ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2010.358.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 358

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

53e jaargang
31 december 2010


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

INTERINSTITUTIONELE AKKOORDEN

 

Europese Commissie
Europese Investeringsbank

2010/C 358/01

Samenwerkingsovereenkomst inzake de tenuitvoerlegging van Besluit C(2010) 7499 van de Commissie tussen de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank

1

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 358/02

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

19

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 358/03

Wisselkoersen van de euro

22

2010/C 358/04

Besluit van de Commissie van 22 december 2010 tot wijziging van Besluit 2009/964/EU tot vaststelling van het werkprogramma voor 2010 voor de uitvoering van het tweede communautaire actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013), en tot vaststelling van de selectie-, toekennings- en andere criteria voor de financiering van de acties van dit programma en de communautaire bijdrage aan de Kaderovereenkomst van de WHO voor de bestrijding van tabaksgebruik

23

 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europese Commissie

2010/C 358/05

Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/35/10 — Programma voor academische mobiliteit INTRA-ACS — Landen in Afrika (Mwalimu Nyerere), het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan

27

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

INTERINSTITUTIONELE AKKOORDEN

Europese Commissie Europese Investeringsbank

31.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 358/1


SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

inzake de tenuitvoerlegging van Besluit C(2010) 7499 van de Commissie

tussen de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank

2010/C 358/01

INHOUDSOPGAVE

HOOFDSTUK 1

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

Artikel 2

Doel

Artikel 3

Beginselen en kader voor samenwerking

Artikel 4

Rol van de EIB

Artikel 5

Rol van de Commissie

Artikel 6

Overzicht van de taken

HOOFDSTUK 2

SELECTIE VAN DE PROJECTEN

Artikel 7

Opstellen van de aanbestedingsdocumenten

Artikel 8

Procedurehandboek

Artikel 9

Opstellen van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen

Artikel 10

Evaluatie van de voorstellen en vervolgactie

HOOFDSTUK 3

TEGELDEMAKING VAN EMISSIERECHTEN, BEHEER EN BETALING VAN INKOMSTEN

Artikel 11

Overdracht van de emissierechten aan de EIB

Artikel 12

Tegeldemaking van de emissierechten

Artikel 13

Beheer van de inkomsten

Artikel 14

Betaling van inkomsten

HOOFDSTUK 4

SLOTBEPALINGEN

Artikel 15

Verplichtingen

Artikel 16

Vergoedingen en onkosten

Artikel 17

Herziening van vergoedingen en tijdschema’s

Artikel 18

EIB-leningen

Artikel 19

Verslaglegging

Artikel 20

Controle

Artikel 21

Stuurgroep

Artikel 22

Vertrouwelijkheid

Artikel 23

Transparantie

Artikel 24

Inwerkingtreding

Artikel 25

Beëindiging

Artikel 26

Toepasselijk recht en geschillenbeslechting

Artikel 27

Amendementen, verklaringen van afstand en toestemmingen

Artikel 28

Overdracht

Artikel 29

Communicatie

Artikel 30

Bijlagen

Deze samenwerkingsovereenkomst wordt aangegaan tussen:

de Europese Commissie (hierna de „Commissie” genoemd),

Wetstraat 200, 1049 Brussel, BELGIË, voor de ondertekening van deze overeenkomst vertegenwoordigd door Jos DELBEKE, directeur-generaal, Directoraat-generaal Klimaatactie,

enerzijds, en

de Europese Investeringsbank (hierna de „EIB” genoemd),

gevestigd te boulevard Konrad Adenauer 98-100, 2950 Luxembourg, LUXEMBOURG, voor de ondertekening van deze overeenkomst vertegenwoordigd door Simon BROOKS, vicevoorzitter,

anderzijds,

(de Commissie en de EIB hierna gezamenlijk de „partijen” genoemd),

Overwegende dat:

a)

artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG (1) bepaalt dat 300 miljoen emissierechten in de nieuwkomersreserve van de EU-regeling inzake de handel in emissierechten in de periode tot 31 december 2015 beschikbaar zijn om het opzetten en exploiteren te helpen stimuleren van commerciële demonstratieprojecten die zich bezighouden met het milieutechnisch veilig afvangen en geologisch opslaan (CCS) van CO2, alsook voor demonstratieprojecten inzake technologieën voor hernieuwbare energie;

b)

in Besluit C(2010) 7499 van de Commissie regels en criteria zijn vastgelegd voor de selectie en de uitvoering van die projecten, alsmede de basisprincipes voor de conversie van de emissierechten en het beheer van de inkomsten;

c)

de Commissie in het licht van haar ervaring met het selecteren en financieren van projecten heeft gevraagd betrokken te zijn bij de tenuitvoerlegging van Besluit C(2010) 7499, en de EIB hiermee heeft ingestemd; in het besluit een aantal taken wordt uiteengezet met betrekking tot de selectie van projecten, de tegeldemaking van de emissierechten, en het beheer van de inkomsten en het doorgeven daarvan aan de lidstaten, taken die de EIB op zich neemt op verzoek van, namens en voor rekening van de Commissie; de Commissie de aanbestedingsdocumenten opstelt voor de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen en voornoemde uitnodigingen organiseert en publiceert overeenkomstig de voorschriften van het besluit;

d)

Artikel 4, alinea 3 van Besluit C(2010) 7499 bepaalt dat de Commissie en de EIB een overeenkomst sluiten tot vaststelling van de specifieke voorwaarden waaronder de EIB haar taken dient uit te voeren;

e)

in deze overeenkomst de specifieke voorwaarden worden vastgesteld op grond waarvan de EIB ingevolge Besluit C(2010) 7499 haar taken dient uit te voeren, alsmede bepaalde gerelateerde taken van de Commissie worden uiteengezet.

DE PARTIJEN ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

HOOFDSTUK 1

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

1.   In deze overeenkomst, tenzij de context tot een andere uitleg noopt, wordt onder de volgende termen het volgende verstaan:

Overeenkomst

voor deze samenwerkingsovereenkomst, met inbegrip van de bijlagen.

Besluit

Besluit C(2010) 7499 van de Commissie tot vaststelling van criteria en maatregelen voor de financiering van commerciële demonstratieprojecten ter bevordering van de milieutechnisch veilige afvang en geologische opslag van CO2, alsook voor demonstratieprojecten ter bevordering van innovatieve technologieën voor hernieuwbare energie in het kader van de bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap.

CCS-projecten

commerciële demonstratieprojecten die de milieutechnisch veilige afvang en geologische opslag van CO2 tot doel hebben.

RES-projecten

demonstratieprojecten inzake innovatieve technologieën voor hernieuwbare energie.

NER 300-proces

het proces van het selecteren en financieren van CCS-projecten en RES- projecten op grond van het besluit en zoals nader gespecificeerd in de overeenkomst.

Uitnodigingen tot het indienen van voorstellen

uitnodigingen tot het indienen van voorstellen overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 5 van het besluit.

Toekenningsbesluiten

toekenningsbesluiten overeenkomstig artikel 9 van het besluit.

Uitvoeringsrisico

het risico dat een tegenpartij waaraan emissierechten door de EIB worden verkocht, verzuimt bij levering de overeengekomen prijs te betalen.

Beleggingsrisico

het risico dat de inkomsten van de tegeldemaking van de emissierechten door de EIB worden belegd in instrumenten die bij afloop het vermogen en/of de rente, zoals overeengekomen, niet terugbetalen.

Referentieprijs

op het moment van de relevante transactie, de minste van

a)

de officiële afrekenkoers bij verval van de instrumenten met betrekking tot die dag voor de ICE ECX EUA-dagelijkse termijncontract (contant) zoals bepaald en gepubliceerd door de Europese Klimaatbeurs; of indien lager op het moment van de relevante transactie

b)

de prijs die wordt verkregen door de EIB ten behoeve van de relevante transactie.

Relevante transactie

een overeenkomst inzake tegeldemaking van emissierechten.

EURIBOR (Euro Interbank Offered Rate)

het rentetarief voor deposito’s in euro’s voor een looptijd van drie maanden, zoals op de herzieningsdatum om 11.00 uur Brusselse tijd, of op een later tijdstip dat acceptabel is voor de EIB, wordt gepubliceerd op de website van Reuters EURIBOR 01 of een vervolgpagina daarvan, of, bij ontstentenis daarvan, via elk overig publicatiemiddel dat de EIB daartoe heeft aangewezen.

