ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2012.011.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 11

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

55e jaargang
13 januari 2012


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2012/C 011/01

Richtsnoeren betreffende de toepassing van Richtlijn 2004/113/EG van de Raad op verzekeringen, in het licht van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in zaak C-236/09 (Test-Aankoop) ( 1 )

1

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2012/C 011/02

Wisselkoersen van de euro

12

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2012/C 011/03

Bijwerking van de lijst van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB C 247 van 13.10.2006, blz. 19; PB C 153 van 6.7.2007, blz. 22; PB C 182 van 4.8.2007, blz. 18; PB C 57 van 1.3.2008, blz. 38; PB C 134 van 31.5.2008, blz. 19; PB C 37 van 14.2.2009, blz. 8; PB C 35 van 12.2.2010, blz. 7; PB C 304 van 10.11.2010, blz. 5; PB C 24 van 26.1.2011, blz. 6; PB C 157 van 27.5.2011, blz. 8; PB C 203 van 9.7.2011, blz. 16)

13

 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2012/C 011/04

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6444 — Terrena/Lyonnaise des Eaux/JV) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

14

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2012/C 011/05

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

16

2012/C 011/06

Aankondiging betreffende een verzoek uit hoofde van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG — Verlenging van de termijn — Verzoek van een aanbestedende dienst

21

2012/C 011/07

Aankondiging betreffende een verzoek uit hoofde van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG — Intrekking — Verzoek van een aanbestedende dienst

22

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

13.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 11/1


Richtsnoeren betreffende de toepassing van Richtlijn 2004/113/EG van de Raad op verzekeringen, in het licht van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in zaak C-236/09 (Test-Aankoop)

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 11/01

1.   INLEIDING

1.

Bij artikel 5 van Richtlijn 2004/113/EG van de Raad van 13 december 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten (1) (hierna: „de richtlijn”) is het gebruik van seksegerelateerde actuariële factoren bij het verlenen van verzekeringsdiensten en aanverwante financiële diensten geregeld. In artikel 5, lid 1, is bepaald dat in alle nieuwe contracten die na 21 december 2007 worden gesloten, het gebruik van sekse als een factor bij de berekening van premies en uitkeringen niet mag resulteren in verschillen in de premies en uitkeringen van individuele personen (hierna: „de regel van sekseneutraliteit”). Artikel 5, lid 2, voorziet in een uitzondering op deze regel door de lidstaten toe te staan proportionele verschillen in premies en uitkeringen voor individuele personen te handhaven in de gevallen waarin sekse een bepalende factor is bij de beoordeling van het risico op basis van relevante en nauwkeurige actuariële en statistische gegevens.

2.

In een arrest van 1 maart 2011 (2) (hierna: „het arrest Test-Aankoop”) heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: „het Hof van Justitie”) artikel 5, lid 2, met ingang van 21 december 2012 ongeldig verklaard. Het Hof van Justitie is van oordeel dat deze bepaling die de lidstaten toestaat een uitzondering op de in artikel 5, lid 1, vastgelegde regel van sekseneutraliteit zonder beperking in de tijd te handhaven, in strijd is met de verwezenlijking van het door de wetgever op verzekeringsgebied vastgestelde doel van de richtlijn, namelijk gelijke behandeling van vrouwen en mannen bij de berekening van verzekeringspremies en -uitkeringen, en derhalve onverenigbaar is met de artikelen 21 en 23 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

3.

In alle lidstaten is momenteel een verschillende behandeling van vrouwen en mannen toegestaan met betrekking tot ten minste één vorm van verzekering. Met name mogen verzekeraars in alle lidstaten het geslacht van de verzekeringnemer als risicobepalende factor bij levensverzekeringen toepassen (3). Het arrest Test-Aankoop heeft daarom gevolgen voor alle lidstaten.

4.

Deze richtsnoeren hebben als doel de naleving van het arrest Test-Aankoop op nationaal niveau te vergemakkelijken. Het standpunt van de Commissie doet evenwel geen afbreuk aan een eventuele toekomstige uitlegging van artikel 5 door het Hof van Justitie.

2.   RICHTSNOEREN

5.

Met ingang van 21 december 2012 moet de in artikel 5, lid 1, vastgelegde regel van sekseneutraliteit zonder enige uitzondering worden toegepast bij de berekening van de premies en uitkeringen van individuele personen voor nieuwe contracten.

2.1.   Gevolgen van het arrest Test-Aankoop — contracten waarop het van toepassing is

2.1.1.   Artikel 5, lid 1, is met ingang van 21 december 2012 zonder uitzondering van toepassing

6.

In het arrest Test-Aankoop komt het Hof van Justitie met betrekking tot artikel 5, lid 2, van de richtlijn tot de conclusie dat „deze bepaling ongeldig (moet) worden geacht bij het verstrijken van een passende overgangsperiode”, die op 21 december 2012 eindigt (4). Dit betekent dat de voorschriften van artikel 5, lid 1, vanaf die datum zonder uitzondering moeten worden nageleefd.

2.1.2.   Artikel 5, lid 1, is alleen van toepassing op nieuwe contracten

7.

De overgangsperiode moet worden geïnterpreteerd in het licht van de doelstelling van de richtlijn, die is vastgelegd in artikel 5, lid 1, waarin wordt bepaald dat de regel van sekseneutraliteit alleen geldt voor nieuwe contracten die na de uiterste omzettingsdatum van de richtlijn (21 december 2007) worden gesloten. Zoals in overweging 18 van de richtlijn wordt toegelicht, heeft deze bepaling ten doel een plotse herordening van de markt te voorkomen. Het arrest Test-Aankoop verandert niets aan deze doelstelling en laat tevens de in artikel 5, lid 1, vervatte bepaling onverlet dat de regel van sekseneutraliteit alleen van toepassing is op nieuwe contracten. Het arrest Test-Aankoop betekent dat deze regel met ingang van 21 december 2012 zonder uitzondering op nieuwe contracten moet worden toegepast, aangezien artikel 5, lid 2, vanaf die datum ongeldig is.

8.

Volgens vaste rechtspraak vereisen de eenvormige toepassing van het Unierecht en het gelijkheidsbeginsel dat de bewoordingen van een bepaling van Unierecht die voor de betekenis en de strekking ervan niet uitdrukkelijk naar het recht van de lidstaten verwijst, normaliter in de gehele Europese Unie autonoom en uniform moeten worden uitgelegd (5).

9.

De richtlijn bevat geen definitie van het begrip „nieuw contract”, noch verwijst zij voor de betekenis die aan deze woorden moet worden gegeven naar het nationale recht. Dit begrip moet derhalve voor de toepassing van de richtlijn worden geacht een autonoom Unierechtelijk begrip aan te duiden, dat op het grondgebied van de Unie uniform moet worden uitgelegd. Deze uniforme uitlegging strookt met de doelstelling van de richtlijn op verzekeringsgebied, namelijk de toepassing van de regel van sekseneutraliteit na het verstrijken van een overgangsperiode. Het in artikel 5, lid 1, bedoelde begrip „nieuw contract” is essentieel voor de toepassing van deze bepaling in de praktijk. Indien dit begrip op basis van het nationale contractenrecht op uiteenlopende wijze zou worden uitgelegd, zou het risico bestaan dat verschillende overgangstermijnen worden vastgesteld, waardoor de algemene toepassing van de regel van sekseneutraliteit, en daarmee ook de totstandbrenging van een gelijk speelveld voor alle verzekeringsmaatschappijen, zou worden vertraagd. De doelstelling van de richtlijn, die erop is gericht de gelijke behandeling van vrouwen en mannen met betrekking tot verzekeringspremies en -uitkeringen van individuele personen in alle lidstaten te garanderen vanaf de in artikel 5, lid 1, genoemde datum, zou hierdoor worden ondermijnd (6).

10.

