ISSN 1725-2474 doi:10.3000/17252474.C_2011.183.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 183 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
54e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2011/C 183/01 |
Mededeling van de Commissie — Kennisgeving van opleidingstitels — Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (bijlage V) ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Raad |
|
2011/C 183/02 |
||
2011/C 183/03 |
||
|
Europese Commissie |
|
2011/C 183/04 |
||
2011/C 183/05 |
||
2011/C 183/06 |
Mededeling van de Commissie betreffende de tenuitvoerlegging van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging(Bekendmaking van de titels en referentienummers van de communautaire specificaties in het kader van de verordening) ( 1 ) |
|
|
V Adviezen |
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
Europese Commissie |
|
2011/C 183/07 |
||
2011/C 183/08 |
||
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Europese Commissie |
|
2011/C 183/09 |
||
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
24.6.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 183/1 |
Mededeling van de Commissie — Kennisgeving van opleidingstitels — Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (bijlage V)
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 183/01
Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2006/100/EG van de Raad van 20 november 2006 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van het vrije verkeer van personen, in verband met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië, en in het bijzonder artikel 21, lid 7, schrijft voor dat de lidstaten de Commissie in kennis moeten stellen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zij met betrekking tot de afgifte van opleidingstitels op de door hoofdstuk III van deze richtlijn bestreken gebieden vaststellen. De Commissie doet hiervan passende mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie en vermeldt daarbij de door de lidstaten goedgekeurde benamingen voor de opleidingstitels alsmede, in voorkomend geval, de instelling die de opleidingstitel afgeeft, het certificaat dat deze titel vergezelt en de overeenkomstige beroepstitel, zoals opgenomen in bijlage V, respectievelijk punten 5.1.1, 5.1.2, 5.1.3, 5.1.4, 5.2.2, 5.3.2, 5.3.3, 5.4.2, 5.5.2, 5.6.2 en 5.7.1, en de toepasselijke referentiedatum of het toepasselijke referentieacademiejaar (1).
Aangezien verscheidene lidstaten kennis hebben gegeven van nieuwe titels of veranderingen in de titels van bijlage V, publiceert de Commissie deze mededeling overeenkomstig artikel 21, lid 7, van Richtlijn 2005/36/EG (2).
1. Medische specialismen
1. |
Bulgarije heeft kennis gegeven van de volgende veranderingen in de reeds in bijlage V, punt 5.1.3, van Richtlijn 2005/36/EG opgenomen benamingen van medisch specialist: a) onder „Kindergeneeskunde”: Педиатрия b) onder „Plastische chirurgie”: Пластично-възстановителна и естетична хирургия c) onder „Maag- en darmziekten”: Гастроентерология (tot 14 september 2010) |
2. |
Tsjechië heeft kennis gegeven van de volgende veranderingen in de reeds in bijlage V, punt 5.1.3, van Richtlijn 2005/36/EG opgenomen benamingen van medisch specialist: a) onder „Anesthesie”: Anesteziologie a intenzivní medicína b) onder „Ziekten der luchtwegen”: Pneumologie a ftizeologie c) onder „Pathologische anatomie”: Patologie d) onder „Cardio-thoracale chirurgie”: Hrudní chirurgie e) onder „Endocrinologie”: Diabelotologie a endokrinologie |
2. Huisartsen
1. |
Tsjechië heeft kennis gegeven van de volgende verandering in de reeds in bijlage V, punt 5.1.4, van Richtlijn 2005/36/EG opgenomen titel van huisarts:
|
3. Architecten
1. |
Bulgarije heeft kennis gegeven van de volgende aanvullende titels van architect (bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG):
|
2. |
Tsjechië heeft kennis gegeven van de volgende aanvullende titels van architect (bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG):
|
3. |
Duitsland heeft kennis gegeven van de volgende aanvullende titel van architect (bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG):
|
4. |
Oostenrijk heeft kennis gegeven van de volgende aanvullende titels van architect (bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG):
|
5. |
Portugal heeft kennis gegeven van de volgende aanvullende titel van architect (bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG):
|
6. |
Zweden heeft kennis gegeven van de volgende aanvullende titel van architect (bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG):
|
7. |
Het Verenigd Koninkrijk heeft kennis gegeven van de volgende aanvullende titels van architect (bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG):
|
8. |
Tsjechië heeft kennis gegeven van de volgende verandering in de reeds in bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG opgenomen titel van architect:
|
9. |
