ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2011.317.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 317

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

54e jaargang
29 oktober 2011


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

AANBEVELINGEN

 

Europese Commissie

2011/C 317/01

Aanbeveling van de Commissie van 27 oktober 2011 betreffende het gezamenlijk programmeringsinitiatief uitdagingen in verband met water voor een veranderende wereld

1

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2011/C 317/02

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

4

2011/C 317/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6352 — Vitol/VTTI/Arclight/Petro LUX) ( 1 )

8

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2011/C 317/04

Wisselkoersen van de euro

9

2011/C 317/05

Mededeling van de Commissie inzake de niet-aangevraagde hoeveelheid die moet worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 januari 2012 tot en met 31 maart 2012 vastgestelde hoeveelheid voor bepaalde contigenten die de Unie heeft geopend voor producten van de sectoren pluimveevlees, eieren en ovoalbumine

10

2011/C 317/06

Mededeling van de Commissie inzake de niet-aangevraagde hoeveelheid die moet worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 januari 2012 tot en met 31 maart 2012 vastgestelde hoeveelheid voor bepaalde contigenten die de Unie heeft geopend voor producten van de sector varkensvlees

11

 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2011/C 317/07

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6415 — Vendôme Commerces/CDC/Immeuble Toulon) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

12

 

Rectificaties

2011/C 317/08

Rectificatie van de oproep voor academische instellingen om blijk te geven van hun belangstelling voor deelname aan de werkzaamheden van het Gezamenlijk Raadgevend Comité CARIFORUM-EG op grond van het Besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap over het lidmaatschap van het Raadgevend Comité CARIFORUM-EG, opgericht bij de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de CARIFORUM-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en over de selectie van de vertegenwoordigers van in de Europese Gemeenschap gevestigde organisaties (PB C 312 van 25.10.2011)

14

2011/C 317/09

Rectificatie van de oproep voor niet-gouvernementele organisaties om blijk te geven van hun belangstelling voor deelname aan de werkzaamheden van het Gezamenlijk Raadgevend Comité CARIFORUM-EG op grond van het Besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap over het lidmaatschap van het Raadgevend Comité CARIFORUM-EG, opgericht bij de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de CARIFORUM-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en over de selectie van de vertegenwoordigers van in de Europese Gemeenschap gevestigde organisaties (PB C 312 van 25.10.2011)

15

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

AANBEVELINGEN

Europese Commissie

29.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 317/1


AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

van 27 oktober 2011

betreffende het gezamenlijk programmeringsinitiatief „uitdagingen in verband met water voor een veranderende wereld”

2011/C 317/01

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 181,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit is een topprioritait op Europees niveau en zelfs een wereldwijde uitdaging.

(2)

In de mededeling van de Commissie van 26 januari 2011„Efficiënt gebruik van hulpbronnen — Vlaggenschipinitiatief in het kader van de Europa 2020-strategie” (1), een onderdeel van de Europa 2020-strategie, wordt herinnerd aan het belang van water als essentiële hulpbron voor de Europese en wereldeconomie en voor onze levenskwaliteit. Voorts wordt in de mededeling van de Commissie van 6 oktober 2010„Europa 2020-kerninitiatief Innovatie-Unie” (2) erkend dat het waterbeleid een belangrijke maatschappelijke uitdaging wordt om de EU in staat te stellen de doelstellingen van haar waterbeleid te realiseren, de goede ecologische, chemische en kwantitatieve toestand van de Europese wateren te waarborgen, een duurzaam watergebruik te bewerkstelligen en tegelijk haar watervoetafdruk te verkleinen, de veilige watervoorziening te verbeteren en het wereldwijde leiderschap van de Europese waterindustrie te bevorderen.

(3)

Verwacht wordt dat het wereldwijde onevenwicht tussen de vraag naar water en de beschikbaarheid ervan de volgende 20 jaar nog aanzienlijk zal toenemen. Het moeilijke evenwicht herstellen tussen de beschikbaarheid en de vraag naar water, prioriteiten bepalen om de waterstress of -schaarste aan te pakken en de ondersteuning van onze natuurlijke watersystemen op lange termijn, vergen een overlegde actie en een sterke wetenschappelijke en technische onderbouwing met oog voor de plaatselijke geografische, politieke, sociaal economische en culturele context. Daartoe werkt de Europese Commissie tegen 2012 aan een blauwdruk voor de bescherming van de Europese wateren met maatregelen om ervoor te zorgen dat alle rechtmatige gebruikers in de EU over voldoende water van goede kwaliteit kunnen beschikken.

