|
ISSN 1977-0995 doi:10.3000/19770995.CA2012.394.dut |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 394A |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
55e jaargang |
|
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
V Adviezen |
|
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
|
Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) |
|
|
2012/C 394A/01 |
Aankondiging van algemeen vergelijkend onderzoek — EPSO/AST/125/12 — Assistenten (AST 3) |
|
|
2012/C 394A/02 |
||
OVERZICHT VAN DE IN DE C A-SERIE VAN HET PUBLICATIEBLAD GEPUBLICEERDE VERGELIJKENDE ONDERZOEKEN
Hierbij vindt u een lijst van C A-publicatiebladen Vergelijkende onderzoeken die in 2012 tot op heden gepubliceerd werden.
Deze publicaties verschenen — tenzij anders vermeld — in alle officiële talen.
|
8 |
(DA/EL/HU/IT/MT/PL) |
|
10 |
|
|
17 |
(LT) |
|
20 |
(EN) |
|
22 |
(DE/EN/FR) |
|
27 |
|
|
30 |
(FR) |
|
31 |
(ES) |
|
37 |
|
|
44 |
|
|
46 |
|
|
53 |
|
|
55 |
|
|
59 |
|
|
69 |
(DE/EN/FR) |
|
70 |
(EL) |
|
71 |
(ES) |
|
74 |
(HU) |
|
75 |
(NL) |
|
76 |
|
|
77 |
(RO) |
|
84 |
(DE/EN/FR) |
|
86 |
|
|
90 |
(EN) |
|
101 |
|
|
110 |
(DE/EN/FR) |
|
114 |
|
|
121 |
(BG) |
|
122 |
|
|
134 |
|
|
136 |
(PT) |
|
140 |
|
|
144 |
(DE/EN/FR) |
|
146 |
(CS/DA) |
|
160 |
|
|
161 |
|
|
169 |
(DE/EN/FR) |
|
180 |
(DE/EN/FR) |
|
187 |
|
|
189 |
|
|
197 |
(DA/DE/EN/SK) |
|
198 |
(EN/FR) |
|
199 |
(DE/EN/FR) |
|
204 |
(ET/GA/LV/PT) |
|
206 |
(CS) |
|
210 |
(LT) |
|
211 |
(MT) |
|
212 |
(PL) |
|
214 |
(SK) |
|
215 |
(DE/EN/FR) |
|
228 |
(SL) |
|
266 |
|
|
270 |
|
|
274 |
(CS) |
|
275 |
(LV) |
|
276 |
(DE/EN/FR) |
|
278 |
|
|
281 |
(MT) |
|
283 |
(SV) |
|
285 |
(ES) |
|
288 |
(DE/EN/FR) |
|
290 |
|
|
291 |
|
|
292 |
(HU) |
|
294 |
(BG) |
|
296 |
(BG) |
|
300 |
|
|
302 |
|
|
304 |
(DE/EN/FR) |
|
305 |
|
|
307 |
(DE/EN/FR) |
|
314 |
|
|
316 |
|
|
324 |
(DE/EN/FR) |
|
339 |
|
|
340 |
(LT) |
|
349 |
(DE/EN/FR) |
|
352 |
|
|
368 |
|
|
369 |
(EN/FR) |
|
370 |
|
|
375 |
(DE/EN/FR) |
|
377 |
(DE/EN/FR) |
|
382 |
(DE/EN/FR) |
|
384 |
(SV) |
|
385 |
|
|
390 |
(HU) |
|
394 |
|
|
NL |
|
V Adviezen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)
|
20.12.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CA 394/1 |
AANKONDIGING VAN ALGEMEEN VERGELIJKEND ONDERZOEK
EPSO/AST/125/12 — Assistenten (AST 3)
(2012/C 394 A/01)
Het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) organiseert een algemeen vergelijkend onderzoek aan de hand van een examen voor de vorming van een reserve voor de aanwerving van assistenten (1).
EPSO/AST/125/12 — Assistenten (AST 3)
op de volgende vakgebieden:
|
1. |
AUDIT |
|
2. |
FINANCIËN/BOEKHOUDING |
|
3. |
ECONOMIE/STATISTIEK |
Dit algemeen vergelijkend onderzoek heeft als doel reservelijsten vast te stellen om te kunnen voorzien in vacatures bij de Europese instellingen.
Lees voordat u uw sollicitatie indient aandachtig de leidraad voor algemene vergelijkende onderzoeken die in Publicatieblad C 270 A van 7 september 2012 en op de website van EPSO bekendgemaakt is.
Deze leidraad vormt een integrerend onderdeel van de aankondiging van het algemeen vergelijkend onderzoek en geeft informatie over het verloop van de inschrijving en de procedure.
INHOUD
|
I. |
ALGEMENE INFORMATIE |
|
II. |
FUNCTIEOMSCHRIJVING |
|
III. |
TOELATINGSVOORWAARDEN |
|
IV. |
TOEGANGSTOETSEN |
|
V. |
ASSESSMENT |
|
VI. |
RESERVELIJSTEN |
|
VII. |
INSTRUCTIES VOOR HET INDIENEN VAN EEN SOLLICITATIE |
|
BIJLAGEN |
I. ALGEMENE INFORMATIE
|
Vakgebied 1 = 25 Vakgebied 2 = 45 Vakgebied 3 = 40 |
||
|
U kunt zich slechts voor één vakgebied inschrijven. Bij uw elektronische inschrijving moet u een keuze maken. Deze keuze kan niet meer gewijzigd worden zodra u uw sollicitatie elektronisch hebt bevestigd en gevalideerd. |
II. FUNCTIEOMSCHRIJVING
Assistenten van niveau AST 3 werken onder leiding van een administrateur mee aan de verwezenlijking van de opdracht van hun instelling of orgaan. Zij verrichten uitvoerende, ondersteunende en logistieke taken op de verschillende vakgebieden.
De verschillende vakgebieden worden nader beschreven in de bijlagen.
