ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.CE2012.291.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 291E

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

55e jaargang
27 september 2012


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

III   Voorbereidende handelingen

 

RAAD

2012/C 291E/01

Standpunt (EU) nr. 9/2012 van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië
Vastgesteld door de Raad op 10 mei 2012

1

NL

 


III Voorbereidende handelingen

RAAD

27.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 291/1


STANDPUNT (EU) Nr. 9/2012 VAN DE RAAD IN EERSTE LEZING

met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië

Vastgesteld door de Raad op 10 mei 2012

(2012/9/EU)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De betrekkingen tussen Georgië en de Europese Unie ontwikkelen zich in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB). In 2006 hebben de Gemeenschap en Georgië overeenstemming bereikt over een ENB-actieplan waarin prioriteiten op middellange termijn voor de bilaterale betrekkingen werden vastgesteld. In 2010 hebben de Unie en Georgië onderhandelingen aangeknoopt over een associatieovereenkomst, die naar verwachting in de plaats zal komen van de bestaande partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (2). Het kader van de betrekkingen tussen de Unie en Georgië wordt verder versterkt door het onlangs gelanceerde oostelijk partnerschap.

(2)

De buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad van 1 september 2008 heeft bevestigd dat de Unie bereid is de banden met Georgië aan te halen na het gewapende conflict tussen Georgië en de Russische Federatie in augustus 2008.

(3)

De Georgische economie wordt sinds het derde kwartaal van 2008 getroffen door de internationale financiële crisis, hetgeen tot een dalende productie, afnemende belastingopbrengsten en een toenemende behoefte aan externe financiering heeft geleid.

(4)

Op de internationale donorconferentie op 22 oktober 2008 heeft de internationale gemeenschap steun toegezegd voor het economische herstel van Georgië in overeenstemming met de door de Verenigde Naties en de Wereldbank gezamenlijk uitgevoerde behoeftenevaluatie.

(5)

De Unie heeft aangekondigd maximaal 500 miljoen EUR aan financiële bijstand aan Georgië te zullen toekennen.

(6)

Het economische aanpassings- en herstelprogramma van Georgië wordt ondersteund door financiële bijstand van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). In september 2008 heeft de Georgische overheid met het IMF een stand-by-overeenkomst gesloten ten belope van 750 miljoen USD ter ondersteuning van de Georgische economie bij het doen van de noodzakelijke aanpassingen in het licht van de financiële crisis.

(7)

Na een verdere verslechtering van de economische situatie in Georgië en een noodzakelijke herziening van de onderliggende economische aannames van het IMF-programma, alsook de grotere externe financieringsbehoeften van Georgië, bereikten Georgië en het IMF overeenstemming over een uitbreiding van de stand-by-overeenkomst met 424 miljoen USD, die in augustus 2009 door de raad van bestuur van het IMF werd goedgekeurd.

(8)

De Unie is voornemens Georgië in 2010-2012 in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) begrotingssteun in de vorm van giften ter grootte van 37 miljoen EUR per jaar te verstrekken.

(9)

In het licht van de verslechterende economische situatie in en vooruitzichten voor Georgië heeft Georgië om macrofinanciële bijstand van de Unie verzocht.

(10)

Aangezien er nog steeds sprake is van een resterend financieringstekort op de betalingsbalans van Georgië, wordt de toekenning van macrofinanciële bijstand onder de huidige uitzonderlijke omstandigheden aangemerkt als een passende reactie op het verzoek van Georgië om in samenhang met het lopende IMF-programma de economische stabilisatie te ondersteunen.

(11)

De aan Georgië te verstrekken macrofinanciële bijstand van de Unie („de macrofinanciële bijstand van de Unie”) is niet alleen bedoeld als aanvulling op de programma’s en de middelen van het IMF en de Wereldbank, maar moet een toegevoegde waarde van de betrokkenheid van de Unie waarborgen.

(12)

De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de Unie juridisch en materieel verenigbaar is met de in het kader van de verschillende onderdelen van het extern optreden genomen maatregelen en met het relevante beleid van de Unie op andere terreinen.

(13)

De specifieke doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie dienen de doelmatigheid, transparantie en verantwoordingsplicht te versterken. Deze doelstellingen dienen regelmatig door de Commissie te worden gecontroleerd.

(14)

De aan de toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie verbonden voorwaarden moeten stroken met de hoofdbeginselen en doelstellingen van het beleid van de Unie ten aanzien van Georgië.