(4)

Het risico bestaat dat een aanzienlijk deel van de Europese zoete wateren tegen 2015 niet zal voldoen aan de beoogde goede ecologische toestand als bedoeld in Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (3). Dit risico is het gevolg van verschillende katalysatoren en factoren die Europese wateren onder druk zetten, zoals door het EMA vermeld in zijn verslag van 2010 over de toestand van het milieu. Waterverontreiniging, in het bijzonder de blootstelling aan nieuwe verontreinigingen, de effecten van chemische mengsels die in bepaalde Europese wateren worden aangetroffen en de mogelijke risico 's van microbiologische besmetting, blijft een bedreiging voor de menselijke gezondheid.

(5)

Verwacht wordt dat de klimaatverandering nog een grotere impact zal hebben op de Europese waterecosystemen waardoor er vaker watertekorten zullen ontstaan, er meer en ernstiger droogtes zullen zijn, met name in de mediterrane landen en grote delen van Europa vaker het slachtoffer zullen worden van overstromingen.

(6)

Intensieve landbouw om meer voedsel en biomassa te produceren kan de vraag naar drinkwater voor irrigatiedoeleinden nog doen toenemen en de druk op de watervoorraden nog verhogen. Op korte termijn moeten doordachte oplossingen worden ontwikkeld om efficiënter te irrigeren, het waterverbruik terug te dringen en de waterlagen duurzaam te beheren en in stand te houden.

(7)

De toegenomen verstedelijking en de uitbreiding van de bebouwde omgeving, met inbegrip van vaar- en energie-infrastructuur, brengen hydromorfologische veranderingen teweeg die een impact hebben op de oppervlakte- en grondwaterlichamen, habitats en andere aspecten van biodiversiteit. Een beter geïntegreerde planning zou grote voordelen bieden en moet gebaseerd zijn op betrouwbare monitoringsystemen en een bredere evaluatie van de verbanden tussen oorzaken en gevolg van wijzigingen van het landgebruik en waterecosystemen.

(8)

De waterinfrastructuur in Europa ondervindt steeds vaker problemen door veroudering, schade door uitgravingen, onvoldoende onderhoud of overbelasting. In sommige delen van Europa kampt het waterleidingssysteem met aanzienlijke lekkage en gaat tussen 5 % en 40 % van het vervoerde water verloren.

(9)

De Europese watersector is met een groei van 5 % en een jaarlijkse omzet van ongeveer 80 miljard EUR per jaar economisch zeer belangrijk en vertegenwoordigt ongeveer een derde van de wereldwijde watermarkt. Meer strategische samenwerking inzake wateronderzoek en innovatie in Europa kan tot wetenschappelijke en technologische doorbraken leiden die de Europese concurrentiekracht op de internationale markten versterken, bijdragen tot een economie die efficiënter omspringt met water en derhalve tot het bereiken van de aangepaste EU2020-doelstellingen om tot een slimmere, duurzamere en inclusievere economie te komen.

(10)

De wetenschappelijke en technologische kennisbasis in Europa versterken is essentieel om de maatschappelijke, ecologische en economische dimensies van de waterproblematiek aan te pakken.

(11)

Hoewel in heel Europa schitterend onderzoek wordt verricht, is het huidige Europese landschap inzake wateronderzoek vrij complex en versnipperd. Dat Europese, nationale en regionale onderzoeksnetwerken en -organisaties relatief autonoom hun strategische agenda inzake wateronderzoek bepalen, leidt tot overlappingen of concurrerende onderzoeksactiviteiten die vaak over een te kleine kritische massa beschikken.

(12)

Aangezien het grootste deel van het Europese grondgebied deel uitmaakt van grensoverschrijdende stroomgebieden, is grensoverschrijdende samenwerking nodig om de nodige kritische massa tot stand te brengen in termen van deskundigheid, activiteiten en institutionele capaciteit om een doelmatiger benutting van het Europese onderzoekspotentieel te bevorderen en compatibele grensoverschrijdende oplossingen aan te moedigen.

