ISSN 1977-0995 doi:10.3000/19770995.C_2012.269.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 269 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
55e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2012/C 269/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6568 — Cisco Systems/NDS Group) ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2012/C 269/02 |
||
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
2012/C 269/03 |
||
|
V Adviezen |
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK |
|
|
Europese Commissie |
|
2012/C 269/04 |
||
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
6.9.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 269/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.6568 — Cisco Systems/NDS Group)
(Voor de EER relevante tekst)
2012/C 269/01
Op 23 juli 2012 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32012M6568. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
6.9.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 269/2 |
Wisselkoersen van de euro (1)
5 september 2012
2012/C 269/02
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,2578 |
JPY |
Japanse yen |
98,67 |
DKK |
Deense kroon |
7,4509 |
GBP |
Pond sterling |
0,79035 |
SEK |
Zweedse kroon |
8,4415 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,2014 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
7,3070 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
24,794 |
HUF |
Hongaarse forint |
284,60 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,6962 |
PLN |
Poolse zloty |
4,2009 |
RON |
Roemeense leu |
4,4883 |
TRY |
Turkse lira |
2,2905 |
AUD |
Australische dollar |
1,2337 |
CAD |
Canadese dollar |
1,2422 |
HKD |
Hongkongse dollar |
9,7566 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,5847 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,5702 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 429,81 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
10,5560 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,9860 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,4628 |
IDR |
Indonesische roepia |
12 048,55 |
MYR |
Maleisische ringgit |
3,9262 |
PHP |
Filipijnse peso |
52,792 |
RUB |
Russische roebel |
40,6550 |
THB |
Thaise baht |
39,331 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,5695 |
MXN |
Mexicaanse peso |
16,5615 |
INR |
Indiase roepie |
70,3000 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
6.9.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 269/3 |
Door de lidstaten meegedeelde beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 736/2008 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten
2012/C 269/03
Steun nr.: SA.35130 (12/XF)
Lidstaat: Bondsrepubliek Duitsland
Regio/Autoriteit die de steun verleent: Finanzamt Malchin
Benaming van de steunregeling/naam van de onderneming die ad-hocsteun ontvangt: Welsmeister Vertriebs GmbH Co KG
Rechtsgrond: Bescheid vom 3. Juli 2012 über die Gewährung einer Zulage nach dem Investitionszulagengesetz 2010
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of bedrag van de verleende ad-hocsteun: Eenmalig 0,283910 miljoen EUR
Maximale steunintensiteit: 15,8 %
Datum van tenuitvoerlegging: De betaling van het toegekende steunbedrag vindt plaats na ontvangst van de ontvangstbevestiging overeenkomstig artikel 25, lid 1, derde volzin, van Verordening (EG) nr. 736/2008 van de Commissie van 22 juli 2008 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten (PB L 201 van 30.7.2008, blz. 16).
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening:
— |
voor steunregelingen: de datum tot welke steun kan worden verleend: niet van toepassing |
— |
bij ad-hocsteun: de datum waarop naar verwachting de laatste tranche zal worden uitgekeerd: niet van toepassing. Het gaat om een eenmalige uitkering. |
Doelstelling van de steun: Belastingplichtigen in de zin van het „Einkommensteuergesetz” (wet op de inkomstenbelasting) resp. het „Körperschaftsteuergesetz” (wet op de vennootschapsbelasting), die in het stimuleringsgebied (in het onderhavige geval: de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern) voor steun in aanmerking komende investeringen verrichten, kunnen aanspraak maken op investeringssteun, voor zover deze investeringen voldoen aan de voorwaarden voor steunverlening die gelden in de gevoelige sector visserij en aquacultuur. Gesubsidieerde investeringen betreffen de aanschaf en de productie van nieuwe, niet-duurzame roerende bedrijfsmiddelen van de vaste activa, die deel uitmaken van een project voor initiële investering en die ten minste vijf jaar na beëindiging daarvan tot de vaste activa van een begunstigd bedrijf van de rechthebbende in het stimuleringsgebied blijven behoren. De termijn van de verbintenis blijft tot drie jaar beperkt wanneer de roerende bedrijfsmiddelen deel uitmaken van een mkb-bedrijf/kmo. Verder worden investeringen gesubsidieerd die de aanschaf of bouw van nieuwe gebouwen en andere delen van gebouwen omvatten, die zelfstandige onroerende bedrijfsmiddelen zijn en die minstens vijf jaar door een begunstigd bedrijf worden gebruikt. Projecten voor initiële investering zijn bijvoorbeeld de oprichting van nieuwe bedrijfsvestigingen, de uitbreiding van bestaande bedrijfsvestigingen, de diversificatie van de productie van een bedrijfsvestiging door middel van nieuwe, additionele producten, de fundamentele verandering van het gehele productieproces van een bestaande bedrijfsvestiging en de overname van een gesloten of met sluiting bedreigd bedrijf door een onafhankelijke investeerder. De berekeningsgrondslag voor de investeringssteun is de som van de aanschaf- en productiekosten van de in het boekjaar of het kalenderjaar afgesloten begunstigde investeringen.
