ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2011.243.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 243

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

54e jaargang
20 augustus 2011


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2011/C 243/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6287 — Bain Capital/Oaktree/International Market Centers JV) ( 1 )

1

2011/C 243/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6239 — ONEX/JELD-WEN) ( 1 )

1

2011/C 243/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6207 — GESTAMP/TKMF) ( 1 )

2


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2011/C 243/04

Wisselkoersen van de euro

3

2011/C 243/05

Besluit van de Commissie van 19 augustus 2011inzake de feestdagen en vrije dagen voor 2013 bij de instellingen van deEuropese Unie

4

2011/C 243/06

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 19 augustus2011 tot vaststelling van een werkprogramma ter financieringvan de activiteiten van de Unie met betrekking tot alternatieven voor dechirurgische castratie van varkens

5

2011/C 243/07

Besluit van de Commissie van 19 augustus 2011tot oprichting van het Adviescomité voor de Europese ruimte vooronderzoek en innovatie

12

 

Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid

2011/C 243/08

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zakenen veiligheidsbeleid van 19 juli 2011houdende voorschriften betreffende de toegang tot documenten

16


 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2011/C 243/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6317 — BNP Paribas/Fortis Luxembourg-Vie) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

19

2011/C 243/10

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6301 — Eurazeo/Moncler) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

20

2011/C 243/11

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6185 — Flabeg/Schott/SBPS/JV) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

21


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

20.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6287 — Bain Capital/Oaktree/International Market Centers JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/C 243/01)

Op 16 augustus 2011 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32011M6287. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


20.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6239 — ONEX/JELD-WEN)

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/C 243/02)

Op 17 juni 2011 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32011M6239. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


20.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6207 — GESTAMP/TKMF)

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/C 243/03)

Op 18 juli 2011 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32011M6207. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

20.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/3


Wisselkoersen van de euro (1)

19 augustus 2011

(2011/C 243/04)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,4385

JPY

Japanse yen

110,00

DKK

Deense kroon

7,4487

GBP

Pond sterling

0,86965

SEK

Zweedse kroon

9,2204

CHF

Zwitserse frank

1,1340

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,8575

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,475

HUF

Hongaarse forint

272,15

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7092

PLN

Poolse zloty

4,1724

RON

Roemeense leu

4,2678

TRY

Turkse lira

2,5700

AUD

Australische dollar

1,3783

CAD

Canadese dollar

1,4189

HKD

Hongkongse dollar

11,2199

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7404

SGD

Singaporese dollar

1,7394

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 563,67

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

10,3284

CNY

Chinese yuan renminbi

9,2006

HRK

Kroatische kuna

7,4800

IDR

Indonesische roepia

12 320,66

MYR

Maleisische ringgit

4,2889

PHP

Filipijnse peso

61,374

RUB

Russische roebel

41,9115

THB

Thaise baht

42,896

BRL

Braziliaanse real

2,2928

MXN

Mexicaanse peso

17,6173

INR

Indiase roepie

65,8110


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


20.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/4


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 19 augustus 2011

inzake de feestdagen en vrije dagen voor 2013 bij de instellingen van de Europese Unie

(2011/C 243/05)

LIJST VAN FEESTDAGEN EN VRIJE DAGEN VOOR 2013

1 januari

Nieuwjaarsdag (dinsdag)

2 januari

Dag na Nieuwjaar (woensdag)

28 maart

Witte Donderdag

29 maart

Goede Vrijdag

1 april

Paasmaandag

1 mei

Dag van de Arbeid (woensdag)

9 mei

Verjaardag van de verklaring van Schuman in 1950 en Hemelvaart (donderdag)

10 mei

Dag na Hemelvaart (vrijdag)

20 mei

Pinkstermaandag

15 augustus

Maria-Hemelvaart (donderdag)

1 november

Allerheiligen (vrijdag)

24 december tot en met 31 december

(dinsdag)

Zes eindejaarsdagen

(dinsdag)

TOTAAL:

17 dagen

Voor Luxemburg geldt hetzelfde als voor Brussel.

Op vrijdag 3 januari 2014 wordt het werk hervat.

Zonder vooruit te lopen op de vaststelling van de vrije dagen voor 2014, wordt donderdag 2 januari 2014 aangemerkt als een vrije dag.

De Commissie behoudt zich het recht voor om bovenstaand schema in het belang van de dienst te wijzigen.


20.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/5


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 19 augustus 2011

tot vaststelling van een werkprogramma ter financiering van de activiteiten van de Unie met betrekking tot alternatieven voor de chirurgische castratie van varkens

(2011/C 243/06)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1), en met name artikel 75,

Gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 90,

Gezien Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (3), en met name de artikelen 19, 20, 22 en 23,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 moet de vastlegging van een uitgave uit de begroting van de Unie worden voorafgegaan door een financieringsbesluit waarin de essentiële elementen van desbetreffende actie worden vastgesteld.

(2)

Beschikking 2009/470/EG stelt de procedures vast voor de financiële bijdrage van de Unie in de kosten van gerichte veterinaire maatregelen, waaronder voorlichtingsbeleid inzake diergezondheid, dierenwelzijn en voedselveiligheid, en acties op technisch en wetenschappelijk gebied.

(3)

Berengeur is een onaangename geur die kan voorkomen wanneer het vlees van ongecastreerde mannelijke varkens bij het koken wordt verhit. Slechts bij een klein percentage van de geslachtsrijpe varkens hopen zich hoge concentraties androstenon, skatool en indool in het vlees op, de stoffen die de geur veroorzaken. Niet alle consumenten zijn voor berengeur gevoelig, maar degenen die het wel zijn, verwerpen het varkensvlees als oneetbaar. Paragraaf 1, onder p), van hoofdstuk V van sectie II van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (4), bepaalt dat vlees met een sterke seksuele geur ongeschikt is voor menselijke consumptie.