III. TOELATINGSVOORWAARDEN
Op de uiterste datum voor de elektronische inschrijving moet u voldoen aan de volgende algemene en specifieke voorwaarden:
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
2.1. |
Diploma: zie de bijlagen |
||||||||||||
|
2.2. |
Werkervaring: zie de bijlagen |
||||||||||||
|
2.3. |
Talenkennis (2) |
||||||||||||
|
Hoofdtaal:
|
||||||||||||
|
en |
|
||||||||||||
|
Tweede taal (verplicht verschillend van taal 1):
Overeenkomstig de uitspraak van het Hof van Justitie (grote kamer) in zaak C-566/ 10 P, Republiek Italië/Commissie zijn de Europese instellingen verplicht redenen op te geven voor de beperking van het aantal officiële EU-talen dat als tweede taal kan worden gekozen voor dit vergelijkend onderzoek. De selectie van talen die voor dit vergelijkend onderzoek als tweede taal kunnen worden gekozen, hangt samen met het belang van de dienst: het is noodzakelijk dat nieuwe collega's onmiddellijk operationeel zijn en in hun dagelijks werk doeltreffend kunnen communiceren, anders zou het functioneren van de instellingen ernstig worden belemmerd. Gezien de geschiedenis binnen de EU-instellingen wat betreft de talen die worden gebruikt voor de interne communicatie en ook gezien de behoeften op het gebied van externe communicatie en de behandeling van dossiers, zijn het Engels, het Frans en het Duits nog steeds de meest gebruikte talen. Daarnaast zijn het Engels, het Frans en het Duits de talen die verreweg het vaakst als tweede taal worden gekozen bij vergelijkende onderzoeken waar de kandidaten vrije keuze hebben. Dit bevestigt de huidige praktijk in het onderwijs en de gangbare normen op de arbeidsmarkt en verwacht mag worden dat kandidaten voor functies bij de Europese Unie ten minste een van deze talen beheersen. Rekening houdend met het belang van de dienst en met de behoeften en capaciteiten van de kandidaten, ook gezien het specifieke vakgebied van dit vergelijkend onderzoek, is het gewettigd om tests te organiseren in deze drie talen, om ervoor te zorgen dat de kandidaten, ongeacht hun hoofdtaal, in ieder geval in een van deze drie officiële talen kunnen werken. Om ervoor te zorgen dat alle kandidaten gelijk worden behandeld, moet iedereen, ook degenen wier eerste taal een van deze drie talen is, de test afleggen in zijn taal, waarbij uit deze drie talen kan worden gekozen. Door de specifieke vaardigheden op deze manier te toetsen, kunnen de instellingen nagaan of kandidaten in staat zijn onmiddellijk te functioneren in een omgeving die nauw aansluit bij de dagelijkse werksituatie in de EU-instellingen. Dit doet geen afbreuk aan een eventuele latere taalopleiding om het vermogen te ontwikkelen om in een derde taal te werken, zoals beschreven in artikel 45, lid 2, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie. |
||||||||||||
IV. TOEGANGSTOETSEN
De toegangstoetsen worden afgenomen per computer en worden georganiseerd door EPSO. De jury bepaalt de moeilijkheidsgraad van de toetsen en keurt de inhoud goed op basis van de voorstellen van EPSO.
|
U wordt voor de toegangstoetsen uitgenodigd als u uw inschrijving tijdig hebt gevalideerd (zie punt VII). Opgelet:
|
|||||||
|
Reeks toetsen met meerkeuzevragen ter beoordeling van uw algemene geschiktheid en vaardigheden wat betreft: |
|||||||
|
Toets a) |
verbaal redeneervermogen |
score: 0-20 punten vereist minimum: 10 punten |
||||||
|
Toets b) |
numeriek redeneervermogen |
score: 0-10 punten |
||||||
|
Toets c) |
abstract redeneervermogen |
score: 0-10 punten |
||||||
|
|
Vereist minimum voor de toetsen b) en c) samen: 10 punten |
|||||||
|
Toets d) |
vakbekwaamheid: nauwkeurigheid en precisie |
score: 0-20 punten |
||||||
|
Toets e) |
vakbekwaamheid: prioriteiten stellen en organiseren |
score: 0-20 punten |
||||||
|
|
vereist minimum voor de toetsen d) en e) samen: 20 punten |
|||||||
|
Toets f) |
situatiebeoordeling |
score: 0-40 punten vereist minimum: 24 punten |
||||||
|
Taal 1 voor de toetsen a), b) en c) Taal 2 voor de toetsen d), e) en f) |
|||||||
V. ASSESSMENT
|
U wordt uitgenodigd voor het assessment
Er worden ongeveer 2,5 maal zoveel kandidaten tot het assessment toegelaten als het aantal geslaagde kandidaten zoals vermeld in deze aankondiging. Het precieze aantal zal op de website van EPSO worden bekendgemaakt (http://blogs.ec.europa.eu/eu-careers.info/). |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
Tijdens het assessment worden de volgende vaardigheden getoetst: A. Specifieke vaardigheden De specifieke vaardigheden worden uitsluitend getoetst aan de hand van een casestudy op het gekozen vakgebied. B. Algemene vaardigheden (5)
De algemene vaardigheden worden getest door middel van (6):
De casestudy op het gekozen vakgebied en de andere onderdelen van het assessment vinden in beginsel in Brussel plaats en duren één dag (7). Elk van deze algemene vaardigheden wordt getest volgens het volgende model: |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Postbakoefening |
Gestructureerd interview |
Casestudy |
Groepsoefening |
||||||||||||||||||||||||||
|
Problemen analyseren en oplossen |
x |
|
x |
|
||||||||||||||||||||||||||
|
Communiceren |
|
x |
x |
|
||||||||||||||||||||||||||
|
Kwaliteits- en resultaatgericht werken |
x |
|
x |
|
||||||||||||||||||||||||||
|
Leren en zich blijven ontwikkelen |
|
x |
|
x |
||||||||||||||||||||||||||
|
Prioriteiten stellen en organiseren |
x |
x |
|
|
||||||||||||||||||||||||||
|
Veerkrachtig zijn |
|
x |
|
x |
||||||||||||||||||||||||||
|
Samenwerken |
x |
|
|
x |
||||||||||||||||||||||||||
|
Taal 2 |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
Specifieke vaardigheden (onderdeel c)) 0-30 punten vereist minimum: 15 punten gewicht: 30 % van de totale score Algemene vaardigheden 0-10 punten voor elk van de algemene vaardigheden vereist minimum:
gewicht: 70 % van de totale score |
|||||||||||||||||||||||||||||
VI. RESERVELIJSTEN
|
De jury plaatst u op de reservelijst
Deze controle wordt uitgevoerd in aflopende volgorde van de scores totdat het aantal op de reservelijst op te nemen kandidaten die daadwerkelijk voldoen aan alle toelatingsvoorwaarden, is bereikt. De bewijsstukken van de kandidaten die buiten dit quotum vallen, zullen niet worden onderzocht. Als blijkt dat de verklaringen op het sollicitatieformulier niet kunnen worden gestaafd met passende bewijsstukken, wordt de sollicitatie nietig verklaard (9). |
||||||
|
Per vakgebied wordt een reservelijst in alfabetische volgorde opgesteld. |
VII. INSTRUCTIES VOOR HET INDIENEN VAN EEN SOLLICITATIE
|
U moet zich elektronisch inschrijven volgens de procedure die op de website van EPSO wordt beschreven, namelijk in het onderdeel „Online application manual/mode d'emploi de l'inscription en ligne/Online-Bewerbungsleitfaden”. Uiterste termijn (validering inbegrepen): 22 januari 2013 om 12 uur ('s middags), Belgische tijd |
||
|
Als u behoort tot de kandidaten die tot het assessment worden toegelaten, dient u bij het assessment het volledige sollicitatiedossier mee te brengen (10) (ondertekend exemplaar van het elektronische sollicitatieformulier en bewijsstukken). Instructies: zie punt 6.1 van de leidraad voor algemene vergelijkende onderzoeken. |
(1) Elke verwijzing in deze aankondiging naar een persoon van het mannelijke geslacht slaat tevens op personen van het vrouwelijke geslacht.