(15)

Met het oog op een efficiënte bescherming van de financiële belangen van de Unie in het kader van de macrofinanciële bijstand van de Unie moet Georgië passende maatregelen nemen voor de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot deze bijstand. De Commissie moet tevens zorgen voor passende controles en erop toezien dat de Rekenkamer passende audits uitvoert.

(16)

De uitkering van de macrofinanciële bijstand van de Unie laat de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit onverlet.

(17)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet door de Commissie worden beheerd. Teneinde te waarborgen dat het Europees Parlement en het Economisch en Financieel Comité op de tenuitvoerlegging van dit besluit kunnen toezien, dient de Commissie hen regelmatig in te lichten over ontwikkelingen met betrekking tot de bijstand en hun daarbij de relevante documenten te verschaffen.

(18)

Teneinde eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit besluit te waarborgen, moeten uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (3),

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De Unie stelt Georgië macrofinanciële bijstand („de macrofinanciële bijstand van de Unie”) beschikbaar ten belope van maximaal 46 miljoen EUR om de economische stabilisatie van Georgië te ondersteunen en de in het kader van het lopende programma van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) vastgestelde betalingsbalansbehoefte te lenigen. Van dat maximale bedrag wordt ten hoogste 23 miljoen EUR verstrekt in de vorm van giften en ten hoogste 23 miljoen EUR in de vorm van leningen. De uitkering van de macrofinanciële bijstand van de Unie is slechts mogelijk onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting van de Unie voor 2013 door de begrotingsautoriteit.

2.   Ter financiering van de leningcomponent van de macrofinanciële bijstand van de Unie krijgt de Commissie de bevoegdheid de nodige middelen te lenen namens de Unie. De lening heeft een looptijd van ten hoogste vijftien jaar.

3.   De uitkering van de macrofinanciële bijstand van de Unie wordt door de Commissie beheerd op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomsten of afspraken tussen het IMF en Georgië en met de hoofdbeginselen en -doelstellingen van de economische hervorming zoals die worden uiteengezet in de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Unie en Georgië. De Commissie licht het Europees Parlement en het Economisch en Financieel Comité regelmatig in over de ontwikkelingen in het beheer van de macrofinanciële bijstand van de Unie en verstrekt daarbij de relevante documenten.

4.   De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt voor een periode van twee jaar en zes maanden beschikbaar gesteld met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van het in artikel 2, lid 1, bedoelde memorandum van overeenstemming.

Artikel 2

1.   De Commissie stelt, overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, een memorandum van overeenstemming vast betreffende het economische beleid en de financiële voorwaarden waaraan de macrofinanciële bijstand van de Unie is onderworpen, met inbegrip van een tijdschema om aan die voorwaarden te voldoen. Het economische beleid en de financiële voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten of afspraken. Die voorwaarden zijn er in het bijzonder op gericht de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de systemen voor het beheer van de overheidsfinanciën in Georgië, waaronder die voor het gebruik van de macrofinanciële bijstand van de Unie, te bevorderen. De vooruitgang behaald bij het verwezenlijken van die doelstellingen wordt regelmatig door de Commissie gecontroleerd. De gedetailleerde financiële voorwaarden van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden vastgelegd in de tussen de Commissie en de Georgische overheid te sluiten giftovereenkomst en leningovereenkomst.

2.   Tijdens de tenuitvoerlegging van de macrofinanciële bijstand van de Unie controleert de Commissie de deugdelijkheid van de voor deze bijstand relevante financiële en administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen in Georgië, alsook de naleving door Georgië van het overeengekomen tijdschema.

3.   De Commissie onderzoekt periodiek of het economische beleid van Georgië verenigbaar is met de doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie en of op bevredigende wijze aan de daaraan verbonden economische beleidsvoorwaarden is voldaan. De Commissie werkt daartoe nauw samen met het IMF en de Wereldbank en, waar nodig, met het Economisch en Financieel Comité.

Artikel 3

1.   Behoudens de in lid 2 vermelde voorwaarden, wordt de macrofinanciële bijstand van de Unie door de Commissie beschikbaar gesteld in twee tranches, die elk bestaan uit een gift- en een leningcomponent. De omvang van elke tranche wordt in het memorandum van overeenstemming vastgelegd.