Duitsland heeft kennis gegeven van de volgende veranderingen in de reeds in bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG opgenomen titels van architect:
|
10. |
Ierland heeft kennis gegeven van de volgende veranderingen in de reeds in bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG opgenomen titels van architect:
|
11. |
Italië heeft kennis gegeven van de volgende veranderingen in de reeds in bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG opgenomen titels van architect:
|
12. |
Oostenrijk heeft kennis gegeven van de volgende veranderingen in de reeds in bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG opgenomen titels van architect:
|
13. |
Portugal heeft kennis gegeven van de volgende veranderingen in de reeds in bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG opgenomen titels van architect:
|
14. |
Het Verenigd Koninkrijk heeft kennis gegeven van de volgende veranderingen in de reeds in bijlage V, punt 5.7.1, van Richtlijn 2005/36/EG opgenomen titels van architect:
|
(1) Het referentieacademiejaar is van toepassing op titels van architect. Artikel 21, lid 5, van Richtlijn 2005/36/EG bepaalt: „De in bijlage V, punt 5.7.1, bedoelde opleidingstitels van architect, die (…) automatisch worden erkend, vormen de afsluiting van een opleiding die niet eerder dan gedurende het in die bijlage bedoelde referentieacademiejaar is begonnen.”. Voor alle andere in bijlage V opgenomen beroepstitels is de referentiedag de datum vanaf welke de voor het gegeven beroep in de richtlijn bepaalde minimumopleidingseisen in de betrokken lidstaat moeten worden toegepast.
(2) Een geconsolideerde versie van bijlage V bij Richtlijn 2005/36/EG is te vinden op: http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/
(3) Diese Diplome sind je nach Dauer der durch sie abgeschlossenen Ausbildung gemäß Artikel 47 Absatz 1 anzuerkennen.
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
24.6.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 183/9 |
Kennisgeving aan de „Abu Nidal Organisation” (ANO) — (alias „Fatah Revolutionaire Raad”, alias „Arabische Revolutionaire Brigades”, alias „Zwarte September”, alias „Revolutionaire Organisatie van Socialistische Moslims”), die is opgenomen op de lijst, bedoeld in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme
(zie bijlage bij Verordening (EU) nr. 83/2011 van de Raad van 31 januari 2011)
2011/C 183/02
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de „Abu Nidal Organisation” (ANO) — (alias „Fatah Revolutionaire Raad”, alias „Arabische Revolutionaire Brigades”, alias „Zwarte September”, alias „Revolutionaire Organisatie van Socialistische Moslims”), die is opgenomen op de lijst van Verordening (EU) nr. 83/2011 van de Raad van 31 januari 2011 (1).
In Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 (2) is voorzien in de bevriezing van alle tegoeden, andere financiële of economische middelen van deze groep en is bepaald dat direct noch indirect tegoeden, andere financiële activa en economische middelen ter beschikking van de betrokken groep mogen worden gesteld.
De Raad heeft nieuwe informatie ontvangen die relevant is voor de plaatsing op de lijst van de bovengenoemde groep. In het licht van die nieuwe informatie heeft de Raad zijn motivering dienovereenkomstig gewijzigd.
De betrokken groep kan de Raad verzoeken zijn geactualiseerde motivering voor haar handhaving op bovengenoemde lijst aan haar mede te delen. Dit verzoek dient als volgt te worden geadresseerd:
Raad van de Europese Unie |
(t.a.v.: CP 931 designations) |
Wetstraat 175 |
1048 Brussel |
BELGIË |
Dit verzoek moet binnen twee weken na de datum van publicatie van deze kennisgeving worden ingediend.
De betrokken groep kan te allen tijde, onder overlegging van eventuele bewijsstukken, de Raad verzoeken het besluit om haar op bovengenoemde lijst te handhaven, te heroverwegen; dit verzoek moet aan bovengenoemd adres worden gericht. Dergelijke verzoeken zullen worden behandeld wanneer zij worden ontvangen. In dat verband wordt de betrokken groep geattendeerd op de regelmatige evaluatie van de lijst door de Raad, overeenkomstig artikel 1, lid 6, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB. Om bij de volgende evaluatie te kunnen worden behandeld, moeten verzoeken binnen twee weken na de datum van kennisgeving van de motivering worden ingediend.
De betrokken groep wordt erop geattendeerd dat zij een verzoek tot de in de bijlage bij de verordening opgenomen bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten) kan richten om een machtiging voor het gebruik van bevroren tegoeden voor essentiële behoeften of specifieke betalingen te verkrijgen (zie artikel 5, lid 2, van de verordening). Een bijgewerkte lijst van de bevoegde instanties staat op de volgende website: http://ec.europa.eu/comm/external_relations/cfsp/sanctions/measures.htm
(1) PB L 28 van 2.2.2011, blz. 14.