Als dit tarief niet bekend wordt gemaakt, vraagt de EIB de hoofdkantoren in de eurozone van vier door de EIB te selecteren grote banken in de eurozone, om een tarief op te geven waartegen eurodeposito’s van een vergelijkbaar bedrag door elk van hen op de herzieningsdatum om ongeveer 11.00 uur Brusselse tijd worden aangeboden aan eersteklas banken op de interbancaire markt in de eurozone met een looptijd die gelijk staat aan drie maanden. Als er ten minste twee noteringen worden geboden, bedraagt het tarief voor de herzieningsdatum het rekenkundig gemiddelde van die noteringen.

Als er minder dan twee van de gevraagde noteringen worden geboden, bedraagt het tarief voor de herzieningsdatum het rekenkundig gemiddelde van de tarieven die door vooraanstaande banken in de eurozone, die door de EIB worden geselecteerd, om ongeveer 11.00 uur Brusselse tijd worden genoteerd op de dag die twee relevante handelsdagen na de herzieningsdatum valt, voor leningen in euro’s voor een vergelijkbaar bedrag aan vooraanstaande Europese banken met een looptijd die gelijkstaat aan drie maanden.

Herzieningsdatum

de dag die twee relevante handelsdagen voorafgaat aan de eerste dag van de relevante looptijd ten behoeve van het bepalen van de EURIBOR.

Relevante handelsdag

elke dag waarop Target 2 openstaat voor de afrekening van betalingen in euro’s.

TARGET 2

het betalingssysteem van de „Trans-European Automated Real-time Gross settlement Express Transfer”.

Onkosten

alle kosten of vergoedingen die op de markt moeten worden voldaan voor de tegeldemaking van de emissierechten en alle rente die moet worden betaald over margin calls.

2.   In deze overeenkomst, tenzij de context tot een andere uitleg noopt,

zijn kopjes boven de artikelen slechts toegevoegd voor gemaksdoeleinden en hebben zij derhalve geen invloed op de samenstelling of uitleg van de bepalingen van deze overeenkomst;

verwijzen woorden in het enkelvoud tevens naar het meervoud, en omgekeerd;

is een verwijzing naar een artikel of bijlage een verwijzing naar een artikel of bijlage in deze overeenkomst, tenzij anderszins vermeld.

Artikel 2

Doel

In deze overeenkomst worden de speciale voorwaarden vastgesteld voor de uitvoering van de taken door de EIB overeenkomstig het besluit met betrekking tot de selectie van de projecten, de tegeldemaking van emissierechten en het beheer en de betaling van inkomsten, alsmede bepaalde gerelateerde taken die de Commissie conform het besluit moet uitvoeren.

Artikel 3

Beginselen en kader voor samenwerking

1.   Al is het de bedoeling de dialoog en communicatie bij de verwezenlijking van de gemeenschappelijke doelen ter ondersteuning van het EU-beleid te verbeteren, de Commissie en de EIB behouden elk hun specifieke, autonome karakter overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De Commissie en de EIB hebben elk hun specifieke doelstellingen en werkmethoden, met inbegrip van afzonderlijke hiërarchieën en besluitvormingsprocessen.

2.   De Commissie en de EIB erkennen elkaars specifieke eigenschappen en beperkingen, maar benadrukken het belang om te werken op basis van een partnerschap en op een elkaar wederzijds aanvullende wijze, met als doel de afzonderlijke mogelijkheden, middelen en kennis te bundelen bij de verwezenlijking van de taken en doelstellingen die in het besluit uiteen worden gezet.

Artikel 4

Rol van de EIB

De EIB verricht taken op verzoek van, namens en voor rekening van de Commissie, die verantwoordelijk is tegenover derden. De EIB verricht deze taken conform het besluit en de speciale voorwaarden die zijn opgenomen in de overeenkomst, en op basis van zijn eigen regels en procedures, goede bankpraktijken en passende beheers- en controlemaatregelen.

Artikel 5

Rol van de Commissie

De Commissie heeft de algehele verantwoordelijkheid voor het NER 300-proces en voor de tenuitvoerlegging van het besluit, met inbegrip van de verantwoordelijkheid voor de voorbereiding, de bekendmaking en het beheer van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, voor de autorisatie en uiteindelijke selectie van projecten, en voor het toekennen van contracten.

Artikel 6

Overzicht van de taken

1.   De EIB verricht binnen de in bijlage I opgenomen tijdschema’s de volgende taken:

a)

ondersteunt de Commissie bij het opstellen van de aanbestedingsdocumenten voor de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, bij het opstellen van een procedurehandboek voor de projectevaluatie en bij de voorbereiding van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

b)

verricht de financiële en technische vooronderzoeken voor projecten die in aanmerking komen, classificeert de projectvoorstellen en legt aanbevelingen voor toekenningsbesluiten voor aan de Commissie, zoals nader gespecificeerd in het procedurehandboek;

c)

maakt de emissierechten te gelde en beheert en herbelegt de inkomsten;

d)

geeft de inkomsten door aan de lidstaten ter betaling;

e)

restitueert de surplusfondsen aan de lidstaten;

f)

brengt verslag uit aan de Commissie.

2.   De Commissie verricht binnen de in bijlage II opgenomen tijdschema’s de volgende taken:

a)

stelt een procedurehandboek op voor de evaluatie van het project;

b)

zorgt dat de 300 miljoen emissierechten worden overgedragen aan de EIB en beschikbaar worden gemaakt voor de vereffening van transacties;

c)

raadpleegt de EIB alvorens toekenningsbesluiten over beschikbare inkomsten te nemen en komt met de EIB de betalingsschema’s in de toekenningsbesluiten overeen;

d)

informeert de EIB over de genomen toekenningsbesluiten.

HOOFDSTUK 2

SELECTIE VAN DE PROJECTEN

Artikel 7

Opstellen van de aanbestedingsdocumenten

De EIB ondersteunt de Commissie bij het toezicht op en de kwaliteitscontrole van werkzaamheden die zijn verricht door consultants die in opdracht van de Commissie de aanbestedingsdocumenten opstellen voor de selectie van de projecten. Daarbij gaat de aandacht specifiek uit naar het volgende:

werkprocessen/documenten;

subsidiabiliteitscriteria;

methodiek voor financiële en technische vooronderzoeken en evaluatiecriteria;

contractuele voorwaarden;

procedurehandboek;

werkprogramma.

Artikel 8

Procedurehandboek

1.   De Commissie stelt een procedurehandboek voor de evaluatie van het project op, waarin de tijdens de vooronderzoeken te hanteren evaluatiemethodiek uiteen wordt gezet en dat uitgaat van de zorgvuldigheidsprocedures van de EIB.

2.   De EIB ondersteunt de Commissie bij het opstellen van het procedurehandboek.

3.   Het procedurehandboek wordt overeengekomen tussen beide partijen.

Artikel 9

Opstellen van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen

Bij het opstellen van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen doet de EIB het volgende:

a)

ontwikkelt een werkprogramma voor het uitvoeren van de financiële en technische vooronderzoeken met betrekking tot projecten die in aanmerking komen, voor het classificeren van projectvoorstellen en voor het indienen van aanbevelingen voor de toekenningsbesluiten bij de Commissie;

b)

ontwikkelt de beheers- en projectprocessen die nodig zijn om personeel, adviesbureaus en externe belanghebbenden te beheren en te controleren bij de uitvoering van de taken die onder de overeenkomst vallen;

c)

ondersteunt de Commissie bij de voorbereiding op de publicatie van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen.

Artikel 10

Evaluatie van de voorstellen en vervolgactie

1.   De EIB doet het volgende:

a)

ontvangt de projectvoorstellen van de lidstaten en controleert deze op volledigheid;

b)

verricht de vooronderzoeken ten aanzien van in aanmerking komende projecten overeenkomstig de specificaties die zijn vastgelegd in de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen en het procedurehandboek;

c)

classificeert de voorstellen en doet de Commissie aanbevelingen voor toekenningsbesluiten overeenkomstig de vereisten van het procedurehandboek;

d)

ondersteunt de Commissie bij het evalueren van de resultaten van de eerste ronde met uitnodigingen tot het indienen van voorstellen en, waar nodig, het verfijnen en aanpassen van het NER 300-proces.

