ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2013.061.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 61

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

56e jaargang
2 maart 2013


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2013/C 061/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6831 — General Motors Company/Parts of Ally Financial) ( 1 )

1

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2013/C 061/02

Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties: 0,75 % per 1 maart 2013 — Wisselkoersen van de euro

2

 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2013/C 061/03

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6837 — Goldman Sachs/TPG Lundy/Exception Group Limited) ( 1 )

3

2013/C 061/04

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6829 — Investindustrial/Aston Martin) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

4

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2013/C 061/05

Kennisgeving aan Abderrahmane Ould El Amar, Hamada Ould Mohamed El Khairy en Iyad ag Ghali, die zijn toegevoegd aan de lijst bedoeld in de artikelen 2, 3 en 7 van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk, op grond van Verordening (EU) nr. 180/2013 van de Commissie

5

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

2.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 61/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6831 — General Motors Company/Parts of Ally Financial)

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 61/01

Op 22 februari 2013 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32013M6831. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

2.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 61/2


Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties (1):

0,75 % per 1 maart 2013

Wisselkoersen van de euro (2)

1 maart 2013

2013/C 61/02

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3000

JPY

Japanse yen

120,53

DKK

Deense kroon

7,4562

GBP

Pond sterling

0,86470

SEK

Zweedse kroon

8,3660

CHF

Zwitserse frank

1,2245

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,4855

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,677

HUF

Hongaarse forint

295,23

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7006

PLN

Poolse zloty

4,1477

RON

Roemeense leu

4,3640

TRY

Turkse lira

2,3457

AUD

Australische dollar

1,2741

CAD

Canadese dollar

1,3437

HKD

Hongkongse dollar

10,0829

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5759

SGD

Singaporese dollar

1,6120

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 415,56

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

11,8092

CNY

Chinese yuan renminbi

8,0908

HRK

Kroatische kuna

7,5912

IDR

Indonesische roepia

12 601,05

MYR

Maleisische ringgit

4,0262

PHP

Filipijnse peso

52,867

RUB

Russische roebel

39,9750

THB

Thaise baht

38,727

BRL

Braziliaanse real

2,5825

MXN

Mexicaanse peso

16,7042

INR

Indiase roepie

71,3880


(1)  Rentevoet die is toegepast op de laatst uitgevoerde transactie voor de opgegeven dag. In geval van een tender met variabele rente, verwijst deze rentevoet naar de marginale interestvoet.

(2)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

2.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 61/3


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6837 — Goldman Sachs/TPG Lundy/Exception Group Limited)

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 61/03

1.

Op 18 februari 2013 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat The Goldman Sachs Group, Inc. („Goldman Sachs”, Verenigde Staten) en TPG LundyCo, L.P. („TPG Lundy”, Kaaimaneilanden), die onder de uiteindelijke zeggenschap staat van de TPG Group (Verenigde Staten), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Exception Group Limited („Exception”, Verenigd Koninkrijk), van Lloyds Banking Group, Verenigd Koninkrijk door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Goldman Sachs: aanbieder van financiële diensten als internationale zakenbank, effecten- en beleggingenbeheerder,

TPG Group: wereldwijde particuliere beleggingsonderneming die een groep fondsen beheert welke via overnemingen en bedrijfsherstructureringen in uiteenlopende ondernemingen investeren,

Exception: vervaardiging en levering van printplaten („PCB”), alsook montage en testing.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6837 — Goldman Sachs/TPG Lundy/Exception Group Limited, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).


2.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 61/4


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6829 — Investindustrial/Aston Martin)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 61/04

1.

Op 19 februari 2013 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Prestige Motor Holdings SA („PMH”, Luxemburg, onder zeggenschap van Investindustrial V LP, Verenigd Koninkrijk, dat op zijn beurt onder zeggenschap staat van BI-Invest Holdings SA, Luxemburg) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de zeggenschap verkrijgt over de gehele onderneming Aston Martin Holdings (UK) Limited („Aston Martin”, Verenigd Koninkrijk) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor PMH: beleggingen in vennootschappen met een klemtoon op de automobielindustrie,

voor Aston Martin: fabricage en mondiale distributie van auto's in het luxesegment.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6829 — Investindustrial/Aston Martin, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

2.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 61/5


Kennisgeving aan Abderrahmane Ould El Amar, Hamada Ould Mohamed El Khairy en Iyad ag Ghali, die zijn toegevoegd aan de lijst bedoeld in de artikelen 2, 3 en 7 van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk, op grond van Verordening (EU) nr. 180/2013 van de Commissie

2013/C 61/05

1.

Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB (1) roept de Unie op de tegoeden en economische middelen te bevriezen van de leden van de Al-Qa‘ida-organisatie en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, als bedoeld in de lijst die is opgesteld op grond van Resolutie 1267(1999) en Resolutie 1333(2000) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, die regelmatig wordt bijgewerkt door het VN-comité dat is ingesteld bij Resolutie 1267(1999) van de VN-Veiligheidsraad.

