ISSN 1977-0995 doi:10.3000/19770995.C_2011.339.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
54e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2011/C 339/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6368 — TPG/Fournais Holding/Lars Seier Christensen Holding/Saxo Bank) ( 1 ) |
|
|
Rectificaties |
|
2011/C 339/19 |
||
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.6368 — TPG/Fournais Holding/Lars Seier Christensen Holding/Saxo Bank)
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 339/01
Op 3 november 2011 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32011M6368. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/2 |
Wisselkoersen van de euro (1)
18 november 2011
2011/C 339/02
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,3576 |
JPY |
Japanse yen |
104,06 |
DKK |
Deense kroon |
7,4426 |
GBP |
Pond sterling |
0,85805 |
SEK |
Zweedse kroon |
9,1606 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,2378 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
7,8200 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,475 |
HUF |
Hongaarse forint |
305,30 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,7045 |
PLN |
Poolse zloty |
4,4200 |
RON |
Roemeense leu |
4,3643 |
TRY |
Turkse lira |
2,4686 |
AUD |
Australische dollar |
1,3479 |
CAD |
Canadese dollar |
1,3879 |
HKD |
Hongkongse dollar |
10,5719 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,7800 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,7579 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 546,23 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
11,0814 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
8,6273 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,4950 |
IDR |
Indonesische roepia |
12 244,66 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,2907 |
PHP |
Filipijnse peso |
58,927 |
RUB |
Russische roebel |
41,8304 |
THB |
Thaise baht |
42,072 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,4043 |
MXN |
Mexicaanse peso |
18,5448 |
INR |
Indiase roepie |
69,5840 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/3 |
Advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtsposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 26 maart 2010 betreffende een voorlopig ontwerpbesluit in zaak COMP/38.344 (1) — Spanstaal
2011/C 339/03
1. |
Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Europese Commissie dat de feiten neerkomen op een overeenkomst en/of onderling afgestemde feitelijke gedraging in de zin van artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst. |
2. |
Het Adviescomité is het eens dat de overeenkomsten en/of onderling afgestemde feitelijke gedragingen één enkele en voortdurende inbreuk vormen voor spanstaal voor de periode waarin die bestonden. |
3. |
Het Adviescomité is het met de Europese Commissie eens dat de overeenkomsten en/of onderling afgestemde feitelijke gedragingen tot doel hadden de concurrentie te beperken. |
4. |
Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Europese Commissie wat betreft de duur van de inbreuken voor elk van de adressaten. |
5. |
Het Adviescomité is het eens met het ontwerpbesluit van de Europese Commissie wat betreft de conclusie dat de overeenkomst tussen de adressaten de handel tussen de EU-lidstaten en tussen de overeenkomstsluitende partijen van de EER merkbaar ongunstig kon beïnvloeden. |
6. |
Het Adviescomité is het eens met het ontwerpbesluit van de Europese Commissie wat betreft de adressaten van het besluit, meer bepaald inzake de toewijzing van de aansprakelijkheid aan de moedermaatschappijen van de betrokken concerns. |
7. |
Het Adviescomité beveelt aan dat zijn advies in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt. |
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/4 |
Advies van het Adviescomite voor mededingingsregelingen en machtsposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 25 juni 2010 betreffende een voorlopig ontwerpbesluit in zaak COMP/38.344 (2) — Spanstaal
2011/C 339/04
1. |
Het Adviescomité is het met de Europese Commissie eens dat de adressaten van het ontwerpbesluit een geldboete dient te worden opgelegd. |
2. |
Het Adviescomité is het met de Europese Commissie eens wat het basisbedrag van de geldboeten betreft. |
3. |
Het Adviescomité is het met de Europese Commissie eens wat de verzachtende en verzwarende omstandigheden betreft. |
4. |
Het Adviescomité is het met de Europese Commissie eens over de vermindering van de geldboeten overeenkomstig de clementieregeling van 2002. |
5. |
Het Adviescomité is het met de beoordeling van de Europese Commissie eens wat het onvermogen tot betaling betreft. |
6. |
Het Adviescomité is het met de Europese Commissie eens wat de definitieve bedragen van de geldboeten betreft. |
7. |
Het Adviescomité beveelt aan dat zijn advies in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt. |
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/5 |
Eindverslag van de raadadviseur-auditeur in zaak COMP/38.344 — Spanstaal
(Opgesteld overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21))
2011/C 339/05
Deze zaak betreft langlopende prijs- en quotaregelingen tussen Europese leveranciers van spanstaal.