(4)

Op dit moment worden voornamelijk drie methoden gevolgd om berengeur in varkensvlees te voorkomen, namelijk vroegtijdig slachten, verwijdering van de testikels (chirurgische castratie) of immunocastratie (vaccinatie om berengeur te verminderen). Chirurgische castratie van varkens is een kwestie van dierenwelzijn. Daarom bepaalt Richtlijn 2008/120/EG van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van varkens (5), dat alleen dierenartsen of personen met een passende opleiding varkens mogen castreren en dat bij varkens die zeven dagen of ouder zijn, anesthesie en aanvullende langdurige analgesie moeten worden toegepast.

(5)

Volgens het op 12 en 13 juli 2004 goedgekeurde advies van het Wetenschappelijk Panel voor diergezondheid en dierenwelzijn van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) naar aanleiding van een verzoek van de Commissie in verband met de welzijnsaspecten van de castratie van biggen (6) is de chirurgische castratie van varkens op elke leeftijd pijnlijk.

(6)

Artikel 13 van het Verdrag erkent dat dieren wezens met gevoel zijn en dat bij de opstelling en de tenuitvoerlegging van onder andere het landbouw- en internemarktbeleid van de Unie ten volle rekening moet worden gehouden met de vereisten inzake het welzijn van dieren.

(7)

In de Europese Verklaring over alternatieven voor chirurgische castratie van varkens (7) van december 2010 hebben belangrijke actoren uit de varkenssector zich vrijwillig ertoe verbonden uiterlijk op 1 januari 2018 de routinematige chirurgische castratie van mannelijke varkens stop te zetten, op voorwaarde dat een Europees partnerschap inzake de castratie van varkens wordt opgericht om de nodige activiteiten te ontwikkelen om deze doelstelling te bereiken.

(8)

De Unie dient derhalve in onderzoek naar alternatieven voor de chirurgische castratie van varkens te investeren. Daarom moet een werkprogramma worden opgezet om technische, wetenschappelijke en pedagogische maatregelen voor de vaststelling en invoering van alternatieven voor chirurgische castratie te ondersteunen. Het werkprogramma moet onder meer de ontwikkeling van referentie- en screeningmethoden voor de opsporing van berengeur in varkensvlees, alsook onderzoek naar de aanvaardbaarheid voor de consument van vlees en producten van niet-chirurgisch gecastreerde varkens omvatten.

(9)

De resultaten van deze onderzoeken kunnen er ook toe leiden dat de desbetreffende wetgeving van de Unie moet worden herzien om een soepele werking van de interne markt te garanderen. Uiterlijk op 1 januari 2018 moet de economische impact van de stopzetting van routinematige chirurgische castratie van varkens zijn vastgesteld. Daarom is het aangewezen een alomvattende analyse te maken van de kosten en baten van de bewuste maatregelen op de verschillende niveaus van de productieketen voor varkensvlees.

(10)

Er dient een specifieke interactieve website te worden opgezet om de voorlichting en opleiding van de voornaamste belanghebbenden uit de varkenssector over de maatregelen van de Unie inzake alternatieven voor de chirurgische castratie van varkens te bevorderen.

(11)

Het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie — Instituut voor referentiematerialen en -metingen (GCO-IRMM) in Geel, België, beschikt over de nodige wetenschappelijke en technische deskundigheid om referentieanalysemethoden te ontwikkelen en te valideren. Daarom moet in de begroting van de Unie op basis van een administratieve overeenkomst een kredietoverschrijving ten gunste van het GCO-IRMM worden gedaan voor de ontwikkeling van door de Europese Unie erkende referentiemethoden voor de opsporing en meting van de belangrijkste stoffen die berengeur veroorzaken.

(12)

Voor de uitvoering van dit besluit wordt de term „belangrijke wijziging” gedefinieerd in de zin van artikel 90, lid 4, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002.

(13)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het in de bijlage opgenomen werkprogramma voor de activiteiten van de Unie inzake alternatieven voor de chirurgische castratie van varkens (hierna „het werkprogramma” genoemd) wordt aangenomen.

Artikel 2

De maximale bijdrage van de Unie voor de uitvoering van het werkprogramma wordt vastgesteld op 1 330 000 EUR, te financieren uit het onderstaande begrotingsonderdeel van de algemene begroting van de Europese Unie voor 2011:

begrotingsonderdeel 17 04 02 01: 1 330 000 EUR.

Deze kredieten kunnen ook de betaling van achterstandsrente dekken.

Artikel 3

Gecumuleerde wijzigingen in de toewijzingen voor de onder het werkprogramma vallende acties die niet meer bedragen dan 10 % van de maximale bijdrage, als bedoeld in artikel 2 van dit besluit, worden niet als belangrijk beschouwd in de zin van artikel 90, lid 4, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002, mits deze wijzigingen de aard en de doelstelling van het werkprogramma niet significant beïnvloeden.

Artikel 4

Dit besluit vormt een financieringsbesluit in de zin van artikel 75 van het Financieel Reglement.

Dit besluit dekt ook de betaling van achterstandsrente uit hoofde van artikel 83 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 en artikel 106, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002.

Gedaan te Brussel, 19 augustus 2011.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(2)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

(3)  PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30.

(4)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206.

(5)  PB L 47 van 18.2.2009, blz. 5.

(6)  EFSA Journal (2004) 91, blz. 1-18.

(7)  http://ec.europa.eu/food/animal/welfare/farm/initiatives_en.htm


BIJLAGE

Werkprogramma als bedoeld in artikel 1

1.1.   Inleiding

Dit programma bevat uitvoeringsmaatregelen voor de acties inzake alternatieven voor de chirurgische castratie van varkens, waarvoor de Unie financiële middelen beschikbaar stelt.