Voor de toepassing van artikel 5, lid 1, is een duidelijk onderscheid tussen bestaande en nieuwe contracten vereist. Het onderscheid moet voldoen aan de eisen van rechtszekerheid, gebaseerd zijn op criteria die niet onnodig afbreuk doen aan bestaande rechten en beantwoorden aan de legitieme verwachtingen van alle partijen. Deze benadering is in overeenstemming met de door de richtlijn nagestreefde doelstelling om een plotse herordening van de markt te voorkomen, door de toepassing van de regel van sekseneutraliteit te beperken tot nieuwe contracten.

11.

De in artikel 5, lid 1, bedoelde regel van sekseneutraliteit is daarom van toepassing wanneer a) een contractuele overeenkomst wordt gesloten, of een wijziging in een bestaand contract wordt aangebracht, waarmee alle partijen uitdrukkelijk moeten instemmen, b) een partij de voor het sluiten van een contract vereiste instemming laatstelijk heeft betuigd op of na 21 december 2012.

12.

Bijgevolg worden de volgende overeenkomsten (7) geacht nieuwe contracten te zijn waarop de regel van sekseneutraliteit van toepassing is:

a)

contracten die voor het eerst worden gesloten op of na 21 december 2012 (8). Aanbiedingen die vóór 21 december 2012 worden gedaan, maar vanaf die datum worden aanvaard, moeten bijgevolg aan de regel van sekseneutraliteit voldoen;

b)

overeenkomsten die tussen partijen op of na 21 december 2012 worden gesloten met het oog op de verlenging van vóór die datum gesloten contracten die anders zouden aflopen.

13.

Daarentegen is er in de volgende situaties (9) geen sprake van een nieuw contract:

a)

de automatische verlenging van een reeds bestaand contract conform de daarin vervatte voorwaarden indien geen der partijen binnen een bepaalde termijn mededeling van opzegging heeft gedaan;

b)

de aanpassing van bepaalde elementen van een reeds bestaand contract, zoals een wijziging van de premies, op basis van tevoren vastgestelde parameters, in gevallen waarin voor een dergelijke aanpassing geen uitdrukkelijke instemming van de polishouder is vereist (10);

c)

het afsluiten door de polishouder van een polis voor hogere of aanvullende dekking waarvan de voorwaarden reeds zijn overeengekomen in een vóór 21 december 2012 gesloten contract, voor zover een dergelijke polis door een eenzijdig besluit van de polishouder van kracht wordt (11);

d)

de gewone overdracht van een verzekeringsportefeuille van de ene naar de andere verzekeraar, zonder dat de status van de contracten in die portefeuille wordt gewijzigd.

2.2.   Seksegerelateerde verzekeringspraktijken die in de toekomst mogelijk blijven

14.

Krachtens artikel 5, lid 1, mag het gebruik van sekse als een factor bij de berekening van premies en uitkeringen niet resulteren in verschillen in de premies en uitkeringen van individuele personen. Het gebruik van het geslacht van de verzekeringnemer als risicobepalende factor is niet algemeen verboden. Een dergelijk gebruik is wel toegestaan bij de berekening van gemiddelde verzekeringspremies en –uitkeringen, zolang dit niet tot een differentiëring op individueel niveau leidt. Ondanks het arrest Test-Aankoop blijft het dus, binnen die grenzen, mogelijk om gegevens met betrekking tot het geslacht van verzekeringnemers of seksegerelateerde gegevens te verzamelen, op te slaan en te gebruiken, d.w.z.:

—   berekening van reserves en interne prijsstelling: verzekeraars mogen ook in de toekomst gegevens met betrekking tot het geslacht van verzekeringnemers verzamelen en gebruiken voor de interne risicobeoordeling, met name om in overeenstemming met de voor het verzekeringsbedrijf geldende solvabiliteitsregels technische voorzieningen te berekenen en de samenstelling van hun portefeuille vanuit het oogpunt van prijsstelling te bewaken;

—   prijsstelling voor herverzekeringen: herverzekeringscontracten zijn contracten tussen een verzekeraar en een herverzekeraar. Het blijft in de toekomst mogelijk om het geslacht van verzekeringnemers bij de prijsstelling van herverzekeringsproducten te gebruiken, zolang dit niet tot een differentiëring op individueel niveau leidt;

—   marketing en reclame: ingevolge artikel 3, lid 3, is de richtlijn niet van toepassing op media- en reclame-inhoud, terwijl artikel 5, lid 1, alleen de berekening van de premies en uitkeringen van individuele personen betreft. Daarom kunnen verzekeraars ook in de toekomst gebruik maken van marketing en reclame om de samenstelling van hun portefeuille te beïnvloeden, bijvoorbeeld door zich in advertenties speciaal tot mannen of vrouwen te richten. Verzekeraars mogen de toegang tot een specifiek product echter niet weigeren op grond van het geslacht van een persoon, tenzij aan de voorwaarden van artikel 4, lid 5, is voldaan (12);

—   levens- en ziektekostenverzekeringen: de regel van sekseneutraliteit betekent dat premies en uitkeringen voor twee personen die dezelfde verzekeringspolis afsluiten niet uitsluitend op grond van hun respectieve geslacht mogen verschillen. Er zijn echter andere risicofactoren, zoals de gezondheidstoestand of de familiale voorgeschiedenis, op basis waarvan een differentiëring mogelijk is en die door verzekeraars vanwege bepaalde fysieke verschillen tussen de seksen alleen kunnen worden beoordeeld wanneer zij het geslacht van de verzekeringnemers in aanmerking nemen (13).

15.

De Commissie is tevens van oordeel dat verzekeraars, onder de in artikel 4, lid 5, gestelde voorwaarden, seksespecifieke verzekeringsproducten (of opties als onderdeel van contracten) kunnen blijven aanbieden die betrekking hebben op aandoeningen die uitsluitend of hoofdzakelijk leden van een bepaald geslacht betreffen (14). Met betrekking tot zwangerschap en moederschap is dit evenwel uitgesloten op grond van het specifieke solidariteitsmechanisme waarin artikel 5, lid 3, voorziet.

2.3.   Toepassing van andere risicobepalende factoren

2.3.1.   Seksegerelateerde factoren — het probleem van indirecte discriminatie

16.

Het arrest Test-Aankoop heeft alleen betrekking op het gebruik van het geslacht van de verzekeringnemer als risicobepalende factor, en niet op de toelaatbaarheid van andere factoren die door verzekeraars worden gehanteerd. Ingevolge artikel 2, onder b), van de richtlijn is echter sprake van indirecte discriminatie wanneer een ogenschijnlijk neutrale risicofactor personen van een bepaald geslacht bijzonder benadeelt. In tegenstelling tot directe discriminatie kan indirecte discriminatie gerechtvaardigd zijn indien het doel van de ongelijke behandeling legitiem is en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.

17.

De toepassing van risicofactoren die eventueel seksegerelateerd zijn, blijft dus mogelijk, zolang het om op zichzelf staande risicofactoren gaat (15).

2.3.2.   Niet-seksegerelateerde factoren

18.

Het arrest Test-Aankoop heeft alleen betrekking op de toepassing van het geslacht van de verzekeringnemer als factor in een context waarin de respectieve situaties van mannen en vrouwen naar het oordeel van de wetgever vergelijkbaar zijn. Het heeft geen betrekking op de toepassing van andere risicobepalende factoren als leeftijd en handicap, waarvoor thans geen regeling op EU-niveau bestaat.

19.

In het arrest Test-Aankoop wijst het Hof van Justitie erop dat „(…) het gelijkheidsbeginsel [vereist] dat vergelijkbare situaties niet verschillend en verschillende situaties niet gelijk worden behandeld, tenzij een dergelijke behandeling objectief gerechtvaardigd is” en dat „de vergelijkbaarheid van situaties moet worden beoordeeld tegen de achtergrond van het voorwerp en het doel van de handeling van de Unie die het betrokken onderscheid invoert (…)” (16).

20.

