ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2012.316.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 316

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

55e jaargang
19 oktober 2012


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2012/C 316/01

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

1

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2012/C 316/02

Wisselkoersen van de euro

4

2012/C 316/03

Advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 12 maart 2012 betreffende een ontwerpbesluit in zaak COMP/39.793 — EPH en andere — Rapporteur: Zweden

5

2012/C 316/04

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur — COMP/39.793 — EPH en andere

6

2012/C 316/05

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 28 maart 2012 inzake een procedure op grond van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (Zaak COMP/39.793 — EPH en andere) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 1999 final)

8

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

19.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 316/1


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen)

2012/C 316/01

Datum waarop het besluit is genomen

24.7.2012

Referentienummer staatssteun

SA.33969 (11/N)

Lidstaat

Hongarije

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Nem termelő beruházások erdőterületen – erdőszerkezet átalakítása – EMVA (1698/2005/EK 49. cikk) tarvágást követő szerkezetátalakítás fafajcserével célprogram

Rechtsgrondslag

Az Európai Mezőgazdasági Vidékfejlesztési Alapból az erdőszerkezet átalakításához nyújtandó támogatások részletes feltételeiről szóló 139/2009. (X. 22.) FVM rendelet

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Bosbouw, Milieubescherming, Plattelandsontwikkeling (AGRI)

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 8 378 HUF (in miljoen)

 

Jaarbudget: 4 189 HUF (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2013

Economische sectoren

Bosbouw en de exploitatie van bossen

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Vidékfejlesztési Minisztérium

Budapest

Kossuth Lajos tér 11.

1055

MAGYARORSZÁG/HUNGARY

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm

Datum waarop het besluit is genomen

10.8.2012

Referentienummer staatssteun

SA.34707 (12/N)

Lidstaat

Tsjechische Republiek

Regio

Zlínský

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Závazná pravidla pro poskytování finančních příspěvků na hospodaření v lesích na území Zlínského kraje a způsob kontroly jejich využití

Rechtsgrondslag

1)

Závazná pravidla pro poskytování finančních příspěvků na hospodaření v lesích na území Zlínského kraje a způsob kontroly jejich využití

2)

Zákon č. 129/2000 Sb., o krajích, ve znění pozdějších předpisů

3)

Zákon č. 289/1995 Sb., o lesích a o změně a doplnění některých zákonů (lesní zákon)

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Bosbouw

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 175 CZK (in miljoen)

 

Jaarbudget: 25 CZK (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

1.1.2013-31.12.2019

Economische sectoren

Bosbouw en de exploitatie van bossen

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Zlínský kraj

třída Tomáše Bati 21

761 90 Zlín

ČESKÁ REPUBLIKA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm

Datum waarop het besluit is genomen

17.9.2012

Referentienummer staatssteun

SA.35189 (12/N)

Lidstaat

Denemarken

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Tilskud til privat skovrejsning

Rechtsgrondslag

Skovloven. Lovbekendtgørelse nr. 1044 af 20. oktober 2008 med senere ændringer.

Bekendtgørelse nr. 423 af 8. maj 2012 om tilskud til privat skovrejsning.

Det Nationale skovprogram

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Milieubescherming, Plattelandsontwikkeling (AGRI)

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 120 DKK (in miljoen)

 

Jaarbudget: 60 DKK (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

1.11.2012-31.12.2013

Economische sectoren

Bosbouw

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Naturstyrelsen

Haraldsgade 53

2300 København Ø

DANMARK

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

19.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 316/4


Wisselkoersen van de euro (1)

18 oktober 2012

2012/C 316/02

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3118

JPY

Japanse yen

104,01

DKK

Deense kroon

7,4593

GBP

Pond sterling

0,81190

SEK

Zweedse kroon

8,5843

CHF

Zwitserse frank

1,2094

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,3770

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,756

HUF

Hongaarse forint

277,19

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6961

PLN

Poolse zloty

4,1027

RON

Roemeense leu

4,5803

TRY

Turkse lira

2,3570

AUD

Australische dollar

1,2632

CAD

Canadese dollar

1,2843

HKD

Hongkongse dollar

10,1671

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5983

SGD

Singaporese dollar

1,5972

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 448,93

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

11,3305

CNY

Chinese yuan renminbi

8,2006

HRK

Kroatische kuna

7,5430

IDR

Indonesische roepia

12 599,42

MYR

Maleisische ringgit

3,9843

PHP

Filipijnse peso

54,078

RUB

Russische roebel

40,3022

THB

Thaise baht

40,207

BRL

Braziliaanse real

2,6631

MXN

Mexicaanse peso

16,7891

INR

Indiase roepie

70,0470


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


19.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 316/5


Advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 12 maart 2012 betreffende een ontwerpbesluit in zaak COMP/39.793 — EPH en andere

