanbieden, aangezien de banken niet in de transactie deelnemen.

(135)

Geconcludeerd dient te worden dat de Commissie van mening is dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de banken en de MNO's hun prikkels zouden gelijkschakelen om zo de markt voor niet-bancaire betaalsystemen in belangrijke mate af te schermen.

Algemene conclusie

(136)

De conclusie van de Commissie is dat het weinig waarschijnlijk is dat de aanmeldende partijen de mogelijkheid of de prikkel hebben om zich in te laten met commerciële afscherming.

Bulk-sms-diensten

(137)

JVCo zou ook actief zijn als aggregator op de markt voor retail bulk-sms, die bij MNO's opbouw- en afgiftediensten inkoopt voor de markt voor wholesale bulk-sms-diensten in het Verenigd Koninkrijk.

(138)

De upstreammarkt voor de wholesalelevering van bulk-sms bestaat uit twee belangrijke onderdelen: eerst wordt het bericht van de verzender (JVCo of een aggregator) naar het mobiele netwerk gestuurd waarop de beoogde ontvanger zich heeft geabonneerd (het thuisnetwerk), waarna het bericht door het thuisnetwerk naar de mobiele handset van de ontvanger wordt doorgeleid.

(139)

Wholesalelevering van bulk-sms kan alleen worden aangeboden door MNO's en wordt op concurrerende voorwaarden aangeboden door alle MNO's in het Verenigd Koninkrijk. Aggregators sluiten doorgaans een contract met één MNO voor de levering van al hun bulk-sms-berichten, ongeacht het thuisnetwerk van individuele ontvangers van berichten. MNO's kunnen deze dienst zowel op hun eigen netwerk (on-net) als via andere netwerken (off-net) aanbieden dankzij de onderliggende interconnectieregelingen die MNO's hebben lopen voor hun onderlinge uitwisseling van sms-berichten.

(140)

Voor aggregatie is een computer nodig die is uitgerust met software voor het verzenden van berichten en een verbinding met een wereldwijd aangesloten MNO die sms-berichten kan routen naar om het even welke bestemming via de onderliggende interconnectieregelingen van die operator met andere MNO's. Doorgaans sluiten aggregatoren die voldoende volumes berichten naar een bepaald netwerk genereren om de vereiste investeringen te verantwoorden, met individuele netwerken eigen interconnectieregelingen af om berichten te versturen naar (en van) mobiele abonnees op dat netwerk.

(141)

De Commissie is nagegaan of de gecumuleerde positie van de aanmeldende partijen op de upstream wholesalemarkt voor bulk-sms ertoe kon leiden dat de markt in belangrijke mate zou worden afgeschermd voor aggregatoren van bulk-sms die met JVCo concurreren op de retailmarkt voor bulk-sms, door de weigering om bulk-sms afkomstig van concurrerende aggregatoren af te geven op hun respectieve netwerken of door de concurrenten van JVCo hogere afgiftetarieven te berekenen. Het overgrote deel van de respondenten denkt dat de aanmeldende partijen hun afgiftediensten voor bulk-sms zouden blijven leveren.

(142)

In het licht van het marktonderzoek denkt de Commissie dat het weinig waarschijnlijk is dat de aanmeldende partijen zouden kunnen discrimineren tussen bulk-sms-berichten verzonden door JVCo en door hun concurrenten verzonden berichten die op hun eigen netwerken worden afgegeven. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat de aanmeldende partijen zich zouden inlaten met afscherming.

(143)

Voorts zou het ook moeilijk zijn om tot een gecoördineerde afscherming te komen. Met name zou het, door het gebrek aan transparantie op de wholesalemarkt en de snel veranderende marktaandelen, voor de aanmeldende partijen slechts zeer beperkt mogelijk zijn om het eens te worden over de afschermingsstrategie.

(144)

Geconcludeerd dient te worden dat het onwaarschijnlijk is dat de transactie zal resulteren in een significante belemmering van een daadwerkelijke mededinging op een van de markten met betrekking tot bulk-sms-activiteiten van JVCo.

4.3.   Niet-horizontale effecten — conglomeraatseffecten

(145)

De Commissie is nagegaan hoe belangrijk het kunnen aanbieden van een mobiele portemonnee voor een concurrerende M(V)NO zou zijn om een geloofwaardige concurrent te blijven op de retailmarkt voor mobiele telefonie.

(146)

Een meerderheid van de respondenten in het marktonderzoek verwacht dat, ten minste op de korte termijn, de aanwezigheid van mobiele portemonnees geen cruciale onderscheidende factor zal zijn voor consumenten bij het kiezen van een mobiele handset of een airtimecontract met een MNO.

(147)

Bovendien valt te verwachten dat, zelfs al zou de mogelijkheid om een mobiele portemonnee aan te bieden, een „must have”-factor worden — een argument dat Three UK nadrukkelijk aanvoert (36) —, Three UK in staat zou zijn om haar eigen mobiele portemonnee aan klanten aan te bieden, mogelijk zelfs in partnerschap met andere partijen zoals Google of financiële instellingen.

(148)

Op basis van het bovenstaande was de conclusie dan ook dat hoogst waarschijnlijk geen mededingingsbezwaren zullen rijzen die het gevolg zijn van conglomeraatseffecten veroorzaakt door de oprichting van JVCo.

4.4.   Horizontale effecten

(149)

De Commissie is ook nagegaan of de transactie horizontale mededingingsbezwaren doet rijzen. De beoordeling in dit onderdeel valt uiteen in twee delen: een deel over de markt voor de wholesalelevering van platformdiensten voor mobiele portemonnees en een deel over de markten voor de levering van mobiele advertentiediensten en data-analyse. Het meest directe effect van de concentratie zal het wegvallen van concurrentie zijn tussen de fuserende ondernemingen.

Wholesalelevering van platformdiensten voor mobiele portemonnees en van veilige opslag

(150)

JVCo zal een nieuwkomer zijn op de opkomende markt voor de wholesalelevering van platformdiensten voor mobiele portemonnees. De aanmeldende partijen zijn ofwel nieuwkomers op de markt (bijv. het Orange/Barclaycard Quicktap-product en de Telefónica O2-portemonnee) of zijn potentiële nieuwkomers. Bovendien zijn zij ofwel nieuwkomers of potentiële nieuwkomers op de eventuele markt voor veilige opslag.

