ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2012.120.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 120

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

55e jaargang
25 april 2012


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2012/C 120/01

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

1

2012/C 120/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6519 — Cremer/L Possehl/Possehl Erzkontor JV) ( 2 )

2

2012/C 120/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6478 — Mitsubishi Corporation/Maxingvest/ML Participações/Paraguaçu Participações/Friele/Ipanema) ( 2 )

2

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2012/C 120/04

Wisselkoersen van de euro

3

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2012/C 120/05

Bijwerking van de modellen van de kaarten die door de ministeries van Buitenlandse Zaken van de lidstaten worden afgegeven aan geaccrediteerde leden van diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen, alsmede hun familieleden, zoals bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB C 247 van 13.10.2006, blz. 85; PB C 153 van 6.7.2007, blz. 15; PB C 64 van 19.3.2009, blz. 18; PB C 239 van 6.10.2009, blz. 7; PB C 304 van 10.11.2010, blz. 6; PB C 273 van 16.9.2011, blz. 11; PB C 357 van 7.12.2011, blz. 3; PB C 88 van 24.3.2012, blz. 12)

4

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2012/C 120/06

Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van strijkplanken van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Oekraïne

9

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen

 

(2)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/1


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen)

2012/C 120/01

Datum waarop het besluit is genomen

16.3.2012

Referentienummer staatssteun

SA.33976 (11/N)

Lidstaat

Denemarken

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Støtte til offentlig skovrejsning

Rechtsgrondslag

Lov om skove (LBK. nr. 945 af 24. september 2009)

Det Nationale Skovprogram

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Milieubescherming, Bosbouw

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaalbudget: 24 DKK (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2013

Economische sectoren

Bosbouw

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Naturstyrelsen

Haraldsgade 53

2100 København Ø

DANMARK

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6519 — Cremer/L Possehl/Possehl Erzkontor JV)

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 120/02

Op 23 maart 2012 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32012M6519. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6478 — Mitsubishi Corporation/Maxingvest/ML Participações/Paraguaçu Participações/Friele/Ipanema)

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 120/03

Op 19 maart 2012 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32012M6478. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/3


Wisselkoersen van de euro (1)

24 april 2012

2012/C 120/04

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3161

JPY

Japanse yen

106,87

DKK

Deense kroon

7,4402

GBP

Pond sterling

0,81540

SEK

Zweedse kroon

8,8880

CHF

Zwitserse frank

1,2021

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,5565

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,997

HUF

Hongaarse forint

297,69

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6993

PLN

Poolse zloty

4,2003

RON

Roemeense leu

4,3818

TRY

Turkse lira

2,3510

AUD

Australische dollar

1,2775

CAD

Canadese dollar

1,3020

HKD

Hongkongse dollar

10,2141

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6170

SGD

Singaporese dollar

1,6417

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 500,43

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

10,2770

CNY

Chinese yuan renminbi

8,2979

HRK

Kroatische kuna

7,5375

IDR

Indonesische roepia

12 095,57

MYR

Maleisische ringgit

4,0335

PHP

Filipijnse peso

56,235

RUB

Russische roebel

38,6550

THB

Thaise baht

40,746

BRL

Braziliaanse real

2,4729

MXN

Mexicaanse peso

17,2850

INR

Indiase roepie

69,3260


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/4


Bijwerking van de modellen van de kaarten die door de ministeries van Buitenlandse Zaken van de lidstaten worden afgegeven aan geaccrediteerde leden van diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen, alsmede hun familieleden, zoals bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB C 247 van 13.10.2006, blz. 85; PB C 153 van 6.7.2007, blz. 15; PB C 64 van 19.3.2009, blz. 18; PB C 239 van 6.10.2009, blz. 7; PB C 304 van 10.11.2010, blz. 6; PB C 273 van 16.9.2011, blz. 11; PB C 357 van 7.12.2011, blz. 3; PB C 88 van 24.3.2012, blz. 12)

2012/C 120/05

De publicatie van de modellen van de kaarten die door de ministeries van Buitenlandse Zaken van de lidstaten worden afgegeven aan geaccrediteerde leden van diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen, alsmede hun familieleden, zoals bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) is gebaseerd op de informatie die door de lidstaten aan de Commissie wordt verstrekt overeenkomstig artikel 34 van de Schengengrenscode.

Naast de publicatie in het Publicatieblad wordt de lijst maandelijks bijgewerkt op de website van het directoraat-generaal Binnenlandse Zaken.

