ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2011.339.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 339

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

54e jaargang
19 november 2011


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2011/C 339/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6368 — TPG/Fournais Holding/Lars Seier Christensen Holding/Saxo Bank) ( 1 )

1

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2011/C 339/02

Wisselkoersen van de euro

2

2011/C 339/03

Advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtsposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 26 maart 2010 betreffende een voorlopig ontwerpbesluit in zaak COMP/38.344 (1) — Spanstaal

3

2011/C 339/04

Advies van het Adviescomite voor mededingingsregelingen en machtsposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 25 juni 2010 betreffende een voorlopig ontwerpbesluit in zaak COMP/38.344 (2) — Spanstaal

4

2011/C 339/05

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur in zaak COMP/38.344 — Spanstaal (Opgesteld overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21))

5

2011/C 339/06

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 30 juni 2010 inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst tegen de ondernemingen ArcelorMittal, Emesa/Galycas/ArcelorMittal (España), GlobalSteelWire/Tycsa, Proderac, Companhia Previdente/Socitrel, Fapricela, Nedri/HIT Groep, WDI/Pampus, DWK/Saarstahl, voestalpine Austria Draht, Rautaruukki/Ovako, Italcables/Antonini, Redaelli, CB Trafilati Acciai, I.T.A.S., Ori Martin/Siderurgica Latina Martin en Emme Holding (Zaak COMP/38.344 — Spanstaal) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 4387 (definitief), besluit zoals gewijzigd bij het besluit van de Commissie van 30 september 2010, kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 6676 (definitief), en bij het besluit van de Commissie van 4 april 2011, kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 2269 (definitief))  ( 1 )

7

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2011/C 339/07

Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

12

2011/C 339/08

Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

13

2011/C 339/09

Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

14

2011/C 339/10

Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

15

2011/C 339/11

Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

16

 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

2011/C 339/12

Kennisgeving van een vacature voor de functie van Directeur (Rang AD 14)

17

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2011/C 339/13

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6401 — Waterland/Alychlo/Omega Pharma) ( 1 )

18

2011/C 339/14

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6407 — Apache/Mobil North Sea) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

19

2011/C 339/15

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6403 — Volkswagen/KPI Polska/Skoda Auto Polska/VW Bank Polska/VW Leasing Polska) ( 1 )

20

2011/C 339/16

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6434 — Teekay/Marubeni/Maersk LNG) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

21

2011/C 339/17

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6433 — Glencore International plc/Carlo Colombo SpA) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

22

2011/C 339/18

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6431 — Evonik Degussa/Treibacher Industries/JV) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

23

 

Rectificaties

2011/C 339/19

Rectificatie van de kennisgeving op grond van artikel 114, lid 5, van het VWEU — Verzoek om toestemming voor de invoering van nationale wetgeving die stringenter is dan de bepalingen van een EU-harmonisatiemaatregel (PB C 309 van 21.10.2011)

24

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6368 — TPG/Fournais Holding/Lars Seier Christensen Holding/Saxo Bank)

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 339/01

Op 3 november 2011 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32011M6368. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/2


Wisselkoersen van de euro (1)

18 november 2011

2011/C 339/02

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3576

JPY

Japanse yen

104,06

DKK

Deense kroon

7,4426

GBP

Pond sterling

0,85805

SEK

Zweedse kroon

9,1606

CHF

Zwitserse frank

1,2378

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,8200

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,475

HUF

Hongaarse forint

305,30

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7045

PLN

Poolse zloty

4,4200

RON

Roemeense leu

4,3643

TRY

Turkse lira

2,4686

AUD

Australische dollar

1,3479

CAD

Canadese dollar

1,3879

HKD

Hongkongse dollar

10,5719

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7800

SGD

Singaporese dollar

1,7579

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 546,23

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

11,0814

CNY

Chinese yuan renminbi

8,6273

HRK

Kroatische kuna

7,4950

IDR

Indonesische roepia

12 244,66

MYR

Maleisische ringgit

4,2907

PHP

Filipijnse peso

58,927

RUB

Russische roebel

41,8304

THB

Thaise baht

42,072

BRL

Braziliaanse real

2,4043

MXN

Mexicaanse peso

18,5448

INR

Indiase roepie

69,5840


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/3


Advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtsposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 26 maart 2010 betreffende een voorlopig ontwerpbesluit in zaak COMP/38.344 (1) — Spanstaal

2011/C 339/03

1.

Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Europese Commissie dat de feiten neerkomen op een overeenkomst en/of onderling afgestemde feitelijke gedraging in de zin van artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst.

2.

Het Adviescomité is het eens dat de overeenkomsten en/of onderling afgestemde feitelijke gedragingen één enkele en voortdurende inbreuk vormen voor spanstaal voor de periode waarin die bestonden.

3.

Het Adviescomité is het met de Europese Commissie eens dat de overeenkomsten en/of onderling afgestemde feitelijke gedragingen tot doel hadden de concurrentie te beperken.

4.

Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Europese Commissie wat betreft de duur van de inbreuken voor elk van de adressaten.

5.

Het Adviescomité is het eens met het ontwerpbesluit van de Europese Commissie wat betreft de conclusie dat de overeenkomst tussen de adressaten de handel tussen de EU-lidstaten en tussen de overeenkomstsluitende partijen van de EER merkbaar ongunstig kon beïnvloeden.

6.

Het Adviescomité is het eens met het ontwerpbesluit van de Europese Commissie wat betreft de adressaten van het besluit, meer bepaald inzake de toewijzing van de aansprakelijkheid aan de moedermaatschappijen van de betrokken concerns.

7.

Het Adviescomité beveelt aan dat zijn advies in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt.


19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/4


Advies van het Adviescomite voor mededingingsregelingen en machtsposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 25 juni 2010 betreffende een voorlopig ontwerpbesluit in zaak COMP/38.344 (2) — Spanstaal

2011/C 339/04

1.

Het Adviescomité is het met de Europese Commissie eens dat de adressaten van het ontwerpbesluit een geldboete dient te worden opgelegd.

2.

Het Adviescomité is het met de Europese Commissie eens wat het basisbedrag van de geldboeten betreft.

3.

Het Adviescomité is het met de Europese Commissie eens wat de verzachtende en verzwarende omstandigheden betreft.

4.

Het Adviescomité is het met de Europese Commissie eens over de vermindering van de geldboeten overeenkomstig de clementieregeling van 2002.

5.

Het Adviescomité is het met de beoordeling van de Europese Commissie eens wat het onvermogen tot betaling betreft.

6.

Het Adviescomité is het met de Europese Commissie eens wat de definitieve bedragen van de geldboeten betreft.

7.

Het Adviescomité beveelt aan dat zijn advies in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt.


19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/5


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur in zaak COMP/38.344 — Spanstaal

(Opgesteld overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21))

2011/C 339/05

Deze zaak betreft langlopende prijs- en quotaregelingen tussen Europese leveranciers van spanstaal.

I.   DE SCHRIFTELIJKE PROCEDURE

1.   Mededeling van punten van bezwaar en achtergrond

Op 30 september 2008 deed de Commissie 40 bedrijven (hierna tezamen „de partijen” genoemd), die 18 ondernemingen vormen, een mededeling van punten van bezwaar toekomen.

Het onderzoek van de Commissie kwam er nadat het Bundeskartellamt in 2002 documenten had overhandigd, en het werd aangevuld door een verzoek om boete-immuniteit dat op grond van de clementieregeling van 2002 (1) was ingediend. Nadat de Commissie voorwaardelijke boete-immuniteit had verleend, voerde zij onaangekondigde inspecties uit bij een groot aantal producenten van spanstaal en één andere onderneming. Na deze inspecties ontving de Commissie nog andere clementieverzoeken. Vooraleer de mededeling van punten van bezwaar vast te stellen, heeft de Commissie deze clementieverzoekers meegedeeld dat zij geen boete-immuniteit konden krijgen, en heeft zij hun haar voorlopige conclusies meegedeeld ten aanzien van de mogelijkheden voor een boetevermindering en, in voorkomend geval, ook aangegeven binnen welke bandbreedte deze vermindering zou liggen.

Op basis van de verzamelde gegevens kwam de Commissie tot de voorlopige conclusie dat de partijen, gedurende uiteenlopende perioden, één enkele voortgezette inbreuk en/of herhaalde inbreuken hadden gemaakt op artikel 101 VWEU (sinds 1 januari 1984) en op artikel 53, lid 1, van de EER-Overeenkomst (voor de periode van 1 januari 1994 tot 19 september 2002).

2.   Toegang tot het dossier

De partijen kregen in oktober 2008 toegang tot het dossier via een dvd. Zij kregen ten kantore van de Commissie ook toegang tot mondelinge en schriftelijke verklaringen die in het kader van de clementieregeling waren gedaan. In dat verband verheugt het mij te mogen vaststellen dat, ondanks de omvang en de complexiteit van het dossier, geen van de partijen kwesties aan de orde heeft gesteld die de toegang tot het dossier betreffen.

3.   Termijnen voor een schriftelijke reactie

De partijen hadden aanvankelijk een termijn van zes weken (te rekenen vanaf de dag na de ontvangst van de dvd met het dossier) de tijd om schriftelijk te antwoorden op de mededeling van punten van bezwaar. Een aantal partijen heeft gemotiveerde verzoeken ingediend om deze termijn te verlengen, verzoeken waarin ik heb bewilligd. Alle partijen hebben binnen de termijn geantwoord.

II.   DE MONDELINGE PROCEDURE

Op 11 en 12 februari 2009 vond een hoorzitting plaats, waaraan werd deelgenomen door vertegenwoordigers van alle partijen, op vier na.