Vermeld welke van de artikelen 8 tot en met 24 worden gebruikt: Artikel 16
Betrokken economische sector(en): Visserij — visverwerking
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
Finanzamt Malchin |
Postfach 11010 |
17131 Malchin |
DEUTSCHLAND |
Website waar de volledige tekst van de steunregeling of de criteria en voorwaarden voor de toekenning van ad-hocsteun zonder toepassing van een steunregeling zijn te vinden: http://www.mv-regierung.de/LU-Downloads.htm
Motivering: De ontvanger van de steun heeft bij beschikking van het Landesförderinstitut Mecklenburg-Vorpommern van 31 augustus 2010 voor hetzelfde project („Neubau einer Fischverarbeitung am Standort Altkalen” — nieuwbouw visverwerking lokatie Altkalen) een toewijzing van 449 350 EUR ontvangen. De toewijzing is gebaseerd op artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 (75 % uit middelen van het Europese Visserijfonds — EVF) en op de beginselen voor de verbetering van de verwerkings- en afzetstructuur van de visserijsector in het kader van het gemeenschappelijke actieprogramma „Verbesserung der Agrarstruktur und des Küstenschutzes” (verbetering landbouwstructuur en kustbescherming) voor de periode 2011-2014 (25 % van de middelen is afkomstig van dat actieprogramma). De investeringssteun wordt behalve uit deze toewijzing ook uit het EVF gefinancierd, teneinde de nog steeds niet bevredigende economische situatie in de nieuwe Duitse deelstaten te verbeteren. In Mecklenburg-Vorpommern, en dan met name in het gebied waar deze investering werd uitgevoerd, ligt het werkloosheidspercentage ver boven het Duitse gemiddelde, en de uittocht van vooral jonge mensen gaat vooralsnog gestaag door. Als oorzaak hiervoor kan onder meer een gebrek aan kapitaal en infrastructuur worden aangewezen. Van de investeringssteun is derhalve een extra prikkel uitgegaan om juist in deze structureel zwakke gebieden te investeren om de economische kracht te kunnen behouden of zelfs uit te breiden, zodat de uittocht als gevolg van de werkgelegenheidssituatie een halt kan worden toegeroepen.
V Adviezen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK
Europese Commissie
6.9.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 269/5 |
Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen en wafers), van oorsprong uit de Volksrepubliek China
2012/C 269/04
De Europese Commissie („de Commissie”) heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), volgens welke de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen en wafers), van oorsprong uit (2) de Volksrepubliek China.
1. Klacht
De klacht werd op 25 juli 2012 ingediend door EU ProSun („de klager”) namens producenten die meer dan 25 % van de totale productie in de Unie van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan vertegenwoordigen.
2. Onderzocht product
Het onderzoek heeft betrekking op fotovoltaïsche modules of panelen van kristallijn silicium en op cellen en wafers van de soort die in fotovoltaïsche modules of panelen van kristallijn silicium worden gebruikt. De cellen en wafers hebben een dikte van niet meer dan 400 μm („het onderzochte product”).
De volgende productsoorten zijn van het onderzochte product uitgesloten:
— |
zonne-opladers die bestaan uit minder dan zes cellen, draagbaar zijn en apparaten van elektriciteit voorzien of batterijen opladen; |
— |
fotovoltaïsche producten vervaardigd met dunnelaagtechnologie; |
— |
fotovoltaïsche producten van kristallijn silicium die permanent in elektrische goederen zijn geïntegreerd, wanneer die elektrische goederen een andere functie hebben dan het opwekken van elektriciteit en wanneer die elektrische goederen de elektriciteit verbruiken die door de geïntegreerde fotovoltaïsche cel(len) van kristallijn silicium wordt opgewekt. |
3. Bewering dat er sprake is van dumping
Bij het product dat met dumping zou worden ingevoerd, gaat het om het onderzochte product, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 3818 00 10, ex 8501 31 00, ex 8501 32 00, ex 8501 33 00, ex 8501 34 00, ex 8501 61 20, ex 8501 61 80, ex 8501 62 00, ex 8501 63 00, ex 8501 64 00 en ex 8541 40 90, van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken land”). Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.