2.   De Commissie doet het volgende:

a)

raadpleegt de EIB alvorens toekenningsbesluiten over beschikbare inkomsten te nemen en komt met de EIB de betalingsschema’s in de toekenningsbesluiten overeen;

b)

informeert de EIB over de door haar genomen toekenningsbesluiten.

HOOFDSTUK 3

TEGELDEMAKING VAN EMISSIERECHTEN, BEHEER EN BETALING VAN INKOMSTEN

Artikel 11

Overdracht van de emissierechten aan de EIB

De Commissie zorgt dat de 300 miljoen emissierechten worden overgedragen aan de EIB en beschikbaar worden gemaakt voor de vereffening van transacties zodra het EU-register werkzaam is.

Artikel 12

Tegeldemaking van de emissierechten

1.   Binnen één maand nadat de 300 miljoen emissierechten zijn overgedragen aan de EIB en beschikbaar zijn gemaakt voor de vereffening van transacties, begint de EIB met de tegeldemaking van de emissierechten. Dit zal gebeuren door deze te verkopen op de beurs, door middel van particulier onderhandelde transacties (zogeheten „over-de-toonbank transacties”) met een of meer tegenpartijen, of door middel van veilingen, op voorwaarde dat dergelijke veilingen worden verricht op een wijze die verenigbaar is met de doelstellingen en principes die zijn vastgelegd in artikel 10, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG en de uitvoeringsvoorschriften daarvan.

2.   De EIB maakt de emissierechten niet eerder dan in december 2013 te gelde voor vereffening. De EIB vraagt geen betaling aan zijn tegenpartijen, behalve bij de levering van de emissierechten.

3.   De EIB verricht de tegeldemaking van de emissierechten met als doel het effect op de markt voor EU-emissierechten zo veel mogelijk te beperken. De EIB bepaalt de methode van tegeldemaking, met inbegrip van de tijd en planning van de tegeldemaking en de verdeling van de volumes over de periode van tegeldemaking en over de middelen van tegeldemaking (beurzen of overige). De methode van tegeldemaking dient uit te gaan van de volgende beginselen:

a)

uiterlijk tien maanden nadat de emissierechten aan de EIB zijn overgedragen en beschikbaar zijn gemaakt voor de vereffening van transacties, dienen ten minste 200 miljoen emissierechten te gelde te zijn gemaakt;

b)

de tegeldemaking vindt periodiek plaats met een frequentie van ten minste één maal per twee weken. De tegeldemakingsvolumes dienen zo gelijkmatig mogelijk te worden gespreid over de periode van tegeldemaking. De volumes en de tijdsindeling van de tegeldemaking kunnen worden aangepast teneinde het effect ervan op de secundaire markt te beperken;

c)

de EIB zorgt dat de tegeldemakingsprijzen over de periode van tegeldemaking niet al teveel afwijken van de relevante prijzen op de secundaire markt;

d)

op de website van de EIB wordt maandelijks, binnen twee weken na afloop van elke maand van de periode van tegeldemaking, verslag gedaan van in ieder geval het algehele volume en de gemiddelde prijzen van de tegeldemaking;

e)

de tegeldemaking geschiedt overeenkomstig de geldende wetgeving inzake witwassen, de financiering van terrorisme en marktmisbruik. Dienovereenkomstig worden tegenpartijen die handelen namens de EIB, verplicht aan te tonen dat ook zij dergelijke wetgeving naleven.

4.   De voornaamste aspecten van de tegeldemakingsmethode, met inbegrip van de vaste periode van tegeldemaking en het verwachte totale volume van de tegeldemaking worden zo snel mogelijk en voorafgaand aan het begin van de tegeldemaking bekendgemaakt op de website van de EIB; voor zover uitvoerbaar zullen tevens alle belangrijke aanpassingen ten minste één maand van tevoren worden aangekondigd.

5.   Om het uitvoeringsrisico zo veel mogelijk in te perken hanteert de EIB een selectieproces dat erop gericht is ervoor te zorgen dat er een of meer professionele tegenpartijen worden geselecteerd met een kredietbeoordeling die voor de EIB acceptabel zou zijn bij zijn normale bedrijfsprocessen. Bovendien eist de EIB, voor zover verplicht overeenkomstig de gangbare richtsnoeren en bedrijfsprocedures, dat alle tegenpartijen een onderpand verstrekken als waarborg voor de uitvoering.

Artikel 13

Beheer van de inkomsten

De EIB beheert de inkomsten uit de tegeldemaking van de emissierechten overeenkomstig de beginselen voor vermogensbeheer zoals opgenomen in bijlage 3 en op basis van passende zorgvuldigheidsnormen. De rente die is ontvangen en die resteert na aftrek van de vergoedingen voor de EIB, wordt tot de definitieve betaling aan de lidstaten herbelegd overeenkomstig de beginselen voor vermogensbeheer.

Artikel 14

Betaling van inkomsten

1.   De EIB:

a)

geeft alle inkomsten en, waar van toepassing, de ontvangen rente door aan de lidstaten voor betaling door die lidstaten aan projecten overeenkomstig de betalingsschema’s in de toekenningsbesluiten;

b)

beheert en herbelegt de inkomsten die door lidstaten niet worden betaald aan projecten en worden geretourneerd aan de EIB.

2.   De betalingsschema’s die deel uitmaken van de toekenningsbesluiten worden door de Commissie overeengekomen met de EIB teneinde te zorgen voor liquiditeit en beschikbaarheid van inkomsten.

HOOFDSTUK 4

SLOTBEPALINGEN

Artikel 15

Verplichtingen

1.   Conform de rol van de EIB blijft de aansprakelijkheid van de EIB op grond van de overeenkomst en alle overige documenten waarnaar daarin verwezen wordt, beperkt tot het verrichten van haar taken en de verplichtingen die specifiek in de overeenkomst zijn opgenomen.

2.   De EIB wordt door de Commissie gevrijwaard en schadeloos gesteld tegen alle verplichtingen, verliezen, schade, kosten of onkosten die door de EIB, haar delegaties, medewerkers of tussenpersonen worden opgelopen als gevolg van het verrichten van haar taken op grond van de overeenkomst en alle overige documenten waarnaar daarin verwezen wordt, anders dan als gevolg van onachtzaam handelen, nalatigheden of opzettelijk wangedrag van de kant van de EIB, op voorwaarde echter dat door de EIB afdoende bewijs kan worden voorgelegd van deze verplichtingen, verliezen, schade, kosten of onkosten en dat, indien van toepassing, de EIB zich met ijver heeft verdedigd tegen een dergelijke claim.

3.   Alle verplichtingen, verliezen, schade, kosten of onkosten die door de EIB zijn opgelopen overeenkomstig het vorige lid, met inbegrip van alle verplichtingen, verliezen, schade, kosten of onkosten die voortvloeien uit verdergaande beleggingsrisico’s of uitvoeringsrisico’s (gezamenlijk de „door de EIB opgelopen verplichtingen”) die niet opzettelijk of als gevolg van nalatigheid zijn veroorzaakt door de Commissie, worden in mindering gebracht op de inkomsten die worden gegenereerd uit de tegeldemaking van de emissierechten, met voorrang op alle overige betalingen die moeten worden voldaan op basis van die inkomsten. Alvorens dergelijke betalingen die niet gerelateerd zijn aan de verliezen, schade, kosten of onkosten die voortvloeien uit verdergaande beleggingsrisico’s of uitvoeringsrisico’s in mindering te brengen, stuurt de EIB de Commissie een factuur, waarmee de Commissie dient in te stemmen voordat de betalingen kunnen worden voldaan, welke instemming niet op onredelijke gronden zal worden onthouden.

4.   Onverminderd het voorgaande en de overige bepalingen in de overeenkomst, is de Commissie niet verantwoordelijk voor door de EIB opgelopen verplichtingen die de uit de tegeldemaking van de emissierechten gegenereerde of te genereren inkomsten te boven gaan, behalve indien deze door de EIB opgelopen verplichtingen opzettelijk of als gevolg van nalatigheid door de Commissie zijn veroorzaakt.

