ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2011.045.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 45

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

54e jaargang
12 februari 2011


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

ADVIEZEN

 

Europese Commissie

2011/C 045/01

Advies van de Commissie van 11 februari 2011 krachtens artikel 7 van Richtlijn 98/37/EG van het Europees Parlement en de Raad, over een verbodsmaatregel van de Nederlandse autoriteiten met betrekking tot een elektrische grasmaaier van het merk Intratuin, type 07426 MD-2009-156 ( 1 )

1

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2011/C 045/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6053 — CVC/Apollo/Brit Insurance) ( 1 )

3

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2011/C 045/03

Wisselkoersen van de euro

4

 

Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

2011/C 045/04

Besluit nr. H6 van 16 december 2010 betreffende de toepassing van bepaalde beginselen inzake de samentelling van tijdvakken ingevolge artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels ( 2 )

5

2011/C 045/05

Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

8

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2011/C 045/06

Door de lidstaten meegedeelde informatie over staatssteun die wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

12

2011/C 045/07

Door de lidstaten meegedeelde informatie over staatssteun die wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

18

 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2011/C 045/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6115 — Steinhoff/Conforama) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

20

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2011/C 045/09

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

21

2011/C 045/10

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

25

2011/C 045/11

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

28

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

 

(2)   Voor de EER en voor de overeenkomst Europese Gemeenschap/Zwitserland relevante tekst

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

ADVIEZEN

Europese Commissie

12.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/1


ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 11 februari 2011

krachtens artikel 7 van Richtlijn 98/37/EG van het Europees Parlement en de Raad, over een verbodsmaatregel van de Nederlandse autoriteiten met betrekking tot een elektrische grasmaaier van het merk Intratuin, type 07426 MD-2009-156

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 45/01

1.   Kennisgeving door de Nederlandse autoriteiten

In artikel 2, lid 1, van Richtlijn 98/37/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines (die van toepassing was tot 29 december 2009) is bepaald dat de lidstaten alle dienstige maatregelen moeten treffen om ervoor te zorgen dat de machines waarop die richtlijn van toepassing is, uitsluitend in de handel kunnen worden gebracht en in bedrijf kunnen worden gesteld indien zij, wanneer zij op passende wijze zijn geïnstalleerd en onderhouden en overeenkomstig hun bestemming worden gebruikt, geen gevaar opleveren voor de veiligheid en de gezondheid van personen en, in voorkomend geval, van huisdieren, of voor de veiligheid van goederen.

Ingevolge artikel 7, lid 1, van de richtlijn moet een lidstaat die vaststelt dat machines die voorzien zijn van de CE-markering bij gebruik overeenkomstig hun gebruiksdoel de veiligheid van personen en, in voorkomend geval, van huisdieren of goederen in gevaar dreigen te brengen, alle nodige maatregelen nemen om de machines uit de handel te nemen, het in de handel brengen en in bedrijf stellen te verbieden of het vrije verkeer ervan te beperken. De lidstaat moet de Commissie onmiddellijk van deze maatregel in kennis stellen en de redenen van zijn besluit aangeven.

Op 3 september 2009 hebben de Nederlandse autoriteiten de Europese Commissie in kennis gesteld van een verbodsmaatregel betreffende het in de handel brengen van een grasmaaier, merk en type Intratuin, 07426. De machine was geproduceerd door YAT Electrical Appliance Co., China en op de EU-markt in de handel gebracht door Intratuin Trade & Logistics, P.O. Postbus 228, 3440 AE Woerden, Nederland.

Het bij de Europese Commissie ingediende dossier omvatte de volgende documenten:

„GS-certificaat” nr. S 50121261, verleend door TÜV Rheinland aan YAT Electrical Appliance Co., Ltd, North Shiwei Road, Yuxin Town, South Lake Zone, 314009, Jiaxing, Zheijang, China, voor een elektrische grasmaaier van het type YT5124AB;

certificaat van overeenstemming met de machinerichtlijn, met nr. AM 50121263 0001, verleend door TÜV Rheinland voor hetzelfde type grasmaaier;

koopovereenkomst SC0903028, afgegeven door YAT Electrical Appliance Co., Ltd. 23-25 Maosheng Road, Lianghui Industrypark, Yuyao, Ningbo, China, waarin wordt aangegeven dat de productreferenties YT5124AB en 07426 verwijzen naar hetzelfde type grasmaaier.

Overeenkomstig artikel 7, lid 2, van de richtlijn spreekt de Commissie zich na overleg met de betrokken partijen uit over de vraag of een dergelijke maatregel gerechtvaardigd is. Indien de Commissie de maatregel gerechtvaardigd acht, stelt zij de lidstaten daarvan in kennis zodat zij, overeenkomstig hun verplichtingen krachtens artikel 2, lid 1, alle dienstige maatregelen met betrekking tot de machine in kwestie kunnen nemen.

2.   Door de Nederlandse autoriteiten opgegeven redenen

De maatregel van de Nederlandse autoriteiten was gebaseerd op het feit dat de elektrische grasmaaier niet voldeed aan de volgende fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen in bijlage I bij Richtlijn 98/37/EG onder verwijzing naar de specificaties in de geharmoniseerde Europese norm EN 60335-2-77:2000 — Handgereedschap met elektrische aandrijving — Veiligheid — Deel 2-77: Bijzondere eisen voor via het net aangedreven grasmaaiers met meelopende bestuurder, waarnaar in het door TÜV Rheinland verleende „GS-certificaat” wordt verwezen.

„1.3.3. — Risico's in verband met vallende of uitgeworpen voorwerpen en 1.3.7. Voorkomen van gevaren in verband met de bewegende delen

De grasmaaier levert gevaar voor verwondingen op omdat het maaidek slechts 0,6 mm. onder de draaicirkel van het maaiblad uitsteekt, in plaats van de vereiste 3 mm. Dit kan tot zware verwondingen door uitgeworpen voorwerpen leiden.

1.7.4. —   Instructies

Informatie over veilig gebruik van de grasmaaier inzake maaien op hellingen en achteruit rijden/trekken ontbrak in de gebruiksaanwijzing.”

3.   Advies van de Commissie

Op 30 juli 2010 heeft de Commissie Intratuin, die de elektrische grasmaaier van het type 07426 op de EU-markt had gebracht, schriftelijk verzocht haar opmerkingen over de maatregel van de Nederlandse autoriteiten mee te delen.

Op 30 juli 2010 heeft de Commissie zich tevens schriftelijk tot de TÜV Rheinland gewend, die de certificaten van overeenstemming voor de elektrische maaier van het type YT5124AB had verleend, waarvan werd gesteld dat ze identiek waren aan de elektrische grasmaaiers van het type 07426 waarop de Nederlandse maatregel betrekking had.

In zijn antwoord van 12 augustus 2010 bevestigde de TÜV Rheinland dat hij de certificaten nr. S 50121261 en nr. AM 50121263 0001 voor de elektrische grasmaaier van het type YT5124AB had verleend. Hij verklaarde dat uit zijn steekproef niet van de door de Nederlandse autoriteiten vastgestelde niet-overeenstemming was gebleken. Voorts stelde hij geen kennis te hebben van de elektrische grasmaaier van het type Intratuin 07426 en kon niet bevestigen of de twee referenties YT5124AB en 07426 betrekking hadden op hetzelfde product.

Tot dusver is van Intratuin geen antwoord ontvangen.

De Commissie merkt op dat noch Intratuin noch TÜV Rheinland bezwaar hebben gemaakt tegen de maatregel van de Nederlandse autoriteiten. Uit de koopovereenkomst tussen YAT en Intratuin komt naar voren dat de aan Intratuin verkochte elektrische grasmaaiers werden gekenmerkt met referentie YT5124AB, welke referentie wordt gedekt door de door TÜV Rheinland verleende certificaten nr. S 50121261 en AM 50121263 0001.

Op basis van de beschikbare documentatie is de Commissie van oordeel dat de Nederlandse autoriteiten hebben aangetoond dat de machine ten aanzien waarvan de beperkende maatregel werd genomen, niet voldoet aan bovengenoemde fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen. Deze gebreken aan overeenstemming leiden tot ernstige risico's voor de gebruikers van de machine in kwestie.

Na de vereiste procedure te hebben gevolgd is de Commissie van mening dat de door de Nederlandse autoriteiten genomen maatregel gerechtvaardigd is.

Gedaan te Brussel, 11 februari 2011.

Voor de Commissie

Antonio TAJANI

Vicevoorzitter


(1)  PB L 207 van 23.7.1998, blz. 1.


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

12.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/3


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6053 — CVC/Apollo/Brit Insurance)

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 45/02

Op 19 januari 2011 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32011M6053. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

12.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/4


Wisselkoersen van de euro (1)

11 februari 2011

2011/C 45/03

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3524

JPY

Japanse yen

113,01

DKK

Deense kroon

7,4566

GBP

Pond sterling

0,84570

SEK

Zweedse kroon

8,8022

CHF

Zwitserse frank

1,3163

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,9300

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,250

HUF

Hongaarse forint

271,67

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7040

PLN

Poolse zloty

3,9193

RON

Roemeense leu

4,2583

TRY

Turkse lira

2,1575

AUD

Australische dollar

1,3544

CAD

Canadese dollar

1,3464

HKD

Hongkongse dollar

10,5411

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7869

SGD

Singaporese dollar

1,7358

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 525,88

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,8878

CNY

Chinese yuan renminbi

8,9164

HRK

Kroatische kuna

7,4110

IDR

Indonesische roepia

12 107,49

MYR

Maleisische ringgit

4,1413

PHP

Filipijnse peso

59,354

RUB

Russische roebel

39,6880

THB

Thaise baht

41,722

BRL

Braziliaanse real

2,2586

MXN

Mexicaanse peso

16,3513

INR

Indiase roepie

61,7880


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

12.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/5


BESLUIT Nr. H6

van 16 december 2010

betreffende de toepassing van bepaalde beginselen inzake de samentelling van tijdvakken ingevolge artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

(Voor de EER en voor de overeenkomst Europese Gemeenschap/Zwitserland relevante tekst)

2011/C 45/04

DE ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE COÖRDINATIE VAN DE SOCIALEZEKERHEIDSSTELSELS,

Gezien artikel 72, onder a), van Verordening (EG) nr. 883/2004 (1) van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, uit hoofde waarvan de Administratieve Commissie verantwoordelijk is voor de behandeling van alle vraagstukken van administratieve of interpretatieve aard die voortvloeien uit de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (2),

Handelend overeenkomstig artikel 71, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 883/2004,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 1, onder t), van Verordening (EG) nr. 883/2004 geeft een definitie van „tijdvakken van verzekering”. Uit de formulering van artikel 1, onder t), van Verordening (EG) nr. 883/2004 volgt dat ook met deze tijdvakken gelijkgestelde tijdvakken als „tijdvakken van verzekering” gelden, en ze hoeven niet gelijk te zijn aan tijdvakken van premie- of bijdragebetaling.

