ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2012.377.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 377

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

55e jaargang
7 december 2012


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

ADVIEZEN

 

Europese Commissie

2012/C 377/01

Advies van de Commissie van 19 november 2012 overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag betreffende het gewijzigde plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen uit de kerncentrale Bugey-2 (reactor 2, 3, 4 en 5) gelegen in Frankrijk

1

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2012/C 377/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6718 — Toyota Tsusho Corporation/CFAO) ( 1 )

3

2012/C 377/03

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 2 )

4

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2012/C 377/04

Wisselkoersen van de euro

7

2012/C 377/05

Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie

8

 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europese Commissie

2012/C 377/06

Oproep tot het indienen van voorstellen 2012 — Programma Europa voor de burger (2007-2013) — Tenuitvoerlegging van de programma-acties: Actieve burgers voor Europa, Actieve civiele samenleving in Europa en Actief Europees gedenken

9

2012/C 377/07

Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/39/12 — MEDIA 2007 — Ontwikkeling, distrubutie, promotie en opleiding — Ondersteuning voor de digitalisering van Europese bioscopen

14

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2012/C 377/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6709 — Alpha Group Investments/Janoland Properties/Neu Property Holdings/Liberty Mall) ( 1 )

17

2012/C 377/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6768 — Reggeborgh/Koninklijke Volker Wessels Stevin) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

18

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2012/C 377/10

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

19

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

 

(2)   Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

ADVIEZEN

Europese Commissie

7.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 377/1


ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 19 november 2012

overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag betreffende het gewijzigde plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen uit de kerncentrale Bugey-2 (reactor 2, 3, 4 en 5) gelegen in Frankrijk

(Alleen de Franse tekst is authentiek)

2012/C 377/01

De hieronder gegeven evaluatie is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in het Euratom-Verdrag, ongeacht eventuele aanvullende evaluaties die moeten worden uitgevoerd krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de verplichtingen die daaruit en uit de daarvan afgeleide wetgeving voortvloeien (1).

Op 20 juli 2012 heeft de Europese Commissie overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag van de Franse regering gegevens ontvangen betreffende het gewijzigde plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen uit de kerncentrale Bugey-2 (reactor 2, 3, 4 en 5).

Op basis van deze algemene gegevens brengt de Commissie, na raadpleging van de groep van deskundigen, het volgende advies uit:

1.

de afstand tussen de kerncentrale Bugey-2 (reactor 2, 3, 4 en 5) en de meest nabije grens met een andere lidstaat bedraagt 117 km voor Italië en 226 km voor Duitsland;

2.

de geplande wijziging betreft een verzoek om een algemene daling van de toegestane grenswaarden voor de lozing van vloeibare en gasvormige effluenten, terwijl tegelijkertijd aanvullende grenswaarden worden vastgesteld voor de lozing van koolstof-14;

3.

in normale bedrijfsomstandigheden veroorzaakt de geplande wijziging voor de inwoners van andere lidstaten geen voor de volksgezondheid significante blootstelling aan straling;

4.

in het geval van een niet-geplande lozing van radioactieve effluenten ten gevolge van een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, resulteren de in een andere lidstaat ontvangen stralingsdoses naar verwachting niet in schadelijke effecten voor de volksgezondheid.

Concluderend is de Commissie van mening dat de uitvoering van het gewijzigde plan voor de verwijdering van radioactieve afvalstoffen, in welke vorm ook, uit de kerncentrale Bugey-2 (reactor 2, 3, 4 en 5) gelegen in Frankrijk zowel in normale bedrijfsomstandigheden als bij een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, niet het risico doet ontstaan van voor de volksgezondheid significante radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 november 2012.

Voor de Commissie

Günther OETTINGER

Lid van de Commissie


(1)  Krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bijvoorbeeld moeten de milieuaspecten verder worden geanalyseerd. De Commissie wil in dat verband graag de aandacht vestigen op het bepaalde in Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten en Richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's, alsook in Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna en Richtlijn 2000/60/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid.


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

7.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 377/3


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6718 — Toyota Tsusho Corporation/CFAO)

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 377/02

Op 13 november 2012 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32012M6718. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


7.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 377/4


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen)

2012/C 377/03

Datum waarop het besluit is genomen

16.10.2012

Referentienummer staatssteun

SA.33514 (11/N)

Lidstaat

Duitsland

Regio

Bremen

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Maßnahmenkatalog — freiwillige Vereinbarungen; Ziel der Maßnahme ist die Reduzierung von Stoffeinträgen aus der Landwirtschaft (aufgrund freiwilliger Vereinbarungen) in das künftig als Wasserschutzgebiet auszuweisende Trinkwassereinzugsgebiet in Bremen-Blumenthal.

Rechtsgrondslag

Gesetz über die Erhebung einer Wasserentnahmegebühr, BremWEGG, in der Bekanntmachung vom 23. April 2004 (Brem. GBl. S. 189); §9, Abs.1

Maßnahmenkatalog — Freiwillige Vereinbarungen

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Agromilieuverbintenissen, Milieubescherming

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 0,07 EUR (in miljoen)

 

Jaarbudget: 0,01 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2013

Economische sectoren

Landbouw, bosbouw en visserij

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Senator für Umwelt, Bau und Verkehr

Ansgaritorstraße 2

28195 Bremen

DEUTSCHLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm

Datum waarop het besluit is genomen

25.10.2012

Referentienummer staatssteun

SA.33889 (11/N)