I. DE SCHRIFTELIJKE PROCEDURE
1. Mededeling van punten van bezwaar en achtergrond
Op 30 september 2008 deed de Commissie 40 bedrijven (hierna tezamen „de partijen” genoemd), die 18 ondernemingen vormen, een mededeling van punten van bezwaar toekomen.
Het onderzoek van de Commissie kwam er nadat het Bundeskartellamt in 2002 documenten had overhandigd, en het werd aangevuld door een verzoek om boete-immuniteit dat op grond van de clementieregeling van 2002 (1) was ingediend. Nadat de Commissie voorwaardelijke boete-immuniteit had verleend, voerde zij onaangekondigde inspecties uit bij een groot aantal producenten van spanstaal en één andere onderneming. Na deze inspecties ontving de Commissie nog andere clementieverzoeken. Vooraleer de mededeling van punten van bezwaar vast te stellen, heeft de Commissie deze clementieverzoekers meegedeeld dat zij geen boete-immuniteit konden krijgen, en heeft zij hun haar voorlopige conclusies meegedeeld ten aanzien van de mogelijkheden voor een boetevermindering en, in voorkomend geval, ook aangegeven binnen welke bandbreedte deze vermindering zou liggen.
Op basis van de verzamelde gegevens kwam de Commissie tot de voorlopige conclusie dat de partijen, gedurende uiteenlopende perioden, één enkele voortgezette inbreuk en/of herhaalde inbreuken hadden gemaakt op artikel 101 VWEU (sinds 1 januari 1984) en op artikel 53, lid 1, van de EER-Overeenkomst (voor de periode van 1 januari 1994 tot 19 september 2002).
2. Toegang tot het dossier
De partijen kregen in oktober 2008 toegang tot het dossier via een dvd. Zij kregen ten kantore van de Commissie ook toegang tot mondelinge en schriftelijke verklaringen die in het kader van de clementieregeling waren gedaan. In dat verband verheugt het mij te mogen vaststellen dat, ondanks de omvang en de complexiteit van het dossier, geen van de partijen kwesties aan de orde heeft gesteld die de toegang tot het dossier betreffen.
3. Termijnen voor een schriftelijke reactie
De partijen hadden aanvankelijk een termijn van zes weken (te rekenen vanaf de dag na de ontvangst van de dvd met het dossier) de tijd om schriftelijk te antwoorden op de mededeling van punten van bezwaar. Een aantal partijen heeft gemotiveerde verzoeken ingediend om deze termijn te verlengen, verzoeken waarin ik heb bewilligd. Alle partijen hebben binnen de termijn geantwoord.
II. DE MONDELINGE PROCEDURE
Op 11 en 12 februari 2009 vond een hoorzitting plaats, waaraan werd deelgenomen door vertegenwoordigers van alle partijen, op vier na.
In de mondelinge presentatie van met name één onderneming (met onder meer presentaties van één persoon) werden de in de mededeling van punten van bezwaar aangevoerde feiten met betrekking tot de mogelijke betrokkenheid van die onderneming bij het kartel fel betwist. De betrokken onderneming verschafte onder meer bewijsmateriaal dat zij in de betrokken periode een scherpe concurrentiestrijd had gevoerd. In haar schriftelijke antwoord voerde zij vergelijkbare argumenten aan.
III. HET ONTWERP-BESLUIT
In het ontwerp-besluit handhaaft de Commissie in wezen haar bezwaren zoals die in de mededeling van punten van bezwaar zijn uiteengezet. Na de schriftelijke en mondelinge verklaringen van de partijen zijn zowel de betrokken producten als de aard van de mogelijke mededingingsverstorende gedragingen enigszins ingeperkt.