(13)

Gemeenschappelijke programmering inzake „uitdagingen in verband met water voor een veranderende wereld” zal bijdragen tot de coördinatie van het onderzoek op dit gebied en tot een volledig operationele Europese onderzoeksruimte inzake zoetwater, tot de versterking van het Europese leiderschap en de concurrentiepositie van het onderzoek op dit gebied en tegelijk de doelstellingen van het waterbeleid dichterbij brengen.

(14)

De Raad Concurrentievermogen heeft tijdens zijn vergadering van de 26 mei 2010 (4)„uitdagingen in verband met water voor een veranderende wereld” erkend als gebied waarop gezamenlijke programmering een grote meerwaarde biedt om de versnippering van de onderzoeksactiviteiten van de lidstaten terug te dringen. Daarom heeft hij conclusies goedgekeurd waarin de noodzaak om een gezamenlijk programmeringsinitiatief over zoetwater te starten wordt erkend en hij de Commissie uitnodigt een bijdrage te leveren aan de voorbereiding van dat initiatief. De Raad heeft eveneens bevestigd dat gezamenlijke programmering een door de lidstaten geleid proces is, waarbij de Commissie als facilitator fungeert.

(15)

Onderzoek inzake water is een belangrijk onderdeel van het EU-kaderprogramma voor onderzoek, dat een zeer strategische rol vervult ter ondersteuning van de Europese besluitvorming, rekening houdend met de wereldwijde dimensie van de het waterbeleid. De activiteiten in het kader van dit gezamenlijk programmeringsinitiatief moeten nauw worden afgestemd met het 7e EU-kaderprogramma en toekomstige programma's op dit gebied, met name het Kaderprogramma (2014-2020) voor onderzoek en ontwikkeling „Horizon 2020”.

(16)

De in het werkdocument van de Commissie opgenomen analyse van de nationale onderzoeksactiviteiten heeft bevestigd dat er, om de doeltreffendheid en het effect van het onderzoek te vergroten en dubbel werk te vermijden, behoefte is aan een betere coördinatie door de vaststelling van een gemeenschappelijke strategische onderzoeksagenda.

(17)

Om ervoor te zorgen dat de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad kan rapporteren over de bij de verschillende gezamenlijke programmeringsinitiatieven geboekte voortgang, moeten de lidstaten regelmatig aan de Commissie rapporteren over de voortgang die in het kader van dit gezamenlijk programmeringsinitiatief is gemaakt,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

1.

De lidstaten worden aangespoord om een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen over de wijze waarop samenwerking en coördinatie op het gebied van onderzoek op EU-niveau kunnen bijdragen aan het vinden van een oplossing voor de uitdaging om een duurzaam watersysteem tot stand te brengen voor een duurzame economie in Europa en daarbuiten, en zij worden opgeroepen de mogelijkheden die daardoor geboden worden te benutten.

2.

De lidstaten worden aangespoord om een operationele gezamenlijke strategische onderzoeksagenda vast te stellen waarbij onderzoeksbehoeften en -doelstellingen voor de middellange tot lange termijn worden vastgesteld inzake zoetwater. Die strategie dient een uitvoeringsplan te omvatten waarin de prioriteiten en tijdschema's zijn vastgesteld en de maatregelen, instrumenten en middelen die hiervoor nodig zijn, worden vermeld.

3.

De lidstaten worden aangespoord om de volgende acties op te nemen in de strategische onderzoeksagenda en in het uitvoeringsplan:

a)

inventarisatie en uitwisseling van informatie over relevante nationale programma’s en onderzoeksactiviteiten en door de Unie gecoördineerde onderzoeksprogramma's;

b)

versterking van de gezamenlijke capaciteit voor prognoses en technologisch aspectenonderzoek;

c)

uitwisseling van informatie, middelen, beste praktijken, methoden en richtsnoeren;

d)

vaststelling van gebieden, proefprojecten of onderzoeksactiviteiten die baat zouden hebben bij gezamenlijke oproepen tot het indienen van voorstellen of de bundeling van de middelen (waaronder de financiële middelen);

e)

vaststelling van procedures voor gezamenlijk uit te voeren onderzoek op de onder d) vastgestelde gebieden;

f)