Lidstaat

Griekenland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Ανάθεση στον ΕΛ.Γ.Α. της υλοποίησης του προγράμματος κρατικών οικονομικών ενισχύσεων: Μέτρα υπέρ των παραγωγών της χώρας που οι γεωργοκτηνοτροφικές τους εκμεταλλεύσεις ζημιώθηκαν από πυρκαγιές κατά το έτος 2010

Rechtsgrondslag

Κοινή υπουργική απόφαση

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Vergoeding schade veroorzaakt door natuurrampen

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 2,20 EUR (in miljoen)

 

Jaarbudget: 0,70 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

80 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2014

Economische sectoren

Landbouw, bosbouw en visserij

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Υπουργείο αγροτικής ανάπτυξης και Τροφίμων

Αχαρνών 2

101 76 Αθήνα/Athens

ΕΛΛΑΔΑ/GREECE

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm

Datum waarop het besluit is genomen

29.10.2012

Referentienummer staatssteun

SA.34622 (12/N)

Lidstaat

Duitsland

Regio

Bayern

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Ausgleichsregelung zum finanziellen Ausgleich von durch Wolf, Luchs oder Bär verursachtem Schaden durch den „Ausgleichsfonds Große Beutegreifer“

Rechtsgrondslag

Ausgleichsregelung „Ausgleichsfonds Große Beutegreifer“.

Förderbescheid des Bayerischen Naturschutzfonds an die Trägergemeinschaft des Ausgleichsfonds Große Beutegreifer. Ausgeglichen werden ausschließlich Schäden, die von Wolf, Luchs oder Bär (= Große Beutegreifer) verursacht wurden.

Der Förderbescheid des Bayerischen Naturschutzfonds ergeht auf der Grundlage der Förderrichtlinien vom 1. Juli 1999. Die Förderrichtlinien basieren auf § 8 Abs. 1 S. 1 der Satzung des Bayerischen Naturschutzfonds.

Bei der Auszahlung und Abwicklung sind Art. 23 und 44 der Bayerischen Haushaltsordnung (BayHO) sowie Art. 49a Bayerisches Verwaltungsverfahrensgesetz (BayVwVfG) inklusive der hierzu ergangenen Verwaltungsvorschriften in der jeweils geltenden Fassung zu beachten.

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Milieubescherming

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 0,03 EUR (in miljoen)

 

Jaarbudget: 0,01 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

80 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2014

Economische sectoren

Landbouw, bosbouw en visserij

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ausgleichsfonds Große Beutegreifer, Wildlandstiftung Bayern e. V.

Hohenlindner Str. 12

85622 Feldkirchen

DEUTSCHLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

7.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 377/7


Wisselkoersen van de euro (1)

6 december 2012

2012/C 377/04

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3072

JPY

Japanse yen

107,66

DKK

Deense kroon

7,4592

GBP

Pond sterling

0,81135

SEK

Zweedse kroon

8,6294

CHF

Zwitserse frank

1,2114

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,3360

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,195

HUF

Hongaarse forint

283,48

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6963

PLN

Poolse zloty

4,1340

RON

Roemeense leu

4,5418

TRY

Turkse lira

2,3388

AUD

Australische dollar

1,2456

CAD

Canadese dollar

1,2961

HKD

Hongkongse dollar

10,1308

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5693

SGD

Singaporese dollar

1,5936

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 417,21

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

11,4205

CNY

Chinese yuan renminbi

8,1439

HRK

Kroatische kuna

7,5320

IDR

Indonesische roepia

12 591,79

MYR

Maleisische ringgit

3,9845

PHP

Filipijnse peso

53,525

RUB

Russische roebel

40,3332

THB

Thaise baht

40,079

BRL

Braziliaanse real

2,7199

MXN

Mexicaanse peso

16,8684

INR

Indiase roepie

70,7690


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


7.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 377/8


Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie

2012/C 377/05

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder a), tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1) worden de toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie (2) als volgt gewijzigd:

Bladzijde 66

De volgende alinea wordt toegevoegd na „1302 Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd”:

„Plantenextracten bedoeld bij post 1302 zijn ruwe plantaardige materialen, bijvoorbeeld met behulp van oplosmiddelen verkregen, die niet verder chemisch zijn gewijzigd of verwerkt. Inerte additieven (bv. antiklontermiddelen) en verwerking in verband met standaardisering, of fysische behandeling zoals drogen of filtratie, zijn echter wel toegestaan.”


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  PB C 137 van 6.5.2011, blz. 1.


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europese Commissie

7.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 377/9


Oproep tot het indienen van voorstellen 2012 — Programma Europa voor de burger (2007-2013)

Tenuitvoerlegging van de programma-acties: Actieve burgers voor Europa, Actieve civiele samenleving in Europa en Actief Europees gedenken

2012/C 377/06

INLEIDING

Deze oproep tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het Programma Europa voor de burger ter bevordering van een actief Europees burgerschap (1). De gedetailleerde voorwaarden van deze oproep tot het indienen van voorstellen zijn te vinden in de programmagids van het programma „Europa voor de burger” op de Europa-website (zie punt VII). De programmagids maakt integraal deel uit van deze oproep tot het indienen van voorstellen.

