|
ISSN 1977-0995 doi:10.3000/19770995.C_2012.038.nld |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
55e jaargang |
|
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2012/C 038/01 |
Besluiten in het kader van het toezicht op de tenuitvoerlegging van besluiten betreffende herstructurerings- en liquidatiesteun voor financiële instellingen ( 1 ) |
|
|
2012/C 038/02 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6217 — Baloise Holding/Nateus/Nateus Life) ( 1 ) |
|
|
2012/C 038/03 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6422 — Tokyo Gas/Siemens/Tessenderlo Chemie/International Power/GDF Suez/T-Power JV) ( 1 ) |
|
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2012/C 038/04 |
||
|
2012/C 038/05 |
||
|
2012/C 038/06 |
||
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
|
2012/C 038/07 |
||
|
|
||
|
2012/C 038/16 |
||
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/1 |
Besluiten in het kader van het toezicht op de tenuitvoerlegging van besluiten betreffende herstructurerings- en liquidatiesteun voor financiële instellingen
(Voor de EER relevante tekst)
2012/C 38/01
|
Datum waarop het besluit is genomen |
27.7.2011 |
|
Nummer van de steunmaatregel |
SA.29833 (MC 11/09) |
|
Lidstaat |
België |
|
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Monitoring of KBC — replacement own contribution measures, wind-down of Romstal and extension deadline divestment KBL |
|
Aard van het besluit |
Nieuw besluit met betrekking tot het volgende besluit van de Commissie: MC 11/09 |
|
Inhoud |
Aanpassing van structurele vereisten: ruil van een af te stoten bedrijfsactiviteit, Aanpassing van het tijdschema of de voorwaarden voor de terugbetaling van de staatssteun, Andere aanpassing |
|
Andere informatie |
— |
De tekst van het besluit in de authentieke taal of talen, waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op de site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/2 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.6217 — Baloise Holding/Nateus/Nateus Life)
(Voor de EER relevante tekst)
2012/C 38/02
Op 3 augustus 2011 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32011M6217. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving. |
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/2 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.6422 — Tokyo Gas/Siemens/Tessenderlo Chemie/International Power/GDF Suez/T-Power JV)
(Voor de EER relevante tekst)
2012/C 38/03
Op 3 februari 2012 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32012M6422. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/3 |
Wisselkoersen van de euro (1)
10 februari 2012
2012/C 38/04
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,3189 |
|
JPY |
Japanse yen |
102,43 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4322 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,83630 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
8,8065 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,2098 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
|
|
NOK |
Noorse kroon |
7,6180 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
25,245 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
293,58 |
|
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
|
LVL |
Letlandse lat |
0,6990 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,2188 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,3540 |
|
TRY |
Turkse lira |
2,3305 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,2381 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,3225 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
10,2302 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,5948 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,6635 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 483,83 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
10,1900 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
8,3013 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,5890 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
11 848,61 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,0042 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
56,086 |
|
RUB |
Russische roebel |
39,6746 |
|
THB |
Thaise baht |
40,741 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
2,2767 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
16,8943 |
|
INR |
Indiase roepie |
65,2720 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/4 |
Mededeling van de Commissie inzake de niet-aangevraagde hoeveelheid die moet worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april 2012 tot en met 30 juni 2012 vastgestelde hoeveelheid voor bepaalde contingenten die de Unie heeft geopend voor producten van de sector varkensvlees
2012/C 38/05
Bij Verordening (EG) nr. 442/2009 van de Commissie (1) zijn tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sector varkensvlees. De in de eerste zeven dagen van december 2011 voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2012 ingediende invoercertificaataanvragen hebben, voor de contingenten 09.4038, 09.4170 en 09.4204, betrekking op een hoeveelheid die kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid. Overeenkomstig artikel 7, lid 4, tweede zin, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (2) worden de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode, van 1 april tot en met 30 juni 2012, vastgestelde hoeveelheid. De betrokken hoeveelheden zijn opgenomen in de bijlage bij deze mededeling.
(1) PB L 129 van 28.5.2009, blz. 13.
(2) PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.
BIJLAGE
|
Contingentnummer |
Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april 2012 t/m 30 juni 2012 vastgestelde hoeveelheid (in kg) |
|
09.4038 |
25 136 150 |
|
09.4170 |
3 541 500 |
|
09.4204 |
3 468 000 |
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/5 |
Mededeling van de Commissie inzake de niet-aangevraagde hoeveelheid die moet worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april 2012 tot en met 30 juni 2012 vastgestelde hoeveelheid voor bepaalde contigenten die de Unie heeft geopend voor producten van de sectoren pluimveevlees, eieren en ovoalbumine
2012/C 38/06
Bij de Verordeningen (EG) nrs. 533/2007 (1), 536/2007 (2), 539/2007 (3), 1384/2007 (4) en 1385/2007 (5) van de Commissie zijn tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sectoren pluimveevlees, eieren en ovoalbumine. De in de eerste zeven dagen van december 2011 voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2012 ingediende invoercertificaataanvragen hebben, voor de contingenten 09.4068, 09.4070, 09.4169, 09.4015, 09.4402, 09.4091, 09.4411 en 09.4421 betrekking op een hoeveelheid die kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid. Overeenkomstig artikel 7, lid 4, tweede zin, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (6) worden de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode, van 1 april tot en met 30 juni 2012, vastgestelde hoeveelheid. De betrokken hoeveelheden zijn opgenomen in de bijlage bij deze mededeling.
(1) PB L 125 van 15.5.2007, blz. 9.
(2) PB L 128 van 16.5.2007, blz. 6.
(3) PB L 128 van 16.5.2007, blz. 19.
(4) PB L 309 van 27.11.2007, blz. 40.
(5) PB L 309 van 27.11.2007, blz. 47.
(6) PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.
BIJLAGE
|
Contingentnummer |
Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april 2012 t/m 30 juni 2012 vastgestelde hoeveelheid (in kg) |
|
09.4068 |
6 002 900 |
|
09.4070 |
876 750 |
|
09.4169 |
12 477 750 |
|
09.4015 |
108 000 000 |
|
09.4402 |
8 706 011 |
|
09.4091 |
140 000 |
|
09.4411 |
1 275 000 |
|
09.4421 |
161 000 |
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/6 |
Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap
Aanbesteding met betrekking tot de exploitatie van geregelde luchtdiensten overeenkomstig de openbaredienstverplichtingen als gepubliceerd in het PB C 10 van 12 januari 2012
2012/C 38/07
|
Lidstaat |
Italië |
|||||||||
|
Betrokken luchtroute |
Olbia–Rome Fiumicino en vice versa |
|||||||||
|
Geldigheidsduur van het contract |
Vier jaar met ingang van 25 maart 2012 |
|||||||||
|
Uiterste datum voor het indienen van offertes |
Twee maanden na de datum van publicatie van deze mededeling |
|||||||||
|
Adres waarop de tekst van de aanbesteding en alle relevante informatie en/of documentatie over de openbare aanbesteding en de openbaredienstverplichtingen gratis kunnen worden verkregen |
|
|
Lidstaat |
Italië |
|||||||||
|
Betrokken luchtroute |
Cagliari–Milaan Linate en vice versa |
|||||||||
|
Geldigheidsduur van het contract |
Vier jaar met ingang van 25 maart 2012 |
|||||||||
|
Uiterste datum voor het indienen van offertes |
Twee maanden na de datum van publicatie van deze mededeling |
|||||||||
|
Adres waarop de tekst van de aanbesteding en alle relevante informatie en/of documentatie over de openbare aanbesteding en de openbaredienstverplichtingen gratis kunnen worden verkregen |
|
|
Lidstaat |
Italië |
|||||||||
|
Betrokken luchtroute |
Cagliari–Rome Fiumicino en vice versa |
|||||||||
|
Geldigheidsduur van het contract |
Vier jaar met ingang van 25 maart 2012 |
|||||||||
|
Uiterste datum voor het indienen van offertes |
Twee maanden na de datum van publicatie van deze mededeling van deze mededeling |
|||||||||
|
Adres waarop de tekst van de aanbesteding en alle relevante informatie en/of documentatie over de openbare aanbesteding en de openbaredienstverplichtingen gratis kunnen worden verkregen |
|
|
Lidstaat |
Italië |
|||||||||
|
Betrokken luchtroute |
Alghero–Milaan Linate en vice versa |
|||||||||
|
Geldigheidsduur van het contract |
Vier jaar met ingang van 25 maart 2012 |
|||||||||
|
Uiterste datum voor het indienen van offertes |
Twee maanden na de datum van publicatie van deze mededeling |
|||||||||
|
Adres waarop de tekst van de aanbesteding en alle relevante informatie en/of documentatie over de openbare aanbesteding en de openbaredienstverplichtingen gratis kunnen worden verkregen |
|
|
Lidstaat |
Italië |
|||||||||
|
Betrokken luchtroute |
Alghero–Rome Fiumicino en vice versa |
|||||||||
|
Geldigheidsduur van het contract |
Vier jaar met ingang van 25 maart 2012 |
|||||||||
|
Uiterste datum voor het indienen van offertes |
Twee maanden na de datum van publicatie van deze mededeling |
|||||||||
|
Adres waarop de tekst van de aanbesteding en alle relevante informatie en/of documentatie over de openbare aanbesteding en de openbaredienstverplichtingen gratis kunnen worden verkregen |
|
|
Lidstaat |
Italië |
|||||||||
|
Betrokken luchtroute |
Olbia–Milaan Linate en vice versa |
|||||||||
|
Geldigheidsduur van het contract |
Vier jaar met ingang van 25 maart 2012 |
|||||||||
|
Uiterste datum voor het indienen van offertes |
Twee maanden na de datum van publicatie van deze mededeling |
|||||||||
|
Adres waarop de tekst van de aanbesteding en alle relevante informatie en/of documentatie over de openbare aanbesteding en de openbaredienstverplichtingen gratis kunnen worden verkregen |
|
V Adviezen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europese Commissie
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/9 |
Oproep tot het indienen van sollicitaties met het oog op de selectie van leden van de deskundigengroep van belanghebbenden van de Commissie op het gebied van overheidsopdrachten
2012/C 38/08
Bij besluit van 3 september 2011 (1) (hierna „het besluit” genoemd) heeft de Commissie een deskundigengroep van belanghebbenden op het gebied van overheidsopdrachten opgericht. Deze deskundigengroep vervangt het eerdere, bij Commissiebesluit van 26 mei 1987 (2) ingestelde Raadgevend Comité voor de openstelling van de markt voor overheidsopdrachten. De groep heeft tot taak de Commissie juridische, economische, technische en/of praktische inzichten en deskundigheid van hoge kwaliteit te verschaffen teneinde haar bij te staan bij de uitstippeling van het beleid van de Europese Unie inzake overheidsopdrachten.
In overeenstemming met artikel 4 van het besluit doet de Commissie derhalve een oproep tot het indienen van sollicitaties met het oog op de selectie van de leden van de groep.
Overeenkomstig datzelfde artikel zal de deskundigengroep uit 20 leden bestaan. Zes van die leden zullen op persoonlijke titel worden benoemd en zullen onafhankelijk en in het algemene belang handelen. De overige leden kunnen natuurlijke personen zijn die worden benoemd om voor aanbestedingen relevante gemeenschappelijke belangen of organisaties in de ruime zin te vertegenwoordigen.
De Commissie zoekt deskundigen die ervaring uit de eerste hand met de gunning van overheidsopdrachten hebben, hetzij vanwege hun positie in de leveringsketen of aan de gunningszijde, hetzij vanwege hun regelmatige contacten of ervaring op aanbestedingsgebied. Het kan gaan om deskundigen uit het bedrijfsleven (met inbegrip van het midden- en kleinbedrijf — mkb), verenigingen van aanbestedende diensten, academici, juristen, economen, statistici en anderen.