(2)

Artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2004 voorziet in het beginsel van de samentelling van tijdvakken. Dit beginsel dient op uniforme wijze te worden toegepast, met inbegrip van de samentelling van tijdvakken die volgens de nationale wetgeving alleen meetellen voor het in aanmerking komen voor of het verhogen van uitkeringen.

(3)

Overweging nr. 10 van Verordening (EG) nr. 883/2004 bepaalt dat het beginsel van gelijkstelling van bepaalde feiten of gebeurtenissen niet van invloed mag zijn op de toepassing van het beginsel van samentelling van tijdvakken.

(4)

Het is noodzakelijk om te garanderen dat bij de toepassing van het beginsel van samentelling van tijdvakken, zoals opgenomen in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2004, tijdvakken van verzekering die als zodanig zijn gecommuniceerd door een lidstaat, worden geaccepteerd door de ontvangende lidstaat zonder dat de waarde ervan in twijfel wordt getrokken.

(5)

Tegelijkertijd is het noodzakelijk om te erkennen dat de lidstaten bevoegd blijven hun nationale voorwaarden te bepalen voor het toekennen van socialezekerheidsuitkeringen — op voorwaarde dat deze voorwaarden op niet-discriminerende wijze worden toegepast — en om te bevestigen dat het beginsel van samentelling deze bevoegdheid onverlet laat. Een ontvangende lidstaat dient in eerste instantie alle gecommuniceerde tijdvakken te accepteren, om eventuele belemmeringen te vermijden bij de opening van een recht, en in tweede instantie na te gaan of aan bijzondere nationale voorwaarden wordt voldaan.

(6)

De definitie van „tijdvakken van verzekering” is in artikel 1, onder t), van Verordening (EG) nr. 883/2004 onveranderd gebleven ten opzichte van artikel 1, onder r), van Verordening (EEG) nr. 1408/71.

(7)

Aangezien dit besluit gericht is op het bieden van rechtszekerheid is het alleen van toepassing op gevallen waarover besloten wordt na de inwerkingtreding van dit besluit,

BESLUIT:

1.

Alle tijdvakken van verzekering — zowel tijdvakken van premie- of bijdragebetaling als tijdvakken die door de nationale wetgeving gelijkgesteld worden met tijdvakken van verzekering — vallen onder de definitie van „tijdvakken van verzekering” voor de toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009.

2.

Alle tijdvakken met betrekking tot een bepaalde gebeurtenis die zijn vervuld onder de wetgeving van een andere lidstaat dienen uitsluitend in aanmerking genomen te worden door toepassing van het beginsel van samentelling van tijdvakken zoals opgenomen in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2004 en artikel 12 van Verordening (EG) nr. 987/2009. Het beginsel van samentelling vereist dat door andere lidstaten gecommuniceerde tijdvakken worden meegeteld zonder dat de precieze waarde ervan in twijfel wordt getrokken.

3.

De lidstaten behouden echter de bevoegdheid om — nadat zij het onder punt 2 bedoelde beginsel van samentelling hebben toegepast — andere voorwaarden voor de toekenning van socialezekerheidsuitkeringen vast te stellen, rekening houdende met artikel 5 van Verordening (EG) nr. 883/2004 — op voorwaarde dat deze voorwaarden op niet-discriminerende wijze worden toegepast — en dit principe wordt onverlet gelaten door artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2004.

4.

Dit besluit is alleen van toepassing op gevallen waarover een beslissing genomen wordt na de inwerkingtreding ervan.

5.

De bijgevoegde voorbeelden betreffende de praktische toepassing van de punten 1, 2 en 3 van dit besluit maken deel uit van dit besluit.

6.

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Dit besluit is van toepassing vanaf de eerste dag van de tweede maand na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De voorzitter van de Administratieve Commissie

Keyina MPEYE


(1)  PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1.


BIJLAGE

VOORBEELDEN BETREFFENDE DE PRAKTISCHE TOEPASSING VAN DE PUNTEN 1, 2 EN 3 VAN DIT BESLUIT

Voorbeeld met betrekking tot de toepassing van de punten 1 en 2 van het besluit:

De verzekerde heeft op grond van de wetgeving van lidstaat A 10 jaar tijdvakken van premie- of bijdragebetaling opgebouwd, plus 2 jaar gelijkgestelde tijdvakken die volgens de nationale wetgeving enkel tellen voor de berekening.

Op basis van punt 1 van het besluit dienen tijdvakken van in totaal 12 jaar aan lidstaat B te worden gecommuniceerd.

Op basis van punt 2 (en overweging nr. 2) van het besluit dient lidstaat B voor de samentelling rekening te houden met deze 12 jaar aan tijdvakken.

Voorbeeld met betrekking tot de toepassing van de punten 2 en 3 van dit besluit:

De verzekerde heeft op grond van de wetgeving van lidstaat A 30 jaar premie- of bijdragebetaling opgebouwd in verband met de „feitelijke uitoefening van een beroep”. De wetgeving van lidstaat A bepaalt, als een nationale voorwaarde voor toekenning van een vervroegd pensioen, dat de betrokkene moet kunnen aantonen ten minste 35 jaar lang premies betaald te hebben in verband met de „feitelijke uitoefening van een beroep”.

De verzekerde heeft onder de wetgeving van lidstaat B 2 jaar studie (opgegeven als „gelijkgestelde tijdvakken van studie”) en 3 jaar premie- of bijdragebetaling in verband met de „feitelijke uitoefening van een beroep” opgebouwd.

Op basis van punt 2 van het besluit dient lidstaat A voor de samentelling rekening te houden met deze 5 jaar (eerste stap).

Op basis van punt 3 van het besluit dient lidstaat A vervolgens na te gaan of voldaan is aan andere voorwaarden die de nationale wetgeving stelt (in dit geval de „feitelijke uitoefening van een beroep”) en of die voorwaarden op niet-discriminerende wijze worden toegepast (tweede stap).

Aangezien er in lidstaat B slechts 3 jaren premie- of bijdragebetaling in verband met de „feitelijke uitoefening van een beroep” zijn vervuld, is niet voldaan aan de voorwaarde die de wetgeving van lidstaat A stelt, namelijk 35 jaar „feitelijke uitoefening van een beroep”. Aangenomen dat er geen sprake is van (indirecte) discriminatie op basis van nationaliteit hoeft er geen vervroegd pensioen te worden toegekend onder de wetgeving van lidstaat A.


12.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/8


ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE COÖRDINATIE VAN DE SOCIALEZEKERHEIDSSTELSELS

2011/C 45/05

Bij de jaarlijkse gemiddelde kosten is geen rekening gehouden met de in de artikel 94, lid 2, en artikel 95, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad (1) bepaalde vermindering met 20 %.

De netto gemiddelde kosten per maand zijn met 20 % verminderd.

GEMIDDELDE KOSTEN VAN VERSTREKKINGEN — 2006

I.   Toepassing van artikel 94 van Verordening (EEG) nr. 574/72

De te restitueren bedragen voor verstrekkingen die in 2006 zijn verleend aan gezinsleden als bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (2) zullen worden vastgesteld op grond van de volgende gemiddelde kosten:

 

Jaarlijks

Netto per maand

Finland (per persoon)

Gezinsleden van werknemers ongeacht hun leeftijd

Gepensioneerden jonger dan 65

Gezinsleden van gepensioneerden jonger dan 65

1 167,41 EUR

77,83 EUR

II.   Toepassing van artikel 95 van Verordening (EEG) nr. 574/72

De te restitueren bedragen voor verstrekkingen die in 2006 op grond van de artikelen 28 en 28 bis van Verordening (EEG) nr. 1408/71 zijn verleend zullen worden vastgesteld op grond van de volgende gemiddelde kosten (vanaf 2002 enkel per persoon ):

 

Jaarlijks

Netto per maand

Finland (per persoon)

Gepensioneerden van 65 jaar en ouder

Gezinsleden van gepensioneerden van 65 jaar en ouder

4 540,17 EUR

302,68 EUR

GEMIDDELDE KOSTEN VAN VERSTREKKINGEN — 2007

I.   Toepassing van artikel 94 van Verordening (EEG) nr. 574/72

De te restitueren bedragen voor verstrekkingen die in 2007 zijn verleend aan gezinsleden als bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (3) zullen worden vastgesteld op grond van de volgende gemiddelde kosten:

 

Jaarlijks

Netto per maand

Cyprus

741,21 EUR

49,41 EUR

Finland (per persoon)

Gezinsleden van werknemers ongeacht hun leeftijd

Gepensioneerden jonger dan 65

Gezinsleden van gepensioneerden jonger dan 65

1 234,09 EUR

82,27 EUR

II.   Toepassing van artikel 95 van Verordening (EEG) nr. 574/72

De te restitueren bedragen voor verstrekkingen die in 2007 op grond van de artikelen 28 en 28 bis van Verordening (EEG) nr. 1408/71 zijn verleend zullen worden vastgesteld op grond van de volgende gemiddelde kosten (vanaf 2002 enkel per persoon ):

 

Jaarlijks

Netto per maand

Cyprus

991,21 EUR

66,08 EUR

Finland (per persoon)

Gepensioneerden van 65 jaar en ouder

Gezinsleden van gepensioneerden van 65 jaar en ouder

4 762,07 EUR

317,47 EUR

GEMIDDELDE KOSTEN VAN VERSTREKKINGEN — 2008

I.   Toepassing van artikel 94 van Verordening (EEG) nr. 574/72

De te restitueren bedragen voor verstrekkingen die in 2008 zijn verleend aan gezinsleden als bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 zullen worden vastgesteld op grond van de volgende gemiddelde kosten:

 

Jaarlijks

Netto per maand

Griekenland

1 251,34 EUR

83,42 EUR

Frankrijk

2 278,83 EUR

151,92 EUR

Letland

334,96 LVL

22,33 LVL

Nederland (per persoon)