I.   Doelstellingen

Het programma Europa voor de burger heeft de volgende specifieke doelstellingen:

mensen uit lokale gemeenschappen in heel Europa samenbrengen om ervaringen, opvattingen en waarden uit te wisselen, van de geschiedenis te leren en aan de toekomst te bouwen;

acties, debatten en reflectie over het Europees burgerschap en de Europese democratie, gedeelde waarden, gemeenschappelijke geschiedenis en cultuur stimuleren door samenwerking tussen maatschappelijke organisaties op Europees niveau;

Europa dichter bij de burgers brengen door de waarden en prestaties van Europa uit te dragen en de herinnering aan het verleden levend te houden;

de wisselwerking tussen burgers en maatschappelijke organisaties uit alle deelnemende landen stimuleren, door de interculturele dialoog te bevorderen en zowel de verscheidenheid als de eenheid van Europa te benadrukken, met bijzondere aandacht voor activiteiten die burgers uit lidstaten van de Europese Unie in haar samenstelling op 30 april 2004 en burgers uit lidstaten die na die datum zijn toegetreden, nader tot elkaar beogen te brengen.

II.   In aanmerking komende gegadigden

Het programma staat open voor alle partijen die een actief Europees burgerschap bevorderen in een van de deelnemende landen op voorwaarde dat zij:

een overheidsorgaan zijn, of

een organisatie zonder winstoogmerk met een wettelijke status (rechtspersoon) zijn.

Iedere actie van het programma richt zich echter op een specifieke groep organisaties. Daarom is in de programmagids voor iedere maatregel of submaatregel precies aangegeven welke organisaties in aanmerking komen.

Landen die aan het programma kunnen deelnemen:

EU-lidstaten (2),

Kroatië,

de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië,

Albanië,

Bosnië-Herzegovina,

Montenegro,

Servië.

III.   In aanmerking komende acties

Het Programma Europa voor de burger steunt projecten die een actief Europees burgerschap bevorderen.

Deze oproep heeft betrekking op de volgende acties van het Programma Europa voor de burger.

Actie 1:   Actieve burgers voor Europa

Maatregel 1:   Stedenbanden

Bij deze maatregel gaat het om activiteiten waarbij directe uitwisselingen tussen Europese burgers plaatsvinden of worden bevorderd via activiteiten in het kader van stedenbanden.

Maatregel 1.1:   Bijeenkomsten in partnersteden (projectsubsidie)

Bij deze maatregel gaat het om activiteiten waarbij directe uitwisselingen tussen Europese burgers plaatsvinden of worden bevorderd via activiteiten in het kader van stedenbanden. Bij het project moeten gemeenten betrokken zijn uit ten minste twee deelnemende landen, waaronder minimaal één EU-lidstaat. Er moeten minimaal 25 internationale deelnemers uit de uitgenodigde gemeenten bij betrokken zijn. De ontmoeting mag niet langer duren dan 21 dagen. De maximale subsidie die wordt toegekend bedraagt 25 000 EUR per project. De minimale subsidie bedraagt 5 000 EUR.

De subsidies voor ontmoetingen van partnersteden zijn bedoeld om de organisatiekosten van de ontvangende stad en de reiskosten van de uitgenodigde deelnemers mede te financieren. De subsidie wordt berekend op basis van vaste tarieven/vaste bedragen.

Maatregel 1.2:   Netwerken van partnersteden (projectsubsidie)

Deze maatregel ondersteunt de ontwikkeling van netwerken die tot stand komen via stedenbanden. Zulke netwerken zijn van belang voor de totstandkoming van een gestructureerde, intensieve en veelzijdige samenwerking tussen gemeenten en kunnen daardoor helpen het effect van het programma zo groot mogelijk te maken. In een project moeten ten minste drie evenementen gepland zijn. Bij een project moeten gemeenten uit ten minste vier deelnemende landen betrokken zijn, waarvan er ten minste één lidstaat van de Europese Unie is. Aan het project moeten ten minste 30 internationale deelnemers uit de genodigde gemeenten deelnemen. Het project mag niet langer duren dan 24 maanden; elk evenement mag niet langer duren dan 21 dagen.

De maximale subsidie voor een project in deze maatregel bedraagt 150 000 EUR. De minimale subsidie bedraagt 10 000 EUR. De subsidies zijn gebaseerd op vaste tarieven/vaste bedragen.

Maatregel 2:   „Burgerprojecten” en „Ondersteunende maatregelen”

Maatregel 2.1:   Burgerprojecten (projectsubsidie)

Deze maatregel stelt een grote uitdaging voor de hedendaagse Europese Unie aan de orde: hoe kan de kloof tussen burgers en de Europese Unie worden gedicht? Doel is de verkenning van originele en innovatieve methoden die de participatie van burgers kunnen aanmoedigen en die de dialoog tussen Europese burgers en de instellingen van de Europese Unie kunnen stimuleren.

Bij een project moeten ten minste vijf deelnemende landen betrokken zijn, waaronder ten minste één lidstaat van de Europese Unie. Bij een project moeten ten minste 200 deelnemers betrokken zijn. Het project mag niet langer duren dan 12 maanden.

Het bedrag van de subsidie wordt berekend op basis van een sluitende en gedetailleerde geraamde begroting in euro. De subsidie mag niet hoger zijn dan 60 % van de subsidiabele kosten voor de desbetreffende actie. De minimale subsidie bedraagt 100 000 EUR. De maximale subsidie die voor een project in het kader van deze maatregel kan worden toegewezen bedraagt 250 000 EUR.

Maatregel 2.2:   Ondersteunende maatregelen (projectsubsidie)

In het kader van deze maatregel wordt steun verleend aan activiteiten die kunnen leiden tot de vorming van langlopende partnerschappen en netwerken met een groot bereik onder uiteenlopende belanghebbenden die een actief Europees burgerschap bevorderen en er aldus toe bijdragen dat de doelstellingen van het programma meer respons krijgen en dat het effect van het programma in het algemeen zo groot mogelijk is.