(2) PB L 344 van 28.12.2001, blz. 70.
24.6.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 183/11 |
Kennisgeving ter attentie van de personen op wie en entiteiten waarop de beperkende maatregelen in Besluit 2011/273/GBVB van de Raad als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit 2011/367/GBVB van de Raad en in Verordening (EU) nr. 442/2011 van de Raad als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 611/2011 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen de Syrië van toepassing zijn
2011/C 183/03
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen en entiteiten die genoemd worden in de Bijlage bij Besluit 2011/137GBVB van de Raad, als uitgevoerd bij Uivoeringsbesluit 2011/367/GBVB (1) van de Raad en in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 442/2011 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 611/2011 (2) van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië.
De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de personen en entiteiten die in de bovengenoemde bijlagen worden genoemd, moeten worden opgenomen in de lijst van personen en entiteiten die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen als bedoeld in Besluit 2011/273/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 442/2011 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië. De redenen voor de opneming van de betrokken personen en entiteiten staan in de desbetreffende vermeldingen in die bijlagen.
De betrokken personen en entiteiten worden erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten), als vermeld op de websites in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 442/2011 van de Raad, om een machtiging te verkrijgen voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 6 van de verordening).
De betrokken personen en entiteiten kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, op onderstaand adres een verzoek bij de Raad indienen om het besluit om hen op bovengenoemde lijst te plaatsen, te heroverwegen:
Raad van de Europese Unie |
Secretariaat-generaal |
Coördinatie TEFS |
Wetstraat 175 |
1048 Brussel |
BELGIË |
De betrokken personen en entiteiten worden er tevens op geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, volgens de voorwaarden van artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(2) PB L 164 van 24.6.2011, blz. 1.
Europese Commissie
24.6.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 183/12 |
Wisselkoersen van de euro (1)
23 juni 2011
2011/C 183/04
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,4212 |
JPY |
Japanse yen |
114,58 |
DKK |
Deense kroon |
7,4582 |
GBP |
Pond sterling |
0,88960 |
SEK |
Zweedse kroon |
9,1650 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,1963 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
7,8030 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
24,350 |
HUF |
Hongaarse forint |
269,36 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,7093 |
PLN |
Poolse zloty |
3,9991 |
RON |
Roemeense leu |
4,2260 |
TRY |
Turkse lira |
2,3215 |
AUD |
Australische dollar |
1,3524 |
CAD |
Canadese dollar |
1,3845 |
HKD |
Hongkongse dollar |
11,0723 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,7507 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,7578 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 530,46 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
9,7437 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
9,1920 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,3795 |
IDR |
Indonesische roepia |
12 226,00 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,3091 |
PHP |
Filipijnse peso |
61,794 |
RUB |
Russische roebel |
39,9900 |
THB |
Thaise baht |
43,446 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,2610 |
MXN |
Mexicaanse peso |
16,8394 |
INR |
Indiase roepie |
63,8880 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
24.6.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 183/13 |
Reglement van orde van het comité van beroep (Verordening (EU) nr. 182/2011)
Vastgesteld door het comité van beroep op 29 maart 2011
2011/C 183/05
HET COMITÉ VAN BEROEP,
Gezien Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (1), en met name artikel 3, lid 7,
Gezien het voorstel van de Commissie,
HEEFT HET VOLGENDE REGLEMENT VAN ORDE VASTGESTELD:
Artikel 1
Algemene regels voor bijeenroeping van een vergadering
1. Wanneer de voorzitter van een comité overeenkomstig artikel 5, leden 3 en 4, van Verordening (EU) nr. 182/2011 beslist om een handeling aan het comité van beroep voor te leggen, stelt hij, onverminderd artikel 2, de leden van het comité en de permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten (hierna „de permanente vertegenwoordigingen” genoemd) onmiddellijk in kennis van deze beslissing. De datum van die mededeling geldt als datum van verwijzing. De mededeling van de verwijzing gaat vergezeld van de definitieve ontwerpuitvoeringshandeling zoals die ter stemming aan het comité wordt voorgelegd.
2. In de in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 182/2011 bedoelde gevallen, legt de voorzitter van het comité de uitvoeringshandeling onmiddellijk aan het comité van beroep voor. De datum van die voorlegging geldt als datum van verwijzing.