POLEN

Vervanging van de informatie die is gepubliceerd in PB C 247 van 13.10.2006

IDENTITEITSKAART VAN HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1.   Algemene beschrijving

Het document heeft de vorm van een uit meerlagig polycarbonaat vervaardigde kaart waarvan de buitenste lagen doorzichtig en de binnenste lagen ondoorzichtig zijn. Tussen de lagen polycarbonaat zijn grafische en beveiligingselementen opgenomen door middel van offset- en zeefdruk.

CONSULAIRE IDENTITEITSKAART VOOR ERECONSULS

Image

Image


OFFICIËLE IDENTITEITSKAART

Image

Image


CONSULAIRE IDENTITEITSKAART

Image

Image


SPECIALE IDENTITEITSKAART

Image

Image


DIPLOMATIEKE IDENTITEITSKAART

Image

Image

2.   Lijst van beveiligingskenmerken

RECTO

iriseffect, geguillocheerde achtergrond,

Image

grafisch element in de vorm van de tekst „RP”, gedrukt met optisch variabele goud-groene inkt, met een beveiligingskenmerk van het up-converter type,

Image

Image

offset microprints van de volgende termen:

MINISTERSTWOSPRAWZAGRANICZNYCH/MINISTRYOFFOREIGNAFFAIRS

Image

Image

in de structuur van de kaart verwerkte kleurpersonalisatie — PCP-technologie (polycarbonate colour personalisation).

Image

VERSO

iriseffect, geguillocheerde achtergrond,

offset microprints van de volgende termen:

MINISTERSTWOSPRAWZAGRANICZNYCH/MINISTRYOFFOREIGNAFFAIRS

grafisch element in de vorm van een logo en guilloches, dat onzichtbaar is in natuurlijk licht en zichtbaar in rood-groen onder UV-licht op een golflengte van 365 nm,

Image

CLI — composite laser image dat grafische kenmerken bevat die zichtbaar zijn vanuit verschillende waarnemingshoeken,

Image

Image

PREEGDRUK — preegdruk die op de tast kan worden herkend op het oppervlak van de kaart.

Image


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/9


Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van strijkplanken van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Oekraïne

2012/C 120/06

Na de bekendmaking van een bericht van het naderend vervallen (1) van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van strijkplanken van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Oekraïne („de betrokken landen”) heeft de Europese Commissie („de Commissie”) op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (2) („de basisverordening”) een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek werd op 25 januari 2012 ingediend door drie producenten in de Unie die goed zijn voor een groot deel, in dit geval meer dan 25 %, van de totale productie in de Unie van strijkplanken.

2.   Onderzocht product

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op strijkplanken, al dan niet op poten, al dan niet met een stoomafzuigend, verwarmd en/of blazend werkblad, met inbegrip van mouwplanken, en belangrijke onderdelen daarvan, zoals de poten, het werkblad en de strijkijzersteun (het treefje) („het onderzochte product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 3924 90 00, ex 4421 90 98, ex 7323 93 00, ex 7323 99 00, ex 8516 79 70 en ex 8516 90 00, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Oekraïne.

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel geldt een definitief antidumpingrecht dat werd ingesteld bij Verordening (EG) nr. 452/2007 van de Raad (3) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1243/2010 van de Raad (4).

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen

Het verzoek bevat voldoende bewijsmateriaal waaruit blijkt dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zal leiden tot voortzetting van dumping en schade voor de bedrijfstak van de Unie.

4.1.    Bewering dat dumping waarschijnlijk wordt voorgezet

Op grond van de bepalingen van artikel 2, lid 7, van de basisverordening heeft de indiener van het verzoek een normale waarde voor de producenten-exporteurs uit de Volksrepubliek China vastgesteld op basis van de verkoopprijzen in een geschikt land met een markteconomie, dat in punt 5.1.3. wordt vermeld. De bewering dat het betrokken product nog steeds met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde, als bedoeld in de vorige zin, met de prijzen van het onderzochte product bij uitvoer naar de Unie. De aldus berekende dumpingmarge is aanzienlijk.

De bewering dat het betrokken product nog steeds met dumping uit Oekraïne wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de verkoopprijzen in Oekraïne met de prijzen van het onderzochte product bij uitvoer naar de Unie. De aldus berekende dumpingmarge is aanzienlijk.

4.2.    Bewering dat schade waarschijnlijk zal voortduren

Er wordt tevens beweerd dat aanzienlijke hoeveelheden van het onderzochte product uit de Volksrepubliek China en Oekraïne de Unie zijn blijven binnenkomen en de bedrijfstak van de Unie schade zijn blijven berokkenen.