Bij het project moeten ten minste twee deelnemende landen betrokken zijn, waaronder ten minste één EU-lidstaat. Het project mag niet langer dan 12 maanden duren. Er moeten ten minste twee evenementen per project worden gepland.

Het bedrag van de subsidie wordt berekend op basis van een sluitende en gedetailleerde geraamde begroting in euro. De subsidie mag niet hoger zijn dan 80 % van de subsidiabele kosten voor de desbetreffende actie. De minimale subsidie bedraagt 30 000 EUR. De maximale subsidie die voor een project in het kader van deze maatregel kan worden toegewezen bedraagt 100 000 EUR.

Actie 2:   Actieve civiele samenleving in Europa

Maatregel 3:   Steun voor projecten waartoe maatschappelijke organisaties de aanzet hebben gegeven (projectsubsidie)

Met deze maatregel wordt beoogd concrete projecten te steunen van maatschappelijke organisaties uit verschillende deelnemende landen. Deze projecten moeten leiden tot meer bewustwording ten aanzien van vraagstukken van Europees belang en bijdragen tot meer wederzijds begrip onder uiteenlopende culturen en het bepalen van gemeenschappelijke waarden door samenwerking op Europees niveau.

Bij een project moeten ten minste twee deelnemende landen betrokken zijn, waaronder ten minste één EU-lidstaat. Het project mag niet langer duren dan 18 maanden.

De subsidie kan worden berekend aan de hand van twee verschillende methoden, die elk hun eigen benadering kennen en waarvoor specifieke regels gelden:

a)

Vaste tarieven/vaste bedragen;

b)

Begroting op basis van reële kosten. De aangevraagde subsidie mag in dat geval niet hoger uitvallen dan 70 % van de subsidiabele kosten van de desbetreffende actie.

De maximumsubsidie bedraagt 150 000 EUR. De minimaal toegekende subsidie is 10 000 EUR.

Organisaties die zich bezighouden met kwesties van algemeen Europees belang en die geselecteerd zijn voor een exploitatiesubsidie in 2013 onder de maatregelen 1 en 2 van actie 2, komen niet in aanmerking voor subsidies in het kader van deze maatregel in 2013.

Actie 4:   Actief Europees gedenken (projectsubsidie)

Het doel van de projecten die in het kader van deze actie worden gesteund, is de herinnering aan de slachtoffers van het nazisme en het stalinisme levend te houden en te zorgen voor meer kennis en begrip bij huidige en toekomstige generaties over wat er is gebeurd in de kampen en op andere plaatsen waar burgers op grote schaal uitgeroeid werden, en waarom.

Een project mag niet langer duren dan 18 maanden.

De subsidie kan worden berekend aan de hand van twee verschillende methoden:

a)

Vaste tarieven/vaste bedragen;

b)

Begroting op basis van reële kosten. De aangevraagde subsidie mag in dat geval niet hoger uitvallen dan 70 % van de subsidiabele kosten van de desbetreffende actie.

De maximumsubsidie bedraagt 100 000 EUR. De minimaal toegekende subsidie is 10 000 EUR.

IV.   Toekenningscriteria

Voor projectsubsidies:

Kwalitatieve criteria (80 % van de toe te kennen punten):

de relevantie van het project voor de doelstellingen en prioriteiten van het programma (25 %);

de kwaliteit van het project en de voorgestelde methoden (25 %);

de impact (15 %);

de zichtbaarheid en follow-up (15 %).

Kwantitatieve criteria (20 % van de toe te kennen punten):

geografische impact (10 %);

doelgroep (10 %).

Gezien de ondersteunende functie, het feit dat enkele landen duidelijk ondervertegenwoordigd zijn, en onverminderd het beginsel van gelijke behandeling ten aanzien van de kwaliteit, behouden de Commissie en het Uitvoerend Agentschap zich het recht voor om te zorgen voor een evenwichtige geografische verspreiding van de geselecteerde projecten voor elke actie.

V.   Begroting

Geplande begroting 2013 voor de volgende acties

Actie 1 Maatregel 1.1

Bijeenkomsten in partnersteden

5 896 000 EUR

Actie 1 Maatregel 1.2

De vorming van thematische netwerken tussen partnersteden

4 270 000 EUR

Actie 1 Maatregel 2.1

Burgerprojecten

1 163 000 EUR

Actie 1 Maatregel 2.2

Ondersteunende maatregelen

725 000 EUR

Actie 2 Maatregel 3

Steun voor projecten waartoe maatschappelijke organisaties de aanzet hebben gegeven

2 504 000 EUR

Actie 4

Actief Europees gedenken

2 414 000 EUR

De uitvoering van deze oproep tot het indienen van voorstellen hangt af van de goedkeuring van de EU-begroting voor het jaar 2013 door de begrotingsautoriteit.

VI.   Uiterste datum voor het indienen van aanvragen

Acties

Uiterste datum voor indiening

Actie 1 Maatregel 1.1

Bijeenkomsten in partnersteden

1 februari

1 juni

1 september

Actie 1 Maatregel 1.2

De vorming van thematische netwerken tussen partnersteden

1 februari

1 september

Actie 1 Maatregel 2.1

Burgerprojecten

1 juni

Actie 1 Maatregel 2.2

Ondersteunende maatregelen

1 juni

Actie 2 Maatregel 3

Steun voor projecten waartoe maatschappelijke organisaties de aanzet hebben gegeven

1 februari

Actie 4

Actief Europees gedenken

1 juni

Aanvragen moeten worden ingediend vóór 12.00 uur 's middags (Brusselse tijd) op de uiterste datum voor het indienen van een aanvraag. Als deze datum in een weekend valt, moet de 1e werkdag na het weekend worden beschouwd als de uiterste datum voor indiening van de aanvraag.