Op basis van de doelstellingen die zijn omschreven in Beschikking 2009/470/EG van de Raad betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied, worden de begrotingsmiddelen als volgt over de belangrijkste acties verdeelt:

Voor de plaatsing van opdrachten (uitgevoerd in direct gecentraliseerd beheer) (1.2):

gebruik van een administratieve overeenkomst met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Instituut voor referentiematerialen en -metingen in Geel, België, voor de ontwikkeling van door de Europese Unie erkende referentiemethoden voor de opsporing en meting van de belangrijkste stoffen die berengeur veroorzaken, maximaal 500 000 EUR (1.2.1);

één openbare aanbesteding voor een studie naar de aanvaardbaarheid voor de consument in de Europese Unie en in derde landen van vlees en vleesproducten van niet-chirurgisch gecastreerde mannelijke varkens, de publicatie van de studie en de verspreiding van verwante informatie, maximaal 250 000 EUR (1.2.2);

één openbare aanbesteding voor een studie naar snelle opsporingsmethoden voor berengeur die momenteel in slachterijen in de Europese Unie worden gebruikt of ontwikkeld, maximaal 150 000 EUR (1.2.3);

één openbare aanbesteding voor een studie naar manieren om de voor berengeur verantwoordelijke stoffen via bepaalde kweek-, voeder- en managementtechnieken te beperken, maximaal 250 000 EUR (1.2.4);

gebruik van een raamcontract voor een studie naar en een economische analyse van de kosten en baten van stopzetting van de chirurgische castratie van varkens, met bijzondere aandacht voor de verdeling van de kosten over de hele varkensvleesketen, maximaal 150 000 EUR (1.2.5);

gebruik van een raamcontract om een specifieke website te ontwikkelen, te hosten en te onderhouden met betrekking tot de acties van de Europese Unie inzake alternatieven voor de chirurgische castratie van varkens, maximaal 30 000 EUR (1.2.6).

1.2.   Aanbestedingen

In totaal wordt in 2011 1 330 000 EUR voor de in 1.2 vermelde aanbestedingscontracten uitgetrokken.

1.2.1.   Ontwikkeling van door de Europese Unie erkende referentiemethoden voor de opsporing en meting van de belangrijkste stoffen die berengeur veroorzaken

Rechtsgrondslag: Artikelen 22 en 23 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad

Begrotingsonderdeel: 17 04 02 01

Indicatief aantal en type voorgenomen contracten: Eén administratieve overeenkomst met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Instituut voor referentiematerialen en -metingen (GCO-IRMM) in Geel, België.

Onderwerp van de voorgenomen contracten:

Ontwikkeling van op het niveau van de Europese Unie geharmoniseerde referentiemethoden voor de opsporing en meting van de drie belangrijkste stoffen die berengeur veroorzaken (androstenon, skatool en indool) teneinde een soepele werking van de interne markt voor vlees van niet-chirurgisch gecastreerde mannelijke varkens te garanderen;

ontwikkeling van op het niveau van de Europese Unie geharmoniseerde technieken voor het nemen en voorbereiden van monsters voor de opsporing van berengeur;

koppeling van de drempels van op EU-niveau geharmoniseerde referentiemethoden voor de opsporing van berengeur veroorzakende stoffen aan drempels in de zintuiglijke waarneming;

zorgen voor de onderlinge vergelijkbaarheid van analyseresultaten tussen laboratoria;

kalibratie van snelle screeningmethoden voor de opsporing van berengeur.

Tenuitvoerlegging: Direct gecentraliseerd beheer

Indicatief tijdschema voor de start van de aanbestedingsprocedure: September 2011

Indicatief bedrag van de aanbesteding: 500 000 EUR

Specifiek contract: Niet van toepassing

1.2.2.   Studie naar de aanvaardbaarheid voor de consument in de Europese Unie en in derde landen van vlees en vleesproducten van niet-chirurgisch gecastreerde mannelijke varkens

Rechtsgrondslag: Artikelen 22 en 23 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad

Begrotingsonderdeel: 17 04 02 01

Indicatief aantal en type voorgenomen contracten: Eén dienstverleningscontract (openbare aanbesteding)

Onderwerp van de voorgenomen contracten:

Studie naar de aanvaardbaarheid voor de consument in de Europese Unie en in derde landen van vlees en vleesproducten van niet-chirurgisch gecastreerde mannelijke varkens;

opsporen en beschrijven van de verschillen tussen de lidstaten wat betreft de aanvaarding door de consument van vlees en vleesproducten van niet-chirurgisch gecastreerde mannelijke varkens;

opsporen en beschrijven van de verschillen wat betreft de aanvaarding door de consument van vlees en vleesproducten van niet-chirurgisch gecastreerde mannelijke varkens tussen derde landen waarnaar de Unie varkensvlees en varkensvleesproducten uitvoert.

Tenuitvoerlegging: Direct gecentraliseerd beheer

Indicatief tijdschema voor de start van de aanbestedingsprocedure: December 2011

Indicatief bedrag van de aanbesteding: 250 000 EUR

Specifiek contract: Niet van toepassing

1.2.3.   Studie naar snelle opsporingsmethoden voor berengeur die momenteel in slachterijen in de Europese Unie worden gebruikt of ontwikkeld

Rechtsgrondslag: Artikelen 22 en 23 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad

Begrotingsonderdeel: 17 04 02 01

Indicatief aantal en type voorgenomen contracten: Eén dienstverleningscontract (openbare aanbesteding)

Onderwerp van de voorgenomen contracten:

Studie naar snelle opsporingsmethoden voor berengeur die momenteel in slachterijen in de Europese Unie worden gebruikt of ontwikkeld;

vergelijking van de haalbaarheid, de resultaten en de kosten van de verschillende methoden die momenteel in slachterijen in de Europese Unie worden gebruikt of ontwikkeld.