(2) Zie het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen — Taal 1 = C1/Taal 2 = B2
(http://europass.cedefop.europa.eu/europass/home/hornav/Downloads/CEF/LanguageSelfAssessmentGrid.csp).
(3) Wanneer de laatste plaats door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten voor het assessment uitgenodigd.
(4) Deze informatie wordt aan de hand van bewijsstukken gecontroleerd voordat de reservelijst wordt vastgesteld (zie de punten VI.1 en VII.2).
(5) In punt 1.2 van de leidraad voor algemene vergelijkende onderzoeken worden deze vaardigheden nader beschreven.
(6) De inhoud van de tests wordt gevalideerd door de jury.
(7) Om organisatorische redenen kan de casestudy plaatsvinden in testcentra in de lidstaten en/of in Brussel, los van de andere onderdelen van het assessment.
(8) Wanneer de laatste plaats door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten op de reservelijst geplaatst.
(9) De verklaringen worden gecontroleerd door EPSO wat betreft de algemene voorwaarden en door de jury wat betreft de specifieke voorwaarden.
(10) De datum van het assessment wordt u te zijner tijd meegedeeld via uw EPSO-account.
BIJLAGE 1
AUDIT
1. Taken
De assistenten verrichten taken op een of meerdere van de volgende gebieden van de interne of externe audit:
|
— |
analyseren (onder rechtstreeks toezicht van degene die verantwoordelijk is voor de audit of een auditor) van verslagen en verklaringen die de lidstaten en andere begunstigden hebben ingediend met betrekking tot het gebruik van de middelen van de Europese Unie, |
|
— |
bijdragen aan de beoordeling van de doeltreffendheid van de controlesystemen die door de lidstaten en andere begunstigden zijn ingesteld, |
|
— |
bijdragen aan het organiseren van interdepartementele raadplegingen, aan de follow-up daarvan en aan de maatregelen die daaruit voortvloeien, |
|
— |
bijdragen aan de ontwikkeling van auditopdrachten en onderzoeksplannen, |
|
— |
helpen bij de voorbereiding van de auditverslagen en ervoor zorgen dat de aanbevelingen in acht worden genomen, |
|
— |
voorbereiden van de procedures die financiële en beheersmatige gevolgen hebben voor de lidstaten en andere begunstigden in verband met het gebruik van middelen van de Europese Unie of, indien nodig, zorgen voor de uitvoering en follow-up ervan, |
|
— |
coördineren van de betrekkingen met de Rekenkamer, |
|
— |
helpen bij het beheren van de contracten met externe auditors die auditdiensten verrichten, |
|
— |
helpen bij de controle van de aard van een procedure, bij het identificeren van de risico's en de controles, en bij het beoordelen van de geschiktheid en efficiëntie van de procedures voor interne controle, risicobeheer en administratie, |
|
— |
de kwaliteit en de methodologische samenhang van de auditactiviteiten binnen de diensten stimuleren. |
2. Kwalificaties of diploma's
U moet een diploma van hoger onderwijs hebben behaald op een gebied dat verband houdt met de aard van de taken.
OF
U moet een diploma van middelbaar onderwijs hebben behaald dat toegang geeft tot hoger onderwijs, gevolgd door ten minste drie jaar relevante werkervaring op een gebied dat verband houdt met de aard van de taken.
NB: Deze werkervaring van ten minste drie jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
Minimaal drie jaar werkervaring die verband houdt met de aard van de functie.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van het hierboven vermelde diploma dat toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek.
BIJLAGE 2
FINANCIËN/BOEKHOUDING
1. Taken
In het kader van de diverse begrotings- en financiële werkzaamheden van de instellingen overeenkomstig het Financieel Reglement van de Europese Unie en de uitvoeringsvoorschriften daarvan verrichten de assistenten op basis van precieze instructies en met behulp van specifieke informatiesystemen (geautomatiseerd boekhoudsysteem) uitvoerende taken, zoals:
|
— |
volgen van financiële en begrotingsprocedures (beheer van kredieten, vastleggingen, controle van facturen en betalingen, inningsopdrachten en ramingen van schuldvorderingen), |
|
— |
meewerken aan het opstellen van begrotingsramingen, jaarverslagen en jaarrekeningen, |
|
— |
meewerken aan aanbestedingsprocedures, |
|
— |
volgen van schuldvorderingen en vaststellen van de ontvangsten, |
|
— |
controleren van de boekhoudkundige verwerking en financieel beheer van de ontvangsten, |
|
— |
assisteren bij de toepassing van boekhoud- en financiële systemen, |
|
— |
bijhouden van een algemene of begrotingsboekhouding, |
|
— |
invoeren, uitvoeren en verbeteren van procedures voor boekhoudkundige kwaliteit om de boekhoudkundige risico's te verkleinen, |
|
— |
regelmatig de boekhoudkundige gegevens controleren om ervoor te zorgen dat de kwaliteitsdoelstellingen worden gehaald, |
|
— |
assisteren bij het afsluiten van rekeningen en het opstellen van financiële staten, |
|
— |
helpen bij de boekhouding en raad geven aan de diensten van de instellingen, |
|
— |
beheren van de kasmiddelen en betalingen, afstemmen van de rekeningen, |
|
— |
beheren van de afstemmingscontrole en de gelden ter goede rekening. |
2. Kwalificaties of diploma's
U moet een diploma van hoger onderwijs hebben behaald op een gebied dat verband houdt met de aard van de taken.
OF
U moet een diploma van middelbaar onderwijs hebben behaald dat toegang geeft tot hoger onderwijs, gevolgd door ten minste drie jaar relevante werkervaring op een gebied dat verband houdt met de aard van de taken.
NB: Deze werkervaring van ten minste drie jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
Minimaal drie jaar werkervaring die verband houdt met de aard van de functie.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van het hierboven vermelde diploma dat toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek.