In de mondelinge presentatie van met name één onderneming (met onder meer presentaties van één persoon) werden de in de mededeling van punten van bezwaar aangevoerde feiten met betrekking tot de mogelijke betrokkenheid van die onderneming bij het kartel fel betwist. De betrokken onderneming verschafte onder meer bewijsmateriaal dat zij in de betrokken periode een scherpe concurrentiestrijd had gevoerd. In haar schriftelijke antwoord voerde zij vergelijkbare argumenten aan.

III.   HET ONTWERP-BESLUIT

In het ontwerp-besluit handhaaft de Commissie in wezen haar bezwaren zoals die in de mededeling van punten van bezwaar zijn uiteengezet. Na de schriftelijke en mondelinge verklaringen van de partijen zijn zowel de betrokken producten als de aard van de mogelijke mededingingsverstorende gedragingen enigszins ingeperkt.

Vier partijen (rechtspersonen) tot wie de mededeling van punten van bezwaar was gericht, zijn uit het ontwerp-besluit geschrapt, met inbegrip van de in punt II besproken onderneming. Ofschoon de totale duur van de inbreuk die in het ontwerp-besluit is vastgesteld, dezelfde is als die welke in de mededeling van punten van bezwaar werd vermeld, is de vastgestelde duur van de deelname voor bepaalde ondernemingen en bepaalde partijen binnen ondernemingen verminderd.

Wat de toepassing van de richtsnoeren boetetoemeting van 2006 betreft, was in de mededeling van punten van bezwaar een aantal ondernemingen als potentiële kopstukken van het kartel aangemerkt, maar dit punt is in het ontwerp-besluit niet gehandhaafd. Ook zijn in het ontwerp-besluit minder ondernemingen als recividisten aangemerkt dan in de mededeling van punten van bezwaar het geval was, zoals er ook minder eerdere beschikkingen zijn aangehaald.

Ten slotte stel ik vast dat in het ontwerp-besluit van de Commissie, bij de berekening van het 10 %-omzetplafond, over het algemeen sprake is van de recentst beschikbare omzetgegevens (terwijl toch ook het in artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 bepaalde juridische plafond in acht wordt genomen). Op die wijze houdt de Commissie rekening met de recente financieel-economische crisis en de impact daarvan op de door de partijen behaalde omzet. Deze afwijking komt de partijen ten goede. Niettemin heeft de Commissie, in het geval van één partij, verwezen naar een vroeger jaar, omdat die partij sinds een aantal jaren geen omzet meer genereert.

Het ontwerp-besluit gaat, naar mijn mening, enkel in op bezwaren ten aanzien waarvan de partijen de gelegenheid hebben gekregen hun opmerkingen kenbaar te maken.

IV.   CONCLUSIE

Gelet op de bovenstaande overwegingen ben ik van oordeel dat in deze zaak voor alle partijen bij de procedure het recht te worden gehoord in acht is genomen.

Brussel, 29 juni 2010.

Michael ALBERS


(1)  Mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken, (PB C 45 van 19.2.2002, blz. 3).


19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/7


Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 30 juni 2010

inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst tegen de ondernemingen ArcelorMittal, Emesa/Galycas/ArcelorMittal (España), GlobalSteelWire/Tycsa, Proderac, Companhia Previdente/Socitrel, Fapricela, Nedri/HIT Groep, WDI/Pampus, DWK/Saarstahl, voestalpine Austria Draht, Rautaruukki/Ovako, Italcables/Antonini, Redaelli, CB Trafilati Acciai, I.T.A.S., Ori Martin/Siderurgica Latina Martin en Emme Holding

(Zaak COMP/38.344 — Spanstaal)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 4387 (definitief), besluit zoals gewijzigd bij het besluit van de Commissie van 30 september 2010, kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 6676 (definitief), en bij het besluit van de Commissie van 4 april 2011, kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 2269 (definitief))

(Slechts de tekst in de Nederlandse, de Engelse, de Duitse, de Italiaanse, de Portugese en de Spaanse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 339/06

Op 30 juni 2010 heeft de Commissie een besluit vastgesteld met betrekking tot een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en artikel 53 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER-Overeenkomst), dat bij de besluiten van de Commissie van 30 september 2010 en 4 april 2011 werd gewijzigd. Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad  (1) publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit, waaronder de opgelegde sancties, rekening houdend met het rechtmatige belang van de ondernemingen bij de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.

1.   INLEIDING

(1)

Dit besluit is gericht tot 36 rechtspersonen die onderdeel vormen van 17 spanstaalondernemingen, omdat zij hebben deelgenomen aan één enkele voortdurende inbreuk op artikel 101 van het VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst. Zij hebben deelgenomen aan de vaststelling van prijzen en volumes, de verdeling van klanten en de uitwisseling van commercieel gevoelige informatie in het kader van een kartel in de sector spanstaal (de producten „speciale strengen” en „draagkabels” uitgezonderd). Het kartel duurde van januari 1984 tot september 2002 en bestreek alle landen die in die periode de EU15 vormden, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Griekenland. Ook Noorwegen was bij het kartel betrokken. Het kartel staakte zijn activiteiten in 2002, toen de onderneming DWK/Saarstahl het bestaan ervan bekendmaakte op grond van de in datzelfde jaar ingevoerde clementieregeling van de Commissie (2).