De door dit VN-comité opgestelde lijst omvat:

Al-Qa‘ida;

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten, lichamen en groepen die banden hebben met Al-Qa‘ida; en tevens

rechtspersonen, entiteiten en lichamen die in handen zijn van of gecontroleerd worden door, of op enige andere wijze ondersteuning bieden aan deze personen, entiteiten, lichamen en groepen.

Handelingen of activiteiten die erop wijzen dat een persoon, groep, onderneming of entiteit „banden heeft met” Al-Qa‘ida, zijn:

a)

deelnemen aan het financieren, plannen, faciliteren, voorbereiden of uitvoeren van handelingen of activiteiten van, in samenhang met, uit naam van, ten behoeve of ter ondersteuning van Al-Qa‘ida, of een cel, afdeling, splintergroepering of afsplitsing daarvan;

b)

leveren, verkopen of overdragen van wapens of daarmee verband houdend materieel aan bedoelde personen of organisaties;

c)

aanwerven van personeel voor bedoelde personen of organisaties; of

d)

op andere wijze ondersteunen van handelingen of activiteiten van bedoelde personen of organisaties.

2.

Het VN-Comité besloot op 21 februari 2013 om Abderrahmane Ould El Amar en Hamada Ould Mohamed El Khairy aan de bedoelde lijst toe te voegen. Voorts besloot het VN-Comité op 22 februari 2013 Iyad ag Ghali aan de lijst toe te voegen. De betrokkenen kunnen te allen tijde een verzoek richten aan de ombudsman van de Verenigde Naties, met ondersteunende documentatie, tot heroverweging van de gronden waarop zij op de bovengenoemde VN-lijst zijn geplaatst. Dit verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:

United Nations — Office of the Ombudsperson

Room TB-08041D

New York, NY 10017

UNITED STATES OF AMERICA

Tel. +1 2129632671

Fax +1 2129631300/3778

E-mail: ombudsperson@un.org

Voor meer informatie zie: http://www.un.org/sc/committees/1267/delisting.shtml

3.

Naar aanleiding van het in punt 2 genoemde besluit van de VN heeft de Commissie Verordening (EU) nr. 180/2013 (2) vastgesteld tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk (3). Bij die wijziging, die overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a), en artikel 7 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 881/2002 is verricht, worden Abderrahmane Ould El Amar, Hamada Ould Mohamed El Khairy en Iyad ag Ghali aan de lijst in bijlage I bij die verordening (hierna „bijlage I” genoemd) toegevoegd.

De onderstaande maatregelen van Verordening (EG) nr. 881/2002 zijn van toepassing op de aan bijlage I toegevoegde personen en entiteiten:

1.

de bevriezing van alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn of in het bezit zijn van deze personen en entiteiten, alsmede het voor iedereen geldende verbod op de terbeschikkingstelling, direct of indirect, van tegoeden en economische middelen aan of ten behoeve van deze personen en entiteiten (artikelen 2 en 2 bis (4)); en tevens

2.

het verbod op de directe of indirecte verstrekking, verkoop, levering of overdracht aan deze personen en entiteiten van technisch advies, bijstand of opleiding in verband met militaire activiteiten (artikel 3).

4.

Artikel 7 bis van Verordening (EG) nr. 881/2002 (5) voorziet in een toetsing wanneer opmerkingen zijn ingediend over de gronden voor opname op de lijst door wie op de lijst is geplaatst. De personen en entiteiten die bij Verordening (EU) nr. 180/2013 aan bijlage I zijn toegevoegd, kunnen de Commissie verzoeken om een toelichting over de redenen waarom zij op de lijst zijn opgenomen. Dit verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:

Europese Commissie

Beperkende maatregelen

Wetstraat 200

1049 Brussel

BELGIË

5.

De betrokken personen en entiteiten worden er tevens op geattendeerd dat zij tegen Verordening (EU) nr. 180/2013 beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

6.

Voor de goede orde worden de aan bijlage I toegevoegde personen en entiteiten erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde autoriteiten van de lidstaat of lidstaten, als vermeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 881/2002, om een machtiging te verkrijgen om bevroren tegoeden, andere financiële activa of economische middelen te gebruiken voor essentiële behoeften of specifieke betalingen, in overeenstemming met artikel 2 bis van die verordening.


(1)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 4.

(2)  PB L 59 van 2.3.2013, blz. 1.

(3)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.

(4)  Artikel 2 bis is ingevoegd bij Verordening (EG) nr. 561/2003 van de Raad (PB L 82 van 29.3.2003, blz. 1).

(5)  Artikel 7 bis is ingevoegd bij Verordening (EU) nr. 1286/2009 van de Raad (PB L 346 van 23.12.2009, blz. 42).