Het gebruik van de factoren leeftijd en handicap zou ook volgens het voorstel voor een richtlijn betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid (17) zijn toegestaan, aangezien een dergelijk gebruik niet als discriminatie zou worden beschouwd. Wanneer de wetgever bepaalt dat een specifieke praktijk onder bepaalde omstandigheden geen discriminatie vormt, is er geen sprake van een afwijking van het beginsel van de gelijke behandeling van vergelijkbare situaties (die alleen gedurende een overgangsperiode zou zijn toegestaan). Die praktijk is veeleer in overeenstemming met het beginsel van gelijke behandeling, aangezien de situaties in kwestie niet vergelijkbaar zijn en verschillend dienen te worden behandeld (of dat het, ondanks de vergelijkbaarheid van de situaties, objectief gerechtvaardigd is om deze verschillend te behandelen).

2.4.   Verzekeringen en bedrijfspensioenen

21.

Sommige verzekeringsproducten, zoals lijfrenten, dragen bij tot het pensioeninkomen. De richtlijn heeft echter alleen betrekking op verzekeringen en pensioenen die berusten op een particuliere, vrijwillige en los van de arbeidsbetrekking staande grondslag, en is uitdrukkelijk niet van toepassing op aangelegenheden in verband met arbeid en beroep (18). De gelijke behandeling van vrouwen en mannen met betrekking tot bedrijfspensioenen valt onder Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (herschikking) (19).

22.

Sommige bedrijfspensioenregelingen voorzien in uitkeringen in een bepaalde vorm, zoals een lijfrente. Een dergelijke regeling valt onder Richtlijn 2006/54/EG, zelfs wanneer de uitkeringen in kwestie worden uitbetaald door een verzekeraar. Indien de individuele werknemer het verzekeringscontract daarentegen zonder tussenkomst van de werkgever rechtstreeks met de verzekeraar moet afsluiten, bijvoorbeeld om een bepaalde som om te zetten in een lijfrente, is er sprake van een situatie die onder de richtlijn valt. Krachtens artikel 8, lid 1, onder c), van Richtlijn 2006/54/EG zijn van de werkingssfeer daarvan uitdrukkelijk uitgesloten door werknemers aangegane verzekeringsovereenkomsten waarbij de werkgever geen partij is.

23.

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder h), van Richtlijn 2006/54/EG mogen voor vrouwen en mannen uiteenlopende niveaus voor de prestaties worden vastgesteld wanneer dit op grond van actuariële berekeningsfactoren gerechtvaardigd is. De Commissie is van oordeel dat het arrest Test-Aankoop geen juridische gevolgen voor deze bepaling heeft, die van toepassing is binnen de aparte en duidelijk afgebakende context van bedrijfspensioenen en die bovendien op heel andere wijze is geformuleerd dan artikel 5, lid 2, van de richtlijn. Volgens artikel 9, lid 1, onder h), van Richtlijn 2006/54/EG wordt de vaststelling van verschillende prestaties voor mannen en vrouwen dan ook niet als discriminatie beschouwd wanneer die verschillen gerechtvaardigd zijn door actuariële gegevens.

3.   TOEZICHT OP DE TOEPASSING VAN DE RICHTSNOEREN

24.

De lidstaten moeten de consequenties uit het arrest Test-Aankoop trekken en hun wetgeving vóór 21 december 2012 aanpassen om te waarborgen dat de regel van sekseneutraliteit door de verzekeraars wordt toegepast overeenkomstig de eisen van het arrest. Op basis van de in deze richtsnoeren uiteengezette criteria zal de Commissie de stand van zaken nauwlettend in het oog houden om ervoor te zorgen dat de nationale verzekeringswetgeving vanaf die datum volledig in overeenstemming is met het arrest.

25.

De Commissie wil een concurrerende en innovatieve bedrijfstak als de verzekeringssector aansporen voor de nodige aanpassingen te zorgen en de consument aantrekkelijke sekseneutrale producten aan te bieden, zonder dat het algemene prijsniveau daardoor op ongerechtvaardigde wijze wordt beïnvloed. De Commissie zal de ontwikkelingen op de verzekeringsmarkt op de voet blijven volgen teneinde eventuele ongerechtvaardigde prijsstijgingen naar aanleiding van het arrest Test-Aankoop op te sporen, en zal in het geval van vermeend concurrentieverstorend gedrag de beschikbare instrumenten van het mededingingsrecht daarbij betrekken (20).

26.

De Commissie zal in 2014, in het kader van een meer algemeen verslag over de tenuitvoerlegging van de richtlijn, verslag doen van de tenuitvoerlegging van het arrest Test-Aankoop in de nationale wetgeving en de verzekeringspraktijk.


(1)  PB L 373 van 21.12.2004, blz. 37.

(2)  Arrest van 1 maart 2011 in zaak C-236/09, PB C 130 van 30.4.2011, blz. 4.

(3)  Zie de bijlagen 1 en 2 voor meer informatie over de nationale wetgeving en nationale verzekeringspraktijken.

(4)  Punt 33 van het arrest.

(5)  Deze opvatting is laatstelijk bevestigd in het arrest van het Hof van Justitie van 18 oktober 2011 in zaak C-34/10, Oliver Brüstle/Greenpeace eV, punt 25. Zie ook zaak 327/82 Ekro, Jurispr. 1984, blz. 107, punt 11; zaak C-287/98, Linster, Jurispr. 2000, blz. I-6917, punt 43; zaak C-5/08, Infopaq International, Jurispr. 2009, blz. I-6569, punt 27, en zaak C-467/08, Padawan, Jurispr. 2010, blz. I-0000, punt 32.

(6)  Een zeer enge interpretatie van het begrip „nieuw contract” waarbij de mogelijkheid wordt gehandhaafd om het geslacht van de verzekeringnemer als risicobepalende factor te gebruiken bij de berekening van premies en uitkeringen voor individuele personen, zou indruisen tegen de in artikel 5, lid 1, vastgelegde doelstelling om de toepassing van een dergelijke factor uiterlijk na het verstrijken van de overgangsperiode uit te sluiten. Uiteenlopende interpretaties in de verschillende lidstaten zouden bovendien onverenigbaar zijn met het vereiste dat dit begrip, dat van essentieel belang is voor de betekenis en de strekking van de richtlijn, autonoom en uniform moet worden uitgelegd.

(7)  Het gaat hier om een niet-uitputtende opsomming van voorbeelden op basis van hun relevantie in de praktijk.

(8)  Bijvoorbeeld wanneer een verzekeringnemer besluit van aanbieder te wisselen om van de regel van sekseneutraliteit te kunnen profiteren.

(9)  Het gaat hier om een niet-uitputtende opsomming van voorbeelden op basis van hun relevantie in de praktijk.

(10)  Bijvoorbeeld de verhoging van de premies met een bepaald percentage dat is gebaseerd op de daadwerkelijk ingediende schadeclaims.

(11)  Bijvoorbeeld indien de verzekeringnemer het via een levensverzekering belegde bedrag wil verhogen.

(12)  Krachtens deze bepaling zijn verschillen in behandeling toegestaan indien de levering van de goederen en diensten aan, uitsluitend of hoofdzakelijk, leden van een bepaald geslacht door een legitiem doel wordt gerechtvaardigd en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.

(13)  Zo heeft bijvoorbeeld het feit dat er borstkanker in de familie voorkomt, voor een man niet dezelfde gevolgen voor het gezondheidsrisico als voor een vrouw (voor een goede beoordeling van deze gevolgen is het nodig dat men weet of de persoon in kwestie man of vrouw is). De risicofactor obesitas wordt bepaald aan de hand van de verhouding tussen buik- en heupomvang, die bij vrouwen anders is dan bij mannen. Een uitvoerigere lijst van voorbeelden is opgenomen in bijlage 3.

(14)  Bijvoorbeeld prostaatkanker, borst- of baarmoederkanker.

(15)  Zo blijft het op het gebied van motorrijtuigenverzekering bijvoorbeeld mogelijk om op basis van de motorinhoud verschillende premies te berekenen, ook al is het statistisch gezien zo dat mannen in auto's met een groter motorvermogen rijden. Dit is niet het geval als de differentiëring van de premies van de motorrijtuigenverzekering gebaseerd zou zijn op de lichaamslengte of het gewicht van de verzekeringnemer.