Artikel 16

Vergoedingen en onkosten

1.   De EIB wordt vergoed voor het verrichten van de taken op grond van de overeenkomst. Behoudens een herziening van de vergoedingen en tijdschema’s overeenkomstig artikel 17, gaan de vergoedingen van de EIB het maximumbedrag van 45 000 000 EUR (vijf en veertig miljoen euro) niet te boven.

2.   Behoudens een herziening van de vergoedingen en tijdschema’s overeenkomstig artikel 17, is het betalingsschema voor de vergoedingen als volgt:

a)

een jaarlijkse vergoeding van 3,48 miljoen EUR voor de periode vanaf 2010 tot en met de afronding van de gehele evaluatie van de aanbesteding (met inbegrip van de tweede ronde);

b)

een jaarlijkse vergoeding van 0,52 miljoen EUR voor de periode vanaf de datum van de afronding van de gehele evaluatie van de aanbesteding tot en met 2025;

c)

een vergoeding per beoordeling van 125 000 EUR per CCS-project;

d)

een vergoeding per beoordeling van 56 250 EUR per RES-project;

e)

een vast tarief van 0,05 EUR per emissierecht voor de tegeldemaking van de emissierechten en het beheer van de inkomsten vanaf het begin van de tegeldemaking tot en met de afronding van de betalingen.

3.   De EIB krijgt over de vergoedingen opgelopen rente uitbetaald van drie maanden EURIBOR plus 10 basispunten, driemaandelijks samengesteld.

4.   De vergoedingen van de EIB worden ingehouden op de opbrengsten die worden gegenereerd uit het beheer van de inkomsten, met voorrang op alle overige betalingen die moeten worden voldaan op basis van het beheer van de inkomsten. Opbrengsten die worden gegenereerd uit het beheer van de inkomsten omvatten, zonder beperking, de opbrengsten die worden gegenereerd uit het beheer van de inkomsten in verband met de referentieprijs, hetgeen is gedefinieerd als het surplus van de prijs waartegen de EIB is overeengekomen de emissierechten te gelde te maken, ten opzichte van de referentieprijs.

5.   Alle door de EIB opgelopen onkosten worden in mindering gebracht op de inkomsten die worden gegenereerd uit de tegeldemaking van de emissierechten, met voorrang op alle overige betalingen die moeten worden voldaan op basis van die inkomsten. In het geval er door de EIB tegenpartijen worden aangesteld, worden de desbetreffende onkosten bepaald op het moment dat een dergelijke tegenpartij wordt geselecteerd.

6.   Alvorens de betaling van vergoedingen in mindering te brengen, stuurt de EIB de Commissie een factuur, waarmee de Commissie dient in te stemmen voordat de betalingen kunnen worden voldaan.

Artikel 17

Herziening van vergoedingen en tijdschema’s

In de volgende gevallen wordt, met zo min mogelijk vertraging, een passende en evenredige herziening van de bepalingen van de overeenkomst met betrekking tot de vergoedingen en tijdschema’s tussen de partijen overeengekomen:

a)

in het geval de evaluatiemethodiek en de gespecificeerde draagwijdte van werkzaamheden zoals omschreven in het procedurehandboek een aanzienlijk andere werklast met zich meebrengen dan de werklast die voortvloeit uit de standaardzorgvuldigheidsprocedures van de EIB;

b)

in het geval het aantal door de EIB ontvangen projectvoorstellen en/of het aandeel aan voorstellen voor de CCS- en RES-projecten aanzienlijk afwijkt van het respectieve aantal en aandeel, zoals vastgelegd in bijlage 1;

c)

in het geval zich vertragingen voordoen die buiten de macht en verantwoordelijkheid van de EIB liggen.

Artikel 18

EIB-leningen

De EIB is gerechtigd voor projecten leningen te verstrekken en ten behoeve van dergelijke leningen op basis van haar eigen regels, beginselen en procedures deze projecten te beoordelen en vooronderzoeken te verrichten.

Artikel 19

Verslaglegging

De EIB dient de volgende verslagen bij de Commissie in:

a)

zorgvuldigheidseisen:

het werkprogramma voor evaluatie (vier maanden na aanvang van de eerste uitnodiging tot het indienen van voorstellen);

een verslag over de ingediende voorstellen (zes weken na ontvangst van de voorstellen van de lidstaten);

een driemaandelijks verslag over de status van de beoordeling (het eerste verslag drie maanden na ontvangst van de voorstellen van de lidstaten; het laatste verslag na afronding van het vooronderzoek, met inbegrip van een classificatie en aanbevelingen van de Commissie);

een verslag over de ervaringen met de evaluatie en selectie voor de eerste ronde met uitnodigingen tot het indienen van voorstellen (binnen twee maanden na afronding van het vooronderzoek, met inbegrip van een classificatie en aanbevelingen aan de Commissie in de eerste ronde met uitnodigingen tot het indienen van voorstellen);

b)

betalingen:

jaarlijkse verslagen van de betalingen van inkomsten die zijn gedaan aan de lidstaten voor de betalingen aan projecten, en van de inkomsten die door de lidstaten weer terug zijn gestort aan de EIB (per 31 december van elk jaar, vanaf het begin tot het eind van de betalingsperiode);

een eindverslag over de totale inkomsten die zijn betaald aan de lidstaten voor de betalingen aan projecten en over de resterende inkomsten die weer terug zijn gestort door de lidstaten (per 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin de betalingen worden afgerond);

c)

tegeldemaking en vermogensbeheer:

een vijfmaandelijks verslag over het tegeldemakingsproces, met ingang van vijf maanden na aanvang van de tegeldemaking van de emissierechten;

een zesmaandelijks verslag over het vermogensbeheer overeenkomstig de beginselen voor vermogensbeheer, met ingang van zes maanden nadat de eerste inkomsten zijn ontvangen;

jaarrekeningen.

Artikel 20

Controle

De EIB voldoet aan elk verzoek van de Commissie om de door de EIB conform de overeenkomst ingediende specifieke financiële of administratieve verslaglegging te verduidelijken of te verifiëren. Als de Commissie vraagt om een dergelijke verificatie te laten verrichten door een externe auditor, benoemt de EIB daartoe zijn eigen externe auditor. De EIB heeft het recht om alle redelijke kosten die hij naar aanleiding van een verzoek van de Commissie heeft opgelopen met betrekking tot zijn externe auditor op dezelfde manier te verhalen als, en in aanvulling op, de kosten overeenkomstig artikel 16, lid 5.

Artikel 21

Stuurgroep

1.   Op de uitvoering van deze overeenkomst wordt toegezien door een stuurgroep die bestaat uit ten minste:

twee leden die op directieniveau zijn aangesteld door de Commissie;

twee leden die op directieniveau zijn aangesteld door de EIB.

2.   De stuurgroep:

controleert op regelmatige basis de voortgang en verwezenlijking van de taken en doelstellingen van de overeenkomst;

controleert en geeft zijn opvattingen over strategische en beleidskwesties met betrekking tot de overeenkomst;

bespreekt en streeft naar een oplossing van eventuele geschillen die conform de overeenkomst aan hem door de partijen worden voorgelegd;

controleert alle overige zaken die hem op grond van de overeenkomst specifiek worden toevertrouwd.

3.   De stuurgroep handelt op basis van consensus.

4.   De leden van de stuurgroep handelen namens en op basis van de instructies van de partij die hen heeft aangesteld.

5.   De leden worden niet bezoldigd voor hun deelname aan de bijeenkomsten van de stuurgroep.

6.   De Commissie zorgt voor het secretariaat van de stuurgroep (hierna het „secretariaat” genoemd).

7.   Het secretariaat verricht de volgende taken:

opstellen van een voorstel voor het reglement van orde van de stuurgroep;

organiseren van de bijeenkomsten van de stuurgroep, met inbegrip van het opstellen en verspreiden van de documenten, agenda en notulen van de stuurgroep;

alle overige taken zoals omschreven in de samenwerkingsovereenkomst of bepaald door de stuurgroep.

8.   De communicatie tussen de partijen met betrekking tot de stuurgroep verloopt via het secretariaat.

9.   De stuurgroep roept op verzoek van elk van zijn leden een vergadering bijeen, maar komt ten minste twee maal per jaar bijeen. De vergaderingen van de stuurgroep worden georganiseerd door het secretariaat.