2.   BESCHRIJVING VAN DE ZAAK

2.1.   Procedure

(2)

Het onderzoek in deze zaak werd geopend toen DWK Drahtwerk Köln GmbH (DWK) op 18 juni 2002 een verzoek om immuniteit indiende.

(3)

Naar aanleiding van de door dit bedrijf verstrekte informatie vonden op 19 en 20 september 2002 inspecties plaats in de bedrijfsruimten van 14 ondernemingen in zes landen.

(4)

Vervolgens ontving de Commissie tussen 21 september 2002 en 28 juni 2007 clementieverzoeken van zes ondernemingen. Daarnaast verschaften vier ondernemingen zelfincriminerende informatie in antwoord op verzoeken om inlichtingen.

(5)

Na de aanvang van het onderzoek in de zaak werden een aantal verzoeken om inlichtingen gericht aan alle ondernemingen die aan de concurrentieverstorende regelingen hadden deelgenomen, en werd op 7 en 8 juni 2006 een aanvullende inspectie verricht in het kantoor van de heer (…), extern adviseur van het (Italiaanse onderdeel van het) kartel.

(6)

De mededeling van punten van bezwaar werd op 30 september 2008 aangenomen en de hoorzitting vond plaats op 11 en 12 februari 2009.

(7)

De Commissie stelde op 30 juni 2010 een besluit vast, en stelde op 30 september 2010 een wijzigingsbesluit vast waarin bepaalde fouten in de berekening van de geldboeten werden gecorrigeerd.

(8)

Op 4 april 2011 stelde de Commissie opnieuw een wijzigingsbesluit vast, waarbij zij gebruikmaakte van haar beoordelingsmarge om de boetebedragen te verminderen voor vier bij het kartel betrokken rechtpersonen die hiervoor alleen aansprakelijk waren, zodat de geldboeten enkel de perioden zouden betreffen waarin deze rechtspersonen zonder hun huidige moederondernemingen aan het kartel hadden deelgenomen en het niveau van deze boeten niet onevenredig hoog zou zijn gezien hun grootte en omzet. De Commissie verlaagde de desbetreffende geldboeten tot tien procent van de omzet van deze rechtspersonen.

2.2.   Samenvatting van de inbeuk

(9)

Deze zaak betreft een inbreuk op artikel 101 van het VWEU en, vanaf 1 januari 1994, op artikel 53 van de EER-Overeenkomst in de sector spanstaal, met uitzondering van speciale strengen en draagkabels. Spanstaal bestaat uit lange, gekrulde metaaldraden en -strengen die in combinatie met beton op bouwwerven worden gebruikt voor het maken van funderingen, balkons of bruggen alsook bij ondergrondse bouwwerken en in de bruggenbouw.

(10)

De betrokken leveranciers stelden prijzen en volumes vast, verdeelden klanten en wisselden commercieel gevoelige informatie uit in het kader van een kartel dat meer dan 18 jaar duurde, van tenminste 1 januari 1984 tot 19 september 2002. Daarnaast controleerden zij de afspraken op het gebied van prijzen, afnemers en volumes door middel van een systeem van nationale coördinatoren en bilaterale contacten. Sommige leveranciers waren tevens betrokken bij een speciale vorm van klantentoewijzing met betrekking tot een grote Scandinavische afnemer. De inbreuk vormt door zijn aard een van de ernstigste schendingen van artikel 101 van het VWEU.

(11)

Het kartel betrof een geheel van pan-Europese regelingen en werd aanvankelijk aangeduid als „Club Zürich”, naar de stad in Zwitserland waar de eerste kartelbijeenkomsten werden gehouden, en later als „Club Europa”. Maar er waren ook twee regionale afdelingen, een in Italië („Club Italia”) en een in Spanje/Portugal („Club España”). De verschillende regelingen in het kader van het kartel vormden één enkele, complexe en voortdurende inbreuk omdat zij onderling verbonden waren door overlappingen van grondgebied, lidmaatschap en periode. Verder hadden zij hetzelfde doel en maakten zij gebruik van soortgelijke mechanismen. Immers, het doel van het kartel was de marktaandelen van de leveranciers te stabiliseren om prijsdalingen te voorkomen en prijsverhogingen te vergemakkelijken. Dit gebeurde door afspraken te maken over volumes, prijzen en/of de verdeling van klanten. Deze afspraken werden gecontroleerd en er werden compensatiemechanismen in het leven geroepen. Bovendien waren de deelnemers aan de verschillende regelingen op de hoogte van elkaars inspanningen om de marktaandelen/prijzen te stabiliseren en werden er pogingen ondernomen om overeenstemming te bereiken over een gemeenschappelijk evenwicht en om gezamenlijk prijzen vast te stellen.