(16)  Zie de punten 28 en 29 van het arrest Test-Aankoop.

(17)  COM(2008) 426 definitief. In tegenstelling tot de richtlijn bevat dit voorstel geen algemeen beginsel zoals de regel van sekseneutraliteit op grond waarvan de toepassing van factoren als leeftijd of handicap niet mag resulteren in verschillende premies of uitkeringen. Met de relevante bepaling wordt in plaats daarvan beoogd te verduidelijken dat bijvoorbeeld twee personen van verschillende leeftijd zich niet in vergelijkbare situaties bevinden wat een levensverzekering betreft en dat evenredige verschillen in behandeling die op een gedegen risicobeoordeling zijn gebaseerd, derhalve geen discriminatie vormen.

(18)  Overweging 15 en artikel 3, lid 4, van de richtlijn. Contracten betreffende groepsverzekeringen voor ziektekosten of ongevallen vallen daarom evenmin onder het toepassingsgebied van de richtlijn.

(19)  PB L 204 van 26.7.2006, blz. 23.

(20)  De huidige groepsvrijstellingsverordening (Verordening (EU) nr. 267/2010 van de Commissie van 24 maart 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op bepaalde groepen van overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de verzekeringssector (PB L 83 van 30.3.2010, blz. 1)) voorziet in een vrijstelling die het verzekeraars mogelijk maakt onder bepaalde voorwaarden bepaalde soorten gegevens uit te wisselen via gemeenschappelijke compilaties, tabellen en onderzoeken. Overeenkomsten inzake commerciële premies zijn echter niet vrijgesteld. De groepsvrijstellingsverordening zal op 31 maart 2017 vervallen en de Commissie zal haar van tevoren evalueren om na te gaan of een verdere verlenging gerechtvaardigd is.


BIJLAGE 1

Gebruik van het geslacht van de verzekeringnemer als risicobepalende factor volgens de nationale wetgeving (a)

Land

Levensverzekering

Particuliere ziektekostenverz.

Hypotheek

Motorrijtuigenverz.

Reisverz.

Arbeidsongeschikth./inkomensverz.

Consumentenkrediet

Lijfrenteproducten

Ongevallenverz.

Creditcards

Depositorekeningen

Kredietverz.

Opstal- en inboedelverz.

Particuliere aansprakelijkheidsverz.

Verz. voor langdurige zorg

Verz. tegen gevaarlijke ziekten

Oostenrijk

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

België

Ja

Nee (2)

Nee (2)

Nee

Nee (2)

Nee

Nee (2)

Ja

Nee (2)

Nee (2)

Nee (2)

Nee (2)

Nee (2)

Nee (2)

Nee (2)

Nee

Bulgarije

Ja

Ja

n.b.

Nee

n.b.

n.b.

n.b.

Ja

Nee

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Ja

Cyprus

Ja

Nee

Nee (2)

Nee

Nee (2)

Nee

Nee (2)

Ja

Ja

Nee (2)

Nee (2)

n.b.

Nee (2)

Nee (2)

Nee

Nee

Tsjechië

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Denemarken

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Estland

Ja (1)

Ja (1)

n.b.

Nee

n.b.

n.b.

n.b.

Ja (1) (b)

Ja (1)

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Nee

n.b.

Finland

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Frankrijk

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Duitsland

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Griekenland

Ja (1)

n.b.

n.b.

Ja (1)

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Ja (1)

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Ja (1)

Hongarije

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ierland

Ja

Ja

n.b.

Ja

n.b.

Ja

n.b.

Ja

Nee

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Italië

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Letland

Ja

Ja

n.b.

Nee

n.b.

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Litouwen

Ja

Ja

n.b.

Nee

n.b.

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Ja

Luxemburg

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Malta

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Nederland

Ja (2)

Nee

Nee (c)

Nee

Nee (c)

Nee (2) (c)

Nee (c)

Nee (2) (c)

Nee

Nee (c)

Nee (c)

Nee (c)

Nee (c)

Nee (c)

Nee (c)

Nee (c)

Polen

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Portugal

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Roemenië

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Slowakije

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Slovenië

Ja

Ja

n.b.

Nee

n.b.

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Spanje

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Zweden

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Verenigd Koninkrijk

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Bronnen: Implementation of the Insurance Gender Directive, Groupe Consultatif 2009, tenzij anders vermeld: (1) enquête door Civic Consulting onder bevoegde autoriteiten; (2) interviews door Civic Consulting met bevoegde autoriteiten, organen voor gelijke behandeling en sectororganisaties. Noten: (a) De tabel geeft per lidstaat aan voor welke financiële producten het gebruik van het geslacht van de consument is toegestaan overeenkomstig artikel 5, lid 2, van de richtlijn. (b) Niet naar sekse uitgesplitste mortaliteitstabellen in het geval van verplichte pensioenregelingen. (c) Verzekeraars kunnen bij de berekeningen rekening houden met het geslacht van de verzekeringnemers, maar dit mag niet resulteren in verschillende premies voor mannen en vrouwen. n.b.: niet beschikbaar.


BIJLAGE 2

Feitelijk gebruik van factoren voor risicobeoordeling per product (op basis van cijfers van betrokken partijen)

Productcategorie

Definitie van de productcategorie

Factoren

 

 

Geslacht

Leeftijd

Handicap

Verzekeringsproducten

Particuliere ziektekostenverzekering

Particuliere ziektekostenverzekering — verzekering ter dekking van gezondheidsrisico's die niet door een nationaal ziekenfonds worden gedekt of ter aanvulling van de nationale regeling

++

++

++

Verzekering tegen gevaarlijke ziekten

Verzekering tegen gevaarlijke ziekten — verzekeringspolis die recht geeft op een uitkering indien bij de verzekeringnemer gedurende de looptijd een nader omschreven gevaarlijke ziekte wordt vastgesteld

++

++

++

Arbeidsongeschiktheids-/inkomensverzekering

Arbeidsongeschiktheids-/inkomensverzekering — verzekering die voorziet in uitkeringen ter vervanging van gederfde inkomsten indien de verzekeringnemer arbeidsongeschikt wordt

++

++

++

Levensverzekering

Levensverzekering — verzekering die met name voorziet in een uitkering wanneer de verzekeringnemer een bepaalde leeftijd bereikt of in een uitkering aan de begunstigde in het geval van overlijden van de verzekeringnemer

++

++

++

Lijfrenteproducten

Lijfrenteproducten (met inbegrip van particuliere pensioenen) — verzekering die voorziet in regelmatige uitkeringen in de toekomst in ruil voor de betaling van een bedrag ineens of een reeks regelmatige betalingen voorafgaand aan de uitkeringen

++

++

+

Motorrijtuigenverzekering

Motorrijtuigenverzekering — verzekering voor particuliere voertuigen, die ten minste een aansprakelijkheidsdekking omvat

++

++

+

Reisverzekering

Reisverzekering — tijdelijke verzekering ter dekking van ten minste tijdens de reis gemaakte medische kosten en eventuele financiële of andere schade opgelopen tijdens de reis

+

++

+

Ongevallenverzekering

Ongevallenverzekering — verzekering ter dekking van schade als gevolg van lichamelijk letsel of de kosten van medische behandeling die na een ongeval noodzakelijk is

+

+

+

Verzekering voor langdurige zorg

Verzekering voor langdurige zorg — verzekering ter dekking van de kosten van langdurige zorg na een bepaald tijdstip vanaf hetwelk de ziektekostenverzekering niet meer van toepassing is

+

+

+

Kredietverzekering/verzekering tegen wanbetaling

Kredietverzekering/verzekering tegen wanbetaling — verzekering ter waarborging van de maandelijkse kredietaflossingen voor het geval de kredietnemer werkloos wordt of inkomen derft als gevolg van een ongeval of ziekte