3. Overeenkomstig artikel 3, lid 7, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 komt het comité van beroep niet eerder dan veertien kalenderdagen en niet later dan zes weken na de verwijzingsdatum bijeen.
4. Behalve in naar behoren gemotiveerde gevallen, roept de voorzitter een vergadering bijeen niet minder dan veertien dagen nadat de ontwerpuitvoeringshandeling en de ontwerpagenda aan het comité zijn voorgelegd.
5. Overeenkomstig artikel 3, lid 7, vijfde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 stelt de Commissie de datum van de vergadering van het comité van beroep in nauwe samenspraak met de lidstaten vast, teneinde de lidstaten en de Commissie in staat te stellen vertegenwoordigers van het juiste niveau af te vaardigen.
Daartoe pleegt de Commissie overleg met de lidstaten over de verschillende mogelijkheden voor de datum van de vergadering. De lidstaten kunnen ter zake voorstellen doen en aangeven wat volgens hen het juiste niveau van vertegenwoordiging is; dat niveau moet voldoende hoog zijn en een horizontaal karakter hebben, tot en met ministerieel niveau. In de regel mag het niveau van vertegenwoordiging niet lager zijn dan het niveau van de leden van het Comité van permanente vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten. De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met die voorstellen.
Artikel 2
Bijeenroeping van een vergadering in geval van een ontwerp van definitieve antidumping- of compenserende maatregelen
1. In de in artikel 5, lid 5, van Verordening (EU) nr. 182/2011 bedoelde gevallen, start de Commissie onmiddellijk na de stemming overleg met de lidstaten.
2. De voorzitter stelt de leden van het comité en de permanente vertegenwoordigingen in kennis van het resultaat van het in lid 1 bedoelde overleg en legt op basis daarvan aan het comité van beroep het volgende voor:
a) |
de versie van de ontwerpuitvoeringshandeling waarover het comité heeft gestemd, of |
b) |
een gewijzigde versie van de ontwerpuitvoeringshandeling. |
De datum van voorlegging overeenkomstig de eerste alinea geldt als datum van verwijzing. Deze datum valt niet eerder dan veertien kalenderdagen en niet later dan een maand na de vergadering van het comité.
3. Overeenkomstig artikel 5, lid 5, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 komt het comité van beroep niet eerder dan veertien kalenderdagen en niet later dan een maand na de verwijzing bijeen.
4. Overeenkomstig artikel 5, lid 5, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 laten de in dit artikel genoemde termijnen de noodzaak van inachtneming van de in de desbetreffende basishandelingen vastgelegde termijnen onverlet.
Artikel 3
Toezending van stukken aan de leden van het comité van beroep
1. De voorzitter van het comité van beroep stelt de agenda op en legt deze aan het comité van beroep voor.
2. De voorzitter van het comité van beroep zendt geruime tijd vóór de vergadering, rekening houdend met de urgentie en de complexiteit van het onderwerp, doch uiterlijk veertien kalenderdagen vóór de datum van de vergadering, de leden van het comité van beroep de convocatie, de ontwerpuitvoeringshandelingen en andere vergaderstukken toe met inachtneming van artikel 1, lid 4. De stukken worden toegezonden met inachtneming van artikel 11, lid 2.
Artikel 4
Advies van het comité van beroep
1. Het comité van beroep brengt advies over een ontwerpuitvoeringshandeling of, in de in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 182/2011 bedoelde gevallen, over een uitvoeringshandeling uit binnen een termijn die de voorzitter van dat comité vaststelt overeenkomstig artikel 3, lid 3, en artikel 3, lid 7, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2. Overeenkomstig artikel 3, lid 4, en artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 182/2011 streeft de voorzitter ernaar oplossingen te vinden die in het comité van beroep de ruimst mogelijke steun genieten. Vóór de stemming deelt de voorzitter het comité van beroep mee op welke manier rekening is gehouden met de gevoerde besprekingen en voorgestelde wijzigingen, met name de voorstellen die ruime steun in het comité van beroep hebben genoten.
3. Het comité van beroep brengt overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) nr. 182/2011 advies uit bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
In afwijking van het bepaalde in de eerste alinea, brengt het comité van beroep overeenkomstig artikel 6, lid 5, van Verordening (EU) nr. 182/2011 tot en met 1 september 2012 bij gewone meerderheid van zijn leden advies uit over een ontwerp van definitieve antidumping- of compenserende maatregelen.
