|
ISSN 1725-2474 doi:10.3000/17252474.C_2011.116.nld |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 116 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
54e jaargang |
|
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Raad |
|
|
2011/C 116/01 |
||
|
2011/C 116/02 |
||
|
|
Europese Commissie |
|
|
2011/C 116/03 |
||
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
|
2011/C 116/04 |
||
|
|
V Adviezen |
|
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2011/C 116/05 |
Bericht van het naderende vervallen van bepaalde compenserende maatregelen |
|
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2011/C 116/06 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6151 — PetroChina/Ineos/JV) ( 1 ) |
|
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2011/C 116/07 |
Bekendmaking — Openbare raadpleging — Geografische aanduidingen uit Kroatië |
|
|
2011/C 116/08 |
||
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
|
NL |
|
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
|
14.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 116/1 |
Kennisgeving aan de personen op wie de maatregelen van Besluit 2011/235/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran van toepassing zijn
2011/C 116/01
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die voorkomen in de bijlage bij Besluit 2011/235/GBVB van de Raad (1) en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad (2), betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran.
De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de in de bovengenoemde bijlagen vermelde personen moeten worden opgenomen in de lijst van personen en entiteiten voor wie de beperkende maatregelen van Besluit 2011/235/GBVB van de Raad en van Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad gelden.
De betrokken personen worden erop geattendeerd dat zij tot de bevoegde instanties van de desbetreffende lidstaat of lidstaten, vermeld op de websites in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad, een verzoek kunnen richten teneinde een machtiging te verkrijgen om bevroren tegoeden te gebruiken voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 4 van de verordening).
De betrokken personen kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, op onderstaand adres een verzoek bij de Raad indienen tot heroverweging van het besluit om hen op bovengenoemde lijst te plaatsen:
|
Raad van de Europese Unie |
|
Secretariaat-generaal |
|
Coördinatie TEFS |
|
Wetstraat 175 |
|
1048 Brussel |
|
BELGIË |
Tevens worden de betrokken personen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden van artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(1) PB L 100 van 14.4.2011, blz. 51.
(2) PB L 100 van 14.4.2011, blz. 1.
|
14.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 116/2 |
Kennisgeving aan de personen en entiteiten waarop de maatregelen van Besluit 2011/137/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië van toepassing zijn
2011/C 116/02
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen en entiteiten die voorkomen in de bijlagen II en IV bij Uitvoeringsbesluit 2011/236/GBVB (1) van de Raad tot uitvoering van Besluit 2011/137/GBVB van de Raad en in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 360/2011 (2) van de Raad houdende uitvoering van Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië.
De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de personen en entiteiten die in de bovengenoemde bijlagen worden vermeld, moeten worden opgenomen in de lijst van personen en entiteiten die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen als bedoeld in Besluit 2011/137/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad.
De betrokken personen en entiteiten worden erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten), als vermeld op de websites in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 204/2011, om een machtiging te verkrijgen voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 7 van de verordening).
De betrokken personen en entiteiten kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, op onderstaand adres een verzoek aan de Raad indienen om het besluit om hen op bovengenoemde lijst te plaatsen, te heroverwegen:
|
Raad van de Europese Unie |
|
Secretariaat-generaal |
|
Wetstraat 175 |
|
1048 Brussel |
|
BELGIË |
Tevens worden de betrokken personen en entiteiten erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in artikel 275, tweede alinea, en in artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(1) PB L 100 van 14.4.2011, blz. 58.
(2) PB L 100 van 14.4.2011, blz. 12.
Europese Commissie
|
14.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 116/3 |
Wisselkoersen van de euro (1)
13 april 2011
2011/C 116/03
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,4493 |
|
JPY |
Japanse yen |
121,84 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4584 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,88980 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
9,0300 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,2995 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
|
|
NOK |
Noorse kroon |
7,8620 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
24,390 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
266,17 |
|
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
|
LVL |
Letlandse lat |
0,7091 |
|
PLN |
Poolse zloty |
3,9584 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,1110 |
|
TRY |
Turkse lira |
2,1921 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,3814 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,3938 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
11,2693 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,8360 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,8197 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 573,87 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
9,7978 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
9,4687 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,3671 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
12 546,36 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,3812 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
62,654 |
|
RUB |
Russische roebel |
40,7905 |
|
THB |
Thaise baht |
43,696 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
2,2999 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
17,1016 |
|
INR |
Indiase roepie |
64,5010 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
|
14.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 116/4 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie over staatssteun die wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001
2011/C 116/04
Steun nr.: SA.31983 (2010/XA)
Lidstaat: Bondsrepubliek Duitsland
Regio: Freistaat Sachsen
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Förderrichtlinie des Sächsischen Staatsministeriums für Umwelt und Landwirtschaft zur Förderung der Tierzucht (Förderrichtlinie Tierzucht — RL TZ/2010)
Rechtsgrondslag: Förderrichtlinie des Sächsischen Staatsministeriums für Umwelt und Landwirtschaft zur Förderung der Tierzucht (Förderrichtlinie Tierzucht — RL TZ/2010)
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 2,3 miljoen EUR jaarlijks
Maximale steunintensiteit:
|
— |
Het bijhouden van een stamboek door erkende organisaties van veefokkers: 80 % (max. 80 000 EUR); |
|
— |
Prestatieonderzoeken en vaststelling van de genetische waarde van fokdieren in het kader van kader van fokprogramma’s: 70 %; |
|
— |
Organisatie van tentoonstellingen van fokdieren: 70 % (max. 33 000 EUR). |
Datum van tenuitvoerlegging: Met ingang van 1 januari 2011
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: December 2015
Doelstelling van de steun: De steunregeling heeft ten doel dankzij maatregelen in de veehouderijsector het concurrentievermogen op het vlak van dierlijke productie te verbeteren. Rendabele fokprogramma’s moeten met name de instandhouding en de verbetering van de genetische kwaliteit van de veestapel ondersteunen. De steun is ook bedoeld voor de registratie en de verwerking van gegevens met betrekking tot de instandhouding en de verbetering van de genetische kwaliteit van landbouwhuisdieren in het kader van fokprogramma’s. Hiertoe worden door de dienstverlener tests verricht en gegevens verzameld en geëvalueerd. De dienstverlener ontvangt hiervoor een vergoeding op marktvoorwaarden die uit de subsidie en uit het gedeelte van de kosten dat voor rekening komt van de landbouwer, is samengesteld. Uitgaven voor routinecontroles van de melkkwaliteit zijn niet subsidiabel.