+

+

+

Opstal-/inboedelverzekering

Opstal-/inboedelverzekering — verzekeringspolis tegen schade aan onroerend goed of inboedel

o

+

o

Particuliere aansprakelijkheidsverzekering

Particuliere aansprakelijkheidsverzekering — verzekering die bescherming biedt tegen schadeclaims van derden, waarbij uitkeringen er normaal gesproken toe dienen de door derden geleden schade te vergoeden die is veroorzaakt door de verzekeringnemer

o

+

o

Bank-/kredietproducten (1)

Hypotheken

Hypotheken — leningen die door onroerend goed worden gedekt

o

+

o

Consumentenkrediet (2)

Consumentenkrediet — kortetermijnlening aan consumenten voor de aanschaf van goederen, met inbegrip van kredietrekeningen bij winkels, persoonlijke leningen en huurkoop, maar uitgezonderd creditcards

o

+

o

Creditcards

Creditcards — kaart die de houder het recht geeft goederen en diensten te kopen op basis van de toezegging van de houder om deze goederen en diensten op een later tijdstip te betalen

o

+

o

Depositorekening

Depositorekening — rekening-courant of spaarrekening of een andere vorm van bankrekening bij een bankinstelling die de houder de mogelijkheid geeft om geld te storten of op te nemen

o

o

o

Noten:

++

=

wordt vaak toegepast (door 50 % of meer van alle deelnemende sectororganisaties, actuariële verenigingen en bevoegde autoriteiten en organen voor gelijke behandeling).

+

=

wordt af en toe toegepast (door 10 % tot 50 % van alle deelnemende sectororganisaties, actuariële verenigingen en bevoegde autoriteiten en organen voor gelijke behandeling).

o

=

wordt zelden toegepast (door minder dan 10 % van alle deelnemende sectororganisaties, actuariële verenigingen en bevoegde autoriteiten en organen voor gelijke behandeling).

In gevallen waarin sprake is van afwijkingen tussen de cijfers die zijn gemeld door de drie groepen waarop de evaluatie is gebaseerd (sectororganisaties/actuariële verenigingen/bevoegde autoriteiten en organen voor gelijke behandeling) wordt in de tabel het resultaat vermeld van de twee groepen die in dezelfde categorie vallen.

De verschillende productcategorieën kunnen tal van verschillende soorten producten omvatten die op de markt worden aangeboden. Gebundelde producten zijn hier buiten beschouwing gelaten (bijv. de combinatie van een rekening-courant en een verzekeringsproduct).


(1)  Leeftijd en geslacht zijn factoren die soms bij de kredietwaardigheidsbepaling worden toegepast en zijn in sommige gevallen van invloed op het al dan niet leveren van de gewenste bank-/kredietproducten.

(2)  Tot de consumentenkredieten behoren ook autofinancieringen en persoonlijke leningen.


BIJLAGE 3

Voorbeelden van seksegerelateerde praktijken die na het arrest Test-Aankoop mogelijk blijven — levens- en ziektekostenverzekeringen

Bij het opnemen van cliënten in een verzekering beoordeelt de verzekeraar het risico dat aan een aanvrager verbonden is alvorens deze tot een bundel van verzekerde risico’s toe te laten. Dit proces staat los van de bepaling van de basisprijs van een verzekeringsproduct en is bedoeld om rekening te houden met het risicoprofiel van elk individu. Indien een bepaalde aanvrager een hoger risico met zich meebrengt voor de bundel van standaardrisico’s waarvoor hij wordt toegelaten, zal de verzekeraar over het algemeen een aanvullende risicopremie verlangen („rating”). Verzekeraars gebruiken aanvraagformulieren om informatie over risicofactoren te vergaren, uiteenlopend van een lijst met eenvoudige vragen tot een zeer gedetailleerde vragenlijst over de gezondheidstoestand van de aanvrager. De mate van gedetailleerdheid hangt af van verschillende factoren, zoals het verzekeringsproduct in kwestie en het verzekerde bedrag. Ook kan een medisch onderzoek deel uitmaken van dit proces.

De onderstaande tabel bevat voorbeelden van seksegerelateerde verzekeringspraktijken die overeenkomstig artikel 5, lid 1, van de richtlijn zijn toegestaan en waarop het arrest Test-Aankoop derhalve niet van toepassing is. Het blijft, in algemene zin, mogelijk om bij vragen en tests en bij de interpretatie van medische resultaten rekening te houden met fysieke verschillen tussen mannen en vrouwen. De onderstaande voorbeelden laten de nationale wetgeving met betrekking tot bepaalde aspecten die niet onder de richtlijn vallen, onverlet.

Aanvraagformulieren

Verzekeraars mogen informatie verzamelen over de gezondheidstoestand en vragen stellen over seksespecifieke ziekten. Aanvraagformulieren mogen relevante vragen bevatten die verschillend zijn voor de seksen (uitgezonderd vragen over een eventuele zwangerschap).

Zo vormt bijvoorbeeld de familiale voorgeschiedenis een risicofactor die bijzonder relevant is voor bepaalde producten, zoals een verzekering tegen gevaarlijke ziekten.

Een vrouw in wier familie borstkanker voorkomt, moet over het algemeen een hogere risicopremie betalen dan een vrouw zonder een dergelijke familiale voorgeschiedenis, aangezien het hierbij om een belangrijke risicofactor voor het optreden van borstkanker gaat. Er bestaat echter geen reden om van een man met een dergelijke familiale voorgeschiedenis een hogere risicopremie te verlangen, aangezien de kans dat hij borstkanker krijgt zeer laag is.

Medische tests

De nodige medische tests zijn niet per se gelijk voor mannen en vrouwen, en het blijft mogelijk om voor de verzekeringsscreening seksespecifieke tests uit te voeren (mammografie, prostaatonderzoek, enz.).

Verzekeraars mogen ook naar sekse gedifferentieerde testlimieten blijven hanteren om rekening te houden met een verschillende verdeling van de kans op bestaande ziekten. Ischemische hartaandoeningen zijn ziekten waardoor voornamelijk mannen worden getroffen in de levensfase waarin zij meestal een verzekering afsluiten, terwijl dergelijke aandoeningen bij vrouwen vóór de menopauze nauwelijks voorkomen. Tests met betrekking tot ischemische hartziekten zijn derhalve zinvoller wanneer zij bij mannen worden uitgevoerd. Door rekening te houden met deze factor kunnen onnodige tests worden voorkomen.

Interpretatie van medische testresultaten

Verschillende referentiewaarden

Verschillende prognoses voor dezelfde ziekte

Medische referentiewaarden/prognoses kunnen voor mannen en vrouwen verschillend zijn, zodat bij de interpretatie van medische resultaten rekening moet worden gehouden met het geslacht van de verzekeringnemer, bijvoorbeeld:

het hemoglobineniveau wordt vaak gecontroleerd om bloedarmoede te kunnen vaststellen. De normale waarden zijn voor mannen anders dan voor vrouwen, wat betekent dat de gezondheidstoestand van een man en een vrouw met hetzelfde absolute resultaat niet identiek is. Daarom is het normaal dat de resultaten worden beoordeeld op basis van verschillende waarden voor mannen en vrouwen;

een verhoogde creatinineconcentratie is een aanwijzing voor een nieraandoening. De referentiewaarden zijn voor mannen anders dan voor vrouwen. Mannen hebben een hogere creatinineconcentratie in hun bloed omdat zij meer skeletspiermassa hebben;

de prognostische betekenis van hematurie (de aanwezigheid van rode bloedcellen in de urine) is voor mannen anders dan voor vrouwen; bij vrouwen kan er sprake zijn van valse positieve resultaten op grond van de menstruatie;

de controle op hart- en vaatziekten vindt meestal plaats door oefeningen. Aangezien vrouwen vóór het uitvoeren van de tests veel minder kans lopen op hart- en vaatziekten dan mannen, moet bij de interpretatie van positieve resultaten rekening worden gehouden met het geslacht, aangezien het uitvoeren van dergelijke tests bij jonge vrouwen meer valse positieve resultaten zou opleveren dan aanwijzingen voor daadwerkelijk bestaande aandoeningen;

dezelfde ziekte kan voor mannen andere gevolgen hebben dan voor vrouwen. Dit is bijvoorbeeld het geval voor het syndroom van Alport, een erfelijke nieraandoening. Vrouwen met deze ziekte hebben over het algemeen een normale levensverwachting en als enige symptoom hematurie, terwijl mannen rond hun 50e vaak doof worden en aan gezichtsstoornissen en nierfalen lijden.