Gezinsleden van werknemers ongeacht hun leeftijd

Gepensioneerden jonger dan 65

Gezinsleden van gepensioneerden onder de 65

1 993,91 EUR

132,93 EUR

Verenigd Koninkrijk

1 841,93 GBP

122,80 GBP

Slowakije (per persoon)

Gezinsleden van werknemers onder de 65

Gepensioneerden jonger dan 65

Gezinsleden van gepensioneerden onder de 65

460,99 EUR

30,73 EUR

Finland (per persoon)

Gezinsleden van werknemers ongeacht hun leeftijd

Gepensioneerden jonger dan 65

Gezinsleden van gepensioneerden jonger dan 65

1 312,09 EUR

87,47 EUR

II.   Toepassing van artikel 95 van Verordening (EEG) nr. 574/72

De te restitueren bedragen voor verstrekkingen die in 2008 op grond van de artikelen 28 en 28 bis van Verordening (EEG) nr. 1408/71 zijn verleend zullen worden vastgesteld op grond van de volgende gemiddelde kosten (vanaf 2002 enkel per persoon ):

 

Jaarlijks

Netto per maand

Griekenland

2 532,33 EUR

168,82 EUR

Frankrijk

5 359,52 EUR

357,30 EUR

Letland

398,89 LVL

26,59 LVL

Nederland (per persoon)

Gepensioneerden van 65 jaar en ouder

Gezinsleden van gepensioneerden van 65 jaar en ouder

9 423,45 EUR

628,23 EUR

Verenigd Koninkrijk

3 598,65 GBP

239,91 GBP

Slowakije (per persoon)

Gezinsleden van werknemers van 65 jaar en ouder

Gepensioneerden van 65 jaar en ouder

Gezinsleden van gepensioneerden van 65 jaar en ouder

1 401,46 EUR

93,43 EUR

Finland (per persoon)

Gepensioneerden van 65 jaar en ouder

Gezinsleden van gepensioneerden van 65 jaar en ouder

4 893,18 EUR

326,21 EUR

GEMIDDELDE KOSTEN VAN VERSTREKKINGEN — 2009

I.   Toepassing van artikel 94 van Verordening (EEG) nr. 574/72

De te restitueren bedragen voor verstrekkingen die in 2009 zijn verleend aan gezinsleden als bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 zullen worden vastgesteld op grond van de volgende gemiddelde kosten:

 

Jaarlijks

Netto per maand

Tsjechië (per persoon)

Gezinsleden van werknemers onder de 65

Gepensioneerden jonger dan 65

Gezinsleden van gepensioneerden onder de 65

15 355,33 CZK

1 023,69 CZK

Estland (per persoon)

Gezinsleden van werknemers onder de 63

Gepensioneerden jonger dan 63

Gezinsleden van gepensioneerden onder de 63

6 036,14 EEK

402,41 EEK

25,72 EUR

Spanje

1 244,87 EUR

82,99 EUR

Italië

2 428,26 EUR

161,88 EUR

Hongarije (per persoon)

Gezinsleden van werknemers onder de 65

Gepensioneerden jonger dan 65

Gezinsleden van gepensioneerden onder de 65

85 093 HUF

5 673 HUF

Oostenrijk

1 828,35 EUR

121,89 EUR

Slovenië (per persoon — per gezinslid van een werknemer)

722,10 EUR

48,14 EUR

Liechtenstein

4 364,82 CHF

290,99 CHF

Noorwegen

42 573 NOK

2 838 NOK

Zwitserland

2 751,28 CHF

183,42 CHF

II.   Toepassing van artikel 95 van Verordening (EEG) nr. 574/72

De te restitueren bedragen voor verstrekkingen die in 2009 op grond van de artikelen 28 en 28 bis van Verordening (EEG) nr. 1408/71 zijn verleend zullen worden vastgesteld op grond van de volgende gemiddelde kosten (vanaf 2002 enkel per persoon ):

 

Jaarlijks

Netto per maand

Tsjechië (per persoon)

Gezinsleden van werknemers van 65 jaar en ouder

Gepensioneerden van 65 jaar en ouder

Gezinsleden van gepensioneerden van 65 jaar en ouder

47 454,23 CZK

3 163,62 CZK

Estland (per persoon)

Gezinsleden van werknemers van 63 jaar en ouder

Gepensioneerden van 63 jaar en ouder

Gezinsleden van gepensioneerden van 63 jaar en ouder

15 325,26 EEK

1 021,68 EEK

65,30 EUR

Spanje

3 987,94 EUR

265,86 EUR

Italië

2 884,01 EUR

192,27 EUR

Hongarije (per persoon)

Gezinsleden van werknemers van 65 jaar en ouder

Gepensioneerden van 65 jaar en ouder

Gezinsleden van gepensioneerden van 65 jaar en ouder

246 892 HUF

16 459 HUF

Oostenrijk

4 852,14 EUR

323,48 EUR

Slovenië

1 896,16 EUR

126,41 EUR

Liechtenstein

9 272,22 CHF

618,15 CHF

Noorwegen

77 133 NOK

5 142 NOK

Zwitserland

7 306,32 CHF

487,09 CHF


(1)  PB L 74 van 27.3.1972, blz. 1.

(2)  PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2.

(3)  Vgl. voetnoot 2.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

12.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/12


Door de lidstaten meegedeelde informatie over staatssteun die wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

2011/C 45/06

Steun nr.: XA 160/10

Lidstaat: Slowakije

Regio/autoriteit die de steun verleent: Alle regio’s van Slowakije

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Schéma štátnej pomoci na úhradu škôd na poľnohospodárskych plodinách spôsobených nepriaznivou poveternostnou udalosťou, ktorú možno prirovnať k prírodnej katastrofe pre mikro, malé a stredné podniky.

Rechtsgrondslag:

§ 5 zákona č. 267/2010 Z. z. z 10. júna 2010 o poskytovaní dotácie na kompenzáciu strát spôsobených nepriaznivou poveternostnou udalosťou, ktorú možno prirovnať k prírodnej katastrofe, prírodnou katastrofou alebo mimoriadnou udalosťou,

De artikelen 11 en 18 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001,

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening), PB L 214 van 9.8.2008,

zákon č. 231/1999 Z. z. o štátnej pomoci v znení neskorších predpisov.

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Voor 2010 voorziet de regeling in financiering ten belope van 10 miljoen EUR.

Voor de periode 2010-2013 voorziet de regeling in financiering ten belope van in totaal 40 miljoen EUR.

Maximale steunintensiteit: 80 % van het verlies wanneer de teler een verzekering heeft afgesloten die ten minste 50 % van zijn gemiddelde jaarproductie of jaarinkomsten uit de desbetreffende landbouwproducten dekt en deze verzekering tevens de statistisch meest voorkomende ongunstige weersomstandigheden in Slowakije — zoals bepaald door het Slowaakse weerkundige instituut (Slovenský hydrometeorologický ústav) — dekt.

90 % van het verlies wanneer de teler in een probleemgebied is gevestigd, een verzekering heeft afgesloten die ten minste 50 % van zijn gemiddelde jaarproductie of jaarinkomsten uit de desbetreffende landbouwproducten dekt en deze verzekering tevens de statistisch meest voorkomende ongunstige weersomstandigheden in Slowakije — zoals bepaald door het Slowaakse weerkundige instituut (Slovenský hydrometeorologický ústav) — dekt.

40 % van het verlies wanneer de teler geen verzekering heeft genomen of een verzekering heeft afgesloten die minder dan 50 % van zijn gemiddelde jaarproductie of jaarinkomsten uit de desbetreffende landbouwproducten dekt.

45 % van het verlies wanneer de teler in een probleemgebied is gevestigd, geen verzekering heeft genomen of een verzekering heeft afgesloten die minder dan 50 % van zijn gemiddelde jaarproductie of jaarinkomsten uit de desbetreffende landbouwproducten dekt.

De subsidie mag worden toegekend in gevallen waarin het verlies ten minste 2 000 EUR bedraagt.

Datum van tenuitvoerlegging: De regeling treedt in werking op de datum waarop het registratienummer van het vrijstellingsverzoek en de beknopte informatie op de website van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Commissie worden gepubliceerd.

De regeling wordt bekendgemaakt op de volgende website: http://www.land.gov.sk/sk/index.php?navID=161&id=4016

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 31 december 2013.

Doelstelling van de steun: De regeling heeft ten doel de schade aan de primaire productie te vergoeden die het gevolg is van ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld.

In het kader van deze regeling wordt met name een vergoeding uitgekeerd wanneer de schade is veroorzaakt door:

Ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld zijn weersomstandigheden die, uitgaande van de productie van een bepaald bedrijf, meer dan 30 % hebben vernietigd van hetzij de gemiddelde jaarlijkse productie van de laatste drie jaar, hetzij de gemiddelde productie van drie van de laatste vijf jaren, waarbij geen rekening wordt gehouden met het jaar met de hoogste en het jaar met de laagste productie.

Betrokken economische sector(en): Sectie A — Landbouw, bosbouw en visserij

01 — Teelt van gewassen, veeteelt, jacht en diensten in verband met deze activiteiten

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Ministerstvo pôdohospodárstva, životného prostredia a regionálneho rozvoja SR

Dobrovičova 12

812 66 Bratislava

SLOVENSKO/SLOVAKIA

Tel. +421 259266111

Website: http://www.land.gov.sk/sk/index.php?navID=161&id=4016

Andere informatie: „Ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld” zijn weersomstandigheden zoals vorst, hagel, ijzel, regen of droogte, die een landbouwer opzadelen met een verlies dat meer dan 30 % bedraagt van hetzij de gemiddelde jaarproductie van de laatste drie jaar, hetzij de gemiddelde productie van drie van de laatste vijf jaren, het jaar met de hoogste en het jaar met de laagste productie niet meegerekend. Subsidiabel zijn derhalve:

Het verlies (inkomensverlies) wordt berekend door bedrag b), af te trekken van bedrag a). Bedrag a) = de gemiddelde jaarlijkse productie van de laatste drie jaar (of de gemiddelde productie van drie van de laatste vijf jaren, de hoogste en de laagste productie niet meegerekend) vermenigvuldigd met de verkregen gemiddelde verkoopprijs. Bedrag b) = de hoeveelheid van het product die is geproduceerd in het jaar waarin de ongunstige weersomstandigheden zich hebben voorgedaan, vermenigvuldigd met de in dat jaar verkregen gemiddelde verkoopprijs. Op het bedrag van het op deze wijze berekende verlies worden de bedragen in mindering gebracht die in het kader van de verzekeringspolis worden uitbetaald alsook gedane uitgaven die niet aan de ongunstige weersomstandigheden kunnen worden toegeschreven. De berekening vindt voor ieder bedrijf afzonderlijk plaats.