De regeling is gebaseerd op artikel 15 (Technische ondersteuning/Deelname aan tentoonstellingen en beurzen) en op artikel 16 (Steunverlening aan de sector dierlijke productie).
Betrokken economische sector(en): Veehouderij (runderen, varkens, schapen, geiten en paarden)
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Sächsisches Landesamt für Umwelt, Landwirtschaft und Geologie |
|
Referat 33 „Förderung“ |
|
Postfach 80 01 32 |
|
01101 Dresden |
|
DEUTSCHLAND |
Website:
|
|
http://www.smul.sachsen.de > Foerderung > Foerderrichtlinien > Besondere Aufgaben |
|
|
http://www.smul.sachsen.de/foerderung/374.htm |
Andere informatie:
|
Sächsisches Staatsministerium für Umwelt und Landwirtschaft |
|
Referat 35 „Tierische Erzeugnisse” |
|
Postanschrift: 01076 Dresden |
|
DEUTSCHLAND |
|
Tel. +49 351564-2350 |
Steun nr.: SA.32108 (2010/XA)
Lidstaat: België
Regio: Vlaanderen
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Biologische bedrijfsnetwerken 2011
Rechtsgrondslag: Subsidiebesluit voor het project Biologische bedrijfsnetwerken 2011 van Bioforum vzw
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 0,109 miljoen EUR
Maximale steunintensiteit: De maximale steunintensiteit bedraagt 100 % van de bewezen kosten voor het ingediende subsidieproject. Overheadkosten komen niet in aanmerking voor subsidie.
Datum van tenuitvoerlegging: De steun zal pas toegekend worden na ondertekening van het subsidiebesluit door de minister en budgettaire vastlegging van de middelen. Hierbij zal het stand-still principe gerespecteerd worden.
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De steun wordt toegekend voor 2011 (1 januari 2011 t.e.m. 31 december 2011).
Doelstelling van de steun: De steun wordt gegeven om interactieve kennisuitwisseling bij ondernemers optimaal te realiseren en om het verder opbouwen van de dynamiek tussen de bedrijfsnetwerken, praktijkonderzoek, voorlichting en algemeen onderzoek Dynamische interactie tussen de verschillende actoren van de kenniscirkel is de motor voor een optimale kennisontwikkeling die moet leiden tot innovatie en verbetering van de technieken in de biologische landbouw. In 2009-2010 werd in Vlaanderen een start genomen met Bio-bedrijfsnetwerken in vier sectoren van de biologische land- en tuinbouw: melkveehouderij, geitenhouderij, kleinfruitteelt en vollegrondsgroenteteelt.
In 2011 worden deze biologische bedrijfsnetwerken verder ondersteund en wordt een meerjarenperspectief richting een verzelfstandigde werking van de biologische bedrijfsnetwerken uitgetekend.
Speficieke doelstellingen zijn:
Bijeenkomsten netwerkgroepen verderzetten;
Onderzoekers/voorlichters bij de bedrijfsnetwerken betrekken;
Overdragen van de methodiek;
Prospectie van nieuwe sectoren (pitfruit, vleesvee en pluimvee).
De steunmaatregel valt onder artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 „Technische ondersteuning in de landbouwsector”. De steun mag 100 % van de volgende kosten dekken:
Art. 15 c) Steun met betrekking tot door derden geleverde adviesdiensten;
Art. 15 d) met betrekking tot de organisatie van en de deelname aan fora voor de uitwisseling van kennis tussen bedrijven, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen:
Art. 15 e) Steun voor feitelijke informatie over voor producten uit andere landen toegankelijke kwaliteitssystemen, over generieke producten, alsmede over de voedingswaarde van die producten en tips voor het gebruik;
Art. 15 f) Steun voor publicaties, zoals catalogi of websites met feitelijke informatie over producten uit een bepaald gebied of producenten van een bepaald product, mits de informatie en de presentatie neutraal zijn en alle producenten dezelfde kans hebben om in de publicatie te komen. Er zal enkel steun worden gegeven voor activiteiten en informatiemateriaal waarbij geen verwijzing wordt gemaakt naar de oorsprong van het product.
Het project voorziet niet in steun voor reclamedoeleinden.
Er zal aan alle leden van artikel 15 worden voldaan.
Betrokken economische sector(en): Biologische landbouw
De steun wordt enkel verleend aan kleine en middelgrote bedrijven.
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Departement Landbouw en Visserij |
|
Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling |
|
Koning Albert II-laan 35, bus 40 |
|
1030 Brussel |
|
BELGIË |
Website: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=1914
Andere informatie: —
Steun nr.: SA.32132 (2010/XA)
Lidstaat: Bondsrepubliek Duitsland
Regio: Alle Duitse deelstaten als steunverlenende overheden
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Rahmenplan der Gemeinschaftsaufgabe „Verbesserung der Agrarstruktur und des Küstenschutzes” (GAK)
Rechtsgrondslag: Rahmenplan der Gemeinschaftsaufgabe „Verbesserung der Agrarstruktur und des Küstenschutzes”
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: ca. 3 miljoen EUR
Maximale steunintensiteit: maximaal 80 %, maximaal 1 500 EUR
Datum van tenuitvoerlegging:
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening:
Doelstelling van de steun: De steun is bedoeld voor het verlenen van niet routinematig advies aan individuele bedrijven in verband met het gebruik van documentatiesystemen. Hij heeft ten doel de landbouwers ondersteuning te bieden zodat ze kunnen voldoen aan de normen voor een moderne en kwaliteitsvolle landbouw en met name aan de eisen overeenkomstig de artikelen 5 en 6 en de bijlagen II en III van Verordening (EG) nr. 73/2009 (randvoorwaarden). De adviesdiensten worden verstrekt door openbare en particuliere adviesbureaus die door de deelstaten erkend moeten zijn. De notities in de documentatiesystemen dienen als basis voor het individuele bedrijfsadvies. De steun staat in principe open voor alle begunstigden en wordt verleend in de vorm van subsidies die aan de adviesbureaus worden betaald.