Aangezien de Volksrepubliek China ingevolge de bepalingen van artikel 2, lid 7, van de basisverordening niet als land met een markteconomie wordt beschouwd, heeft de klager de normale waarde voor de invoer uit de Volksrepubliek China vastgesteld op basis van onder meer de berekende normale waarde (productiekosten, verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten (VAA-kosten) en winst) in een derde land met een markteconomie, in dit geval de Verenigde Staten van Amerika. De bewering dat het betrokken product met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de aldus vastgestelde normale waarde met de prijs bij uitvoer (af fabriek) van het onderzochte product wanneer het naar de Unie wordt uitgevoerd.
De aldus berekende dumpingmarges blijken voor het betrokken land aanzienlijk te zijn.
4. Bewering dat er sprake is van schade en oorzakelijk verband
De klager heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product uit het betrokken land zowel absoluut als qua marktaandeel is gestegen.
Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product wordt ingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebben gehad op het prijspeil en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie, waardoor de financiële situatie van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk is verslechterd.
5. De procedure
Daar de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité heeft vastgesteld dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden, opent zij hierbij een onderzoek overeenkomstig artikel 5 van de basisverordening.
Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land met dumping wordt ingevoerd en of hierdoor schade voor de bedrijfstak van de Unie is ontstaan. Als de conclusies bevestigend zijn, zal in het onderzoek worden nagegaan of het niet tegen het belang van de Unie is maatregelen in te stellen.
Er zijn aanwijzingen dat het onderzochte product vaak componenten en delen uit verschillende landen bevat. Daarom worden ondernemingen die het betrokken product vanuit de Volksrepubliek China vervoeren maar van mening zijn dat deze uitvoer voor douanedoeleinden niet of deels niet van oorsprong is uit de Volksrepubliek China, verzocht zich voor dit onderzoek te melden en alle van belang zijnde informatie te verstrekken. Daarom zal op basis van die informatie en van andere in dit onderzoek verzamelde informatie onderzoek worden gedaan naar de oorsprong van het onderzochte product dat uit het betrokken land wordt uitgevoerd. In voorkomend geval kunnen er bijzondere bepalingen worden vastgesteld, bijvoorbeeld op grond van artikel 14, lid 3, van de basisverordening
5.1. Procedure voor het vaststellen van dumping
Producenten-exporteurs (3) van het onderzochte product uit het betrokken land worden uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie deel te nemen.
5.1.1. Onderzoek van producenten-exporteurs
5.1.1.1.
a) Steekproef
Mogelijk is een groot aantal producenten-exporteurs in het betrokken land bij deze procedure betrokken. Om het onderzoek toch binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, kan de Commissie haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs of hun vertegenwoordigers verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat — tenzij anders aangegeven — uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage A bij dit bericht gevraagde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.
Om informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de Volksrepubliek China en mogelijk ook met haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs.
Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, met uitzondering van de hierboven vermelde informatie, moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend.
Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van de Volksrepubliek China en de verenigingen van producenten-exporteurs — indien nodig via de autoriteiten van de Volksrepubliek China — meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.
Om informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van de Volksrepubliek China.
Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.
In de vragenlijst dienen zij informatie te verstrekken over onder andere de structuur van hun onderneming(en), de activiteiten van hun onderneming(en) met betrekking tot het onderzochte product, de productiekosten, de verkoop van het onderzochte product op de binnenlandse markt van het betrokken land en de uitvoer van het onderzochte product naar de Unie.
Onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening worden ondernemingen die hebben ingestemd met hun mogelijke opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”). Onverminderd punt b) zal het antidumpingrecht dat eventueel wordt toegepast op de invoer van niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs niet hoger zijn dan de gewogen gemiddelde dumpingmarge die is vastgesteld voor de producenten-exporteurs in de steekproef (4).