10.   De stuurgroep stelt zijn reglement van orde vast, op voorstel van het secretariaat.

11.   De stuurgroep kiest zijn voorzitter uit de vertegenwoordigers van de Commissie.

Artikel 22

Vertrouwelijkheid

Onverminderd de geheimhoudingsplicht die door de EIB is aanvaard ten opzichte van derden, en behoudens de bepalingen van artikel 23, zeggen de Commissie en de EIB toe geheimhouding te betrachten en geen documenten, informatie en overige materialen die rechtstreeks betrekking hebben op de overeenkomst en overige documenten waarnaar daarin verwezen wordt, of die verworven worden in verband met verrichte taken en die als vertrouwelijk kunnen worden beschouwd, aan derden bekend te maken. Deze toezegging heeft echter geen betrekking op de eventuele bekendmaking van informatie die verplicht is op grond van de wet- en regelgeving of als gevolg van een beschikking van een rechtbank met jurisdictie in dezen, hetgeen tevens de bekendmaking van informatie met betrekking tot de overeenkomst aan het Europees Parlement of de Raad en, in het bijzonder, de Europese Rekenkamer omvat.

Artikel 23

Transparantie

De partijen trachten de publicatie van de overeenkomst met zo min mogelijk vertraging nadat deze van kracht is gegaan, te coördineren. De EIB verricht haar taken op grond van de overeenkomst conform het transparantiebeleid van de EIB.

Artikel 24

Inwerkingtreding

De overeenkomst treedt uiterlijk in werking op de datum van de laatste ondertekening door de partijen van de overeenkomst of, indien dit later is, op de datum waarop het Besluit van kracht wordt.

Artikel 25

Beëindiging

1.   De overeenkomst wordt in de volgende gevallen beëindigd:

a)

bij afloop van de betalingen;

b)

bij intrekking van het besluit;

c)

indien een van de partijen, na overleg met de andere partij en nadat de kwestie is voorgelegd aan de stuurgroep, maar dit niet binnen redelijke tijd heeft geleid tot een minnelijke schikking van de zaak, de overeenkomst wenst te beëindigen omdat deze partij van oordeel is dat er redelijke gronden bestaan om te geloven dat verdere samenwerking conform de overeenkomst niet langer mogelijk is, aangezien de wederzijdse vertrouwensbasis is geschonden, onder andere als gevolg van een wezenlijke en aanhoudende schending door de andere partij van de verplichtingen op grond van de overeenkomst.

2.   Bij afloop van de betalingen overeenkomstig lid 1, onder a), hierboven, draagt de EIB aan de lidstaten de middelen over die nog niet betaald zijn aan projecten overeenkomstig de besluiten die nog moeten worden genomen door de Commissie op basis van de beginselen die zijn vastgelegd in artikel 10 bis, lid 7, van Richtlijn 2003/87/EG.

3.   Bij vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst overeenkomstig lid 1, onder b) of c), hierboven, worden alle niet te gelde gemaakte emissierechten die worden gehouden door de EIB, alle inkomsten uit te gelde gemaakte emissierechten en alle opbrengsten die zijn gegenereerd uit het beheer van de inkomsten anders dan inkomsten die nodig zijn om de vergoedingen, kosten, onkosten, verliezen of verplichtingen van de EIB te dekken, overgedragen aan de Commissie (die optreedt namens de lidstaten). Beëindiging van de overeenkomst ontslaat beide partijen niet van de plicht om hun verplichtingen op grond van de overeenkomst met betrekking tot de emissierechten die te gelde zijn gemaakt conform de contracten met derden, te blijven nakomen.

4.   Bij vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst, vrijwaart elke partij de andere partij, en stelt elke partij de andere partij schadeloos, tegen alle kosten, verliezen of verplichtingen die worden opgelopen als gevolg van de vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst, indien en voor zover die vroegtijdige beëindiging het gevolg is van onachtzaam handelen, nalatigheden of opzettelijk wangedrag van de eerste partij, dan wel indien en voor zover de beëindiging van de overeenkomst het gevolg is van het niet nakomen door de eerste partij van de wezenlijke verplichtingen op grond van de overeenkomst.

Artikel 26

Toepasselijk recht en geschillenbeslechting

De overeenkomst wordt beheerst door de algemene beginselen van de EU-wetgeving. Alle geschillen tussen de partijen met betrekking tot de interpretatie, de toepassing of de uitvoering van de overeenkomst en alle overige documenten waarnaar daarin verwezen wordt, met inbegrip van het bestaan, de geldigheid of de beëindiging daarvan, die na tussenkomst van de stuurgroep niet in der minne kunnen worden beslecht, worden voorgelegd aan de jurisdictie van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Artikel 27

Amendementen, verklaringen van afstand en toestemmingen

Alle amendementen, verklaringen van afstand en toestemmingen met betrekking tot de overeenkomst worden schriftelijk opgesteld en ondertekend door bevoegde vertegenwoordigers van elk van de partijen.

Artikel 28

Overdracht

Het is geen van de partijen toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere partij de rechten of verplichtingen op grond van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk over te dragen.

Artikel 29

Communicatie

1.   Alle kennisgevingen en overige communicatie met betrekking tot de overeenkomst van de ene partij aan de andere partij, dienen gericht te zijn aan het volgende adressen:

aan de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Klimaatactie

Ter attentie van de directeur van Directoraat C

Wetstraat 200

1049 Brussel

BELGIË

aan de EIB:

Europese Investeringsbank

Ter attentie van de directeur-generaal

Directoraat Ops A

100, boulevard Konrad Adenauer

2950 Luxembourg

LUXEMBOURG

2.   Eventuele wijzigingen van voornoemde adressen gaan pas van kracht nadat de andere partij hiervan in kennis is gesteld.

Artikel 30

Bijlagen

De overwegingen en de hiernavolgende bijlagen maken integraal deel uit van de overeenkomst:

Bijlage 1

:

Tijdschema’s voor de EIB

Bijlage 2

:

Tijdschema’s voor de Commissie

Bijlage 3

:

Beginselen voor vermogensbeheer

Deze overeenkomst is op onderstaande datum verleden in vier Engelstalige originelen, waarvan elke partij er twee krijgt.

Brussel, 3 november 2010.

Londen, 4 november 2010.

Voor en namens de Europese Commissie

Jos DELBEKE

Directeur-generaal

Voor en namens de Europese Investeringsbank

Simon BROOKS

Vicevoorzitter


(1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.


BIJLAGE I

Tijdschema’s voor de EIB

Behoudens herzieningen van de vergoedingen en tijdschema’s overeenkomstig artikel 17, zijn de tijdschema’s voor de EIB weergegeven in de onderstaande twee tabellen.

Onderstaande tijdschema’s gaan uit van een schatting van een totaal aantal projectvoorstellen voor beide uitnodigingen tot het indienen van voorstellen van 165, waarvan:

a)

20 projectvoorstellen met betrekking tot CCS-projecten en 90 projectvoorstellen met betrekking tot RES-projecten voor de eerste uitnodiging tot het indienen van voorstellen; en

b)

10 projectvoorstellen met betrekking tot CCS-projecten en 45 projectvoorstellen met betrekking tot RES-projecten voor de tweede uitnodiging tot het indienen van voorstellen.