(12)

De betrokken ondernemingen ontmoetten elkaar doorgaans in de wandelgangen van officiële branchebijeenkomsten in hotels in heel Europa. De Commissie bezit bewijsmateriaal met betrekking tot meer dan 550 kartelbijeenkomsten.

2.3.   Adressaten en de duur van hun deelname

(13)

De adressaten van het besluit hebben gedurende tenminste de volgende perioden aan de inbreuk deelgenomen:

 

De onderneming gevormd door

Aansprakelijkheidsperiode

1.

a)

ArcelorMittal Wire France SA

1.1.1984 tot 19.9.2002

b)

ArcelorMittal Fontaine SA

20.12.1984 tot 19.9.2002

c)

ArcelorMittal Verderio Srl en

3.4.1995 tot 19.9.2002

d)

ArcelorMittal

1.7.1999 tot 19.9.2002

2.

a)

Emesa-Trefilería SA

30.11.1992 tot 19.9.2002

b)

Industrias Galycas SA

15.12.1992 tot 19.9.2002

c)

ArcelorMittal España SA en

2.4.1995 tot 19.9.2002

d)

ArcelorMittal

18.2.2002 tot 19.9.2002

3.

a)

Moreda-Riviere Trefilerías SA

10.6.1993 tot 19.9.2002

b)

Trenzas y Cables de Acero PSC, SL

26.3.1998 tot 19.9.2002

c)

Trefilerías Quijano SA en

15.12.1992 tot 19.9.2002

d)

Global Steel Wire SA

15.12.1992 tot 19.9.2002

4.

SOCITREL — Sociedade Industrial de Trefilaria SA en Companhia Previdente — Sociedade de Controle de Participações Financeiras SA

7.4.1994 tot 19.9.2002

5.

voestalpine Austria Draht GmbH en voestalpine AG

15.4.1997 tot 19.9.2002

6.

Fapricela Industria de Trefilaria SA

2.12.1998 tot 19.9.2002

7.

Proderac Productos Derivados del Acero SA

24.5.1994 tot 19.9.2002

8.

a)

Westfälische Drahtindustrie GmbH

1.1.1984 tot 19.9.2002

b)

Westfälische Drahtindustrie Verwaltungsgesellschaft GmbH & Co. KG

3.9.1987 tot 19.9.2002

c)

Pampus Industriebeteiligungen GmbH & Co. KG

1.7.1997 tot 19.9.2002

9.

a)

Nedri Spanstaal BV

1.1.1984 tot 19.9.2002

b)

Hit Groep BV

1.1.1998 tot 17.1.2002

10.

DWK Drahtwerk Köln GmbH en Saarstahl AG

9.2.1994 tot 6.11.2001

11.

Ovako Hjulsbro AB, Ovako Dalwire Oy Ab, Ovako Bright Bar AB en Rautaruukki Oyj

23.10.1997 tot 31.12.2001

12.

Italcables SpA en Antonini SpA

24.2.1993 tot 19.9.2002

13.

Redaelli Tecna SpA

1.1.1984 tot 19.9.2002

14.

CB Trafilati Acciai SpA

23.1.1995 tot 19.9.2002

15.

I.T.A.S. — Industria Trafileria Applicazioni Speciali — SpA

24.2.1993 tot 19.9.2002

16.

a)

Siderurgica Latina Martin SpA en

10.2.1997 tot 19.9.2002

b)

ORI Martin SA

1.1.1999 tot 19.9.2002

17.

Emme Holding SpA

4.3.1997 tot 19.9.2002

2.4.   Corrigerende maatregelen

2.4.1.   Basisbedrag van de geldboeten

(14)

Bij het vaststellen van de geldboeten heeft de Commissie rekening gehouden met de verkopen van de betrokken ondernemingen op de betrokken markt in het laatste jaar vóór de beëindiging van het kartel (2001; 2000 voor DWK), de zeer ernstige aard van de inbreuk, de geografische reikwijdte van het kartel en de lange duur ervan.

2.4.2.   Aanpassingen van het basisbedrag

2.4.2.1.   Verzwarende/verzachtende omstandigheden

(15)

De Commissie verhoogde de geldboete voor ArcelorMittal Fontaine en ArcelorMittal Wire France omdat deze ondernemingen reeds eerder voor betrokkenheid bij kartels waren beboet. Ook Saarstahl kreeg eerder een boete in verband met het kartel inzake stalen balken, maar ontving in deze zaak volledige immuniteit omdat deze onderneming als eerste inlichtingen verstrekte op grond van de clementieregeling van de Commissie van 2002.

(16)

De Commissie hield rekening met de geringere deelname van Proderac en Emme Holding door de boete voor deze ondernemingen met 5 % te verlagen. De boete voor ArcelorMittal España werd met 15 % verlaagd vanwege de medewerking van deze onderneming buiten de clementieregeling om.

2.4.2.2.   Toepassing van het omzetplafond van 10 %

(17)

Voor een aantal ondernemingen zou de boete het wettelijke maximum van 10 % van de omzet over 2009 hebben overschreden; in die gevallen werd de boete tot 10 % verlaagd.