Uit het door de indieners van het verzoek overgelegde voorlopige bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product werd ingevoerd, onder meer een ongunstige invloed bleven hebben op het prijspeil, wat leidde tot aanzienlijke nadelen voor de financiële situatie van de bedrijfstak van de Unie.

Daarnaast voert de indiener van het verzoek aan dat, als de maatregelen zouden vervallen en de hoeveelheden van het betrokken product die tegen dumpingprijzen uit de betrokken landen worden ingevoerd zouden stijgen, de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk verdere schade zal lijden. In dit verband heeft de indiener van het verzoek bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat indien de maatregelen vervallen, de huidige hoeveelheden van het onderzochte product die uit de betrokken landen worden ingevoerd waarschijnlijk zullen stijgen omdat de Volksrepubliek China over ongebruikte capaciteit beschikt, de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van Chinese strijkplanken worden uitgebreid tot hun traditionele exportmarkt, de VS, en de markt van de Unie erg aantrekkelijk is door zijn omvang en zijn geografische nabijheid voor producenten-exporteurs in Oekraïne.

5.   Procedure

Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen in te leiden, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek.

Tijdens het onderzoek zal worden vastgesteld of voortzetting of herhaling van dumping en schade al dan niet waarschijnlijk is bij het vervallen van de maatregelen.

5.1.    Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping

5.1.1.   Onderzoek van producenten-exporteurs

5.1.1.1.   Procedure voor de selectie van te onderzoeken producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China

Producenten-exporteurs (5) van het onderzochte product uit de Volksrepubliek China worden uitgenodigd aan het nieuwe onderzoek deel te nemen.

Gezien het mogelijk grote aantal bij deze procedure betrokken producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, worden alle producenten-exporteurs of hun vertegenwoordigers verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten contact opnemen binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, en de Commissie de in bijlage A bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van dat land en met alle bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, met uitzondering van de hierboven vermelde informatie, moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de uitvoer van het onderzochte product naar de Unie die binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten-exporteurs mededelen — indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land — welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van het betrokken land.

Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

In de vragenlijst dienen zij informatie te verstrekken over onder andere de structuur van hun onderneming(en), de activiteiten van hun onderneming(en) met betrekking tot het onderzochte product, de productiekosten, de verkoop van het onderzochte product op de binnenlandse markt van het betrokken land en de uitvoer van het onderzochte product naar de Unie.

Ondernemingen die hebben ingestemd met opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, worden onverminderd de toepassing van artikel 18 van de basisverordening geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”).

5.1.1.2.   Procedure voor te onderzoeken producenten-exporteurs in Oekraïne

Alle producenten-exporteurs en verenigingen van producenten-exporteurs in Oekraïne wordt verzocht onmiddellijk, maar in elk geval uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, bij voorkeur per e-mail contact op te nemen met de Commissie en een vragenlijst op te vragen.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de haar bekende producenten-exporteurs in Oekraïne, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van dat land.

De producenten-exporteurs en, in voorkomend geval, de verenigingen van producenten-exporteurs moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie indienen.

In de vragenlijst dienen zij informatie te verstrekken over onder andere de structuur van hun onderneming(en), de activiteiten van hun onderneming(en) met betrekking tot het onderzochte product, de productiekosten, de verkoop van het onderzochte product op de binnenlandse markt van het betrokken land en de uitvoer van het onderzochte product naar de Unie.

5.1.2.   Onderzoek van niet-verbonden importeurs  (6)  (7)

Niet-verbonden importeurs van het onderzochte product uit de Volksrepubliek China en Oekraïne naar de Unie worden uitgenodigd aan het onderzoek deel te nemen.

Gezien het potentieel grote aantal bij deze procedure betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten contact opnemen binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, en de Commissie de in bijlage B bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met alle haar bekende verenigingen van importeurs.

Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, met uitzondering van de hierboven vermelde informatie, moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan alle haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

In de vragenlijst dienen zij informatie te verstrekken over onder andere de structuur van hun onderneming(en), de activiteiten van hun onderneming(en) met betrekking tot het onderzochte product en de verkoop van het onderzochte product.

5.1.3.   Aanvullende procedure met betrekking tot producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China — Selectie van een derde land met een markteconomie

De normale waarde van de invoer uit de Volksrepubliek China zal overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening worden vastgesteld op basis van de prijs of de berekende waarde in een derde land met een markteconomie.