1.a)   Eerste uitnodiging tot het indienen van voorstellen

Taken

Tijdschema

Publicatie van eerste uitnodiging tot het indienen van voorstellen door de Commissie

Ontwikkeling van een werkprogramma en verslaglegging aan de Commissie

4 maanden na publicatie van uitnodiging tot het indienen van voorstellen

Indiening van voorstellen bij de EIB door lidstaten

Ontvangst van voorstellen, volledigheidsbeoordelingen en verslaglegging aan de Commissie

6 weken na ontvangst van de voorstellen

Verslagen van de beoordelingsstatus

Driemaandelijks, vanaf drie maanden na ontvangst van de voorstellen tot na afronding van de beoordeling

Afronding van het vooronderzoek, classificatie en aanbevelingen voor toekenningsbesluiten

9 maanden na ontvangst van de voorstellen

Verslag over de ervaringen na de eerste uitnodiging tot het indienen van voorstellen

2 maanden na afronding van de beoordelingen van de eerste uitnodiging tot het indienen van voorstellen

1.b)   Tweede uitnodiging tot het indienen van voorstellen

Taken

Tijdschema

Publicatie van tweede uitnodiging tot het indienen van voorstellen door de Commissie

Ontwikkeling van een werkprogramma en verslaglegging aan de Commissie

4 maanden na publicatie van uitnodiging tot het indienen van voorstellen

Indiening van voorstellen bij de EIB door lidstaten

Ontvangst van voorstellen, volledigheidsbeoordelingen en verslaglegging aan de Commissie

6 weken na ontvangst van de voorstellen

Verslagen van de beoordelingsstatus

Driemaandelijks, vanaf drie maanden na ontvangst van de voorstellen tot na afronding van de beoordeling

Afronding van het vooronderzoek, classificatie en aanbevelingen voor toekenningsbesluiten

9 maanden na ontvangst van de voorstellen

Algemeen

Verslagen over betalingen van inkomsten aan lidstaten voor betalingen aan projecten

31 december elk jaar, van het begin tot het eind van de betalingsperiode

Eindverslag over betalingen van inkomsten aan lidstaten

31 december van het jaar volgend op het jaar waarin de betaling werd afgerond

Tegeldemaking en vermogensbeheer

Tegeldemaking

De tegeldemaking begint binnen één maand nadat de 300 miljoen emissierechten zijn overgedragen aan de EIB en beschikbaar gemaakt voor de vereffening van transacties.

Uiterlijk tien maanden nadat de emissierechten aan de EIB zijn overgedragen en beschikbaar zijn gemaakt voor de vereffening van transacties, dienen ten minste 200 miljoen emissierechten te gelde te zijn gemaakt.

De tegeldemaking vindt periodiek plaats met een frequentie van ten minste één maal per twee weken; de volumes dienen zo gelijkmatig mogelijk te worden gespreid over de periode van tegeldemaking.

Verslag over het tegeldemakingsproces

Vijfmaandelijks, met ingang van vijf maanden na aanvang van de tegeldemaking van de emissierechten

Verslag over het vermogensbeheer

Zesmaandelijks, met ingang van zes maanden nadat de eerste inkomsten zijn ontvangen

Jaarrekening

Jaarlijks, vanaf het einde van het jaar waarin tegeldemaking van de emissierechten is gestart

Doorgeven van de surplusfondsen aan de lidstaten

Einde van de betalingsperiode


BIJLAGE 2

Tijdschema’s voor de Commissie

Taken

Tijdschema

Opstellen van een procedurehandboek voor de evaluatie van de projecten

Per de datum van de publicatie van de eerste uitnodiging tot het indienen van voorstellen

Overdragen van de emissierechten aan de EIB

Zodra het EU-register operationeel is

Informeren van de EIB over toekenningsbesluiten

Binnen 14 dagen na de toekenningsbesluiten


BIJLAGE III

BEGINSELEN VOOR VERMOGENSBEHEER VOOR HET BEHEER VAN DE INKOMSTEN DIE WORDEN GEGENEREERD UIT DE TEGELDEMAKING VAN DE EMISSIERECHTEN

Ten behoeve van het beheer van de opbrengsten dient de EIB een vermogensverdeling te verrichten om ervoor te zorgen dat enerzijds de maximale financiële voordelen uit het beheer van de opbrengsten worden gehaald en anderzijds het risico van vermogensverlies als gevolg van marktfluctuaties voldoende laag wordt gehouden.

Om deze vermogensverdeling te kunnen verrichten moet de EIB uitgaan van een bepaalde aanname ten aanzien van de toekomstige kasstroom van de betaling. De kasbuffer (waaruit de betalingen worden gedaan) dient enerzijds standaard overeen te komen met een lineaire betaling gedurende vijf jaar, hetgeen neerkomt op een betaling van 20 % per jaar. Anderzijds worden de bedragen die niet zijn uitgekeerd in voorgaande jaren toegevoegd aan de liquiditeitsbuffer die wordt gereserveerd voor het huidige jaar. De voor het eerste jaar bestemde kasbuffer bedraagt bijvoorbeeld 20 % van het vermogen in de portefeuille. Als gedurende het eerste jaar slechts 10 % van de aanvankelijke grootte van de portefeuille wordt uitgekeerd, bedraagt de liquiditeitsbuffer voor het daaropvolgende jaar 30 % (namelijk de som van de oorspronkelijk voor het tweede jaar bestemde 20 % en de van het eerste jaar resterende 10 %) enz. Uitgaande van het huidige en verwachte betalingspatroon kan de EIB echter jaarlijks de aanname aanpassen om het vermogensverdelingsproces te optimaliseren.

Binnen de vooraf gestelde limieten ten aanzien van de minimale liquiditeitsbuffer en de uiterst mogelijke vervaldatum van de investeringsportefeuille (die in eerste instantie is bepaald op vijf jaar na aanvang), dient de EIB de vervaldatum te bepalen tot waarop het investeringsvermogen kan worden aangewend. In sommige gevallen is de EIB bevoegd een liquiditeitsbuffer aan te houden die hoger licht dan de minimumvereiste.

1.   Inleiding

1.1.   De afdeling financieel beheer van de EIB beheert het vermogen conform deze overeenkomst.

1.2.   Bij het verrichten van de transacties uit hoofde van haar mandaat gaat de afdeling financieel beheer uit van dezelfde oplettendheids- en zorgvuldigheidsnormen als worden toegepast bij het beheer van de eigen financiële portefeuille van de EIB of bij beheer uit hoofde van overige mandaten.

2.   Algemene beheersprincipes

2.1.   Het vermogen van de portefeuille wordt uitsluitend belegd in in euro’s uitgedrukte beleggingsinstrumenten.

2.2.   Het beheer van de vermogensportefeuille dient uit te gaan van de goede praktijken van vermogensbeheersector en van de prudentiële voorschriften die van oudsher worden toegepast bij financiële activiteiten. Er zal met name op moeten worden gelet dat enerzijds het beheerde vermogen voldoende liquiditeit biedt, terwijl anderzijds binnen de mogelijkheden van de in deze principes opgenomen risicobeperkingen een zo goed mogelijk rendement wordt behaald.

2.3.   Bij het beheer van het vermogen in de portefeuille dient te worden uitgegaan van de volgende principes:

De beleggingen worden gedaan in deposito’s, kortlopende geldmarktinstrumenten en vastrentende instrumenten. De prioriteit ligt bij behoud van het vermogen;

Er wordt een kasrekening met de mogelijkheid van plaatsingen van termijndeposito’s aangehouden, met als doel de liquiditeitsstromen op te nemen en te zorgen voor een kasbuffer.

2.4.   Effectentransacties dienen uit te gaan van het principe van „betaling bij levering” met Euroclear, Clearstream en/of erkende binnenlandse clearingsystemen.

3.   Soorten belegging

3.1.   In aanmerking komend beleggingsspectrum

Liquiditeitsportefeuille

3.1.1.

Een deel van de middelen (overeenkomend met het vereiste voor de liquiditeitsbuffer in een bepaald jaar) wordt geplaatst in de monetaire portefeuille, die deposito’s, schatkistpapieren en kortlopende geldmarktinstrumenten met een resterende tijd vanaf de handelsdatum tot aan de vervaldatum van maximaal 100 dagen omvatten (of in een passend geldmarktfonds zoals de EIB Unitary Fund). De schulddragende bank die bevoegd is voor deze beleggingen moet op het moment dat de nieuwe instrumenten worden uitgevoerd, een beoordeling hebben van minimaal P-1 voor de korte termijn van Moody’s dan wel een equivalent daarvan. Aan dit beoordelingscriterium wordt voldaan als ten minste één van de drie beoordelingsbureaus Moody’s, Standard & Poor’s of Fitch (of hun opvolgers) de vereiste beoordeling of hoger hebben gegeven.

Beleggingsportefeuille

3.1.2.