De steunverlening moet voldoen aan alle eisen die zijn vastgesteld in artikel 2, lid 8, en artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001.

Steun nr.: XA 190/10

Lidstaat: Nederland

Regio: —

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Subsidie Gebiedscoöperatie Oregional

Rechtsgrondslag: Besluit Milieusubsidies

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 1 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit: Voor deze steunmaatregel zal de maximale steunintensiteit 100 % bedragen van de in aanmerking komende kosten (zie onder Doelstelling van de steun).

Datum van tenuitvoerlegging: 15 oktober 2010. De tenuitvoerlegging start na de in artikel 18, eerste lid van de Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie, bedoelde bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De individuele steunverlening zal in vier termijnen in de periode 2010 tot en met 2013 plaatsvinden.

Doelstelling van de steun: De ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen is de hoofddoelstelling van de steunmaatregel. De secundaire doelstelling is om via de Gebiedscoöperatie Oregional de komende drie jaar in de regio Nijmegen duurzame regionale agrarische producten op een structurele doelmatige wijze af te zetten. Het belangrijkste knelpunt hierbij is de afstemming van vraag en aanbod van regionale producten. Het doel van het gesubsidieerde project is om de knelpunten weg te nemen zodat de vraag naar duurzame regionale agrarische producten van met name zorginstellingen, onderwijs, bedrijfskantines en horeca op een doelmatige structurele wijze ingevuld kan worden.

De volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 zullen worden gebruikt:

Artikel 14 — Steun voor de bevordering van kwaliteitslandbouwproducten

De volgende kosten komen in aanmerking voor subsidiëring:

100 % van de kosten van marktonderzoek en van het bedenken en vormgeven van producten;

100 % van de kosten van de invoering van kwaliteitsborgingssystemen;

100 % van de kosten van de opleiding van personeel voor de toepassing van kwaliteitsborgingssystemen;

100 % van de kosten die erkende certificeringsinstanties in rekening brengen voor de initiële certificering van kwaliteitsborgings- en soortgelijke systemen.

Artikel 15 — Steun voor technische ondersteuning in de landbouwsector

De volgende kosten komen in aanmerking voor subsidiëring:

de kosten voor onderwijs en opleiding van landbouwers en bedrijfsmedewerkers;

de kosten van door derden geleverde adviesdiensten die niet van permanente of periodieke aard zijn en niet tot de gewone bedrijfsuitgaven van de onderneming behoren;

de kosten voor de organisatie van en de deelname aan fora voor de uitwisseling van kennis tussen bedrijven, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen;

de kosten voor de vulgarisatie van wetenschappelijke kennis;

de kosten van publicaties, zoals catalogi of websites met feitelijke informatie over producenten uit een bepaald gebied of producenten van een bepaald product, mits de informatie en de presentatie neutraal zijn en alle producenten dezelfde kans hebben om in de publicatie aan bod te komen.

Betrokken economische sector(en): Alle kleine en middelgrote primaire landbouwondernemingen waar productie plaatsvindt van producten genoemd in bijlage I van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Ministerie van VROM

Postbus 20951

2500 EZ Den Haag

NEDERLAND

Website: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/besluiten/2010/10/01/verstrekking-subsidie-project-duurzaam-inkopen-van-regionale-producten.html

Andere informatie: Voor deze subsidieverlening zal naast Verordening (EG) nr. 1857/2006 ook gebruik gemaakt worden van Verordening (EG) nr. 800/2008 („de algemene groepsvrijstellingsverordening”). Het subsidiebedrag van 1 miljoen EUR zal grotendeels worden benut voor landbouwondernemingen. Het andere deel zal besteed worden aan mkb-ondernemingen.

Op voorhand is niet duidelijk welk bedrag exact bij welke ondernemingen terecht zal komen.

Steun nr.: XA 191/10

Lidstaat: Italië

Regio: Lombardia

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Misure regionali di sostegno degli allevamenti suinicolo colpiti da virus della malattia vescicolare dei suini — indennizzi per mancato reddito per sospensione delle fecondazioni

Rechtsgrondslag: DGR n. 581 del 6.10.2010«Misure regionali di sostegno degli allevamenti suinicolo colpiti da virus della malattia vescicolare dei suini — indennizzi per mancato reddito per sospensione delle fecondazioni»

L.R. 31/2008 (Testo unico Leggi Agricoltura) art. 18

Decreto DG Sanità n. 6929 del 26.6.2007

Decreto DG Sanità n. 9348 del 27.8.2007

Provvedimento DG Sanità prot. H1.2007.0046390 del 29.10.2007«Malattia vescicolare dei suini — intervento straordinario».

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 2 000 000 EUR

Maximale steunintensiteit: Tot 100 % van de subsidiabele uitgaven overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1857/2006.

Datum van tenuitvoerlegging: De datum waarop het registratienummer van het vrijstellingsverzoek op de website van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Commissie wordt bekendgemaakt.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 31 december 2011.

Doelstelling van de steun: Steun als compensatie voor het inkomensverlies dat fokkers lijden door de opschorting van de inseminatie als gevolg van overheidsmaatregelen om vesiculaire varkensziekte uit te roeien.

Betrokken economische sector(en): A10406 — Varkenshouderij

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Regione Lombardia

DG Agricoltura

Via Pola 12/14

20124 Milano MI

ITALIA

Website: (Zie hieronder: andere informatie)

Andere informatie: http://www.regione.lombardia.it, click on the following links in order: «Settori e politiche», «Agricoltura», «Argomenti», «Aiuti di stato nel settore agricolo: pubblicazione dei regimi di aiuto».

Steun nr.: XA 196/10

Lidstaat: Italië

Regio: Basilicata

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Sostegno delle aziende agricole per l'abbattimento di frutteti colpiti da Sharka

Rechtsgrondslag:

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (artikel 16, lid 1).

legge 1 luglio 1997, n. 206 Norme in favore delle produzioni agricole danneggiate da organismi nocivi,

decreto del ministero delle politiche agricole, alimentari e forestali del 28 luglio 2009 recante lotta obbligatoria per il controllo del virus Plum pox virus (PPV), agente della «Vaiolatura delle drupacee» (Sharka),

delibera di Giunta Regionale n. 1591 del 21 settembre 2010 avente per oggetto:

Misure regionali di sostegno delle aziende frutticole colpite da Vaiolatura delle drupacee (Sharka), causate dall’agente patogeno Plum pox virus. Approvazione criteri e modulistica e contestuale apertura bando. Anno 2010.

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: De totale begroting voor de steunregeling bedraagt 328 000 EUR voor de gehele periode van 1 november 2010 tot en met 30 april 2011.

Maximale steunintensiteit: De berekening van de steun is uitsluitend gebaseerd op de marktwaarde van de vernietigde bomen en op het verlies aan inkomsten ten gevolge van quarantaineverplichtingen en moeilijkheden bij de heraanplanting. De vergoedingen zijn als volgt vastgesteld:

Het minimumbedrag per begunstigde is vastgesteld op 250 EUR. Voor kleinere bedragen zal derhalve geen steun worden toegekend.

Datum van tenuitvoerlegging: Met ingang van 1 november 2010.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 30 april 2011.

Doelstelling van de steun: Het virus (Plum pox virus) dat verantwoordelijk is voor de ziekte die onder de naam Sharka bekendstaat, is erkend als schadelijk organisme waarvoor quarantaine vereist is. De beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en het verspreiden ervan in de Europese Unie en in Italië zijn vastgesteld bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 en bij decreet nr. 214 van Italië van 19 augustus 2005.

De ziekte is zo ernstig dat het ministerie van Landbouw, voeding en bosbouw overging tot de uitvaardiging van het decreet van 28 juli 2009 met betrekking tot de verplichte bestrijding van het Plum pox virus (PPV) dat Sharka veroorzaakt.

De regeling heeft ten doel steun te verlenen bij het rooien van zieke bomen en boomgaarden.

Om de regionale fruitteelt te redden, heeft Italië besloten op dezelfde wijze te werk te gaan als in 2008 en 2009 en een steunregeling op te zetten in het kader waarvan de fruittelers vergoed worden voor uitgaven om virushaarden uit te roeien, één en ander in overeenstemming met artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1857/2006. De berekening van de steun is uitsluitend gebaseerd op de marktwaarde van de vernietigde bomen en op het verlies aan inkomsten ten gevolge van quarantaineverplichtingen en moeilijkheden bij de heraanplanting.

Betrokken economische sector(en): Abrikozen-, perzik- en nectarineboomgaarden.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent: Regione Basilicata — Dipartimento agricoltura, sviluppo rurale, economia montana

Website: http://www.regione.basilicata.it/giunta/site/giunta/department.jsp?dep=100049&area=111544&otype=1058&id=538603

Andere informatie: In 2010 werden in totaal 12 boomgaarden over een totale oppervlakte van 22 hectare officieel erkend als zijnde besmet met Sharka en meteen gerooid.

Steun nr.: XA 198/10

Lidstaat: Italië

Regio: Sardegna

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Legge regionale 11 marzo 1998, n. 8, articolo 23 (aiuti per i danni alla produzione agricola).

Aiuti a favore delle aziende colpite da tubercolosi bovina nel periodo 1o gennaio 2009-31 dicembre 2010. Spesa 300 000 EUR.

Rechtsgrondslag: L.R. 11 marzo 1998, n. 8, articolo 23

Deliberazione della Giunta regionale n. 32/25 del 15 settembre 2010 recante «Aiuti per la perdita di reddito a favore delle aziende colpite da tubercolosi bovina nel periodo 1o gennaio 2009-31 dicembre 2010». Spesa 300 000 EUR.

Deliberazione della Giunta regionale n. 13/26 del 4 marzo 2008 — All. B

Deliberazione della Giunta regionale n. 34/19 del 19 giugno 2008 — All. B

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: De totale financiële middelen voor de steun die verliezen dekt die zich in 2009 en 2010 hebben voorgedaan, bedraagt 300 000 EUR.