4. Tenzij een lid van het comité van beroep daartegen bezwaar maakt, kan de voorzitter, zonder tot een formele stemming over te gaan, vaststellen dat het comité van beroep bij consensus een positief advies heeft uitgebracht over een ontwerpuitvoeringshandeling.
5. De voorzitter kan, in overleg met de leden van het comité van beroep, op eigen initiatief of op verzoek van een lid van het comité van beroep de stemming naar het einde van de vergadering of naar een volgende vergadering verschuiven.
6. Wanneer het comité van beroep geen advies heeft uitgebracht, deelt de voorzitter de leden van dat comité zo spoedig mogelijk mee of de Commissie voornemens is de ontwerpuitvoeringshandeling aan te nemen.
Artikel 5
Vertegenwoordiging en quorum
1. Elke lidstaat wordt als één lid van het comité van beroep aangemerkt. Elk lid van het comité van beroep bepaalt zelf de samenstelling van zijn delegatie en stelt de voorzitter en de andere lidstaten hiervan in kennis, teneinde een zo homogeen mogelijk niveau van vertegenwoordiging te hebben op de vergadering van het comité van beroep. De samenstelling van elke delegatie wordt aan de voorzitter van het comité van beroep meegedeeld binnen een redelijke termijn, doch uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de datum van een vergadering van het comité van beroep.
2. De Commissie vergoedt slechts voor één persoon per lidstaat de reiskosten.
3. De delegatie van een lidstaat kan de vertegenwoordiging van maximaal één andere lidstaat waarnemen. De lidstaat die wordt vertegenwoordigd, brengt de voorzitter hiervan op de hoogte vóór de vergadering of uiterlijk vóór de stemming.
4. Het comité van beroep kan slechts stemmen wanneer een meerderheid van de lidstaten aanwezig is. Dat geldt ook wanneer het comité van beroep bij consensus een advies uitbrengt. Wanneer de termijn voor het comité van beroep om conform artikel 3, lid 3 of lid 7, van Verordening (EU) nr. 182/2011 een advies uit te brengen echter is verstreken, moet voor de toepassing van artikel 6, lid 3, van de verordening worden aangenomen dat het comité van beroep geen advies heeft uitgebracht.
Artikel 6
Derde partijen en deskundigen
1. De vertegenwoordigers van derde landen of organisaties die krachtens een bindende rechtshandeling het recht hebben de vergadering van het comité bij te wonen, worden uitgenodigd de vergaderingen van het comité van beroep bij te wonen.
2. De vertegenwoordigers van toetredende landen worden uitgenodigd de vergaderingen van het comité van beroep bij te wonen vanaf de datum van de ondertekening van het desbetreffende toetredingsverdrag.
3. Indien een gewone meerderheid van de leden van het comité van beroep instemt met een verzoek om deelname van vertegenwoordigers van organen of instanties van de Unie en van agentschappen van de Unie waaraan de basishandeling een rol toekent bij de aanneming van de uitvoeringshandeling, worden de betrokken vertegenwoordigers uitgenodigd voor de vergadering. De voorzitter kan ook op eigen initiatief beslissen dergelijke vertegenwoordigers uit te nodigen. Een gewone meerderheid van de lidstaten kan zich echter verzetten tegen hun deelname aan de vergadering.
4. De in de leden 1, 2 en 3 bedoelde vertegenwoordigers van derde partijen zijn niet aanwezig bij en nemen niet deel aan de stemmingen van het comité van beroep.
5. Andere derde partijen of deskundigen die geen deel uitmaken van een delegatie van een lidstaat, nemen niet deel aan de vergaderingen van het comité van beroep.
Artikel 7
Schriftelijke procedure
1. Overeenkomstig artikel 3, lid 5, van Verordening (EU) nr. 182/2011 kan de voorzitter het advies van het comité van beroep via een schriftelijke procedure verkrijgen. De voorzitter kan de schriftelijke procedure met name gebruiken om het advies van het comité van beroep te verkrijgen in gevallen waarin de ontwerpuitvoeringshandeling reeds is besproken tijdens een vergadering van het comité van beroep.
2. De voorzitter stelt de leden van het comité van beroep onverwijld, doch uiterlijk veertien kalenderdagen na het verstrijken van de termijn in kennis van het resultaat van een schriftelijke procedure.
Artikel 8
Secretariaat
Het secretariaat van het comité van beroep wordt door de diensten van de Commissie verzorgd.
