|
ISSN 1725-2474 doi:10.3000/17252474.C_2011.093.nld |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
54e jaargang |
|
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2011/C 093/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6117 — Assa Abloy/Cardo) ( 1 ) |
|
|
2011/C 093/02 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6120 — APMT/PSA/COSCO/DPPC/DPCT) ( 1 ) |
|
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europees Parlement |
|
|
2011/C 093/03 |
||
|
|
Europese Commissie |
|
|
2011/C 093/04 |
||
|
2011/C 093/05 |
Lijst van feestdagen in 2011 voor de instellingen van de Europese Unie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
|
2011/C 093/06 |
||
|
2011/C 093/07 |
||
|
2011/C 093/08 |
Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap — Aanbesteding met betrekking tot de exploitatie van geregelde luchtdiensten overeenkomstig openbaredienstverplichtingen ( 1 ) |
|
|
2011/C 093/09 |
||
|
|
V Adviezen |
|
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2011/C 093/10 |
||
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2011/C 093/11 |
||
|
2011/C 093/12 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6202 — Samsung LED/Sumitomo Chemical/JV) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
2011/C 093/13 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6108 — EQT V/Dometic) ( 1 ) |
|
|
2011/C 093/14 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6164 — Barclays Bank/Egg Credit Card Assets) ( 1 ) |
|
|
2011/C 093/15 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6112 — Good Energies/NEIF/NEWCO) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.6117 — Assa Abloy/Cardo)
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 93/01
Op 9 maart 2011 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32011M6117. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving. |
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.6120 — APMT/PSA/COSCO/DPPC/DPCT)
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 93/02
Op 21 maart 2011 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32011M6120. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europees Parlement
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/2 |
BESLUIT VAN HET BUREAU VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 23 maart 2011
tot wijziging van de bepalingen tot uitvoering van het Statuut van de leden van het Europees Parlement
2011/C 93/03
HET BUREAU VAN HET EUROPEES PARLEMENT,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 223, lid 2,
Gelet op het Statuut van de leden van het Europees Parlement (1),
Gelet op artikel 8 en artikel 23 van het Reglement van het Europees Parlement,
Gelet op de onderstaande overwegingen:
|
(1) |
Leden en voormalige leden die een overbruggingstoelage of een pensioen ontvangen, hebben recht op vergoeding van ziektekosten van ieder ten laste komend kind totdat het de leeftijd van 21 jaar bereikt, of uiterlijk 25 jaar als het voltijds onderwijs of een beroepsopleiding volgt. Ingeval een ten laste komend kind aan een ernstige ziekte lijdt of een handicap heeft waardoor het niet in zijn behoeften kan voorzien, dient de maximumleeftijd voor vergoeding van ziektekosten te komen te vervallen. |
|
(2) |
Leden kunnen op bepaalde voorwaarden een vergoeding ontvangen van kosten voor bijkomende reizen, d.w.z. in verband met reizen in het kader van de uitoefening van hun functie buiten de lidstaat waar zij verkozen zijn. Het zou moeten toegestaan zijn dat leden dergelijke aanvullende reizen combineren met niet-officiële nevenactiviteiten, mits de te vergoeden reis- en verblijfkosten daardoor niet stijgen. |
|
(3) |
Leden die deelnemen aan officiële activiteiten buiten het grondgebied van de Europese Unie, hebben in naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden recht op vergoeding van de verblijfkosten die naar redelijkheid tijdens het traject zijn gemaakt, met uitzondering van de kosten die in de lidstaat waar zij verkozen zijn, gemaakt zijn. Aangezien laatstgenoemde kosten evenwel onlosmakelijk verbonden zijn met de reiskosten in verband met de officiële reis, verdient het geen aanbeveling ze in mindering te brengen op het te vergoeden bedrag voor de verblijfkosten die naar redelijkheid tijdens het traject zijn gemaakt. |
|
(4) |
Bij gewijzigde begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 (2) is de vergoeding voor assistentie aan de leden verhoogd met 1 500 EUR, gelet op de toegenomen werkdruk voor de leden door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. De bepalingen tot uitvoering van het Statuut van de leden van het Europees Parlement (3) („uitvoeringsbepalingen”) zijn dienovereenkomstig gewijzigd bij besluit van het Bureau van 11 en 23 november 2009, 14 december 2009, 19 april 2010 en 5 juli 2010 (4). Om dezelfde reden is in de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011 een even grote verhoging opgenomen. Deze was echter nog in de reserve gehouden bij resolutie van het Parlement van 20 oktober 2010 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011 — alle afdelingen (5). Op 3 maart 2011 besloot de Begrotingscommissie de tweede verhoging vrij te geven. Het Bureau nam op 7 maart 2011 kennis van dat besluit en onderschreef het voorstel om de uitvoeringsbepalingen dienovereenkomstig te wijzigen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De uitvoeringsbepalingen worden als volgt gewijzigd:
|
1. |
Artikel 3, lid 1, onder a), wordt vervangen door:
|
|
2. |
Artikel 14, onder a), wordt vervangen door:
|
|
3. |
In artikel 22 worden de volgende nieuwe leden ingevoegd:
|
|
4. |
Artikel 24, lid 3, onder c), wordt vervangen door:
|
|
5. |
Artikel 33, lid 4 wordt vervangen door: „4. De maximumvergoeding voor de kosten van alle in artikel 34 vermelde medewerkers bedraagt 18 189 EUR per maand. Met ingang van 1 mei 2010 wordt dat bedrag bepaald op 19 689 EUR. Met ingang van 1 juli 2010 wordt dat bedrag bepaald op 19 709 EUR. Met ingang van 1 januari 2011 wordt dat bedrag bepaald op 21 209 EUR.”. |
Artikel 2
1. Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
2. Dit besluit is van toepassing met ingang van dezelfde dag, met uitzondering van artikel 1, punt 5, dat van toepassing is met ingang van 14 juli 2009.
(1) Besluit 2005/684/EG, Euratom van het Europees Parlement van 28 september 2005 houdende aanneming van het Statuut van de leden van het Europees Parlement (PB L 262 van 7.10.2005, blz. 1).
(2) PB L 183 van 16.7.2010, blz. 1.
(3) Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 19 mei en 9 juli 2008 houdende de uitvoeringsbepalingen van het Statuut van de leden van het Europees Parlement (PB C 159 van 13.7.2009, blz. 1).
(4) PB C 180 van 6.7.2010, blz. 1.
(5) Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0372.
Europese Commissie
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/4 |
Wisselkoersen van de euro (1)
24 maart 2011
2011/C 93/04
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,4128 |
|
JPY |
Japanse yen |
114,34 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4572 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,87410 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
8,9455 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,2817 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
|
|
NOK |
Noorse kroon |
7,8830 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
24,558 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
267,78 |
|
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
|
LVL |
Letlandse lat |
0,7094 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,0197 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,1020 |
|
TRY |
Turkse lira |
2,1930 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,3888 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,3816 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
11,0122 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,8893 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,7830 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 581,61 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
9,7521 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
9,2634 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,3865 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
12 295,38 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,2723 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
61,342 |
|
RUB |
Russische roebel |
40,0485 |
|
THB |
Thaise baht |
42,737 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
2,3412 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
16,9183 |
|
INR |
Indiase roepie |
63,2230 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/5 |
LIJST VAN FEESTDAGEN IN 2011 VOOR DE INSTELLINGEN VAN DE EUROPESE UNIE
2011/C 93/05
De lijst van feestdagen in 2011 voor de personeelsleden van de instellingen van de Europese Unie is voor Ispra, Karlsruhe, Petten en Sevilla als volgt:
|
— |
Officiële feestdagen en extra verlof in 2011 voor de Ispra-site:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
— |
Feestdagen en vrije dagen in 2011 voor Karlsruhe:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
— |
Feestdagen in 2011 voor Petten:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
— |
Feestdagen voor Sevilla:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/7 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie over staatssteun die wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001
2011/C 93/06
Steun nr.: XA 143/10
Lidstaat: Frankrijk
Regio: département de l’Ain
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: aides en faveur du remplacement des agriculteurs (Ain)
Rechtsgrondslag: articles L 1511-2, L 3231-2 et 3232-1 du code général des collectivités territoriales; délibération du Conseil général de l’Ain.