Tenuitvoerlegging: Direct gecentraliseerd beheer

Indicatief tijdschema voor de start van de aanbestedingsprocedure: Februari 2012

Indicatief bedrag van de aanbesteding: 150 000 EUR

Specifiek contract: Niet van toepassing

1.2.4.   Studie naar manieren om de voor berengeur verantwoordelijke stoffen via bepaalde kweek-, voeder- en managementtechnieken te beperken

Rechtsgrondslag: Artikelen 22 en 23 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad

Begrotingsonderdeel: 17 04 02 01

Indicatief aantal en type voorgenomen contracten: Eén dienstverleningscontract (openbare aanbesteding)

Onderwerp van de voorgenomen contracten:

Studie naar en kwantificering van manieren om de voor berengeur verantwoordelijke stoffen via veranderingen in de kweek-, voeder- en managementtechnieken te beperken.

Tenuitvoerlegging: Direct gecentraliseerd beheer

Indicatief tijdschema voor de start van de aanbestedingsprocedure: April 2012

Indicatief bedrag van de aanbesteding: 250 000 EUR

Specifieke contract: Niet van toepassing

1.2.5.   Studie naar en economische analyse van de kosten en baten van stopzetting van de chirurgische castratie van varkens

Rechtsgrondslag: Artikelen 22 en 23 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad

Begrotingsonderdeel: 17 04 02 01

Indicatief aantal en type voorgenomen contracten: Eén dienstverleningscontract (gebruik van bestaand raamcontract)

Onderwerp van de voorgenomen contracten:

Verzamelen van economische gegevens en opmaken van economische prognoses over de kosten en baten (milieu, voeder, aantal biggen) van stopzetting van de chirurgische castratie van varkens. Er moet worden gekeken naar de kosten en baten voor alle actoren in de varkensvleesketen, van producent tot consument;

nagaan hoe deze kosten en baten over alle actoren in de varkensvleesketen kunnen worden verdeeld.

Tenuitvoerlegging: Direct gecentraliseerd beheer

Indicatief tijdschema voor de start van de aanbestedingsprocedure: Juni 2012

Indicatief bedrag van de aanbesteding: 150 000 EUR

Specifiek contract: Sluiting van één specifiek dienstverleningscontract in het kader van raamcontract SANCO/2008/01/055 voor evaluaties, effectbeoordelingen en verwante diensten, perceel 3 („Voedselketen”).

1.2.6.   Ontwikkeling, hosting en onderhoud van een specifieke website voor de voorlichting en opleiding van de voornaamste belanghebbenden uit de varkenssector over de acties van de Unie inzake alternatieven voor de chirurgische castratie van varkens

Rechtsgrondslag: Artikelen 19 en 20 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad

Begrotingsonderdeel: 17 04 02 01

Indicatief aantal en type voorgenomen contracten: Eén dienstverleningscontract (gebruik van bestaand raamcontract)

Onderwerp van de voorgenomen contracten: De belangrijkste doelstellingen van de specifieke website zijn:

actuele online-informatie te verschaffen over de activiteiten van de Europese Unie op het gebied van alternatieven voor de chirurgische castratie van varkens;

een platform voor informatie-uitwisseling en opleiding te bieden ten behoeve van alle actoren uit de varkensvleesketen;

publicaties te verspreiden over de resultaten van de acties van de Europese Unie inzake alternatieven voor de castratie van varkens.

Tenuitvoerlegging: Direct gecentraliseerd beheer

Indicatief tijdschema voor de start van de aanbestedingsprocedure: Oktober 2011

Indicatief bedrag van de aanbesteding: 30 000 EUR

Specifiek contract: Sluiting van één specifiek dienstverleningscontract in het kader van raamcontract SANCO/2009/A1/005, perceel 1.


20.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/12


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 19 augustus 2011

tot oprichting van het Adviescomité voor de Europese ruimte voor onderzoek en innovatie

(2011/0000/)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de Commissie te adviseren over de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte, rekening houdend met de in het groenboek van de Commissie „De Europese onderzoeksruimte: Nieuwe perspectieven (1)” uiteengezette doelstellingen, heeft de Commissie bij Besluit 2008/111/EG, Euratom (2) het Comité voor de Europese Onderzoeksruimte (CEOR) opgericht.

(2)

Besluit 2008/111/EG, Euratom verstrijkt op 29 februari 2012.

(3)

Na de mededeling van de Commissie „Europa 2020: Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei (3)” heeft de Raad de nieuwe strategie op 17 juni 2010 politiek bekrachtigd.

(4)

Bij de door de Europese Commissie op 6 oktober 2010 aangenomen mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's „Europa 2020-kerninitiatief Innovatie-Unie (4)” wordt het onderzoeks- en innovatiebeleid in één kader ondergebracht. Dit beleid is een kritisch onderdeel van de algemene Europa 2020-strategie en levert een bijdrage tot elk van de drie pijlers daarvan, namelijk groei die slim, duurzaam en inclusief is.

(5)

In de mededeling van de Commissie betreffende het kerninitiatief Innovatie-Unie heeft de Commissie aangekondigd dat zij de opdracht van het CEOR, als omschreven in haar Besluit 2008/111/EG, Euratom, uitbreidt om de Innovatie-Unie voortdurend te evalueren, na te denken over trends en aanbevelingen over prioriteiten en maatregelen te doen.