In de vorige onderzoeken zijn Turkije, Oekraïne en de EU als geschikt derde land met een markteconomie gebruikt om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen. Voor dit onderzoek beoogt de Commissie voorlopig Oekraïne te gebruiken. Belanghebbenden wordt verzocht hun opmerkingen over de geschiktheid van dit land in te dienen. Deze opmerkingen moeten uiterlijk tien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit zijn van de Commissie.

5.2.    Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van schade en onderzoek van producenten in de Unie

Teneinde vast te stellen of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk is, wordt de producenten in de Unie van het onderzochte product verzocht met dit nieuwe onderzoek mee te werken.

Gezien het grote aantal bij deze procedure betrokken producenten in de Unie heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening samengesteld.

De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Belanghebbenden wordt verzocht het dossier te raadplegen (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.6.). Andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen.

Alle andere informatie die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend.

De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie mededelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen. In de vragenlijst dienen zij informatie te verstrekken over onder andere de structuur van hun onderneming(en), de financiële situatie van hun onderneming(en), de activiteiten van hun onderneming(en) met betrekking tot het onderzochte product, de productiekosten en de verkoop van het onderzochte product.

5.3.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt bevestigd dat voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijnlijk is, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of handhaving van de antidumpingmaatregelen in strijd zou zijn met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties worden verzocht contact op te nemen binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie binnen 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

5.4.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden worden hierbij uitgenodigd om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.5.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld een verzoek worden ingediend om te worden gehoord.

5.6.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (8).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk verstrekte gegevens. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt met de vereiste vorm en kwaliteit, kan deze vertrouwelijke informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden moeten alle opmerkingen en verzoeken elektronisch (niet-vertrouwelijke via e-mail, vertrouwelijke op cd-r/dvd) indienen onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Volmachten en ondertekende certificaten, die bij de antwoorden op de vragenlijst worden gevoegd, alsmede bijwerkingen daarvan moeten echter op papier, per post of in persoon, op onderstaand adres worden ingediend. Als een belanghebbende niet in staat is zijn opmerkingen en verzoeken elektronisch in te dienen, moet hij de Commissie daarvan overeenkomstig artikel 18, lid 2, van de basisverordening onmiddellijk op de hoogte brengen. Nadere informatie betreffende de correspondentie met de Commissie vinden belanghebbenden op de volgende pagina van de website van het directoraat-generaal Handel: http://ec.europa.eu/trade/tackling-unfair-trade/trade-defence

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N105 04/092

1049 Brussel

BELGIË

Fax +32 22985353

E-mail: TRADE-R549-IRONING-BOARDS-A@EC.EUROPA.EU

(voor producenten-exporteurs, verbonden importeurs, verenigingen en vertegenwoordigers van de Volksrepubliek China of Oekraïne, producenten in het derde land met een markteconomie), en

TRADE-R549-IRONING-BOARDS-B@EC.EUROPA.EU

(voor producenten in de Unie, niet-verbonden importeurs, gebruikers, consumenten, verenigingen in de Unie).

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur van het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende houden en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden organiseren waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping en schade, en het belang van de Unie.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/trade/tackling-unfair-trade/hearing-officer/index_en.htm

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening binnen 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

9.   Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening

Aangezien dit nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening, kunnen de bestaande maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.

Belanghebbenden die van oordeel zijn dat het niveau van de maatregelen opnieuw moet worden onderzocht zodat het kan worden gewijzigd (d.w.z. verhoogd of verlaagd), kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.

10.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (9).


(1)  PB C 187 van 28.6.2011, blz. 21.

(2)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(3)  PB L 109 van 26.4.2007, blz. 12.

(4)  PB L 338 van 22.12.2010, blz. 22.

(5)  Onder producent-exporteur wordt verstaan een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product vervaardigt en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks hetzij via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.

(6)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage 1 bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Overeenkomstig artikel 143 van Verordening (EG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek worden personen slechts geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn van elkaars zaken; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) enig persoon, hetzij rechtstreeks of zijdelings, 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden bezit, controleert of houdt; e) één van hen de ander, rechtstreeks of zijdelings, controleert; f) beiden, rechtstreeks of zijdelings, worden gecontroleerd door een derde persoon; g) zij samen, rechtstreeks of zijdelings, een derde persoon controleren; of h) zij behoren tot dezelfde familie. Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwagers en schoonzusters (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1). In deze context worden onder persoon zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.

(7)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van dumping.

(8)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-Overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(9)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE A

Image

Image


BIJLAGE B

Image

Image