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 35 000 EUR
Maximale steunintensiteit: 50 %
Datum van tenuitvoerlegging: De datum waarop het registratienummer van het vrijstellingsverzoek op de website van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Commissie wordt bekendgemaakt.
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot uiterlijk 31 december 2013
Doelstelling van de steun: De steunregeling valt onder artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 — Technische ondersteuning in de landbouwsector.
Dankzij deze regeling, die bevorderlijk is voor het opzetten van vervangingsdiensten, wil de „Conseil général” het landbouwersberoep met name voor jongeren aantrekkelijker maken en tevens bijdragen aan een verduurzaming van het werken in loondienst in de landbouwsector.
Met de herstructurering van de bedrijven werd het werken in loondienst een feit: in 2007 werden in het departement 1 147 permanente werknemers en 10 verschillende instanties die vervangingsdiensten aanbieden, geteld. De steun van het departement heeft ten doel de landbouwsector ertoe aan te sporen een systeem van onderlinge verdeling van de kosten en baten („mutualisation”) voor de bestaande vervangingsdiensten toe te passen zodat alle geografische gebieden en alle landbouwsectoren worden gedekt. In die zin zouden op departementaal niveau een arbeidsbureau en een werkgeversorganisatie worden opgericht, gecoördineerd door de „Confédération Générale de l’agriculture”. Hierbij zouden de FDCUMA en de vakbonden, die reeds vervangingsdiensten aanbieden, worden betrokken.
De steun van het departement wordt toegekend onder de volgende voorwaarden:
de steun wordt vastgesteld op basis van de werkelijke uitgaven voor de vervanging van de landbouwer — of diens vennoot/partner/bedrijfsmedewerker — die ziek of met vakantie is;
hij wordt toegekend in natura, in de vorm van gesubsidieerde diensten; m.a.w. de steun wordt niet rechtstreeks aan de producent uitbetaald;
hij is toegankelijk voor alle in aanmerking komende landbouwers in het departement (lidmaatschap van een organisatie of groepering is voor de aanvrager niet vereist);
bijdragen in de administratieve kosten van de betrokken groepering of organisatie dienen beperkt te blijven tot de kosten van de dienstverlening.
Bovendien is de steun voorbehouden voor bedrijven:
die als kmo kunnen worden gedefinieerd in de zin van de EU-wetgeving (cf bijlage I bij Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008),
die zich toeleggen op de primaire productie van landbouwproducten,
die zich niet in moeilijkheden bevinden in de zin van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (PB C 244 van 1.10.2004).
Betrokken economische sector(en): Alle landbouwbedrijven van het departement Ain die beantwoorden aan de definitie van kmo.
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Monsieur le président du Conseil général de l’Ain |
|
Direction de l’aménagement du territoire et de l’économie |
|
45, avenue Alsace-Lorraine |
|
01000 Bourg en Bresse |
|
FRANCE |
Website: http://www.ain.fr/jcms/int_81440/texte-du-regime-g-ain-bue-remplacem-modif-flc
Andere informatie: —
Steun nr.: XA 144/10
Lidstaat: Frankrijk
Regio: département de l’Ain
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: aides en appui technique aux coopératives d’utilisation de matériels en commun (CUMA) (Ain).
Rechtsgrondslag: articles L. 1511-2, L. 3231-2 et 3232-1 du code général des collectivités territoriales, délibération du Conseil général de l’Ain.
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 5 000 EUR
Maximale steunintensiteit: 50 %
Datum van tenuitvoerlegging: de datum waarop het registratienummer van het vrijstellingsverzoek op de website van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Commissie wordt bekendgemaakt.
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot uiterlijk 31 december 2013
Doelstelling van de steun: De steunregeling valt onder artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 — Technische ondersteuning in de landbouwsector.
De regeling heeft uitsluitend ten doel een gedeelte te financieren van de technische ondersteuning en van het advies die het departement AIN aan de 206 CUMA in het departement wil bieden met het oog op een beter beheer van de bij deze CUMA aangesloten bedrijven.
De moeilijke omstandigheden waarmee de landbouw te kampen heeft, maken het rationelere gebruik van het landbouwmaterieel en zelfs het „mutualiseren” van de menselijke middelen (de mensen inzetten waar ze nodig zijn), tot geschikte oplossingen die de landbouwbedrijven in staat stellen hun investeringen in materieel op degelijke wijze te beheren en hun personeelsbeleid te rationaliseren.
De technische ondersteuning en het advies hebben betrekking op:
technische en juridische ondersteuning, bijvoorbeeld het in overeenstemming brengen van de statuten van de CUMA’s met de geldende voorschriften,
technische ondersteuning in verband met het materieel, bijvoorbeeld adviezen omtrent: de opportuniteit van het gebruik van een GPS in de landbouw; de uitrusting met nieuwe tractoren; de overstap naar vereenvoudigde teelttechnieken of technieken waarbij direct wordt ingezaaid, naar sproeitechnieken die met het milieu rekening houden …,
overwegingen rond bepaalde thema's zoals „mutualiseren” van de oogstactiviteiten (het elkaar onderling helpen van de bedrijven) indien de landbouwactiviteit van de bij de desbetreffende CUMA aangesloten leden zich hiervoor leent, de organisatie van opleiding voor de bestuursleden of de werknemers van de CUMA’s.
In overeenstemming met artikel 15, lid 3, van de vrijstellingsverordening wordt de steun verleend in natura — in de vorm van gesubsidieerde diensten — en neemt hij niet de vorm aan van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de CUMA’s.
In het geval van opleiding zijn de volgende uitgaven subsidiabel:
kosten die met het organiseren van het opleidingsprogramma verband houden,
de reiskosten van de deelnemers.
In het geval van adviesdiensten zijn de subsidiabele uitgaven de aan het verlenen van deze diensten verbonden honoraria. Er wordt geen steun verleend voor adviesdiensten die van permanente of periodieke aard zijn of tot de gewone bedrijfsuitgaven behoren.
De steun is voorbehouden voor bedrijven:
die als kmo kunnen worden gedefinieerd in de zin van de EU-wetgeving (cf. bijlage I bij Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008,
die zich toeleggen op de primaire productie van landbouwproducten,
die zich niet in moeilijkheden bevinden in de zin van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (PB C 244 van 1.10.2004).
Betrokken economische sector(en): alle CUMA’s van het departement
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Monsieur le président du Conseil général de l’Ain |
|
Direction de l’aménagement du territoire et de l’économie |
|
45 avenue Alsace-Lorraine |
|
01000 Bourg en Bresse |
|
FRANCE |
Website: http://www.ain.fr/upload/docs/application/msword/2010-07/g_ain_bue_cuma.doc
Andere informatie: —
Steun nr.: XA 156/10
Lidstaat: Frankrijk
Regio: département de la Moselle
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: aides aux investissements pour le développement de l’utilisation des énergies renouvelables, des bioénergies et des économies d'énergies dans le secteur agricole.