Aanvragen moeten naar het volgende adres worden gestuurd:

EACEA

Eenheid P7 Burgerschap

Aanvragen — „Maatregel XXX”

Bourgetlaan 1 (BOUR 01/04A)

1140 Brussel

BELGIË

Alleen voorstellen die worden ingediend op het officiële elektronische aanvraagformulier (eForm), ingevuld en ondertekend door de persoon die gemachtigd is om wettelijk te handelen namens de aanvrager, zullen in aanmerking worden genomen.

Aanvragen die worden ingediend op papier per post, fax of e-mail worden niet in behandeling genomen.

VII.   Nadere informatie

De uitvoerige voorwaarden voor het indienen van projectvoorstellen en de aanvraagformulieren zijn te vinden in de gids van het programma „Europa voor de burger” met zijn laatste wijzigingen op de volgende websites:

http://ec.europa.eu/citizenship/index_en.html

Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur:

http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.htm


(1)  PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32.

(2)  De 27 EU-lidstaten: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk en Zweden.


7.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 377/14


OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EACEA/39/12

MEDIA 2007 — Ontwikkeling, distrubutie, promotie en opleiding

Ondersteuning voor de digitalisering van Europese bioscopen

2012/C 377/07

1.   Doelstellingen en beschrijving

Deze kennisgeving van een oproep tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (MEDIA 2007).

De algemene doelstellingen van het programma zijn:

a)

de verscheidenheid van cultuur en taal en het cinematografische en audiovisuele erfgoed in Europa behouden en tot hun recht laten komen, het publiek toegang tot dit erfgoed geven en de interculturele dialoog bevorderen;

b)

ervoor zorgen dat Europese audiovisuele werken binnen en buiten de Europese Unie beter circuleren en meer publiek trekken, onder andere door een grotere samenwerking tussen de actoren;

c)

het concurrentievermogen van de Europese audiovisuele sector versterken op een open, concurrerende en werkgelegenheidsbevorderende Europese markt, onder andere door de betrekkingen tussen de professionele actoren in de audiovisuele sector te bevorderen.

Het doel van de regeling voor de „digitalisering van bioscopen” is bioscopen die een aanzienlijk percentage niet-nationale Europese werken vertonen, aan te moedigen om de mogelijkheden van digitale distributie te benutten.

Deze oproep tot het indienen van voorstellen wil voor bioscopen die Europese films vertonen, de overstap naar digitale technologie vergemakkelijken door de indirecte kosten van de aankoop van een digitale projector te ondersteunen.

2.   In aanmerking komende aanvragers

Deze kennisgeving richt zich tot onafhankelijke Europese exploitanten van bioscopen die het vertonen van films als hoofdactiviteit hebben.

Aanvragers moeten zijn gevestigd in een van de volgende landen:

de 27 landen van de Europese Unie,

de EER-landen, Zwitserland en Kroatië,

Bosnië en Herzegovina (op voorwaarde dat het onderhandelingsproces afgerond is en dat het land officieel tot deelnemer van het MEDIA-programma verklaard wordt).

Organisaties die een voorstel indienen, moeten:

first-runbioscopen zijn (die Europese films in de eerste run vertonen binnen een periode van maximaal twaalf maanden nadat deze in het betrokken land zijn uitgebracht),

sinds minimaal 3 jaar open zijn voor het publiek,

beschikken over een systeem voor de aangifte van kaartverkoop en bezoekersaantallen,

ten minste beschikken over één scherm en 70 zitplaatsen,

ten minste 520 filmvertoningen per jaar hebben gehad indien het om een permanente bioscoop gaat (d.w.z. een bioscoop die ten minste 6 maanden per jaar in bedrijf is), 300 filmvertoningen per jaar als het gaat om een bioscoop met één scherm (30 vertoningen per maand) en ten minste 30 filmvertoningen per maand als het gaat om een zomer-/openluchtbioscoop (een bioscoop die minder dan 6 maanden per jaar in bedrijf is),

ten minste 20 000 bezoekers hebben gehad in het voorgaande jaar, die de normale prijs van een kaartje daadwerkelijk hebben betaald.

Aanvragers die een projector hebben of krijgen van een third party integrator als gevolg van de ondertekening van een Virtual Print Fee-overeenkomst, komen niet in aanmerking voor steun.

Om in aanmerking te komen moeten de bioscopen in 2011 minimaal 50 % Europese films hebben vertoond.

Een film wordt als Europees beschouwd indien deze valt binnen de definitie die het MEDIA-programma hiervan geeft binnen de regelingen voor selectieve en automatische steun.

Films die al zijn geklasseerd zijn opgenomen in de European Movie Database:

http://ec.europa.eu/culture/media/programme/distrib/filmbase/index_en.htm

Een film wordt als Europees beschouwd wanneer deze onder de volgende definitie valt:

Ieder recent fictie- (waaronder animatie-) of documentair werk met een minimale duur van 60 minuten dat aan de volgende voorwaarden voldoet:

Het werk is voor het grootste deel geproduceerd door een of meer producenten die zijn gevestigd in de landen die deelnemen aan het MEDIA-programma. Om als de werkelijke producenten te worden beschouwd, moeten de productiebedrijven als zodanig in de credits zijn vermeld. Voor het bepalen wie de feitelijke producent is, kan ook rekening worden gehouden met andere aspecten, zoals creatieve zeggenschap, eigendom van de exploitatierechten en aandeel in de winst.

en

Het werk moet zijn geproduceerd met aanzienlijke deelname van professionals die staatsburger/ingezetene zijn van landen die deelnemen aan het MEDIA-programma. „Aanzienlijke deelname” wordt gedefinieerd als meer dan 50 % van de punten volgens de volgende tabel (bijv. 10 of meer punten in het geval van fictie of het grootste deel van de punten indien het totaal minder dan 19 is, zoals gewoonlijk het geval is bij documentaires of animatiefilms, waar meestal niet alle categorieën in de credits worden vermeld).