2.4.3.   Toepassing van de clementieregeling van 2002

(18)

De Commissie heeft volledige immuniteit tegen geldboeten verleend aan DWK/Saarstahl en, op grond van de clementieregeling van 2002, de boete verlaagd voor Italcables/Antonini (50 %), Nedri (25 %), Emesa en Galycas (5 %), ArcelorMittal en haar dochterondernemingen (20 %) en WDI/Pampus (5 %) omdat deze ondernemingen medewerking hebben verleend. Redaelli en SLM voldeden niet aan de vereisten inzake medewerking en daarom werd hun boete niet verlaagd.

2.4.4.   Vermogen om te betalen

(19)

De Commissie heeft in drie gevallen een verzoek in verband met het „onvermogen om te betalen” aanvaard en een verlaging toegekend van respectievelijk 25, 50 en 75 % van de boete die anders zou zijn opgelegd. Zij heeft van 13 ondernemingen dergelijke verzoeken ontvangen op grond van de richtsnoeren voor de berekening van geldboeten uit 2006.

3.   BESLUIT

(20)

De volgende geldboeten werden opgelegd ingevolge artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003:

1.

45 705 600 EUR

Voor ArcelorMittal Wire France SA en ArcelorMittal Fontaine SA, waarbij

ArcelorMittal Verderio Srl hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 32 353 600 EUR, en waarbij

ArcelorMittal SA hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 31 680 000 EUR.

2.

36 720 000 EUR

voor ArcelorMittal España SA, waarbij

ArcelorMittal SA hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 8 256 000 EUR, en

Emesa — Trefilería SA hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 2 576 400 EUR, en

Industrias Galycas SA hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 868 300 EUR.

3.

54 389 000 EUR

voor Global Steel Wire SA en Moreda-Riviere Trefilerías SA, welke ondernemingen beide hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld, waarbij

Trenzas y Cables de Acero PSC, SL hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 40 000 000 EUR, en

Trefilerías Quijano SA hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 4 190 000 EUR.

4.

12 590 000 EUR

voor Companhia Previdente — Sociedade de Controle de Participações Financeiras SA en SOCITREL — Sociedade Industrial de Trefilaria SA, welke ondernemingen beide hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld.

5.

22 000 000 EUR

voor voestalpine AG en voestalpine Austria Draht GmbH, welke ondernemingen beide hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld.

6.

8 874 000 EUR

voor Fapricela — Indústria de Trefilaria SA

7.

482 250 EUR

voor Proderac Productos Derivados del Acero SA

8.

46 550 000 EUR

voor Westfälische Drahtindustrie GmbH, waarbij

Westfälische Drahtindustrie Verwaltungsgesellschaft GmbH & Co. KG hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 38 855 000 EUR, en

Pampus Industriebeteiligungen GmbH & Co. KG hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 15 485 000 EUR.

9.

6 934 000 EUR

voor HIT Groep BV, waarbij

Nedri Spanstaal BV hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 5 056 500 EUR.

10.

0 EUR

voor Saarstahl AG en DWK Drahtwerk Köln GmbH, welke ondernemingen beide hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld.

11.

4 300 000 EUR

voor Rautaruukki Oyj en Ovako Bright Bar AB, welke ondernemingen beide aansprakelijk worden gesteld, waarbij

Ovako Hjulsbro AB hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 1 808 000 EUR, en

Ovako Dalwire Oy Ab hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 554 000 EUR.

12.

2 386 000 EUR

voor Italcables SpA, waarbij

Antonini SpA hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 22 500 EUR.

13.

6 341 000 EUR

voor Redaelli Tecna SpA

14.

2 552 500 EUR

voor CB Trafilati Acciai SpA

15.

843 000 EUR

Voor I.T.A.S. — Industria Trafileria Applicazioni Speciali — SpA

16.

15 956 000 EUR

voor Siderurgica Latina Martin SpA,waarbij

ORI Martin SA hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een bedrag van 14 000 000 EUR.

17.

3 249 000 EUR

voor Emme Holding SpA


(1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

(2)  Deze bekendmaking was in overeenstemming met de mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken van 2002 (PB C 45 van 19.2.2002, blz. 3).


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/12


Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

2011/C 339/07

Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1) is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:

Dag en uur van sluiting

24.10.2011

Duur

24.10.2011-31.12.2011

Lidstaat

Portugal

Bestand of groep van bestanden

RED/51214D

Soort

Roodbaarzen (diep water) — (Sebastes spp.)

Gebied

EU-wateren en internationale wateren van V; internationale wateren van XII en XIV

Vissersvaartuigtype(s)

Referentienummer

Weblink naar het besluit van de lidstaat:

http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/fishing_rules/tacs/index_nl.htm


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.


19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/13


Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

2011/C 339/08

Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1) is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:

Dag en uur van sluiting

31.10.2011

Duur

31.10.2011-31.12.2011

Lidstaat

Zweden

Bestand of groep van bestanden

POK/2A34.