BIJLAGE 3
STATISTIEK/ECONOMIE
1. Taken
De assistenten verrichten taken op een of meerdere van de volgende gebieden:
|
— |
nationale rekeningen, prijsstatistieken en kernindicatoren, |
|
— |
statistieken van de overheidsfinanciën, |
|
— |
regionale en sectorale statistieken, |
|
— |
sociale statistieken, |
|
— |
algemene statistieken voor ondernemingen, |
|
— |
samenwerking binnen het Europees statistisch systeem, internationale samenwerking, |
|
— |
statistische en informaticadiensten voor ondernemingen. |
De voornaamste taken zijn:
1. statistische methoden, opzet en standaardisering
|
— |
testen, valideren en controleren van de kwaliteit van statistische methoden, |
|
— |
meewerken aan het opstellen van statistische indicatoren, |
|
— |
bijdragen aan de harmonisering en standaardisering van procedures, producten en methodes voor officiële Europese statistieken, met behulp van moderne informaticamiddelen, |
|
— |
bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe producten en nieuwe activiteiten op het vlak van statistiek; |
2. statistische reglementering en coördinatie
|
— |
deelnemen aan de reglementering en coördinatie op het vlak van statistiek van de Europese instellingen met andere instellingen van de EU, de lidstaten, geassocieerde landen en internationale organisaties met betrekking tot regelgeving, harmonisering en coördinatie van statistische methoden en procedures; |
3. beheren en verwerken van statistische gegevens
|
— |
valideren en structureren van statistische gegevens, |
|
— |
berekenen van afgeleide gegevens en maken van ramingen en statistische voorspellingen, |
|
— |
verzamelen, doorgeven en compileren van statistische gegevens voor de publicatie ervan, |
|
— |
uitbreiden van het gebruik van geïntegreerde gegevens, ook uit administratieve bronnen, |
|
— |
voorbehandelen van gegevens afkomstig van datawarehouses, behandelen van „big data”, gegevens van internet, multivariabele gegevens; |
4. evaluatie en controle van de kwaliteit, audit van de gegevens
|
— |
meewerken aan de audit van de conformiteit en robuustheid van methodes, producten en statistische resultaten, |
|
— |
de kwaliteit beoordelen en de procedures voor een kwaliteitslabel voor officiële Europese statistieken volgen; |
5. analyse, advies en verspreiding van statistische en economische informatie
|
— |
economische en statistische gegevens analyseren en statistische of economische beoordelingen opstellen, |
|
— |
meewerken aan de analyse en evaluatie van het potentieel van bronnen in combinatie met andere bronnen, |
|
— |
beheren van vragen om informatie over statistische en economische kwesties, de gebruiker informeren en adviseren over de multifunctionaliteit van informatie uit datawarehouses, |
|
— |
de resultaten omzetten in statistische en economische verslagen voor de verspreiding ervan (teksten redigeren, multimedia gebruiken, schrijven voor websites). |
Deze taken vereisen aanpassingsvermogen op multidisciplinaire werkgebieden, een goed begrip van politieke en economische gebeurtenissen, goede vaardigheden op het vlak van analyse, communicatie, redactie, technieken voor het verspreiden van informatie en projectbeheer.
2. Kwalificaties of diploma's
U moet een diploma van hoger onderwijs hebben behaald op een gebied dat verband houdt met de aard van de taken.
OF
U moet een diploma van middelbaar onderwijs hebben behaald dat toegang geeft tot hoger onderwijs, gevolgd door ten minste drie jaar relevante werkervaring op een gebied dat verband houdt met de aard van de taken.
NB: Deze werkervaring van ten minste drie jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
Minimaal drie jaar werkervaring die verband houdt met de aard van de functie.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van het hierboven vermelde diploma dat toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek.
|
20.12.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CA 394/11 |
AANKONDIGING VAN EEN ALGEMEEN VERGELIJKEND ONDERZOEK
EPSO/AST/126/12 — Assistenten (AST 3), sector onderzoek
(2012/C 394 A/02)
Het Europees Bureau voor Personeelsselectie (EPSO) organiseert een algemeen vergelijkend onderzoek aan de hand van tests voor de vorming van een reserve voor de aanwerving van assistenten (1) op de volgende vakgebieden:
|
1. |
BIOLOGIE, BIOWETENSCHAPPEN EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN |
|
2. |
CHEMIE |
|
3. |
FYSICA EN MATERIAALKUNDE |
|
4. |
NUCLEAIR ONDERZOEK |
|
5. |
CIVIELE TECHNIEK EN WERKTUIGBOUWKUNDE |
|
6. |
ELEKTROTECHNIEK EN ELEKTRONICA |
Dit vergelijkend onderzoek heeft als doel reservelijsten vast te stellen om te kunnen voorzien in vacatures bij de Europese instellingen, voornamelijk bij het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) van de Europese Commissie. De meeste vacatures zullen bij de verschillende instituten van het JRC zijn:
|
— |
Transuraneninstituut (ITU), Karlsruhe (Duitsland); |
|
— |
Instituut voor referentiematerialen en -metingen (IRMM), Geel (België); |
|
— |
Instituut voor gezondheid en consumentenbescherming (IHCP), Ispra (Italië); |
|
— |
Instituut voor milieu en duurzaamheid (IES), Ispra (Italië); |
|
— |
Instituut voor de bescherming en de veiligheid van de burger (IPSC); |
|
— |
de directie „Beheer van de site”, Ispra (Italië); |
|
— |
Instituut voor technologische prognose (IPTS), Sevilla (Spanje); |
|
— |
Instituut voor energie (IE), Petten (Nederland). |
Voor het vakgebied „nucleair onderzoek” zal er een beperkt aantal vacatures (6) bij de Europese Commissie in Luxemburg zijn, namelijk bij het directoraat-generaal Energie (DG ENER).
Lees vóór u uw sollicitatie indient aandachtig de leidraad die in Publicatieblad C 270 A van 7 september 2012 en op de website van EPSO bekendgemaakt is.
Deze leidraad vormt een integrerend onderdeel van de aankondiging van het algemeen vergelijkend onderzoek en geeft informatie over het verloop van de inschrijving en de procedure.
INHOUD
|
I. |
ALGEMENE INFORMATIE |
|
II. |
FUNCTIEOMSCHRIJVING |
|
III. |
TOELATINGSVOORWAARDEN |
|
IV. |
TOELATING TOT HET VERGELIJKEND ONDERZOEK EN SELECTIE OP BASIS VAN KWALIFICATIES |
|
V. |
ALGEMEEN VERGELIJKEND ONDERZOEK |
|
VI. |
RESERVELIJSTEN |
|
VII. |
INSTRUCTIES VOOR HET INDIENEN VAN EEN SOLLICITATIE |
|
BIJLAGEN |
I. ALGEMENE INFORMATIE
|
1 = 10 2 = 10 3 = 10 4 = 16 5 = 16 6 = 16 |
||
|
U kunt zich slechts voor één vakgebied inschrijven. Bij uw elektronische inschrijving moet u een keuze maken. Deze keuze kan niet meer gewijzigd worden zodra u uw sollicitatie elektronisch hebt bevestigd en gevalideerd. |
II. FUNCTIEOMSCHRIJVING
De verschillende gezochte profielen worden nader beschreven in de bijlagen.