Rapporteur: Zweden

2012/C 316/03

1.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat het bij de twee incidenten met betrekking tot het behandelen van e-mails gaat om een weigering zich aan een inspectie te onderwerpen overeenkomstig artikel 23, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003.

2.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de inbreuk op artikel 23, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003, d.w.z. de weigering zich aan de inspectie te onderwerpen, was begaan uit onachtzaamheid wat betreft het niet-blokkeren van een e-mailadres en opzettelijk wat betreft de afleiding van binnenkomende e-mails.

3.

Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Commissie dat de twee incidenten met betrekking tot het behandelen van e-mails één enkele inbreuk vormen.

4.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat Energetický a průmyslový holding a.s. en EP Investment Advisors, s.r.o. aansprakelijk zijn voor de inbreuk.

5.

Het Adviescomité is het eens met de factoren die door de Commissie in aanmerking zijn genomen voor de berekening van de geldboete die overeenkomstig artikel 23, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003 aan Energetický a průmyslový holding a.s. en EP Investment Advisors, s.r.o. wordt opgelegd.

6.

Het Adviescomité is het eens met het werkelijke bedrag van de geldboete dat door de Commissie is voorgesteld.

7.

Het Adviescomité beveelt aan dat zijn advies in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt.


19.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 316/6


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)

COMP/39.793 — EPH en andere

2012/C 316/04

I.   ACHTERGROND

(1)

Van 24 tot 26 november 2009 heeft de Commissie een inspectie op grond van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1/2003 (2) uitgevoerd in de gebouwen van J&T Investment Advisors, s.r.o. (hierna „J&T IA” genoemd) (3) en Energetický a průmyslovy holding, a.s. (hierna „EPH” genoemd) (4).

(2)

Op 17 mei 2010 heeft de Commissie op grond van artikel 23, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003 de onderzoekprocedure ingeleid tegen J&T IA en EPH (hierna „de partijen” genoemd) wegens een vermeende weigering zich aan een inspectie te onderwerpen (5).

II.   OORSPRONKELIJKE SCHRIFTELIJKE EN MONDELING PROCEDURE

(3)

Op 17 december 2010 heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar ten aanzien van J&T IA en EPH vastgesteld met betrekking tot een mogelijke inbreuk in de zin van artikel 23, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003. De bezwaren betroffen drie incidenten die tijdens de inspectie plaatsvonden.

(4)

De partijen kregen op 6 januari 2011 toegang tot het dossier van de Commissie. Ik ontving geen verzoek van de partijen met betrekking tot de toegang tot het dossier en concludeer daarom dat zich op dat punt geen problemen hebben voorgedaan.

(5)

De partijen hebben op 17 februari 2011 schriftelijke opmerkingen over de mededeling van punten van bezwaar ingediend, binnen de door de Commissie vastgestelde termijn. In hun schriftelijke opmerkingen verzochten de partijen om hun argumenten in het kader van een hoorzitting te mogen toelichten. Deze hoorzitting vond plaats op 25 maart 2011.

(6)

In de brief waarmee ik de partijen op de hoorzitting uitnodigde, heb ik bepaalde vragen gesteld om opheldering te verkrijgen over één van de drie incidenten die zich tijdens de inspectie hebben voorgedaan. Dit incident werd in de mededeling van punten van bezwaar vermeld (6). De partijen werden uitgenodigd deze kwestie tijdens de hoorzitting te bespreken, wat tot een nuttige discussie over dit incident op de hoorzitting leidde.

III.   TWEEDE SCHRIFTELIJKE EN MONDELING PROCEDURE

(7)

Na de hoorzitting werd de partijen tijdens een vergadering over de stand van zaken door het directoraat-generaal Concurrentie meegedeeld dat de Commissie het onderzoek naar het incident dat hierboven in (6) wordt vermeld, niet zal voortzetten.