Artikel 9
Notulen en beknopt verslag van de vergaderingen
1. Voor de toepassing van artikel 3, lid 6, van Verordening (EU) nr. 182/2011, worden onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter notulen opgesteld van elke vergadering. De leden van het comité van beroep hebben het recht te verzoeken dat hun standpunt in de notulen wordt opgenomen. De voorzitter zendt de notulen onverwijld, doch uiterlijk een maand na de vergadering toe aan de leden van het comité van beroep.
De leden van het comité van beroep stellen de voorzitter schriftelijk in kennis van hun eventuele opmerkingen over de ontwerpnotulen. Indien er verschil van mening bestaat, wordt de kwestie door het comité van beroep besproken. Wordt dan nog geen overeenstemming bereikt, dan worden de betrokken opmerkingen als bijlage bij de definitieve notulen gevoegd.
2. Voor de toepassing van artikel 10 van Verordening (EU) nr. 182/2011, is de voorzitter verantwoordelijk voor het opstellen van een beknopt verslag dat van elk agendapunt een samenvatting bevat, alsmede de uitslag van de stemming over elke aan het comité van beroep voorgelegde ontwerpuitvoeringshandeling. In het beknopt verslag wordt geen melding gemaakt van de individuele standpunten van de leden tijdens de besprekingen van het comité van beroep.
Artikel 10
Presentielijst
Bij elke vergadering stelt de voorzitter een presentielijst op die de autoriteiten of organisaties vermeldt waarvan de personen die door de lidstaten zijn aangewezen om hen te vertegenwoordigen, deel uitmaken.
Artikel 11
Correspondentie
1. De correspondentie betreffende het comité van beroep wordt aan de Commissie toegezonden, ter attentie van de voorzitter van het comité van beroep.
2. De correspondentie voor de leden van het comité van beroep wordt aan de permanente vertegenwoordigingen toegezonden. Bovendien kan correspondentie rechtstreeks worden toegezonden aan de personen die door de lidstaten zijn aangewezen om hen te vertegenwoordigen in het comité van beroep.
3. De permanente vertegenwoordigingen en de Commissie kunnen een specifiek centraal elektronisch adres voor correspondentie opgeven.
Artikel 12
Toegang tot documenten en vertrouwelijkheid
1. Verzoeken om toegang tot documenten van het comité van beroep worden behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (2). De Commissie beslist over verzoeken om toegang tot deze documenten overeenkomstig haar reglement van orde, zoals gewijzigd bij Besluit 2001/937/EG, EGKS, Euratom (3). Indien het verzoek tot een lidstaat is gericht, past die lidstaat artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 toe.
2. De beraadslagingen van het comité van beroep zijn vertrouwelijk.
3. Documenten die zijn toegezonden aan de leden van het comité van beroep en de vertegenwoordigers van derde partijen zijn vertrouwelijk, tenzij overeenkomstig lid 1 toegang is verleend tot deze documenten of deze documenten op andere wijze door de Commissie zijn bekendgemaakt.
4. De leden van het comité van beroep alsmede de vertegenwoordigers van derde partijen zijn verplicht de in dit artikel vastgestelde vertrouwelijkheidseisen in acht te nemen. De voorzitter zorgt ervoor dat de vertegenwoordigers van derde partijen in kennis worden gesteld van de op hen rustende vertrouwelijkheidseisen.
Artikel 13
Bescherming van persoonsgegevens
De verwerking van persoonsgegevens door het comité van beroep geschiedt in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (4), onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter die de verantwoordelijke voor de verwerking is in de zin van artikel 2, onder d), van die verordening.
Artikel 14
Herziening
Tegen april 2014 beoordeelt de Commissie hoe dit reglement in de praktijk heeft gefunctioneerd en kan zij een voorstel voor de herziening ervan indienen.
(1) PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.
(2) PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.
(3) PB L 345 van 29.12.2001, blz. 94.
(4) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
24.6.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 183/17 |
Mededeling van de Commissie betreffende de tenuitvoerlegging van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging (1)
(Voor de EER relevante tekst)
(Bekendmaking van de titels en referentienummers van de communautaire specificaties in het kader van de verordening)
2011/C 183/06
Organisatie |
Referentie |
Nummer uitgave |
Titel van de communautaire specificaties |
Datum uitgave |
ETSI (2) |
EN 303 214 |
V1.1.1 |
„Data Link Services (DLS)”-systeem; Communautaire specificatie voor toepassing overeenkomstig de interoperabiliteitsverordening voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim (Verordening (EG) nr. 552/2004); eisen met betrekking tot grondcomponenten en systeemtesten |
maart 2011 |
(1) PB L 96 van 31.3.2004, blz. 26.