Verzekeraars mogen derhalve de besluitvorming over het opnemen van verzekerden differentiëren op basis van naar sekse uitgesplitste normale waarden die door de medische wereld zijn vastgesteld. Aandoeningen of risicofactoren die gevolgen hebben voor beide seksen, maar in verschillende mate en met verschillend resultaat, kunnen ook in de toekomst tot een differentiëring leiden bij de besluitvorming over het opnemen van verzekerden.

Fysieke verschillen

Op grond van de fysieke verschillen tussen mannen en vrouwen (bijvoorbeeld wat betreft de skeletspiermassa) zijn er verschillen in de referentiewaarden en daarmee ook in de limieten die worden gehanteerd om vast te stellen wat normaal is en wat een afwijking (zie de vorige categorie). Zo wordt bijvoorbeeld alcohol door mannen en vrouwen op verschillende wijze verwerkt, en in richtsnoeren voor verantwoord alcoholgebruik worden door de overheid op medisch advies over het algemeen verschillende niveaus vastgesteld voor de beide seksen. Een consumptieniveau dat voor het ene geslacht nog verantwoord kan worden geacht, kan voor het andere onveilig zijn en een klinisch risico inhouden.

Prestaties

Twee personen bij wie dezelfde ziekte wordt vastgesteld, krijgen niet per definitie dezelfde medische behandeling, aangezien het geslacht van de patiënt van invloed kan zijn op de therapie die medisch gezien het meest geschikt voor hem/haar is. Zo wordt bijvoorbeeld de groei van bepaalde tumoren (bijv. bij nierkanker) in de hand gewerkt door hormonen, en de hormoonbehandeling om deze groei tegen te gaan kan gebaseerd zijn op seksespecifieke hormonen. Hierdoor zullen deze personen voor hun behandeling verschillende claims indienen bij hun ziektekostenverzekeraar.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

13.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 11/12


Wisselkoersen van de euro (1)

12 januari 2012

2012/C 11/02

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2736

JPY

Japanse yen

97,92

DKK

Deense kroon

7,4366

GBP

Pond sterling

0,83055

SEK

Zweedse kroon

8,8515

CHF

Zwitserse frank

1,2112

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,6770

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,581

HUF

Hongaarse forint

307,88

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6999

PLN

Poolse zloty

4,4392

RON

Roemeense leu

4,3490

TRY

Turkse lira

2,3545

AUD

Australische dollar

1,2303

CAD

Canadese dollar

1,2946

HKD

Hongkongse dollar

9,8933

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5985

SGD

Singaporese dollar

1,6441

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 470,72

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

10,2610

CNY

Chinese yuan renminbi

8,0467

HRK

Kroatische kuna

7,5450

IDR

Indonesische roepia

11 681,89

MYR

Maleisische ringgit

3,9991

PHP

Filipijnse peso

56,076

RUB

Russische roebel

40,2930

THB

Thaise baht

40,500

BRL

Braziliaanse real

2,2795

MXN

Mexicaanse peso

17,2985

INR

Indiase roepie

65,6160


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

13.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 11/13


Bijwerking van de lijst van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB C 247 van 13.10.2006, blz. 19; PB C 153 van 6.7.2007, blz. 22; PB C 182 van 4.8.2007, blz. 18; PB C 57 van 1.3.2008, blz. 38; PB C 134 van 31.5.2008, blz. 19; PB C 37 van 14.2.2009, blz. 8; PB C 35 van 12.2.2010, blz. 7; PB C 304 van 10.11.2010, blz. 5; PB C 24 van 26.1.2011, blz. 6; PB C 157 van 27.5.2011, blz. 8; PB C 203 van 9.7.2011, blz. 16)

2012/C 11/03

De publicatie van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) is gebaseerd op de informatie die door de lidstaten aan de Commissie wordt verstrekt overeenkomstig artikel 34 van de Schengengrenscode.

Naast de publicatie in het Publicatieblad wordt de lijst maandelijks bijgewerkt op de website van het directoraat-generaal Binnenlandse Zaken.

ZWEDEN

Vervanging van de informatie die is gepubliceerd in PB C 247 van 13.10.2006

Het richtbedrag voor het overschrijden van de grens is door de Zweedse wetgeving met ingang van 15 november 2011 vastgesteld op 450 SEK per dag.


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

13.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 11/14


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6444 — Terrena/Lyonnaise des Eaux/JV)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 11/04

1.

Op 22 december 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Lyonnaise des Eaux France („LDE”, Frankrijk) en Terrena (Frankrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming („Terre’o”, Frankrijk).

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

LDE: houdt zich bezig met de gehele watercyclus, van de productie van drinkwater tot afvalwaterbehandeling, klantenbeheerdiensten (meteropneming) en werkzaamheden aan distributie-installaties en -netwerken. LDE maakt deel uit van het concern GDF Suez,

Terrena: landbouw en voedingsmiddelen, groenteteelt en gespecialiseerde distributie, veeteelt en akkerbouw. Terrena is een landbouwcoöperatie waarvan het kapitaal in handen is van ongeveer 18 500 landbouwers en andere coöperatieve verenigingen,

Terre’o: beheer van waterzuiveringsstations en van de watercyclus van de voedingsmiddelenindustrie.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6444 — Terrena/Lyonnaise des Eaux/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

13.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 11/16


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2012/C 11/05

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„JAGNIĘCINA PODHALAŃSKA”

EG-nummer: PL-PGI-0005-0837-12.11.2010

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

„Jagnięcina podhalańska”

2.   Lidstaat of derde land:

Polen

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.1 —

Vers vlees (en verse slachtafvallen)

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

De beschermde geografische aanduiding heeft betrekking op de volgende lammerenrassen: Pools bergschaap, gekleurd bergschaap en/of Podhale zackel. Deze schapenrassen zijn geen kruisingen.

Een „Jagnięcina podhalańska” is een lam dat maximaal 60 dagen oud is. De geslachte dieren zijn zooglammeren die 4 tot 8 kg wegen.

De kenmerken van het vlees „Jagnięcina podhalańska” zijn:

1.

Organoleptische kenmerken:

lichtroze kleur;

een zachte, soepele structuur;

fijne smaak, sappig;

een karakteristiek aroma dat aan wild doet denken (hert in het bijzonder);

minimale vetheid van het karkas — vetheidsklasse 1 in het EUROP systeem;

een kleine hoeveelheid wit niervet (30 tot 40 g).

2.

Fysisch-chemische kenmerken:

gemiddeld totaal eiwitgehalte: van 18 % tot 23 %;

gemiddeld drogestofgehalte: van 20 % tot 25 %;

gemiddeld ruw-vetgehalte: van 1,25 % tot 2,2 %.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

De lammeren zijn uitsluitend zooglammeren.

In de zomer en de herfst grazen de schapen op de bergweiden en vormt groenvoeder de basis van hun dieet. In de winter en het vroege voorjaar wordt de schapen hooi, kuilhooi en krachtvoer gevoerd. Alle voeder, met uitzondering van het krachtvoer, moet van oorsprong zijn uit het in punt 4 afgebakende geografische gebied.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

De lammeren moeten geboren zijn in het in punt 4 omschreven gebied en daar worden gehouden tot ze de juiste slachtleeftijd en het juiste slachtgewicht hebben bereikt.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied:

In de provincie Silezië: de regio Cieszyn: de gemeente Istebna;

de regio Żywiec: de gemeenten Milówka, Węgierska Górka, Rajcza, Ujsoły, Jeleśnia en Koszarawa.