waarborgen van de coördinatie en de ontwikkeling van synergieën met de bestaande onderzoeks- en innovatieprogramma's in de EU, bv. het Kaderprogramma en andere verwante gezamenlijke programmeringsinitiatieven, in het bijzonder de volgende programmeringsinitiatieven: „klimaatkennis koppelen ten behoeve van Europa”, „een stedelijk Europa — mondiale uitdagingen, lokale oplossingen” en de „gezonde en productieve zeeën en oceanen”;

g)

zo mogelijk het delen van bestaande onderzoeksinfrastructuur, of het opzetten van nieuwe faciliteiten, zoals gecoördineerde databanken of het opstellen van modellen voor onderzoek naar watergerelateerde processen;

h)

stimuleren van betere samenwerking tussen de particuliere en de overheidssector, gekoppeld aan een open innovatie van verschillende onderzoeksactiviteiten en bedrijfstakken die verband houden met water;

i)

export en verspreiding van de kennis, innovatie en interdisciplinaire methodieken; met name inzake voor het beleid relevante resultaten;

j)

passende wetenschappelijke en technologische informatie aan te reiken voor de besluitvorming in de lidstaten en de Unie;

k)

netwerken oprichten van centra die zich bezighouden met onderzoek inzake water.

4.

De lidstaten worden aangespoord om een gemeenschappelijke beheersstructuur op het gebied van water op te zetten, die de opdracht krijgt gemeenschappelijke voorwaarden, regels en procedures voor samenwerking en coördinatie vast te stellen en de uitvoering van de strategische onderzoeksagenda te volgen.

5.

De lidstaten worden aangespoord om gezamenlijk de strategische onderzoeksagenda uit te voeren, via hun nationale onderzoeksprogramma’s in overeenstemming met de richtsnoeren voor randvoorwaarden voor gezamenlijke programmering van de Groep op hoog niveau van de Raad voor gezamenlijke programmering.

6.

De lidstaten worden gestimuleerd om met de Commissie samen te werken om na te gaan welke initiatieven de Commissie eventueel kan nemen om de lidstaten bij te staan bij de ontwikkeling en de uitvoering van de strategische onderzoeksagenda, en om het gezamenlijke programma op dit gebied met andere EU-initiatieven te coördineren.

7.

De lidstaten worden aangespoord bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van de internationale dimensie van de strategische onderzoeksagenda intensief samen te werken met het Strategisch forum voor internationale wetenschappelijke en technologische samenwerking (SFIC) en de samenhang met de initiatieven van het SFIC te waarborgen ten aanzien van niet-EU-landen.

8.

De lidstaten worden aangespoord om door middel van voortgangsverslagen aan de Commissie regelmatig verslag uit te brengen over de voortgang met betrekking tot dit gezamenlijk programmeringsinitiatief.

Gedaan te Brussel, 27 oktober 2011.

Voor de Commissie

Máire GEOGHEGAN-QUINN

Lid van de Commissie


(1)  COM(2011) 21 definitief.

(2)  COM(2010) 546 definitief.

(3)  PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1.

(4)  Conclusies van de Raad 10246/10, http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/10/st10/st10246.en10.pdf


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

29.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 317/4


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 317/02

Datum waarop het besluit is genomen

20.6.2011

Referentienummer staatssteun

N 687/09

Lidstaat

Duitsland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

ERP Innovation Programme

Rechtsgrondslag

KfW-Gesetz, BGB I S.2427, Programmmerkblatt ERP-Innovationsprogramme neu

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Kleine- en middelgrote ondernemingen, Onderzoek en ontwikkeling

Vorm van de steun

Zachte lening

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun 305 mln EUR

Maximale steunintensiteit

50 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2013

Economische sectoren

Alle sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

KFW

Palmengartenstr. 5-9

60325 Frankfurt

DEUTSCHLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

23.5.2011

Referentienummer staatssteun

SA.31154 (N 429/10)

Lidstaat

Greece

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Agricultural Bank of Greece

Rechtsgrondslag

Law ‘Support measures for the credit institutions in Greece’ (Commission Decision of 19 November 2008 in State Aid Case N 560/08, OJ C 125, 5.6.2009, p. 6)

Type maatregel

Ad-hocsteun

Doelstelling

Opheffing van een ernstige verstoring van de economie

Vorm van de steun

Kapitaalinjectie

Begrotingsmiddelen

[…] (1)

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

Economische sectoren

Beperkt tot de financiële dienstverlening

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministry of Finance

Nikis Street 5-7

101 65 Athens

GREECE

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

1.6.2011

Referentienummer staatssteun

SA.33006 (11/N)