(8)

Eveneens na de hoorzitting heeft de Commissie op 15 juli 2011 een aanvullende mededeling van punten van bezwaar aan EPIA en EPH gericht waarin de beschrijving van de vermeende inbreuk voor een ander van de drie incidenten van „opzettelijk” in „opzettelijk, althans uit onachtzaamheid” werd gewijzigd.

(9)

De partijen kregen op 1 augustus 2011 toegang tot het dossier en hebben binnen de door de Commissie vastgestelde termijn schriftelijke opmerkingen over de mededeling van punten van bezwaar ingediend. Ze verzochten hun argumenten in het kader van een tweede hoorzitting naar voren te mogen brengen. Deze hoorzitting vond plaats op 13 oktober 2011.

IV.   HET ONTWERP-BESLUIT VAN DE COMMISSIE

(10)

Op grond van artikel 16 van het mandaat heb ik onderzocht of het ontwerp-besluit enkel punten van bezwaar betreft ten aanzien waarvan de partijen hun standpunt kenbaar hebben kunnen maken, en ik ben tot een positieve conclusie gekomen.

V.   SLOTOPMERKINGEN

(11)

Samenvattend concludeer ik dat de partijen hun procedurele rechten in deze zaak daadwerkelijk hebben kunnen uitoefenen.

Brussel, 13 maart 2012.

Wouter WILS


(1)  Conform de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures, PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29 (hierna „het mandaat” genoemd).

(2)  Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1-25.

(3)  De onderneming J&T IA wijzigde in de loop van het onderzoek haar naam in EP Investment Advisors (hierna „EPIA” genoemd). Op 18 maart 2011 werd de naam van de zaak op verzoek van de partijen gewijzigd van „J&T et al.” in „EPH et al.”.

(4)  J&T IA was een volle dochteronderneming van EPH.

(5)  Zie persbericht van de Commissie IP/10/627.

(6)  Op grond van het toen toepasselijke artikel 11 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsproceduress, PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21, nu artikel 11, lid 1, van het mandaat.


19.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 316/8


Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 28 maart 2012

inzake een procedure op grond van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag

(Zaak COMP/39.793 — EPH en andere)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 1999 final)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

2012/C 316/05

Op 28 maart 2012 heeft de Commissie een besluit vastgesteld inzake een procedure op grond van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag  (1). Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad  (2) maakt de Commissie bij dezen de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit, waaronder de opgelegde sancties, bekend, rekening houdende met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake bescherming van hun bedrijfsgeheimen.

1.   INLEIDING

(1)

Dit besluit is gericht tot Energetický a průmyslový holding (hierna „EPH” genoemd) en haar volledige dochteronderneming EP Investment Advisors (hierna „EPIA” genoemd). Het legt hun een geldboete op omdat zij weigerden zich aan een inspectie te onderwerpen, een inbreuk in de zin van artikel 23, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad. Deze weigering gebeurde door tijdens de inspectie in de door EPH en EPIA gedeelde kantoren een e-mailaccount niet te blokkeren en binnenkomende e-mails af te leiden.

2.   PROCEDURE

(2)

Op 17 mei 2010 heeft de Commissie besloten een procedure in te leiden tegen J&T IA (nu EPIA (3)) en EPH met het oog op het vaststellen van een besluit waarin een mogelijke inbreuk in de zin van artikel 23, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad wordt bestraft.

(3)

Op 17 december 2010 heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar ten aanzien van EPIA en EPH vastgesteld met betrekking tot een mogelijke inbreuk in de zin van artikel 23, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad. De partijen werden op 22 december 2010 van de mededeling van punten van bezwaar in kennis gesteld. Op 17 februari 2011 hebben zij hierop geantwoord. De hoorzitting vond op 25 maart 2011 plaats.

(4)

Op 15 juli 2011 heeft de Commissie een aanvullende mededeling van punten van bezwaar vastgesteld waarin extra feitelijke en juridische elementen worden beschreven met betrekking tot één van de gevallen van een mogelijke inbreuk in de zin van artikel 23, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad. De partijen werden op 19 juli 2011 van deze aanvullende mededeling van punten van bezwaar in kennis gesteld. Op 12 september 2011 hebben zij hierop geantwoord. De hoorzitting vond op 13 oktober 2011 plaats.