(151)

De Commissie heeft de toetredingsdrempels voor deze opkomende markt voor platformdiensten voor mobiele portemonnees en die van veilige opslag onderzocht. Een aantal initiatieven is al aangekondigd in een aantal landen. Ook in het Verenigd Koninkrijk is een aantal initiatieven gelanceerd. Potentiële nieuwkomers zijn banken en financiële instellingen, andere MNO's/MVNO's (met name Three UK) en online-spelers of over-the-top (OTT) spelers zoals Google en PayPal. De Commissie acht het ook waarschijnlijk dat Apple deze markt zou betreden, indien de marktomstandigheden gunstig zijn. Naast een sim-gebaseerd SE zou ook toegang mogelijk zijn tot geïntegreerde SE's en tot in additionele hardware (stickers, tags enz.) geïntegreerde SE's. Zoals hierboven bij de delen over verticale effecten en conglomeraatseffecten is beschreven, zullen de aanmeldende partijen de mogelijkheid noch de prikkel hebben om de markt in belangrijke mate af te schermen voor nieuwkomers op deze markt. Dit betekent dat de aanmeldende partijen niet in staat zouden zijn om af te schrikken van toetreding tot de downstreammarkt voor retail mobiele portemonnees.

(152)

Op grond hiervan concludeert de Commissie dat de kans gering is dat de transactie de daadwerkelijke mededinging significant zal belemmeren, aangezien JVCo te maken zou krijgen met concurrentie van een hele reeks andere marktdeelnemers. Daarom valt, zelfs indien de transactie de potentiële concurrentie tussen de aanmelden partijen uitschakelt, niet te verwachten dat zij een daadwerkelijke mededinging significant zal belemmeren omdat zij belangrijke ondernemingen (zoals Google of Apple) niet ervan af kunnen schrikken om deze opkomende markt te betreden en daadwerkelijk met JVCo te concurreren.

Data-analysediensten

(153)

Momenteel is geen van de aanmeldende partijen individueel actief in de levering van data-analysediensten voor online en offline adverteren en voor transactiediensten. JVCo zal actief zijn in de levering van data-analysediensten in het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van online en offline adverteren en van transacties, waarbij zij diensten zal aanbieden op het gebied van rapportageanalyse, businessdevelopment-analyse en loyaliteitsanalyse.

(154)

JVCo zal elementen van deze drie soorten data-analysediensten leveren. JVCo zal echter niet de software voor de data-analyse leveren (37), maar zal bepaalde analyses van webtrends uitvoeren die deze ondernemingen ook leveren. Evenmin zal JVCo alleen data verkopen (zoals BlueKai of Experian doen); zij zal de informatie verkopen die wordt verkregen door analysediensten toe te passen.

(155)

De informatie die voor JVCo beschikbaar is, is echter ook in ruime mate beschikbaar voor zowel bestaande als nieuwe marktspelers zoals Google, Apple, Facebook, instellingen die kaarten uitgeven, handelsinformatiebureaus of detailhandelaren (38). Bovendien zijn er andere methoden om grote groepen consumenten te bereiken, zoals bijvoorbeeld nutsbedrijven (bijna alle consumenten doen een beroep op nutsbedrijven). Voorts wordt ook erkend dat een aantal andere ondernemingen (zoals RIM) toegang zou hebben tot een vergelijkbare hoeveelheid data van de handset als JVCo.

(156)

De Commissie is ook nagegaan of, mocht de transactie niet plaatsvinden, de aanmeldende partijen in staat zouden zijn om afzonderlijk diensten voor de analyse van (mobiele) data aan te bieden. Het overgrote deel van de respondenten achtte dit mogelijk. Niettemin vonden vele respondenten in het marktonderzoek het doeltreffender om JVCo als uniek aanspreekpunt te hebben en dat de investering, aangezien data-analyse voor hen geen kerntaak is, niet de moeite zou lonen dat deze dienst op zich wordt aangeboden.

(157)

Gelet op alle beschikbare informatie komt de Commissie tot de conclusie dat JVCo, op alle mogelijke submarkten, inderdaad in staat zou zijn om een breed scala consumentinformatie te verzamelen, die dan bijzonder kostbaar zou zijn voor haar diensten voor de analyse van (mobiele) data en advertentiediensten. Toch zijn ook veel andere sterke en gevestigde spelers in staat om oplossingen aan te bieden die vergelijkbaar zijn met die van JVCo. Daarom zouden andere aanbieders van advertentiediensten die concurreren met JVCo, essentiële input niet afgeschermd zien en zou de oprichting van JVCo geen ongunstig effect hebben op de concurrentie op de markt voor de analyse van (mobiele) data, alsmede op de markt voor researchdiensten of marketinginformatiediensten. Of de aanmeldende partijen de markt zonder de transactie individueel hadden kunnen betreden, kan dus in het midden worden gelaten.

(158)

In het licht van het bovenstaande is het weinig waarschijnlijk dat de transactie een daadwerkelijke mededinging significant kan belemmeren op een van de mogelijke markten met betrekking tot de data-analyseactiviteiten van JVCo.

Advertentiediensten

(159)

JVCo zal optreden als een advertentiebemiddelaar die een groot aantal advertentiediensten aanbiedt, zoals niet-zoekgerelateerde advertenties (op MNO's of MVNO's die deelnemen in JVCo en op advertentieruimte van derden), push-sms, intelligente bulk-sms en pull-messaging (coupons en vouchers).

(160)

De Commissie heeft de effecten van de oprichting van JVCo onderzocht op de markt voor bemiddeling bij mobiele advertenties en op alle eventuele submarkten. Veel van deze diensten zijn nog opkomende diensten, al verwachten analisten voor de nabije toekomst dat deze diensten zich sterk gaan ontwikkelen (39).

(161)

Geen van de aanmeldende partijen is momenteel afzonderlijk actief in bemiddelingsdiensten voor een of andere vorm van digitaal adverteren. Elk van hen is momenteel alleen in zeer beperkte mate actief in de verkoop van zijn eigen advertentieruimte.