III. TOELATINGSVOORWAARDEN
Op de uiterste datum voor de elektronische inschrijving moet u voldoen aan de volgende algemene en specifieke voorwaarden:
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
2.1. |
Kwalificaties en diploma's Zie punt 2 van de bijlagen. |
||||||||||
|
2.2. |
Werkervaring Zie punt 3 van de bijlagen. |
||||||||||
|
2.3. |
Talenkennis (2) |
||||||||||
|
taal 1 |
Hoofdtaal grondige kennis van een officiële taal van de Europese Unie |
||||||||||
|
en |
|
||||||||||
|
taal 2 |
Tweede taal (verplicht verschillend van taal 1) behoorlijke kennis van het Duits, het Engels of het Frans Overeenkomstig de uitspraak van het Hof van Justitie (grote kamer) in zaak C-566/10 P, Republiek Italië/Commissie zijn de Europese instellingen verplicht redenen op te geven voor de beperking van het aantal officiële EU-talen dat als tweede taal kan worden gekozen voor dit vergelijkend onderzoek. De selectie van talen die voor dit vergelijkend onderzoek als tweede taal kunnen worden gekozen, hangt samen met het belang van de dienst: het is noodzakelijk dat nieuwe collega's onmiddellijk operationeel zijn en in hun dagelijks werk doeltreffend kunnen communiceren, anders zou het functioneren van de instellingen ernstig worden belemmerd. Gezien de geschiedenis binnen de EU-instellingen wat betreft de talen die worden gebruikt voor de interne communicatie en ook gezien de behoeften op het gebied van externe communicatie en de behandeling van dossiers, zijn het Engels, het Frans en het Duits nog steeds de meest gebruikte talen. Daarnaast zijn het Engels, het Frans en het Duits de talen die verreweg het vaakst als tweede taal worden gekozen bij vergelijkende onderzoeken waar de kandidaten vrije keuze hebben. Dit bevestigt de huidige praktijk in het onderwijs en de gangbare normen op de arbeidsmarkt en verwacht mag worden dat kandidaten voor functies bij de Europese Unie ten minste een van deze talen beheersen. Rekening houdend met het belang van de dienst en met de behoeften en capaciteiten van de kandidaten, ook gezien het specifieke vakgebied van dit vergelijkend onderzoek, is het gewettigd om tests te organiseren in deze drie talen, om ervoor te zorgen dat de kandidaten, ongeacht hun hoofdtaal, in ieder geval in een van deze drie officiële talen kunnen werken. Om ervoor te zorgen dat alle kandidaten gelijk worden behandeld, moet iedereen, ook degenen wier eerste taal een van deze drie talen is, de test afleggen in zijn taal, waarbij uit deze drie talen kan worden gekozen. Door de specifieke vaardigheden op deze manier te toetsen, kunnen de instellingen nagaan of kandidaten in staat zijn onmiddellijk te functioneren in een omgeving die nauw aansluit bij de dagelijkse werksituatie in de EU-instellingen. Dit doet geen afbreuk aan een eventuele latere taalopleiding om het vermogen te ontwikkelen om in een derde taal te werken, zoals beschreven in artikel 45, lid 2, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie. |
||||||||||
IV. TOELATING TOT HET VERGELIJKEND ONDERZOEK EN SELECTIE OP BASIS VAN KWALIFICATIES
1. Procedure
In eerste instantie wordt op basis van de door u in het elektronische sollicitatieformulier verstrekte gegevens onderzocht of u aan de algemene en specifieke voorwaarden voldoet. Ook de selectie op basis van kwalificaties geschiedt aan de hand van deze gegevens.
|
a) |
Uw antwoorden op de vragen over de algemene en specifieke voorwaarden worden bekeken om te bepalen of u behoort tot de kandidaten die voldoen aan alle voorwaarden om te worden toegelaten tot het vergelijkend onderzoek. |
|
b) |
Vervolgens bepaalt de jury voor de kandidaten die voldoen aan de toelatingsvoorwaarden voor het vergelijkend onderzoek, wie over de meest relevante kwalificaties beschikken (met name diploma's en werkervaring) ten opzichte van de functieomschrijving en de selectiecriteria die in deze aankondiging zijn beschreven. Deze selectie wordt uitsluitend op basis van uw verklaringen in het onderdeel „talent screener/évaluateur de talent/Talentfilter” van het elektronische sollicitatieformulier uitgevoerd en verloopt in twee fasen:
|
Vervolgens stelt de jury een ranglijst van de kandidaten op. Er worden maximaal driemaal zoveel kandidaten tot de tests toegelaten als het aantal geslaagde kandidaten (3). Het precieze aantal zal op de website van EPSO worden bekendgemaakt (http://blogs.ec.europa.eu/eu-careers.info/).
2. Controle van de verklaringen van de kandidaten
Na afloop van de tests worden de verklaringen van de kandidaten in hun elektronische sollicitatieformulier gecontroleerd door EPSO wat betreft de algemene voorwaarden en door de jury wat betreft de specifieke voorwaarden. Voor de evaluatie van de kwalificaties wordt alleen met de bewijsstukken rekening gehouden om de antwoorden die reeds zijn gegeven in het onderdeel „talent screener/évaluateur de talent/Talentfilter” van het elektronische sollicitatieformulier te controleren. Als hierbij blijkt dat deze verklaringen niet kunnen worden gestaafd met passende bewijsstukken, wordt de sollicitatie nietig verklaard (4).
Deze controle wordt uitgevoerd voor de kandidaten die de vereiste minimumscores en de hoogste totaalscores hebben behaald voor de tests d), e), f) en g), te beginnen met de kandidaat met de hoogste score. Deze kandidaten moeten ook de vereiste minimumscores hebben behaald voor de tests a), b) en c) met betrekking tot het redeneervermogen. Deze controle wordt uitgevoerd in aflopende volgorde van de scores totdat het aantal op de reservelijst op te nemen kandidaten, die daadwerkelijk voldoen aan alle toelatingsvoorwaarden, is bereikt. De bewijsstukken van de kandidaten die buiten dit quotum vallen, worden niet onderzocht.
V. ALGEMEEN VERGELIJKEND ONDERZOEK
|
U wordt uitgenodigd voor de tests als u behoort tot de kandidaten (5) die
De tests vinden in beginsel in Brussel plaats en duren één of twee dagen (6). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Met de tests worden drie soorten vaardigheden getoetst:
Elk van deze algemene vaardigheden wordt getest volgens het volgende schema: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Groepsoefening (f) |
Gestructureerd interview (g) |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Problemen oplossen en analyseren |
x |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Communiceren |
|
x |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Kwaliteits- en resultaatgericht werken |
|
x |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Leren en zich blijven ontwikkelen |
x |
x |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Prioriteiten stellen en organiseren |
x |
x |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Veerkrachtig zijn |
x |
x |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Samenwerken |
x |
x |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Taal 1 voor de tests a), b) en c) Taal 2 voor de tests d), e), f) en g) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Vaardigheden op het gebied van redeneervermogen
Als u niet slaagt voor de tests a), b) en c), wordt u uitgesloten van verdere deelname. De behaalde scores worden echter niet opgeteld bij de scores voor de andere tests. Specifieke vaardigheden test d): 0-50 punten vereist minimum: 25 punten test e): 0-50 punten vereist minimum: 25 punten gewicht: 65 % van de totaalscore Algemene vaardigheden (tests f) en g)) 0-10 punten voor elk van de algemene vaardigheden vereist minimum:
gewicht: 35 % van de totaalscore |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI. RESERVELIJSTEN
|
De jury plaatst u op de reservelijst
|
||||||
|
Alfabetische rangschikking per vakgebied. |
VII. INSTRUCTIES VOOR HET INDIENEN VAN EEN SOLLICITATIE?
|
U moet zich elektronisch inschrijven volgens de procedure die op de website van EPSO wordt beschreven, namelijk in het onderdeel „Online application manual/mode d'emploi de l'inscription en ligne/Online-Bewerbungsleitfaden”. Uiterste datum (validering inbegrepen): 22 januari 2013 om 12 uur ('s middags), Belgische tijd |
||
|
Als u behoort tot de kandidaten die tot de tests worden toegelaten, dient u bij de tests het volledige sollicitatiedossier mee te brengen (ondertekend exemplaar van het elektronische sollicitatieformulier en bewijsstukken) (10). Instructies: zie punt 6.1 van de leidraad voor algemene vergelijkende onderzoeken. |
(1) Elke verwijzing in deze aankondiging naar een persoon van het mannelijke geslacht slaat tevens op personen van het vrouwelijke geslacht.