Vier partijen (rechtspersonen) tot wie de mededeling van punten van bezwaar was gericht, zijn uit het ontwerp-besluit geschrapt, met inbegrip van de in punt II besproken onderneming. Ofschoon de totale duur van de inbreuk die in het ontwerp-besluit is vastgesteld, dezelfde is als die welke in de mededeling van punten van bezwaar werd vermeld, is de vastgestelde duur van de deelname voor bepaalde ondernemingen en bepaalde partijen binnen ondernemingen verminderd.
Wat de toepassing van de richtsnoeren boetetoemeting van 2006 betreft, was in de mededeling van punten van bezwaar een aantal ondernemingen als potentiële kopstukken van het kartel aangemerkt, maar dit punt is in het ontwerp-besluit niet gehandhaafd. Ook zijn in het ontwerp-besluit minder ondernemingen als recividisten aangemerkt dan in de mededeling van punten van bezwaar het geval was, zoals er ook minder eerdere beschikkingen zijn aangehaald.
Ten slotte stel ik vast dat in het ontwerp-besluit van de Commissie, bij de berekening van het 10 %-omzetplafond, over het algemeen sprake is van de recentst beschikbare omzetgegevens (terwijl toch ook het in artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 bepaalde juridische plafond in acht wordt genomen). Op die wijze houdt de Commissie rekening met de recente financieel-economische crisis en de impact daarvan op de door de partijen behaalde omzet. Deze afwijking komt de partijen ten goede. Niettemin heeft de Commissie, in het geval van één partij, verwezen naar een vroeger jaar, omdat die partij sinds een aantal jaren geen omzet meer genereert.
Het ontwerp-besluit gaat, naar mijn mening, enkel in op bezwaren ten aanzien waarvan de partijen de gelegenheid hebben gekregen hun opmerkingen kenbaar te maken.
IV. CONCLUSIE
Gelet op de bovenstaande overwegingen ben ik van oordeel dat in deze zaak voor alle partijen bij de procedure het recht te worden gehoord in acht is genomen.
Brussel, 29 juni 2010.
Michael ALBERS
(1) Mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken, (PB C 45 van 19.2.2002, blz. 3).
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/7 |
Samenvatting van het besluit van de Commissie
van 30 juni 2010
inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst tegen de ondernemingen ArcelorMittal, Emesa/Galycas/ArcelorMittal (España), GlobalSteelWire/Tycsa, Proderac, Companhia Previdente/Socitrel, Fapricela, Nedri/HIT Groep, WDI/Pampus, DWK/Saarstahl, voestalpine Austria Draht, Rautaruukki/Ovako, Italcables/Antonini, Redaelli, CB Trafilati Acciai, I.T.A.S., Ori Martin/Siderurgica Latina Martin en Emme Holding
(Zaak COMP/38.344 — Spanstaal)
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 4387 (definitief), besluit zoals gewijzigd bij het besluit van de Commissie van 30 september 2010, kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 6676 (definitief), en bij het besluit van de Commissie van 4 april 2011, kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 2269 (definitief))
(Slechts de tekst in de Nederlandse, de Engelse, de Duitse, de Italiaanse, de Portugese en de Spaanse taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 339/06
Op 30 juni 2010 heeft de Commissie een besluit vastgesteld met betrekking tot een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en artikel 53 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER-Overeenkomst), dat bij de besluiten van de Commissie van 30 september 2010 en 4 april 2011 werd gewijzigd. Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (1) publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit, waaronder de opgelegde sancties, rekening houdend met het rechtmatige belang van de ondernemingen bij de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.