Maximale steunintensiteit: Steun voor inkomensverlies:

100 % van het bedrag dat is berekend aan de hand van de berekeningswijze die is uiteengezet in punt 2 van de uitvoeringsbepalingen in bijlage B) bij het regionaal uitvoeringsdecreet (DGR) nr. 34/19 van 19 juni 2008.

Datum van tenuitvoerlegging: De datum waarop het registratienummer van het vrijstellingsverzoek op de website van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Commissie wordt bekendgemaakt.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Voor 2009 loopt de regeling af op 31 december 2012.

Voor 2010 loopt de regeling af op 31 december 2013.

Doelstelling van de steun: De steun voor inkomensverlies wordt verleend in overeenstemming met artikel 10, lid 2, onder a) ii), van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie.

Betrokken economische sector(en): Dierlijke productie: runderen

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Regione Autonoma della Sardegna

Assessorato dell’agricoltura e riforma agro-pastorale

Via Pessagno 4

09125 Cagliari CA

ITALIA

Website:

 

deliberazione n. 32/25 del 15 settembre 2009:

http://www.regione.sardegna.it/documenti/1_72_20100920141740.pdf

 

deliberazione n. 13/26 del 4 marzo 2008:

http://www.regione.sardegna.it/documenti/1_73_20080306104215.pdf

 

allegato B:

http://www.regione.sardegna.it/documenti/1_73_20080306104251.pdf

 

deliberazione n. 34/19 del 19 giugno 2008:

http://www.regione.sardegna.it/documenti/1_72_20080619175155.pdf

 

allegato B:

http://www.regione.sardegna.it/documenti/1_72_20080624123014.pdf

Andere informatie: De regeling heeft ten doel de eigenaren van rundveehouderijen in de regio die te kampen hadden met uitbraken van rundertuberculose, te vergoeden voor verliezen die ze hebben geleden ten gevolge van door de gezondheidsautoriteiten in het kader van het programma ter bestrijding van rundertuberculose opgelegde beperkende maatregelen in de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.

fokverbod (minder geboorten van vleeskalveren = een lagere vleesproductie = inkomensverlies);

verbod op de vernieuwing van de beslagen (hierdoor ontstaan er na de verplichte slacht problemen; minder geboorten van vleeskalveren = een lagere vleesproductie = inkomensverlies).

De begunstigden van deze steunregeling, namelijk veehouderijbedrijven die aan extensieve en semi-extensieve veeteelt doen, hebben in de regel niet te kampen met uitgaven om diervoeder en voedergewassen die buiten het bedrijf worden geproduceerd, aan te kopen aangezien zowel de vrouwelijke als de mannelijke volwassen dieren hoofdzakelijk worden gevoerd met voedergewassen die op het bedrijf in het wild groeien — de reden waarom het aantal grootvee-eenheden per hectare dat wordt gehouden, gebaseerd wordt op de beschikbare voedergewassen — terwijl de kalveren worden gezoogd door het moederdier en na het spenen worden verkocht.

Om deze reden worden de productiekosten die niet uit de vorengenoemde beperkende maatregelen voortvloeien, niet op het steunbedrag in mindering gebracht.

Bedragen die de veehouders ten gevolge van vrijwillig afgesloten verzekeringscontracten of met de hulp van subsidies afgesloten verzekeringscontracten hebben ontvangen, worden echter wel op het steunbedrag in mindering gebracht.

Bianca CARBONI

Direttore Servizio sostegno delle imprese agricole e sviluppo delle competenze


12.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/18


Door de lidstaten meegedeelde informatie over staatssteun die wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

2011/C 45/07

Steun nr.: XA 202/10

Lidstaat: Bondsrepubliek Duitsland

Regio: Freie und Hansestadt Hamburg

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Richtlinie für die Gewährung von Beihilfen für Impfungen gegen die Blauzungenkrankheit vom Serotyp 8 (BTV 8) bei Rindern, Schafen, Ziegen und sonstigen empfänglichen Tieren (BTV 8-Beihilfe-Richtlinie)

Rechtsgrondslag: § 7 Absatz 1 Nummer 3 des Hamburgischen Ausführungsgesetzes zum Tierseuchengesetz vom 6. Februar 2007 (HmbGVBl. S. 68), zuletzt geändert am 6. April 2010 (HmbGVBl. S. 260)

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Voor de steunverlening in overeenstemming met de „BTV8-Beilhilferichtlinie” wordt jaarlijks 7 500 EUR begroot.

Maximale steunintensiteit: 100 % van de vaccinatiekosten

Datum van tenuitvoerlegging: De datum waarop de steunregeling door de Europese Commissie wordt bekendgemaakt.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: tot en met 31 december 2013

Doelstelling van de steun: Bestrijding van bluetongue (serotype 8) in overeenstemming met artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1857/2006,

Betrokken economische sector(en): Landbouwers (uitsluitend kleine en middelgrote ondernemingen in de zin van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening) (PB L 214 van 9.8.2008, blz. 3)) die dieren bezitten die vatbaar zijn voor serotype 8 van het bluetonguevirus.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Behörde für Soziales, Familie, Gesundheit und Verbraucherschutz Fachabteilung Lebensmittelsicherheit und Veterinärwesen

Billstraße 80

20539 Hamburg

DEUTSCHLAND

Website: http://www.hamburg.de/contentblob/1371778/data/beihilfe-blauzungenkrankheit.pdf

Andere informatie: —

Steun nr.: XA 203/10

Lidstaat: Duitsland

Regio: Alle deelstaten

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Maßnahmen zur Verbesserung der genetischen Qualität landwirtschaftlicher Nutztiere

Rechtsgrondslag: Rahmenplan der Gemeinschaftsaufgabe ‘Verbesserung der Agrarstruktur und des Küstenschutzes (GAK) für den Zeitraum 2010-2013’

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 20 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit: 60 %

Datum van tenuitvoerlegging:

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening:

Doelstelling van de steun: Artikel 16 — Steunverlening aan de sector dierlijke productie

Subsidiabel zijn de uitgaven van een dienstverlener:

voor de regelmatige en stelselmatige opsporing van kenmerken die in het kader van fokprogramma's van erkende fokverenigingen door het fokken kunnen worden beïnvloed, voor de vergelijking van verschillende fokproducten of kruisingsprogramma's van erkende fokverenigingen en voor de registratie, de overkoepelende verwerking in de zin van het fokprogramma en de beoordeling van parameters inzake diergezondheid, houderijomstandigheden, diervoeder en bedrijfsvoering,

voor de verwerking en beschikbaarstelling van de geregistreerde gegevens voor het advies, met name met het oog op een betere diergezondheid en hoge dierbeschermings- en milieunormen,

het vermijden van milieubelasting en van producten die een gevaar voor de gezondheid kunnen opleveren,

voor de verwerking van de geregistreerde gegevens voor de berekening van de genetische kwaliteit van de dieren met het oog op betere fokresultaten en het behoud van de genetische verscheidenheid.

Betrokken economische sector(en): Het fokken van gebruiksdieren (runderen, varkens, schapen)

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent: Agrarministerien der Länder

Website: http://www.bmelv.de/cln_181/sid_971CCA44FC3F68E872B1F27075851F06/SharedDocs/Downloads/Landwirtschaft/Foerderung/Rahmenplan2010-2013.pdf?blob=publicationFile

Andere informatie: —

Steun nr.: XA 204/10

Lidstaat: Duitsland

Regio: Thüringen (DEG0)

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Beihilfen der Thüringer Tierseuchenkasse

Rechtsgrondslag: § 7 Abs. 2 und § 20 Thüringer Ausführungsgesetz zum Tierseuchengesetz (Thüringer Tierseuchengesetz — ThürTierSG-) in der Fassung vom 30. März 2010 (GVBl. 2010, S. 89) in Verbindung mit der Satzung über Beihilfen der Thüringer Tierseuchenkasse (Beihilfesatzung in der Fassung der 3. Änderungssatzung vom 30. September 2010)

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Totale steun ten bedrage van ongeveer 3,151 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit: Tot 100 %

Datum van tenuitvoerlegging: 1 januari 2011, evenwel niet voordat door de Europese Commissie een registratienummer is toegekend

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: tot en met 31 december 2013

Doelstelling van de steun:

Vergoeding van uitgaven die landbouwers moeten doen voor gezondheidscontroles, tests en andere maatregelen voor de vroegtijdige opsporing van ziekten en voor de aankoop en toediening van vaccins of geneesmiddelen ter voorkoming en uitroeiing van dierziekten, als bedoeld in artikel 10, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1857/2006.

Artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1857/2006,

Vergoeding van verliezen die landbouwers hebben geleden ten gevolge van dierziekten, als bedoeld in artikel 10, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1857/2006.

Artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006,

subsidiabele uitgaven: zie bijlage 1 bij de „Satzung über Beihilfen der Thüringer Tierseuchenkasse” (Beihilfesatzung)

Betrokken economische sector(en): Veeteelt (NACE-sectie A 014)

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Thüringer Tierseuchenkasse

Victor-Goerttler-Straße 4

07745 Jena

DEUTSCHLAND

E-mail: direkt@thueringertierseuchenkasse.de

Website: Satzung über Beihilfen der Thüringer Tierseuchenkasse (Beihilfesatzung)

http://www.thueringertierseuchenkasse.de/Download/Beihilfesatzung2011.pdf

Andere informatie: —


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

12.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/20


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6115 — Steinhoff/Conforama)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 45/08

1.

Op 3 februari 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Steinhoff International Holdings Limited („Steinhoff”, Zuid-Afrika) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Conforama Group („Conforama”, Frankrijk) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Steinhoff: vervaardiging van, groot- en kleinhandel in meubels en huishoudartikelen, logistieke dienstverlening en opslagdiensten,

Conforama: kleinhandel in meubels, huishoudelijke apparaten, decoratieproducten, elektronische apparaten en consumentenelektronica.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6115 — Steinhoff/Conforama, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

12.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/21


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2011/C 45/09

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„NATIVE SHETLAND ORGANIC WOOL”

EG-nummer: UK-PDO-0005-0737-19.01.2009

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Naam:

„Native Shetland Wool”

2.   Lidstaat of derde land:

Verenigd Koninkrijk

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 3.6.