(162)

Op een algemene markt voor mobiel adverteren zou JVCo volgens de Commissie te maken krijgen met sterke internationale concurrenten zoals Google (Doubleclick, AdMob, Admeld), Apple (Quattro Wireless/iAd), Yahoo! (Blue Lithium en RightMedia), Microsoft (Screentonic, aQuantive), AOL (AOL Advertising) en WPP (24/7 RealMedia), of onafhankelijke mobiele advertentienetwerken zoals Millenial Media. Op dit soort markten zou JVCo als een alternatief kunnen functioneren voor deze gevestigde marktspelers.

(163)

Op een enger omschreven markt voor gerichte marketingmessaging, en met name de eventuele submarkten voor intelligente bulk-sms en push-sms, is de Commissie nagegaan of JVCo een sterke speler zou worden die toegang heeft tot de klanten van de aanmeldende partijen, en of deze de mogelijkheid zou hebben om hun gerichte marketingberichten te sturen.

(164)

De markt voor gerichte marketingmessaging (en met name push-sms en intelligente bulk-sms) is momenteel onbeduidend in vergelijking met die voor mobiel adverteren. Bovendien zou JVCo niet als enige in staat zijn om gerichte sms-berichten aan te bieden, omdat er verschillende spelers zijn (zoals Apple of Google) (40), die ook beschikken over de mobiele nummers van (de meeste van) hun klanten, gecombineerd met andere klantengegevens, en die gemakkelijk een vergelijkbare dienst zouden kunnen creëren of de vereiste gegevens aan derden kunnen leveren (41). Andere marktspelers, zoals uitgevers van kredietkaarten, betaalsystemen, detailhandelaren, en kredietinformatiebureaus zouden, eventueel in samenwerking, een aanbod kunnen creëren of gegevens aan derden verschaffen.

(165)

Bovendien dient te worden opgemerkt dat, zelfs in de engst mogelijke marktafbakening, JVCo alleen voor push-sms en voor intelligente bulk-sms voldoende zou worden ingesnoerd door alternatieve vormen van messaging zoals IP push-notificaties of e-mail-messaging.

(166)

De Commissie concludeert dan ook dat het weinig waarschijnlijk is dat de transactie een daadwerkelijke mededinging significant kan belemmeren op een van de mogelijke relevante markten met betrekking tot de advertentiediensten van JVCo.

Coördinatie op de retailmarkt voor mobiele telefonie

(167)

De Commissie is, overeenkomstig artikel 2, lid 4, van de concentratieverordening, ook nagegaan of JVCo op de retailmarkt voor mobiele telefonie ruimte zou scheppen voor coördinatie tussen de aanmeldende partijen, hetgeen wordt onderzocht aan de hand van de criteria van artikel 101, leden 1 en 3, VWEU. Van een beperking van de mededinging in de zin van artikel 101, lid 1, VWEU is sprake wanneer de coördinatie van de concurrentiegedragingen van de moedermaatschappijen waarschijnlijk en merkbaar is en voortvloeit uit de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming (42).

(168)

De aanmeldende partijen zijn alle drie actief — en zullen dat blijven — op de retailmarkt voor mobiele telefonie in het Verenigd Koninkrijk, hetgeen een aangrenzende markt is voor de markt van de activiteiten van JVCo.

(169)

Het is echter onwaarschijnlijk dat de oprichting van JVCo invloed heeft op een van de cruciale mededingingsparameters op de retailmarkt voor mobiele telefonie, zoals de beschikbaarheid van verschillende mobiele handsets of het aantal belminuten dat is inbegrepen, datavolume of tekstberichten.

(170)

De conclusie van de Commissie is dat er via JVCo geen praktische ruimte is voor coördinatie tussen de aanmeldende partijen op de retailmarkt voor mobiele telefonie.

V.   EFFICIËNTIEVOORDELEN

(171)

De totale impact van de transactie wordt ook beïnvloed door de efficiëntievoordelen die naar verwachting door de concentratie ontstaan. Ook al zijn er, ongeacht eventuele efficiëntievoordelen, geen concurrentieverstorende effecten, toch maakt het onderzoek naar deze efficiëntievoordelen deel uit van de algemene beoordeling uit mededingingsoogpunt.

(172)

De aanmeldende partijen hebben geen nadere analyse verschaft waaruit blijkt dat eventuele efficiëntievoordelen voldoen aan de criteria van de richtsnoeren horizontale fusies, en met name dat deze niet kunnen worden bereikt door minder concurrentieverstorende alternatieven.

(173)

Niettemin is het niet noodzakelijk om een precieze raming te maken van de omvang van de te verwachten efficiëntievoordelen, omdat de transactie, ongeacht eventuele efficiëntievoordelen, geen concurrentieverstorende effecten zal hebben.

VI.   ALGEMENE CONCLUSIE TEN AANZIEN VAN DE BEOORDELING UIT MEDEDINGINGSOOGPUNT VAN DE RELEVANTE MARKTEN

(174)

mCommerce is een opkomende markt met een aantal belanghebbende partijen die in deze sector actief worden en een aantal verschillende technologieën die volop in ontwikkeling zijn. Niet te verwachten valt dat JVCo de technische of commerciële mogelijkheden noch de prikkel zal hebben om de markt in belangrijke mate af te schermen voor toetreding van concurrenten tot of hun groei te verhinderen op het gebied van wholesale- of retaildiensten voor platforms voor mobiele portemonnees, advertentiediensten of diensten voor data-analyse.

(175)

Een voldoende aantal concurrenten staat momenteel al op of zal hoogst waarschijnlijk in de nabije toekomst opstaan. Een deel van deze concurrenten zijn ondernemingen met aanzienlijke marktmacht, een grote klantenbasis en deskundigheid op hun terrein. Daarbij gaat het om aanbieders van financiële diensten, internet- en OTT-spelers, spelers die al actief zijn op het gebied van onlinebetalingen en andere M(V)NO's. De Commissie is van oordeel dat de transactie geen substantiële toegangsdrempels opwerpt, bijvoorbeeld door het voor kandidaat-toetreders moeilijker te maken om aan de vereiste input te komen. Daarom concludeert de Commissie dat er, zelfs indien de aanmeldende partijen zich niet individueel als daadwerkelijke concurrenten aandienen omdat JVCo bestaat, voldoende andere concurrenten zullen overblijven om voor afdoende concurrentiedruk te zorgen wanneer de transactie is voltooid. Evenzo concludeert de Commissie dat JVCo waarschijnlijk niet in staat zal zijn om innovatie af te remmen. De mCommerce-markt zal de komende jaren waarschijnlijk nog steeds worden gekenmerkt door de ontwikkeling van nieuwe initiatieven en de opkomst van een brede reeks mogelijke commerciële en technische ontwikkelingen.