Rechtsgrondslag: Articles L 1511-2 et L 1511-5 du code général des collectivités territoriales
Projet de délibération du Conseil général de la Moselle
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Maximaal 270 000 EUR, afhankelijk van de behoeften en van de beschikbare begrotingsmiddelen.
Maximale steunintensiteit: De toegestane maximale steunintensiteit mag niet worden overschreden; er geldt een beperking tot 50 % van de subsidiabele investeringen in probleemgebieden en tot 40 % in andere gebieden (vermeerderd met 10 % in het geval van jonge landbouwers).
Datum van tenuitvoerlegging: Met ingang van de datum waarop het registratienummer van het vrijstellingsverzoek op de website van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Commissie wordt bekendgemaakt en op voorwaarde dat de benodigde financiële middelen beschikbaar zijn.
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Drie jaar te rekenen vanaf de ontvangst van het ontvangstbewijs van de Commissie (en op voorwaarde dat de benodigde financiële middelen beschikbaar zijn).
Doelstelling van de steun: De steunregeling valt onder artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van 15 december 2006 en voldoet aan alle hierin vermelde voorwaarden.
De regeling heeft ten doel de oorspronkelijke, niet-hernieuwbare energiebronnen te vervangen door hernieuwbare energiebronnen en door bio-energie; hiermee zal voor de normale werking van het landbouwbedrijf worden gezorgd en zal tevens de energieprestatie van het landbouwbedrijf worden verbeterd. Ook is het de bedoeling om de uitstoot van broeikasgassen te beperken maar het is niet de bedoeling dat de geproduceerde energie wordt verkocht. De op deze wijze geproduceerde energie zal door de landbouwbedrijven voor hun landbouwproductie worden aangewend.
Investeringen in de/het hiernavolgende projecten/materieel die kwaliteitsbevorderend zijn en het milieu handhaven en verbeteren, zijn subsidiabel:
Modelprojecten met een positief milieu-effect die een belangrijke bijdrage leveren aan de bestrijding van broeikasgassen (maximaal 20 000 EUR steun),
|
a) |
warmterecuperator op de melktank voor de productie van warm leidingwater, |
|
b) |
voorkoelersysteem voor melk, |
|
c) |
vacuümpomp voor de melkmachine en bijbehorende uitrusting met het oog op energiebesparing. |
|
a) |
„bodem-lucht” of „canadese put” (aardwarmtewisselaar), |
|
b) |
„lucht-lucht” of VMC „double flux”. |
Door de landbouwer zelf uitgevoerde werkzaamheden worden niet beschouwd als werkzaamheden die subsidiabele uitgaven genereren. De werkzaamheden mogen weliswaar door de steunaanvrager zelf worden uitgevoerd maar in dat geval zijn alleen de uitgaven voor het materiaal en voor de uitrusting subsidiabel.
Bovendien is de steun voorbehouden voor bedrijven:
die als kmo kunnen worden gedefinieerd in de zin van de EU-wetgeving (cf. bijlage I bij Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 (PB L 214 van 9.8.2008),
die zich toeleggen op de productie van primaire landbouwproducten,
en die geen ondernemingen in moeilijkheden zijn in de zin van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (PB C 244 van 1.10.2004).
Betrokken economische sector(en): alle landbouwers die hun activiteiten uitoefenen op het grondgebied van het departement Moselle.
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Monsieur le président du Conseil général de la Moselle |
|
Direction de l'environnement et de l'aménagement du territoire |
|
Division de l'environnement et de l'espace rural (SAEN) |
|
Hôtel du département |
|
1 rue du Pont Moreau |
|
BP 11096 |
|
57036 Metz Cedex 1 |
|
FRANCE |
Website: http://www.cg57.fr/SiteCollectionDocuments/LaMoselleEtVous/Agriculture/FichesUE/developpement_utilisation_energies_renouvelables.pdf
Andere informatie: Het steunbedrag wordt eventueel verlaagd naar rato van het bedrag aan overheidsfinanciering dat uit andere bronnen wordt ontvangen.
De steun is voorbehouden voor landbouwers die de vijf voorgaande jaren geen soortgelijke steun hebben genoten; landbouwers waarvan het eerdere steundossier evenwel is afgesloten, komen ook in aanmerking.
Steun nr.: XA 168/10
Lidstaat: Frankrijk
Regio: département des Hautes-Pyrénées
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: aides du département des Hautes-Pyrénées en faveur de la lutte contre les maladies des animaux.
Rechtsgrondslag: Articles L 1511 et suivants du code général des collectivités territoriales
Délibération du Conseil général des Hautes-Pyrénées
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 142 000 EUR
Maximale steunintensiteit: Binnen de grenzen die zijn vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie, namelijk 100 %.
Datum van tenuitvoerlegging: met ingang van de datum waarop het registratienummer van het vrijstellingsverzoek op de website van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Commissie wordt bekendgemaakt.
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: tot en met 31 december 2013
Doelstelling van de steun: De regeling is gebaseerd op artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie. Zij heeft ten doel de volksgezondheid te verbeteren dankzij een verbetering van de gezondheidstoestand van de veebeslagen in het kader van epidemietoezicht en preventiecampagnes opgezet door de Franse overheid.
Dit bijzondere departement — Hautes Pyrénées — dat door een bergzone wordt gekenmerkt, vereist een aangepaste gezondheidsbescherming van de dieren die is afgestemd op het feit dat de kudden’s zomers naar de zomerweiden worden gebracht (transhumance). Met het oog op deze aangepaste gezondheidsbescherming neemt de „Conseil général” een gedeelte van de onderstaande uitgaven voor zijn rekening, namelijk de uitgaven voor:
het nemen van de monsters en de analyses in het kader van de opsporing van runder-, schapen- en geitenbrucellose en boviene leukose; voor de kudden die in het kader van een transhumance-systeem worden gehouden wordt een bijzondere inspanning geleverd (van 10 % tot 50 % van de kosten van de prestaties en de analyses),
het verrichten van de analyses in het kader van de opsporing van infectieuze boviene rhinotracheïtis (IBR) wanneer nieuwe dieren worden geleverd (100 % van de kosten van de analyse),
de genotypering van de rammen in het kader van de opsporing van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE — „Transmissible Spongiform Encephalopathy”) of scrapie bij schapen teneinde vatbare rammen te elimineren (100 % van de kosten van de genotypering),
de vaccinatie van paarden tegen de paardeninfluenza wanneer het dieren betreft die deelnemen aan evenementen (100 % van de prestaties van de veearts),
Er geldt een strikte beperking tot de dierziekten die zijn vermeld in de beschikking van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (die Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 heeft vervangen).
Er wordt geen rechtstreekse steun verleend aan de veehouders. De veehouders kunnen gebruik maken van de vorengenoemde diensten die door de „Conseil général” worden gesubsidieerd. De dienstverleners zijn de veeartsen, de laboratoria die de analyses verrichten en de „Groupement de Défense sanitaire” (organisatie gezondheidsbescherming).