b) Individuele dumpingmarge voor ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen
Niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs kunnen de Commissie uit hoofde van artikel 17, lid 3, van de basisverordening verzoeken om voor hen een individuele dumpingmarge vast te stellen. Producenten-exporteurs die in aanmerking willen komen voor een individuele dumpingmarge, moeten een vragenlijst en andere relevante aanvraagformulieren aanvragen en deze ingevuld retourneren binnen de in de volgende zin en in punt 5.1.2.2 aangegeven termijnen. De ingevulde vragenlijst moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef worden ingediend. De Commissie kan alleen een individuele dumpingmarge voor producenten-exporteurs in landen zonder markteconomie vaststellen als bewezen is dat zij voldoen aan de criteria voor de toekenning van een behandeling als marktgerichte onderneming („BMO”). De Commissie zal ook onderzoeken of hen een individueel recht overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening kan worden toegekend Producenten-exporteurs die een individuele dumpingmarge aanvragen, moeten zich er echter van bewust zijn dat de Commissie kan besluiten geen individuele dumpingmarge vast te stellen, bijvoorbeeld als het aantal producenten-exporteurs zo groot is dat individuele onderzoeken te belastend zijn en aan een tijdige afsluiting van het onderzoek in de weg staan.
5.1.2. Aanvullende procedure voor producenten-exporteurs in het betrokken land zonder markteconomie
5.1.2.1.
De normale waarde van invoer uit het betrokken land zal, met inachtneming van de bepalingen in punt 5.1.2.2 en overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening, worden vastgesteld op basis van de prijs of de berekende waarde in een derde land met een markteconomie. De Commissie zal daartoe een geschikt derde land met een markteconomie selecteren. De voorlopige keuze van de Commissie is op de Verenigde Staten van Amerika gevallen. Belanghebbenden wordt hierbij verzocht hun opmerkingen over de geschiktheid van deze keuze in te dienen binnen tien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.
5.1.2.2.
Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening kunnen individuele producenten-exporteurs in het betrokken land die van mening zijn dat zij het onderzochte product onder marktvoorwaarden vervaardigen en verkopen, een naar behoren onderbouwd verzoek om behandeling als marktgerichte onderneming indienen („BMO-aanvraag”). Een BMO wordt toegekend als uit de beoordeling van de BMO-aanvraag blijkt dat aan de criteria van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening (5) is voldaan. Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening wordt de dumpingmarge van de producenten-exporteurs aan wie een BMO is toegekend, voor zover mogelijk en onverminderd het gebruik van beschikbare gegevens uit hoofde van artikel 18 van de basisverordening, berekend op basis van hun eigen normale waarde en uitvoerprijzen.
a) Behandeling als marktgerichte onderneming
De Commissie zal BMO-aanvraagformulieren toezenden aan alle producenten-exporteurs in het betrokken land die voor de steekproef zijn geselecteerd, evenals aan alle niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs die een individuele dumpingmarge willen aanvragen, aan alle haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van het betrokken land.
Alle producenten-exporteurs die een BMO willen aanvragen, moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef dan wel van de beslissing geen steekproef samen te stellen een ingevuld BMO-aanvraagformulier indienen.
5.1.3. Onderzoek van de niet-verbonden importeurs (6) (7)
Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie invoeren, wordt verzocht aan het onderzoek deel te nemen.
Gezien het potentieel grote aantal bij deze procedure betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat — tenzij anders aangegeven — uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage B bij dit bericht gevraagde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met alle haar bekende verenigingen van importeurs.
Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, met uitzondering van de hierboven vermelde informatie, moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend.
Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan alle haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.
In de vragenlijst dienen zij informatie te verstrekken over onder andere de structuur van hun onderneming(en), de activiteiten van hun onderneming(en) met betrekking tot het onderzochte product en de verkoop van het onderzochte product.
5.2. Procedure voor het vaststellen van schade en voor het onderzoek van de producenten in de Unie
De vaststelling van de schade is gebaseerd op positief bewijsmateriaal en houdt een objectief onderzoek in van de omvang van de invoer met dumping, de gevolgen daarvan voor de prijzen in de Unie en de gevolgen van deze invoer voor de bedrijfstak van de Unie. Teneinde vast te stellen of de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade heeft geleden, wordt de producenten van het onderzochte product in de Unie verzocht aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.
Gezien het grote aantal bij deze procedure betrokken producenten in de Unie heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening samengesteld.
De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Belanghebbenden wordt verzocht het dossier te raadplegen (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.6). Andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen.
Belanghebbenden die andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.
De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie mededelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.
In de vragenlijst dient informatie te worden verstrekt over onder meer de structuur van hun onderneming(en) en de financiële en economische situatie van de onderneming(en).