(176)

De Commissie concludeert dan ook dat de transactie waarschijnlijk niet zal resulteren in een significante belemmering van een daadwerkelijke mededinging in de zin van artikel 2, lid 2, van de concentratieverordening op een van de relevante markten of potentiële submarkten.

(177)

Derhalve dient de transactie, overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-Overeenkomst, verenigbaar te worden verklaard met de interne markt en de werking van de EER-Overeenkomst.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (hierna „de concentratieverordening” genoemd).

(2)  Overweging 239.

(3)  Er zijn twee benaderingen voor wat gemeenzaam een mobiele portemonnee (mobile wallet) wordt genoemd: i) een container wallet: deze geeft consumenten ten minste een overzicht van alle applicaties die in het SE zijn geladen en laat hen kiezen welke betaalkaarten aan- of uitstaan en onderlinge prioriteiten bepalen. Deze mobiele portemonnee dient als een container voor alle virtuele betaalkaarten van consumenten (het Graphical User Interface (GUI) onderdeel) en maakt het mogelijk het SE (het technische onderdeel) te configureren zelfs voor verschillende instellingen die kaarten uitgeven, op een wijze die te vergelijken valt met die van een consument die verschillende betaalkaarten op zak heeft in haar/zijn portemonnee; ii) een app-gerichte portemonnee: deze bevat slechts één applicatie waarin meerdere kaarten kunnen zitten, maar wel van dezelfde uitgevende instelling. Iedere individuele kaart die op het SE wordt opgeslagen (bijv. een betaalkaart), wordt weergegeven door een daarmee overeenstemmende (GUI-)applicatie op de mobiele handset. Een kaart van één individuele Service Provider, is dus als een aparte applicatie te zien op de handset. In de fysieke wereld zou het equivalent daarvan een plastic kaart zijn.

(4)  JVCo zou ook opereren als een Virtual Transaction Processor (VTP), die detailhandelaren in staat stelt de activiteiten van consumenten in de detailhandel te analyseren. JVCo zou wel zelf geen transacties verwerken. In plaats daarvan zou JVCo een partnerschap aangaan met bestaande externe verwerkers van transacties, die als tussenpersoon optreden bij het verzamelen van de basisgegevens met betrekking tot online- en fysieke aankopen die gebruikers van de mobiele portemonnee doen, samen met een aantal nadere gegevens over de gebruiker. JVCo zou deze informatie dan aan de betrokken handelaar kunnen doorgeven bij wijze van dienst met toegevoegde waarde. Ook al vormt dit geen relevante productmarkt (de VTP-diensten van JVCo worden niet als een apart productaanbod aangeboden), toch zijn dit soort diensten gekoppeld aan de elementen van JVCo's diensten met betrekking tot adverteren en data-analyse.

(5)  Diverse ondernemingen (Ericsson, Microsoft enz.) bieden zogeheten witte portemonnees aan. Deze ondernemingen probeerden marktdeelnemers IT-infrastructuur te leveren voor het faciliëren van transacties, voor het inwisselen van vouchers en voor data-analyse, om zo een „merk”-portemonnee op de markt te brengen. Het aanbieden van „witte portemonnees” valt dus te vergelijken met het Wallet Platform dat JVCo zelf aan andere M(V)NO's beschikbaar wil stellen. Bovendien zijn deze ondernemingen, evenals JVCo, alleen aanwezig op het wholesaleniveau, zodat de aanbodzijde van een markt voor wholesalelevering van platformdiensten voor mobiele portemonnees wezenlijk zou verschillen van die voor de levering van de retaildistributie van mobiele-portemonneediensten aan eindafnemers.

(6)  Dit sluit aan bij het groenboek van de Commissie „Naar een geïntegreerde Europese markt voor kaart-, internet- en mobiele betalingen”, waarin wordt opgemerkt dat de scheidingslijn tussen e-betalingen en m-betalingen vaag is en in de toekomst nog meer kan vervagen. Zie punt 2.4 van het groenboek, dat beschikbaar is onder: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:52011DC0941:NL:NOT

(7)  Zie de beschikking van de Commissie van 11 maart 2008 in zaak COMP/M.4731 — Google/Doubleclick.

(8)  Vgl. voetnoot 7.

(9)  Zie het besluit van de Commissie van 1 maart 2012 in zaak COMP/M.5650 — T-Mobile/Orange, overweging; de beschikking van de Commissie van 27 november 2007 in zaak COMP/M.4947 — Vodafone/Tele2 Italy/Tele2 Spain, overweging 14; de beschikking van de Commissie van 26 april 2006 in zaak COMP/M.3916 — T-Mobile Austria/Tele.ring, overweging 18; de beschikking van de Commissie van 24 september 2004 in zaak COMP/M.3530 — TeliaSonera/Orange, overweging 13, en de beschikking van de Commissie van 16 september 2003 in zaak COMP/M.3245 — Vodafone/Singlepoint, overweging 12.

(10)  Zie de beschikking van de Commissie van 24 september 2004 in zaak COMP/M.3530 — TeliaSonera AB/Orange AS, overweging 16, en de beschikking van de Commissie van 24 oktober 2005 in zaak COMP/M.3920 — France Telecom/Amena, overweging 20.

(11)  Het is bovendien de ambitie van de aanmeldende partijen dat de mobiele portemonnee van JVCo interoperabel zal zijn met de verschillende vergelijkbare initiatieven in andere EU-listaten, zodat gebruikers hun mobiele portemonnee zullen kunnen gebruiken wanneer zij op reis gaan in de Europese Unie (en misschien ook daarbuiten).

(12)  Zie het besluit van de Commissie van 1 maart 2012 in zaak COMP/M.5650 — T-Mobile/Orange, overweging 25; de beschikking van de Commissie van 20 augustus 2007 in zaak COMP/M.4748 — T-Mobile/Orange Netherlands, overweging 16, en de beschikking van de Commissie van 26 april 2006 in zaak COMP/M.3916 — T-Mobile Austria/Tele.ring, overweging 19.