(2) Europees Normalisatie-instituut voor Telecommunicatie: 650 route des Lucioles, 06921 Sophia Antipolis Cedex, France, tel. +33 492944200, fax +33 493654716, http://www.etsi.org
V Adviezen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europese Commissie
24.6.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 183/18 |
Oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van het werkprogramma van ENIAC Joint Undertaking
2011/C 183/07
Hierbij wordt de lancering aangekondigd van een oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van het werkprogramma van ENIAC Joint Undertaking.
Er worden voorstellen ingewacht voor de volgende uitnodiging: ENIAC-2011-2.
Meer informatie over de uitnodiging, waaronder termijn en budget, is te vinden in de uitnodigingstekst die is gepubliceerd op de volgende website:
http://www.eniac.eu/web/calls/eniacju_call5_2011.php
24.6.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 183/19 |
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EAC/01/11
Europees beleidsnetwerk inzake het onderwijs van kinderen en jongeren met een migrantenachtergrond
2011/C 183/08
1. Doelstellingen en beschrijving
Deze oproep heeft tot doel de samenwerking te versterken tussen beleidsmakers op hoog niveau, academici en mensen uit de praktijk in heel Europa om het onderwijsniveau van kinderen en jongeren met een migrantenachtergrond te verhogen. De oproep is bedoeld ter ondersteuning van de oprichting van een Europees netwerk om het beleid en de praktijk op dit gebied te analyseren, te ontwikkelen en uit te wisselen.
De oproep heeft betrekking op de vraagstukken die aan de orde zijn gesteld in de conclusies van de Raad van november 2009 over het onderwijs van kinderen met een migrantenachtergrond en is bedoeld om samenwerking op hoog niveau te stimuleren tussen de beleidsmakers in de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor sociale integratie door middel van onderwijs, waaronder samenwerking tussen de autoriteiten in de landen van oorsprong en de gastlanden. Het netwerk moet de grensoverschrijdende samenwerking, vooral op regeringsniveau, maar ook tussen deskundigen en mensen uit de praktijk actief stimuleren.
2. In aanmerking komende aanvragers
Deze oproep tot het indienen van voorstellen staat open voor:
— |
ministeries van Onderwijs; |
— |
andere publiekrechtelijke entiteiten; |
— |
onderzoekscentra en universiteiten; |
— |
stichtingen; |
— |
verenigingen. |
De aanvraag moet worden ingediend door een rechtspersoon. De aanvragers moeten een kopie van de statuten en een officieel bewijs van wettelijke registratie van de aanvragende organisatie overleggen.
In aanmerking komen aanvragen van rechtspersonen die in een van de volgende landen zijn gevestigd:
— |
de lidstaten van de EU; |
— |
de EVA-landen IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland; |
— |
de kandidaat-lidstaten: Turkije en Kroatië. |
3. Begroting en duur
De kaderovereenkomst loopt van 2012 tot en met 2014.
De totale begroting voor de medefinanciering van dit netwerk bedraagt voor 2012 500 000 EUR. De financiële steun van de Commissie bedraagt maximaal 75 % van de totale subsidiabele kosten.
De looptijd van de projecten bedraagt maximaal 36 maanden.
4. Uiterste termijn
De aanvragen moeten uiterlijk op 14 oktober 2011 aan de Commissie worden gezonden.
5. Nadere informatie
De volledige tekst van de oproep tot het indienen van voorstellen en de aanvraagformulieren zijn te vinden op de volgende website:
http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/calls/index_en.html
De aanvragen moeten aan alle eisen van de volledige tekst voldoen en met behulp van het verstrekte aanvraagformulier worden ingediend.
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
24.6.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 183/20 |
Mededeling van de Waalse regering in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen
2011/C 183/09
BERICHT VAN DE WAALSE REGERING BETREFFENDE DE AANVRAAG VOOR EXCLUSIEVE OPSPORINGSVERGUNNING VOOR GASVORMIGE KOOLWATERSTOFFEN GENAAMD „PERMIS DE PERONNES ET ANDERLUES”
In het kader van het verzoek, d.d. 15 november 2008 en 24 december 2009, heeft de onderneming European Gas Benélux, waarvan de hoofdzetel gevestigd is te Boulevard de France 7, 1420 Braine-l’Alleud, België, voor een duur van 25 jaar een aanvraag ingediend voor een exclusieve vergunning voor de opsporing en productie van vloeibare en gasvormige koolwaterstoffen in de regio Wallonië (België).