Betrokken economische sector(en): Alle landbouwsectoren
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent: De steun wordt toegekend door de bevoegde overheden van de deelstaten.
Adres van de instanties die de steun verlenen:
Ministerium für Ländlichen Raum, Ernährung und Verbraucherschutz des Landes Baden-Württemberg
Postfach 10 34 44
70029 Stuttgart
DEUTSCHLAND
Tel. +49 7111260
Fax + 49 7111262255
Bayerisches Staatsministerium für Ernährung, Landwirtschaft und Forsten
Postfach 22 00 12
80535 München
DEUTSCHLAND
Tel. +49 8921820
Fax +49 8921822677
Senatsverwaltung für Gesundheit, Umwelt und Verbraucherschutz des Landes Berlin
Oranienstr. 106
10969 Berlin
DEUTSCHLAND
Tel. +49 309028-0
Fax + 49 309028-2051
Ministerium für Infrastruktur und Landwirtschaft des Landes Brandenburg
Postfach 60 11 61
14411 Potsdam
DEUTSCHLAND
Tel. +49 331866-0
Fax +49 331866-8368
Senator für Wirtschaft und Häfen der Freien und Hansestadt Bremen
Referat 11
Postfach 10 15 29
28015 Bremen
DEUTSCHLAND
Tel. +49 421361-0 / 4213618502
Fax +49 4213618283
Freie und Hansestadt Hamburg Behörde für Wirtschaft und Arbeit — Landwirtschaft und Forsten
Postfach 11 21 09
20421 Hamburg
DEUTSCHLAND
Tel. +49 4042841-0
Fax +49 4042841-3201
Hessisches Ministerium für Umwelt, Energie, Landwirtschaft und Verbraucherschutz
Postfach 31 09
65021 Wiesbaden
DEUTSCHLAND
Bereich Forsten und Naturschutz:
Tel. +49 611815-0
Fax +49 611815-1972
Bereich Verbraucherschutz, Tierschutz, Veterinärwesen:
Tel. +49 611815-0
Fax +49 611815-1941
Ministerium für Landwirtschaft, Umwelt und Verbraucherschutz des Landes Mecklenburg-Vorpommern
19048 Schwerin
DEUTSCHLAND
Tel. +49 3855880
Fax +49 3855886024 / 3855886025
Niedersächsisches Ministerium für Ernährung, Landwirtschaft, Verbraucherschutz und Landesentwicklung
Postfach 2 43
30002 Hannover
DEUTSCHLAND
Tel. +49 5111200
Fax +49 5111202385
Ministerium für Klimaschutz, Umwelt, Landwirtschaft, Natur- und Verbraucherschutz des Landes Nordrhein-Westfalen
40190 Düsseldorf
DEUTSCHLAND
Tel. +49 2114566-0
Fax +49 2114566-388
Ministerium für Wirtschaft, Verkehr, Landwirtschaft und Weinbau des Landes Rheinland-Pfalz
Postfach 32 69
55022 Mainz
DEUTSCHLAND
Tel. +49 6131160
Fax +49 6131162100
Ministerium für Wirtschaft und Wissenschaft des Saarlandes Abteilung F Landwirtschaft
Franz-Josef-Röder-Str. 17
66119 Saarbrücken
DEUTSCHLAND
Tel. +49 681501-00
Fax +49 681501-4521
Sächsisches Staatsministerium für Umwelt und Landwirtschaft
Postfach 10 05 10
01076 Dresden
DEUTSCHLAND
Tel. +49 3515640
Fax +49 3515642209
Ministerium für Landwirtschaft und Umwelt des Landes Sachsen-Anhalt
Postfach 37 62
39012 Magdeburg
DEUTSCHLAND
Tel. +49 39156701
Fax +49 3915671727
Ministerium für Landwirtschaft, Umwelt und ländliche Räume des Landes Schleswig-Holstein
Postfach 71 51
24171 Kiel
DEUTSCHLAND
Tel. +49 431988-0
Fax +49 431988-7239
Thüringer Ministerium für Landwirtschaft, Forsten, Umwelt und Naturschutz
Postfach 90 03 65
99106 Erfurt
DEUTSCHLAND
Tel. +49 361379-00
Fax +49 3613799-950
Website: http://www.bmelv.de/GAK2011-EMS
Andere informatie: —
Steun nr.: SA.32133 (2010/XA)
Lidstaat: Bondsrepubliek Duitsland
Regio: Alle Duitse deelstaten als steunverlenende overheden
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Rahmenplan der Gemeinschaftsaufgabe „Verbesserung der Agrarstruktur und des Küstenschutzes” (GAK)
Rechtsgrondslag: Rahmenplan der Gemeinschaftsaufgabe „Verbesserung der Agrarstruktur und des Küstenschutzes”
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: ca. 175 miljoen EUR
Maximale steunintensiteit: max. 40 % en max. 400 000 EUR voor een periode van drie fiscale jaren
Datum van tenuitvoerlegging:
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening:
Doelstelling van de steun: Ter ondersteuning van een concurrentiële, duurzame, milieuvriendelijke, diervriendelijke en multifunctionele landbouw kan investeringssteun worden verleend aan landbouwbedrijven die zich toeleggen op de productie van primaire landbouwproducten. De belangen van de consumenten, de plattelandsontwikkeling en de instandhouding van de biodiversiteit moeten evenzeer in aanmerking worden genomen als de verbetering van de levens-, de arbeids- en de productieomstandigheden.
De maatregel is gebaseerd op artikel 4 (Investeringen in landbouwbedrijven).