(13)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

(14)  De beoordeling uit mededingingsoogpunt vindt plaats op basis van een markt die het hele Verenigd Koninkrijk omvat. Op een ruimer omschreven geografische markt zouden de conclusies gelijk lopen, aangezien het weinig waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke mededinging significant zou worden belemmerd.

(15)  Zie bijv. de antwoorden op vragenlijsten Q1 en Q2 van 7 maart 2012, de vragen 64 en 65.

(16)  Zie, voor een definitie van afscherming van input, punt 31 van de richtsnoeren voor de beoordeling van niet-horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen, PB C 265 van 18.10.2008, blz. 6.

(17)  Bijv. concurrerende M(V)NO's, Google Wallet, PayPal of andere aanbieders van mobiele portemonnees.

(18)  Antwoorden op vragenlijst Q3 van 7 maart 2012, vraag 7.

(19)  Zie het antwoord van de aanmeldende partijen op het verzoek om inlichtingen van de Commissie van 13 september 2011, vraag 6.

(20)  Zie formulier CO, de punten 994 en 995.

(21)  Software- of cloudgebaseerde diensten kunnen ook worden gebruikt voor het opslaan van betalingsgegevens. Dit is een nieuwe technologie die in ontwikkeling is, en het is nog niet zeer duidelijk hoe deze kan worden ingezet op de massamarkt. Potentieel biedt deze wel een alternatief voor MNO-gestuurde dienstverlening.

(22)  Bijvoorbeeld RIM met haar Blackberry Curve 9360, Bold 9900, Bold 9790 en 9860-modellen, HTC met haar One X- en Desire C-modellen, Samsung met haar Galaxy Nexus en Galaxy SIII-modellen, en Sony Ericsson met haar Xperia S-model; deze ondersteunen alle een duale SE-architectuur (geïntegreerde SE en sim-gebaseerde SE), terwijl Samsung met haar Galaxy Note alleen geïntegreerde SE's ondersteunt.

(23)  Antwoord van de aanmeldende partijen op het verzoek om inlichtingen van de Commissie van 24 april 2012, vraag 14, en Technical Paper van 8 mei 2012 door […]* ingediend namens de aanmeldende partijen, blz. 21, 22.

(24)  Verklaring van Ofcom van 31 mei 2012, punt 2.4.4.

(25)  Zie met name de goedgekeurde notulen van de telefonische conferencecall met Ofcom van 6 juni 2012.

(26)  First Data voert aan dat PoS-terminals nog niet zijn uitgerust met standaarden of specificaties voor het verwerken van transacties niet zijnde betalingen (zoals het inwisselen van vouchers en de toekenning van loyalty-punten). Er zijn verschillende mogelijkheden denkbaar om deze standaarden vast te leggen en om de terminals te upgraden. De verwachting is dat de ontwikkeling van dit soort standaarden of specificaties zal plaatsvinden via brancheorganisaties zoals EMVCO of op basis van internationale kaartregelingen (ISC's) (Visa, MasterCard). First Data zal de standaarden of specificaties toepassen die door de bedrijfstak worden verlangd.

(27)  Verifone betoogt dat er alleen standaarden en specificaties bestaan voor betaaltransacties (die worden vastgesteld door Visa en MasterCard). Voor vouchers en loyalty-punten moeten spelers zoals Google een specifiek protocol uitwerken. VeriFone probeert ook een open API-raamwerk aan te bieden zodat iedere mobiele portemonnee die vouchers accepteert, met haar terminals kan communiceren. VeriFone verwacht dat uiteindelijk internationale standaarden tot stand zullen komen. Wat de certificering voor VeriFone-terminals betreft, er bestaat geen standaardcertificatie voor terminals voor contactloze betaling. VeriFone laat haar terminals afzonderlijk certificeren door Visa, MasterCard enz. De verschillende certificatieprocedures veranderen regelmatig, maar blijven wereldwijd geldig, behalve voor Visa dat in bepaalde regio's afwijkende versies heeft ontwikkeld (bijv. Visawave voor landen in Azië en het gebied rond de Stille Oceaan).

(28)  Verifone betoogt dat er geen octrooien bestaan voor single-tap. Google zou eigen specificaties voor Google Wallet hebben ontwikkeld en zou eigenaar zijn van de betrokken proprietary rechten. De API voor het toepassen van deze specificaties op VeriFone's terminals wordt door VeriFone ontwikkeld op basis van deze specificaties; VeriFone is eigenaar van de betrokken rechten op deze API. VeriFone heeft ook een eigen algemene omgeving ontwikkeld voor het ondersteunen van mobiele portemonnees, zodat deze op haar terminals kunnen functioneren. Daarom zou het eenvoudig zijn om een met de single-tap van Google vergelijkbare dienst voor te stellen aan andere ondernemingen.

(29)  Zie het persbericht van 20.12.2011: http://www.afscm.org/fr/news/the-afscm-releases-a-new-set-of-specificaitions.htm?id=59

(30)  Met uitzondering van commerciële afscherming berustend op het uit het assortiment verwijderen van mobiele handsets met concurrerende mobiele portemonnees; dit is een maatregel die de aanmeldende partijen meteen zouden kunnen toepassen.