De resterende middelen vormen de beleggingsportefeuille (of een passend middel voor langlopende financiering). Ten minste 55 % van de nominale waarde van de beleggingsportefeuille moet bestaan uit obligaties die zijn uitgegeven of worden gegarandeerd door landen in de eurozone of overheidsinstellingen daarbinnen met een vergelijkbaar staatsrisico (zoals staatspapieren, staatsobligaties, obligaties van overheidsinstellingen en door de overheid gegarandeerde obligaties) of door supranationale instellingen.

3.1.3.

De resterende 45 % van de beleggingsportefeuille mag bestaan uit obligaties en discontopapieren die zijn uitgegeven door overheden en overheidsinstellingen van landen buiten de eurozone, obligaties die zijn gegarandeerd door landen buiten de eurozone, en gedekte obligaties.

3.2.   Kredietlimieten

De kredietlimieten worden bepaald per tegenpartij, waarbij rekening wordt gehouden met de individuele beoordelingen en de ontwikkeling van de totale beheerde portefeuille.

3.3.   Concentratielimieten bij beleggingen

Liquiditeitsportefeuille

3.3.1.

Zolang het bedrag aan beheerde middelen binnen de liquiditeitsportefeuille minder is dan 100 miljoen EUR, bedraagt de maximale concentratie per tegenpartij 10 miljoen EUR. Zodra de beheerde middelen in de liquiditeitsportefeuille de limiet van 100 miljoen EUR overschrijden, bedraagt de maximale concentratie per tegenpartij 10 % van het nominale bedrag in de liquiditeitsportefeuille.

Beleggingsportefeuille

3.3.2.

Om te zorgen voor voldoende risicospreiding, mag het totale bedrag dat wordt belegd in effecten van een en dezelfde emittent niet meer bedragen dan 10 % (in het geval van regeringen binnen de eurozone 20 %) van het nominale bedrag van de effectenportefeuille. In het geval dat het totale bedrag aan in effecten belegd vermogen minder is dan 100 miljoen EUR, dient het aantal afzonderlijke emissies of emittenten ten minste evenveel te zijn als wat is toegestaan op basis van afzonderlijke beleggingen in effecten van 10 miljoen EUR.

3.3.3.

Een totale belegging in een emissie mag niet meer bedragen dan 10 % van het uitstaande nominale bedrag van die emissie.

4.   Geautomatiseerde effectenlening

Geautomatiseerde effectenlening is toegestaan indien beheerd door een bewaarder.

5.   Externe controle en bewaarder

De portefeuille wordt jaarlijks onderworpen aan een externe controle.

De aan de portefeuille toegewezen effecten worden in naam van de EIB aangehouden in een rekening met een of meer bewaarders in naam van de EIB.

De kosten van controle en bewaring worden, indien en wanneer opgelopen, volledig ten laste gebracht van de portefeuille.

6.   Verslaglegging

De EIB stelt een halfjaarlijks verslag op. De details van deze verslaglegging worden in een later stadium door de partijen overeengekomen.

7.   Slotbepalingen

De EIB stelt ten minste drie maanden voor aanvang van de feitelijke beleggingen een gedetailleerde beleggingsstrategie, beleggingsbenchmarks en kredietlimieten voor, die door de partijen moeten worden overeengekomen.

De beleggingsstrategie, beleggingsbenchmarks en kredietlimieten worden vervolgens jaarlijks of wanneer nodig bijgewerkt.


MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

31.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 358/19


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 358/02

Datum waarop het besluit is genomen

25.11.2010

Referentienummer staatssteun

N 244/10

Lidstaat

Polen

Regio

Kujawsko-Pomorskie

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

UNIMOR RADIOCOM Sp. z o.o.

Rechtsgrondslag

Artykuł 56 ust. 1 pkt 2 ustawy z dnia 30 sierpnia 1996 r. o komercjalizacji i prywatyzacji – Dz.U. z 2002 r. nr 171, poz. 1397 ze zm.

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Redding van ondernemingen in moeilijkheden

Vorm van de steun

Zachte lening

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun 1 mln PLN

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

30.11.2010-30.5.2011

Economische sectoren

Beperkt tot de be- en verwerkende industrie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Minister Skarbu Państwa

ul. Krucza 36/Wspólna 6

00-522 Warszawa

POLSKA/POLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

29.10.2010

Referentienummer staatssteun

N 401/10

Lidstaat

Frankrijk

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Modification du dispositif d'exonération de la taxe sur les contrats d'assurance maladie solidaires et responsables

Rechtsgrondslag

Article 1001, 2 bis du code général des impôts

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Sociale ondersteuning van individuele consumenten

Vorm van de steun

Verlaging van het belastingtarief

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven 1 100 mln EUR

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

Onbegrensd

Economische sectoren

Beperkt tot de financiële dienstverlening

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministère de l'économie, de l'industrie et de l'emploi

139 rue de Bercy

75572 Paris Cedex 12

FRANCE

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

8.12.2010

Referentienummer staatssteun

N 532/10

Lidstaat

Hongarije

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

A lakáscélú kölcsönökre vonatkozó állami készfizető kezességvállalási program meghosszabítása

Rechtsgrondslag

A lakáscélú kölcsönökre vonatkozó állami készfizető kezességről szóló 2009. évi IV. Törvény

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Sociale ondersteuning van individuele consumenten

Vorm van de steun

Garantie

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven 35 mln EUR

Totaal van de voorziene steun 35 mln EUR

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

1.1.2011-30.6.2011

Economische sectoren

Beperkt tot de financiële dienstverlening

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Pénzügyminisztérium

Budapest

József nádor tér 2–4.

1051

MAGYARORSZÁG/HUNGARY

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

31.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 358/22


Wisselkoersen van de euro (1)

30 december 2010

2010/C 358/03

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3280

JPY

Japanse yen

108,24

DKK

Deense kroon

7,4544

GBP

Pond sterling

0,86020

SEK

Zweedse kroon

9,0133

CHF

Zwitserse frank

1,2475

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,8190

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,240

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

279,00

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7098

PLN

Poolse zloty

3,9650

RON

Roemeense leu

4,2873

TRY

Turkse lira

2,0636

AUD

Australische dollar

1,3079

CAD

Canadese dollar

1,3275

HKD

Hongkongse dollar

10,3350

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7207

SGD

Singaporese dollar

1,7132

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 504,06

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

8,8030

CNY

Chinese yuan renminbi

8,7659

HRK

Kroatische kuna

7,3855

IDR

Indonesische roepia

11 933,16

MYR

Maleisische ringgit

4,0900

PHP

Filipijnse peso

58,108

RUB

Russische roebel

40,5432

THB

Thaise baht

40,046

BRL

Braziliaanse real

2,2182

MXN

Mexicaanse peso

16,4473

INR

Indiase roepie

59,6500


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


31.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 358/23


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 22 december 2010

tot wijziging van Besluit 2009/964/EU tot vaststelling van het werkprogramma voor 2010 voor de uitvoering van het tweede communautaire actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013), en tot vaststelling van de selectie-, toekennings- en andere criteria voor de financiering van de acties van dit programma en de communautaire bijdrage aan de Kaderovereenkomst van de WHO voor de bestrijding van tabaksgebruik

2010/C 358/04

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit nr. 1350/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) (1), en met name artikel 8, lid 1,

Gezien Besluit 2004/858/EG van de Commissie van 15 december 2004 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van de volksgezondheid overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (2), en met name artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit 2009/964/EU van de Commissie (3) is op 18 december 2009 goedgekeurd.

(2)

Een aantal aanvankelijk geplande aanbestedingen heeft geen succes geoogst en zal in 2010 niet worden uitgevoerd. Daarom moet een deel van de aanvankelijk voor aanbestedingen toegewezen begroting nu beschikbaar zijn voor andere acties.

(3)

De twee conferenties van het voorzitterschap die in het kader van het werkprogramma voor 2010 moeten worden medegefinancierd, zullen in de tweede helft van 2010, respectievelijk in de eerste helft van 2011 worden georganiseerd.

(4)

Eén aanvankelijk in het kader van het werkprogramma voor 2010 geplande directe subsidieovereenkomst met internationale organisaties zal niet worden gesloten en de geraamde bedragen voor andere dergelijke overeenkomsten zullen worden verlaagd. Daarom moet een deel van de aanvankelijk voor directe subsidieovereenkomsten toegewezen begroting nu beschikbaar zijn voor andere acties.