1. INLEIDING
(1) |
Dit besluit is gericht tot 36 rechtspersonen die onderdeel vormen van 17 spanstaalondernemingen, omdat zij hebben deelgenomen aan één enkele voortdurende inbreuk op artikel 101 van het VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst. Zij hebben deelgenomen aan de vaststelling van prijzen en volumes, de verdeling van klanten en de uitwisseling van commercieel gevoelige informatie in het kader van een kartel in de sector spanstaal (de producten „speciale strengen” en „draagkabels” uitgezonderd). Het kartel duurde van januari 1984 tot september 2002 en bestreek alle landen die in die periode de EU15 vormden, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Griekenland. Ook Noorwegen was bij het kartel betrokken. Het kartel staakte zijn activiteiten in 2002, toen de onderneming DWK/Saarstahl het bestaan ervan bekendmaakte op grond van de in datzelfde jaar ingevoerde clementieregeling van de Commissie (2). |
2. BESCHRIJVING VAN DE ZAAK
2.1. Procedure
(2) |
Het onderzoek in deze zaak werd geopend toen DWK Drahtwerk Köln GmbH (DWK) op 18 juni 2002 een verzoek om immuniteit indiende. |
(3) |
Naar aanleiding van de door dit bedrijf verstrekte informatie vonden op 19 en 20 september 2002 inspecties plaats in de bedrijfsruimten van 14 ondernemingen in zes landen. |
(4) |
Vervolgens ontving de Commissie tussen 21 september 2002 en 28 juni 2007 clementieverzoeken van zes ondernemingen. Daarnaast verschaften vier ondernemingen zelfincriminerende informatie in antwoord op verzoeken om inlichtingen. |
(5) |
Na de aanvang van het onderzoek in de zaak werden een aantal verzoeken om inlichtingen gericht aan alle ondernemingen die aan de concurrentieverstorende regelingen hadden deelgenomen, en werd op 7 en 8 juni 2006 een aanvullende inspectie verricht in het kantoor van de heer (…), extern adviseur van het (Italiaanse onderdeel van het) kartel. |
(6) |
De mededeling van punten van bezwaar werd op 30 september 2008 aangenomen en de hoorzitting vond plaats op 11 en 12 februari 2009. |
(7) |
De Commissie stelde op 30 juni 2010 een besluit vast, en stelde op 30 september 2010 een wijzigingsbesluit vast waarin bepaalde fouten in de berekening van de geldboeten werden gecorrigeerd. |
(8) |
Op 4 april 2011 stelde de Commissie opnieuw een wijzigingsbesluit vast, waarbij zij gebruikmaakte van haar beoordelingsmarge om de boetebedragen te verminderen voor vier bij het kartel betrokken rechtpersonen die hiervoor alleen aansprakelijk waren, zodat de geldboeten enkel de perioden zouden betreffen waarin deze rechtspersonen zonder hun huidige moederondernemingen aan het kartel hadden deelgenomen en het niveau van deze boeten niet onevenredig hoog zou zijn gezien hun grootte en omzet. De Commissie verlaagde de desbetreffende geldboeten tot tien procent van de omzet van deze rechtspersonen. |
2.2. Samenvatting van de inbeuk
(9) |
Deze zaak betreft een inbreuk op artikel 101 van het VWEU en, vanaf 1 januari 1994, op artikel 53 van de EER-Overeenkomst in de sector spanstaal, met uitzondering van speciale strengen en draagkabels. Spanstaal bestaat uit lange, gekrulde metaaldraden en -strengen die in combinatie met beton op bouwwerven worden gebruikt voor het maken van funderingen, balkons of bruggen alsook bij ondergrondse bouwwerken en in de bruggenbouw. |
(10) |
De betrokken leveranciers stelden prijzen en volumes vast, verdeelden klanten en wisselden commercieel gevoelige informatie uit in het kader van een kartel dat meer dan 18 jaar duurde, van tenminste 1 januari 1984 tot 19 september 2002. Daarnaast controleerden zij de afspraken op het gebied van prijzen, afnemers en volumes door middel van een systeem van nationale coördinatoren en bilaterale contacten. Sommige leveranciers waren tevens betrokken bij een speciale vorm van klantentoewijzing met betrekking tot een grote Scandinavische afnemer. De inbreuk vormt door zijn aard een van de ernstigste schendingen van artikel 101 van het VWEU. |
(11) |