(2) Zie het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen
(http://europass.cedefop.europa.eu/europass/home/hornav/Downloads/CEF/LanguageSelfAssessmentGrid.csp). Vereist niveau: taal 1 = C1, taal 2 = B2.
(3) Kandidaten die niet worden uitgenodigd voor de tests ontvangen bericht van de resultaten van hun beoordeling en het gewicht van elke vraag.
(4) Deze informatie wordt aan de hand van bewijsstukken gecontroleerd voordat de reservelijst wordt vastgesteld (zie de punten VI.1 en VII.2).
(5) Als de laatste plaats door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten voor de tests uitgenodigd.
(6) Om praktische redenen kunnen deze tests van het redeneervermogen alsook de schriftelijke test e) plaatsvinden in testcentra in de lidstaten en/of Brussel, los van de andere tests.
(7) De inhoud wordt door de jury gevalideerd.
(8) In punt 1.2 van de leidraad voor algemene vergelijkende onderzoeken worden deze vaardigheden nader beschreven.
(9) Wanneer de laatste plaats door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten op de reservelijst geplaatst.
(10) De datum van de tests wordt u te zijner tijd meegedeeld via uw EPSO-account.
BIJLAGE 1
VAKGEBIED 1: BIOLOGIE, BIOWETENSCHAPPEN EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN
1. Functieomschrijving
Laboratoriumtechnici
Deze ambtenaren voeren laboratoriumwerk uit en verlenen technische bijstand voor onderzoek op het gebied van biologie, biowetenschappen en gezondheidswetenschappen.
De wetenschappelijke laboratoriumtechnici zijn verantwoordelijk voor laboratoriumtaken, waaronder monsternemingen, tests, metingen, registratie en analyse van resultaten op het gebied van biologie, biowetenschappen en gezondheidswetenschappen. Zij verlenen ook alle technische ondersteuning die nodig is voor de goede werking van het laboratorium conform de correcte procedures en de voorschriften inzake gezondheid en veiligheid/arbovoorschriften.
2. Getuigschriften en diploma's
U moet een diploma van een voltooide hogere opleiding hebben behaald, of van een opleiding waarvan het niveau daarmee overeenstemt, op het vakgebied.
OF
U moet een diploma van middelbaar onderwijs hebben behaald dat toegang geeft tot hoger onderwijs, gevolgd door ten minste drie jaar werkervaring, waarvan twee jaar werkervaring op het vakgebied.
NB: Deze werkervaring van ten minste drie jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
U moet ten minste drie jaar werkervaring hebben op het gebied van biologie, biowetenschappen en gezondheidswetenschappen.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van het hierboven vermelde diploma dat toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek.
4. Selectiecriteria
Bij de selectie op basis van kwalificaties houdt de jury rekening met de volgende criteria:
|
1. |
Werkervaring in een biowetenschappelijk laboratorium. |
|
2. |
Werkervaring met chemische stoffen in handschoenkasten. |
|
3. |
Werkervaring met specifieke biowetenschappelijke meettechnieken (bv. flowcytometrie, spectrometrie, chromatografische methoden, methoden op basis van PCR enz.). |
|
4. |
Werkervaring met biowetenschappelijke kwaliteitssystemen zoals ISO 17025, GLP. |
|
5. |
Werkervaring met elektronenmicroscopie en optische microscopie. |
|
6. |
Werkervaring met zoogdiercelculturen en steriele omstandigheden. |
|
7. |
Werkervaring met het opstellen van technische verslagen over de resultaten van experimenten. |
|
8. |
Werkervaring met het opstellen van technische documenten voor het onderhoud van de technische apparatuur in een biowetenschappelijk laboratorium. |
|
9. |
Werkervaring met het opstellen van technische specificaties voor de aankoop van laboratoriummateriaal en met het vergelijken van verschillende testapparatuur om de meest geschikte apparatuur voor het laboratorium te selecteren. |
|
10. |
Werkervaring met de follow-up van de werkzaamheden van contractanten teneinde te controleren of er voldaan is aan aankoopbons of aankoopspecificaties. |
|
11. |
Werkervaring met het controleren van de conformiteit van de organisatie van het laboratorium met de toepasselijke veiligheids- en beveiligingsvoorschriften. |
|
12. |
Werkervaring op een van de andere vakgebieden van het vergelijkend onderzoek. |
BIJLAGE 2
VAKGEBIED 2: CHEMIE
1. Functieomschrijving
Laboratoriumtechnici
Deze ambtenaren voeren laboratoriumwerk uit en verlenen technische bijstand voor chemisch onderzoek.
De wetenschappelijke laboratoriumtechnici zijn verantwoordelijk voor laboratoriumtaken, waaronder monsternemingen, tests, metingen, registratie en analyse van resultaten op het gebied van chemie. Zij verlenen ook alle technische ondersteuning die nodig is voor de goede werking van het laboratorium conform de correcte procedures en de voorschriften inzake gezondheid en veiligheid/arbovoorschriften.
2. Getuigschriften en diploma's
U moet een diploma van een voltooide hogere opleiding hebben behaald, of van een opleiding waarvan het niveau daarmee overeenstemt, op het vakgebied.
OF
U moet een diploma van middelbaar onderwijs hebben behaald dat toegang geeft tot hoger onderwijs, gevolgd door ten minste drie jaar werkervaring, waarvan twee jaar werkervaring op het vakgebied.
NB: Deze werkervaring van ten minste drie jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
U moet ten minste drie jaar werkervaring hebben op het gebied van chemie.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van het hierboven vermelde diploma dat toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek.
