ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.CE2012.038.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 38E

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

55e jaargang
11 februari 2012


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

III   Voorbereidende handelingen

 

RAAD

2012/C 038E/01

Standpunt (EU) nr. 3/2012 van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie betreft
Door de Raad vastgesteld op 23 januari 2012

1

NL

 


III Voorbereidende handelingen

RAAD

11.2.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 38/1


STANDPUNT (EU) NR. 3/2012 VAN DE RAAD IN EERSTE LEZING

met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie betreft

Door de Raad vastgesteld op 23 januari 2012

(3/2012/EU)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 42, eerste alinea, en artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EEG) nr. 3730/87 van de Raad van 10 december 1987 houdende algemene voorschriften voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden aan bepaalde organisaties met het oog op verstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Gemeenschap (4), die later is ingetrokken en geïntegreerd in Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (5), heeft gedurende meer dan twee decennia een betrouwbare regeling voor de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie (de regeling voor voedselverstrekking) geboden en heeft aan de sociale cohesie van de Unie bijgedragen door de vermindering van de economische en sociale ongelijkheid.

(2)

Overeenkomstig artikel 39, lid 1, van het Verdrag heeft het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) onder meer tot doel de markten te stabiliseren en redelijke prijzen bij de levering aan verbruikers te verzekeren. Door de jaren heen heeft de regeling voor voedselverstrekking die twee doelstellingen helpen te bereiken en is zij, door de vermindering van de voedselonzekerheid voor de meest hulpbehoevenden in de Unie, een essentieel instrument gebleken dat bijdraagt aan het garanderen van de brede beschikbaarheid van levensmiddelen in de Unie en er tegelijk voor zorgt dat interventievoorraden afnemen.

(3)

Het Europees Parlement heeft er in zijn resolutie van 7 juli 2011 bij de Commissie en de Raad op aangedrongen een tijdelijke oplossing uit te werken voor de resterende jaren van het huidige meerjarig financieel kader, om een abrupte inkrimping van de voedselhulp, veroorzaakt door de daling van de financiering van 500 miljoen EUR naar 113 miljoen EUR, te vermijden en om te waarborgen dat mensen die van voedselhulp afhankelijk zijn, niet aan voedselarmoede ten prooi vallen.

(4)

De huidige regeling voor voedselverstrekking is afhankelijk van de levering van producten uit interventievoorraden van de Unie, waarbij ter aanvulling op tijdelijke basis ook aankopen op de markt plaatsvinden. De achtereenvolgende hervormingen van het GLB en de gunstige ontwikkelingen van de producentenprijzen hebben er echter toe geleid dat interventievoorraden geleidelijk zijn afgenomen en dat ook het beschikbare assortiment producten kleiner is geworden. Volgens de huidige versie van Verordening (EG) nr. 1234/2007 zijn marktaankopen alleen toegestaan als tijdelijk geen producten beschikbaar zijn. In het licht van de beslissing van het Gerecht in zaak T-576/08 (6), mag de aankoop van levensmiddelen op de markt van de Unie de gereduceerde interventievoorraden op regelmatige basis niet vervangen. Derhalve lijkt het passend de regeling voor voedselverstrekking op te heffen. Teneinde de liefdadigheidsorganisaties in de lidstaten die een beroep doen op de huidige regeling voor voedselverstrekking voldoende tijd te geven om zich aan te passen aan de nieuwe situatie, dient er in een afbouwperiode te worden voorzien waarin marktaankopen een vaste voorzieningsbron worden voor de regeling voor voedselverstrekking ter aanvulling van de interventievoorraden indien er geen geschikte interventievoorraden voorhanden zijn. Deze afbouwperiode dient bij de voltooiing van het jaarplan voor 2013 af te lopen.

(5)

De regeling voor voedselverstrekking van de Unie dient alle nationale regelingen voor voedselverstrekking onverlet te laten.