In de provincie Klein-Polen: de gehele regio Nowotarski en de gehele regio Tatrzański;

de regio Sucha: de gemeenten Zawoja, Bystra en Sidzina;

de regio Limanowa: Niedźwiedź en het gedeelte van Kamienica dat zich in het nationale park Gorce of ten zuiden van de Kamienica-rivier bevindt, en de volgende deelgemeenten van de gemeente Mszana Dolna: Olszówka, Raba Niżna, Łostówka, Łętowe en Lubomierz;

de regio Nowy Sącz: de gemeenten Piwniczna, Muszyna en Krynica.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

5.1.1.   Omgevingsfactoren

Het in punt 4 omschreven gebied vormt een gedeelte van de Westelijke Karpaten en omvat de Tatras en de Beskiden en Pieniny en Gorce. Het gebied waarin „jagnięcina podhalańska” worden gefokt, is groter dan het Podhale gebied in zijn huidige vorm; deze naam verwijst naar de micro-regio die het centrale gedeelte vormt van het gehele productiegebied. Het betreft een coherent gebied op historisch, cultureel en geografisch vlak. De unieke wijze waarop de schapen in dit gebied worden gehouden, werd gedurende eeuwen ontwikkeld en deze houderijwijze maakt integraal deel uit van het landschap en de cultuur in de regio.

De regio heeft te lijden van een ruw klimaat met een lage gemiddelde temperatuur van ongeveer 5 °C, een lange sneeuwperiode en veel neerslag, namelijk 900 tot 1 200 mm. Thermische omstandigheden, bepaald door de ligging van het gebied, zijn een belangrijk kenmerk van het klimaat. De hoge ligging van het gebied resulteert in koelere temperaturen.

Het Podhalegebied herbergt een weelde aan unieke vegetatie waar zowel inheemse als ingevoerde plantensoorten deel van uitmaken. Podhale is de enige plek in Polen waar de volgende planten worden aangetroffen: Delphinium oxysepalum, Linum extraaxillare, Gentiana nivalis, Gentiana clusii, Saussurea alpina, Saxifraga hieracifolia, Viola alpina, Campanula alpina, Anthyllis alpestris, Hieracium villosum en Astragalus penduliflorus.

Het Pilskomassief (1 557 meter hoog) in het landschapspark Żywiec, waarop zich een subalpiene zone heeft gevormd, net zoals in het Tatrasgebergte, is een van de meest ongeschonden gebieden in Polen. De subalpiene zone strekt zich uit van een hoogte van ongeveer 1 400 meter tot de top van het Pilskomassief.

Poolse bergschapen, gekleurde bergschapen en Podhale zackels grazen in het in punt 4 omschreven gebied. Slechts uit deze rassen geboren lammeren die worden opgefokt bij ooien die op traditionele wijze worden gehouden, worden voor de productie van „jagnięcina podhalańska” gebruikt. De schapen grazen het hele seizoen, van eind april tot begin oktober, op bergweiden. De ooien lammeren het hele jaar door. Lammeren die tijdens de wintermaanden worden geboren, worden tijdens de opfokperiode in de schapenstal gehouden. Wanneer de ooien naar buiten gaan om te grazen, worden de lammeren in de stal gehouden. Lammeren die in het voorjaar worden geboren, mogen, indien de weersomstandigheden het mogelijk maken, de ooien vergezellen wanneer deze buiten gaan grazen.

De dieren moeten in het in punt 4 omschreven gebied grazen.

De Podhale zackel is een ras dat in het in punt 4 omschreven gebied is opgedoken op het ogenblik dat de Walachijer schaapherderstammen door de Karpaten migreerden; deze migratie startte in de 14e eeuw en eindigde in de 16e eeuw bij de Moravische Poort. Podhale zackels zijn beweeglijk, goed aangepast aan het ruwe klimaat in de regio en bestand tegen ziekte. Ze hebben een sterk kudde-instinct en leveren uitstekend vlees.

Het Poolse bergschaap is ontstaan uit de Podhale zackel, de zackel van de Karpaten uit Transsylvanië en het Oost-Friese schaap. De fokwijze verbeterde het gewicht van de volwassen ooien, de opbrengst en de kwaliteit van de wol, en de melkopbrengst. De verbetering van de parameters op het vlak van de productie ging gepaard met de ontwikkeling van kenmerken die dit schaap uitermate geschikt maakten voor het strenge klimaat: er ontstond een zeer gezond schaap dat oud wordt, dat bestand is tegen ziekten en dat — de omstandigheden waarin het wordt gehouden in acht genomen — veel melk levert en zeer vruchtbaar is. Ook de kwaliteit en de kenmerken van het schapenvlees konden worden gehandhaafd. Poolse bergschapen hebben een witte vacht. Gekleurde bergschapen hebben een donkerbruine vacht die later grijs of roodbruin wordt.

5.1.2.   Historische en menselijke factoren

De komst van de Walachijerstammen bracht een grondige wijziging van de landbouweconomie in de hele regio teweeg en betekende tevens de start van de veehouderij: voortaan werden schapen, geiten en runderen gehouden. De Walachijers waren tevens zeer handig op het vlak van de productie van melk, kaas, wol en leder en introduceerden deze vaardigheden in het gebied. De oudste schriftelijke verwijzing naar de Walachijers dateert van de 15e eeuw en wordt aangetroffen in „Het leven van de Heilige Kinga van Polen“ van Jan Długosz. In een verslag van 1564 is er sprake van Walachijers die hun schapen hoedden in het district Lanckorona in de regio Żywiec en in de hertogdommen Oświęcim en Zator. Documenten uit Podhale daterend van het eind van de 16e eeuw bevatten vergunningen om de schapen vrij te laten grazen op bergweiden hetgeen erop wijst dat er zich in het gebied in die periode reeds kudden bevonden.

De lokale fokkers van „jagnięcina podhalańska” zetten uitsluitend de rassen in waarnaar in punt 5.1.1. wordt verwezen aangezien deze dieren vanuit genetisch oogpunt goed zijn aangepast aan het ruwe bergklimaat en het resultaat zijn van generaties natuurlijke selectie. Het talent om met deze rassen te werken, houdt nauw verband met de door de plaatselijke fokkers verworven ervaring. Deze rassen zijn inheemse Podhale rassen zoals blijkt uit de publicatie uit 1960 „Pasterstwo Tatr Polskich i Podhala” (8 volumes). Een ander kenmerk van de beweiding is de „redykó” waarbij de schapen naar de bergweiden en later weer naar beneden worden gebracht; dat bevordert de spierontwikkeling en stimuleert het immuunsysteem. De „redykó” houdt tevens in dat de schapen zich tegoed kunnen doen aan telkens een ander plantendieet, naargelang het subalpiene gebied waarin zij grazen; hierdoor is een gevarieerd dieet met een ruime waaier aan nutriënten gewaarborgd. De knowhow van de plaatselijke hooglandbewoners en de duidelijk vastgelegde regels met betrekking tot de schapenhouderij kunnen aan de kwaliteit van „jagnięcina podhalańska” worden afgelezen. De productie van „jagnięcina podhalańska” maakt integraal deel uit van de plaatselijke cultuur en de traditionele wijzen waarop de schapen worden gehouden, dragen bij aan de band tussen de generaties en handhaven de unieke identiteit, het unieke dialect en de unieke cultuur, kunst en traditie van de gemeenschap.

5.2.   Specificiteit van het product:

„Jagnięcina podhalańska” valt op door de beperkte vetheid van het karkas en de uitzonderlijke sappigheid die het vlees te danken heeft aan het intramusculaire vet of de marmering. Het vlees onderscheidt zich ook door zijn zachtroze kleur en zijn zachte maar soepele structuur. Het meest karakteristieke en onderscheidende kenmerk van „jagnięcina podhalańska” is de specifieke smaak en het specifieke aroma dat aan wild (en met name aan hertenvlees) doet denken.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De link tussen „jagnięcina podhalańska” en het gebied is gebaseerd op de kenmerken van het product, die met zijn geografische oorsprong en faam in verband worden gebracht.