4. Selectiecriteria
Bij de selectie op basis van kwalificaties houdt de jury rekening met de volgende criteria:
|
1. |
Werkervaring met algemene chemische laboratoriumtechnieken. |
|
2. |
Werkervaring in radiochemische laboratoriumtechnieken: hanteren van radioactieve oplossingen in handschoenkasten en met manipulatoren in hete cellen. |
|
3. |
Werkervaring met massaspectroscopie en gecombineerde technieken laserablatie-massaspectroscopie (ICP-MS en ICP-OES). |
|
4. |
Werkervaring met chromatografische scheidings- en analysetechnieken (GC, HPLC met verschillende detectoren, GC-MS, HPLC-MS enz.). |
|
5. |
Werkervaring met natchemische analyse- en scheidingstechnieken en technieken voor de scheiding van solventen (bv. vastefase-extractie, vloeistof-vloeistofextractie, distillatie, versnelde solventextractie, microgolf enz.). |
|
6. |
Werkervaring met elektronenmicroscopie en optische microscopie en elektron-optische oppervlakteanalysetechnieken (bv. Auger, TIMS, Raman, FT-IR, fluorescentie, UV). |
|
7. |
Werkervaring met het vergelijken van analysemethoden en interlaboratoriumvergelijkingen. |
|
8. |
Werkervaring
|
|
9. |
Werkervaring met het opstellen van technische specificaties voor de aankoop van laboratoriummateriaal en met het vergelijken van verschillende testapparatuur om de meest geschikte apparatuur voor het laboratorium te selecteren. |
|
10. |
Werkervaring met de follow-up van de werkzaamheden van contractanten en het uitvoeren van acceptatietests teneinde te controleren of er voldaan is aan aankoopbons of aankoopspecificaties. |
|
11. |
Werkervaring met het controleren van de conformiteit van de organisatie van het laboratorium met de toepasselijke veiligheids- en beveiligingsvoorschriften. |
|
12. |
Werkervaring op een van de andere vakgebieden van het vergelijkend onderzoek. |
BIJLAGE 3
VAKGEBIED 3: FYSICA EN MATERIAALKUNDE
1. Functieomschrijving
Laboratoriumtechnici
Deze ambtenaren voeren laboratoriumwerk uit en verlenen technische bijstand voor onderzoek op het gebied van fysica en materiaalkunde.
De wetenschappelijke laboratoriumtechnici zijn verantwoordelijk voor laboratoriumtaken, waaronder monsternemingen, tests, metingen, registratie en analyse van resultaten op het gebied van fysica en materiaalkunde. Zij verlenen ook alle technische ondersteuning die nodig is voor de goede werking van het laboratorium conform de correcte procedures en de voorschriften inzake gezondheid en veiligheid/arbovoorschriften.
2. Getuigschriften en diploma's
U moet een diploma van een voltooide hogere opleiding hebben behaald, of van een opleiding waarvan het niveau daarmee overeenstemt, op het vakgebied.
OF
U moet een diploma van middelbaar onderwijs hebben behaald dat toegang geeft tot hoger onderwijs, gevolgd door ten minste drie jaar werkervaring, waarvan twee jaar werkervaring op het vakgebied.
NB: Deze werkervaring van ten minste drie jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
U moet ten minste drie jaar werkervaring hebben op het gebied van fysica en materiaalkunde.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van het hierboven vermelde diploma dat toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek.
4. Selectiecriteria
Bij de selectie op basis van kwalificaties houdt de jury rekening met de volgende criteria:
|
1. |
Werkervaring met algemene fysische laboratoriumtechnieken. |
|
2. |
Werkervaring met niet-destructieve testtechnieken (bv. metrologie, visuele inspectie, ultrasoontechnieken, profilometrie). |
|
3. |
Werkervaring met massaspectroscopie, vacuümtechnologie, lasertechnieken en -metingen. |
|
4. |
Werkervaring met hogetemperatuurmaterialen en hogetemperatuuroventechnologie, hogetemperatuurmetingen, pyrometrie. |
|
5. |
Werkervaring met mechanische tests van materialen (hardheids-, trek- of buigproeven, breukvlakonderzoek). |
|
6. |
Werkervaring met optische microscopie en elektronenmicroscopie, elektron-optische analysetechnieken en oppervlakteanalysetechnieken. |
|
7. |
Werkervaring met het opstellen van technische verslagen over de resultaten van experimenten. |
|
8. |
Werkervaring met het opstellen van technische specificaties voor de aankoop van laboratoriummateriaal en met het vergelijken van verschillende testapparatuur om de meest geschikte apparatuur voor het laboratorium te selecteren. |
|
9. |
Werkervaring met de follow-up van de werkzaamheden van contractanten teneinde te controleren of er voldaan is aan aankoopbons of aankoopspecificaties. |
|
10. |
Werkervaring met het uitvoeren van acceptatietests voor aangekochte apparatuur. |
|
11. |
Werkervaring met het controleren van de conformiteit van de organisatie van het laboratorium met de toepasselijke veiligheids- en beveiligingsvoorschriften. |
|
12. |
Werkervaring op een van de andere vakgebieden van het vergelijkend onderzoek. |
BIJLAGE 4
VAKGEBIED 4: NUCLEAIR ONDERZOEK
1. Functieomschrijving
Laboratoriumtechnici
Deze ambtenaren voeren laboratoriumwerk uit en verlenen technische bijstand voor nucleair onderzoek.
De wetenschappelijke laboratoriumtechnici zijn verantwoordelijk voor laboratoriumtaken, waaronder monsternemingen, tests, metingen, registratie en analyse van resultaten op het gebied van nucleair onderzoek. Zij verlenen ook alle technische ondersteuning die nodig is voor de goede werking van het laboratorium conform de correcte procedures en de voorschriften inzake gezondheid en veiligheid/arbovoorschriften.
2. Getuigschriften en diploma's
U moet een diploma van een voltooide hogere opleiding hebben behaald, of van een opleiding waarvan het niveau daarmee overeenstemt, op het vakgebied.
OF
U moet een diploma van middelbaar onderwijs hebben behaald dat toegang geeft tot hoger onderwijs, gevolgd door ten minste drie jaar werkervaring, waarvan twee jaar werkervaring op het vakgebied.
NB: Deze werkervaring van ten minste drie jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
U moet ten minste drie jaar werkervaring hebben op het gebied van nucleair onderzoek.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van het hierboven vermelde diploma dat toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek.
4. Selectiecriteria
Bij de selectie op basis van kwalificaties houdt de jury rekening met de volgende criteria:
|
1. |
Werkervaring in een nucleair laboratorium en met stralingsbeschermingsprocedures. |
|
2. |
Werkervaring met radioactief materiaal in handschoenkasten en in hete cellen met manipulatoren. |
|
3. |
Werkervaring met niet-destructieve testtechnieken (bv. metrologie, visuele inspectie, ultrasoontechnieken, profilometrie). |
|
4. |
Werkervaring met massaspectroscopie, gammaspectroscopie, beta-/alfaspectroscopie, scannings-/tomografietechnieken, vacuümtechnologie, oventechnologie. |
|
5. |
Werkervaring met insluitings- en bewakingssystemen. |
|
6. |
Werkervaring met het mechanisch testen van materialen (hardheids-, trek- of buigproeven, breukvlakonderzoek). |
|
7. |
Werkervaring met optische microscopie en elektronenmicroscopie en elektron-optische analysetechnieken (bv. EDS, EMPA, SIMS). |
|
8. |
Werkervaring met het opstellen van technische verslagen over de resultaten van experimenten. |
|
9. |
Werkervaring met het opstellen van technische specificaties voor de aankoop van laboratoriummateriaal en met het vergelijken van verschillende testapparatuur om de meest geschikte apparatuur voor het laboratorium te selecteren. |
|
10. |
Werkervaring met de follow-up van de werkzaamheden van contractanten teneinde te controleren of er voldaan is aan aankoopbons of aankoopspecificaties. |
|
11. |
Werkervaring met het controleren van de conformiteit van de organisatie van het laboratorium met de toepasselijke veiligheids- en beveiligingsvoorschriften. |
|
12. |
Werkervaring op een van de andere vakgebieden van het vergelijkend onderzoek. |
BIJLAGE 5
VAKGEBIED 5: CIVIELE TECHNIEK EN WERKTUIGBOUWKUNDE
1. Functieomschrijving
Technici
Deze ambtenaren verlenen technische bijstand op het gebied van civiele techniek en werktuigbouwkunde.