2.   De Commissie besluit tot uitkering van de tranches bij een bevredigende naleving van de economische beleidsvoorwaarden en financiële voorwaarden die in het memorandum van overeenstemming zijn vastgelegd. De tweede tranche wordt niet vroeger dan drie maanden na de uitkering van de eerste tranche uitbetaald.

3.   De middelen van de Unie worden aan de Nationale Bank van Georgië betaald. Met inachtneming van de in het memorandum van overeenstemming vast te leggen bepalingen, onder andere betreffende een bevestiging van de resterende budgettaire financieringsbehoefte, kunnen de middelen van de Unie aan de Schatkist van Georgië als eindbegunstigde worden overgemaakt.

Artikel 4

1.   De op de leningcomponent van de macrofinanciële bijstand van de Unie betrekking hebbende transacties tot het opnemen en verstrekken van leningen worden uitgevoerd in euro met dezelfde valutadatum, en mogen de Unie niet blootstellen aan enige looptijdtransformatie, enig valuta- of renterisico, of enig ander commercieel risico.

2.   Op verzoek van Georgië, neemt de Commissie de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat in de leningsvoorwaarden een clausule inzake vervroegde aflossing is opgenomen en dat in de voorwaarden verbonden aan de door de Commissie opgenomen leningen een overeenkomstige clausule voorkomt.

3.   De Commissie kan, op verzoek van Georgië en indien de omstandigheden een gunstigere rente op de verstrekte lening mogelijk maken, haar oorspronkelijk verstrekte leningen geheel of gedeeltelijk herfinancieren of de desbetreffende financiële voorwaarden herstructureren. De herfinancieringen of herstructureringen geschieden onder de in lid 1 gestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de gemiddelde looptijd van de betrokken verstrekte leningen en evenmin tot een verhoging van het op de datum van deze herfinancieringen of herstructureringen nog uitstaande bedrag.

4.   Alle kosten die de Unie ter zake van de uit hoofde van dit besluit opgenomen of verstrekte leningen maakt, komen ten laste van Georgië.

5.   De Commissie houdt het Europees Parlement en het Economisch en Financieel Comité op de hoogte van de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen.

Artikel 5

De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt ten uitvoer gelegd overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4) en de uitvoeringsvoorschriften (5) daarvan. In het bijzonder worden in het memorandum van overeenstemming, in de leningovereenkomst en in de giftovereenkomst die met de Georgische overheid moeten worden gesloten, passende maatregelen vastgesteld met het oog op de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met de macrofinanciële bijstand van de Unie. Om een grotere transparantie bij het beheer en de uitbetaling van de middelen te verzekeren, wordt in het memorandum van overeenstemming, de leningovereenkomst en de giftovereenkomst tevens bepaald dat de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding, het recht heeft controles te verrichten, waaronder waar nodig controles en inspecties ter plaatse. Tevens wordt daarin bepaald dat de Rekenkamer audits kan uitvoeren, waaronder audits ter plaatse.

Artikel 6

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Indien het comité geen advies uitbrengt, stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet vast en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 7

1.   Uiterlijk op 30 juni van elk jaar doet de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag toekomen over de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar, waarin een evaluatie daarvan is opgenomen. In dit verslag wordt het verband gespecificeerd tussen de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden betreffende het economische beleid en financiële voorwaarden, de actuele economische en budgettaire prestaties van Georgië en de besluiten van de Commissie tot uitkering van de tranches van de macrofinanciële bijstand van de Unie.

2.   Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de in artikel 1, lid 4, bedoelde beschikbaarheidsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een ex post-evaluatieverslag in.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te …,

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 10 mei 2011 en besluit van de Raad van … 2012.

(2)  Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (PB L 205 van 4.8.1999, blz. 3).

(3)  PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1).


MOTIVERING VAN DE RAAD

I.   INLEIDING

De Commissie heeft op 13 januari 2011 haar voorstel goedgekeurd.

Het Europees Parlement heeft tijdens de plenaire vergadering van 10 mei 2011 zijn standpunt in eerste lezing vastgesteld. Het Europees Parlement heeft drie amendementen aangenomen.

De Raad heeft op 23 januari 2012 een politiek akkoord over het voorstel bereikt (1).

Op 10 mei 2012 heeft de Raad zijn standpunt in eerste lezing vastgesteld overeenkomstig artikel 294 van het Verdrag.