Soort

Koolvis (Pollachius virens)

Gebied

IIIa en IV; EU-wateren van IIa, IIIb, IIIc en deelsectoren 22-32

Vissersvaartuigtype(s)

Referentienummer

Weblink naar het besluit van de lidstaat:

http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/fishing_rules/tacs/index_nl.htm


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.


19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/14


Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

2011/C 339/09

Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1) is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:

Dag en uur van sluiting

23.10.2011

Duur

23.10.2011-31.12.2011

Lidstaat

Frankrijk

Bestand of groep van bestanden

HER/4AB.

Soort

Haring (Clupea harengus)

Gebied

EU-wateren en Noorse wateren van IV benoorden 53° 30′ NB

Vissersvaartuigtype(s)

Referentienummer

1152436

Weblink naar het besluit van de lidstaat:

http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/fishing_rules/tacs/index_nl.htm


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.


19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/15


Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

2011/C 339/10

Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1) is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:

Dag en uur van sluiting

17.10.2011

Duur

17.10.2011-31.12.2011

Lidstaat

Denemarken

Bestand of groep van bestanden

LIN/3A/BCD

Soort

Leng (Molva molva)

Gebied

IIIa; EU-wateren van deelsectoren 22-32

Vissersvaartuigtype(s)

Referentienummer

Weblink naar het besluit van de lidstaat:

http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/fishing_rules/tacs/index_nl.htm


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.


19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/16


Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

2011/C 339/11

Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1) is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:

Dag en uur van sluiting

31.10.2011

Duur

31.10.2011-31.12.2011

Lidstaat

Zweden

Bestand of groep van bestanden

COD/2A3AX4

Soort

Kabeljauw (Gadus morhua)

Gebied

IV; EU-wateren van IIa; het gedeelte van IIIa dat niet bij het Skagerrak en het Kattegat hoort

Vissersvaartuigtype(s)

Referentienummer

Weblink naar het besluit van de lidstaat:

http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/fishing_rules/tacs/index_nl.htm


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/17


Kennisgeving van een vacature voor de functie van Directeur (Rang AD 14)

2011/C 339/12

Het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, Cedefop, is een instelling van de Europese Unie die gevestigd is in Thessaloniki, Griekenland. Het Centrum ondersteunt de Europese Commissie en andere belanghebbenden bij het stimuleren van de bevordering en ontwikkeling van beroepsonderwijs en -opleiding.

Als directeur bent u verantwoordelijk voor het leiden, beheren en vertegenwoordigen van Cedefop en legt u verantwoording af aan de raad van bestuur en het Europees Parlement. U hebt een goed begrip van het internationale kader van een EU-organisatie en u werkt graag op topniveau in een internationale omgeving. Het contract is voor vijf jaar en kan worden verlengd.

De volledige vereisten voor kwalificaties en ervaring staan gedetailleerd beschreven in de kennisgeving van de vacature, o.a.:

onderdaan zijn van een lidstaat van de EU;

het volledige mandaat van vijf jaar kunnen volmaken voordat de verplichte pensioenleeftijd wordt bereikt;

universitaire graad, bij voorkeur op een voor Cedefop relevant terrein;

15 jaar beroepservaring, opgedaan na het behalen van de universitaire graad, waarvan minstens 5 jaar op terreinen die verband houden met de werkzaamheden van Cedefop en minstens 5 jaar ervaring op hoger managementniveau;

goede talenkennis;

een internationale organisatie kunnen leiden en motiveren;

internationaal op leidinggevend niveau met EU-instellingen, overheidsinstanties en sociale partners kunnen communiceren en onderhandelen.

Het sollicitatieformulier is beschikbaar in de kennisgeving van de vacature op de website van Cedefop: http://www.cedefop.europa.eu

Sollicitaties moeten uiterlijk op 9 januari 2012 worden ingediend. De datum van het poststempel geldt als bewijs.

De beoordeling van de sollicitanten zal gebeuren met ondersteuning van een HR-bedrijf.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/18


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6401 — Waterland/Alychlo/Omega Pharma)

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 339/13

1.

Op 9 november 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Waterland Private Equity Investment B.V. („Waterland”, Nederland) en Alychlo NV (die onder de uiteindelijke zeggenschap staat van M. Marc Coucke, België) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Omega Pharma NV („Omega”, België) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Waterland: beheerder van participatiemaatschappijen die investeren in ondernemingen met activiteiten in een groot aantal sectoren, met name gezondheidszorg, toerisme en verzekeringen,

Alychlo NV: houdstermaatschappij,

Omega: aanbieder van verzorgings- en gezondheidsproducten.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6401 — Waterland/Alychlo/Omega Pharma, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).


19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/19


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6407 — Apache/Mobil North Sea)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 339/14

1.