(6)

Het Adviescomité voor de Europese ruimte voor onderzoek en innovatie (hierna „het Adviescomité”) moet de Commissie bijstaan in haar inspanningen om de doelstellingen te bereiken die zijn uiteengezet in Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (5) en in Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (6), alsmede in de daaropvolgende kaderprogramma's van de Europese Unie en Euratom.

(7)

De voorzitter en de leden van het Adviescomité worden aan de Commissie voorgesteld door een onafhankelijk comité van aanbeveling op hoog niveau, bestaande uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de academische wereld.

(8)

Om de capaciteit van het Adviescomité te versterken en de continuïteit ervan te waarborgen, kunnen de Commissiediensten ereleden van het Adviescomité aanwijzen op grond van de verdiensten en bewezen diensten van de leden die hun termijn hebben voltooid.

(9)

Er moeten regels worden vastgesteld betreffende het openbaar maken van informatie door de leden van het Adviescomité, onverlet de veiligheidsvoorschriften die zijn gevoegd bij het Reglement van orde van de Commissie als vastgesteld bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom (7).

(10)

Persoonsgegevens over de leden van het Adviescomité moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (8).

(11)

Er moet een periode worden vastgesteld gedurende welke dit besluit van toepassing zal zijn. De Commissie zal te zijner tijd de wenselijkheid van een verlenging onderzoeken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Adviescomité voor de Europese ruimte voor onderzoek en innovatie

Het Adviescomité voor de Europese ruimte voor onderzoek en innovatie, hierna „het Adviescomité” genoemd, wordt opgericht met ingang van 1 maart 2012.

Artikel 2

Taken

1.   Het Adviescomité heeft de volgende taken:

a)

de Europese Commissie van advies dienen over kwesties in verband met de Europese onderzoeksruimte, aanbevelingen doen voor prioriteiten en maatregelen, met name over de wijze waarop het effect van innovatie kan worden versterkt, en de relevante elementen van het kerninitiatief Innovatie-Unie op permanente basis evalueren;

b)

op verzoek van de Commissie of op eigen initiatief adviezen verstrekken over de totstandbrenging en ontwikkeling van de Europese onderzoeksruimte;

c)

bij de Commissie jaarlijks een verslag indienen inzake de ontwikkeling van de Europese onderzoeksruimte en van de Innovatie-Unie;

d)

nadenken over trends in de Europese onderzoeksruimte en de Innovatie-Unie.

2.   Het Adviescomité wordt regelmatig op de hoogte gebracht van relevante ontwikkelingen en acties.

3.   Het Adviescomité geeft zijn opinie binnen de door de Commissie toegemeten termijn.

Artikel 3

Raadpleging

1.   De Commissie kan het Adviescomité raadplegen over alle aangelegenheden die met de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en de Innovatie-Unie verband houden.

2.   De voorzitter van het Adviescomité kan de Commissie adviseren over de wenselijkheid om het Adviescomité over een bepaalde kwestie te raadplegen.

Artikel 4

Samenstelling — Aanwijzing

1.   Het Adviescomité bestaat uit 11 leden.

2.   De voorzitter en de leden van het Adviescomité worden door de Commissie aangewezen. In het gehele proces van selectie en aanwijzing van de leden van het Adviescomité worden de volgende criteria gehanteerd:

een vooraanstaand onderzoeks- en/of innovatieprofiel, inclusief deskundigheid op het gebied van niet-technologische innovatie;

ervaring op het gebied van opstelling, beheer en tenuitvoerlegging van onderzoeks- en/of innovatiebeleid;

ervaring als adviseur op Europees of internationaal niveau;

evenwicht tussen technologische en onderzoeksdisciplines, inclusief personen met specifieke ervaring op het gebied van samenwerking tussen universiteit en industrie;

geografisch evenwicht, rekening houdend met de landen die met de kaderprogramma's zijn geassocieerd;

passend genderevenwicht.

3.   Personen die geschikt worden geacht om lid te worden van de groep, maar die niet zijn benoemd, kunnen op een reservelijst worden geplaatst die de Commissie kan gebruiken om plaatsvervangers te benoemen.

4.   De leden worden door de Commissie op persoonlijke titel benoemd en adviseren de Commissie onafhankelijk van invloeden van buitenaf.

5.   De leden informeren de Commissie tijdig over alle belangenconflicten die hun objectiviteit in het gedrang kunnen brengen.

6.   De leden worden benoemd voor een ambtstermijn van vier jaar en blijven in functie totdat zij in overeenstemming met lid 7 worden vervangen of totdat hun ambtstermijn afloopt.

7.   De leden kunnen in de volgende gevallen voor de rest van hun termijn worden vervangen:

a)

wanneer het lid ontslag neemt;

b)

wanneer het lid niet langer in staat is een doeltreffende bijdrage te leveren aan de besprekingen in het Adviescomité;

c)

wanneer het lid artikel 339 VWEU betreffende de geheimhouding van informatie niet in acht neemt;

d)

wanneer het lid, in strijd met lid 4, niet onafhankelijk is van invloeden van buitenaf;

e)

wanneer het lid, in strijd met lid 5, de Commissie niet tijdig van een belangenconflict in kennis heeft gesteld.

8.   De namen van de leden van het Adviescomité worden gepubliceerd in het Register van deskundigengroepen van de Commissie en andere soortgelijke entiteiten (hierna „het Register”) en op de internetsite van het directoraat-generaal Onderzoek en Innovatie. De namen van de leden worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 45/2001.

Artikel 5

Ereleden

De Commissie kan leden die hun termijn in het Adviescomité hebben voltooid, aanwijzen als ereleden van het Adviescomité zonder stemrecht. Het statuut van erelid is gelijk aan dat van waarnemer. Dergelijke aanwijzingen gebeuren op basis van de verdiensten en bewezen diensten van het lid. Ereleden worden aangewezen voor een ambtstermijn van maximaal vier jaar.