Op het maximale bedrag van de voor steun in aanmerking komende uitgaven moeten in mindering worden gebracht:
in het kader van verzekeringsregelingen ontvangen bedragen, en
kosten die ten gevolge van de ziekte niet zijn gemaakt en die, indien de ziekte niet was opgetreden, wél zouden zijn gemaakt.
De steun is voorbehouden voor bedrijven:
die als kmo kunnen worden gedefinieerd in de zin van de EU-wetgeving (cf. bijlage I bij Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 (PB L 214 van 9.8.2008),
die zich toeleggen op de productie van primaire landbouwproducten,
die geen bedrijven zijn die zich in moeilijkheden bevinden in de zin van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (PB C 244 van 1.10.2004).
Betrokken economische sector(en): De rundvee-, schapen- en geitenhouderij en de paardenfokkerij
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Conseil général des Hautes-Pyrénées |
|
6 rue Gaston Manent |
|
65000 Tarbes |
|
FRANCE |
Website: CG65 — Aides agricoles
Andere informatie: —
Steun nr.: SA.32128 (2010/XA)
Lidstaat: Bondsrepubliek Duitsland
Regio: Brandenburg
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Gewährung von Beihilfen und sonstigen Leistungen durch die Tierseuchenkasse des Landes Brandenburg nach Artikel 10 der Verordnung (EG) Nr. 1857/2006
Rechtsgrondslag: § 71 Tierseuchengesetz der Bundesrepublik Deutschland
§ 8 des Gesetz zur Ausführung des Tierseuchengesetzes des Landes Brandenburg (AGTierSGBbg)
Erlass des Ministeriums für Umwelt, Gesundheit und Verbraucherschutz zur Gewährung von Beihilfen für Maßnahmen zur Tierseuchenverhütung und -bekämpfung sowie zur Verbesserung der Tiergesundheit
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Totale jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling: 4,2 miljoen EUR. Dit bedrag wordt gefinancierd uit middelen van de deelstaat en uit de bijdragen van de veehouders aan de „Tierseuchenkasse” (diergezondheidskas) in de vorm van parafiscale heffingen, overeenkomstig het goedkeuringsbesluit van de Commissie (NN 23/97 van 31 oktober 2000).
Maximale steunintensiteit: Tot 100 %
Datum van tenuitvoerlegging: Met ingang van 1 januari 2011.
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening:
Doelstelling van de steun: Artikel 10, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006:
steun voor de bestrijding van dierziekten;
steun om de schade te vergoeden die verband houdt met het verlies van dieren ten gevolge van besmettelijke ziekten;
steun voor maatregelen om dierziekten te voorkomen, te constateren en te bestrijden;
steun voor de kosten van laboratoriumdiagnoses waarmee dierziekten kunnen worden geconstateerd.
Betrokken economische sector(en): Landbouw, veehouderij
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Landesamt für Umwelt |
|
Gesundheit und Verbraucherschutz |
|
Tierseuchenkasse Brandenburg |
|
Groß Gaglow |
|
Am Seegraben 18 |
|
03051 Cottbus |
|
DEUTSCHLAND |
|
E-mail: info@tsk-BB.de |
Website:
|
— |
Tierseuchengesetz: http://www.bgblportal.de/BGBL/bgbl1f/bgbl104s1260.pdf |
|
— |
Ausführungsgesetz zum Tierseuchengesetz des Landes Brandenburg (AGTierSGBbg) http://www.bravors.brandenburg.de/sixcms/detail.php?gsid=land_bb_bravors_01.c.23595.de |
|
— |
Erlass des Ministeriums für Umwelt, Gesundheit und Verbraucherschutz zur Gewährung von Beihilfen für Maßnahmen zur Tierseuchenverhütung und -bekämpfung sowie zur Verbesserung der Tiergesundheit (Publicatie in het Staatsblad van de deelstaat Brandenburg) http://www.mugv.brandenburg.de/v/lbsvet/TEILA/A1_2_2_1.PDF |
Andere informatie: —
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/12 |
Door de lidstaten meegedeelde informatie over staatssteun die wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001
2011/C 93/07
Steun nr.: SA.31968 (2010/XA)
Lidstaat: Nederland
Regio: Niet van toepassing
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Investeringen op het terrein van energiebesparing (onderdeel van Regeling LNV-subsidies)
Rechtsgrondslag: Kaderwet LNV-subsidies: artikelen 2, 4 en 7
Regeling LNV-subsidies: artikelen 1:16, vierde lid, 2:1a, 2:2, 2:37, 2:40, vierde lid, 2:41, onderdeel d
Regeling LNV-subsidies: „Bijlage 2. Bijlage bij de artikelen 2:37, eerste lid, 2:38 en 2:40, vierde lid”, en „Hoofdstuk 1. Investeringen op het terrein van energiebesparing”
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 2011: 10 000 000 EUR
2012: 10 000 000 EUR
2013: 10 000 000 EUR
Maximale steunintensiteit: 40 % van de in aanmerking komende investeringen.
Datum van tenuitvoerlegging: Met ingang van 1 januari 2011.
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2013.
Doelstelling van de steun: Primaire doelstelling: steun aan kleine en middelgrote landbouwbedrijven die actief zijn in de primaire productie van landbouwproducten. Secundaire doelstelling: instandhouding en verbetering van het milieu. De steun voldoet aan artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1857/2006, in het bijzonder: tweede lid, onderdeel b, en derde lid, onderdeel d.
Betrokken economische sector(en): Landbouwbedrijven, in het bijzonder glastuinbouwbedrijven.
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie |
|
Postbus 20401 |
|
2500 EK Den Haag |
|
NEDERLAND |
Website: http://wetten.overheid.nl/zoeken/
Andere informatie: De regeling „Investeringen op het terrein van energiebesparing” (IRE) is laatstelijk in het kader van Verordening (EG) nr. 1857/2007 geregistreerd onder XA 38/07 voor de periode 2007-2010. Omdat ook in 2011, 2012 en 2013 wordt beoogd subsidie te verlenen, is de regeling opnieuw aangemeld ingevolge Verordening (EG) nr. 1857/2006.
De periode waarbinnen aanvragen tot subsidieverlening kunnen worden ingediend in 2011-2013, wordt vastgelegd in het (jaarlijks opnieuw door de staatssecretaris van E, L & I vast te stellen) Openstellingsbesluit LNV-subsidies (zie tevens artikel 1:3 Regeling LNV-subsidies). De openstellingsbesluiten worden in de Staatscourant gepubliceerd. Citeertitel voor het jaar 2011 luidt: Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011; de openstellingsperiode voor de IRE in 2011 zal lopen van 1 april tot en met 13 mei. In het openstellingsbesluit kan de steunintensiteit op een lager percentage dan 40 % van de in aanmerking komende investeringen worden gesteld.
Toepassing website „http://wetten.overheid.nl/zoeken/”:
Klik aan: wetten/klik aan bij „in de titel”: kaderwet lnv-subsidies
Klik aan: ministeriële regelingen/Klik aan bij „in de titel”: regeling lnv-subsidies
Steun nr.: SA.32064 (2010/XA)
Lidstaat: België
Regio: Vlaanderen
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Bio zoekt Boer
Rechtsgrondslag: Ministerieel Besluit tot toekenning van een subsidie aan BioForum Vlaanderen vzw voor het project „Biolandbouw & agrobiodiversiteit” (zie bijlage).
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 0,0379 miljoen EUR
Maximale steunintensiteit: De maximale steunintensiteit bedraagt 100 % van de bewezen kosten voor het ingediende subsidieproject.