Het kartel betrof een geheel van pan-Europese regelingen en werd aanvankelijk aangeduid als „Club Zürich”, naar de stad in Zwitserland waar de eerste kartelbijeenkomsten werden gehouden, en later als „Club Europa”. Maar er waren ook twee regionale afdelingen, een in Italië („Club Italia”) en een in Spanje/Portugal („Club España”). De verschillende regelingen in het kader van het kartel vormden één enkele, complexe en voortdurende inbreuk omdat zij onderling verbonden waren door overlappingen van grondgebied, lidmaatschap en periode. Verder hadden zij hetzelfde doel en maakten zij gebruik van soortgelijke mechanismen. Immers, het doel van het kartel was de marktaandelen van de leveranciers te stabiliseren om prijsdalingen te voorkomen en prijsverhogingen te vergemakkelijken. Dit gebeurde door afspraken te maken over volumes, prijzen en/of de verdeling van klanten. Deze afspraken werden gecontroleerd en er werden compensatiemechanismen in het leven geroepen. Bovendien waren de deelnemers aan de verschillende regelingen op de hoogte van elkaars inspanningen om de marktaandelen/prijzen te stabiliseren en werden er pogingen ondernomen om overeenstemming te bereiken over een gemeenschappelijk evenwicht en om gezamenlijk prijzen vast te stellen. |
(12) |
De betrokken ondernemingen ontmoetten elkaar doorgaans in de wandelgangen van officiële branchebijeenkomsten in hotels in heel Europa. De Commissie bezit bewijsmateriaal met betrekking tot meer dan 550 kartelbijeenkomsten. |
2.3. Adressaten en de duur van hun deelname
(13) |
De adressaten van het besluit hebben gedurende tenminste de volgende perioden aan de inbreuk deelgenomen:
|
2.4. Corrigerende maatregelen
2.4.1. Basisbedrag van de geldboeten
(14) |
Bij het vaststellen van de geldboeten heeft de Commissie rekening gehouden met de verkopen van de betrokken ondernemingen op de betrokken markt in het laatste jaar vóór de beëindiging van het kartel (2001; 2000 voor DWK), de zeer ernstige aard van de inbreuk, de geografische reikwijdte van het kartel en de lange duur ervan. |
2.4.2. Aanpassingen van het basisbedrag
2.4.2.1.
(15) |
De Commissie verhoogde de geldboete voor ArcelorMittal Fontaine en ArcelorMittal Wire France omdat deze ondernemingen reeds eerder voor betrokkenheid bij kartels waren beboet. Ook Saarstahl kreeg eerder een boete in verband met het kartel inzake stalen balken, maar ontving in deze zaak volledige immuniteit omdat deze onderneming als eerste inlichtingen verstrekte op grond van de clementieregeling van de Commissie van 2002. |
(16) |
De Commissie hield rekening met de geringere deelname van Proderac en Emme Holding door de boete voor deze ondernemingen met 5 % te verlagen. De boete voor ArcelorMittal España werd met 15 % verlaagd vanwege de medewerking van deze onderneming buiten de clementieregeling om. |
2.4.2.2.
(17) |
Voor een aantal ondernemingen zou de boete het wettelijke maximum van 10 % van de omzet over 2009 hebben overschreden; in die gevallen werd de boete tot 10 % verlaagd. |
2.4.3. Toepassing van de clementieregeling van 2002
(18) |
De Commissie heeft volledige immuniteit tegen geldboeten verleend aan DWK/Saarstahl en, op grond van de clementieregeling van 2002, de boete verlaagd voor Italcables/Antonini (50 %), Nedri (25 %), Emesa en Galycas (5 %), ArcelorMittal en haar dochterondernemingen (20 %) en WDI/Pampus (5 %) omdat deze ondernemingen medewerking hebben verleend. Redaelli en SLM voldeden niet aan de vereisten inzake medewerking en daarom werd hun boete niet verlaagd. |
2.4.4. Vermogen om te betalen
(19) |
De Commissie heeft in drie gevallen een verzoek in verband met het „onvermogen om te betalen” aanvaard en een verlaging toegekend van respectievelijk 25, 50 en 75 % van de boete die anders zou zijn opgelegd. Zij heeft van 13 ondernemingen dergelijke verzoeken ontvangen op grond van de richtsnoeren voor de berekening van geldboeten uit 2006. |
3. BESLUIT
(20) |
De volgende geldboeten werden opgelegd ingevolge artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003:
|
(1) PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.
(2) Deze bekendmaking was in overeenstemming met de mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken van 2002 (PB C 45 van 19.2.2002, blz. 3).