Lidstaat

Ierland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Prolongation of the ELG Scheme until 31 December 2011

Rechtsgrondslag

The Credit Institutions (Financial Support) Act 2008

The Credit Institutions (Eligible Liabilities Guarantee) Scheme 2009 as amended

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Opheffing van een ernstige verstoring van de economie

Vorm van de steun

Garantie

Begrotingsmiddelen

[…] (2)

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

1.7.2011-31.12.2011

Economische sectoren

Beperkt tot de financiële dienstverlening

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Department of Finance

Government Buildings

Merrion Street

Dublin 2

IRELAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

25.8.2011

Referentienummer staatssteun

SA.33193 (11/N)

Lidstaat

België

Regio

Vlaanderen

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Regeling inzake Steun aan Projecten van Onderzoek en Ontwikkeling van het Bedrijfsleven in Vlaanderen

Régime d'aides en faveur des projets de recherche et de développement des entreprises en Flandre

Rechtsgrondslag

1.

Decreet van 18 mei 1999 betreffende het voeren van een beleid ter aanmoediging van de technologische innovatie, en vervangen door het decreet van 30 april 2009 betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid. (uitgevoerd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2009)

Décret du 18 mai 1999 relatif à une politique d'encouragement à l'innovation technologique, et remplacé par décret du 30 avril 2009 relatif à l'organisiation et au financement de la politique en matière de sciences et d'innovation

2.

Besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot regeling van de steun aan projecten van onderzoek en ontwikkeling van het bedrijfsleven in Vlaanderen.

Arrêté du 12 décembre 2008 du Gouvernement flamand réglant l'aide aux projets de recherche et de développement des entreprises en Flandre

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Onderzoek en ontwikkeling

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Voorziene jaarlijkse uitgaven 114,86 mln EUR

 

Totaal van de voorziene steun 689,14 mln EUR

Maximale steunintensiteit

80 %

Looptijd (periode)

5.10.2011-5.10.2017

Economische sectoren

Alle sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT)

Koning Albert II-laan 35b16

1030 Brussel

BELGIË

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

20.9.2011

Referentienummer staatssteun

SA.33381 (11/N)

Lidstaat

Oostenrijk

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Förderung Schienenfahrzeugausrüstung mit ETCS Level 2

Rechtsgrondslag

Sonderrichtlinien i. S. des § 40 Absatz 2 der allgemeinen Rahmenrichtlinien für die Gewährung von Förderungen aus Bundesmitteln (ARR 2004), BGBl. II 51/2004 i.d.F. BGBl. II 317/2009

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Sectorale ontwikkeling, Verwezenlijking van een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun 45 mln EUR

Maximale steunintensiteit

50 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2014

Economische sectoren

Beperkt tot de sector transport over land en via pijpleidingen

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Bundesministerium für Verkehr, Innovation und Technologie

Radetzkystraße 2

1030 Wien

ÖSTERREICH

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


(1)  Vertrouwelijke informatie.

(2)  Vertrouwelijke informatie.


29.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 317/8


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6352 — Vitol/VTTI/Arclight/Petro LUX)

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 317/03

Op 26 oktober 2011 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32011M6352. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

29.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 317/9


Wisselkoersen van de euro (1)

28 oktober 2011

2011/C 317/04

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,4160

JPY

Japanse yen

107,29

DKK

Deense kroon

7,4427

GBP

Pond sterling

0,87935

SEK

Zweedse kroon

9,0182

CHF

Zwitserse frank

1,2211

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,6725

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,700

HUF

Hongaarse forint

300,35

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7040

PLN

Poolse zloty

4,3250

RON

Roemeense leu

4,3115

TRY

Turkse lira

2,4716

AUD

Australische dollar

1,3270

CAD

Canadese dollar

1,4072

HKD

Hongkongse dollar

10,9975

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7321

SGD

Singaporese dollar

1,7588

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 565,14

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

10,9515

CNY

Chinese yuan renminbi

9,0058

HRK

Kroatische kuna

7,4955

IDR

Indonesische roepia

12 448,30

MYR

Maleisische ringgit

4,3419

PHP

Filipijnse peso

60,423

RUB

Russische roebel

42,2850

THB

Thaise baht

43,245

BRL

Braziliaanse real

2,4082

MXN

Mexicaanse peso

18,5850

INR

Indiase roepie

69,0530


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


29.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 317/10


Mededeling van de Commissie inzake de niet-aangevraagde hoeveelheid die moet worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 januari 2012 tot en met 31 maart 2012 vastgestelde hoeveelheid voor bepaalde contigenten die de Unie heeft geopend voor producten van de sectoren pluimveevlees, eieren en ovoalbumine