(5)

Op 12 maart 2011 werd het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities geraadpleegd over de vraag of er sprake was van een inbreuk en over het voorgenomen bedrag van de geldboete. Het Adviescomité bracht unaniem een gunstig advies uit over het ontwerpbesluit, met inbegrip van de voorgestelde geldboete.

(6)

De raadadviseur-auditeur heeft op 13 maart 2012 zijn eindverslag uitgebracht. De conclusie van dat verslag luidt dat het recht van de partijen om te worden gehoord in acht is genomen.

3.   FEITEN

(7)

Dit besluit betreft twee incidenten met betrekking tot het behandelen van e-mails tijdens de inspectie van 24, 25 en 26 november 2009: (i) het niet blokkeren van een e-mailaccount en (ii) het afleiden van binnenkomende e-mails.

Niet blokkeren van een e-mailaccount

(8)

Op 24 november 2009 hebben de inspecteurs van de Commissie, na de kennisgeving van het inspectiebesluit, verzocht de e-mailaccounts van de medewerkers op sleutelfuncties tot nader order te blokkeren. Hiervoor werd een nieuw wachtwoord ingesteld dat enkel de inspecteurs van de Commissie kenden. Dit is een maatregel die standaard aan het begin van inspecties wordt genomen om te garanderen dat enkel de inspecteurs toegang hebben tot de inhoud van de e-mailaccounts en om te voorkomen dat de accounts worden gewijzigd terwijl deze worden doorzocht. De tweede dag van de inspectie constateerden de inspecteurs van de Commissie dat het wachtwoord van één account in de loop van de eerste dag was gewijzigd, zodat de houder van het account er toegang toe kon krijgen.

Afleiden van binnenkomende e-mails

(9)

De derde dag van de inspectie constateerden de inspecteurs van de Commissie dat een van de werknemers op de tweede dag van de inspectie de IT-afdeling had gevraagd alle binnenkomende e-mails van verscheidene medewerkers op sleutelfuncties van hun accounts naar een server af te leiden. De onderneming heeft toegegeven dat zij deze opdracht voor ten minste één van de e-mailaccounts heeft uitgevoerd. Hierdoor waren de binnenkomende e-mails niet zichtbaar in de betrokken inboxen en konden deze niet door de inspecteurs worden onderzocht.

4.   JURIDISCHE BEOORDELING

(10)

Ten eerste wordt in het besluit aangegeven dat in de rechtspraak in de zaak Orkem  (4) en de zaak Société Générale  (5) en in de beschikkingspraktijk van de Commissie (6) wordt bevestigd dat de volledige onderwerping van een onderneming aan een inspectie inhoudt dat deze onderneming verplicht is in alle opzichten actief met de Commissie mee te werken. Dit betekent dat e-mailaccounts van de onderneming op verzoek van de inspecteurs worden geblokkeerd door het wachtwoord te resetten en de inspecteurs een nieuw wachtwoord te bezorgen dat enkel zij kennen. Er moet worden gegarandeerd dat enkel de inspecteurs toegang hebben tot het account tot zij uitdrukkelijk toestaan het te deblokkeren, om de integriteit van de inhoud van de mailbox te bewaren.

(11)

Ten tweede wordt in het besluit aangegeven dat onderwerping aan een inspectie impliceert dat de inspecteurs van de Commissie toegang moeten hebben tot alle e-mails in het account, met inbegrip van de e-mails die tijdens de totale duur van de inspectie in het account binnenkomen, en dit tot de inspectie wordt afgerond.

(12)

Ten derde wordt in het besluit vastgesteld dat het deblokkeren van het e-mailaccount uit onachtzaamheid is gebeurd, maar dat de binnenkomende e-mails opzettelijk werden afgeleid.

(13)

Ten vierde wordt in het besluit vastgesteld dat, ook al zou elk van beide incidenten op zich een inbreuk kunnen vormen in de zin van artikel 23, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003, het, gezien de gemeenschappelijke elementen, niet passend zou zijn elke gedraging op zich te beoordelen. Derhalve wordt geconcludeerd dat EPIA en EPH één enkele inbreuk in de zin van artikel 23, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003 hebben gepleegd.

(14)

Ten vijfde wordt in het besluit vastgesteld dat EPIA en EPH hoofdelijk aansprakelijk moeten worden gesteld voor de inbreuk, aangezien EPH als volledige eigenaar in een gemeenschappelijke managementstructuur zeggenschap heeft over EPIA, en aangezien de incidenten betrekking hadden op personen die tijdens de inspectie beide entiteiten vertegenwoordigden en op e-mailaccounts van personen die voor beide werkten.