Betrokken economische sector(en): Alle landbouwsectoren
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent: De steun wordt toegekend door de bevoegde overheden van de deelstaten
Adres van de instanties die de steun verlenen:
Ministerium für Ländlichen Raum, Ernährung und Verbraucherschutz des Landes Baden-Württemberg
Postfach 10 34 44
70029 Stuttgart
DEUTSCHLAND
Tel. +49 7111260
Fax +49 7111262255
Bayerisches Staatsministerium für Ernährung, Landwirtschaft und Forsten
Postfach 22 00 12
80535 München
DEUTSCHLAND
Tel. +49 8921820
Fax +49 8921822677
Senatsverwaltung für Gesundheit, Umwelt und Verbraucherschutz des Landes Berlin
Oranienstr. 106
10969 Berlin
DEUTSCHLAND
Tel. +49 309028-0
Fax +49 309028-2051
Ministerium für Infrastruktur und Landwirtschaft des Landes Brandenburg
Postfach 60 11 61
14411 Potsdam
DEUTSCHLAND
Tel. +49 331866-0
Fax +49 331866-8368
Senator für Wirtschaft und Häfen der Freien und Hansestadt Bremen
Referat 11
Postfach 10 15 29
28015 Bremen
DEUTSCHLAND
Tel. +49 421361-0 / 4213618502
Fax +49 4213618283
Freie und Hansestadt Hamburg Behörde für Wirtschaft und Arbeit — Landwirtschaft und Forsten
Postfach 11 21 09
20421 Hamburg
DEUTSCHLAND
Tel. +49 4042841-0
Fax +49 4042841-3201
Hessisches Ministerium für Umwelt, Energie, Landwirtschaft und Verbraucherschutz
Postfach 31 09
65021 Wiesbaden
DEUTSCHLAND
Bereich Forsten und Naturschutz:
Tel. +49 611815-0
Fax +49 611815-1972
Bereich Verbraucherschutz, Tierschutz, Veterinärwesen:
Tel. +49 611815-0
Fax +49 611815-1941
Ministerium für Landwirtschaft, Umwelt und Verbraucherschutz des Landes Mecklenburg-Vorpommern
19048 Schwerin
DEUTSCHLAND
Tel. +49 3855880
Fax +49 3855886024 / 3855886025
Niedersächsisches Ministerium für Ernährung, Landwirtschaft, Verbraucherschutz und Landesentwicklung
Postfach 2 43
30002 Hannover
DEUTSCHLAND
Tel. +49 5111200
Fax +49 5111202385
Ministerium für Klimaschutz, Umwelt, Landwirtschaft, Natur- und Verbraucherschutz des Landes Nordrhein-Westfalen
40190 Düsseldorf
DEUTSCHLAND
Tel. +49 2114566-0
Fax +49 2114566-388
Ministerium für Wirtschaft, Verkehr, Landwirtschaft und Weinbau des Landes Rheinland-Pfalz
Postfach 32 69
55022 Mainz
DEUTSCHLAND
Tel. +49 6131160
Fax +49 6131162100
Ministerium für Wirtschaft und Wissenschaft des Saarlandes Abteilung F Landwirtschaft
Franz-Josef-Röder-Str. 17
66119 Saarbrücken
DEUTSCHLAND
Tel. +49 681501-00
Fax +49 681501-4521
Sächsisches Staatsministerium für Umwelt und Landwirtschaft
Postfach 10 05 10
01076 Dresden
DEUTSCHLAND
Tel. +49 3515640
Fax +49 3515642209
Ministerium für Landwirtschaft und Umwelt des Landes Sachsen-Anhalt
Postfach 37 62
39012 Magdeburg
DEUTSCHLAND
Tel. +49 39156701
Fax +49 3915671727
Ministerium für Landwirtschaft, Umwelt und ländliche Räume des Landes Schleswig-Holstein
Postfach 71 51
24171 Kiel
DEUTSCHLAND
Tel. +49 431988-0
Fax +49 431988-7239
Thüringer Ministerium für Landwirtschaft, Forsten, Umwelt und Naturschutz
Postfach 90 03 65
99106 Erfurt
DEUTSCHLAND
Tel. +49 361379-00
Fax +49 3613799-950
Website: http://www.bmelv.de/GAK2011-AFP
Andere informatie: —
Steun nr.: SA.32267 (2011/XA)
Lidstaat: Spanje
Regio: Salamanca
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Sistemas de control lechero 2011
Rechtsgrondslag: Proyecto de bases reguladoras de la convocatoria de subvenciones dirigidas a asociaciones y cooperativas de ganaderos para la financiación de sistemas de control lechero, anualidad 2011.
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Totale geplande jaarbudget in het kader van de regeling: 0,02 EUR (in miljoen)
Maximale steunintensiteit: 50 %
Datum van tenuitvoerlegging: —
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: 22 januari 2011-31 december 2011
Doelstelling van de steun: Sector dierlijke productie (art. 16 van Verordening (EG) nr. 1857/2006)
Betrokken economische sector(en): Fokken van schapen en geiten, fokken van melkvee
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Excma. Diputación Provincial de Salamanca |
|
C/ Felipe Espino, 1 |
|
37002 Salamanca |
|
ESPAÑA |
Website: http://www.lasalina.es/areas/eh/ProyConvocatorias/2011/ControlLechero.pdf
Andere informatie: —
V Adviezen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK
Europese Commissie
|
14.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 116/10 |
Bericht van het naderende vervallen van bepaalde compenserende maatregelen
2011/C 116/05
1. Overeenkomstig artikel 18, lid 4, van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 (1) betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn, deelt de Europese Commissie mede dat, tenzij overeenkomstig de volgende procedure een nieuw onderzoek wordt geopend, de hieronder vermelde compenserende maatregelen op de in de tabel aangegeven datum zullen vervallen.
2. Procedure
De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om een nieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsmateriaal bevatten om aan te tonen dat bij het vervallen van de maatregelen voortzetting of herhaling van subsidiëring en schade waarschijnlijk is.
Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokken maatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in de Unie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om een nieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen of daarop commentaar te leveren.
3. Termijn
De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om een nieuw onderzoek indienen, dat uiterlijk drie maanden vóór de in onderstaande tabel vermelde datum moet zijn ontvangen door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92, 1049 Brussel, België (2).