Functies

Punten

Directeur

3

Scenarioschrijver

3

Componist

1

Acteur 1

2

Acteur 2

2

Acteur 3

2

Artistiek directeur/Productieontwerp

1

Director of Photography

1

Editor

1

Geluid

1

Filmlocatie

1

Laboratorium

1

Totaal

19

Films die reclame of pornografisch of racistisch materiaal bevatten of waarin wordt aangezet tot geweld, komen niet in aanmerking.

3.   In aanmerking komende acties

Ondersteuning van de indirecte kosten van de aankoop van digitale projectoren die voldoen aan de geldende internationale normen voor installatie in een bioscoop die voldoet aan alle criteria om in aanmerking te komen.

Er kan slechts steun worden aangevraagd voor 1 projector per scherm en maximaal 3 schermen per bioscoop.

De projector moet worden aangeschaft tussen de datum van indiening en 31 december 2014.

4.   Gunningscriteria

In aanmerking komende aanvragen/acties zullen gequoteerd worden op grond van de Europese dimensie van de film programmatie voor 2011 van de bioscoop die een aanvraag indient.

Berekeningsmethode: percentage van de Europese niet-nationale films in de film programmatie voor 2011 van de bioscoop die een aanvraag indient.

5.   Begroting

De jaarlijkse begroting voor de medefinanciering van projecten wordt geraamd op 4 000 000 EUR.

De verleende financiële bijdrage is een subsidie, die wordt verstrekt in de vorm van een eenmalig bedrag van maximaal 20 000 EUR per scherm.

Deze subsidie heeft betrekking op alle kosten in verband met de overstap van Europese bioscopen naar digitale weergave, met uitsluiting van de kosten van de digitale projector en server.

Het Agentschap behoudt zich het recht voor niet alle beschikbare financiële middelen toe te kennen.

6.   Uiterste termijn voor het indienen van aanvragen

Voorstellen moeten uiterlijk op 31 januari 2013 worden toegezonden (datum poststempel)

Voorstellen moeten naar het volgende adres worden gezonden:

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

MEDIA Unit

BOUR 3/66

Bourgetlaan 1

1140 Brussel

BELGIË

Alleen aanvragen die zijn ingediend op het officiële aanvraagformulier en naar behoren zijn ondertekend door de persoon die bevoegd is wettelijk bindende verplichtingen aan te gaan namens de aanvragende organisatie, worden aanvaard. Op de envelop moet duidelijk worden vermeld:

MEDIA programme — Distribution EACEA/39/12 — Digitisation of cinemas

Aanvragen die per fax of per e-mail worden verzonden, worden niet in behandeling genomen.

7.   Volledige gegevens

De richtlijnen en de aanvraagformulieren zijn te vinden op het volgende internetadres:

http://ec.europa.eu/culture/media/fundings/exhibition/digitisation-of-cinemas/calls_en.htm

Aanvragen moeten worden ingediend op de verstrekte formulieren en moeten alle gevraagde gegevens en bijlagen bevatten.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

7.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 377/17


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6709 — Alpha Group Investments/Janoland Properties/Neu Property Holdings/Liberty Mall)

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 377/08

1.

Op 28 november 2012 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Alpha Group Investments, een dochteronderneming van Alpha Bank Group (Griekenland), Neu Property Holdings, een dochteronderneming van Eurobank Group (Cyprus) en Janoland Properties, een dochteronderneming van Bank of Cyprus (Cyprus), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Liberty Mall (Boekarest, Roemenië) door een openbaar bod dat op 7 augustus 2012 is aangekondigd.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Alpha Bank Group: een van de grootste concerns die zich bezighouden met bank- en financiële diensten in Griekenland,

Bank of Cyprus Group: naast bankdiensten voor particulieren en voor zakelijke klanten houdt zij zich bezig met financiën, factoring, investeringsbankdiensten, makelaardij, fondsenbeheer, particuliere bankdiensten, levens- en schadeverzekeringen,

Eurobank Group: bankdiensten voor particulieren en voor ondernemingen, particuliere bankdiensten, vermogensbeheer, verzekeringen, kasdiensten, kapitaalmarkten en andere diensten,

Liberty Mall: winkelgalerij in Boekarest, Roemenië.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6709 — Alpha Group Investments/Janoland Properties/Neu Property Holdings/Liberty Mall, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).


7.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 377/18


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6768 — Reggeborgh/Koninklijke Volker Wessels Stevin)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 377/09

1.