2011/C 317/05

Bij de Verordeningen (EG) nrs. 533/2007 (1), 536/2007 (2) en 539/2007 (3) van de Commissie zijn tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sectoren pluimveevlees, eieren en ovoalbumine. De in de eerste zeven dagen van september 2011 voor de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december 2011 ingediende invoercertificaataanvragen hebben, voor de contingenten 09.4068, 09.4070, 09.4169, 09.4015 en 09.4402, betrekking op een hoeveelheid die kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid. Overeenkomstig artikel 7, lid 4, tweede zin, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (4) worden de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode, van 1 januari tot en met 31 maart 2012, vastgestelde hoeveelheid. De betrokken hoeveelheden zijn opgenomen in de bijlage bij deze mededeling.


(1)  PB L 125 van 15.5.2007, blz. 9.

(2)  PB L 128 van 16.5.2007, blz. 6.

(3)  PB L 128 van 16.5.2007, blz. 19.

(4)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.


BIJLAGE

Contingentnummer

Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 januari 2012 t/m 31 maart 2012 vastgestelde hoeveelheid

(in kg)

09.4068

4 005 400

09.4070

576 500

09.4169

8 332 500

09.4015

67 500 000

09.4402

6 023 223


29.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 317/11


Mededeling van de Commissie inzake de niet-aangevraagde hoeveelheid die moet worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 januari 2012 tot en met 31 maart 2012 vastgestelde hoeveelheid voor bepaalde contigenten die de Unie heeft geopend voor producten van de sector varkensvlees

2011/C 317/06

Bij Verordening (EG) nr. 442/2009 van de Commissie (1) zijn tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sector varkensvlees. De in de eerste zeven dagen van september 2011 voor de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december 2011 ingediende invoercertificaataanvragen hebben, voor de contingenten 09.4038, 09.4170 en 09.4204, betrekking op een hoeveelheid die kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid. Overeenkomstig artikel 7, lid 4, tweede zin, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (2) worden de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode, van 1 januari tot en met 31 maart 2012, vastgestelde hoeveelheid. De betrokken hoeveelheden zijn opgenomen in de bijlage bij deze mededeling.


(1)  PB L 129 van 28.5.2009, blz. 13.

(2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.


BIJLAGE

Contingentnummer

Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 januari 2012 t/m 31 maart 2012 vastgestelde hoeveelheid

(in kg)

09.4038

16 449 900

09.4170

2 361 000

09.4204

2 312 000


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

29.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 317/12


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6415 — Vendôme Commerces/CDC/Immeuble Toulon)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 317/07

1.

Op 24 oktober 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Vendôme Commerces (Frankrijk) en Caisse des Dépôts et Consignations (Frankrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de indirecte gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een warenhuisgebouw dat gelegen is in de nabijgelegen agglomeratie Toulon, door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Vendôme Commerces: vastgoedmaatschappij die deel uitmaakt van het Axa-concern, dat zich bezighoudt met financiële bescherming,

Caisse des Dépôts et Consignations: Franse openbare instelling die enerzijds diensten van algemeen belang verleent en anderzijds aan concurrentie onderworpen activiteiten verricht,

Het warenhuisgebouw is gelegen te La Valette du Var in de agglomeratie Toulon (Frankrijk). Het wordt geëxploiteerd onder de handelsnaam Printemps.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6415 — Vendôme Commerces/CDC/Immeuble Toulon, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


Rectificaties

29.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 317/14


Rectificatie van de oproep voor academische instellingen om blijk te geven van hun belangstelling voor deelname aan de werkzaamheden van het Gezamenlijk Raadgevend Comité CARIFORUM-EG op grond van het Besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap over het lidmaatschap van het Raadgevend Comité CARIFORUM-EG, opgericht bij de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de CARIFORUM-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en over de selectie van de vertegenwoordigers van in de Europese Gemeenschap gevestigde organisaties

( Publicatieblad van de Europese Unie C 312 van 25 oktober 2011 )

2011/C 317/08

Bladzijde 10, punt 1:

in plaats van:

„1.