4. Dit bericht wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 18, lid 4, van Verordening (EG) nr. 597/2009.
|
Product |
Land(en) van oorsprong of van uitvoer |
Maatregelen |
Referentie |
Vervaldatum |
|
Polyethyleentereftalaat (pet) |
India |
Compenserend recht |
Verordening (EG) nr. 193/2007 van de Raad (PB L 59 van 27.2.2007, blz. 34) |
28.2.2012 |
(1) PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93.
(2) Fax +32 22956505.
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
|
14.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 116/11 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6151 — PetroChina/Ineos/JV)
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 116/06
|
1. |
Op 5 april 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat PetroChina International (Londen) Company Limited („PCIL”, Verenigd Koninkrijk), die volledig in handen is van PetroChina Company Limited („PetroChina”, China), die op haar beurt onder zeggenschap staat van China National Petroleum Corporation („CNPC”, China), en Ineos AG („Ineos”, Zwitserland) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over de bestaande raffinageactiviteiten van Ineos, namelijk de twee raffinaderijen in Grangemouth (Schotland) en Lavera (Frankrijk), en aanverwante activa (tezamen, de „doelonderneming”) door de verwerving van aandelen. |
|
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6151 — PetroChina/Ineos/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
|
14.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 116/12 |
BEKENDMAKING — OPENBARE RAADPLEGING
Geografische aanduidingen uit Kroatië
2011/C 116/07
De toetredingsonderhandelingen tussen de Europese Unie en de Republiek Kroatië, inclusief die over de bescherming van geografische aanduidingen voor wijnen, gearomatiseerde wijnen en gedistilleerde dranken, staan op stapel. In deze context wordt overwogen de onderstaande benamingen in de Europese Unie te beschermen als geografische aanduiding.
Opname in het Toetredingsverdrag van de benamingen waarom door Kroatië wordt verzocht, is slechts mogelijk nadat een onderzoek is gevoerd en een bezwaarprocedure is ingeleid. Voor deze benamingen wordt de bescherming verleend met ingang van de datum van toetreding; Ze wordt evenwel beperkt tot een overgangsperiode tijdens welke Kroatië een volledig dossier moet indienen.
De Commissie geeft lidstaten, derde landen en alle natuurlijke personen of rechtspersonen met een rechtmatig belang die in een lidstaat of een derde land gevestigd of woonachtig zijn, de mogelijkheid om tegen een dergelijke bescherming bezwaar aan te tekenen door indiening van een met redenen omklede verklaring.
Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen twee maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking. De bezwaarschriften moeten worden gestuurd naar het volgende e-mailadres: AGRI-B2@ec.europa.eu
De bezwaarschriften zullen slechts worden onderzocht als zij binnen die termijn worden ontvangen en als daarin wordt aangetoond dat de benaming waarvoor bescherming wordt aangevraagd:
|
1. |
geheel of gedeeltelijk homoniem is met een benaming die in de Europese Unie reeds is beschermd op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007 (1) van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale GMO-Verordening), Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad van 10 juni 1991 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwproducten (2) en Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad (3) betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken, of met een benaming die is opgenomen in de overeenkomsten die de Europese Unie heeft gesloten met een van de volgende landen:
|
|
2. |
rekening houdende met de faam en bekendheid van een merk en met de periode waarin dat merk reeds in gebruik is, de consument zou kunnen misleiden omtrent de werkelijke identiteit van het product. |
De genoemde criteria zullen worden beoordeeld voor wat betreft het grondgebied van de Europese Unie, dat als het om intellectuele eigendomsrechten gaat, alleen betrekking heeft op het grondgebied waar de betrokken rechten beschermd zijn. De mogelijke bescherming van deze namen in de Europese Unie hangt af van de succesvolle afronding van deze onderhandelingen en het daaruit voortvloeiende wetsbesluit.
Lijst van geografische aanduidingen voor wijnen, gearomatiseerde wijnen en gedistilleerde dranken (17)
|
Productklasse |
De benaming waaronder het product is geregistreerd in Kroatië |
|
Wijn |
Dalmatinska zagora |
|
Wijn |
Dingač |
|
Wijn |
Hrvatsko primorje |
|
Wijn |
Istočna kontinentalna Hrvatska |
|
Wijn |
Hrvatska Istra |
|
Wijn |
Moslavina |
|
Wijn |
Plešivica |
|
Wijn |
Podunavlje |
|
Wijn |
Pokuplje |
|
Wijn |
Prigorje-Bilogora |
|
Wijn |
Primorska Hrvatska |
|
Wijn |
Sjeverna Dalmacija |
|
Wijn |
Slavonija |
|
Wijn |
Srednja i Južna Dalmacija |
|
Wijn |
Zagorje – Međimurje |
|
Wijn |
Zapadna kontinentalna Hrvatska |
|
Gearomatiseerde wijn |
Samoborski Bermet |
|
Gedistilleerde drank |
Hrvatska loza |
|
Gedistilleerde drank |
Hrvatska travarica |
|
Gedistilleerde drank |
Hrvatska stara šljivovica |
|
Gedistilleerde drank |
Slavonska šljivovica |
|
Gedistilleerde drank |
Pelinkovac |
|
Gedistilleerde drank |
Zadarski maraschino |
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 149 van 14.6.1991, blz. 1.
(3) PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16.
(4) PB L 239 van 1.9.2006, blz. 1.
(5) PB L 28 van 30.1.2009, blz. 1.
(6) PB L 169 van 30.6.2008, blz. 10.
(7) PB L 35 van 6.2.2004, blz. 1.
(8) PB L 352 van 30.12.2002, blz. 1.
(9) PB L 342 van 27.12.2001, blz. 6.
(10) PB L 152 van 11.6.1997, blz. 15.
(11) PB L 345 van 28.12.2007, blz. 1.
(12) PB L 28 van 30.1.2010, blz. 1.
(13) PB L 28 van 30.1.2002, blz. 3.
(14) PB L 28 van 30.1.2002, blz. 112.
(15) PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1.
(16) PB L 87 van 24.3.2006, blz. 1.