Op 29 november 2012 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Victor Rijssen BV, Revius BV en Arend Rijssen BV, die deel uitmaken van de Reggeborgh Group („Reggeborgh”, Nederland), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgen over de gehele onderneming Koninklijke Volker Wessels Stevin NV („KVWS”, Nederland) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Reggeborgh: particuliere participatiemaatschappij die actief is in verschillende sectoren, met name tussenhandel in en levering van petroleumproducten, ontwerp van en verlening van toegang tot (glasvezel)telecommunicatienetwerken, bouwdiensten, afvalverbranding en landbouw,

KVWS: bouwdiensten, met name woningbouwprojecten, niet voor bewoning bestemde bouwprojecten en infrastructuurprojecten, en vastgoeddiensten.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6768 — Reggeborgh/Koninklijke Volker Wessels Stevin, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

7.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 377/19


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2012/C 377/10

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking

WIJZIGINGSAANVRAAG

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

WIJZIGINGSAANVRAAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 9

„JIHOČESKÁ ZLATÁ NIVA”

EG-nummer: CZ-PGI-0105-0983-19.03.2012

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van de oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering:

Nationale eisen

Overige (nader aan te geven)

2.   Aard van de wijziging(en):

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt

Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en):

1.

In de „Samenvatting” is de zesde paragraaf van punt 4.2 (Beschrijving) als volgt verwoord:

„Vorm waarin het product in de handel wordt gebracht: De kaas wordt slechts in de vorm van een kaaswiel met een gewicht van ongeveer 2,8 kg in de handel gebracht.”

Om beter aan de behoeften van de markt tegemoet te komen, moet dit gedeelte van de beschrijving minder beperkend worden geformuleerd. Daarom verzoeken wij om deze paragraaf te wijzigen en als volgt te formuleren:

„Vorm waarin het product in de handel wordt gebracht: de kaas wordt in zijn geheel, in helften of in porties met een divers gewicht op de markt gebracht.”

Deze wijziging leidt niet tot wijzigingen in de samenstelling van het product of de productiemethode.

2.

Als gevolg van bovengenoemde wijziging moet ook het gedeelte van de Samenvatting (punt 4.5) met betrekking tot de verpakking van het product worden gewijzigd. Dat wordt bijgevolg als volgt verwoord:

„Het oppervlak van de gerijpte kaas wordt gewassen of afgeschraapt en vervolgens wordt de kaas in aluminiumfolie of speciale zuurstofdoorlatende folie verpakt. Een gedeelte van de productie wordt tot porties versneden en verpakt in plastic bakjes die bedekt worden met bedrukte plastic folie. De verpakking van het product moet intact, schoon en op de juiste wijze geëtiketteerd zijn.”

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„JIHOČESKÁ ZLATÁ NIVA”

EG-nummer: CZ-PGI-0105-0983-19.03.2012

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

„Jihočeská Zlatá Niva”

2.   Lidstaat of derde land:

Tsjechië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.3

Kaas

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

Uiterlijk voorkomen: de kaas is cilindrisch van vorm, heeft een diameter van 180-200 mm en een hoogte van ongeveer 10 cm (gewicht ongeveer 2,8 kg) en vertoont sporen van het wassen of afschrapen van het oppervlak. De blauwgroene schimmel die doorheen het zuivel zit en de bacteriesmeer die een gedeelte van het oppervlak van de kaas bedekt, zijn niet schadelijk. Het oppervlak van de kaas kan roomkleurig tot lichtbruin van kleur zijn.

Voorkomen van het zuivel: Het zuivel is gebroken wit tot roomkleurig van kleur en vertoont een regelmatige groene tot blauwgroene schimmelmarmering en zichtbare perforaties.

Consistentie: zachter dan Jihočeská Niva (50 % vetgehalte in de droge stof), kleverig, gelijkmatig gerijpt; er mag geen vreemde schimmel aanwezig zijn.

Smaak en geur: zoutig, pikant, aromatisch, met een eindindruk van scherpte die kenmerkend is voor een cultuur van Penicillium roqueforti-schimmel.

Vorm waarin het product in de handel wordt gebracht: de kaas wordt in zijn geheel, in helften of in porties met een divers gewicht op de markt gebracht.

Fysisch-chemische kenmerken

Drogestofgehalte: 52 %; toegestane afwijking naar beneden van het drogestofgehalte: – 1 %; afwijkingen naar boven van het drogestofgehalte zijn niet schadelijk.

Vet in de droge stof: 60 %; toegestane afwijkingen: 60 % tot < 65 %.

Zoutgehalte: 2,5-6 %

Microbiologische kenmerken

De kaas bevat een cultuur van de schimmel Penicillium roqueforti PY of PV, CB of PR1 (tot PR4). Bovendien voldoet de kaas op microbiologisch vlak aan de gebruikelijke criteria inzake voedselveiligheid en hygiëne van het productieproces.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

De basisgrondstof voor de productie van deze natuurlijke schimmelkaas is verwerkte koemelk. Er wordt slechts melk van oorsprong uit het afgebakende gebied gebruikt. De andere grondstoffen zijn: de schimmel Penicillium roqueforti PY of PV, CB of PR1 (tot PR4), zout, startculturen, stremsel en calciumchloride.

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

Niet van toepassing

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

De basisgrondstof — melk — moet van oorsprong uit het afgebakende geografische gebied zijn. Het volledige productie- en rijpingsproces moet plaatsvinden in het afgebakende gebied zodat maximaal gebruik kan worden gemaakt van de langdurige plaatselijke ervaring en de oorspronkelijke rijpingskelders.