Artikel 6

Werkwijze

1.   Het Adviescomité kiest uit zijn leden bij gewone meerderheid twee vicevoorzitters om collectief, samen met de aangewezen voorzitter, het Bureau van het Adviescomité te vormen.

2.   Het Bureau organiseert de werkzaamheden van het Adviescomité, in samenwerking met de Commissie.

3.   Mits de Commissie daarmee instemt, kan het Adviescomité subgroepen oprichten om specifieke kwesties te onderzoeken op basis van een door het Adviescomité opgesteld mandaat. Deze subgroepen worden ontbonden zodra zij hun opdracht hebben vervuld.

4.   Indien zulks naar haar mening nuttig of nodig is, kan de Commissie deskundigen of waarnemers met een bijzondere kwalificatie op het gebied van een geagendeerd onderwerp uitnodigen om aan de werkzaamheden van het Adviescomité of aan de beraadslagingen of werkzaamheden van een subgroep deel te nemen.

5.   Leden van het Adviescomité, alsook gastdeskundigen en waarnemers, moeten voldoen aan de bij de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan vastgestelde verplichtingen tot geheimhouding alsook aan de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde EU-informatie die zijn neergelegd in de bijlage bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie (9). Wanneer zij deze verplichtingen niet in acht nemen, kan de Commissie alle passende maatregelen nemen.

6.   Het Adviescomité en de subgroepen daarvan vergaderen in de regel in de lokalen van de Commissie overeenkomstig de procedures en het tijdschema die door het Adviescomité worden vastgesteld. Het secretariaat wordt verzorgd door de Commissie.

7.   De Commissie kan de voor de werkzaamheden van het Adviescomité vereiste informatie en steun van deskundigen verstrekken, waarmee zij het voor het Adviescomité mogelijk maakt in alle autonomie en zelfstandigheid te functioneren. De ondersteuning door deskundigen verloopt via subsidies of openbare aanbestedingen waarin in het desbetreffende werkprogramma is voorzien.

8.   Vertegenwoordigers van de Commissie nemen deel aan de vergaderingen van het Adviescomité en van de subgroepen daarvan.

9.   Het Adviescomité stelt zijn reglement van orde vast op basis van een door de Commissie voorgesteld ontwerp.

10.   De Commissie publiceert relevante informatie over de door het Adviescomité verrichte werkzaamheden, hetzij door deze op te nemen in het Register, hetzij via een link van het Register naar een specifieke website.

Artikel 7

Honoraria en vergoeding van vergaderkosten

1.   De leden van het Adviescomité worden voor de taken die zij verrichten vergoed door middel van een honorarium voor het bijwonen van de plenaire vergaderingen van het Adviescomité, dat hun verantwoordelijkheden weerspiegelt en afgestemd wordt op soortgelijke voorzieningen bij soortgelijke entiteiten en de lidstaten. De honoraria en desbetreffende uitvoeringsregels worden vastgesteld in de bijlage bij dit besluit.

2.   Waarnemers en ereleden ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij verrichten.

3.   Wat vergaderingen betreft die vereist zijn voor het vervullen van de taken van het Adviescomité, maar die geen plenaire vergaderingen zijn, inclusief die welke zijn bedoeld in artikel 6, vergoedt de Commissie, na haar voorafgaande goedkeuring, de reiskosten en in voorkomend geval de verblijfskosten van leden en gastdeskundigen in verband met de activiteiten van het Adviescomité, in overeenstemming met de regels van de Commissie voor de vergoeding van externe deskundigen.

Artikel 8

Vervaldatum

Dit besluit vervalt op 29 februari 2016.

Gedaan te Brussel, 19 augustus 2011.

Voor de Commissie

Máire GEOGHEGAN-QUINN

Lid van de Commissie


(1)  COM(2007) 161 definitief van 4.4.2007.

(2)  PB L 40 van 14.2.2008, blz. 7.

(3)  COM(2010) 2020 definitief van 3.3.2010.

(4)  COM(2010) 546 definitief van 6.10.2010.

(5)  PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1.

(6)  PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60, als gecorrigeerd bij PB L 54 van 22.2.2007, blz. 21.

(7)  PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1.

(8)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(9)  Besluit van de Commissie van 29 november 2001 tot wijziging van haar reglement van orde (PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1).


BIJLAGE

Honoraria en uitvoeringsregels voor de deelname van leden van het Adviescomité voor de Europese ruimte voor onderzoek en innovatie aan plenaire vergaderingen

1.

De betaling van honoraria en de vergoeding van vergaderkosten (reis- en verblijfskosten) voor de deelname aan maximaal vijf plenaire vergaderingen per jaar worden geregeld via een aanstellingsbrief ad hoc waarin is voorzien in het werkprogramma voor de tenuitvoerlegging van het specifiek programma „Capaciteiten” (1) overeenkomstig de hieronder omschreven uitvoeringsregels.

2.

Een plenaire vergadering van het Adviescomité duurt normaliter maximaal anderhalve dag.

3.

De honoraria van de leden van het Adviescomité bedragen 2 000 euro voor volledige deelname aan een plenaire vergadering of 1 000 EUR voor gedeeltelijke deelname.

4.

De honoraria van de vicevoorzitters van het Adviescomité bedragen 3 500 EUR voor volledige deelname aan een plenaire vergadering of 1 750 EUR voor gedeeltelijke deelname.

5.

Het honorarium van de voorzitter van het Adviescomité bedraagt 5 000 EUR voor volledige deelname aan een plenaire vergadering of 2 500 EUR voor gedeeltelijke deelname.

6.