Bij de beoordeling van de sollicitaties zal de Commissie in alle gevallen rekening houden met de volgende criteria:
|
— |
aangetoonde deskundigheid en ervaring, inclusief op Europees en/of internationaal niveau, op voor overheidsopdrachten relevante gebieden, en met name:
en meer in het algemeen:
|
|
— |
de noodzaak om binnen de groep voor een evenwicht te zorgen qua representativiteit van op aanbestedingsgebied relevante belangen en deskundigheid, alsook qua geslacht en geografische herkomst (3). |
De leden van de deskundigengroep moeten onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie, dan wel van een toetredend land of een land van de Europese Economische Ruimte zijn. De ondertekende sollicitaties moeten uiterlijk op 5 maart worden verzonden. De verzendingsdatum zal als volgt worden vastgesteld:
|
a) |
wanneer een sollicitatie per e-mail wordt verzonden, geldt de datum van het e-mailbericht als de verzendingsdatum. Per e-mail ingediende sollicitaties moeten worden gezonden naar Markt-c2@ec.europa.eu, met als onderwerp „Sollicitatie voor de deskundigengroep van belanghebbenden op het gebied van overheidsopdrachten”; |
|
b) |
wanneer een sollicitatie per post wordt ingediend, geldt de datum van het postmerk als de verzendingsdatum. Het postadres voor de indiening van sollicitaties is Europese Commissie, DG Interne markt en diensten, Rue de Spa/Spastraat 2, kamer 05/053, 1049 Brussel, Belgium. Betreft: „Sollicitatie voor de deskundigengroep van belanghebbenden op het gebied van overheidsopdrachten”; |
|
c) |
wanneer een sollicitatie persoonlijk wordt afgegeven op Rue de Spa/Spastraat 2, 1000 Brussel, Belgium, geldt de datum op het ontvangstbewijs bij de afgifte als de verzendingsdatum. |
De vergaderingen van de groep zullen in het Engels en/of het Frans worden gehouden. Om praktische redenen moeten de sollicitanten derhalve in staat zijn zich vloeiend in een van deze talen uit te drukken en dienen zij ten minste over een uitstekende passieve kennis van beide talen te beschikken. Sollicitaties moeten ofwel in het Engels, ofwel in het Frans worden ingediend, onder duidelijke vermelding van de nationaliteit van de sollicitant en met bijvoeging van de nodige documentatie.
Alle sollicitanten moeten een curriculum vitae verstrekken waarin hun opleiding, beroepservaring en (actieve en passieve) talenkennis is aangegeven. Verder moet het volgende worden vermeld:
|
— |
de instantie/organisatie waarvoor de sollicitant werkzaam is geweest en de duur van zijn dienstverband; |
|
— |
de specifieke projecten en/of taken waarbij hij betrokken is geweest en die van bijzondere relevantie zijn op aanbestedingsgebied; |
|
— |
eventuele werken die hij op aanbestedingsgebied heeft gepubliceerd; |
|
— |
eventuele ervaring die hij op internationaal en EU-niveau heeft opgedaan; |
|
— |
al zijn belangen die aan zijn onafhankelijkheid afbreuk kunnen doen. |
De Commissie behoudt zich het recht voor in een latere fase bewijsstukken te verlangen en alle leden te vervangen die onjuiste of valse verklaringen hebben afgelegd.
Overeenkomstig artikel 4 van het besluit moeten alle leden van de groep „een actieve en kwaliteitsvolle bijdrage aan de vergaderingen en aan de voorbereiding en eventuele follow-up ervan leveren”. De groep zal naar verwachting ten minste tweemaal per jaar vergaderen.
De Commissie zal de leden van de groep selecteren voor een ambtstermijn van drie jaar, die een keer kan worden verlengd. De leden moeten zich houden aan de geheimhoudingsvoorwaarden als vermeld in artikel 5 van het besluit (4). Op persoonlijke titel benoemde leden verbinden zich ertoe onafhankelijk en in het algemene belang te handelen.
De reis- en verblijfkosten van de leden van de groep zullen door de Commissie worden vergoed overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van de Commissie, voor zover de beschikbare begrotingskredieten hiervoor volstaan. De leden ontvangen geen bezoldiging.
De ledenlijst van de deskundigengroep zal in het register van deskundigengroepen worden bekendgemaakt (5).
De persoonsgegevens worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 45/2001 (6).
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de heer De Wulf, mevrouw Szalai of mevrouw Carrillo Loeda, telefoon: +32 22958871, e-mailadres: Markt-c2@ec.europa.eu
Informatie over de resultaten van de oproep tot het indienen van sollicitaties zal worden bekendgemaakt op de website van DG Interne markt en diensten en in het Publicatieblad van de Europese Unie.
(1) Besluit van de Commissie van 3 september 2011 tot oprichting van een deskundigengroep van belanghebbenden van de Commissie op het gebied van overheidsopdrachten en tot vervanging van Besluit 87/305/EEG betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de openstelling van de markt voor overheidsopdrachten. (PB C 291 van 4.10.2011, blz. 2).
(2) Besluit 87/305/EEG van de Commissie van 26 mei 1987 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de openstelling van de markt voor overheidsopdrachten, (PB L 152 van 12.6.1987, blz. 32).
(3) Besluit 2000/407/EG van de Commissie van 19 juni 2000 betreffende een evenwichtige deelneming van mannen en vrouwen in haar Comités en groepen deskundigen (PB L 154 van 27.6.2000, blz. 34).
(4) Ibid. voetnoot 1.
(5) Leden die niet willen dat hun naam wordt bekendgemaakt, kunnen om een afwijking van deze regel verzoeken. Een verzoek om de naam van een lid van een deskundigengroep niet bekend te maken, zal als gerechtvaardigd worden beschouwd wanneer de publicatie ervan zijn of haar veiligheid of integriteit in gevaar zou kunnen brengen of zijn of haar privacy onnodig zou kunnen schaden.
(6) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/12 |
STEUNMAATREGELEN VAN DE STATEN — BELGIË
Steunmaatregel SA.33751 (11/C) (ex 11/N) — Overname Dexia Bank België door de Belgische Staat
Uitnodiging overeenkomstig artikel 108, lid 2, VWEU opmerkingen te maken
(Voor de EER relevante tekst)
2012/C 38/09
De Commissie heeft België bij schrijven van 17 oktober 2011, dat na deze samenvatting in de authentieke taal is weergegeven, in kennis gesteld van haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 108, lid 2, VWEU ten aanzien van de bovengenoemde steunmaatregelen en van haar besluit om de aangemelde noodmaatregel voor zes maanden goed te keuren.
Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregel ten aanzien waarvan de Commissie de procedure inleidt, maken door deze binnen één maand vanaf de datum van deze bekendmaking en de onderstaande brief te zenden aan:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie Staatssteun |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
|
Fax +32 22961242 |
Deze opmerkingen zullen ter kennis van België worden gebracht. Een belanghebbende die opmerkingen maakt, kan, met opgave van redenen, schriftelijk verzoeken om vertrouwelijke behandeling van zijn identiteit.
SAMENVATTING
I. DE PROCEDURE
|
1. |
In haar besluit van 19 november 2008 had de Commissie besloten geen bezwaar te maken tegen de noodmaatregelen met betrekking tot de operatie liquiditeitssteun of tegen de garantie voor obligaties van Dexia. De Commissie was van oordeel dat het bij deze maatregelen om reddingssteun ging en verklaarde deze daarom verenigbaar met de gemeenschappelijke markt uit hoofde van artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag. Zij keurde deze maatregelen dan ook goed voor een periode van zes maanden te rekenen vanaf 3 oktober 2008, met evenwel de precisering dat na afloop van deze periode de Commissie de steun opnieuw diende te beoordelen als structurele maatregel. |
|
2. |
Bij de Commissie werd een herstructureringsplan voor de bank op 16 februari 2009 aangemeld door Frankrijk, op 17 februari 2009 door Luxemburg en op 18 februari 2009 door België. Bij besluit van 13 maart 2009 besloot de Commissie de formele onderzoekprocedure van artikel 108, lid 2, VWEU in te leiden ten aanzien van het gehele pakket steunmaatregelen ten behoeve van Dexia NV. |
|
3. |
Bij besluit van 30 oktober 2009 heeft de Commissie de verlenging van de garantie toegestaan. |
|
4. |
Op 9 februari 2010 hebben de betrokken lidstaten (België, Frankrijk, Luxemburg) de Commissie gegevens gezonden over de maatregelen die werden overwogen ter aanvulling van het herstructureringsplan. Bij besluit van 26 februari 2010 heeft de Commissie toestemming verleend voor het herstructureringsplan voor Dexia NV en voor de omzetting van de verleende noodsteun in herstructureringssteun, mits alle toezeggingen en voorwaarden van dat besluit in acht werden genomen. |
|
5. |
Op 12 oktober 2011 hebben de Belgische autoriteiten bij de Commissie aanmelding gedaan van een aanvullende maatregel, bestaande in de overname van Dexia NV van alle aandelen-Dexia Bank België. |
II. DE FEITEN
|
6. |
Dexia NV is de op één na grootste bank in België, met belangrijke dochterondernemingen in Frankrijk en in Luxemburg. Dexia is een Europese bankgroep. De moedermaatschappij Dexia NV is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht, die aan de beurzen Euronext Paris en Euronext Brussel is genoteerd. Dexia NV is in 1996 ontstaan uit de fusie van Crédit Local de France en het Gemeentekrediet van België. De Dexia-groep is georganiseerd rond één moederholding (Dexia NV) en drie operationele dochterondernemingen, één in Frankrijk (Dexia Crédit Local — hierna „DCL” genoemd), één in België (Dexia Bank België) en één in Luxemburg (Dexia Banque Internationale à Luxembourg — hierna „Dexia BIL” genoemd). Dexia Bank België is hoofdzakelijk actief op de Belgische markt voor de financiering van huishoudens, ondernemingen en lokale overheden en voor het aantrekken van deposito's. Het geconsolideerde balanstotaal van de groep bedroeg 518 miljard EUR per 30 juni 2011. |
|
7. |
Dexia NV is voornamelijk actief op het gebied van financiële diensten voor particulieren (Retail and Commercial Banking), vooral in België, Luxemburg en Turkije, en op het gebied van financiële diensten voor de overheid en semi-overheid (Public and Wholesale Banking), met een uitgebreid aanbod kredietverlening en financiële dienstverlening aan lokale overheden. In het bedrijfsonderdeel Management and Services zijn het assetmanagement, de dienstverlening aan beleggers en de verzekeringsactiviteiten van de groep, met name ten behoeve cliënten van de twee andere businesslines, ondergebracht. |
|
8. |
Het kapitaal van Dexia NV is voornamelijk in handen van de Caisse des dépôts et consignations (CDC), de Gemeentelijke Holding, de Groep Arco, en de Belgische en de Franse overheid. |
|
9. |
In de nasleep van de financiële crisis heeft Dexia NV sinds 2008 diverse steunmaatregelen ontvangen van Frankrijk, België en Luxemburg. Op 26 februari 2010 heeft de Commissie een besluit vastgesteld met betrekking tot het herstructureringsplan van Dexia NV, waarin zij de steun die de drie betrokken lidstaten aan Dexia NV verleenden, goedkeurde mits alle voorwaarden en toezeggingen van dat besluit in acht werden genomen. De steunmaatregelen die de Commissie bij besluit van 26 februari 2010 heeft goedgekeurd, zijn:
|
|
10. |
Ook al heeft Dexia NV door de tenuitvoerlegging van de goedgekeurde herstructurering de stabiliteit van haar funding kunnen vergroten, de omvang van haar balans kunnen inkrimpen en haar portefeuille niet-strategische activa kunnen afbouwen, toch heeft de tenuitvoerlegging van het plan vertraging opgelopen en is de onbalans in de liquiditeit van Dexia NV sinds de zomer van 2011 blijven toenemen. Een en ander heeft de betrokken lidstaten ertoe gebracht aanvullende maatregelen te overwegen waarbij potentieel sprake kon zijn van aanvullende steun voor Dexia NV en/of haar dochterondernemingen. |