(6)

Met het oog op een gezond begrotingsbeheer moet een maximumbedrag voor de uniale hulp worden vastgelegd. De regeling voor voedselverstrekking moet worden toegevoegd aan de lijst van de voor financiering uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in aanmerking komende uitgaven in artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (7).

(7)

De ervaring leert dat er bepaalde verbeteringen van het beheer van de regeling voor voedselverstrekking nodig zijn. De Commissie moet daarom op basis van de door de lidstaten aan de Commissie meegedeelde aanvragen en van andere relevant geachte informatie, jaarplannen voor de uitvoering van de regeling voor voedselverstrekking in 2012 en 2013 opstellen. De lidstaten moeten hun aanvragen voor levensmiddelen baseren op nationale programma's voor voedselverstrekking waarin hun doelstellingen en prioriteiten op het gebied van voedselverstrekking aan de meest hulpbehoevenden zijn vastgesteld met inachtneming van voedingskundige overwegingen. In dit verband is het wenselijk de lidstaten de mogelijkheid te bieden de voorkeur te geven aan producten uit de Unie. Om een passende vergoeding van de aan de uitvoering van de jaarplannen verbonden kosten te verzekeren, dient tot slot te worden bepaald dat het de lidstaten vrij staat te beslissen bepaalde door de aangewezen organisaties gemaakte kosten met betrekking tot administratie, vervoer en opslag terug te betalen binnen de grenzen van de in het kader van de jaarplannen ter beschikking gestelde middelen.

(8)

Om ervoor te zorgen dat de jaarplannen overeenkomstig de toepasselijke regels worden uitgevoerd, moeten de lidstaten adequate administratieve en fysieke controles verrichten en sancties voor onregelmatigheden vaststellen.

(9)

Teneinde ervoor te zorgen dat de huidige regeling voor voedselverstrekking operationeel blijft en de geleidelijke afbouw ervan op een efficiënte wijze verloopt, dient deze verordening van toepassing te zijn met ingang van 1 januari 2012, en tot de voltooiing van het jaarplan voor 2013.

(10)

De Verordeningen (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 1234/2007 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 wordt het volgende punt toegevoegd:

„g)

de regeling voor de voedselverstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie als vastgesteld in artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.”.

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 27 wordt vervangen door:

„Artikel 27

Regeling voor de voedselverstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie

1.   Er wordt voor 2012 en 2013 een regeling ingesteld waarbij aan de meest hulpbehoevenden in de Unie levensmiddelen kunnen worden verstrekt door daartoe door de lidstaten aangewezen organisaties die geen handelsondernemingen zijn. Voor deze regeling voor voedselverstrekking worden producten uit interventievoorraden ter beschikking gesteld, of als er geen voor de regeling voor voedselverstrekking geschikte interventievoorraden zijn, worden er levensmiddelen op de markt aangekocht.

Voor de toepassing van de in de eerste alinea bedoelde regeling voor voedselverstrekking wordt onder „meest hulpbehoevenden” verstaan: fysieke personen, met inbegrip van gezinnen of uit dergelijke personen samengestelde groepen, van wie de sociale en financiële afhankelijkheid op basis van door de bevoegde nationale autoriteiten vastgestelde criteria is geregistreerd of erkend, of die als dusdanig wordt beoordeeld op basis van door de aangewezen organisaties gehanteerde en door die bevoegde nationale autoriteiten goedgekeurde criteria.

2.   Lidstaten die wensen deel te nemen aan de in lid 1 bedoelde regeling voor voedselverstrekking, dienen bij de Commissie programma's voor voedselverstrekking in die de volgende elementen bevatten:

a)

bijzonderheden over de belangrijkste kenmerken en doelstellingen van dergelijke programma's;

b)

de aangewezen organisaties;

c)

de aangevraagde hoeveelheden levensmiddelen die elk jaar moeten worden verstrekt en andere relevante informatie.