Academische instellingen wordt gevraagd hun belangstelling te tonen voor opname in een lijst van organisaties die aan de vergaderingen van dit Raadgevend Comité willen deelnemen. Die mogelijkheid bestaat voor academische instellingen, waaronder onafhankelijke onderzoekscentra, die aan de voorwaarden van het Besluit van de Raad van 16 november 2009 (in bijlage) voldoen.”,

te lezen:

„1.

Academische instellingen wordt gevraagd hun belangstelling te tonen voor opname in een lijst van organisaties die aan de vergaderingen van dit Raadgevend Comité willen deelnemen. Die mogelijkheid bestaat voor academische instellingen, waaronder onafhankelijke onderzoekscentra, die aan de voorwaarden van Besluit 2010/207/EG van de Raad van 16 november 2009 betreffende het standpunt van de Gemeenschap over het lidmaatschap van het Raadgevend Comité Cariforum-EG, opgericht bij de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en over de selectie van de vertegenwoordigers van in de Europese Gemeenschap gevestigde organisaties (1) voldoen.

Bladzijde 10, punt 5:

in plaats van:

„5.

Academische instellingen kunnen zich aanmelden voor opname door op de website http://spportal/cariforum-eu het daarvoor bestemde formulier in te vullen (uiterste termijn: 1 december 2011 om 19 uur).”,

te lezen:

„5.

Academische instellingen kunnen zich aanmelden voor opname door op de website http://portal2.eesc.europa.eu/cariforum-eu het daarvoor bestemde formulier in te vullen (uiterste termijn: 15 december 2011 om 19 uur).”.


(1)  PB L 88, 8.4.2010, p. 23.”.


29.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 317/15


Rectificatie van de oproep voor niet-gouvernementele organisaties om blijk te geven van hun belangstelling voor deelname aan de werkzaamheden van het Gezamenlijk Raadgevend Comité CARIFORUM-EG op grond van het Besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap over het lidmaatschap van het Raadgevend Comité CARIFORUM-EG, opgericht bij de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de CARIFORUM-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en over de selectie van de vertegenwoordigers van in de Europese Gemeenschap gevestigde organisaties

( Publicatieblad van de Europese Unie C 312 van 25 oktober 2011 )

2011/C 317/09

Bladzijde 11, punt 1:

in plaats van:

„1.

Niet-gouvernementele organisaties, waaronder organisaties die zich bezighouden met ontwikkeling en milieu, wordt gevraagd hun belangstelling te tonen voor opname in een lijst van organisaties die aan de vergaderingen van dit Raadgevend Comité willen deelnemen. Die mogelijkheid bestaat voor alle organisaties die aan de voorwaarden van het Besluit van de Raad van 16 november 2009 (in bijlage) voldoen.”,

te lezen:

„1.

Niet-gouvernementele organisaties, waaronder organisaties die zich bezighouden met ontwikkeling en milieu, wordt gevraagd hun belangstelling te tonen voor opname in een lijst van organisaties die aan de vergaderingen van dit Raadgevend Comité willen deelnemen. Die mogelijkheid bestaat voor alle organisaties die aan de voorwaarden van Besluit 2010/207/EG van de Raad van 16 november 2009 betreffende het standpunt van de Gemeenschap over het lidmaatschap van het Raadgevend Comité Cariforum-EG, opgericht bij de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, en over de selectie van de vertegenwoordigers van in de Europese Gemeenschap gevestigde organisaties (1) voldoen.

Bladzijde 11, punt 5:

in plaats van:

„5.

Organisaties kunnen zich aanmelden voor opname op de lijst door op de website http://spportal/cariforum-eu het daarvoor bestemde formulier in te vullen (uiterste termijn: 1 december 2011 om 19 uur/Belgische tijd).”,

te lezen:

„5.

Organisaties kunnen zich aanmelden voor opname op de lijst door op de website http://portal2.eesc.europa.eu/cariforum-eu het daarvoor bestemde formulier in te vullen (uiterste termijn: 15 december 2011 om 19 uur/Belgische tijd).”.


(1)  PB L 88, 8.4.2010, p. 23.”;