II.   DOELSTELLING

Na het gewapende conflict met Rusland in augustus 2008 en tegen de achtergrond van de mondiale financiële crisis heeft de Europese Commissie op de internationale donorconferentie in oktober 2008 maximaal 500 miljoen EUR aan EU-bijstand ter ondersteuning van de Georgische economie toegezegd. Deze toezegging omvatte twee mogelijke MFB-operaties (macrofinanciële bijstand) ten belope van 46 miljoen EUR.

Begin augustus 2010 heeft de EU de betaling van de in november 2009 door de Raad goedgekeurde eerste macrofinanciële bijstand (MFB) afgerond (2). De goedkeuring van de tweede MFB-uitkering werd afhankelijk gesteld van aanhoudende externe financieringsbehoeften naast die welke in het kader van de overeenkomst met het IMF werden gedekt.

In een brief van 10 mei 2010 verzocht de Georgische minister van Financiën om activering van het tweede deel van de door de Commissie toegezegde EU-fondsen. De Commissie meent dat de activering van het tweede deel van de in 2008 toegezegde MFB gewettigd is. Hoewel de Georgische economie zich thans herstelt, blijven de betalingsbalans en de begrotingssituatie zwak en kwetsbaar.

Doel van het voorstel is bij te dragen aan de dekking van de externe financieringsbehoeften van het land, zoals vastgesteld in samenwerking met het IMF in het kader van de stand-by-arrangement van 1,17 miljard USD, die sinds oktober 2008 in werking is. De voorgestelde bijstand zal voor de helft in de vorm van giften en voor de helft in de vorm van leningen worden verstrekt.

III.   ANALYSE VAN HET STANDPUNT VAN DE RAAD IN EERSTE LEZING

Op 1 maart 2011 is Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (de nieuwe comitologieverordening) in werking getreden.

Derhalve moet het Commissievoorstel betreffende aanvullende macrofinanciële bijstand voor Georgië ten aanzien van de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie in overeenstemming worden gebracht met Verordening (EU) nr. 182/2011.

In april 2011 hebben overeenkomstig de punten 16, 17 en 18 van de gemeenschappelijke verklaring over de wijze van uitvoering van de medebeslissingsprocedure (3) informele contacten tussen het Europees Parlement, de Commissie en de Raad, plaatsgevonden.

Het Europees Parlement was het niet met de Raad eens over wijzigingen die nodig zijn om de bepalingen betreffende de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden in overeenstemming te brengen met Verordening (EU) nr. 182/2011.

Het Europees Parlement heeft in mei 2011 zijn standpunt in eerste lezing aangenomen, dat amendementen bevat met betrekking tot de volgende punten:

 

Overweging 18 — uitvoeringsbevoegdheden

Amendement 1 van het Europees Parlement:

De formulering van overweging 18 betreffende het verlenen van uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie is aangepast om rekening te houden met de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 182/2011.

Amendement 1 is in het standpunt van de Raad in eerste lezing overgenomen.

 

Artikel 2 — Vaststelling van het memorandum van overeenstemming

Amendement 2 van het Europees Parlement:

Volgens amendement 2 van het Europees Parlement wordt het memorandum van overeenstemming betreffende het economische beleid en de financiële voorwaarden die aan de macrofinanciële bijstand van de Europese Unie zijn verbonden, vastgesteld volgens de raadplegingsprocedure.

Dit amendement wordt door de Raad verworpen omdat, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011, het memorandum van overeenstemming moet worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure.

 

Artikel 6 — Comitéprocedure

Amendement 3 van het Europees Parlement:

Amendement 3 van het Europees Parlement verwijst naar artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 (raadplegingsprocedure).

Dit amendement wordt door de Raad verworpen om dezelfde redenen als amendement 2, namelijk dat de onderzoeksprocedure van toepassing moet zijn.

Voorts stelt de Raad voor toe te voegen dat, indien het comité geen advies uitbrengt, de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet vaststelt.

IV.   CONCLUSIE

Het standpunt van de Raad wijzigt het standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing uitsluitend wat de bepalingen betreffende de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden betreft, teneinde deze volledig aan te passen aan de nieuwe comitologieverordening (Verordening (EU) nr. 182/2011). De Raad zou graag een constructief debat met het Europees Parlement in tweede lezing voeren met het oog op een spoedige aanneming van het besluit.


(1)  Doc. 18792/11.

(2)  Besluit 2009/889/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië

(3)  PB C 145 van 30.6.2007, blz. 5.