De lidstaten kiezen de levensmiddelen op basis van objectieve criteria, met name de voedingswaarde en de geschiktheid om te worden verdeeld. Hiertoe kunnen lidstaten de voorkeur geven aan levensmiddelen van oorsprong uit de Unie.

3.   De Commissie stelt jaarplannen vast op basis van de in lid 2, eerste alinea, onder c), bedoelde aanvragen en andere relevante informatie die door de lidstaten zijn ingediend en deel uitmaken van hun programma's voor voedselverstrekking.

In elk jaarplan worden de jaarlijkse financiële toewijzingen van de Unie per lidstaat opgenomen.

Voor het geval de in het jaarplan opgenomen levensmiddelen niet beschikbaar zijn in de interventievoorraden in de lidstaat waar er behoefte aan is, zorgt de Commissie ervoor dat het jaarplan voorziet in de overdracht van die levensmiddelen naar die lidstaat vanuit lidstaten waar zij wel in de interventievoorraden beschikbaar zijn.

De Commissie kan een jaarplan herzien in het licht van relevante ontwikkelingen die van invloed zijn op de uitvoering ervan.

4.   De levensmiddelen worden gratis aan de aangewezen organisaties verstrekt.

De uitreiking van de levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden gebeurt:

a)

gratis, of

b)

tegen een prijs die in geen geval hoger ligt dan die welke wordt gerechtvaardigd door de kosten die door de aangewezen organisaties bij de uitreiking ervan zijn gemaakt en die geen overeenkomstig lid 7, tweede alinea, onder a) en b), subsidiabele kosten zijn.

5.   De lidstaten die deelnemen aan de in lid 1 bedoelde regeling voor voedselverstrekking:

a)

dienen bij de Commissie een jaarverslag over de uitvoering van de programma's voor voedselverstrekking in;

b)

brengen de Commissie tijdig op de hoogte van ontwikkelingen die van invloed zijn op de uitvoering van de programma's voor voedselverstrekking.

6.   De Unie financiert de kosten die in het kader van de regeling subsidiabel zijn. Deze financiering bedraagt ten hoogste 500 miljoen EUR per begrotingsjaar.

7.   Subsidiabele kosten in het kader van de regeling zijn:

a)

de kosten van de uit interventievoorraden uitgeslagen levensmiddelen;

b)

de kosten van de op de markt aangekochte levensmiddelen, en

c)

de kosten van het vervoer van levensmiddelen uit interventievoorraden tussen lidstaten.

Binnen de grenzen van de financiële middelen die beschikbaar zijn om de jaarplannen in elke lidstaat uit te voeren, kunnen de bevoegde nationale autoriteiten de volgende kosten als subsidiabel aanmerken:

a)

de kosten van het vervoer van de levensmiddelen naar de opslagplaatsen van de aangewezen organisaties;

b)

de volgende door de aangewezen organisaties gemaakte kosten, voor zover die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de jaarplannen:

i)

de administratieve kosten;

ii)

de kosten van het vervoer tussen de opslagplaatsen van de aangewezen organisaties en de plaatsen van verstrekking aan de eindgebruiker, en

iii)

de opslagkosten.

8.   De lidstaten verrichten administratieve en fysieke controles om te verzekeren dat de jaarplannen overeenkomstig de geldende voorschriften worden uitgevoerd, en stellen sancties voor onregelmatigheden vast.

9.   De aanduiding „Steun van de Europese Unie”, vergezeld van het embleem van de Europese Unie, wordt duidelijk aangebracht op de verpakking van het via de jaarplannen verstrekte levensmiddelen en in de distributiepunten.

10.   De in lid 1 bedoelde regeling voor voedselverstrekking laat eventuele met het uniale recht in overeenstemming zijnde nationale regelingen op grond waarvan levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden worden verstrek, onverlet.”.

2)

Aan artikel 204 wordt het volgende lid toegevoegd:

„6.   Artikel 27 is van toepassing met ingang van 1 januari 2012 tot en met de voltooiing van het jaarplan voor 2013.”.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 januari 2012 tot en met de voltooiing van het jaarplan voor 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te …, ….