De betaling wordt toegestaan op basis van een aanwezigheidslijst, gevalideerd door het Bureau van het Adviescomité en de directeur-generaal voor Onderzoek en Innovatie of de gemachtigde vertegenwoordigers daarvan. Op de aanwezigheidslijst moet voor elk lid zijn aangegeven of die de vergadering volledig heeft bijgewoond („volledige deelname”) of slechts gedeeltelijk („gedeeltelijke deelname”).


(1)  Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Capaciteiten tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013), PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299, als gecorrigeerd bij PB L 54 van 22.2.2007, blz. 101.


Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid

20.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/16


Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid

van 19 juli 2011

houdende voorschriften betreffende de toegang tot documenten

(2011/C 243/08)

DE HOGE VERTEGENWOORDIGER,

Gezien Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese dienst voor extern optreden, en met name artikel 11, lid 1,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

1.   Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft recht op toegang tot documenten van de Europese dienst voor extern optreden (EDEO), volgens de beginselen en onder de voorwaarden en beperkingen die in Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (1), hierna „de verordening” genoemd, zijn vastgelegd en met inachtneming van de specifieke bepalingen van deze voorschriften. Dit recht op toegang betreft documenten die bij de EDEO berusten, dat wil zeggen documenten die door de EDEO zijn opgesteld of ontvangen en zich in zijn bezit bevinden.

2.   Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de verordening hebben natuurlijke personen en rechtspersonen die geen verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat hebben, volgens dezelfde beginselen en onder dezelfde voorwaarden en beperkingen recht op toegang tot documenten van de EDEO, met uitzondering van het recht om een klacht in te dienen bij de Europese ombudsman.

Artikel 2

Indiening van een verzoek

1.   Verzoeken om toegang tot een document van de EDEO kunnen worden verzonden per post aan de Coördinator voor toegang tot documenten, CHAR 15/11, Europese dienst voor extern optreden, Wetstraat 170, 1046 Brussel, België, per e-mail met gebruikmaking van het formulier op de website van de EDEO of per fax aan het nummer +32 22979893.

2.   Zodra het verzoek is geregistreerd, wordt de verzoeker een ontvangstbevestiging toegezonden, behalve wanneer het antwoord op het verzoek in feite binnen hetzelfde tijdsbestek kan worden verzonden.

Artikel 3

Termijnen

1.   De EDEO beantwoordt initiële en confirmatieve verzoeken om toegang binnen vijftien werkdagen na de datum waarop het verzoek is geregistreerd.

2.   Wanneer een verzoek niet nauwkeurig genoeg is, zoals bedoeld in artikel 6, lid 2, van de verordening, verzoekt de EDEO de verzoeker de nodige aanvullende gegevens te verstrekken om de gevraagde documenten te kunnen identificeren; de antwoordtermijn loopt vanaf het ogenblik waarop de EDEO over deze gegevens beschikt.

3.   In uitzonderlijke gevallen, zoals bedoeld in artikel 7, lid 3, en artikel 8, lid 2, van de verordening, kan de termijn met vijftien werkdagen worden verlengd, in het bijzonder:

a)

bij complexe of omvangrijke verzoeken;

b)

indien in verband met een verzoek een delegatie van de Unie moet worden geraadpleegd; of

c)

indien een derde moet worden geraadpleegd.

De verzoeker wordt ingelicht over dergelijke verlengingen en de redenen daarvoor.

Artikel 4

Behandeling van antwoorden

1.   De antwoorden op initiële verzoeken worden door de Coördinator voor toegang tot documenten afgehandeld.

2.   Over antwoorden op confirmatieve verzoeken wordt beslist door de Chief Operating Officer, op advies van de Coördinator voor toegang tot documenten.

Artikel 5

Afwijzende antwoorden

Indien het antwoord op een verzoek geheel of gedeeltelijk afwijzend is, worden de redenen voor de weigering aangegeven met vermelding van een van de in de verordening genoemde uitzonderingsbepalingen, en wordt de verzoeker gewezen op zijn recht om een confirmatief verzoek in te dienen, indien het een antwoord op een initieel verzoek betreft, of op de andere beroepsmogelijkheden die voor hem openstaan, indien het een antwoord op een confirmatief verzoek betreft.

Artikel 6

Documenten van derden die bij de EDEO berusten

1.   Wanneer de EDEO een verzoek ontvangt om toegang tot een document dat bij hem berust, maar dat afkomstig is van een derde, wordt de desbetreffende derde geraadpleegd, tenzij het, in het licht van de uitzonderingsbepalingen die in de verordening worden vermeld, duidelijk is of het document al dan niet openbaar mag worden gemaakt.

2.   Het verzoek wordt zonder raadpleging van de derde ingewilligd indien het document reeds openbaar is gemaakt door de auteur of overeenkomstig de verordening of soortgelijke bepalingen.

3.   De derde moet in ieder geval worden geraadpleegd indien het document onder artikel 9 van de verordening valt of indien het afkomstig is uit een lidstaat en die lidstaat de EDEO overeenkomstig artikel 4, lid 5, van de verordening heeft verzocht het document niet zonder zijn voorafgaande toestemming openbaar te maken. De lidstaat dient een dergelijk verzoek schriftelijk in.

4.   De derde wordt schriftelijk (eventueel per e-mail) geraadpleegd en krijgt een redelijke termijn om te antwoorden, rekening houdend met de termijn waarbinnen de EDEO overeenkomstig artikel 3 dient te antwoorden. De derde maakt zijn standpunt schriftelijk (eventueel per e-mail) kenbaar.

5.   Wanneer de derde niet binnen de gestelde termijn antwoordt of onvindbaar of niet identificeerbaar is, neemt de EDEO een besluit aangaande het verzoek overeenkomstig de in de verordening opgenomen uitzonderingsbepalingen, rekening houdend met de gewettigde belangen van de derde aan de hand van de informatie waarover de EDEO beschikt.