Op 11 november 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Apache Corporation (Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Mobil North Sea Limited („MNSL”, Kaaimaneilanden), die deel uitmaakt van ExonMobil Group (Verenigde Staten), door de verwerving van activa.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Apache Corporation: exploratie naar, ontwikkeling en productie van aardgas, ruwe olie en aardgascondensaten,

MNSL: productie, ontwikkeling en verkoop van ruwe olie en aardgas.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6407 — Apache/Mobil North Sea, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/20


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6403 — Volkswagen/KPI Polska/Skoda Auto Polska/VW Bank Polska/VW Leasing Polska)

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 339/15

1.

Op 14 november 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Volkswagen AG („VW”, Duitsland) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over KPI Polska Sp. z o.o. („KPI Polska”, Polen), Skoda Auto Polska SA („Skoda Auto Polska”, Polen), Volkswagen Bank Polska SA („VW Bank Polska”, Polen) en Volkswagen Leasing Polska Sp z o.o. („VW Leasing Polska”, Polen) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

VW: vervaardiging, verkoop en distributie van motorvoertuigen (personenwagens en lichte bedrijfsvoertuigen, vrachtwagens, bussen, touringcars en chassis voor bussen), met inbegrip van bijbehorende onderdelen en accessoires, dieselmotoren, en financiële dienstverlening,

KPI Polska: invoer, distributie en verkoop van bepaalde personenwagens en lichte bedrijfsvoertuigen van het merk VW en onderdelen en accessoires daarvan in Polen,

Skoda Auto Polska: invoer en grootdistributie van personenwagens en lichte bedrijfsvoertuigen van het merk Skoda en onderdelen en accessoires daarvan in Polen,

VW Bank Polska: verstrekking van bankdiensten aan particulieren en bedrijven in Polen, hoofdzakelijk aan afnemers en dealers van wagens van de merken KPI Polska en Skoda Auto Polska,

VW Leasing Polska: financiële dienstverlening.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6403 — Volkswagen/KPI Polska/Skoda Auto Polska/VW Bank Polska/VW Leasing Polska, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).


19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/21


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6434 — Teekay/Marubeni/Maersk LNG)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 339/16

1.

Op 14 november 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Teekay LNG Partners, via haar volle dochteronderneming Teekay LNG Operating, en Marubeni Corporation (Japan) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de indirecte gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Maersk LNG A/S (Denemarken) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Teekay LNG Partners: zeevervoer van vloeibaar aardgas, vloeibaar petroleumgas en ruwe olie,

Marubeni Corporation: verhandeling van producten en dienstverlening in een groot aantal sectoren, met name in- en uitvoer, alsook transacties op de Japanse markt op het gebied van voedingsmaterialen, levensmiddelen, textiel, materialen, papierpulp en papier, chemicaliën, energie, metalen en delfstoffen, transportmachines en offshorehandel. De activiteiten van Marubeni omvatten ook energieprojecten en infrastructuur, industriële installaties en machines, financiën, logistieke dienstverlening en informatie-industrie, ontwikkeling van vastgoed en bouw. Daarnaast houdt Marubeni zich bezig met investeringen in en de ontwikkeling en het beheer van ondernemingen over de hele wereld,

Maersk LNG A/S: vervoer van vloeibaar aardgas door speciaal daartoe ontworpen schepen.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6434 — Teekay/Marubeni/Maersk LNG, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/22


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6433 — Glencore International plc/Carlo Colombo SpA)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 339/17

1.

Op 14 november 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Glencore International plc („Glencore”, Jersey) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Carlo Colombo SpA („Carlo Colombo”, Italië) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Glencore: producent en leverancier van basisproducten en grondstoffen,

Carlo Colombo: producent van koperstaven en koperen halffabrikaten.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6433 — Glencore International plc/Carlo Colombo SpA, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/23


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6431 — Evonik Degussa/Treibacher Industries/JV)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 339/18

1.

Op 14 november 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Evonik Industries AG („Evonik”, Duitsland) en Treibacher Industrie AG („Treibacher”, Oostenrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming („JV”, Duitsland) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Evonik: productie van speciale chemicaliën,

Treibacher: productie van chemische en metallurgische producten,

JV: productie en verkoop van bepaalde perzouten, met name natriumperboraat en natriumpercarbonaat, chemicaliën die hoofdzakelijk worden gebruikt in synthetische detergentia en waspoeders.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6431 — Evonik Degussa/Treibacher Industries/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


Rectificaties

19.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 339/24


Rectificatie van de kennisgeving op grond van artikel 114, lid 5, van het VWEU — Verzoek om toestemming voor de invoering van nationale wetgeving die stringenter is dan de bepalingen van een EU-harmonisatiemaatregel

( Publicatieblad van de Europese Unie C 309 van 21 oktober 2011 )

2011/C 339/19

Bkadzijde 8, punt 1:

in plaats van:

„Op 17 mei 2011 heeft het Koninkrijk Zweden kennisgeving gedaan …”,

te lezen:

„Op 17 oktober 2011 heeft het Koninkrijk Zweden kennisgeving gedaan …”.