„Jagnięcina podhalańska” dankt zijn kenmerken aan de houderijmethode. De lammeren worden op extensieve wijze gehouden en er wordt optimaal en uitsluitend gebruik gemaakt van weiden in het in punt 4 omschreven gebied. De houderijmethode wordt gekenmerkt door de permanente trek van de ene weide naar de andere (transhumance), behalve in de winter. Het beweiden van de dieren zorgt voor het specifieke karakter van het product aangezien de ooien zich voeden met een gevarieerde en unieke vegetatie in gebieden waarvan niet op intensieve wijze gebruik wordt gemaakt. Dat heeft gevolgen voor de melk die de lammeren bij het zogen drinken en bijgevolg voor de kenmerken van „jagnięcina podhalańska”. Tijdens de winter wanneer ze op stal worden gehouden, wordt de dieren hooi en kuilhooi van oorsprong uit het in punt 4 omschreven geografische gebied gevoerd. Met het oog op de voeding van de lammeren, krijgen de ooien het hele jaar door ruwvoer met eenzelfde botanische samenstelling.

De genetische constitutie van de rassen die van oudsher voor de productie van „jagnięcina podhalańska” worden ingezet, en de specifieke natuurlijke omstandigheden in de regio zijn zeer bepalend voor het verwaarloosbare vetgehalte van het lamsvlees. De wijze waarop de lammeren worden gevoed — uitsluitend gezoogd door de ooien — draagt ook bij aan het lage vetgehalte van het lamsvlees. De natuurlijke omstandigheden in het gebied en met name de uitzonderlijke vegetatie die als voer voor de schapen dient, hebben gevolgen voor de kwaliteit en de voedingswaarde van de melk die de ooien produceren. Dat uit zich rechtstreeks in de specifieke smaak en in het wildaroma van het vlees, het kenmerk waardoor „jagnięcina podhalańska” zich het meest onderscheidt. De unieke eigenschappen van de inheemse vegetatie van de regio gaan via de melk van de ooien over in de lammeren. Het oorspronkelijke genotype dat kenmerkend is voor de rassen die worden gebruikt om „jagnięcina podhalańska” te produceren draagt eveneens bij aan de specifieke smaak.

„Jagnięcina podhalańska” dankt zijn uitzonderlijke sappigheid aan de marmering, m.a.w. aan het intramusculaire vet. Tijdens de bereiding smelt dit vet maar het blijft in het vlees aanwezig en maakt het sappig. De vleessappen bevatten substanties die de smaak en het aroma overbrengen. De vluchtige substanties in het vet zijn de belangrijkste componenten van de smaak en het aroma. Behalve de jonge leeftijd van het dier is het de samenstelling van het dieet van „jagnięcina podhalańska” dat in wezen bepalend is voor deze kenmerken.

Faam van het product:

„Jagnięcina podhalańska” staat zowel bij Poolse als bij buitenlandse consumenten hoog in aanzien. De goede reputatie die „jagnięcina podhalańska” bij de consumenten geniet, is gebaseerd op de lange traditie van schapenhouderij in de regio. De honderden jaren oude traditie van het „bergschapen hoeden”, die een sterk „merk” in het leven riep, heeft ertoe geleid dat de binnenlandse consumenten „jagnięcina podhalańska” identificeren met de oorsprongsregio. Dat de consumenten zich bewust zijn van de diepgewortelde traditie van de schapenhouderij heeft, samen met de populariteit van de hooglandethos, eveneens aan de faam van „jagnięcina podhalańska” bijgedragen.

Een van Polen's populairste hooggebergten bevindt zich in het productiegebied hetgeen de faam van de producten van de regio eveneens ten goede is gekomen. De consument beseft reeds lang dat het hele gebied kan bogen op een zuivere natuurlijke omgeving met een unieke vegetatie en dat dit in de kwaliteit van „jagnięcina podhalańska” tot uiting komt. De allereerste kaart van Cieszyn Silezië die in 1724 werd gepubliceerd liet de lezer kennismaken met 50 herdershutten; met de tweede editie van de kaart werd hij aangemaand om het berggebied van het hertogdom Cieszyn te bezoeken en te genieten van de gezonde ooienmelk, vooral in de maand mei wanneer de kruiden op hun best zijn. Aangezien de consument zich bewust is van de positieve weerslag van het ongeschonden milieu in het gebied op het product, en van de goede faam ervan, is hij ook bereid voor „jagnięcina podhalańska” dieper in de buidel te tasten.

De consument stelt „jagnięcina podhalańska” vooral op prijs voor het uitzonderlijke en specifieke aroma en voor de fijne smaak van het vlees. De kwaliteit en de smaak van „jagnięcina podhalańska” en het feit dat dit vlees niet uit een vermageringsdieet moet worden geweerd, hebben ertoe geleid dat „jagnięcina podhalańska” is uitgegroeid tot een specialiteit van het hoogland.

De eerste prijs „Perla”, die het product naar aanleiding van de nationale wedstrijd „Ons culinair erfgoed” in 2008 wegkaapte, zorgde voor een bevestiging van de faam van „jagnięcina podhalańska”.

Deze faam komt tot uiting in de hogere prijs die voor het product, in vergelijking met lamsvlees uit andere regio's, wordt gevraagd. De prijs die de producenten voor „jagnięcina podhalańska” ontvangen, ligt zowat 10 à 20 % hoger dan die voor lam uit andere delen van Polen.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

http://www.minrol.gov.pl/index.php?/pol/Jakosc-zywnosci/Produkty-regionalne-i-tradycyjne/Zlozone-wnioski-o-rejestracje-Produkty-regionalne-i-tradycyjne


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


13.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 11/21


Aankondiging betreffende een verzoek uit hoofde van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG — Verlenging van de termijn

Verzoek van een aanbestedende dienst

2012/C 11/06

Op 26 oktober 2011 heeft de Commissie een verzoek ontvangen uit hoofde van artikel 30, lid 5, van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (1).

Dat verzoek, dat door het Bundesverband der Energie- und Wasserwirtschaft e.V. voor rekening van de aanbestedende diensten van de sector is ingediend, betreft de groothandelsproductie en -verkoop van elektriciteit in Duitsland. In PB C 337 van 18.11.2011, blz. 7, is een aankondiging betreffende dit verzoek gepubliceerd. De oorspronkelijke termijn loopt af op 27 januari 2012.

Omdat de diensten van de Commissie aanvullende informatie nodig hebben en moeten bestuderen, wordt de termijn waarover de Commissie beschikt om een besluit over dit verzoek te nemen overeenkomstig artikel 30, lid 6, tweede zin, met drie maanden verlengd.

De definitieve termijn loopt dus af op 27 april 2012.


(1)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1.


13.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 11/22


Aankondiging betreffende een verzoek uit hoofde van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG — Intrekking

Verzoek van een aanbestedende dienst

2012/C 11/07

Op 19 juli 2011 heeft de Commissie een verzoek ontvangen uit hoofde van artikel 30, lid 5, van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (1).

Dit verzoek van RWE Gas Storage s.r.o betreft de opslag van gas in de Tsjechische Republiek. In PB C 228 van 3.8.2011, blz. 9, is een aankondiging betreffende dit verzoek gepubliceerd. De oorspronkelijke termijn liep af op 20 oktober 2011. Deze termijn is verlengd tot 20 januari 2012 en deze termijnverlenging is bekendgemaakt in PB C 301 van 12.10.2011, blz. 12.

Op 21 december 2011 heeft de aanvrager het verzoek ingetrokken, dat als nietig moet worden beschouwd. Het is derhalve niet nodig een besluit te nemen over de eventuele toepassing van artikel 30, lid 1, op deze sectoren in de Tsjechische Republiek. Bijgevolg blijft Richtlijn 2004/17/EG van toepassing wanneer aanbestedende diensten opdrachten plaatsen voor de opslag van gas in de Tsjechische Republiek en wanneer zij prijsvragen organiseren om daar een dergelijke activiteit te verrichten.


(1)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1.