|
11. |
De aangemelde maatregel bestaat erin dat de Belgische Staat alle aandelen van Dexia Bank België (een 100 %-dochter van Dexia NV) en haar dochterondernemingen verwerft, met uitzondering van Dexia Asset Management, tegen een vast bedrag van 4 miljard EUR, gekoppeld aan een mechanisme van winstdeling voor Dexia NV bij een eventuele doorverkoop met winst binnen een termijn van vijf jaar na de closing van de overname van Dexia Bank België door de Belgische Staat. |
|
12. |
De […] (1) intragroepsfunding van Dexia Bank België aan Dexia NV en haar dochter (momenteel [20-70] miljard EUR, waarvan [10-40] miljard EUR unsecured funding) zal op termijn worden verminderd, al is daarvoor geen tijdschema meegedeeld. |
|
13. |
Het aanbod van de Belgische Staat aan Dexia NV dat op 10 oktober 2010 is bekendgemaakt, bepaalt ook dat de groep Dexia NV volledig wordt gevrijwaard tegen ieder verlies met betrekking tot uitzettingen op Arco, Ethias en de Gemeentelijke Holding. |
|
14. |
De thans aangemelde maatregel maakt deel uit van een nieuwe reeks aanvullende herstructureringsmaatregelen die de betrokken lidstaten (België, Frankrijk, Luxemburg) voor Dexia NV overwegen en die meerdere additionele steunmaatregelen omvatten (waarbij het onder meer kan gaan om afstotingen, joint ventures, garanties voor verplichtingen en activa). Daarom hebben de Belgische autoriteiten de volgende aanvullende steunmaatregelen die de betrokken lidstaten (België, Frankrijk, Luxemburg) overwegen, ter kennis gebracht van de Commissie:
|
III. BEOORDELING
|
15. |
De overname van Dexia Bank België door de Belgische Staat maakt deel uit van een ruimer pakket overheidsmaatregelen die Frankrijk, België en Luxemburg voornemens zijn te nemen ten behoeve van Dexia NV. Deze overname van Dexia Bank België kan, voor de toetsing aan de staatssteunregels, niet worden losgekoppeld van andere voorgenomen maatregelen, die hoe dan ook bij de Commissie moeten worden aangemeld vooraleer zij ten uitvoer kunnen worden gelegd, dit in overeenstemming met de herstructureringsmededeling (punt 16) en de toezegging van de lidstaten met betrekking tot de Dexia-zaak in het besluit van de Commissie van 26 februari 2010 (toezegging 20). |
|
16. |
Op dit tijdstip was de Commissie niet in staat te concluderen dat de overname van Dexia Bank België door de Belgische Staat en de aan deze transactie verbonden voorwaarden geen elementen bevatten van staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU ten behoeve van Dexia NV en/of haar dochterondernemingen, waaronder Dexia Bank België zelf. Voorts is de Commissie, gelet op het totale pakket maatregelen ten behoeve van Dexia NV waarover overleg loopt (de overdracht en verkoop van activa, fundinggaranties enz.), niet bij machte te bepalen of de potentieel in deze maatregelen ten behoeve van Dexia Bank België vervatte steun, bezien in samenhang met eventuele andere toekomstige maatregelen, verenigbaar is met de interne markt. |
|
17. |
Met name tekent de Commissie aan dat, zelfs indien de overname van Dexia Bank België bijdraagt tot het herstel van de onmiddellijke levensvatbaarheid van Dexia Bank België en Dexia NV, deze overname gekoppeld is aan de instandhouding van de intragroepfunding van Dexia Bank België richting Dexia NV en haar dochterondernemingen, hetgeen neerkomt op rond [10-50] % van het balanstotaal van Dexia Bank België. In de aanname dat de rest van de groep in de toekomst aanzienlijke verliezen maakt, kan dit soort regelingen […] wegen op de toekomstige rentabiliteit van Dexia Bank België en op haar levensvatbaarheid op lange termijn. Voorts is, wat Dexia NV betreft, de verkoop van Dexia Bank België op zich niet voldoende om de levensvatbaarheid van de hele groep te herstellen, hetgeen ook verklaart waarom de lidstaten momenteel andere maatregelen overwegen. |
|
18. |
Daarnaast tekent de Commissie aan dat de prijs die de Belgische Staat voor de verwerving van alle aandelen-Dexia Bank België heeft bepaald, werd vastgesteld op basis van gegevens uit de […] en de […] van de bank per 30 juni 2011, maar waarin de negatieve gevolgen van de recentste ontwikkelingen (het afhalen van de deposito's en de toenemende intragroepfunding die verband hield met de noodzaak voor een aanzienlijk bedrag aan zekerheden te stellen na verzoeken tot de margestortingen) op de financiële positie van Dexia Bank België nog niet waren verwerkt. Bovendien is deze waardering gebaseerd op door Dexia NV verschafte financiële prognoses voor Dexia Bank België, die niet zijn gevalideerd in een due diligence-proces dat bij dit soort transactie doorgaans plaatsvindt. Voorts dient te worden opgemerkt dat aan de overname een reeks elementen verbonden zijn die met zich kunnen brengen dat de prijs niet conform het beginsel van de particuliere investeerder handelend in een markteconomie is: o.a. een winstdelingsmechanisme dat is opgezet voor het geval Dexia Bank België binnen vijf jaar met winst wordt doorverkocht aan een andere investeerder (earn-out mechanism) en het feit dat de Belgische Staat de groep Dexia NV vrijwaart tegen ieder risico op verliezen als gevolg van problemen bij sommige van haar aandeelhouders (Arco, Ethias en de Gemeentelijke Holding). Door dit alles is de Commissie niet ervan overtuigd dat de door de Belgische Staat betaalde prijs, gekoppeld aan andere maatregelen ten behoeve van Dexia NV waarover overleg loopt met de Belgische Staat (bijv. de fundinggarantie), passend is en een billijke verdeling van de lasten inhoudt. |
|
19. |
Ten slotte verzoeken de Belgische autoriteiten de Commissie om Dexia Bank België — na de transactie — te ontslaan van alle toezeggingen en hoe dan ook van alle toezeggingen die waren opgenomen in het herstructureringsplan voor Dexia NV zoals de Commissie dat bij besluit van 26 februari 2010 heeft goedgekeurd. Dit betekent dat, mocht blijken dat de verkoop van Dexia Bank België bepaalde staatssteunelementen in zich draagt, de door die steun veroorzaakte mededingingsdistorsies niet worden gecorrigeerd, zolang de Belgische autoriteiten geen maatregelen in die zin voorstellen. Wat Dexia NV en haar dochterondernemingen betreft, is de Commissie niet in staat te bepalen of de eventueel door de mogelijke in de maatregel vervatte steun veroorzaakte mededingingsdistorsies afdoende kunnen worden gecorrigeerd. |
TEKST VAN DE BRIEF
„J'ai l'honneur de vous informer que, au vu des informations qui lui ont été communiquées sur le cas cité en objet, la Commission européenne a décidé d'ouvrir une procédure, conformément à l'article 108, paragraphe 2, du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne (“TFUE”) sur la mesures étatique notifiée en faveur de Dexia SA et/ou de ses filiales
1. PROCÉDURE
|
(1) |
Par décision du 19 novembre 2008 (2) la Commission a décidé de ne pas soulever d'objections aux mesures d'urgence concernant l'opération de soutien de liquidité (“liquidity assistance” ci-après “l'opération LA”) et la garantie sur certains éléments de passif de Dexia SA (ci-après “Dexia SA” ou “la banque”). La Commission a considéré que ces mesures étaient compatibles avec le marché intérieur sur la base de l'article 107 paragraphe 3, point b) du TFUE en tant qu’aide au sauvetage d'une entreprise en difficulté, et a autorisé ces mesures pour une période de six mois à compter du 3 octobre 2008, en précisant qu’au-delà de cette période, la Commission devrait réévaluer l’aide en tant que mesure structurelle. |
|
(2) |
Les États membres concernés (Belgique, France, Luxembourg) ont notifié à la Commission un premier plan de restructuration de Dexia SA respectivement les 16, 17 et 18 février 2009. |
|
(3) |
Par décision du 13 mars 2009, la Commission a décidé d'ouvrir la procédure prévue à l’article 108, paragraphe 2, TFUE à l’encontre de l’ensemble des aides accordées à Dexia SA (3). |
|
(4) |
Par décision du 30 octobre 2009 (4), la Commission a autorisé la prolongation de la garantie jusqu'au 28 février 2010 ou jusqu'à la date de la décision de la Commission statuant sur la compatibilité des mesures d'aides et le plan de restructuration de Dexia SA, si celle-ci intervient avant le 28 février 2010. La Commission précise dans sa décision que les mesures proposées dans le plan de restructuration initial ne permettaient pas, à ce stade, de statuer sur la compatibilité des aides. |
|
(5) |
Le 9 février 2010, les États membres concernés (Belgique, France, Luxembourg) ont transmis à la Commission des informations sur les mesures additionnelles envisagées afin de compléter le plan de restructuration initial notifié en février 2009. |
|
(6) |
Par décision du 26 février 2010 (5), la Commission a autorisé le plan de restructuration de Dexia SA et la conversion des aides d'urgence en aides à la restructuration sous condition du respect de tous les engagements et conditions de ladite décision. |
|
(7) |
Le 7 octobre 2011, les autorités belges ont fait part à la Commission d'un projet en cours de discussion de rachat de Dexia Banque Belgique (filiale à 100 % de Dexia SA, ci-après “DBB”) par l'État belge. Le 12 octobre 2011, la Belgique a notifié à la Commission des mesures additionnelles au plan de restructuration approuvé par la décision du 26 février 2010, consistant en un rachat par l'État belge de DBB à travers l'acquisition auprès de Dexia SA de 100 % des actions de DBB pour un prix de 4 milliards d'euros. Dans le courant de la journée du 12 octobre 2011, la Belgique a transmis des informations supplémentaires à la Commission. |
|
(8) |
Par communication du 13 octobre 2011, les autorités belges ont indiqué à la Commission que, dans l'intérêt d'une adoption de la présente décision dans les meilleurs délais, elles acceptent que la présente décision soit adoptée uniquement en langue française. |
2. DESCRIPTION DES AIDES
2.1. Le bénéficiaire
|
(9) |
Dexia SA est une société anonyme de droit belge cotée sur les bourses Euronext Paris et Euronext Bruxelles active dans les secteurs de la banque et des assurances. Née de la fusion en 1996 du Crédit Local de France et du Crédit communal de Belgique, Dexia SA est spécialisée dans les prêts aux collectivités locales mais compte également quelque 5,5 millions de clients privés, principalement en Belgique, au Luxembourg et en Turquie. |
|
(10) |
Dexia SA est organisée autour d'une maison mère holding et de trois filiales opérationnelles situées en France (Dexia Crédit Local, ci-après “DCL”), en Belgique (DBB) et au Luxembourg (Dexia Banque Internationale à Luxembourg, ci-après “Dexia BIL”). Le bilan consolidé du groupe s'élève à 518 milliards d'euros au 30 juin 2011. Figure 1 Structure de Dexia SA au 31 décembre 2010
|
|
(11) |
DBB est principalement active sur le marché belge du financement des ménages, des entreprises et des collectivités locales et la collecte de dépôts. |
|
(12) |
Les parts des principaux actionnaires de Dexia SA sont les suivantes:
|
2.2. Les aides d'État autorisées par la décision du 26 février 2010
|
(13) |
Le 26 février 2010, la Commission a adopté une décision sur le plan de restructuration de Dexia SA approuvant l'aide accordée à Dexia SA par les trois États membres concernés (France, Belgique, Luxembourg) à la condition que toutes les conditions et engagements de cette décision conduisant à une restructuration en profondeur du groupe soient respectés. Les mesures d'aides accordées à Dexia SA à partir de septembre 2008 et approuvées par la Commission dans sa décision du 26 février 2010 consistent en:
|
|
(14) |
Le plan de restructuration approuvé par la Commission visait à recentrer les activités de Dexia SA sur ses métiers et ses marchés principaux (c'est-à-dire, les activités “Public and Whole Banking” (ci-aprèsPWB) et “Retail and Commercial Banking” (ci-après RCB)en France, Belgique et au Luxembourg), à réduire son profil de risque et son niveau de levier, ainsi qu'à rééquilibrer son profil de liquidité. Le plan de restructuration englobe notamment, d'une part, l'abandon, la réduction et la cession de certaines activités et d'autre part la mise en place de deux lignes de reporting internes distinctes. L'une de deux lignes de reporting internes vise les activités bancaires traditionnelles (ci-après la “core division”, comprenant l'essentiel des activités PWB et RCB, représentant 72 % du total de bilan de Dexia SA à la fin 2009) et l'autre vise les actifs non stratégiques du groupe qualifiée de “legacy portfolio management division” (ci-après “LPMD”, composée principalement du portefeuille obligataire et, de manière plus marginale, d'activités PWB internationales, représentant 28 % du total de bilan de Dexia à la fin 2009). L'amélioration du profil de liquidité est obtenue au moyen de la réduction des financements de marché et des financements à court terme ainsi que d'une augmentation de la durée moyenne des financements et le recours aux financements plus stables (dépôts clientèle de détail et commerciaux, obligations foncières). |
|
(15) |
L'ensemble de ces mesures devait permettre une réduction de 35 % de la taille totale de bilan de Dexia SA au 31 décembre 2014 par rapport au 31 décembre 2008. |
|
(16) |
La vente de DBB ne faisait pas partie des mesures approuvées par la Commission dans le cadre du plan de restructuration de Dexia SA. |
2.3. Les difficultés rencontrées
|
(17) |
Les difficultés rencontrées par Dexia SA pendant la crise financière de l'automne 2008 ont été décrites dans la décision de la Commission du 26 février 2010. |
|
(18) |
Comme la Commission l'avait souligné dans sa décision du 26 février 2010, les projections qui pouvaient alors être raisonnablement déduites quant à l'évolution future des principales sources de profit du groupe ne permettaient pas de conclure, en l'état, à une amélioration possible des résultats sur les activités bancaires traditionnelles de Dexia SA. Aussi, le plan de restructuration du groupe devait-il permettre: i) de réduire le niveau de levier de la banque afin, notamment, de lui permettre d'assumer des coûts de financement plus élevés et des marges sur actifs plus faibles, ii) d'améliorer la qualité et la composition de ses sources de financement, et iii) de réduire sa base de coûts fixes. |
|
(19) |
Si la mise en application du plan de restructuration approuvé par la Commission a effectivement permis à Dexia SA d'augmenter la stabilité et la durée de ses sources de financement, de réduire la taille de son bilan (et son effet de levier) ainsi que son portefeuille d'actifs non stratégiques, Dexia SA n'a pas […] (6) et a pris du retard dans l'application de celles-ci. Ces mesures n'ont pas été suffisantes pour permettre à la banque de faire face à des difficultés renouvelées de financement liées à l'aggravation de la crise des dettes à laquelle sont confrontées la plupart des banques européennes depuis l'été 2011. Les difficultés de financement sont, en outre, concomitantes à une augmentation des besoins de financement de court terme, liés, notamment à la nécessité pour la banque d'apporter d'importantes quantités de collatéral ([20-50] milliards d'euros le 7 octobre 2011) afin de faire face aux appels de marge liés à la variation de la valeur de marché du portefeuille d'instruments dérivés de taux utilisés en couverture du bilan. Les difficultés de Dexia SA ont particulièrement pesé sur DBB, centrale de trésorerie du groupe, depuis le début de l'année 2011. Ces difficultés ont conduit l'agence de notation Moody's à placer DBB en perspective négative le 3 octobre 2011. Cette annonce a déclenché des retraits massifs de dépôts de clients de DBB: plusieurs centaines de millions d'euros entre le 3 et le 10 octobre 2011. Durant la même semaine, DBB et DCL ont dû recourir à une nouvelle mesure d'assistance de liquidité d'urgence (mesure LA) de la part de la Banque nationale de Belgique et de la Banque de France respectivement. |
|
(20) |
L'ensemble des faiblesses structurelles, déjà soulevées par la Commission dans sa décision du 26 février 2010, et les difficultés additionnelles liées à l'aggravation de la crise des dettes, a ainsi conduit les États membres concernés à envisager des mesures additionnelles en faveur de Dexia SA. |
2.4. La nouvelle mesure notifiée: le rachat de DBB par l'État belge
|
(21) |
La Belgique a proposé, le 9 octobre 2011, au travers de la Société Fédérale de Participations et d'Investissements (SFPI) à Dexia SA de racheter 100 % de la participation de cette dernière dans DBB et ses filiales, à l'exception de Dexia Asset Management, pour une part fixe de 4 milliards d'euros. Cette offre a été acceptée par le Conseil d'administration de Dexia SA, le 10 octobre 2011. La proposition comprend également un mécanisme de complément de prix en faveur de Dexia SA en cas de revente éventuelle avec bénéfice dans un délai de 5 ans (dit “part variable”). |
|
(22) |
La part variable prévoit que si, sous respect de certaines limites et dans un délai de 5 ans à partir de la date de rachat des actions de DBB, celles-ci sont revendues à un tiers (hors État fédéral belge, régions belges, ou toute autre société publique ou une société sous contrôle de ces derniers), Dexia SA recevra une partie de la plus-value éventuellement réalisée par la Belgique au-delà d'un montant de 10,5 %. Cette partie de la plus-value due à Dexia SA sera de 100 % en cas de réalisation de la vente dans les 18 premiers mois à partir de la date de rachat. La partie de la plus-value due à Dexia SA sera par la suite réduite graduellement de 6,25 % par tranche de 6 mois. |
|
(23) |
La mesure de rachat de DBB prévoit également de réduire dans la mesure du possible le financement intra-groupe de DBB envers DCL, qui s'élève actuellement, selon les informations communiquées par les autorités belges à [20-70] milliards d'euros dont [10-40] milliards d'euros non sécurisés. |
|
(24) |
Enfin, l'offre de l'État belge à Dexia SA, publiée le 10 octobre 2011, prévoit que l'État belge veillera, selon des modalités à préciser dans la convention de cession, que le groupe Dexia SA soit immunisé contre tout risque de perte lié aux encours sur Arco, Ethias et Holding Communal, notamment au titre du financement de l'augmentation de capital de 2008. |
|
(25) |
Par rapport aux chiffres de Dexia SA au 30 juin 2011, la présente mesure devrait engendrer:
|
|
(26) |
La mesure notifiée s'inscrit dans le cadre d'un ensemble de mesures structurelles aditionnelles envisagées pour Dexia SA par les États membres concernés (Belgique, France, Luxembourg). Ainsi, en complément du rachat de DBB par l'État belge, les autorités belges ont porté à la connaissance de la Commission les éléments suivants:
|
|
(27) |
La Commission ne peut pas exclure, à ce stade, que d'autres nouvelles mesures envisagées par les autorités belges, françaises et luxembourgeoises en faveur de Dexia SA (ventes et transferts d'actifs, garanties de financement, opérations de soutien de liquidité, etc.) ne soient, prises dans leur ensemble, également constitutives d'aide d'État en faveur de Dexia SA et/ou de ses filiales. |
3. OBSERVATIONS DE LA BELGIQUE
|
(28) |
La Belgique souligne l'urgence de la mesure pour des raisons de stabilité financière. A cet égard, la Banque nationale de Belgique a fait parvenir à la Commission le 12 octobre 2011 une lettre faisant état des graves difficultés rencontrées par DBB dans les premiers jours d'octobre 2011 en raison de retraits de dépôts et d'une baisse importante des financements non sécurisés. Au regard de l'importance systémique de DBB pour le secteur financier belge et européen, ainsi que des perturbations enregistrées dans les marchés financiers, une mesure de sauvegarde en faveur de DBB s'avérait nécessaire. Le rachat de DBB permet d'éviter une grave perte de confiance du public, en particulier compte tenu des risques de panique bancaire, qui à son tour déclencherait une perturbation grave du système bancaire dans sa totalité, tant au niveau belge qu'au niveau européen. |
|
(29) |
La Belgique considère que la mesure de rachat de DBB ne contient pas d'aides d'État ou, le cas échéant, des aides compatibles avec le marché intérieur. |
|
(30) |
En outre, la Belgique demande à ce que DBB soit, dans la mesure du possible, relevée de tous les engagements et conditions figurant dans la décision du 26 février 2010. |
|
(31) |
En outre la Belgique souligne que le rachat de DBB permet de préserver la viabilité de la banque et de contribuer à la viabilité à long-terme du groupe Dexia SA. De même, les autorités belges soulignent également que la mesure permet une contribution propre adéquate entre la Belgique, Dexia SA et ses actionnaires et permet de minimiser les distorsions à la concurrence. |
4. APPRÉCIATION DE L'AIDE
4.1. Existence de l'aide
|
(32) |
L'article 107, paragraphe 1, TFUE prévoit que, sauf dérogations prévues par les traités, sont incompatibles avec le marché intérieur, dans la mesure où elles affectent les échanges entre États membres, les aides accordées par les États ou au moyen de ressources d'État sous quelque forme que ce soit qui faussent ou qui menacent de fausser la concurrence en favorisant certaines entreprises ou certaines productions. |
|
(33) |
Dans sa décision du 26 février 2010, la Commission a déjà établi que les aides reçues par Dexia SA sous forme de capital, de garanties de financement, d'ELA assortie d'une garantie d'État et de soutien aux actifs dépréciés (mesure FSA) étaient constitutives d'aides d'État. L'ensemble de ces mesures a également bénéficié à toutes les entités du groupe Dexia SA, y compris DBB. |
|
(34) |
L'opération de rachat des actions de DBB par l'État belge est également susceptible de contenir des éléments d'aide d'État s'il ne peut être prouvé que l'État belge est intervenu en faveur de Dexia SA et/ou de ses filiales dans des termes et conditions qui seraient acceptables pour tout investisseur privé opérant dans des conditions normales de marché. Or, il apparaît peu probable que le rachat de l'ensemble des actions de DBB, sous les conditions y attachées, eût été acceptable pour tout autre investisseur privé dans les mêmes conditions que celles de l'opération visée par la présente décision, en particulier:
|
|
(35) |
Par ailleurs, il est évident que la mesure notifiée est financée par des ressources d'État (la SFPI), est sélective car limitée à DBB et est avantageuse tant pour Dexia SA (qui recoit des ressources) que pour DBB qui est partiellement isolé d'un groupe en difficulté. Ces avantages faussent clairement la concurrence en fournissant des ressources à Dexia SA et en permettant à DBB de présenter à ses créanciers et déposants une meilleure situation. L'analyse des ces avantages est discutée plus en détail ci-après lors de l'identification des bénéficiaires. Dexia SA et DBB sont clairement en concurrence avec des groupes étrangers, de sorte que les échanges entre États membres sont affectés. |
|
(36) |