(31)  Zie het besluit van de Commissie van 13 februari 2012 in zaak COMP/M.6381 — Google/Motorola Mobility. Overigens, zelfs indien Google ook actief wordt in de hardwaresector, bevestigen onafhankelijke deskundigen het volgende (vert.): „Ondanks de open filosofie waarmee Android voor het eerst werd geïntroduceerd, heeft Google voortdurend geprobeerd om meer greep op het platform te krijgen. Gebeurde dit aanvankelijk door het uitbrengen van Nexus-toestellen met haar eigen merk, die zij gebruikte als showcase voor de nieuwste release van Android, dan volgde algauw de weigering om de broncode vrij te geven voor de voor tablets geoptimaliseerde Honeycomb-versie van Android. Ook zijn er berichten geweest dat Google steeds selectiever is wat betreft de OEM's die zij in een vroeg stadium toegang geeft tot de laatste releases van de Android-broncode, waardoor er in wezen een select clubje van OEM's wordt gecreëerd die tegen Google moeten aanschurken om hun koppositie bij de technologische ontwikkeling niet te verliezen. Google behoudt een aantal eigen controlepunten over het „open” besturingssysteem, zoals het handelsmerk voor de term Android, naast de kern van Google-apps zoals Google Mail, Maps en Android Marketplace. Daarnaast betekent de Apache 2.0 open-source-licentie die Google voor Android heeft gekozen, dat zij juridisch niet verplicht is om de broncode vrij te geven, hetgeen verklaart waarom zij erin geslaagd is om de Honeycomb-code geheim te houden. Deze factoren betekenen dat OEM's een nauwe relatie met Google moeten onderhouden en in de gunst van de onderneming moeten staan om toegang te krijgen tot de broncode, om haar populaire diensten te gebruiken en om het Android-merk op hun toestellen te gebruiken. Tegen deze achtergrond is het duidelijk dat het Google niet alleen te doen is om meer controle te krijgen over wie Android gebruikt, maar ook hoe zij daarvan gebruikmaken. De waardestijging van haar naaste concurrent Apple heeft de onderneming duidelijk de voordelen doen inzien die een sterkere controle en verticale integratie kunnen opleveren. Wellicht is zij ook er op uit om de voordelen te plukken die een sterkere verticale integratie oplevert.” […]*-rapport, blz. 6, als bijlage 4 gehecht aan de verklaring van de aanmeldende partijen van 6.6.2012.

(32)  RIM, producent van de Blackberry mobiele handset, heeft recentelijk aangekondigd dat de ontwikkeling van NFC-apps een prioriteit wordt voor zijn Blackberry smartphones en verklaarde dat „NFC will be a big push for RIM for the next 12 months” (zie http://www.forbes.com/sites/elizabethwoyke/2011/11/08/rim-plans-big-push-for-nfc-enabled-blackberry-apps/). De Commissie neemt echter nota van de evoluerende situatie bij RIM, dat een aantal herstructureringsmaatregelen blijkt door te maken. Blackberry heeft wellicht de nodige macht binnen de mobiele aanbodketen om zich te verzekeren van een route naar de markt voor haar populaire mobiele handsets. Volgens […]* stonden in het Verenigd Koninkrijk in het eerste kwartaal 2012 drie Blackberry mobiele handsets in de top tien van handsets voor post-paid-klanten (zie de verklaring van de aanmeldende partijen „No commercial ability to foreclose rival wholesale mobile wallet platform services”, blz. 35).

(33)  Mintel, Telecoms Retailing — UK — January 2011, figuur 27.

(34)  Zie bijv. de antwoorden van de aanmeldende partijen op de verzoeken om inlichtingen van de Commissie van 31 mei 2012, 8 juni 2012 en 14 juni 2012.

(35)  Arrest van 6 juni 2002, zaak T-342/99, Airtours plc/Commissie, Jurispr. 2002, blz. II-2585.

(36)  Three UK betoogt dat de beschikbaarheid van een mobiele portemonnee een cruciale concurrentieparameter zal worden wanneer consumenten een tariefplan bij een operator kiezen, omdat handsets in toenemende mate multifunctioneel worden en de mobiele portemonnee de volgende stap zal worden in een natuurlijke ontwikkeling die reeds bezig is — en een vanzelfsprekendheid („hygiënefactor”) zal worden doordat zij een vast onderdeel van een mobiele telefoon worden net zoals bijvoorbeeld een camera of internettoegang.

(37)  […]*.

(38)  Het ontbreken van afscherming voor de transactieactiviteiten helpt er ook voor te zorgen dat deze ondernemingen in staat zullen zijn om de betrokken gegevens ook na de transactie te verzamelen.

(39)  Ofcom-rapport van augustus 2011, blz. 201-202.

(40)  De aanmeldende partijen beklemtonen dat bijvoorbeeld Apple en Google naar mobiele nummers vragen wanneer klanten hun identiteit aanmaken op iTunes of Google Play.

(41)  Naar de Commissie van andere marktdeelnemers verneemt, verkopen Apple of Google dit soort gegevens momenteel niet rechtstreeks.

(42)  Zie de beschikking van de Commissie van 27 mei 1998 betreffende zaak IV/JV. 1 — Telia/Telenor/Schibsted, overweging 28.


7.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 66/24


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 6 maart 2013

tot wijziging van het Besluit van de Commissie van 6 oktober 2010 tot oprichting van de groep van deskundigen voor aanpassing van de missie van de Europese navigatiesatellietsystemen, de „Mission Evolution Advisory Group”

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 66/05

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij het besluit van de Commissie van 6 oktober 2010 is de groep van deskundigen voor aanpassing van de missie van de Europese navigatiesatellietsystemen, de „Mission Evolution Advisory Group” (1) (hierna „de groep”) opgericht, om de Commissie van onafhankelijk advies te dienen over de aanpassing van de missie van Egnos en Galileo.

(2)

Bij de oprichting van de groep besliste de Commissie dat de leden van de groep op persoonlijke titel worden benoemd.

(3)

Overeenkomstig de regels van de Commissie voor deskundigengroepen (2) moeten op persoonlijke titel benoemde leden onafhankelijk en in het openbaar belang handelen.

(4)

Enkele leden van de groep, die door de Commissie zijn benoemd (3), zijn werknemers en bedrijfsvoerders van particuliere ondernemingen die rechtstreeks betrokken zijn bij het werk van de groep. Daarom kunnen deze werknemers en bedrijfsvoerders niet op persoonlijke titel benoemd worden; zij mogen wel aan het werk van de groep deelnemen als vertegenwoordigers van belanghebbenden.

(5)

Gezien het bovenstaande moet de groep bestaan uit leden die benoemd zijn op persoonlijke titel en leden die benoemd zijn om het gemeenschappelijk belang van belanghebbenden en organisaties te vertegenwoordigen. Zoals in de regels van de Commissie voor deskundigengroepen (4), wordt de term organisaties geïnterpreteerd in de brede zin van het woord, met inbegrip van bedrijven, verenigingen, niet-gouvernementele organisaties, vakbonden, EU-agentschappen, EU-instanties en internationale organisaties.