6.   Indien de EDEO het voornemen heeft om tegen de wens van de derde in toegang te verlenen tot een document, stelt hij de derde in kennis van zijn voornemen om het document binnen de bij de verordening vastgestelde termijn openbaar te maken en licht hij de derde in over de beroepsmogelijkheden waarover deze beschikt om zich tegen de openbaarmaking te verzetten.

Artikel 7

Raadpleging van de EDEO

1.   Wanneer lidstaten, of andere instellingen, organen of instanties van de Unie een verzoek ontvangen om toegang tot een document dat in hun bezit is maar van de EDEO afkomstig is, zenden zij een verzoek om raadpleging van de EDEO per post aan de Coördinator voor toegang tot documenten, CHAR 15/11, Europese dienst voor extern optreden, Wetstraat 170, 1046 Brussel, België, per e-mail aan EEAS-ACCESS-TO-DOCUMENTS@eeas.europa.eu of per fax aan het nummer +32 22979893.

2.   De EDEO maakt zijn standpunt onverwijld kenbaar, met inachtneming van een eventueel geldende termijn, maar in ieder geval binnen vijf werkdagen.

Artikel 8

Gerubriceerde documenten

1.   Wanneer een toegangsverzoek betrekking heeft op een document dat onder artikel 9, lid 1, van de verordening valt of op een ander document dat op grond van de beveiligingsvoorschriften van de EDEO gerubriceerd is, wordt het verzoek behandeld door ambtenaren die bevoegd zijn om van het document kennis te nemen.

2.   Iedere beslissing waarbij de toegang tot een gerubriceerd document of een deel daarvan wordt geweigerd, moet met redenen worden omkleed op grond van de in artikel 4 van de verordening opgesomde uitzonderingen. Indien de toegang tot het gevraagde document niet op grond van deze uitzonderingsbepalingen kan worden geweigerd, ziet de met de behandeling van het verzoek belaste ambtenaar erop toe dat het document wordt gederubriceerd voordat het aan de verzoeker wordt toegezonden.

Artikel 9

Procedures voor toegang

1.   Documenten waartoe toegang wordt verleend, worden verzonden per post, per fax of per e-mail. Bij omvangrijke of moeilijk te hanteren documenten kan de verzoeker worden verzocht de documenten te raadplegen op de plaats waar zij zich bevinden. Deze raadpleging is kosteloos.

2.   Indien het document is gepubliceerd, kan het antwoord bestaan uit een verwijzing naar de publicatiegegevens, zoals het webadres waar het kan worden opgevraagd.

3.   Wanneer het document meer dan 20 bladzijden telt, kan de verzoeker een bijdrage van 0,10 EUR per bladzijde worden gevraagd, vermeerderd met de verzendkosten. De kosten in verband met andere dragers worden per geval afzonderlijk vastgesteld, maar mogen een redelijk bedrag niet overschrijden.

Artikel 10

Documentenregister

1.   Overeenkomstig artikel 11 van de verordening houdt de EDEO een documentenregister bij dat toegankelijk is via de website van de EDEO.

2.   Overeenkomstig artikel 9 van de verordening worden onder dat artikel vallende documenten slechts met instemming van de oorspronkelijke verstrekker in het register vermeld.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 19 augustus 2011.

De hoge vertegenwoordiger

C. ASHTON


(1)  PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

20.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/19


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6317 — BNP Paribas/Fortis Luxembourg-Vie)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/C 243/09)

1.

Op 11 augustus 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Cardif Lux International SA, die onder zeggenschap staat van BNP Paribas Cardif (Frankrijk), welke deel uitmaakt van het concern BNP Paribas SA (Frankrijk), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Fortis Luxembourg-Vie SA (Luxemburg) door de verwerving van activa.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Cardif Lux International SA: levensverzekeringsproducten,

Fortis Luxembourg-Vie SA: levensverzekeringsproducten.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6317 — BNP Paribas/Fortis Luxembourg-Vie, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


20.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/20


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6301 — Eurazeo/Moncler)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/C 243/10)

1.

Op 12 augustus 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 en na een verwijzing in het kader van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat het Franse Eurazeo SA („Eurazeo”) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgt over het Italiaanse Monocler SpA („Monocler”) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Eurazeo: investeringsmaatschappij die in een ruim aantal sectoren actief is zoals autoverhuur, parkeerbeheer, vastgoedinvesteringen en textielverhuur/-reiniging,

Moncler: ontwerp, creatie, verkoop en distributie van high-end-kleding en -accessoires.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6301 — Eurazeo/Moncler, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


20.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/21


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6185 — Flabeg/Schott/SBPS/JV)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/C 243/11)

1.

Op 16 augustus 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Flabeg Holding GmbH („Flabeg”) (Duitsland), die onder de uiteindelijke zeggenschap staat van IK Invest BV, Schott Solar CSP GbmH („Schott”) (Duitsland), dat eigendom is van de Carl-Zeiss-Stiftung, en SBP Sonne GmbH („SBPS”) (Duitsland) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte vennootschap die een gemeenschappelijke onderneming is.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Flabeg: speciaalglas voor automotive, technische en zonne-energietoepassingen,

Schott: solarreceivers voor centrales voor geconcentreerde zonne-energie (CSP-centrales),

SBPS: engineering, en,

de gemeenschappelijke onderneming: ontwikkeling en distributie van concepten, systemen en onderdelen om geconcentreerd zonnelicht om te zetten in warmte voor toepassing in CSP-centrales, alsmede engineering in dat verband.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6185 — Flabeg/Schott/SBPS/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).