Par conséquent, la Commission conclut qu'il semble que le rachat des actions de DBB par l'État belge aux conditions décrites ci-dessus soit constitutif d'aides d'État en faveur de Dexia SA et/ou de ses filiales et invite les parties intéressées à formuler leurs observations sur cette opération et les conditions qui y sont associées. La Commission conclut également qu'il est peu probable que l'existence d'aide dans le rachat de DBB puisse être analysée séparément des autres mesures de support envisagées par les États membres concernées. |
4.2. Bénéficiaires de l'aide
|
(37) |
S'il est avéré que des éléments d'aide sont contenus dans la mesure notifiée de rachat de DBB par l'État belge, Dexia SA en serait le bénéficiaire direct, car Dexia SA recevrait un prix de vente ou des conditions annexes meilleurs que ce qu'il aurait pu obtenir en vendant DBB sur le marché, pour autant que DBB puisse être séparé et vendu dans la marché sans aides annexes à Dexia SA, ce qui n'est pas établi à ce stade. |
|
(38) |
Il ne peut cependant être exclu que les filiales de Dexia SA, y compris DBB, puissent également bénéficier directement ou indirectement d'aide. En effet, la vente de DBB aux conditions précitées pourrait éviter la faillite de Dexia SA, qui aurait entrainé la faillite de nombreuses filiales, en particulier DBB qui a une grande exposition au groupe Dexia via des prêts très importants. DBB bénéficie aussi du fait d'être séparé du groupe Dexia SA, ce qui constitue un avantage en soit. Les autorités belges ont répété avec insistance cet aspect de la transaction en vue de rassurer les déposants. |
|
(39) |
En conclusion, les bénéficiaires de l'aide sont Dexia SA et ses filiales, y compris DBB. |
4.3. Application de l'Article 107, paragraphe 3, point b) du TFEU
|
(40) |
L'article 107, paragraphe 3, point b) du TFUE donne pouvoir à la Commission de déterminer qu'une aide est compatible avec le marché intérieur lorsqu'elle a pour but de remédier à une perturbation grave de l'économie d'un État membre. A cet égard, la Commission note que les mesures liées au rachat de DBB par l'État belge permettent de remédier à une perturbation grave de l'économie belge avec des risques de contagion au niveau international, ce qui est confirmé par le courrier de la Banque nationale de Belgique en date du 12 octobre 2011. |
|
(41) |
En effet, eu égard: i) à l'importance systémique que représente Dexia SA et DBB pour les marchés français,belge et luxembourgeois du financement des ménages, des entreprises ainsi que des marchés français et belges des collectivités locales; ii) à l'augmentation importante depuis début 2011 des financements octroyés par DBB en faveur des autres entités du groupe; et iii) aux difficultés rencontrées par DBB et donc Dexia SA depuis le 3 octobre 2011 en raison d'une fuite massive des dépôts de la clientèle et au recours à l'Emergency Liquidity Assistance par Dexia SA, les mesures apparaissent de nature à remédier à une perturbation grave de l'économie belge avec des risques de contagion au niveau international. |
|
(42) |
Par conséquent, dans l'hypothèse où elle serait constitutive d'aide d'État, la mesure doit être appréciée au regard de l'article 107, paragraphe 3, point b) du, TFUE. |
4.4. Compatibilité avec l'article 107, paragraphe 3, point b) du, TFEU
|
(43) |
Dans sa décision du 26 février 2010, la Commission a déjà évalué la compatibilité des aides reçues par Dexia SA pour un montant de 8,4 milliards d'euros, sous forme d'augmentation de capital et d'aide aux actifs dépréciés, et pour un montant de 135 milliards d'euros sous forme de garanties et d'opération de soutien de liquidité. La décision du 26 février 2010 déclare ces aides compatibles avec le marché intérieur aux conditions: i) que les États membres concernés respectent tous les engagements et conditions mentionnés à l'annexe I de ladite décision, et ii) Dexia SA notifie à la Commission, jusqu'au 31 décembre 2011, son intention de payer tous coupons sur des instruments hybrides “Tier 1” ou “upper Tier 2”. Or la mesure visée par la présente décision n'a pas fait l'objet d'une évaluation définitive par la Commission et constitue une modification significative du plan de restructuration de Dexia SA ainsi que des engagements et conditions prévus à l'annexe I de la décision du 26 février 2010. |
|
(44) |
Conformément aux dispositions de la Communication sur les Restructurations (8) (point 16), si une aide supplémentaire, non prévue initialement dans le plan de restructuration notifié, s'avère nécessaire au cours de la période de restructuration pour rétablir la viabilité, elle devra faire l'objet d'une notification ex ante individuelle et sera prise en considération dans la décision finale de la Commission. Par ailleurs, il ressort des engagements pris par les États membres concernés et figurant dans la décision du 26 février 2010 (Engagement 20) que toute décision qui apportera un changement au plan de restructuration approuvé par la Commission nécessite l'approbation explicite de celle-ci. |
|
(45) |
Par conséquent, la mesure notifiée par la présente décision ainsi que toutes les autres nouvelles mesures envisagées (et pas encore notifiées à la Commission) par les États membres concernés en faveur de Dexia SA et/ou de ses filiales devront faire l'objet d'une nouvelle évaluation par la Commission dans le cadre d'une nouvelle décision statuant sur la compatibilité des éléments d'aide éventuellement contenus dans l'ensemble de ces nouvelles mesures. |
|
(46) |
La Commission a établi par le passé qu'elle peut autoriser temporairement des mesures d'urgence lorsque celles-ci sont justifiées pour des raisons de stabilité financière (9), même lorsqu'elle n'est pas en mesure de prendre une décision finale en raison de ses doutes sur la compatibilité des mesures en question avec le marché intérieur. |
|
(47) |
Conformément à la Communication de la Commission relative à l'application des règles en matière d'aide d'État aux mesures prises en rapport avec les institutions financières dans le contexte de la crise financière mondiale (10), il importe pour ce faire que l'aide soit un moyen approprié à la réalisation du but poursuivi, c'est à dire remédier à une perturbation grave dans l'ensemble de l'économie d'un État membre, qu'elle soit nécessaire, c’est-à-dire que son montant doit être limité au minimum nécessaire pour atteindre le but poursuivi et qu'elle soit proportionnée, ce qui signifie que la distorsion de concurrence qu'elle engendre ou menace d'engendrer doit être mise en balance avec ses effets positifs. |
|
(48) |
Eu égard aux difficultés rencontrées par DBB durant les derniers mois (augmentation des besoins de financement intra-groupe et, depuis le 3 octobre 2011, fuite des dépôts de la clientèle), une mesure d'urgence en faveur de DBB était nécessaire. Plusieurs solutions étaient possibles: vente de DBB à un investisseur privé, séparation de DBB du reste du groupetout en conservant le même actionnariat ou rachat à Dexia SA de DBB par l'État belge. En raison des conditions de marché très perturbées depuis l'été 2011, une vente de DBB sur le marché n'aurait pu être réalisée qu'à un prix très déprécié. D'autre part, en raison de l'urgence de la situation, soulignée par la lettre de la Banque nationale de Belgique à la Commission du 13 octobre 2011, la séparation de DBB du reste du groupe (tout en conservant le même actionnariat), nécessitant l'accord de chaque actionnaire n'aurait pas pu être réalisé dans les délais nécessaires. Seuls le rachat restaient possibles. La mesure apparaît donc comme appropriée,nécessaire et proportionnée. Dans le cas présent, les autorités de contrôle de Dexia SA ont confirmé à la Commission que les mesures étaient nécessaires afin de mettre un terme aux difficultés d'un établissement présentant une importance systémique. |
|
(49) |
Dans un souci de préservation de la stabilité financière, la Commission peut donc autoriser temporairement ladite mesure pour une période de six mois à compter de la date de la présente décision: i) que toutes les informations nécessaires à l'analyse de la compatibilité de la mesure de rachat de DBB soient transmises à la Commission, et ii) qu'un plan de restructuration ou de liquidation des bénéficiaires de l'aide éventuelle soit communiqué avant la fin de ladite période de six mois. |
|
(50) |
À ce stade, eu égard aux informations communiquées par les États membres sur le rachat de DBB par l'État belge ainsi que sur l'ensemble des autres mesures envisagées en faveur de Dexia SA et/ou de ses filiales, la Commission n'est pas en mesure de déterminer si la mesure notifiée, est constitutive d'aides d'État, est compatible avec les conditions posées par la Commission dans sa Communication sur le retour à la viabilité et l'appréciation des mesures de restructuration prises dans le secteur financier dans le contexte de la crise actuelle, conformément aux règles relatives aux aides d'État (11) (la Communication sur les Restructurations):
|
4.4.1. Restauration de la viabilité à long terme des entités continuant l'activité
|
(51) |
Il apparaît que la mesure de rachat de DBB par l'État belge contribue à restaurer la viabilité de long terme de DBB. Dans l'immédiat, elle permet en effet de préserver la franchise de la banque en Belgique et d'espérer d'arrêter les retraits de dépôts. À plus long terme, le rachat par l'État Belge de DBB peut contribuer à restaurer la viabilité de DBB car celle-ci reposera dorénavant sur un modèle de financement plus équilibré que l'ensemble du groupe Dexia SA. En effet, alors que Dexia SA repose aujourd'hui encore largement sur des financements de court terme, et ce malgré l'amélioration constatée suite à l'application du plan de restructuration, DBB, en revanche, finance ses propres activités sur une large base de dépôts en provenance de la clientèle et des collectivités locales belges, qui constituent par définition des financements plus stables. Par ailleurs, en application du plan de restructuration, DBB a réduit la taille de son bilan de [10-40] milliards d'euros depuis le 31 décembre 2009, lui permettant ainsi de limiter son effet de levier. |
|
(52) |
Malgré ces éléments positifs, la Commission note également que les arrangements de financements intra-groupes de DBB en faveur de Dexia SA et de ses autres filiales, notamment DCL, sont maintenus. Il est, certes, prévu que l'État belge, en concertation avec Dexia SA, déterminera un échéancier pour une réduction graduelle du financement accordé par DBB aux autres entités du groupe, tenant compte du rythme de réalisation des cessions et de la capacité opérationnelle de DCL de se substituer à DBB en tant que centrale de trésorerie du groupe. Cependant, aucun plan de réduction des financements de DBB au reste du groupe, qui représentent une part […] de ses encours ([10-70] milliards d'euros, soit [10-50] % du total de son bilan et 15 % des fonds propres totaux calculés au 31 décembre 2010), n'a été communiqué à la Commission. Dans l'hypothèse où le reste du groupe devait enregistrer des pertes importantes, ces encours, s'ils perduraient au niveau actuel, pourraient peser […] sur la rentabilité future de DBB et sur sa viabilité de long terme. |
|
(53) |
Par ailleurs, DBB conserve dans son bilan [10-40] milliards d'euros d'actifs LPMD, comprenant des obligations d'États souverains subissant de fortes décotes. Ces actifs LPMD représentent une part significative ([0-30] %) du total de son bilan et sont susceptibles d'occasionner des pertes importantes pour DBB. |
|
(54) |