Wol

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

Native Shetland Wool moet afkomstig zijn van raszuivere Shetlandschapen, gehouden in bedrijven op de Shetlandeilanden die op biologische basis worden beheerd. De vacht weegt 1 tot 2 kg. De kleur van de vacht varieert van wit tot een reeks natuurlijke kleuren, variërend van zwart tot bruin tot grijs.

De schapen worden gehouden op heuvels binnen het afgebakende geografische gebied en worden in de periode juli-augustus van hun vacht ontdaan. Dit gebeurt mechanisch of door de vacht met de hand te knippen of met de vingers te plukken („rooing”).

Stadia van het proces — uitgevoerd overeenkomstig de Global Organic Textile Standard.

—   reinigen— het wassen van de wol is een essentiële eerste stap in de vervaardiging van een hoogwaardig product. De wol wordt korte of lange tijd gewassen op zorgvuldig gereguleerde temperaturen van 20 tot 25°.

—   plukken en scheiden— vervolgens wordt de wol geplukt om de fijne van de ruwe vezels te scheiden en overblijvend plantaardig materiaal, zoals hooi en zaden, te verwijderen.

—   kaarden— de wolkaarder vormt het hart van de installatie voor vezelverwerking. Hij neemt een willekeurige massa vezels op en zet deze om in een ononderbroken vlies, dat hetzij tot „vulsel” wordt gevormd voor de vervaardiging van vilt, hetzij tot „voorgaren” wordt gebundeld.

—   spinnen— het spinproces valt in twee delen uiteen. Het voorgaren wordt in elkaar gedraaid tot verschillende strengen garen van verschillend gewicht. Het garen wordt dan om spoelen gewikkeld, om er klossen of bollen van te maken.

—   Vervilten— uit losse vezels produceert de viltmachine „vulsels”. Door de „zwevende” kap van het apparaat is het mogelijk verschillende vezeldikten te verwerken; aldus worden er vilten lagen (vulsels) geproduceerd, door aan de hand van druk en trillingen de vochtige vezels in elkaar te laten grijpen.

De producten bestaan onder meer uit bollen of klossen garen en vilten lagen of „vulsels”.

De eigenschappen van de wol zijn uniek. Het materiaal bezit een kenmerkende zachtheid en (veer)kracht en heeft een goede isolerende werking. De vezel is opgebouwd uit „beschermende” haren die vele centimeters lang kunnen worden en zeer fijn haar daaronder. De gemiddelde lengte van de vezel is 5-10 cm, de gemiddelde diameter van de vezeldraad 29,9 micron.

Beschrijving

Gemiddelde vezellengte

Gemiddelde diameter van de vezeldraad in micron

Tastsensatie

Kleur

Gewicht

Shetland White

5-10 cm

29,9

zacht & zijdeachtig

wit

1-2 kg

Shetland Moorit

5-10 cm

29,9

zacht & zijdeachtig

bruin

1-2 kg

Shetland Fawn

5-10 cm

29,9

zacht & zijdeachtig

reebruin

1-2 kg

Shetland Grey

5-10 cm

29,9

zacht & zijdeachtig

grijs

1-2 kg

Shetland Black

5-10 cm

29,9

zacht & zijdeachtig

zwart

1-2 kg

Het gecombineerde effect van de zachtheid en (veer)kracht van de wol brengt een unieke „tastsensatie” teweeg. De veerkracht komt voort uit de kenmerkende, kroezige, aan de randen geplooide vorm van Shetlandwol (die een minder grote dichtheid heeft dan bijvoorbeeld Merinowol).

De natuurlijke kleuren van Shetlandwol zijn wit, roodbruin („moorit”) donkergrijs en donkerbruin („Shetland black”). Shetlandschapen hebben vaak unieke natuurlijke vlekkenpatronen, waardoor één vacht vele natuurlijke kleurschakeringen kan hebben. Shetlandwol is een van de zachtste verkrijgbare soorten. Het kan tot garen van verschillende dikten worden gesponnen of vervlochten, voor weven of breien.

Deze aanvraag betreft wol die op de Shetlandeilanden uit het inheemse Shetlandras wordt geproduceerd, wat tot uiting komt in de naam waarvoor om bescherming wordt verzocht. De aanvragers erkennen dat biologische wol van het Shetlandras buiten het aangewezen gebied wordt geproduceerd.

3.3.   Grondstoffen:

Shetland Native Wool komt van raszuivere Shetlandschapen, die worden gehouden in biologisch beheerde bedrijven op de Shetlandeilanden. De verwerkte wol moet gecertificeerd zijn overeenkomstig de Global Organic Textile Standard.

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

n.v.t.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

Native Shetland Wool moet afkomstig zijn van raszuivere Shetlandschapen die op biologische basis op de Shetlandeilanden worden gehouden. Het productieproces van garen moet ook op de eilanden plaatsvinden. Dit omvat:

reinigen

plukken

scheiden

kaarden

spinnen

vervilten.

Het geproduceerde garen kan op het eiland of elders worden verkocht, voor verdere verwerking door commerciële verwerkingsbedrijven of voor thuisgebruik.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

n.v.t.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Afgezien van het EU-symbool voor beschermde oorsprongsbenamingen zijn alle symbolen of logo’s, inclusief die van een eventuele particuliere certificeringsregeling indien het product aan de desbetreffende eisen voldoet, op het etiket van „Native Shetland Wool” toegestaan op voorwaarde dat de consument niet wordt misleid.

Hoewel de naam „Native Shetland Wool” moet worden beschermd overeenkomstig de in de EU geldende regels, is het gebruik van termen zoals „Shetland Wool” en „Shetland Organic Wool”, die naar producten van het ras verwijzen die evenwel niet uit het geografische gebied afkomstig zijn, niet in strijd met de bij de registratie van „Native Shetland Wool” BOB gehanteerde voorwaarden.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

De Shetlandeilanden.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Inheemse biologische Shetlandschapen komen alleen voor in biologische bedrijven op de Shetlandeilanden. Het klimaat is erg ruw en de bodem in het algemeen zeer arm. Hieruit volgt dat Shetlandschapen in ten minste 5 000 jaar tijd een vermogen hebben ontwikkeld om zich aan een aantal bijzondere omstandigheden aan te passen. Dit klimaat en milieu hebben geleid tot een schapenras dat op onbeplante heuvels en eilanden leeft. Ze grazen in de landinwaarts gelegen heidegebieden, op de maritieme weiden van de kuststrook en op de vele kleine eilanden rond de kust.

5.2.   Specificiteit van het product:

Kenmerken van deze unieke inheemse schapenwol zijn zachtheid, (veer)kracht en goede isolatie. De vacht bestaat uit lange beschermende haren (voor de afvoer van het overvloedige regenwater) en zeer fijn haar daaronder dat de dieren beschermt tegen de zeer kille wind. Weinig uit 100 % wolvezel vervaardigd garen bezit de onderscheidende kenmerken waardoor dit lichtgewichtgaren zo zacht aanvoelt. De speciale kroezigheid in de ruwe woldraad geeft het garen een bijzondere veerkracht.

Deze bijzondere wol is in veel kringen gewild. De wol heeft uitstekende isolerende eigenschappen en is op veel beroemde pool- en Himalaya-expedities meegegaan, vanwege het behoud van warmte waarvoor het materiaal borg staat.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

Shetlandschapen worden al lange tijd gewaardeerd om hun zeer fijne wol. Ze vormen de basis voor een uitgebreide textielindustrie op de Shetlandeilanden. De wol is in fijnheid vergelijkbaar met Merinowol en de waarde ervan wordt al lang erkend. De kwaliteit en unieke kenmerken van Native Shetland Wool komen voort uit de natuurlijke ontwikkeling van het inheemse ras, dat zich heeft aangepast aan de geografische omstandigheden die op de Shetlandeilanden heersen.

De vacht, beenderen en huid werden gebruikt om een groot aantal gebruiksvoorwerpen te maken die nodig waren om te overleven. Botscherven en kleine gereedschappen van vindplaatsen uit de IJzertijd tot en met de 13e eeuw zijn een bevestiging dat schapen doorlopend op de Shetlandeilanden werden geteeld. Noorse kolonisten brachten in de 9e eeuw hun eigen schapenras mee, vanwege de melk en het (orgaan)vlees. De op de Shetlandeilanden geïsoleerde schapen evolueerden samen tot een herkenbaar ras, de Shetlandschapen, befaamd om de Shetlandwol. In 1790 werden de ongewone kwaliteiten van Shetlandwol door de rest van Schotland „ontdekt”, toen monsters werden meegenomen naar Edinburgh en daar in zeer goede aarde vielen. In die tijd werd de Society of British Wool gevormd om de schapenhouderij en de wolproductie te verbeteren.

Tegenwoordig voldoen de vele natuurlijke kleuren van de schapenvacht en het garen aan de vraag naar ecologisch garen zonder gebruik van chemische verfstoffen. Vanwege zijn unieke kwaliteiten neemt Shetlandwol momenteel op tal van exportmarkten een zeer stabiele positie in.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(Artikel 5, lid 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006)

http://www.defra.gov.uk/foodfarm/food/industry/regional/foodname/products/documents/shetland-organic-wool.pdf


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


12.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/25


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2011/C 45/10

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„ŠEBRELJSKI ŽELODEC”

EG-nummer: SI-PGI-0005-0415-29.10.2004

BOB ( ) BGA ( X )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Ministrstvo za kmetijstvo, gozdarstvo in prehrano RS

Adres:

Dunajska 22

SI-1000 Ljubljana

SLOVENIJA

Tel.

+386 14789109

Fax

+386 14789055

E-mail:

varnahrana.mkgp@gov.si

2.   Groepering:

Naam:

Združenje izdelovalcev šebreljskega želodca

Adres:

Šebrelje 53

SI-5282 Cerkno

SLOVENIJA

Tel.

+386 53744276

Fax

+386 53720181

E-mail:

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.2.

Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)

4.   Productdossier:

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam:

„Šebreljski želodec”

4.2.   Beschrijving:

Šebreljski želodec (meervoud: želodci) is een verduurzaamde worst die wordt bereid van kwaliteitsvarkensvlees en hard vet (bacon) in de verhouding 75:25 à 80:20. Kenmerkend is het hoge vleesgehalte en het lage vetgehalte. Šebreljski želodec is een plat product en weegt 0,8 tot 2 kg. Het kan worden gevuld in een blaas, een aarsdarm of een kunstdarm hetgeen bepalend is voor de vorm. Het product is aan de buitenzijde glad en droog, zonder restvet.