5.   GELDBOETEN

(15)

Aangezien een inbreuk als bedoeld in artikel 23, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003 is aangetoond, kan de Commissie de ondernemingen een geldboete opleggen die tot 1 % van hun omzet bedraagt.

(16)

Bij de vaststelling van het bedrag van de geldboeten wordt in het besluit zowel met de ernst als met de duur van de inbreuk rekening gehouden, zoals bepaald in artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1/2003.

(17)

Met betrekking tot de ernst wordt in het besluit aangegeven dat het een ernstige inbreuk betreft. In het bijzonder wordt opgemerkt dat het feit dat de Commissie bevoegd is inspecties te verrichten, één van haar belangrijkste onderzoeksbevoegdheden op mededingingsgebied is, waarmee zij inbreuken op de artikelen 101 en 102 VWEU kan opsporen. Voorts wordt ook aangegeven dat bewijsstukken op papier de voorbije tien jaar minder belangrijk zijn geworden en dat de meeste documenten die vandaag tijdens inspecties worden verzameld, uit e-mailaccounts en elektronische bestanden worden gehaald, en dat gegevens die in elektronisch formaat worden opgeslagen makkelijker en sneller kunnen worden vernietigd dan papieren dossiers. Tot slot wordt rekening gehouden met het feit dat EPIA en EPH de inspectie door twee incidenten hebben tegengewerkt: het niet blokkeren van een e-mailaccount en het afleiden van e-mails.

(18)

Wat de duur van de inbreuk betreft, wordt in het besluit rekening gehouden met het feit dat deze gedurende een aanzienlijke tijd werd voortgezet tijdens de inspectie in de kantoren van EPIA en EPH.

(19)

Tot slot wordt in het besluit rekening gehouden met de medewerking van de partijen, waardoor de Commissie de omstandigheden kon natrekken van de weigering om zich wat betreft e-mails aan de inspectie te onderwerpen. Er wordt echter opgemerkt dat, hoewel de partijen bepaalde feiten niet betwistten, zij over het algemeen hebben getracht het bestaan van schendingen van de procedureregels in twijfel te trekken.

6.   CONCLUSIE

(20)

Op basis van het bovenstaande wordt in het besluit geconcludeerd dat EPH en EPIA hebben geweigerd zich aan de overeenkomstig artikel 20, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 op 24, 25 en 26 november 2009 in hun kantoren uitgevoerde inspectie te onderwerpen, door uit onachtzaamheid de toegang tot een geblokkeerd e-mailaccount toe te staan en opzettelijk e-mails naar een server af te leiden; op deze wijze hebben zij een inbreuk gepleegd in de zin van artikel 23, lid 1, onder c), van deze Verordening. In het besluit wordt een geldboete van 2 500 000 EUR opgelegd aan EPH en EPIA, hoofdelijk aansprakelijk.


(1)  Vanaf 1.12.2009 zijn de artikelen 81 en 82 VEG respectievelijk de artikelen 101 en 102 VWEU geworden. De bepalingen in beide verdragen zijn inhoudelijk identiek. In het kader van dit besluit moeten verwijzingen naar de artikelen 101 en 102 VWEU waar nodig worden begrepen als verwijzingen naar, respectievelijk, de artikelen 81 en 82 VEG.

(2)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

(3)  Op 10 november 2010 werd de naam van J&T IA in EPIA veranderd zonder de vennootschapsstructuur of de organisatie van de onderneming te wijzigen. In deze tekst wordt EPIA ook gebruikt voor de periode waarin de onderneming J&T IA heette.

(4)  Zaak 374/87, Orkem/Commissie, Jurispr. 1989, blz. 3283, punt 27, die betrekking had op een verzoek om inlichtingen nadat overeenkomstig artikel 14 van Verordening nr. 17 een inspectie was uitgevoerd.

(5)  Zaak Τ-34/93, Société Générale/Commissie, Jurispr. 1995, blz. ΙΙ-545, punt 72.

(6)  Beschikking nr. 94/735/EG van de Commissie van 14 oktober 1994 tot oplegging van een geldboete overeenkomstig artikel 15, lid 1, onder c), van Verordening nr. 17 van de Raad aan Akzo Chemicals BV, PB L 294 van 15.11.1994, blz. 31.