S'agissant de Dexia SA, la mesure intervient positivement pour la restauration de la viabilité du groupe dans la mesure où elle permet une réduction de la taille de son bilan de 155 milliards d'euros, de ses actifs pondérés de 42 milliards d'euros, de son besoin de financement de court terme de plus de 14 milliards d'euros et de ses actifs non stratégiques (LPMD) de 18 milliards d'euros. La mesure renforce également le ratio de solvabilité de Dexia SA de 2 %. Toutefois, cette mesure à elle seule ne permet pas de restaurer la viabilité de long terme du groupe Dexia SA, qui envisage, en concertation avec les États membres concernés, des mesures additionnelles de cessions et transferts d'actifs, ainsi qu'un mécanisme de garantie de financement qui pourraient comporter des éléments d'aide d'État. Par contre, la vente de DBB pourrait priver Dexia SA d'une source de financement importante, aggravant le manque de financement du groupe et le déséquilibre de son bilan. Cette vente, si elle n'est pas accompagnée d'autres mesures, est donc négative pour la viabilité de Dexia SA. |
|
(55) |
Sur base des informations limitées disponible à ce stade, la Commission n'est pas en mesure de conclure qu'il existe un nouveau plan permettant de rétablir la viabilité de Dexia SA,de DBB et/ou ses filiales. |
4.4.2. Contribution propre
|
(56) |
Le prix d'achat des actions de DBB à Dexia SA a été évalué sur la base de données de […] et de […] de DBB établies au 30 juin 2011, ainsi que sur des estimations d'évolution des […] pour 2012 fournies par le groupe Dexia SA mais non validées par un processus de “due diligence” nécessaire à ce genre de transaction. La Commission n'a pas reçu communication des hypothèses sous-jacentes à ces estimations d'évolution des résultats. Toutefois, s'agissant des données utilisées au 30 juin 2011, on note que celles-ci n'intègrent pas les évolutions récentes intervenues pour DBB, notamment la baisse des dépôts et l'augmentation des financements en faveur de Dexia SA, qui sont susceptibles de peser négativement sur la rentabilité de DBB. La Commission n'est donc pas en mesure de déterminer si le prix d'achat de DBB n'a pas été surévalué par rapport à la valeur réelle des actifs et des résultats potentiels de DBB. Si l'État belge a surpayé DBB via un prix d'achat ou des conditions annexes (tel que l'ajustement de prix) meilleurs que ce qu'aurait accepté un investisseur privé, il s'agirait d'une aide à Dexia SA. Il serait donc peu probable que le prix peut être considéré comme prix de marché et qu'il satisfasse aux conditions de rémunération des États prévue par la Commission. |
|
(57) |
La Commission n'est donc pas en mesure de déterminer si le prix d'achat ainsi que les conditions assorties au rachat (notamment la valeur des garanties et de l'option de partage des profits) permet d'assurer une contribution satisfaisante de Dexia SA et/ou de ses filiales et de leurs actionnaires à l'ensemble des mesures de restructuration actuelles et envisagées. |
4.4.3. Mesures visant à corriger les distorsions de concurrence
|
(58) |
Selon la Communication sur les Restructurations (point 30), la nature et la forme des mesures limitant les distorsions de concurrence dépendent du montant des aides, des conditions et circonstances dans lesquelles elles ont été octroyées, ainsi que des caractéristiques du marché ou des marchés sur lesquels le bénéficiaire est actif. |
|
(59) |
Dans la mesure où la mesure notifiée contiendrait des aides additionnelles, il faudrait des mesures additionnelles pour limiter les distorsions de concurrences. |
|
(60) |
Or, dans la mesure où les autorités belges demandent à ce que DBB soit relevée de tous les engagements et conditions figurant dans la décision du 26 février 2010 les distorsions de concurrence occasionnées par l'aide éventuelle contenue dans la mesure de rachat ou dans toute autre mesure envisagée en faveur de Dexia SA et/ou de ses filiales ne seraient pas corrigées. |
|
(61) |
S'agissant de Dexia SA, la Commission n'est pas en mesure de déterminer si les engagements et conditions actuels figurant dans la décision du 26 février 2010 sont suffisants pour corriger les distorsions de concurrence occasionnés par les éléments d'aides éventuels contenus dans le mesure notifiée de l'achat de DBB s'inscrivant dans le cadre d'un ensemble de mesures aditionnelles en faveur du groupe. Les nouvelles mesures d'aide et le non respect du plan de restructuration autorisé dans la décision du 26 février 2010 entraine des nouvelles mesures de compensation. |
5. CONCLUSION ET AUTORISATION TEMPORAIRE DES MESURES
|
(62) |
La Commission invite donc les parties intéressées à lui communiquer leurs observations quant à l'existence et la compatibilité de l'aide éventuellement contenus dans le rachat par l'État belge des actions de DBB à Dexia SA. |
|
(63) |
Dans l'hypothèse où de tels éléments d'aide seraient avérés, la Commission a établi par le passé qu'elle peut autoriser temporairement des mesures d'urgence lorsque celles-ci sont justifiées pour des raisons de stabilité financière (12), même lorsqu'elle n'est pas en mesure de prendre une décision finale en raison de ses doutes sur la compatibilité des mesures en question avec le marché intérieur. Dans le cas présent, les autorités de contrôle de Dexia SA ont confirmé à la Commission que les mesures étaient nécessaires afin de mettre un terme aux difficultés d'un établissement présentant une importance systémique pour le marché belge. |
|
(64) |
Comme indiqué précédemment, la Commission a des doutes sur le caractère d'aide de la mesure de rachat de DBB par l'État belge ainsi que, si des éléments d'aide sont avérés, la compatibilité de ceux-ci avec le marché intérieur. |
|
(65) |
En outre, la Commission note que la mesure de rachat de DBB par l'État belge s'inscrit dans un cadre plus global de nouvelles mesures en faveur de Dexia SA pour lesquelles elle n'a reçu, à ce stade, aucune information précise. Ces mesures constituent une modification importante du plan de restructuration approuvé par la décision du 26 février 2010 et doivent faire l'objet d'une notification. Au terme d'une évaluation de l'ensemble de ces mesures, la Commission statuera sur leur compatibilité avec le marché intérieur dans une décision finale. |
|
(66) |
En regard de ces éléments, la Commission doit donc poursuivre ses investigations sur la mesure de rachat de DBB par l'État belge et ouvre une procédure formelle d'investigation, conformément à l'article 108, paragraphe 2, TFUE. |
6. DÉCISION
En conformité avec l'article 108, paragraphe 2, TFUE, la Commission a décidé d'ouvrir une procédure formelle d'investigation sur la mesure de rachat de DBB par l'État belge.
Toutefois, dans un souci de préservation de la stabilité financière, la Commission a décidé d'autoriser temporairement ladite mesure sur base de l'article 107 paragraphe 3, point b) du TFUE. La mesure est donc autorisée pour six mois à compter de la date de la présente décision, ou si la Belgique soumet un plan de restructuration dans les six mois à compter de la date de la présente décision, jusqu'à ce jusqu'à ce que la Commission arrive à une décision finale sur la mesure en question.
De plus, la Belgique doit transmettre à la Commission toutes les informations nécessaires à l'analyse de la compatibilité de la mesure de rachat de DBB.”
(1) Vertrouwelijke informatie.
(2) C(2008) 7388 final.
(3) JO C 181 du 4.8.2009, p. 42.
(4) JO C 305 du 16.12.2009, p. 3.
(5) JO C 274 du 19.10.2010 p. 54.
(6) Informations confidentielles.
(7) Arrêt du Tribunal du 15 septembre 1998, BP Chemicals/Commission, T-11/95, Rec. 1998, II-3235, points 170 et 171.
(8) JO C 195 du 19.8.2009 p. 9.
(9) Décidion de la Commission du 31 mars 2009 dans l'affaire d'État C-10/09 ING, JO C 158 du 11.7.2009, p. 13.
(10) JO C 270 du 25.10.2008, p. 8.
(11) Cf. note 6.
(12) par exemple: Décision de la Commission du 31 Mars 2009 dans l'affire d'État C-10/09 ING (JO C 158 du 11.7.2009, p. 13).
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/24 |
Mededeling van de regering van de Republiek Cyprus in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen
(Voor de EER relevante tekst)
2012/C 38/10
AANKONDIGING BETREFFENDE DE VERGUNNING VOOR DE EXPLORATIE VAN KOOLWATERSTOFFEN IN HET KADER VAN DE TWEEDE VERGUNNINGSRONDE OFFSHORE CYPRUS
Overeenkomstig artikel 3, lid 2, punt a), van Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (1), nodigt de Republiek Cyprus alle personen met belangstelling uit hun kandidatuur in te dienen voor exploratie- en vervolgens voor exploitatievergunningen voor koolwaterstoffen in bepaalde gebieden van de exclusieve economische zone van Cyprus. Aanvragen moeten worden ingediend binnen een periode van 90 dagen na de datum van publicatie van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie. Aanvragen die het ministerie van Handel, Industrie en Toerisme bereiken na het verstrijken van die periode worden niet meer in aanmerking genomen.
De beschikbare blokken zijn afgebakend door de volgende geografische coördinaten (WGS84):
|
Blok nr. |
Lengte |
Breedte |
|
Blok 1 |
32:05:00 |
34:10:00 |
|
32:05:00 |
34:45:00 |
|
|
32:15:00 |
34:45:00 |
|
|
32:15:00 |
34:35:00 |
|
|
32:25:00 |
34:35:00 |
|
|
32:25:00 |
34:30:00 |
|
|
32:50:00 |
34:30:00 |
|
|
32:50:00 |
34:25:00 |
|
|
33:10:00 |
34:25:00 |
|
|
33:10:00 |
34:35:00 |
|
|
33:35:00 |
34:35:00 |
|
|
33:35:00 |
34:10:00 |
|
|
Blok 2 |
33:35:00 |
34:10:00 |
|
33:35:00 |
34:40:00 |
|
|
33:50:00 |
34:40:00 |
|
|
33:50:00 |
34:50:00 |
|
|
34:15:00 |
34:50:00 |
|
|
34:15:00 |
34:55:00 |
|
|
34:20:00 |
34:55:00 |
|
|
34:20:00 |
34:10:00 |
|
|
Blok 3 |
34:20:00 |
34:10:00 |
|
34:20:00 |
34:55:00 |
|
|
34:56:00 |
34:55:00 |
|
|
34:56:00 |
34:45:00 |
|
|
34:53:50 |
34:39:30 |
|
|
34:44:00 |
34:23:20 |
|
|
34:29:20 |
34:10:00 |
|
|
Blok 4 |
30:05:00 |
33:45:00 |
|
30:05:00 |
34:10:00 |
|
|
30:35:00 |
34:10:00 |
|
|
30:35:00 |
33:31:20 |
|
|
30:28:30 |
33:34:00 |
|
|
Blok 5 |
30:35:00 |
33:31:20 |
|
30:35:00 |
34:10:00 |
|
|
31:15:00 |
34:10:00 |
|
|
31:15:00 |
33:30:00 |
|
|
30:39:02 |
33:30:00 |
|
|
30:36:40 |
33:30:40 |
|
|
Blok 6 |
31:15:00 |
33:30:00 |
|
31:15:00 |
34:10:00 |
|
|
31:55:00 |
34:10:00 |
|
|
31:55:00 |
33:30:00 |
|
|
Blok 7 |
31:55:00 |
33:30:00 |
|
31:55:00 |
34:10:00 |
|
|
32:35:00 |
34:10:00 |
|
|
32:35:00 |
33:30:00 |
|
|
Blok 8 |
32:35:00 |
33:30:00 |
|
32:35:00 |
34:10:00 |
|
|
33:15:00 |
34:10:00 |
|
|
33:15:00 |
33:30:00 |
|
|
Blok 9 |
33:15:00 |
33:30:00 |
|
33:15:00 |
34:10:00 |
|
|
33:53:40 |
34:10:00 |
|
|
33:53:40 |
33:38:40 |
|
|
33:52:06 |
33:37:24 |
|
|
33:46:42 |
33:32:59 |
|
|
33:43:05 |
33:30:00 |
|
|
Blok 10 |
30:39:02 |
33:30:00 |
|
31:55:00 |
33:30:00 |
|
|
31:55:00 |
33:08:24 |
|
|
31:36:30 |
33:11:30 |
|
|
31:15:00 |
33:18:40 |
|
|
31:07:00 |
33:21:20 |
|
|
Blok 11 |
31:55:00 |
33:08:24 |
|
31:55:00 |
33:30:00 |
|
|
32:35:00 |
33:30:00 |
|
|
32:35:00 |
32:59:35 |
|
|
32:31:00 |
33:00:40 |
|
|
32:01:20 |
33:07:20 |
|
|
Blok 13 |
33:53:40 |
33:38:40 |
|
33:53:40 |
34:10:00 |
|
|
34:29:20 |
34:10:00 |
|
|
34:18:00 |
33:59:40 |
|
|
34:02:50 |
33:51:30 |
Aanvragen voor exploratie- en vervolgens voor exploitatievergunningen voor koolwaterstoffen moeten worden ingediend bij:
|
The Hon. Minister |
|
Ministry of Commerce, Industry and Tourism |
|
1421 Nicosia |
|
CYPRUS |
Het is de bedoeling dat de besluiten met betrekking tot de aanvragen in het kader van deze tweede vergunningsronde offshore Cyprus worden genomen door de ministerraad van de Republiek Cyprus, en wel binnen zes maanden na de datum van indiening van de in deze mededeling bedoelde aanvragen.