(6)

Het Besluit van de Commissie van 6 oktober 2010 tot oprichting van de groep van deskundigen voor aanpassing van de missie van de Europese navigatiesatellietsystemen, de „Mission Evolution Advisory Group”, moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 4 van het Besluit van de Commissie van 6 oktober 2010 tot oprichting van de groep van deskundigen voor aanpassing van de missie van de Europese navigatiesatellietsystemen, de „Mission Evolution Advisory Group”, worden leden 2 en 3 vervangen door de volgende tekst:

„2.   De Commissie benoemt de leden uit specialisten die op de in artikel 2 bedoelde gebieden bekwaam zijn en uit organisaties die op de sollicitatieoproep hebben gereageerd en ervaring hebben met activiteiten op deze gebieden.

3.   De leden zijn:

individuele personen die op persoonlijke titel zijn benoemd;

individuele personen die benoemd zijn om het gemeenschappelijk belang van belanghebbenden op het gebied van satellietnavigatie te vertegenwoordigen; zij mogen geen individuele belanghebbende vertegenwoordigen; of

organisaties in de brede zin van het woord, met inbegrip van bedrijven, verenigingen, niet-gouvernementele organisaties, vakbonden, EU-agentschappen, EU-instanties en internationale organisaties. De organisaties dragen hun vertegenwoordigers voor.”

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing tot en met 31 december 2014.

Gedaan te Brussel, 6 maart 2013.

Voor de Commissie

Antonio TAJANI

Vicevoorzitter


(1)  PB C 271 van 7.10.2010, blz. 2.

(2)  C(2010) 7649 definitief, regel 9.

(3)  C(2011) 3624 definitief.

(4)  C(2010) 7649 definitief, regel 8.


INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

7.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 66/25


Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 j) van bijlage XV van de EER-Overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening))

2013/C 66/06

DEEL I

Steun nr.

GBER 12/12/ENV

EVA-staat

Noorwegen

Steunverlenende autoriteit

Naam

Directoraat Douane en Accijnzen (regionale douaneautoriteiten)

Adres

Postbox 8122 Dep

0032 Oslo

NORWAY

Webpagina

http://www.toll.no

Benaming van de steunmaatregel

Verlaging van CO2-belasting op minerale olie voor de luchtvaart die onder het Europese emissiehandelssysteem valt.

Nationale rechtsgrondslag (referentie desbetreffende nationale officiële publicatie)

Jaarlijks besluit van het Noorse Parlement inzake CO2-belasting

Verordening nr. 1451 van 11 december 2001 inzake accijnzen, § 4-6-1 (2)

Weblink naar de volledige tekst van de steunmaatregel

http://www.lovdata.no/for/sf/sv/fd-20121127-1217.html

en

http://www.lovdata.no/for/sf/fd/td-20011211-1451-029.html

Type maatregel

Steunregeling

Belastingverlaging

Duur

Steunregeling

Van 1.1.2012 tot en met 31.12.2021

Betrokken economische sector(en)

Beperkt tot specifieke sectoren — Specificeer volgens NACE Rev. 2

51.10 Personenvervoer door de lucht

51.21 Vrachtvervoer door de lucht

Soort begunstigde

kmo

Zowel kmo's als grote ondernemingen

Grote ondernemingen

Zowel kmo's als grote ondernemingen

Begrotingsmiddelen

Totaal geplande jaarbudget in het kader van de regeling

70 miljoen NOK

Steuninstrument (art. 5)

Fiscale maatregel

Belastingverlaging

DEEL II

Algemene doelstellingen (lijst)

Doelstellingen (lijst)

Maximale steunintensiteit in % of maximaal steunbedrag in NOK

kmo-verhogingen in %

Steun voor milieubescherming

(art. 17-25)

Milieusteun in de vorm van verlagingen van milieubelastingen

(art. 25)

70 miljoen NOK

 


7.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 66/27


Bekendmaking van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor drie EVA-Staten, zoals die vanaf 1 januari 2013 gelden

(Gepubliceerd overeenkomstig artikel 10 van Besluit nr. 195/04/COL van de Autoriteit van 14 juli 2004 (PB L 139 van 25.5.2006, blz. 37 en in het EER-supplement nr. 26/2006 van 25.5.2006, blz. 1))

2013/C 66/07

De basispercentages worden berekend overeenkomstig het hoofdstuk over de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld in de Richtsnoeren voor staatssteun van de Autoriteit, gewijzigd bij Besluit nr. 788/08/COL van 17 december 2008. Om het toepasselijke referentiepercentage vast te stellen, moeten overeenkomstig de Richtsnoeren voor staatssteun de passende opslagen worden toegevoegd. Voor het disconteringspercentage betekent dit dat het basispercentage met de passende opslag van 100 basispunten moet worden verhoogd. Ook het bij terugvordering toe te passen rentepercentage wordt gewoonlijk berekend door het basispercentage met 100 basispunten te verhogen, zoals bepaald in Besluit nr. 789/08/COL van de Autoriteit van 17 december 2008 tot wijziging van Besluit nr. 195/04/COL van de Autoriteit van 14 juli 2004 (bekendgemaakt in PB L 340 van 22.12.2010, blz. 1 en in het EER-supplement nr. 72/2010 van 22.12.2010, blz. 1). De basispercentages zijn als volgt vastgesteld:

 

IJsland

Liechtenstein

Noorwegen

1.1.2013-

6,14

0,34

2,39


V Adviezen

GERECHTELIJKE PROCEDURES

EVA-Hof

7.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 66/28


Beroep tegen het Vorstendom Liechtenstein, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 4 december 2012

(Zaak E-14/12)

2013/C 66/08

Op 4 december 2012 is bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen het Vorstendom Liechtenstein door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, vertegenwoordigd door Xavier Lewis, Clémence Perrin en Catherine Howdle, optredend als gemachtigden, Belliardstraat 35, 1040 Brussel, Belgium.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vraagt het EVA-Hof het volgende vast te stellen:

1.