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/12 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij
2011/C 339/07
Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1) is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:
Dag en uur van sluiting |
24.10.2011 |
Duur |
24.10.2011-31.12.2011 |
Lidstaat |
Portugal |
Bestand of groep van bestanden |
RED/51214D |
Soort |
Roodbaarzen (diep water) — (Sebastes spp.) |
Gebied |
EU-wateren en internationale wateren van V; internationale wateren van XII en XIV |
Vissersvaartuigtype(s) |
— |
Referentienummer |
— |
Weblink naar het besluit van de lidstaat:
http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/fishing_rules/tacs/index_nl.htm
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/13 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij
2011/C 339/08
Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1) is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:
Dag en uur van sluiting |
31.10.2011 |
Duur |
31.10.2011-31.12.2011 |
Lidstaat |
Zweden |
Bestand of groep van bestanden |
POK/2A34. |
Soort |
Koolvis (Pollachius virens) |
Gebied |
IIIa en IV; EU-wateren van IIa, IIIb, IIIc en deelsectoren 22-32 |
Vissersvaartuigtype(s) |
— |
Referentienummer |
— |
Weblink naar het besluit van de lidstaat:
http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/fishing_rules/tacs/index_nl.htm
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/14 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij
2011/C 339/09
Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1) is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:
Dag en uur van sluiting |
23.10.2011 |
Duur |
23.10.2011-31.12.2011 |
Lidstaat |
Frankrijk |
Bestand of groep van bestanden |
HER/4AB. |
Soort |
Haring (Clupea harengus) |
Gebied |
EU-wateren en Noorse wateren van IV benoorden 53° 30′ NB |
Vissersvaartuigtype(s) |
— |
Referentienummer |
1152436 |
Weblink naar het besluit van de lidstaat:
http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/fishing_rules/tacs/index_nl.htm
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/15 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij
2011/C 339/10
Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1) is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:
Dag en uur van sluiting |
17.10.2011 |
Duur |
17.10.2011-31.12.2011 |
Lidstaat |
Denemarken |
Bestand of groep van bestanden |
LIN/3A/BCD |
Soort |
Leng (Molva molva) |
Gebied |
IIIa; EU-wateren van deelsectoren 22-32 |
Vissersvaartuigtype(s) |
— |
Referentienummer |
— |
Weblink naar het besluit van de lidstaat:
http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/fishing_rules/tacs/index_nl.htm
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/16 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij
2011/C 339/11
Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1) is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:
Dag en uur van sluiting |
31.10.2011 |
Duur |
31.10.2011-31.12.2011 |
Lidstaat |
Zweden |
Bestand of groep van bestanden |
COD/2A3AX4 |
Soort |
Kabeljauw (Gadus morhua) |
Gebied |
IV; EU-wateren van IIa; het gedeelte van IIIa dat niet bij het Skagerrak en het Kattegat hoort |
Vissersvaartuigtype(s) |
— |
Referentienummer |
— |
Weblink naar het besluit van de lidstaat:
http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/fishing_rules/tacs/index_nl.htm
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
V Adviezen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/17 |
Kennisgeving van een vacature voor de functie van Directeur (Rang AD 14)
2011/C 339/12
Het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, Cedefop, is een instelling van de Europese Unie die gevestigd is in Thessaloniki, Griekenland. Het Centrum ondersteunt de Europese Commissie en andere belanghebbenden bij het stimuleren van de bevordering en ontwikkeling van beroepsonderwijs en -opleiding.
Als directeur bent u verantwoordelijk voor het leiden, beheren en vertegenwoordigen van Cedefop en legt u verantwoording af aan de raad van bestuur en het Europees Parlement. U hebt een goed begrip van het internationale kader van een EU-organisatie en u werkt graag op topniveau in een internationale omgeving. Het contract is voor vijf jaar en kan worden verlengd.