Verwerkte melk met een vetgehalte van 3,45 % wordt in de kaasbak gegoten en hieraan worden de doorgaans gebruikte startculturen, die zorgen voor een goede aanzuring tijdens de productie en rijping van de kaas, toegevoegd. Zijn karakteristieke smaak dankt de „Jihočeská Zlatá Niva” aan de reeds tientallen jaren in de voedingsindustrie gebruikte schimmelcultuur Penicillium roqueforti. Nadat het stremsel is toegevoegd, stremt de melk. Het resultaat zijn brokjes wrongel die in cilindrische vormen worden gegoten. De wei wordt afgevoerd en de microflora tot ontwikkeling gebracht bij een bepaalde temperatuur. De kaas wordt in twee stadia gezouten: eerst wordt hij in een pekelbad geplaatst; vervolgens wordt hij ingewreven met grof zout. In het verleden werden de kazen uitsluitend gerijpt in natuurlijke rijpingskelders die uit de kalkstenen rotsen werden gehouwen. Door de stijging van de blauwe-kazenproductie werden in 2005 rijpingskelders met lucht-, temperatuur- en vochtigheidsregeling gebouwd. De kazen rijpen in deze kelders gedurende tenminste zes weken.

Het oppervlak van de gerijpte kazen wordt gewassen of afgeschraapt.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

Vanwege zijn biotechnologische eigenschappen moet blauwe kaas meteen in het productiebedrijf worden verpakt. Dat is ook noodzakelijk om hygiëneredenen, om de kwaliteit van het product te handhaven, om te voorkomen dat de kaas wordt verward met kaas die is geproduceerd in een andere regio en, niet het minst, om de traceerbaarheid van het product te garanderen.

Het volledige kaaswiel of delen daarvan worden in aluminiumfolie of speciale zuurstofdoorlatende folie verpakt. Een ander gedeelte van de productie wordt tot porties versneden en verpakt in plastic bakjes die bedekt worden met bedrukte plastic folie.

De verpakking van het product moet intact, schoon en op de juiste wijze geëtiketteerd zijn.

3.7.   Specifieke bepalingen betreffende de etikettering:

De benaming „Jihočeská Zlatá Niva” moet duidelijk op de verpakking van het product worden aangebracht.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied:

Het geografische gebied is de regio Zuid-Bohemen waarvan de grenzen zijn vastgesteld bij de inmiddels gewijzigde wet nr. 36/1960 met betrekking tot de territoriale opdeling van de staat.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Zuid-Bohemen is een van de minst vervuilde regio's van Tsjechië. De regio wordt nog steeds beschouwd als een in hoofdzaak agrarisch gebied.

De melk is van oorsprong uit Zuid-Bohemen. De weiden liggen in de beschermde gebieden Novohradské Hory, Blanský les en Šumava en hun unieke flora heeft een positieve invloed op de smaak van de melk.

Kenmerkend voor dit gevarieerde, ruige terrein met zijn ongerepte bossen, graslanden, weilanden en stromen met zuiver water zijn de uitstekende milieuomstandigheden. Dat geldt met name voor de omgeving van Český Krumlov en de heuvels van Šumava (in 1990 door de Unesco uitgeroepen tot biosfeerreservaat). Dat de natuur in Zuid-Bohemen zeer waardevol is, blijkt uit het grote aantal gebieden dat officieel beschermd is, waarvan twee door de Unesco.

Hier worden weilanden, met name mesofiele weilanden, aangetroffen met een rijke diversiteit aan soorten en een voor dit gebied specifieke flora. Kenmerkend zijn zeer diverse variëteiten van kortstengelige planten (borstelgras, zwenkgras, enz.) en enkele voor de regio specifieke zeldzame variëteiten. Een specifieke endemische plant is Phyteuma nigrum maar men treft er ook andere soorten aan zoals Gentiana pannonica, Gentiana cruciata, Ligusticum mutellina, Arnica montana, Gentianella praecox subsp. Bohemica, Carex michelii, Andropogon ischaemum, Veronica teucrium, Stachys recta en Koeleria pyramidata.

Uiteraard is de ervaring die de plaatselijke bevolking bij het produceren van deze kaas heeft opgedaan en die van generatie op generatie werd overgeleverd, zeer belangrijk geweest voor de kwaliteit en de kenmerken van „Jihočeská Zlatá Niva”.

Deze factoren zorgen voor een duidelijk onderscheid tussen het afgebakende gebied en de omringende gebieden.

5.2.   Specificiteit van het product:

Kenmerkend voor de kaas „Jihočeská Zlatá Niva” zijn het hoogwaardige verwerkingsproces en de smaak waarin droge stof, vet en zout mooi in evenwicht zijn. Reeds decennialang wordt de kaas vervaardigd volgens het procedé dat in punt 3.5 is uiteengezet. De melk is van oorsprong uit Zuid-Bohemen.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De blauwe kaas „Jihočeská Zlatá Niva” wordt sedert 1951 in de zuivelfabriek van Český Krumlov volgens dezelfde productiemethode bereid. Talrijke referenties in de pers getuigen van de productiegeschiedenis van de Nivakaas. De kaas dankt zijn naam aan de weilanden en graslanden van Šumava die het belangrijkste ingrediënt, de koemelk, leveren. De unieke plaatselijke flora heeft een positieve invloed op de smaak van de melk en dus ook op die van het eindproduct.

De blauwe kaas „Jihočeská Zlatá Niva” kan op de Tsjechische markt op veel waardering rekenen, zowel van het grote publiek als van zuivelspecialisten. Op nationale kaasbeurzen hebben panels van deskundigen „Jihočeská Zlatá Niva” steevast ingedeeld bij de allerbeste blauwe kazen. Maar ook de leek slaat „Jihočeská Zlatá Niva” zeer hoog aan.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

http://isdv.upv.cz/portal/pls/portal/portlets.ops.det?popk=209&plang=cs


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.