(17) Door de Kroatische autoriteiten medegedeelde lijst. Gebaseerd op de verordening inzake de geografische aanduidingen voor wijn, bekendgemaakt in Staatsblad 141/10 en 31/11, de verordening inzake de geografische aanduidingen voor gearomatiseerde wijnen, bekendgemaakt in Staatsblad 14/11 en de verordening inzake de geografische aanduidingen voor gedistilleerde dranken, bekendgemaakt in Staatsblad 61/09 en 141/09.
|
14.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 116/15 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
2011/C 116/08
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.
ENIG DOCUMENT
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„MIÓD Z SEJNEŃSZCZYZNY/ŁOŹDZIEJSZCZYZNY”/„SEINŲ/LAZDIJŲ KRAŠTO MEDUS”
EG-nummer: PL-PDO-0005-0684-26.02.2008
EG-nummer: LT-PDO-0005-0850-26.02.2008
BGA ( ) BOB (X )
1. Naam:
„Miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus”
2. Lidstaat of derde land:
Polen en Litouwen
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:
3.1. Productcategorie:
|
Categorie 1.4. |
Andere producten van dierlijke oorsprong, honing |
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:
Alleen bijenhoning van poliflorale nectar mag onder de benaming „miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus” worden verkocht. Op het ogenblik dat hij te koop wordt aangeboden, kan de honing vloeibaar (gezeefde honing) of gekristalliseerd (gestolde honing) zijn. De honing kan dik-vloeibaar en doorschijnend of vast van vorm zijn. Hij wordt verkregen uit tientallen dozijnen honingdragende planten-/boomsoorten die voor dit gebied specifiek zijn, waaronder: diverse soorten wilgen en esdoorns, de gewone paardenbloem, frambozenstruiken, wegedoorn, witte en rode klaver, rolklaver, honingklaver en andere vlinderbloemigen (Papilionaceae), (gewoon) slangenkruid, longkruid, linde, kruid van de kruisbloemenfamilie (Cruciferae — Brassicaceae), korenbloem, basterdwederik, pseudo acacia, vossenstaart lelie, pruimenbomen en planten van de Umbelliferae, Caryophyllaceae en Labiatae families.
Van pollen van gewassen die als monocultuur worden verbouwd, mogen in de honing slechts sporen aanwezig zijn (in totaal maximaal 5 %). In geen geval mag de aanwezigheid van dergelijke pollen leiden tot wijzigingen in de karakteristieke smaak, geur of kleur van de honing. De honing heeft een zeer karakteristieke kleur gaande van donkergeel tot donker goudkleurig. Kenmerkend voor de honing is dat hij lichtjes troebel is. De kleur mag wat donkerder uitvallen; de donkerder kleur wordt verklaard doordat er honingdauw in de honing terechtkomt die bij sommige planten soms wordt geproduceerd op het ogenblik dat ook de nectarproductie aan de gang is. De maximale hoeveelheid honingdauw die in de honing aanwezig mag zijn, gemeten in termen van soortelijke elektrische geleiding, bedraagt 0,5mS/cm.
Fysisch-chemische kenmerken:
|
— |
vochtgehalte — ten hoogste 18 %, |
|
— |
dichtheid — meer dan 1 400 g/cm3, |
|
— |
prolinegehalte — minstens 25 mg/100 g honing, |
|
— |
hydroxymethylfurfuralgehalte (HMF) — ten hoogste 2,0 mg/100 g honing, |
|
— |
stabiele pH (3,8-4,8), |
|
— |
monosacharidengehalte (glucose en fructose) — minstens 60 g/100 g, |
|
— |
sucrosegehalte — ten hoogste 5 g/100 g, |
|
— |
diastase-index (Schade-schaal) — minstens 8, |
|
— |
vrije zuren — ten hoogste 50 meq/kg, |
|
— |
soortelijke elektrische geleiding — minstens 0,8 mS/cm. |
3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):
—
3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):
Het belangrijkste voedsel van de bijen gedurende het imkerseizoen en gedurende de winterperiode is de natuurlijke honing en de natuurlijke pollen die ze in hun bijenkorven opslaan. Hiervan worden voldoende hoeveelheden overgelaten om te waarborgen dat de bijen de winter goed doorkomen totdat ze in de lente over verse nectar en verse pollen kunnen beschikken. Wanneer de weersomstandigheden aan het eind van de zomer evenwel ongunstig zijn, kan het gebeuren dat de bijen een deel van die opgeslagen voedselvoorraad aanspreken. Dan moet die voorraad in augustus en september worden aangevuld. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een siroop op basis van suiker (sucrose) en water in een verhouding 1,5:1 of 2:1, naargelang van de tijd van het jaar en van de omgevingstemperatuur. Dit voedsel wordt 's avonds toegediend (zodat geen roofdieren naar de bijenkorven worden gelokt) en in doses (zodat het door de bijen grondig kan worden verwerkt en omgezet). Indien ten gevolge van een aanhoudende winter, ongunstige weersomstandigheden of nectarschaarste extra voedsel moet worden toegediend in het vroege voorjaar, dient de imker in de eerste plaats honing en propolis toe uit voorraden die hij in een bedrijfsruimte heeft opgeslagen en dan, naargelang van de behoeften, één voor één aanspreekt. Heeft de imker geen voorraden aangelegd, dan wordt een dunnere siroop dan in de herfst toegediend omdat bijen in de lente meer behoefte hebben aan water; de suiker/waterverhouding bedraagt dan 1:2 of 1:1. Ook gemalen pollen worden toegediend zodat de bijen wat eiwitten krijgen. Suikersiroop bereid van bietsuiker en water dan wel geïnverteerde sucrosesiroop worden als voeding gebruikt. De siroop kan langs de bovenzijde van de kast worden toegediend of met gebruikmaking van een voederraam. De bijen mogen niet worden bijgevoederd gedurende de periode dat „miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus” wordt verzameld.