De ministerraad, die de bevoegde instantie voor het verlenen van de vergunningen is, zal de vergunningen verlenen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3, lid 6, van Richtlijn 94/22/EG.
Gedetailleerde richtsnoeren en alle verdere informatie betreffende het indienen van aanvragen kunnen worden verkregen door contact op te nemen met het kantoor van het Permanent secretariaat van het ministerie van Handel, Industrie en Toerisme, 1421 Nicosia, Cyprus, tel.: +357 22867144, fax: +357 22374445, e-mail: nmarkou@mcit.gov.cy.
(1) PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3.
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/28 |
Mededeling van de regering van de Republiek Cyprus in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen
(Voor de EER relevante tekst)
2012/C 38/11
Onverminderd de toepassing van bepalingen met betrekking tot de nationale veiligheid overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Richtlijn 94/22/EG, deelt de Republiek Cyprus hierbij alle belanghebbende personen mede dat de criteria welke zullen worden gebruikt voor het verlenen van vergunningen voor de prospectie, exploratie en productie van koolwaterstoffen, zijn:
|
a) |
de technische en financiële mogelijkheden van de kandidaat; |
|
b) |
de manier waarop de kandidaat voornemens is de activiteiten welke in de vergunning zijn gespecificeerd, uit te voeren; |
|
c) |
de prijs die de kandidaat bereid is te betalen om de vergunning te verkrijgen; en, |
|
d) |
een eventueel gebrek aan efficiëntie en verantwoordelijkheid dat de kandidaat heeft getoond in het kader van een vorige vergunning of machtiging van enige vorm in enig land ter wereld. |
Wanneer, na een evaluatie overeenkomstig bovenstaande criteria, twee of meer kandidaten een gelijke verdienste hebben, zal tevens rekening worden gehouden met de voorstellen van de kandidaten in verband met de bescherming van de openbare veiligheid en de volksgezondheid, de veiligheid van het vervoer, de bescherming van het milieu, de biologische rijkdommen en de nationale rijkdommen met artistieke, historische of archeologische waarde, de veiligheid van de installaties en werknemers en, ten slotte, het geplande beheer van de te winnen koolwaterstoffen.
Overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Richtlijn 94/22/EG zijn de voorwaarden en eisen inzake de uitoefening of beëindiging van de activiteit, die voor elk type vergunning gelden, opgenomen in een modelcontract („Model Production Sharing Contract”), dat door alle belangstellenden kan worden aangevraagd bij het ministerie van Handel, Industrie en Toerisme van de Republiek Cyprus (Ministry of Commerce, Industry and Tourism), 1421 Nicosia, Cyprus, tel.: +357 22867111, fax: +357 22375323, e-mail: cdiomedous@dits.mof.gov.cy
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/29 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6509 — GE/KGAL/Extresol-2)
Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
2012/C 38/12
|
1. |
Op 3 februari 2012 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat General Electric Company („GE”, Verenigde Staten) en KGAL GmbH & Co. KG („KGAL”, Duitsland) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de indirecte gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een nieuw opgerichte volwaardige gemeenschappelijke onderneming („Extresol-2”, Spanje) door de verwerving van aandelen. |
|
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2). |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6509 — GE/KGAL/Extresol-2, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/30 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6475 — AXA REIM/CBRE PFCE Management/Warsaw III)
Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
2012/C 38/13
|
1. |
Op 3 februari 2012 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat AXA REIM (Frankrijk) en CBRE PFCE Management („PFCE”, Kanaaleilanden) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de indirecte gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Warsaw III B.V. („WIII”, Nederland) door de verwerving van aandelen. |
|
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2). |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6475 — AXA REIM/CBRE PFCE Management/Warsaw III, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/31 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6507 — Anglo American/De Beers)
Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
2012/C 38/14
|
1. |
Op 7 februari 2012 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Anglo American plc („Anglo American”, Verenigd Koninkrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over De Beers Group („De Beers”, Luxemburg) door de verwerving van aandelen. |
|
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2). |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6507 — Anglo American/De Beers, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/32 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
2012/C 38/15
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.
ENIG DOCUMENT
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„ISLE OF MAN QUEENIES”
EG-nummer: UK-PDO-0005-0855-08.02.2011
BGA ( ) BOB (X )
1. Naam:
„Isle of Man Queenies”
2. Lidstaat of derde land:
Verenigd Koninkrijk
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:
3.1. Productcategorie:
|
Categorie 1.7: |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren. |
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:
„Isle of Man Queenies” („queen scallops”) is de benaming voor middelgrote jakobsschelpen (wijde mantel) die in de wateren van het eiland Man worden gevangen.
De wijde mantel (Aequipecten opercularis) is een middelgrote jakobsschelpsoort, een eetbaar „tweekleppig zeeweekdier” van de familie Pectinidae (mantels). De schelp kan geel, oranje, rood, bruin of purper van kleur zijn en een maximale diameter van 90 mm bereiken. Op beide kleppen bevinden zich zowat 19 à 22 brede uitwaaierende ribben en over de schelp lopen talrijke concentrische groeiringen. Het vlees van een „queen scallop” is veel kleiner dan dat van een „king scallop”; het is een ronde, cilindervormige spier met een diameter van 20 mm en een hoogte van 15 mm. Het visvlees is ondoorzichtig crèmekleurig; er zit een tweedelige, oranje/witte, halvemaanvormige kuit aan vast. De queenie kan met de intacte kuit worden geserveerd of de kuit kan worden verwijderd.
Isle of Man Queenies worden gevangen in de territoriale wateren van het eiland Man door „Manx vessels” (op het eiland Man geregistreerde schepen) hoewel andere geregistreerde visserijschepen die over de juiste vergunning beschikken ook op deze schelpdieren mogen vissen en ze, indien zij zulks wensen, op het eiland Man aan land mogen brengen. Ze worden vervolgens aan land gebracht en op het eiland Man verwerkt.
Queenies worden verkocht in de volgende vormen:
|
— |
in hun natuurlijke staat, „droog” (niet in een vloeistof gedompeld), verpakt; |
|
— |
of individueel snel ingevroren (IQF = individually quick frozen); |
|
— |
of „half shell” (nog vastzittend aan een schelphelft), vers of bevroren; |
|
— |
los of vacuümverpakt — afhankelijk van de wens van de klant; |
|
— |
met afmetingen en een gewicht dat afhankelijk is van de wensen van de klant. |
3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):
—
3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):
—
3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:
Isle of Man Queenies kunnen slechts worden gevangen tijdens het queenie-seizoen dat traditioneel op 1 juni van start gaat. Deze gang van zaken is helemaal toe te schrijven aan de fysiologie van dit schelpdier en aan de ongewone wijze waarop het wordt gevangen. De meeste jakobsschelpsoorten worden gevangen met een soort (mossel)kor waarmee de jakobsschelp van de zeebodem worden „geschraapt”. Bij Isle of Man Queenies wordt een ongebruikelijke vangstwijze toegepast; ze worden gevangen met een lichte bordentrawl. De verklaring hiervoor is te vinden in de wijze waarop de queenie reageert en poogt te ontsnappen wanneer ze wordt opgeschrikt. Wanneer haar rust wordt verstoord — met een lichte ketting die zachtjes voor het net wordt gesleept — vlucht ze vanop de zeebodem naar boven en zwemt zo het net in. Deze ontsnappingsreactie verloopt zeer langzaam bij een lage watertemperatuur hetgeen betekent dat de trawlvisserij slechts levensvatbaar is van juni tot december wanneer de temperatuur van het water het hoogst is. In jaren met een koud voorjaar kan het gebeuren dat de temperatuur van het water midden juni nog niet hoog genoeg is.
Deze unieke wijze om op queenies te vissen, zorgt ervoor dat deze jakobsschelpen, in tegenstelling tot jakobsschelpen die met (mossel)korren worden gevangen, niet te lijden hebben van zandkorrels die tijdens de vangst in de schelp dringen. Dat leidt tot kwaliteitsvoller visvlees vergeleken met het visvlees van met korren gevangen queenies en tot een hogere opbrengst aan visvlees; dat zorgt er tevens voor dat ondermaatse queenies die naar de zeebodem terugzwemmen zeer hoge overlevingskansen hebben, in tegenstelling tot met korren gevangen, teruggezette jakobsschelpen waarbij de mortaliteit zeer hoog kan oplopen.
|
a) |
Manx queenies worden met een trawl gevangen met gebruikmaking van een net met mazen van 80 mm-90 mm De gevangen schelpdieren worden gewassen en aan boord van het vissersvaartuig gesorteerd |
|
b) |
De queenies worden aan boord gekoeld of ingevroren binnen twee uur na de vangst |
|
c) |
De vissersvaartuigen brengen hun vangst aan land in Peel, Ramsey, Douglas, en Port St Mary |
|
d) |
De queenies worden binnen twee uur nadat ze aan land zijn gebracht in een gesloten vrachtwagen vervoerd naar een verwerkingsbedrijf op het eiland Man waar ze meteen worden gekoeld |
|
e) |
De queenies worden de volgende dag met de hand geopend waarbij gebruik wordt gemaakt van een plat metalen mes |
|
f) |
Het visvlees wordt eruit gehaald en tweemaal met de hand gewassen — dat gebeurt zeer vlug om te voorkomen dat het visvlees water zou absorberen |
|
g) |
De kuit wordt intact gelaten |
|
h) |
Het visvlees wordt gewogen |
|
i) |
De schelpdieren worden in hun natuurlijke staat — droog (niet in een vloeistof gedompeld) — verpakt of individueel snel ingevroren (IQF) bij – 35 °C |
Stadia (a-c zoals hierboven)
|
d) |
De queenies worden met de hand geopend waarbij gebruik wordt gemaakt van, een plat metalen mes; één schelphelft wordt weggegooid samen met de kieuwen, de maag en de mantel (pallium) |
|
e) |
Het visvlees en de kuit blijven in de andere schelphelft |
|
f) |
De schelpdieren worden individueel snel ingevroren of worden als verse schelpdieren geleverd. |
3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:
—
3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:
—
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied:
Het eiland Man
De Isle of Man Queenies worden gevangen in uitgestrekte bedden in de „Manx Territorial Sea” (de territoriale wateren van het eiland Man). Dit gebied van 3 917 vierkante kilometer strekt zich wettelijk uit tot 12 zeemijl of de mediaanlijn van de basislijn van het eiland Man.