De volledige vereisten voor kwalificaties en ervaring staan gedetailleerd beschreven in de kennisgeving van de vacature, o.a.:
— |
onderdaan zijn van een lidstaat van de EU; |
— |
het volledige mandaat van vijf jaar kunnen volmaken voordat de verplichte pensioenleeftijd wordt bereikt; |
— |
universitaire graad, bij voorkeur op een voor Cedefop relevant terrein; |
— |
15 jaar beroepservaring, opgedaan na het behalen van de universitaire graad, waarvan minstens 5 jaar op terreinen die verband houden met de werkzaamheden van Cedefop en minstens 5 jaar ervaring op hoger managementniveau; |
— |
goede talenkennis; |
— |
een internationale organisatie kunnen leiden en motiveren; |
— |
internationaal op leidinggevend niveau met EU-instellingen, overheidsinstanties en sociale partners kunnen communiceren en onderhandelen. |
Het sollicitatieformulier is beschikbaar in de kennisgeving van de vacature op de website van Cedefop: http://www.cedefop.europa.eu
Sollicitaties moeten uiterlijk op 9 januari 2012 worden ingediend. De datum van het poststempel geldt als bewijs.
De beoordeling van de sollicitanten zal gebeuren met ondersteuning van een HR-bedrijf.
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/18 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6401 — Waterland/Alychlo/Omega Pharma)
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 339/13
1. |
Op 9 november 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Waterland Private Equity Investment B.V. („Waterland”, Nederland) en Alychlo NV (die onder de uiteindelijke zeggenschap staat van M. Marc Coucke, België) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Omega Pharma NV („Omega”, België) door de verwerving van aandelen. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6401 — Waterland/Alychlo/Omega Pharma, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/19 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6407 — Apache/Mobil North Sea)
Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 339/14
1. |
Op 11 november 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Apache Corporation (Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Mobil North Sea Limited („MNSL”, Kaaimaneilanden), die deel uitmaakt van ExonMobil Group (Verenigde Staten), door de verwerving van activa. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2). |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6407 — Apache/Mobil North Sea, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/20 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6403 — Volkswagen/KPI Polska/Skoda Auto Polska/VW Bank Polska/VW Leasing Polska)
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 339/15
1. |
Op 14 november 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Volkswagen AG („VW”, Duitsland) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over KPI Polska Sp. z o.o. („KPI Polska”, Polen), Skoda Auto Polska SA („Skoda Auto Polska”, Polen), Volkswagen Bank Polska SA („VW Bank Polska”, Polen) en Volkswagen Leasing Polska Sp z o.o. („VW Leasing Polska”, Polen) door de verwerving van aandelen. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6403 — Volkswagen/KPI Polska/Skoda Auto Polska/VW Bank Polska/VW Leasing Polska, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/21 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6434 — Teekay/Marubeni/Maersk LNG)
Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 339/16
1. |
Op 14 november 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Teekay LNG Partners, via haar volle dochteronderneming Teekay LNG Operating, en Marubeni Corporation (Japan) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de indirecte gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Maersk LNG A/S (Denemarken) door de verwerving van aandelen. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2). |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6434 — Teekay/Marubeni/Maersk LNG, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/22 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6433 — Glencore International plc/Carlo Colombo SpA)
Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 339/17
1. |
Op 14 november 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Glencore International plc („Glencore”, Jersey) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Carlo Colombo SpA („Carlo Colombo”, Italië) door de verwerving van aandelen. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2). |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6433 — Glencore International plc/Carlo Colombo SpA, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/23 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6431 — Evonik Degussa/Treibacher Industries/JV)
Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 339/18
1. |
Op 14 november 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Evonik Industries AG („Evonik”, Duitsland) en Treibacher Industrie AG („Treibacher”, Oostenrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming („JV”, Duitsland) door de verwerving van aandelen. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2). |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6431 — Evonik Degussa/Treibacher Industries/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).
Rectificaties
19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/24 |
Rectificatie van de kennisgeving op grond van artikel 114, lid 5, van het VWEU — Verzoek om toestemming voor de invoering van nationale wetgeving die stringenter is dan de bepalingen van een EU-harmonisatiemaatregel
( Publicatieblad van de Europese Unie C 309 van 21 oktober 2011 )
2011/C 339/19
Bkadzijde 8, punt 1:
in plaats van:
„Op 17 mei 2011 heeft het Koninkrijk Zweden kennisgeving gedaan …”,
te lezen:
„Op 17 oktober 2011 heeft het Koninkrijk Zweden kennisgeving gedaan …”.