De technici op het gebied van civiele techniek en werktuigbouwkunde staan de ingenieurs bij in het onderzoek en de praktische toepassing van wetenschappelijke, wiskundige, werktuigbouwkundige en technische beginselen op het ontwerpen van gebouwen, constructies en werktuigmachines. Zij verlenen alle technische ondersteuning die nodig is voor het volgen van de correcte procedures en de voorschriften inzake gezondheid en veiligheid/arbovoorschriften.
2. Getuigschriften en diploma's
U moet een diploma van een voltooide hogere opleiding hebben behaald, of van een opleiding waarvan het niveau daarmee overeenstemt, op het vakgebied.
OF
U moet een diploma van middelbaar onderwijs hebben behaald dat toegang geeft tot hoger onderwijs, gevolgd door ten minste drie jaar werkervaring, waarvan twee jaar werkervaring op het vakgebied.
NB: Deze werkervaring van ten minste drie jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
U moet ten minste drie jaar werkervaring hebben op het gebied van civiele bouwkunde en werktuigbouwkunde.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van het hierboven vermelde diploma dat toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek.
4. Selectiecriteria
Bij de selectie op basis van kwalificaties houdt de jury rekening met de volgende criteria:
|
1. |
Werkervaring met het vervaardigen van mechanische onderdelen. |
|
2. |
Werkervaring met het ontwerpen van mechanische onderdelen (met of zonder CAD-CAM-oplossingen). |
|
3. |
Werkervaring met assemblage- en lastechnieken. |
|
4. |
Werkervaring in een nucleaire omgeving. |
|
5. |
Werkervaring met het gebruiken van of het toezien op werktuigmachines. |
|
6. |
Werkervaring met het ontwerpen van technische infrastructuur en het opstellen van specificaties. |
|
7. |
Werkervaring met het ontwerpen van systemen voor de water- of ventilatie-infrastructuur en het opstellen van specificaties. |
|
8. |
Werkervaring met het onderhouden van mechanische installaties in industriële inrichtingen. |
|
9. |
Werkervaring met het opstellen van technische specificaties voor de aankoop van laboratoriummateriaal en met het vergelijken van verschillende testapparatuur om de meest geschikte apparatuur voor het laboratorium te selecteren. |
|
10. |
Werkervaring met de follow-up van de werkzaamheden van contractanten en met het uitvoeren van acceptatietests teneinde te controleren of er voldaan is aan aankoopbons of aankoopspecificaties. |
|
11. |
Werkervaring met het controleren van de conformiteit van de organisatie van het laboratorium met de toepasselijke veiligheids- en beveiligingsvoorschriften. |
|
12. |
Werkervaring op een van de andere vakgebieden van het vergelijkend onderzoek. |
BIJLAGE 6
VAKGEBIED 6: ELEKTROTECHNIEK EN ELEKTRONICA
1. Functieomschrijving
Technici
Deze ambtenaren verlenen technische bijstand op het gebied van elektrotechniek en elektronica.
De technici op het gebied van elektrotechniek en elektronica staan de ingenieurs bij in het onderzoek en de praktische toepassing van wetenschappelijke, wiskundige, werktuigbouwkundige en technische beginselen op het ontwerpen, ontwikkelen en installeren van elektrische en elektronische apparatuur. Zij verlenen alle technische ondersteuning die nodig is voor het volgen van de correcte procedures en de voorschriften inzake gezondheid en veiligheid/arbovoorschriften.
2. Getuigschriften en diploma's
U moet een diploma van een voltooide hogere opleiding hebben behaald, of van een opleiding waarvan het niveau daarmee overeenstemt, op het vakgebied.
OF
U moet een diploma van middelbaar onderwijs hebben behaald dat toegang geeft tot hoger onderwijs, gevolgd door ten minste drie jaar werkervaring, waarvan twee jaar werkervaring op het vakgebied.
NB: Deze werkervaring van ten minste drie jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
U moet ten minste drie jaar werkervaring hebben op het gebied van elektrotechniek en elektronica.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van het hierboven vermelde diploma dat toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek.
4. Selectiecriteria
Bij de selectie op basis van kwalificaties houdt de jury rekening met de volgende criteria:
|
1. |
Werkervaring met laboratoriumtechnieken op het gebied van elektrotechniek/elektronica (vermeld uw functie, uw taken en uw belangrijkste realisaties). |
|
2. |
Werkervaring met het uitvoeren van elektrische/elektronische metingen volgens bepaalde specificaties (data-acquisitiesystemen, specifieke instrumenten, afstandsbediening, databasebeheer, computervaardigheden). |
|
3. |
Werkervaring met het ontwerpen/implementeren van elektrische/elektronische circuits om te voorzien in specifieke behoeften (specifieke metingen of logische functies, hoog- of laagspanningscircuits, printplaten, montage van onderdelen, controle/debugging van circuits, programmeerbare circuits FPGA CPLD, microprocessoren). |
|
4. |
Werkervaring met het opstellen van een elektrisch/elektronisch plan met inbegrip van een programmeerbare logische regeleenheid (PLC) en/of servoregeling (basisregeling en concept van de servoregeling, hardware-installatie, implementatie en controle van software, programmeertalen). |
|
5. |
Werkervaring met het onderhouden van elektrische/elektronische installaties (organisatie en onderhoudsplan, controle van het onderhoud, beheer van de onderdelen). |
|
6. |
Werkervaring met het kalibreren volgens een vooraf vastgestelde procedure en onderhoudsplan (kalibratietechnieken, certificeringsprocedures en planning, ISO- en IEC-normen). |
|
7. |
Werkervaring met het opstellen van technische verslagen over de resultaten van experimenten. |
|
8. |
Werkervaring met het opstellen van technische specificaties voor de aankoop van laboratoriummateriaal en met het vergelijken van verschillende testapparatuur om de meest geschikte apparatuur voor het laboratorium te selecteren. |
|
9. |
Werkervaring met de follow-up van de werkzaamheden van contractanten teneinde te controleren of er voldaan is aan aankoopbons of aankoopspecificaties. |
|
10. |
Werkervaring met het uitvoeren van acceptatietests voor aangekochte apparatuur. |
|
11. |
Werkervaring met het controleren van de conformiteit van de organisatie van het laboratorium met de toepasselijke veiligheids- en beveiligingsvoorschriften. |
|
12. |
Werkervaring op een van de andere vakgebieden van het vergelijkend onderzoek. |