5. Verband met het geografische gebied:
5.1. Specificiteit van het geografische gebied:
De golfstroom tempert het klimaat van het eiland; de opwarming zorgt voor een gematigd klimaat. De zomers zijn meestal koel en vrij zonnig; de winters zijn zacht en nat met weinig vorst en sneeuw.
De Isle of Man Queenies worden gevangen in uitgestrekte bedden in de territoriale wateren van het eiland Man. Queenies hebben aparte habitatvoorkeuren en kenmerkend is hun groepsgewijze spreiding (bedden) rond het eiland Man. Het feit dat de queenies vrij weinig bewegen, heeft ertoe geleid dat de geografische positie van de bedden betrekkelijk ongewijzigd is gebleven. Het kan bij de bedden gaan om permanente groepen dieren, die zich op een welbepaalde plek bevinden en van andere groepen gescheiden zijn door duidelijk afgebakende gebieden die voor jakobsschelpen ongeschikt zijn.
Bedden van queenies worden op het eiland Man al vele generaties lang gedocumenteerd. Vroege verwijzingen naar de aanwezigheid van grote populaties queen scallops rond het eiland Man zijn te vinden in „Marine Forna of the Isle of Man” (Moore, 1937). Een beperkt aantal belangrijke gebieden binnen het geografische verspreidingsgebied met een toereikende populatie laten commerciële visvangst toe. Dergelijke gebieden of visgronden liggen gewoonlijk ver uit elkaar en zijn gescheiden door gebieden die vanuit milieuoogpunt voor de soort ongeschikt zijn. Ieder van die visgronden telt meestal een aantal regio's of bedden die diverse km2 groot kunnen zijn en waar meer queen scallops worden aangetroffen dan elders.
Waterkwaliteit en temperatuur
De queeniebedden in de territoriale wateren van het eiland Man zijn omgeven door water dat op het vlak van organische en anorganische vervuilende stoffen van uitstekende kwaliteit is. Het eiland Man kan bogen op de langste geschiedenis van monsterneming van de Britse eilanden; vanuit een bekommernis om het milieu worden hier sedert het prille begin van de twintigste eeuw monsters van het zeewater genomen. De wetenschappelijke vooruitgang leidde ertoe dat meer en meer milieuparameters en biologische parameters werden gecontroleerd zodat de overheid van het eiland Man momenteel talrijke variabelen controleert waaronder nutriënten, bacteriën, fytoplankton en toxines in fytoplankton.
Het eiland Man kan een constante uitstekende waterkwaliteit aantonen met bewijzen en wetenschappelijk onderzoek die teruggaan tot 1904.
Het getijdenverschil is in West-Europa het grootst rond het eiland Man. Het getijdenverschil, samen met de vrij ondiepe zeebedding rond het eiland zorgen voor uitzonderlijk sterke getijdenstromen rond het eiland Man. Hoewel deze getijden de vissers, die van de lichte trawls gebruik maken, opzadelen met een uitzonderlijke hindernis, zorgen zij ook, enerzijds voor een voorbijschietende bron van plankton waarop de Isle of Man queenies voor hun snelle groei constant een beroep kunnen doen, en anderzijds voor de verspreiding van de larven van de dieren in het planktonstadium.
De visserij is op het eiland Man een traditionele bedrijfstak; de haringvisserij kreeg er voet aan de grond en werd georganiseerd in de jaren 1500. Met vissen op queenies werd midden de jaren 1800 begonnen toen deze weekdieren in het kader van de beugvisserij werden gebruikt als lokaas voor kabeljauw.
Destijds zorgden de queeniebedden voor een vruchtbare foerageerplek voor de kabeljauwscholen. In de zestiger jaren begonnen de vissers van het eiland Man de mogelijkheden om op queenies te vissen, te onderzoeken. In 1969 werden de eerste queenies in het kader van de commerciële visserij in Peel aan land gebracht en de schelpdieren werden al vlug als delicatesse erkend.
De verschillende queeniebedden rond het eiland werden door de vissers met namen bedacht zoals Lower and Higher chickens, Warts Bank en Burrow Head.
De visserijvloot van het eiland Man werd tot ongeveer 60 schepen uitgebreid in 1971 en met betrekking tot die periode werd een piek in de productie geregistreerd van ongeveer 7 500 ton (gevangen levend gewicht). Het grootste gedeelte van deze vangst werd rechtstreeks naar Amerika uitgevoerd.
5.2. Specificiteit van het product:
De wijde mantel (Aequipecten opercularis) is een middelgrote jakobsschelpsoort, een eetbaar „tweekleppig zeeweekdier” van de familie Pectinidae (mantels). De schelp kan geel, oranje, rood, bruin of purper van kleur zijn en kan een maximale diameter van 90 mm bereiken. Het vlees van een „queen scallop” is veel kleiner dan dat van een „king scallop”, die tot een andere soort behoort. Het vlees van de queenie is een ronde, cilindervormige spier met een diameter van 20 mm en een hoogte van 15 mm. Het vlees is ondoorzichtig crèmekleurig; er zit een tweedelige, oranje/witte, halvemaanvormige kuit aan vast. Wanneer ze wordt bereid, is de queenie vast en zacht met een vlezige, vochtigblijvende textuur. De queenie heeft een unieke, zoete, van andere jakobsschelpen verschillende smaak, een fijn aroma en ook een lichte zeesmaak. Isle of Man Queenies worden in de territoriale wateren van het eiland Man, hoofdzakelijk door op het eiland Man geregistreerde visserijschepen en met behulp van een lichte trawl, gevangen en vervolgens op het eiland Man aan land gebracht, verwerkt en verpakt.
Queenies zijn een snelgroeiende, langlevende soort met een maximale levensduur die zelden vijf jaar overschrijdt. Zij bereiken de voor de verkoop geschikte grootte van 55 mm binnen 2 à 3 jaar afhankelijk van de voor hun voeding beschikbare micro-algen uit de waterkolom.
De golfstroom tempert het klimaat van het eiland; de opwarming zorgt voor een gematigd klimaat. Queenies hebben aparte habitatvoorkeuren en kenmerkend is hun groepsgewijze spreiding (bedden) rond het eiland Man. Het feit dat de queenies vrij weinig bewegen, heeft ertoe geleid dat de geografische positie van de bedden betrekkelijk ongewijzigd is gebleven. Het kan bij de bedden gaan om permanente groepen dieren, die zich op een welbepaalde plek bevinden en van andere groepen gescheiden zijn door duidelijk afgebakende gebieden die voor queenies ongeschikt zijn.
5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):
De combinatie van milieuomstandigheden — waterkwaliteit, temperatuur, sterke getijdenstromen en de beschikbaarheid van geschikte planktonvoeding — hebben ertoe geleid dat de queenie-densiteit in de territoriale wateren van het eiland Man voortdurend hoog is en dat het snelgroeiende visvlees dat hier wordt geproduceerd bijzonder succulent is. Bovendien bevatten de schelpen meer visvlees dan elders het geval is. De typische opbrengst aan visvlees van Isle of Man queenies bedraagt 12 à 14 %; bij queenies die elders zijn gevangen, bedraagt die 6 à 8 %.
De visserij is op het eiland Man een traditionele bedrijfstak; de haringvisserij kreeg er voet aan de grond en werd georganiseerd in de jaren 1500. Met vissen op queenies werd midden de jaren 1800 begonnen toen deze weekdieren in het kader van de beugvisserij werden gebruikt als lokaas voor kabeljauw.
Destijds zorgden de queeniebedden voor een vruchtbare foerageerplek voor de kabeljauwscholen. In de zestiger jaren, toen de visbestanden begonnen te dalen, begonnen de vissers van het eiland Man de mogelijkheden om op queenies te vissen, te onderzoeken. In 1969 werden de eerste queenies die in het kader van de commerciële visserij waren gevangen, in Peel aan land gebracht en de schelpdieren werden al vlug als een delicatesse erkend.
In het begin van de jaren 80 boorde het eiland Man nieuwe markten aan in Frankrijk en Spanje waar de queenies in de handel werden gebracht met de kuit. Momenteel worden Isle of Man queenies verkocht aan markten in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en Spanje. De verwerkers willen graag nieuwe kwaliteitsmarkten permanent aanboren hoewel de productie steeds beperkt zal zijn als gevolg van de natuurlijke productiviteit van de bedden en de noodzaak om duurzame bestanden voor de toekomst veilig te stellen.
De Isle of Man scallops sleepten de „Billingsgate Sustainable Seafood of the Year 2011 Award” (een prijs voor in het kader van duurzame visserij gewonnen schaal- en schelpdieren) in de wacht in het kader van een jaarlijks in Londen georganiseerd evenement dat wordt bijgewoond door zowel over voeding berichtende auteurs en inkopers van schaal- en schelpdieren als restaurantbezitters en milieu-ngo's. Deze prestigieuze prijs wordt uitgereikt nadat de finalisten elk een voordracht van 20 minuten hebben gehouden over het duurzame karakter van de visserij-industrie in kwestie. De link naar de „award” is: http://www.seafoodtraining.org/celebrating_sustainable_seafood_at_billingsgate_school.htm
Het eiland Man mocht de prijs in ontvangst nemen omdat — aan de hand van gepubliceerde wetenschappelijke gegevens die in het kader van een externe opdracht waren verkregen — kon worden aangetoond dat aan deze duurzaamheidvereiste was voldaan. Dezelfde wetenschappelijke gegevens werden gebruikt ter ondersteuning van het accrediteringsproces van de Marine Stewardship Council die weldra zijn bevindingen zal formuleren. Op 20 mei 2011 werd de visserij-industrie van het eiland Man, als eerste op jakobsschelpen vissende industrie in het noordelijk halfrond, en als tweede op jakobsschelpen vissende industrie wereldwijd, formeel door de Marine Stewardship Council geaccrediteerd. Nadere gegevens met betrekking tot de accreditering en de bevindingen van de beoordelaars kan u vinden op: http://www.msc.org/track-a-fishery/in-assessment/north-east-atlantic/isle-of-man-queen-scallop
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:
(artikel 5 (7) van Verordening (EG) nr. 510/2006)
http://archive.defra.gov.uk/foodfarm/food/industry/regional/foodname/products/documents/isle-of-man-queenie-pdo.pdf
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
|
11.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/s3 |
MEDEDELING
Op 11 februari 2012 wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie C 38 A de „Gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen — 1e aanvulling op de 30e volledige uitgave” gepubliceerd.
Abonnees van het Publicatieblad ontvangen gratis een exemplaar naargelang van het aantal en van de ta(a)l(en) van hun abonnement(en). Zij worden verzocht om de onderstaande bestelbon, naar behoren ingevuld, met opgave van hun abonneenummer (code aan de linkerkant van elk etiket, beginnende met O/…), te retourneren. Dit gratis aanbod geldt gedurende een jaar, met ingang van de verschijningsdatum van het betrokken Publicatieblad.
Niet-abonnees kunnen dit Publicatieblad tegen betaling verkrijgen bij een van onze verkoopkantoren (zie http://publications.europa.eu/others/agents/index_nl.htm).
Het Publicatieblad kan — net als alle Publicatiebladen (L, C, C A, C E) — gratis worden geraadpleegd op de website http://eur-lex.europa.eu