Datum van tenuitvoerlegging: De steun zal pas toegekend worden na ondertekening van het subsidiebesluit door de minister en budgettaire vastlegging van de middelen (half december 2010). Hierbij zal het stand still-principe gerespecteerd worden.
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De steun wordt toegekend voor 2011 (1 januari 2011 t.e.m. 31 december 2011).
Doelstelling van de steun: De steun wordt gegeven aan BioForum Vlaanderen vzw met oog op:
De steunmaatregel valt onder artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006. De steun mag 100 % van volgende kosten dekken:
Art. 15 c) Steun met betrekking tot door derden geleverde adviesdiensten;
Art. 15 d) met betrekking tot de organisatie van en de deelname aan fora voor de uitwisseling van kennis tussen bedrijven, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen.
Het project voorziet niet in steun voor reclamedoeleinden.
Er zal aan alle leden van artikel 15 worden voldaan.
Betrokken economische sector(en): Biologische landbouw
De steun wordt enkel verleend aan kleine en middelgrote bedrijven.
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Departement Landbouw en Visserij |
|
Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling |
|
Koning Albert II-laan 35, bus 40 |
|
1030 Brussel |
|
BELGIË |
Website: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=1914
Andere informatie: —
Jules VAN LIEFFERINGE
Secretaris-generaal
Steun nr.: SA.32065 (2010/XA)
Lidstaat: België
Regio: Vlaanderen
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Ketenontwikkeling BioForum Vlaanderen
Rechtsgrondslag: Ministerieel Besluit tot toekenning van een subsidie aan BioForum Vlaanderen vzw voor het project „Ketenontwikkeling BioForum Vlaanderen” (zie bijlage).
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 0,095 miljoen EUR
Maximale steunintensiteit: De maximale steunintensiteit bedraagt 100 % van de bewezen kosten voor het ingediende subsidieproject. Overheadkosten komen niet in aanmerking voor subsidie.
Datum van tenuitvoerlegging: De steun zal pas toegekend worden na ondertekening van het subsidiebesluit door de minister en budgettaire vastlegging van de middelen. De startdatum van de regeling is 1 januari 2011. Hierbij zal het stand still-principe gerespecteerd worden.
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De steun wordt toegekend voor 2011 (1 januari 2011 t.e.m. 31 oktober 2011).
Doelstelling van de steun: De steun wordt gegeven aan BioForum Vlaanderen vzw met oog op prospectie naar marktkansen, het ondersteunen van foodservices, het opvolgen van markttrends en het actualiseren en uitvoeren van marktstudies alsook de communicatie daarover.
De steunmaatregel valt onder artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006. De steun mag 100 % van volgende kosten dekken:
Art. 15 c) Steun met betrekking tot door derden geleverde adviesdiensten;
Art. 15 d) met betrekking tot de organisatie van en de deelname aan fora voor de uitwisseling van kennis tussen bedrijven, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen;
Art. 15 e) Steun voor feitelijke informatie over voor producten uit andere landen toegankelijke kwaliteitssystemen, over generieke producten, alsmede over de voedingswaarde van die producten en tips voor het gebruik;
Art. 15 f) Steun voor publicaties, zoals catalogi of websites met feitelijke informatie over producten uit een bepaald gebied of producenten van een bepaald product, mits de informatie en de presentatie neutraal zijn en alle producenten dezelfde kans hebben om in de publicatie te komen. Er zal enkel steun worden gegeven voor activiteiten en informatiemateriaal waarbij geen verwijzing wordt gemaakt naar de oorsprong van het product.
Het project voorziet niet in steun voor reclamedoeleinden.
Er zal aan alle leden van artikel 15 worden voldaan.
Betrokken economische sector(en): Biologische landbouw
De steun wordt enkel verleend aan kleine en middelgrote bedrijven.
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Departement Landbouw en Visserij |
|
Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling |
|
Koning Albert II-laan 35, bus 40 |
|
1030 Brussel |
|
BELGIË |
Website: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=1914
Andere informatie: —
Jules VAN LIEFFERINGE
Secretaris-generaal
Steun nr.: SA.32067 (2010/XA)
Lidstaat: Bondsrepubliek Duitsland
Regio: Schleswig-Holstein
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Entschädigung für Legehennen in Beständen mit Salmonellen-Befund
Rechtsgrondslag:
|
1. |
Verordening (EG) nr. 2160/2003 van 17 november 2003 (PB L 325 van 12.12.2003 blz. 1) |
|
2. |
Verordnung zum Schutz gegen bestimmte Salmonelleninfektionen beim Haushuhn (Hühner-Salmonellen-Verordnung) vom 6. April 2009 (BGBl. I S. 752), zuletzt geändert durch Artikel 7 der Verordnung vom 18. Dezember 2009 (BGBl. I S. 3939) |
|
3. |
Leitlinien zum Schutz schleswig-holsteinischer Legehennenbestände vor dem Eintrag und der Verbreitung von Salmonellen der Typen S. enteritidis und S. typhimurium |
|
4. |
Richtlinien für die Gewährung von Beihilfen zur Bekämpfung von Salmonellen in Legehennenbeständen (Legehennen-Salmonellen-Beihilfe-Richtlinien) |
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 130 000 EUR
Maximale steunintensiteit: 50 %
Datum van tenuitvoerlegging: De steun wordt verstrekt met ingang van de datum van publicatie van deze beknopte informatie op het internet.
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2011
Doelstelling van de steun: Salmonellose is opgenomen in de lijst van de bijlage bij Beschikking 90/424/EEG van de Raad.
De vrijstelling is gebaseerd op artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en is derhalve verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 107, lid 3, onder c), van het VWEU.
De regeling heeft ten doel de helft van de marktwaarde te vergoeden van dieren die op grond van officieel geconstateerde gevallen van besmetting met salmonella overeenkomstig de richtsnoeren zijn geslacht.
Betrokken economische sector(en): Landbouw
De pluimveehouders (leghennen) die voor de regeling in aanmerking komen, maken deel uit van het mkb in de zin van Verordening (EG) nr. 1857/2006.