Het Vorstendom Liechtenstein („Liechtenstein”) komt de krachtens artikel 31 en artikel 36 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte op hem rustende verplichtingen niet na, wanneer het een wetgeving handhaaft die erin voorziet dat personen die in Liechtenstein wonen en verantwoordelijk zijn voor een uitzendbureau, een garantie moeten stellen van 50 000 Zwitserse frank, terwijl personen die dezelfde functie uitoefenen maar buiten Liechtenstein wonen, en bureaus die grensoverschrijdend uitzenddiensten willen verrichten, een garantie moeten stellen van 100 000 Zwitserse frank.

2.

Het Vorstendom Liechtenstein wordt verwezen in de kosten van de procedure.

Feiten en argumenten:

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betoogt dat Liechtenstein geen gevolg heeft gegeven aan het met redenen omkleed advies van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 25 januari 2012 in verband met de niet-nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 31 en artikel 36 van de EER-Overeenkomst op het gebied van uitzendarbeid en uitzenddiensten.

De betrokken maatregelen van Liechtenstein zijn de artikelen 25 en 26 van Verordnung vom 11. Juli 2000 zum Gesetz über die Arbeitsvermittlung und den Personalverleih (verordening van 11 juli 2000 betreffende uitzendarbeid en uitzenddiensten).

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betoogt dat de Liechtensteinse nationale wetgeving met deze maatregelen personen die in dat land wonen en verantwoordelijk zijn voor een uitzendbureau, verplicht een garantie van 50 000 Zwitserse frank te stellen. In dezelfde wetgeving is voor personen die dezelfde functie uitoefenen en buiten Liechtenstein wonen, de verplichting opgenomen een garantie van 100 000 Zwitserse frank te stellen wanneer zij uitzenddiensten verrichten. Ook uitzendbureaus die buiten Liechtenstein gevestigd zijn en grensoverschrijdend diensten willen verrichten, moeten een garantie van 100 000 Zwitserse frank stellen.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betoogt dat Liechtenstein zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 31 en artikel 36 van de EER-Overeenkomst niet nakomt, wanneer het deze wetgeving in de huidige versie handhaaft.


7.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 66/29


Beroep tegen de Republiek IJsland, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 30 november 2012

(Zaak E-12/12)

2013/C 66/09

Op 30 november 2012 is bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen de Republiek IJsland door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, vertegenwoordigd door Markus Schneider en Clémence Perrin, optredend als gemachtigden, Belliardstraat 35, 1040 Brussel, België.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vraagt het EVA-Hof:

1.

vast te stellen dat de Republiek IJsland, door het niet binnen de gestelde termijn vaststellen of kennis geven aan de Autoriteit van de maatregelen die nodig zijn voor de omzetting van het besluit waarnaar wordt verwezen in punt 7h van bijlage XIX bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad), aangepast aan de EER-Overeenkomst bij Protocol 1 daarbij, haar verplichtingen uit hoofde van dat besluit en van artikel 7 van de EER-Overeenkomst niet is nagekomen, en

2.

de Republiek IJsland te verwijzen in de kosten van de procedure.

Feiten en argumenten:

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt dat de Republiek IJsland krachtens artikel 27 van Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 (de richtlijn) en artikel 7 van de EER-Overeenkomst maatregelen moet vaststellen ter omzetting van de richtlijn en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA daarvan in kennis moet stellen.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt dat zij van de IJslandse regering geen dergelijke gegevens heeft ontvangen en dat zij evenmin in het bezit is van andere gegevens op grond waarvan zij zou kunnen concluderen dat de maatregelen tot omzetting van de richtlijn zijn genomen.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt dat de Republiek IJsland, door het niet binnen de gestelde termijn vaststellen of kennis geven van de maatregelen ter omzetting van de richtlijn, haar verplichtingen uit hoofde van artikel 27 van de richtlijn en artikel 7 van de EER-Overeenkomst niet is nagekomen.


7.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 66/30


Beroep tegen de Republiek IJsland, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 30 november 2012

(Zaak E-13/12)

2013/C 66/10

Op 30 november 2012 is bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen de Republiek IJsland door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, vertegenwoordigd door Xavier Lewis en Maria Moustakali, optredend als gemachtigden, Belliardstraat 35, 1040 Brussel, Belgium.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vraagt het EVA-Hof:

1.

vast te stellen dat de Republiek IJsland, door het niet binnen de gestelde termijn vaststellen of kennis geven aan de Autoriteit van de maatregelen die nodig zijn voor de omzetting van het besluit waarnaar wordt verwezen in punt 10 van deel 7.1 van hoofdstuk I van bijlage I bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Richtlijn 90/167/EEG van de Raad van 26 maart 1990 tot vaststelling van de voorwaarden voor de bereiding, het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders met medicinale werking), aangepast aan de EER-Overeenkomst bij Protocol 1 daarbij, haar verplichtingen uit hoofde van dat besluit en van artikel 7 van de EER-Overeenkomst niet is nagekomen, en

2.

de Republiek IJsland te verwijzen in de kosten van de procedure.

Feiten en argumenten:

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt dat de Republiek IJsland krachtens artikel 15 van Richtlijn 90/167/EEG van de Raad van 26 maart 1990 (de richtlijn) en artikel 7 van de EER-Overeenkomst maatregelen moet vaststellen ter omzetting van de richtlijn en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA daarvan in kennis moet stellen.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt dat zij van de IJslandse regering geen dergelijke gegevens heeft ontvangen en dat zij evenmin in het bezit is van andere gegevens op grond waarvan zij zou kunnen concluderen dat de maatregelen tot omzetting van de richtlijn zijn genomen.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt dat de Republiek IJsland, door het niet binnen de gestelde termijn vaststellen of kennis geven van de maatregelen ter omzetting van de richtlijn, haar verplichtingen uit hoofde van artikel 15 van de richtlijn en artikel 7 van de EER-Overeenkomst niet is nagekomen.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

7.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 66/31


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6869 — GM/Ispol)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 66/11

1.

Op 1 maart 2013 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat General Motors Europe Holdings S.L. („GMEH”, Spanje), die deel uitmaakt van het concern General Motors Company („GM”, Verenigde Staten), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Ispol Holding BV G („Ispol”, Nederland) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

GM: productie en verkoop van personenwagens en lichte bedrijfsvoertuigen over de hele wereld,

Ispol: productie en verkoop van dieselmotoren voor auto's.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6869 — GM/Ispol, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).