3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:
Alle fasen van het productieproces, van het plaatsen van de bijenkasten tot de uiteindelijke verpakking van de honing, moeten in het afgebakende geografische gebied worden doorlopen. Rekening houdend met de zeer korte vegetatieperiode van de planten in dit gebied wordt „miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus” slechts geproduceerd gedurende een periode van drie maanden, namelijk van midden mei tot midden augustus. De honing wordt koud gewonnen met behulp van een slingermachine en met gebruikmaking van centrifugale kracht. Gezeefde honing wordt te koop aangeboden (gedecanteerd) in eenheidsverpakkingen van maximaal 1 400 g. De honing moet in het donker en bij een temperatuur van 4-18 °C in een droge, goed geventileerde ruimte worden opgeslagen. Filteren om de pollen te verwijderen, afschuimen, pasteuriseren, of kunstmatig opwarmen van de honing zijn niet toegestaan. De honing mag in geen enkel stadium van het productieproces boven 42 °C worden verwarmd. Gedurende de periode dat de honing wordt geproduceerd, mogen geen geneesmiddelen aan de bijen worden toegediend. Chemische of andere middelen om de bijen af te schrikken — ongeacht of het middelen in vaste, in vloeibare of in gasvorm betreft — zijn niet toegestaan.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.:
De bijentelers decanteren de honing zelf in afzonderlijke kleinhandelsverpakkingen (van maximaal 1 400 g). Op deze wijze vermijden ze problemen in verband met wijzigingen die zich kunnen voordoen in de fysisch-chemische en organoleptische kenmerken van de honing wanneer het niet op de juiste wijze verpakte product over grotere afstanden wordt vervoerd.
Indien de honing in andere verpakkingen dan kleinhandelsverpakkingen buiten het afgebakende productiegebied zou kunnen worden vervoerd, zou dit ertoe kunnen leiden dat „miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus” met andere honingsoorten wordt vermengd, of dat honing die niet van oorsprong uit het in punt 4 afgebakende productiegebied is, onder de beschermde benaming in de handel wordt gebracht.
De beperking wordt opgelegd om te voorkomen dat de kwaliteit van „miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus” op enigerlei wijze in het gedrang zou komen en om geen afbreuk te doen aan het hoge betrouwbaarheidsniveau van het inspectiesysteem.
3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:
Alle imkers en de entiteiten die bij de aankoop en de latere verkoop van de honing met de beschermde benaming in Polen en Litouwen betrokken zijn, mogen maar één soort etiketten gebruiken. De vermeldingen op het etiket worden aangebracht in de officiële taal van het desbetreffende land. De benaming van het product mag worden aangebracht in de nationale taal van het desbetreffende land.
Op ieder etiket moeten onder meer de benaming „miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus”, de inhoud van de verpakking, het adres van de producent, het diergeneeskundig registratienummer, de datum waarop de honing werd gedecanteerd en de houdbaarheidsdatum van het product worden vermeld. Op het etiket moeten ook het uniale BOB-symbool of het uniale logo samen met de tekst „beschermde oorsprongsbenaming” worden vermeld.
In Polen worden de etiketten verdeeld door de „Terenowe Koło Pszczelarzy” (imkerskring van het gewest) in Sejny en in Litouwen door de „Regionalny Związek Pszczelarzy” (imkerorganisatie van het gewest) in Lazdijai. De organisatie in kwestie zendt gedetailleerde voorschriften omtrent de verdeling van de etiketten aan het controleorgaan. Deze voorschriften mogen in geen geval de producenten die „miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus” overeenkomstig de specificatie produceren maar geen lid zijn van de organisatie, discrimineren.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied:
„Miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus” wordt verzameld in het volgende gebied:
|
— |
in Polen: vier gemeenten in het gewest Sejny (Sejny, Giby, Krasnopol en Puńsk) en vijf gemeenten in het gewest Suwałki (Suwałki, Szypliszki, Jeleniewo, Rutka-Tartak en Wiżajny); |
|
— |
in Litouwen: twaalf districten in gemeenten in het gewest Lazdijai (Kapčiamiestis, Veisejai, Kučiūnai, Lazdijai, Seirijai, Noragėliai, Šventežeris, Teizai, Šlavantai, Būdvietis, Šeštokai en Krosna). |
5. Verband met het geografische gebied:
5.1. Specificiteit van het geografische gebied:
Het productiegebied van „miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus” bevindt zich in het bekken van de rivier de Memel (Pools: Niemen) op de grens tussen Polen en Litouwen, in het midden van het oostelijke merendistrict Suwałki (Pojezierze Wschodniosuwalskie). Het gebied dat ooit één grondgebied vormde dat door de Yotvingische stammen werd bewoond, bevindt zich nu in een gebied waarop de namen Ziemia Sejneńska (Sejneńszczyzna) en Lazdijų kraštas van toepassing zijn. De term „miód z Sejneńszczyzny” heeft betrekking op de in Polen geproduceerde honing en de term „Lazdijų krašto medus” op het in Litouwen geproduceerde product. Het is evenwel een homogeen grondgebied waar dankzij dezelfde methoden een identiek product wordt verkregen. „Miód z Sejneńszczyzny” en „Lazdijų krašto medus” verwijzen naar dezelfde honing.
Ziemia Sejneńska en Ziemia Łoździejska (Lazdijų kraštas) bevinden zich in het oostelijke merendistrict Suwałki in het geografische gebied van de Litouwse meren (Pojezierze Litewskie). De regio vormt één geheel met name dankzij de geografische ligging, het klimaat, de identieke flora en fauna en het reliëf. Beide gebieden delen ook een gezamenlijk geschiedkundig verleden. Het gebied werd in 1919 (toen Polen en Litouwen na de eerste wereldoorlog hun definitieve vorm kregen) door een staatsgrens opgedeeld. De grens heeft evenwel de culturele banden tussen de mensen die er leven niet verzwakt en deze banden konden opnieuw worden aangehaald toen Polen en Litouwen in 2007 deel gingen uitmaken van het Schengen-gebied.
Het reliëf van het gebied is het resultaat van diverse ijstijden. Het gebied wordt gekenmerkt door meren — onder het ijs gecreëerde diepe ijskanalen (nu opgevuld door meren of rivieren) — en postglaciale holten, kleine depressies zonder uitweg die soms gevuld zijn met water en die hoofdzakelijk ontstonden door het smelten van brokken stilstaand ijs. Er zijn zowat 150 meren in het gewest Lazdijai en tientallen dozijnen meren in Ziemia Sejneńska waarvan het grootste het Gaładuś-meer is dat ten dele in Litouwen ligt.