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Ministerium für Landwirtschaft, Umwelt und ländliche Räume Schleswig-Holstein |
|
Mercatorstraße 3 |
|
24106 Kiel |
|
DEUTSCHLAND |
Website: http://www.schleswig-holstein.de/cae/servlet/contentblob/954314/publicationFile/Beihilfe_Salmonellen_RiLi_2011_Freist.pdf
Andere informatie: —
Birgitt FAIK
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/15 |
Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap
Aanbesteding met betrekking tot de exploitatie van geregelde luchtdiensten overeenkomstig openbaredienstverplichtingen
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 93/08
|
Lidstaat |
Frankrijk |
|||||||||||||
|
Betrokken luchtroute |
La Rochelle–Poitiers–Lyon |
|||||||||||||
|
Geldigheidsduur van het contract |
1 november 2011-31 oktober 2015 |
|||||||||||||
|
Uiterste datum voor het indienen van inschrijvingen en offertes |
|
|||||||||||||
|
Adres waarop de tekst van de aanbesteding en alle relevante informatie en/of documentatie over de openbare aanbesteding en de openbaredienstverplichtingen kunnen worden verkregen |
|
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/16 |
Informatie van Estland over de toepassing van Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad
2011/C 93/09
De Republiek Estland heeft de Commissie overeenkomstig bijlage II, afdeling II.2, punt 8, bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land meegedeeld dat:
|
— |
Estland, overeenkomstig de voorschriften in bijlage II, afdeling II.2, punt 8, bij Richtlijn 2008/68/EG, gebruik maakt van bijlage II bij de Overeenkomst betreffende het internationale goederenvervoer per spoor (SMGS) voor wat betreft het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor van en naar landen die partij zijn bij de Organisatie voor samenwerking tussen spoorwegen (OSJD), maar die geen lidstaat zijn van de Europese Unie. |
V Adviezen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europese Commissie
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/17 |
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EACEA/15/11
In het kader van het programma voor een leven lang leren
Ondersteuning van Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding
2011/C 93/10
|
Deel A — |
Voorlichting op nationaal niveau over strategieën voor een leven lang leren en over Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding |
|
Deel B — |
Ondersteuning van transnationale samenwerking bij de ontwikkeling en uitvoering van strategieën voor een leven lang leren op zowel nationaal als regionaal niveau |
1. Doelstellingen en beschrijving
De algemene doelstelling van de oproep tot het indienen van voorstellen is ondersteuning van de ontwikkeling en uitvoering van coherente en brede strategieën en beleidsmaatregelen voor een leven lang leren op nationaal, regionaal en lokaal niveau, die alle (formele, niet-formele en informele) vormen en niveaus van leren (voorschools leren; primair, secundair, tertiair onderwijs; volwassenenonderwijs; initieel en voortgezet beroepsonderwijs; vakopleiding) bestrijken en met elkaar verbinden, met inbegrip van koppelingen met andere relevante beleidssectoren (bijvoorbeeld werkgelegenheid en sociale integratie), door:
|
— |
ondersteuning van voorlichtingsactiviteiten en de inzet, coördinatie en samenwerking van de betrokken instellingen met alle belanghebbenden ten behoeve van de implementatie op nationaal niveau van de vier strategische doelstellingen van het „Strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020)”; |
|
— |
ondersteuning van transnationale samenwerking en uitwisseling van ervaringen en goede praktijken op het gebied van de ontwikkeling en uitvoering van coherente en brede strategieën en beleidsmaatregelen voor een leven lang leren op nationaal en regionaal niveau, die alle vormen en niveaus van leren bestrijken; |
|
— |
ondersteuning van de identificatie van de belangrijkste kritieke factoren en het gezamenlijk beproeven, testen en overdragen van innovatie in verband met de geslaagde uitvoering van strategieën en beleidsmaatregelen voor een leven lang leren. |
2. Begunstigden
Deze oproep is gericht tot organisaties die zijn gevestigd in de landen die deelnemen aan het programma voor een leven lang leren. Deelname van derde landen is niet toegestaan.
Aanvragen moeten worden ingediend door een handelingsbevoegde rechtspersoon. Natuurlijke personen kunnen geen subsidie aanvragen.
Begunstigden kunnen zijn: nationale of regionale ministeries voor onderwijs en opleiding en andere openbare organen en belangenorganisaties die actief zijn op het gebied van de ontwikkeling en uitvoering van beleidsmaatregelen voor een leven lang leren. Belangenorganisaties kunnen zijn: Europese, nationale en regionale verenigingen of organisaties wier hoofdactiviteiten of kernverantwoordelijkheden rechtstreeks verbonden zijn met een onderwijs- of opleidingssector, met name organisaties van sociale partners en andere nationale of regionale verenigingen die de belangen van een maatschappelijke groepering vertegenwoordigen bij de totstandbrenging en uitvoering van beleidsmaatregelen voor een leven lang leren.
Ten behoeve van deze oproep worden als openbare organen beschouwd: alle instellingen voor hoger onderwijs die zijn vastgesteld door lidstaten (deelnemende landen), en alle instellingen of organisaties die opleidingsmogelijkheden bieden en die in de afgelopen twee jaar ruim 50 % van hun jaarinkomsten uit openbare bronnen hebben ontvangen (andere subsidies van de Europese Unie voor een actie niet meegerekend), of die onder zeggenschap staan van openbare organen of hun vertegenwoordigers. Dergelijke organisaties zijn verplicht in een ondertekende verklaring op erewoord (die deel uitmaakt van het aanvraagpakket) te bevestigen dat hun organisatie voldoet aan de bovenvermelde definitie van een openbaar orgaan. Het Agentschap behoudt zich het recht voor documentatie te vragen als bewijs voor de waarheidsgetrouwheid van deze verklaring.
Deel A.1 — Voorlichting op nationaal niveau over strategieën voor een leven lang leren en over Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding
Financieringsaanvragen kunnen worden ingediend door een of meer nationale of regionale overheden uit hetzelfde land die verantwoordelijk zijn voor beleidsmaatregelen voor onderwijs en opleiding en een leven lang leren, of door andere openbare organen die door dergelijke overheden zijn aangewezen om te reageren op de oproep.
Deel A.2 — Voorlichting op nationaal niveau over strategieën voor een leven lang leren en over Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding
Financieringsaanvragen kunnen uitsluitend worden aangevraagd door nationale partnerschappen van ten minste drie organisaties die rechtstreeks betrokken zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van beleidsmaatregelen voor een leven lang leren.
Deel B — Ondersteuning van transnationale samenwerking bij de ontwikkeling en uitvoering van strategieën voor een leven lang leren op zowel nationaal als regionaal niveau
Financieringsaanvragen kunnen uitsluitend worden aangevraagd door transnationale partnerschappen van ten minste vijf organisaties die rechtstreeks betrokken zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van beleidsmaatregelen voor een leven lang leren en die afkomstig zijn uit ten minste drie verschillende in aanmerking komende landen.
Aanvragen kunnen worden ingediend door organisaties (waaronder alle partnerorganisaties) die in een van de volgende landen zijn gevestigd:
|
— |
de 27 lidstaten van de EU; |
|
— |
de drie EER/EVA-landen: IJsland, Liechtenstein, Noorwegen; |
|
— |
kandidaat-lidstaten: Turkije, Kroatië, Zwitserland. |
Deelname van derde landen is voor deze actie niet toegestaan.
Minimaal één land van het partnerschap moet een EU-lidstaat zijn (alleen van toepassing op deel B van deze oproep).