5.3. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie
Indien wordt vastgesteld dat er inderdaad dumping plaatsvindt en dat daardoor schade wordt veroorzaakt, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of de instelling van antidumpingmaatregelen niet in strijd is met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht contact op te nemen binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.
Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie binnen 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.
5.4. Andere schriftelijke opmerkingen
Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.
5.5. Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord
Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vaststelt.
5.6. Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie
Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (8).
Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk verstrekte gegevens. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt met de vereiste vorm en kwaliteit, kan deze vertrouwelijke informatie buiten beschouwing worden gelaten.
Belanghebbenden moeten alle opmerkingen en verzoeken elektronisch (niet-vertrouwelijke opmerkingen via e-mail, vertrouwelijke op cd-r/dvd) indienen onder opgave van hun naam, adres, e-mailadres en telefoon- en faxnummer. Volmachten, ondertekende verklaringen en actualiseringen daarvan bij BMO- en IB-aanvraagformulieren of antwoorden op vragenlijsten moeten echter op papier, d.w.z. per post of in persoon, op onderstaand adres worden ingediend. Als een belanghebbende niet in staat is zijn opmerkingen en verzoeken elektronisch in te dienen, moet hij de Commissie daarvan overeenkomstig artikel 18, lid 2, van de basisverordening onmiddellijk op de hoogte brengen. Nadere informatie over de correspondentie met de Commissie vinden belanghebbenden op de volgende pagina van de website van het directoraat-generaal Handel: http://ec.europa.eu/trade/tackling-unfair-trade/trade-defence
Correspondentieadres van de Commissie:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Handel |
Directoraat H |
Kamer N105 08/020 |
1049 Brussel |
BELGIË |
Fax +32 22956505 |
E-mail: trade-solar-dumping@ec.europa.eu |
trade-solar-injury@ec.europa.eu |
6. Niet-medewerking
Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.
Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, kan deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.
Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.
7. Raadadviseur-auditeur
Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur voor het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. Deze fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende organiseren en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.
Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een onderhoud over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Voor een verzoek betreffende de latere stadia van het onderzoek gelden de termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.
De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden organiseren waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere dumping, schade, oorzakelijk verband en belang van de Unie. Een dergelijke hoorzitting vindt normaliter uiterlijk aan het einde van de vierde week na de mededeling van de voorlopige bevindingen plaats.
Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/trade/tackling-unfair-trade/hearing-officer/index_en.htm
8. Tijdschema voor het onderzoek
Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening binnen 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de basisverordening kunnen tot uiterlijk negen maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden ingesteld.
9. Verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (9).
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.
(2) Zie punt 5, laatste alinea, voor belangrijke informatie voor ondernemingen die het betrokken product uit de Volksrepubliek China naar de EU vervoeren, maar van mening zijn dat die uitvoer voor douanedoeleinden niet of deels niet van oorsprong uit de Volksrepubliek China is.
(3) Onder producent-exporteur wordt verstaan een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product vervaardigt en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks hetzij via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.
(4) Ingevolge artikel 9, lid 6, van de basisverordening wordt geen rekening gehouden met nihilmarges, minimale marges en marges die onder de in artikel 18 van de basisverordening bedoelde omstandigheden zijn vastgesteld.
(5) De producenten-exporteurs moeten met name aantonen dat: i) besluiten van ondernemingen en de door hen gemaakte kosten een reactie zijn op marktsignalen, zonder staatsinmenging van betekenis; ii) bedrijven beschikken over een duidelijke basisboekhouding die onder controle staat van een onafhankelijke instantie in overeenstemming met de internationale standaarden voor jaarrekeningen en die alle terreinen bestrijkt; iii) er geen verstoringen van betekenis zijn die nog voortvloeien uit het vroegere systeem zonder markteconomie; iv) de faillissements- en eigendomswetten rechtszekerheid en stabiliteit bieden, en v) omrekening van munteenheden tegen de marktkoers geschiedt.
(6) Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage 1 bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Overeenkomstig artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek worden personen slechts geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn van elkaars zaken; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) enig persoon, hetzij rechtstreeks of zijdelings, 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden bezit, controleert of houdt; e) één van hen de ander, rechtstreeks of zijdelings, controleert; f) beiden, rechtstreeks of zijdelings, worden gecontroleerd door een derde persoon; g) zij samen, rechtstreeks of zijdelings, een derde persoon controleren; of h) zij behoren tot dezelfde familie. Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwagers en schoonzuster (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1). In deze context worden onder persoon zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.
(7) Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van dumping.
(8) Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-Overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
(9) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
BIJLAGE A
BIJLAGE B