Het gebied kent een streng klimaat met uitgesproken continentale kenmerken. De temperatuur is er in de winter lager en in de zomer hoger dan het nationale gemiddelde. De gemiddelde jaartemperatuur bedraagt er 6,1 °C. Over de gehele regio genomen bedraagt de gemiddelde neerslag tussen 550 mm en 600 mm per jaar. Het vegetatieseizoen van de planten begint een tot twee weken later dan in de omringende regio's en is zeer kort van duur; het bedraagt namelijk minder dan 150 dagen.
De vegetatie in dit gebied is het resultaat van het klimaat, de geologie, de hydrologie en antropogene veranderingen en is goed aangepast aan de heersende omstandigheden. Het reliëf, de temperatuur in de winter en in de zomer, het gematigde neerslagniveau, de korte vegetatieperiode en het schone milieu zijn belangrijke factoren voor de vegetatie. Relictplanten, boreale en arctische soorten, waaronder Salix lapponum, Betula humilis, Rubus chamaemorus, Ledum palustre, Glyceria lithuanica en Baeothryon alpinum, worden in het gebied waar „miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus” wordt gewonnen, aangetroffen. De flora in het gebied creëert de volgende ecotypes: akkerland/grasland, bos, moerasland/veenland (in grote mate gehandhaafd in een toestand die dicht bij de oorspronkelijke toestand aanleunt). Al deze natuurlijke en door de mens gecreëerde plantengemeenschappen omvatten talrijke vlinderbloemigen: klaver (trifolium), honingklaver (Melilothus), wikke (Vicia), rupsklaver (Medicago), pronkerwt (Lathyrus) en rolklaver (Lotus) waarvan de nectar een aantal alkaloïden, glycosiden en essentiële oliën bevat.
De menselijke inbreng is zeer belangrijk tijdens de productie van „miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus”. De vaardigheden van de imkers hebben met name betrekking op het handelen volgens de gebruiken wat betreft het plaatsen van de bijenkasten, het kweken en het op traditionele wijze houden van de bijen, waarbij onder meer van houten bijenkasten gebruik wordt gemaakt; de naleving van de beperkingen op het bijvoederen van de bijen gedurende de winterperiode en van de verbodsbepalingen met betrekking tot het uitfilteren van de pollen en het afschuimen, pasteuriseren en artificieel verwarmen van de honing; de nakoming van de verplichting tot het koud winnen van de honing en de naleving van de beperkingen met betrekking tot het decanteren en de opslag van de honing. Het verwerven van deze vaardigheden heeft jaren gevergd en de imkers hebben ze van generatie op generatie overgeleverd. De lange traditie van bijenteelt in dit gebied blijkt uit talrijke materialen en publicaties en uit de talrijke juridische instrumenten. De „imkerswet” werd officieel opgenomen in de geschreven wetgeving van Litouwen in 1529. In de 14de en de 15de eeuw verleenden de hertogen van Litouwen de bevolking in dit gebied het recht om gebruik te maken van de bossen en tevens het recht om daarbij primitieve bijenkorven (wchody bartne) in te zetten. In 1873 werd in Sejny de imkerskring opgericht, de eerste in het Koninkrijk Polen. In dit gebied worden ook nog vele „bijenkorvenregisters” aangetroffen, uit 1830 en uit 1948 bijvoorbeeld.
5.2. Specificiteit van het product:
De kenmerken die voor het unieke karakter van „miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus” zorgen, zijn:
|
— |
het lage vochtgehalte — ten hoogste 18 %, |
|
— |
de hoge dichtheid — meer dan 1 400 g/cm3, |
|
— |
het sterke aroma, |
|
— |
de enigszins bittere nasmaak, |
|
— |
het lage gehalte aan pollen afkomstig van bloemen die in het kader van monocultuur worden geteeld — maximaal 5 %, |
|
— |
het hoge prolinegehalte — minstens 25 mg/100 g honing, |
|
— |
het lage hydroxymethylfurfuralgehalte (HMF) — ten hoogste 2,0 mg/100 g honing, |
|
— |
de stabiele pH (3,8-4,8), |
|
— |
de karakteristieke kleur, gaande van donkergeel tot donker goudkleurig en soms nog donkerder doordat honingdauw in de honing terecht kan komen, en de lichte troebelheid. |
5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel van een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):
„Miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus” is een uniek product dat sterk verbonden is met zijn oorsprongsgebied. De honing dankt zijn sterke aroma en enigszins bittere nasmaak aan de diverse nectarafscheidende planten die voor het in punt 4. afgebakende geografische gebied kenmerkend zijn en waarvan een belangrijk gedeelte vlinderbloemigen zijn. De specificiteit van het geografische gebied is ook te danken aan het feit dat het gehalte aan pollen afkomstig van gewassen die in het kader van monocultuur worden geteeld maximaal 5 % bedraagt.
De kwaliteit van „miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus” is ook te danken aan de specifieke vaardigheden van de plaatselijke imkers. Zij dienden hun vaardigheden af te stemmen op de moeilijke klimatologische omstandigheden (in deze regio kan wegens de korte vegetatieperiode slechts honing worden geproduceerd gedurende een periode van drie maanden, namelijk van midden mei tot midden augustus). De vaardigheden van de imkers en het uitzonderlijke karakter van het gebied verlenen de geproduceerde honing specifieke kenmerken zoals het lage vochtgehalte, de hoge dichtheid, het lage hydroxymethylfurfuralgehalte (HMF) en de stabiele pH.
Een ander kenmerk dat specifiek is voor „miód z Sejneńszczyzny/Łoździejszczyzny”/„Seinų/Lazdijų krašto medus” en dat het bewijs levert van de uitstekende kwaliteit van deze honing is het hoge prolinegehalte; dat dankt de honing aan zijn natuurlijke oorsprong, aan milieufactoren en — in voorkomend geval — aan de aanwezige honingdauw.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:
(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)
http://www.minrol.gov.pl/DesktopDefault.aspx?TabOrgId=1620&LangId=0
http://www.zum.lt/documents/Kokybe-medus.doc
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.