3. In aanmerking komende activiteiten
Deel A.1 — Voorlichting op nationaal niveau over strategieën voor een leven lang leren en over Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (Strategisch kader ET 2020)
Activiteiten die onder dit deel van de oproep kunnen worden gefinancierd, zijn (specifieke doelstellingen):
|
— |
voorlichtingsactiviteiten ten behoeve van het nationale debat en de nationale dialoog over de ontwikkeling en uitvoering van strategieën en beleidsmaatregelen voor een leven lang leren (nationale of regionale conferenties, studiebijeenkomsten of workshops en dergelijke), met speciale aandacht voor de erkenning en validatie van verworven competenties (niet-formeel en informeel); |
|
— |
het creëren van fora en het initiëren van andere activiteiten die bijdragen tot een grotere samenhang en betere coördinatie bij de ontwikkeling en uitvoering van coherente en brede nationale strategieën voor een leven lang leren, met speciale aandacht voor de erkenning en validatie van verworven competenties (niet-formeel en informeel); |
|
— |
verbreiding van en voorlichting over instrumenten of referentiemateriaal op grond van het Strategisch kader ET 2020 (bijvoorbeeld informatieactiviteiten zoals mediacampagnes, promotie-evenementen, enzovoort), met speciale aandacht voor de erkenning en validatie van verworven competenties (niet-formeel en informeel); |
|
— |
vervolgacties van bestaande nationale programma's die gericht zijn op de ontwikkeling en toepassing van de open coördinatiemethode voor onderwijs en opleiding op grond van het Strategisch kader ET 2020 op nationaal niveau, met speciale aandacht voor de erkenning en validatie van verworven competenties (niet-formeel en informeel). |
Deel A.2 — Voorlichting op nationaal niveau over strategieën voor een leven lang leren en over Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding
Activiteiten die onder dit deel van de oproep kunnen worden gefinancierd, zijn (specifieke doelstellingen):
|
— |
activiteiten ten behoeve van het nationale debat en de nationale dialoog (zoals nationale of regionale conferenties, studiebijeenkomsten of workshops) over de ontwikkeling en uitvoering van strategieën en beleidsmaatregelen voor een leven lang leren, met speciale aandacht voor de erkenning en validatie van verworven competenties (niet-formeel en informeel); |
|
— |
het creëren van fora en het initiëren van andere activiteiten die bijdragen tot een grotere samenhang en betere coördinatie bij de ontwikkeling en uitvoering van coherente en brede nationale strategieën voor een leven lang leren, met speciale aandacht voor de erkenning en validatie van verworven competenties (niet-formeel en informeel); |
|
— |
vervolgacties van bestaande nationale programma's die gericht zijn op de ontwikkeling en toepassing van de open coördinatiemethode voor onderwijs en opleiding op grond van het Strategisch kader ET 2020 op nationaal niveau, met speciale aandacht voor de erkenning en validatie van verworven competenties (niet-formeel en informeel). |
Deel B — Ondersteuning van transnationale samenwerking bij de ontwikkeling en uitvoering van strategieën voor een leven lang leren op zowel nationaal als regionaal niveau
Activiteiten die onder dit deel van de oproep kunnen worden gefinancierd, zijn (specifieke doelstellingen):
|
— |
het gezamenlijk ontwikkelen en testen van innoverende instrumenten en praktijken; |
|
— |
transnationale overdracht van goede praktijken (intercollegiaal leren) waaronder analyses, conferenties en studiebijeenkomsten, gericht op het rechtstreeks ondersteunen van het opstellen en uitvoeren van beleid; |
|
— |
acties die zijn gericht op het vormen en ontwikkelen van transnationale partnerschappen ter ondersteuning van het opstellen en uitvoeren van beleid op regionaal, nationaal en Europees niveau. |
De activiteiten moeten starten tussen 1 januari 2012 en 31 maart 2012.
De looptijd van de projecten bedraagt maximaal 12 maanden voor deel A en 24 maanden voor deel B.
Aanvragen voor projecten met een langere beoogde looptijd dan hier vermeld, worden niet aanvaard.
4. Gunningscriteria
Subsidiabele aanvragen/projecten worden op grond van de volgende criteria beoordeeld:
Deel A — Voorlichting op nationaal niveau over strategieën voor een leven lang leren en over Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding
1. Relevantie: de subsidieaanvraag en de verwachte resultaten worden duidelijk gepositioneerd binnen de specifieke operationele en bredere doelstellingen van de oproep tot het indienen van voorstellen. De doelen zijn duidelijk en realistisch, en gericht op relevante zaken en doelgroepen, waaronder een breed scala van belangrijke belanghebbenden op alle betrokken niveaus bij de ontwikkeling en uitvoering van strategieën voor een leven lang leren, met inbegrip van beleidsmakers en beslissers, vakmensen in de praktijk, onderwijsaanbieders, sociale partners, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en lerenden (40 %).
2. Kwaliteit van het werkprogramma: de organisatie van het werk is helder en geschikt voor het bereiken van de gestelde doelen; taken/activiteiten zijn zodanig gedefinieerd dat de resultaten op tijd en binnen de begroting zullen worden bereikt (10 %).
3. Kwaliteit van de methodologie: de voorgestelde instrumenten en concrete methoden zijn samenhangend en geschikt om in te spelen op de vastgestelde behoeften van duidelijk geïdentificeerde doelgroepen (10 %).
4. Kwaliteit van het projectteam: in het projectteam zijn alle vaardigheden, erkende deskundigheid en competenties aanwezig die vereist zijn voor de uitvoering van alle aspecten van het werkprogramma en er is een goede taakverdeling tussen de leden van het projectteam (10 %).
5. Kosten-batenverhouding: de subsidieaanvraag toont aan dat meerwaarde wordt geboden in termen van de geplande activiteiten in verhouding tot de vooropgestelde begroting (10 %).
6. Effect: het voorzienbare effect op de benadering, doelgroepen en systemen in kwestie wordt helder gedefinieerd en er zijn maatregelen aanwezig om ervoor te zorgen dat het effect kan worden bereikt. De resultaten van de activiteiten zijn waarschijnlijk aanzienlijk (10 %).
7. Kwaliteit van het valorisatieplan (verbreiding en benutting van resultaten): de mate waarin de beoogde verbreidings- en benuttingsactiviteiten zullen zorgen voor optimale toepassing van de resultaten tot buiten de groep van in het voorstel genoemde deelnemers, tijdens en na de looptijd van het project (10 %).
Deel B — Ondersteuning van transnationale samenwerking bij de ontwikkeling en uitvoering van strategieën voor een leven lang leren op zowel nationaal als regionaal niveau
1. Relevantie: de subsidieaanvraag en de verwachte resultaten worden duidelijk gepositioneerd binnen de specifieke operationele en bredere doelstellingen van de oproep tot het indienen van voorstellen. De doelen zijn duidelijk en realistisch, en gericht op relevante zaken en doelgroepen, waaronder belangrijke belanghebbenden bij de uitvoering en realisering van strategieën voor een leven lang leren, met inbegrip van beleidsmakers en beslissers, vakmensen in de praktijk, onderwijsaanbieders, partners, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en lerenden (40 %).
2. Kwaliteit van het werkprogramma: de organisatie van het werk is helder en geschikt voor het bereiken van de gestelde doelen; taken/activiteiten zijn zodanig verdeeld over de partners dat de resultaten op tijd en binnen de begroting zullen worden bereikt (10 %).
3. Kwaliteit van de methodologie: de voorgestelde instrumenten en concrete methoden zijn samenhangend, innovatief en geschikt om in te spelen op de vastgestelde behoeften van duidelijk geïdentificeerde doelgroepen (10 %).
4. Kwaliteit van het consortium: in het consortium zijn alle vaardigheden, erkende deskundigheid en competenties aanwezig die vereist zijn voor de uitvoering van alle aspecten van het werkprogramma en er is een goede taakverdeling tussen de partners (10 %).
5. Kosten-batenverhouding: de subsidieaanvraag toont aan dat meerwaarde wordt geboden in termen van de geplande activiteiten in verhouding tot de vooropgestelde begroting (10 %).
6. Effect en Europese meerwaarde: het voorzienbare effect op de benaderingen, doelgroepen en systemen in kwestie wordt helder gedefinieerd en er zijn maatregelen aanwezig om ervoor te zorgen dat het effect kan worden bereikt. De resultaten van de activiteiten zijn waarschijnlijk aanzienlijk en de voordelen en de noodzaak van Europese samenwerking (bovenop een nationale, regionale of lokale aanpak) worden duidelijk aangetoond (10 %).