Het snijvlak laat een gelijkmatige verdeling van vlees en vet zien. De plakken hebben de rode kleur van het gerijpte vlees en bevatten witte vlekken van het vet. De vlees- en de vetdeeltjes hechten goed aan elkaar en het product bevat geen pezen of kraakbeen. Het product heeft de kenmerkende harmonieuze smaak van gerijpt vlees en bacon, met kruidentoetsen. Het heeft een karakteristiek, harmonieus aroma met kruiden- en rooktoetsen.

4.3.   Geografisch gebied:

Het geografische gebied ligt ten westen van het administratieve gebied Goriška en omvat het gebied Idrijsko-Cerkljansko. De grenslijn loopt omheen Stopnik, langs de vallei van de Idrijca (rivier), langs de rand van het Šentviška Planota-plateau, door Bukovo, langs de rand van de Cerkljansko-heuvels en omheen Zakojca, door Porezen, langs de rand van de Davča vallei en langs de Blegoš heuvels richting Podjelovo Brdo tot voorbij Jazne; van daar loopt ze richting Govejk, omheen Govejk, Zavratec, Potok en Godovič, vervolgens door Javornik, langs Kanji Dol, langs de rand van Gore, door het Trnovski Gozd-woud richting Oblakov Vrh, dat deel uitmaakt van het gebied, om bij Stopnik te eindigen.

4.4.   Bewijs van de oorsprong:

Iedere producent moet registers in verband met de hoeveelheden grondstoffen, de kwaliteit van deze grondstoffen en de hoeveelheden geproduceerde en verkochte želodci bijhouden. De geregistreerde gegevens moeten de traceerbaarheid van iedere afzonderlijke partij garanderen. Op iedere partij moeten de volgende gegevens worden vermeld: het serienummer van de partij, de productiedatum en het aantal en het gewicht van de želodci waaruit de partij is samengesteld.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

Om de Šebreljski želodec te vervaardigen, wordt gebruik gemaakt van het vlees van varkens met een levend gewicht van minstens 115 kg of een geslacht gewicht van 85 kg.

Voor de vulling van de Šebreljski želodec wordt gebruik gemaakt van ham en van vlees van de schouder, de nek en de rug. Het vlees wordt tot deeltjes van 8 à 10 mm, en het harde vet van de ham, de schouder en de rug tot deeltjes van 6 à 8 mm, gehakt. Het gehakte vlees en vet worden samengevoegd in een verhouding 75:25 à 80:20. Er wordt ongeveer 1 % knoflook, 2,4 à 2,5 % zout en 0,1 à 0,35 % peper toegevoegd. Het gebruikte zout is gewoon zeezout en er wordt een hoeveelheid suiker toegevoegd die overeenkomt met 0,5 % van het gewicht van de vulling. Het gebruik van nitraten, nitrieten en andere additieven is niet toegestaan. De vulling wordt gemengd en in het worstvel — varkensblaas, aarsdarm van het rund, of kunstdarm — gestopt. Een pas gevulde želodec weegt 1,3 à 3 kg. Het worstvel wordt dichtgenaaid of dichtgebonden. Vervolgens drogen de želodci wat uit en worden ze gedurende 10 dagen geperst. De worsten worden vervolgens tot twee dagen koudgerookt. Het droog-/rijpingsproces vindt plaats in natuurlijke omstandigheden of in een met airconditioning uitgeruste ruimte. De droogtemperatuur varieert van 10 °C tot 15 °C. Wanneer in natuurlijke omstandigheden wordt gedroogd, kan de temperatuur tijdens de koudste maanden ook tot onder 10 °C dalen. Lagere temperaturen vertragen het droogproces. De relatieve vochtigheidsgraad moet in beide gevallen tussen 60 % en 80 % bedragen.

Het droogproces in natuurlijke omstandigheden, in traditionele droogcellen, neemt drie tot vijf maanden in beslag. In een ruimte met airconditioning bedraagt de droogtijd minstens 100 dagen. Bij het drogen met airconditioning is natuurlijke luchtcirculatie vereist (af en toe moeten ramen worden geopend) en moeten het vochtgehalte en de temperatuur worden gecontroleerd. Een gerijpte želodec weegt tussen 0,8 en 2 kg.

4.6.   Verband:

De band van Šebreljski želodec met het geografische gebied is hoofdzakelijk gebaseerd op de faam van de želodec; deze dankt de worst aan geschikte klimaatomstandigheden (voor het drogen en rijpen), aan de traditionele technologie waarvan voor haar bereiding gebruik wordt gemaakt en aan kwaliteitsgrondstoffen.

Šebreljski želodec wordt al vele jaren geproduceerd in het gebied Idrijsko-Cerkljansko maar er zijn weinig schriftelijke documenten beschikbaar die dat kunnen aantonen. Er werd een enquête gehouden onder de oudere bevolking in het geografische gebied en zij bevestigde dat er in de regio Idrijsko-Cerkljansko een lange traditie van želodecproductie bestond. Uit de enquête bleek dat van oudsher slechts van kwaliteitsingrediënten gebruik wordt gemaakt om želodec te vervaardigen, dat de worst steeds op traditionele rijpt en dat ze haar faam ook te danken heeft aan haar karakteristieke vorm, smaak en aroma.

De heuvels van Idrijsko en Cerkljansko liggen in het westelijk gedeelte van Slovenië in het vooralpengebied, daar waar de Alpen en de Dinarische Alpen samenkomen. Ze maken deel uit van de regio's met een overgangsklimaat omdat ze zowel de invloed van het warme klimaat van de Adriatische zee als die van het veeleer koele klimaat van de Alpen ondergaan.

In de gebied van de Idrijsko en de Cerkljansko heuvels is door de combinatie van mediterrane en alpiene invloeden een speciaal klimaat ontstaan.

De heuvels van Idrija liggen ten zuidwesten van het hoge plateau van het Trnovski Gozd-woud, een natuurlijke barrière die het effect van het klimaat van de Vipava vallei wat mildert terwijl met name in de Cerkljansko-regio, dankzij de opening naar de vallei van de Idrijca (rivier), de invloed van de Adriatische zee merkbaar is.

Het gebied wordt gekenmerkt door een typisch, ruig, centraal-Europees bergklimaat: lange, koude winters met lage gemiddelde temperaturen en veel neerslag en een korte, niet zeer warme zomer — met andere woorden een continentaal klimaat.

Dankzij de zwakke invloed van de Adriatische zee kennen de valleien van Cerkljansko mildere winters en krijgen ze minder sneeuw dan de rest van de Idrijsko-Cerkljansko-regio. Kenmerkend voor het geografische gebied is een constante luchtstroom als gevolg van het temperatuurverschil tussen zonnige en schaduwrijke zones; dat verschil resulteert in voldoende vochtige luchtstromen in de valleien.

Al deze natuurlijke omstandigheden die tijdens het rijpings- en het droogproces aan bod komen, hebben een invloed op de specifieke kenmerken van Šebreljski želodec.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Bureau Veritas, d.o.o.

Adres:

Linhartova 49a

SI-1000 Ljubljana

SLOVENIJA

Tel.

+386 14757670

Fax

+386 14747602

E-mail:

info@bureauveritas.si

4.8.   Etikettering:

Op het etiket van de Šebreljski želodci moeten de benaming van het product „Šebreljski želodec”, de vermelding „zaščitena geografska označba” (beschermde geografische aanduiding) of de daarmee overeenstemmende afkorting en het desbetreffende EU-logo worden aangebracht.

Op het etiket van Šebreljski želodci mogen ook het productlogo, het nationaal kwaliteitssymbool en het controleorgaan worden vermeld.

Indien Šebreljski želodci buiten het geografische gebied wordt verpakt, moeten op het etiket de exacte naam en de vestigingsplaats van de producent, het nummer van de partij en de naam en de vestigingsplaats van het verpakkingsbedrijf worden vermeld om de traceerbaarheid van het product te garanderen.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


12.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/28


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2011/C 45/11

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„ZGORNJESAVINJSKI ŽELODEC”

EG-nummer: SI-PGI-0005-0416-29.10.2004

BOB ( ) BGA( X )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Ministrstvo za kmetijstvo, gozdarstvo in prehrano RS

Adres:

Dunajska 58

SI-1000 Ljubljana

SLOVENIJA

Tel.

+386 14789109

Fax

+386 14789055

E-mail:

varnahrana.mkgp@gov.si

2.   Groepering:

Naam:

Združenje izdelovalcev Zgornjesavinjskega želodca

Adres:

Rečica ob Savinji 55

SI-3332 Rečica ob Savinji

SLOVENIJA

Tel.

+386 38390910

Fax

E-mail:

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) overige ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.2.

Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)

4.   Overzicht van het productdossier:

(Samenvatting van de bij artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam:

„Zgornjesavinjski želodec”

4.2.   Beschrijving:

Zgornjesavinjski želodec (meervoud: želodci) is een aan de lucht gedroogd/gerijpt vleesproduct van varkensvlees van hoge kwaliteit (dij, schouder) en stevig spek van het achterstuk. Aan de vleesvulling worden zout en kruiderijen toegevoegd, waarna deze in natuurlijke varkensmagen, varkensblazen en runderdarmen (de blinde darm) etc. of in doorlaatbare kunstmatige omhulsels wordt gestopt.

Het product ontleent zijn naam aan de traditionele praktijk om de vulling in natuurlijke omhulsels te stoppen, met name varkensmagen (želodec = maag).

Zgornjesavinjski želodec bestaat uit vlees en spek in een verhouding tussen de 85:15 en 80:20. Verder worden ook knoflook, zout, peper en suiker toegevoegd. Het gebruik van nitrieten, nitraten en andere additieven is niet toegestaan. Het zoutgehalte bedraagt minder dan 7 %.

De gedroogde želodec is rond of rechthoekig van vorm, weegt ten minste 0,7 kg, heeft door het persen een karakteristieke platte vorm en is 3 tot 5 cm dik. Het omhulsel is glad, omhult de vulling strak en is lichtjes bedekt met een karakteristieke grijsbruine schimmel van het genus Penicillium.

De platte vorm betekent dat plakken Zgornjesavinjski želodec dun en langwerpig zijn. Een onderscheidend kenmerk van Zgornjesavinjski želodec is het uitgesproken aroma, dat wordt aangevuld met toegevoegde specerijen die de basisaroma’s van het gerijpte vlees en het spek niet maskeren.