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 84 van 17.3.2011, blz. 49.

(2)  PB C 104 van 2.4.2011, blz. 44.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 26 maart 2009 (PB C 117 E van 6.5.2010, blz. 258) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 23 januari 2012.

(4)  PB L 352 van 15.12.1987, blz. 1.

(5)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(6)  Arrest van 13 april 2011 in zaak T-576/08, Duitsland/Commissie (nog niet bekendgemaakt).

(7)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.


MOTIVERING VAN DE RAAD

I.   INLEIDING

Op 25 september 2008 heeft de Commissie een voorstel (1) betreffende het in hoofde genoemde vraagstuk bij de Raad ingediend

Het Europees Parlement heeft op 26 maart 2009 advies in eerste lezing uitgebracht.

Op 17 september 2010 heeft de Commissie haar gewijzigde voorstel (2) ingediend. En op 3 oktober 2011 heeft de Commissie een nieuw gewijzigd voorstel (3) ingediend, ter vervanging van het vorige.

Het Economisch en Sociaal Comité heeft op 7 december 2011 advies uitgebracht.

De Raad heeft op 15 december 2011 een politiek akkoord over het voorstel bereikt.

II.   DOELSTELLINGEN

De regeling werd in 1987 in het leven geroepen om lidstaten in staat te stellen voedseloverschotten aan te wenden voor voedselhulp. Sedertdien is de situatie dusdanig veranderd (er zijn nauwelijks nog interventievoorraden), dat de Commissie in 2008 een voorstel heeft goedgekeurd waarmee voedselaankopen op de open markt permanent worden toegestaan. De hoofdelementen van dit voorstel waren de invoering van nationale cofinanciering en van driejarenplannen voor voedselverstrekking, en de subsidiabiliteit voor die producten waarvoor geen interventie gold.

Het meest recente gewijzigde voorstel van oktober 2011 voorziet in de aanpassing van EU-landbouwwetgeving aan de in het Verdrag van Lissabon vervatte bepalingen inzake gedelegeerde en uitvoeringshandelingen. Bovendien voorziet het in een EU-financiering van 100 %, met een plafond van 500 miljoen EUR per jaar, alsmede in een vergoeding van de opslagkosten aan liefdadigheidsinstellingen en het behoud van het huidige systeem van jaarplannen. Voorts worden marktaankopen een regelmatige voorzieningsbron voor het programma, teneinde de interventievoorraden aan te vullen.

III.   ANALYSE VAN HET STANDPUNT VAN DE RAAD IN EERSTE LEZING

In zijn standpunt onderschrijft de Raad het merendeel van de wijzigingen die de Commissie in het gewijzigde voorstel heeft aangebracht, en houdt hij derhalve rekening met alle substantiële amendementen in eerste lezing van het Europees Parlement.

De Raad aanvaardt met name het standpunt van het Europees Parlement inzake een volledige financiering door de Unie van het programma, de mogelijkheid om de voorkeur te geven aan levensmiddelen uit de Unie, en de subsidiabiliteit van kosten voor vervoer, opslag en administratie die rechtstreeks met de uitvoering van de regeling verband houden.

In het standpunt van de Raad zijn ook enkele wijzigingen aan het gewijzigde voorstel opgenomen die niet in het advies in eerste lezing van het Europees Parlement aan bod komen (dat verwees immers naar het eerste voorstel uit 2008):

de door de Commissie voorgestelde aanvullende rechtsgrond inzake sociale cohesie (artikel 175, lid 3, van het VWEU) wordt verwijderd;

het programma wordt geleidelijk afgeschaft binnen het GLB, met 31 december 2013 als einddatum;

de bepalingen inzake aanpassing worden uitzonderlijk verwijderd, en

er wordt voorzien in terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2012.


(1)  Doc. 13195/08.

(2)  Doc. 13435/10.

(3)  Doc. 15054/11.