7. Kwaliteit van het valorisatieplan (verbreiding en benutting van resultaten): de mate waarin de beoogde verbreidings- en benuttingsactiviteiten zullen zorgen voor optimale toepassing van de resultaten tot buiten de groep van in het voorstel genoemde deelnemers, tijdens en na de looptijd van het project (10 %).
5. Begroting
De totale begroting voor de medefinanciering van projecten bedraagt 2,8 miljoen EUR.
De financiële bijdrage van de Europese Unie kan niet meer bedragen dan 75 % van de totale subsidiabele kosten.
De subsidie per project bedraagt maximaal 120 000 EUR voor deel A (A.1 en A.2) en 300 000 EUR voor deel B.
Het Agentschap is van plan het beschikbare bedrag toe te kennen volgens de volgende indicatieve verdeelsleutel: 1/2 voor deel A — 1/2 voor deel B. De definitieve toekenning is echter afhankelijk van het aantal en de kwaliteit van de ontvangen voorstellen voor de delen A en B.
Het Agentschap behoudt zich het recht voor niet alle beschikbare financiële middelen toe te kennen.
6. Uiterste datum voor het indienen van voorstellen
De uiterste datum voor het indienen van voorstellen is 30 juni 2011, 12.00 uur’s middags (Midden-Europese tijd)
Een complete aanvraag bestaat uit:
|
— |
Een oorspronkelijk aanvraagpakket (eForm en de vier bijbehorende aanhangsels) dat online moet worden ingediend zoals aangegeven in de eForm-gebruikershandleiding. Deze versie, inclusief de aanhangsels, wordt beschouwd als de hoofdversie. |
|
— |
Een papieren versie die direct na de uiterste inzenddatum moet worden verstuurd. Deze versie bestaat uit:
|
De papieren versie moet per gewone post of per aangetekende post worden verzonden naar het volgende adres:
|
Education, Audiovisual and Culture Executive Agency |
|
Unit P3 — LLP: Leonardo da Vinci, Grundtvig and Dissemination, Key Activity 1 — ECET |
|
Call for Proposals EACEA/15/11 (Part A.1/Part A.2/Part B) |
|
BOU2 02/145 |
|
Bourgetlaan 1 |
|
1140 Brussel |
|
BELGIË |
Aanvragen die na de uiterste datum worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.
Aanvragen die per fax of alleen per e-mail worden ingezonden, worden niet aanvaard.
7. Nadere informatie
De volledige richtsnoeren voor het indienen van voorstellen en het aanvraagpakket zijn te vinden op de volgende website:
http://eacea.ec.europa.eu/llp/funding/2011/call_ecet_2011_en.php
De aanvragen moeten met behulp van de ter beschikking gestelde formulieren worden ingediend en alle vereiste bijlagen en informatie bevatten, zoals voorgeschreven in de gedetailleerde richtsnoeren.
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/22 |
Mededeling van de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van het Koninkrijk der Nederlanden op grond van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen.
2011/C 93/11
De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie deelt mee dat een aanvraag voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen is ontvangen voor een gebied, genaamd IJsselmuiden.
Het gebied ligt in de provincie Overijssel en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de puntenparen A-B, B-C, C-D, D-E, E-F, F-G en A-H en door de provinciegrens tussen Overijssel en Gelderland tussen de punten H en G.
De coördinaten van deze punten zijn:
|
Punt |
X |
Y |
|
A |
188000,00 |
512000,00 |
|
B |
204982,97 |
512000,00 |
|
C |
208443,86 |
507940,65 |
|
D |
222164,41 |
507699,42 |
|
E |
231525,76 |
500038,73 |
|
F |
220500,00 |
500000,00 |
|
G |
204662,32 |
490949,90 |
|
H |
188000,00 |
503826,19 |
De ligging van bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten berekend volgens het stelsel van de Rijks Driehoeksmeting (RD).
Op basis van deze gebiedsbeschrijving is de oppervlakte 447,04 km2.
De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie nodigt hierbij eenieder uit tot het indienen van een concurrerende aanvraag voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen voor het gebied dat wordt begrensd door voornoemde punten en coördinaten, onder verwijzing naar de in de aanhef genoemde Richtlijn en artikel 15 van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, nr. 542).
De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is voor de verlening van de vergunning bevoegd gezag. De criteria, voorwaarden en eisen, genoemd in de artikelen 5.1, 5.2 en 6.2 van de hierboven genoemde Richtlijn, zijn uitgewerkt in de Mijnbouwwet (Stb. 2002, nr. 542).
Aanvragen kunnen worden ingediend gedurende 13 weken na de publicatie van deze uitnodiging in het Publicatieblad van de Europese Unie en dienen gericht te zijn aan:
|
De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie |
|
ter attentie van P. Jongerius, directie Energiemarkt |
|
ALP A/562 |
|
Bezuidenhoutseweg 30 |
|
Postbus 20101 |
|
2500 EC Den Haag |
|
NEDERLAND |
Aanvragen die na afloop van deze termijn zijn ontvangen, zullen niet in behandeling worden genomen.
De beslissing op de aanvragen wordt uiterlijk twaalf maanden na afloop van deze termijn genomen.
Nadere informatie is verkrijgbaar bij de heer E. J. Hoppel, onder telefoonnummer: +31 703797088.
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/24 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6202 — Samsung LED/Sumitomo Chemical/JV)
Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 93/12
|
1. |
Op 16 maart 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de ondernemingen Samsung LED Co., Ltd., („Samsung LED”, Korea) en Sumitomo Chemical Co., Ltd. („Sumitomo Chemical”, Japan), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming (de „JV”), die aanvankelijk saffiersubstraten zal produceren en uiteindelijk een breed gamma geadvanceerde chemicaliën en materialen voor LED-toepassingen in Korea. |
|
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2). |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6202 — Samsung LED/Sumitomo Chemical/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/25 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6108 — EQT V/Dometic)
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 93/13
|
1. |
Op 16 maart 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat EQT V (Verenigd Koninkrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Dometic (Zweden) door de verwerving van aandelen. |
|
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6108 — EQT V/Dometic, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/26 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6164 — Barclays Bank/Egg Credit Card Assets)
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 93/14
|
1. |
Op 14 maart 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Barclays Bank PLC („Barclays”, Verenigd Koninkrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening zeggenschap verkrijgt over een deel/delen van Egg Banking plc („Egg”, Verenigd Koninkrijk), die onder de uiteindelijke zeggenschap staat van Citigroup Inc. („Citigroup”), door de verwerving van activa. |
|
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6164 — Barclays Bank/Egg Credit Card Assets, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
|
25.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/27 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6112 — Good Energies/NEIF/NEWCO)
Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 93/15
|
1. |
Op 17 maart 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Good Energies II LP (de Kanaaleilanden), die onder de uiteindelijke zeggenschap staat van Avenia AG („Avenia”, Zwitserland), een onderneming die volledig in handen is van verschillende leden van de familie Brenninkmeijer, en NIBC European Infrastructure Fund I CV, („NEIF”, Nederland), waarvan NEW NIB Limited („NEW NIB”, Verenigde Staten) de uiteindelijke moedermaatschappij is, in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over FIWA II Projektgesellschaft mbH („FIWA II”), FIWA III Projektgesellschaft mbH („FIWA III”) en FIWA II + III Umspannwerk GmbH („Umspannwerk GmbH”) via een nieuwe houdstermaatschappij Blue Forrest Solar Holdings BV („NewCo BV”) door de verwerving van aandelen. |
|
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2). |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6112 — Good Energies/NEIF/NEWCO, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).