De textuur is stevig maar zacht en geschikt om in plakjes te worden gesneden. De plakjes hebben een kenmerkende „mozaïekvorm” van rozerood vlees en duidelijk zichtbare witte en bleekwitte stukjes spek. In de mond zijn de plakjes zacht en vallen ze snel uit elkaar.

4.3.   Geografisch gebied:

De beschermde geografische aanduiding geldt alleen voor in het dal van de bovenloop van de Savinja geproduceerde „želodec”. In het noorden wordt dit gebied begrensd door de bergkam van de Olševa, waarna de grens over de top van de heuvels van Smrekovško Pogorje loopt. In het zuiden loopt de grens vervolgens over de toppen van de Dobrovlje en de Menina, die het dal van de bovenloop van de Savinja scheiden van dat van de benedenloop van de Savinja en dat van de Tuhinjska. In het westen loopt de grens door de Črnivecpas en via de Kranjska Reber, de hoogvlakte van de Velika Planina en de Presedljajpas naar de Ojstrica. Daarvandaan loopt hij vervolgens over de toppen van de Grintavec naar de Skuta en dan noordwaarts naar de Mrzla Gora. Dan stuit de grens op de staatsgrens tussen Slovenië en Oostenrijk, en loopt hij verder naar het noorden, naar de Pavličevo Sedlo, waarna hij naar het oosten afbuigt, terug naar de Olševa.

4.4.   Bewijs van de oorsprong:

„Želodec” moet in het geografische gebied worden geproduceerd en afgerijpt. Om te zorgen voor de traceerbaarheid van de Zgornjesavinjski želodec, moeten de bedrijven waar het product wordt geproduceerd, in het geografische gebied geregistreerd zijn.

De producenten moeten registers bijhouden om te bewijzen dat zij zich houden aan de specificaties voor Zgornjesavinjski želodec. Ze moeten details bijhouden van de gekochte en gebruikte grondstoffen, het productieproces en de hoeveelheid en het gewicht van de geproduceerde en verkochte hoeveelheid „želodci”. Elke „želodec” wordt geïdentificeerd door een etiket waarop de partij en de productiedatum worden aangeduid. Elke partij wordt van een serienummer voorzien, en ook wordt per partij de hoeveelheid „želodci” en het gewicht ervan aangegeven.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

Zgornjesavinjski želodec wordt gemaakt van kwaliteitsvarkensvlees (dij en schouder) en stevig spek van het achterstuk van vlezige varkensrassen en kruisingen tussen die rassen. Het gekoelde vlees wordt versneden tot stukjes van 8 tot 10 mm en het gekoelde spek wordt gesneden in stukjes van 6 tot 8 mm. De verhouding vlees/spek ligt tussen de 85:15 en 80:20. Aan het mengsel wordt knoflook toegevoegd (1 à 2 gewichtspercent teentjes knoflook of 4 à 6 gewichtspercent knoflookwater in de vulling), samen met zout, peper en suiker. Het mengen gebeurt handmatig of machinaal. De vulling wordt in natuurlijke omhulsels (magen, blazen, runderdarmen) of stoomdoorlatende kunstmatige omhulsels gestopt. De omhulsels worden gesloten met een houten pin of worden dichtgenaaid. Het gewicht van een zojuist gevulde želodec is 1,3 tot 2,5 kg. Vervolgens wordt gedurende twee dagen vocht uit de želodci geperst door ze vier tot zeven dagen tussen planken te persen terwijl de lucht er zachtjes omheen circuleert.

Het drogen en rijpen vindt plaats in natuurlijke omstandigheden in daarvoor geschikte ruimten (speciale droogruimten in hutten) bij een temperatuur tussen de 12 en 18 °C en een relatieve luchtvochtigheid tussen de 60 en 80 %. In slechte weersomstandigheden worden de vochtigheid en de temperatuur beheerst door middel van een juiste ventilatie of door een beperkte airconditioning.

De želodci worden in rekken te drogen gelegd. Bij het begin van het drogingsproces, worden de želodci twee tot zeven keer per week omgekeerd. Het proces van drogen en rijpen duurt drie tot vijf maanden, afhankelijk van het gewicht van de želodci. Tijdens het drogen ontstaat een karakteristieke grijsbruine schimmel van het genus Penicillium op het omhulsel. De schimmel is van natuurlijke oorsprong en heeft daarom geen onaangename geur en geeft de Zgornjesavinjski želodec zijn karakteristieke organoleptische eigenschappen en voorkomt tegelijkertijd dat het product te snel uitdroogt.

Tijdens het drogen verliezen de želodci 36 % van hun gewicht. Het uiteindelijke gewicht van het product is ten minste 0,7 kg.

Wanneer het product eenmaal volledig gedroogd en gerijpt is, wordt de kwaliteit van de producten door middel van organoleptische tests gecontroleerd. De želodci kunnen in hun geheel of gehalveerd vacuüm worden verpakt. Plakjes worden vacuüm of onder gewijzigde atmosfeer verpakt. De producten worden in een donkere, koele plaats opgeslagen bij een temperatuur van niet meer dan + 8 °C.

4.6.   Verband:

Zgornjesavinjski želodec wordt door zijn reputatie beschermd. Het belangrijkste kenmerk van de Zgornjesavinjski želodec is de traditionele productiemethode. De gedroogde vleeswaren die over het algemeen in andere gebieden in Slovenië worden gemaakt zijn voornamelijk eigengemaakte worsten en salami, maar in het betrokken, door bergen omgeven gebied is het recept voor authentieke želodec eeuwenlang van generatie op generatie doorgegeven. De productie van želodec is oorspronkelijk ontstaan in het hoge, bergachtige deel van het dal van de bovenloop van de Savinja. De oudste documenten over de productie van Zgornjesavinjski želodec gaan terug naar het begin van de negentiende eeuw. De etnograaf Jože Lekše schreef in zijn manuscripten over het ceremoniële belang van želodec, dat bij speciale gelegenheden, zoals trouwerijen, begrafenismaaltijden of familiefeesten werd geserveerd. In de 20e eeuw werd želodec steeds vaker in de lager gelegen en bevolkingsrijkere delen van het dal geproduceerd, hetgeen onder meer blijkt uit een handgeschreven recept voor de productie van želodec uit het jaar 1930 van het landbouwbedrijf Logar in de Logarskavallei.

Aleksander Videčnik, een auteur die de volksgebruiken en het leven in het dal van de bovenloop van de Savinja heeft bestudeerd, schrijft dat wordt verteld dat de Britse koning George VI tijdens een bezoek in het interbellum aan koning Alexander de Logarskavallei (een deel van het dal van de bovenloop van de Savinja) heeft bezocht, waar zij gezamenlijk van de Zgornjesavinjski želodec hebben geproefd. Er wordt verteld dat hij het zo lekker vond, dat hij het later aan het Britse hof liet bezorgen.

In de loop der jaren is het product bekend geworden als een exclusieve specialiteit van het betrokken gebied, aangezien het tot op de dag van vandaag nog steeds een van de belangrijkste gerechten is bij grote gebeurtenissen, bij huwelijken en op feestdagen. Met Pasen nemen de mensen het product zelfs mee naar de kerk om het te laten zegenen.

De kenmerken van het Alpiene en pre-Alpiene klimaat komen in het geografische gebied van het dal van de bovenloop van de Savinja allemaal samen. Het overheersende klimaattype hangt vooral af van de hoogteligging. De hoger gelegen gebieden hebben een Alpien klimaat met een gemiddelde temperatuur van minder dan – 3 °C in de koudste maand, terwijl de lager gelegen gebieden een gematigd pre-Alpien klimaat hebben. Koele berglucht stroomt de dalen van de Savinja en de Dreta in vanaf de omliggende bergplateaus, wat betekent dat de zomers niet onaangenaam heet zijn. De herfst is koel, net als de lente, terwijl de winter doorgaans lang en koud is. Behalve deze algemene klimaatomstandigheden worden ook plaatselijke microklimaten aangetroffen (bv. zonnige of schaduwrijke gebieden of afgesloten dalen).

De grootste bijzonderheid van dit gebied is dat de grote temperatuursverschillen tussen zonnige en schaduwrijke gebieden en tussen hoogland en laagland plaatselijke luchtstromen op gang brengen waardoor de želodec door de natuurlijke luchtcirculatie kan drogen.

Het dal van de bovenloop van de Savinja heeft een uniek microklimaat, talrijke sparrenbossen, hoge heuvels in de omgeving en een bijzonder groot volume water in de rivieren en beken. Niet alleen het microklimaat van het gebied als geheel, maar ook het microklimaat van de gebieden waar het product wordt gedroogd, is van bijzonder groot belang voor de juiste droging en rijping van de želodec.

Sparrenhout, steen en baksteen zijn de belangrijkste materialen die worden gebruikt bij de bouw van de speciale droogruimten in de hutten waarin želodci worden gedroogd.

Al deze specifieke omstandigheden tezamen hebben een belangrijk effect op het drogen en de rijping van de želodci, alsmede op de smaak en het aroma ervan.

De kwaliteit van de želodci wordt niet alleen bepaald door de gunstige natuurlijke omstandigheden, maar ook door de menselijke factor. De producenten hebben een specifieke techniek ontwikkeld voor het bereiden, vormen en drogen van de želodci. Bij de productie van de želodci wordt de traditie nog steeds gerespecteerd, en ook al zijn technologische verbeteringen aangebracht, dan nog blijven de vorm en de waarneembare eigenschappen van de želodci dezelfde. De omgeving, de geuren van de sparrenbossen en het klimaat enerzijds, en de menselijke factor, waaronder de ervaring en de specifieke technische en praktische kennis, anderzijds, zijn van het grootste belang voor de bereiding van de Zgornjesavinjski želodci.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Bureau Veritas, d.o.o.

Adres:

Linhartova 49a

SI-1000 Ljubljana

SLOVENIJA

Tel.

+386 14757670

Fax

+386 14747602

E-mail:

info@bureauveritas.si

4.8.   Etikettering:

Gecertificeerde producten krijgen een etiket met de naam „Zgornjesavinjski želodec”, de vermelding „beschermde geografische aanduiding”, het bijbehorende logo van de Gemeenschap, het nationale kwaliteitslogo, alsmede dat van Zgornjesavinjski želodec. Het gebruik van het logo is verplicht voor alle vormen želodec die op de markt worden gebracht.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.