Deze aanvraag heeft betrekking op een gebied dat in de regio Charleroi vergund is aan de onderneming Distrigaz voor de exploitatie van reservoirs voor de opslag van gas, meer bepaald twee aan elkaar palende locaties in Anderlues (koninklijk besluit van 22 juli 1976) en Péronnes (koninklijk besluit van 11 mei 1979), namelijk de concessies 410, 420 en 430, met een totale oppervlakte van 39,50 km2. De aanvraag heeft betrekking op mijngas uit oude steenkoolwinningsgebieden en exploratie naar gas uit niet geëxploiteerde winningsgebieden.
De omtrek van dit gebied wordt gevormd door de volgende punten te verbinden in het coördinatensysteem Lambert 72:
Punten |
X |
Y |
A' |
140 185 |
125 649 |
B' |
138 326 |
125 720 |
Z |
137 500 |
125 968 |
P |
134 795 |
125 984 |
O |
134 012 |
125 759 |
O' |
133 943 |
125 875 |
N' |
132 292 |
124 843 |
N |
132 385 |
124 743 |
Q |
133 184 |
123 425 |
R |
134 713 |
123 582 |
S |
135 183 |
122 738 |
T |
135 791 |
122 693 |
J |
135 881 |
122 372 |
D |
140 053 |
121 870 |
1(A) |
140 457 |
121 676 |
2(B) |
144 006 |
120 817 |
3 |
143 975 |
121 692 |
4 |
143 865 |
122 895 |
5 |
143 759 |
124 071 |
6 |
142 876 |
124 162 |
7 |
142 368 |
124 145 |
8 |
142 168 |
125 068 |
9(W) |
140 215 |
125 074 |
Het onderzoek naar en de exploitatie van gas worden gereglementeerd door koninklijk besluit nr. 83 van 28 november 1939 betreffende het opsporen en het ontginnen van bitumineuze gesteenten, van petroleum en van brandbare gassen.
De minister van Milieu, Ruimtelijke ordening en Mobiliteit verzoekt personen die belangstelling hebben in verband met deze exploratie en exploitatie, om overeenkomstig de hierna volgende aanwijzingen hun vergunningsaanvraag in te dienen binnen een termijn van negentig dagen te rekenen vanaf de datum van publicatie van dit bericht.
De voorwaarden voor het indienen van een aanvraag zijn omschreven in artikel 6 van het besluit van de Waalse regering van 19 maart 2009 tot bepaling van de vorm en de modaliteiten van het onderzoek van de aanvragen tot exclusieve vergunning voor de opsporing of de ontginning van aardolie en brandbare gassen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten. Elke aanvraag moet vergezeld gaan van een onderzoeks- en exploitatieprogramma.
Indiening van aanvragen en gunningscriteria
De indieners van de oorspronkelijke vraag en van de aanvragen om eveneens in aanmerking te komen moeten voldoen aan de gunningscriteria als omschreven in artikel 6, sub 2 en 3, van het hierboven genoemde besluit van 19 maart 2009.
De aanvragen worden per aangetekend schrijven gericht aan de „ministre de l’environnement, de l'aménagement du territoire et de la mobilité” op het volgende adres: rue des Brigades d'Irlande 4, 5100 Jambes, Belgium.
De Waalse regering neemt haar besluit op basis van de volgende objectieve en niet-discriminerende criteria:
a) |
de technische en financiële capaciteit van de aanvragers; |
b) |
de manier waarop zij de prospectie, exploratie en exploitatie van het gebied in kwestie denken aan te vatten; |
c) |
wanneer verschillende aanvragen gelijke verdiensten hebben wat de technische en financiële capaciteit en wat het onderzoeks- en exploitatieprogramma betreft:
|
Typebestek
Een typebestek, bevattende de minimumvoorwaarden en -eisen met betrekking tot start en beëindiging van de desbetreffende werkzaamheden kan worden geraadpleegd op de website van de „Direction Générale de l’Agriculture, Ressources naturelles et Environnement”, op het volgende adres: http://environnement.wallonie.be
Alle aanvullende inlichtingen kunnen worden verkregen op het volgende adres: Service public de Wallonie, Direction générale de l’agriculture, ressources naturelles et environnement — Avenue Prince de Liège 15, 5100 Jambes, Belgium, contactpersoon Marc Pirlet (Tel. +32 81336030 — E-mail: marc.pirlet@spw.wallonie.be).