(5)

Eén opdracht via een administratieve overeenkomst met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek in het kader van het financieringsmechanisme „Andere activiteiten” zal niet worden uitgevoerd. Daarom moet een deel van de begroting die aanvankelijk voor administratieve overeenkomsten met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek in het kader van dat financieringsmechanisme was toegewezen, nu beschikbaar zijn voor andere acties.

(6)

De verdeling van de begroting over de verschillende, in punt 2 van bijlage I bij Besluit 2009/964/EU van de Commissie aangegeven financieringsmechanismen moet worden gewijzigd om een groter aantal gezamenlijke acties en projecten te kunnen financieren.

(7)

De wijzigingen in de aanvankelijk voor de verschillende financieringsmechanismen toegewezen begroting bedragen meer dan de in artikel 1, lid 2, van Besluit 2009/964/EU van de Commissie aangegeven 20 % en vormen derhalve een substantiële wijziging van het reeds goedgekeurde financieringsbesluit dat op zijn beurt moet worden gewijzigd.

(8)

Besluit 2009/964/EU van de Commissie moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 10 van Besluit nr. 1350/2007/EG bedoelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

Bijlage I bij Besluit 2009/964/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 2.1. Oproep tot het indienen van voorstellen voor projecten, komt de tweede zin van de eerste alinea als volgt te luiden:

„Het totale indicatieve bedrag voor de oproep tot het indienen van voorstellen voor projecten wordt geraamd op 16 300 000 EUR (circa 34,7 % van de operationele begroting).”.

2)

In punt 2.2. Aanbestedingen, komt de eerste zin van de tweede alinea als volgt te luiden:

„Het totale indicatieve bedrag voor aanbestedingen wordt geraamd op 7 864 640 EUR (circa 16,7 % van de operationele begroting).”.

3)

In punt 2.3. Gezamenlijke acties, komt de tweede zin van de eerste alinea als volgt te luiden:

„Het totale indicatieve bedrag voor de oproep tot het indienen van voorstellen voor gezamenlijke acties wordt geraamd op 16 000 000 EUR (circa 34,1 % van de operationele begroting).”.

4)

In punt 2.5. Conferenties op het gebied van volksgezondheid en risicobeoordeling, komt de tweede zin van de eerste alinea als volgt te luiden:

„Het totale indicatieve bedrag voor de oproep tot het indienen van voorstellen voor conferenties wordt geraamd op 850 000 EUR (circa 1,8 % van de operationele begroting): 200 000 EUR voor door het voorzitterschap van de Europese Unie georganiseerde conferenties en 650 000 EUR voor andere conferenties.”.

5)

Punt 2.5.1. Door het voorzitterschap van de Europese Unie georganiseerde conferenties wordt als volgt gewijzigd:

a)

de eerste alinea komt als volgt te luiden:

„Twee door het voorzitterschap van de Europese Unie georganiseerde conferenties, de ene voor het voorzitterschap in de tweede helft van 2010 en de andere voor het voorzitterschap in de eerste helft van 2011, komen voor een maximumbedrag van telkens 100 000 EUR in aanmerking voor medefinanciering door de Europese Unie op grond van een maximaal medefinancieringspercentage van 50 % van de totale subsidiabele kosten.”;

b)

de vijfde alinea komt als volgt te luiden:

„De conferenties van het voorzitterschap die in het kader van het werkprogramma voor 2010 moeten worden medegefinancierd, zijn: een conferentie van het voorzitterschap over chronische ziekten die in oktober 2010 onder het Belgische voorzitterschap zal worden gehouden, en een conferentie van het voorzitterschap over actie op het gebied van preventie die in mei 2011 onder het Hongaarse voorzitterschap zal worden gehouden.”.

6)

In punt 2.6. Samenwerking met internationale organisaties, komt de tweede zin van de eerste alinea als volgt te luiden:

„Het totale indicatieve bedrag wordt geraamd op 2 600 000 EUR (circa 5,5 % van de operationele begroting).”.

7)

In punt 2.8. Andere activiteiten, komt de vierde zin van de tweede alinea als volgt te luiden:

„Een totaal bedrag van 1 100 000 EUR (circa 2,3 % van de operationele begroting) zal daarvoor worden bestemd.”.

8)

Punt 3.2.1.1. Ontwikkelen van de preventie en de bestrijding van bestaande of opkomende overdraagbare ziekten wordt als volgt gewijzigd:

a)

de eerste alinea wordt geschrapt;

b)

het volgende derde streepje wordt geschrapt:

„—

Ontwikkeling, uitvoering en analyse van de resultaten van een onderzoek naar de aanpak van tuberculose en de dienstverlening in het gezondheidsstelsel op het niveau van de lidstaten. Het doel van het onderzoek is het mogelijk maken van een beschrijvende analyse van de verschillende modellen in de context van de programmaprestaties. Een gedetailleerde beschrijving van de modellen voor de verlening van diensten in verband met tuberculose zou een meer doelmatige aanpak van de beoordeling van de toewijzing en de besteding van de middelen voor de bestrijding van tuberculose door de lidstaten mogelijk maken.

(Aanbesteding)”.

9)

Punt 3.2.1.2. Verbeteren van de paraatheid voor en de reactie op gezondheidscrises, waaronder klimaatverandering, kwesties in verband met grieppandemie en interregionale samenwerking wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende eerste streepje wordt geschrapt:

„—

De beoogde activiteiten omvatten: identificatie en uitwisseling van beste praktijken, opstelling van documenten, scholing, kwesties in verband met de media en de communicatie met het grote publiek en gezondheidswerkers, verdere ontwikkeling met modelleringsprojecten en technieken voor planning bij gezondheidscrises, referentierichtsnoeren voor crisisbeheer, opleiding van personeel en ondersteunend personeel om het hoofd te kunnen bieden aan onverwachte situaties, opleidingscurricula (aard van de opleiding, doel, inhoud), verspreiding van sleutelacties uit het programma van het gezondheidsbeveiligingscomité en het initiatief voor wereldwijde bescherming van de gezondheid (GHSI), evaluatie van de logistieke aspecten van het beheer van een crisissituatie, inclusief kwesties in verband met de continuïteit van de activiteiten, rekening houdend met de internationale dimensie van de evenementen.

(Aanbesteding)”;

b)

het volgende vijfde streepje wordt geschrapt:

„—

Onderzoek naar de bestaande wetgeving in de lidstaten inzake de verzameling van persoonsgegevens, met name in noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid. Het doel is de aanpak van de kwestie van de gegevensbescherming in dergelijke omstandigheden. De resultaten moeten bijdragen tot de verbetering van de coördinatie van de contacttraceeractiviteiten voor de beheersing van een bedreiging.

(Aanbesteding)”.

10)

Punt 3.2.1.3. Versterken van de bestaande reactiecapaciteit tegen bedreigingen met biologische, chemische en radiologische agentia, alsook de opkomende milieulast van ziekten wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende eerste streepje wordt geschrapt:

„—

Onderzoek en audit van de „nationale referentielaboratoria” voor chemicaliën en radioactieve stoffen, inclusief een workshop over gedeelde bekwaamheden en capaciteiten. Het doel van het onderzoek is het bekijken van de noodzaak van een EU- referentielaboratoriumproject door het verstrekken van een analytisch overzicht van de huidige situatie van de referentielaboratoria in de verschillende lidstaten en door het gedetailleerd bestuderen van het relevante bewijsmateriaal ter staving van de potentiële voor- en nadelen van de oprichting van een EU-referentienetwerk. Het moet aandacht besteden aan de minimale bestanddelen van een EU-referentielaboratoriumsysteem, inclusief kritieke elementen voor de ontwikkeling daarvan, en de nationale en internationale netwerking als voorwaarde voor het ondernemen van doeltreffende actie bij uitbraakonderzoeken en reacties.

(Aanbesteding)”;

b)

het volgende vierde streepje wordt geschrapt:

„—

Ondersteuning van de prioriteiten van het gezondheidsbeveiligingscomité voor 2010, waaronder de activiteiten van de secties en werkgroepen van het comité.

(Aanbesteding)”.

11)

In punt 3.2.2.1. Ontwikkelen van de preventie op het gebied van de patiëntenveiligheid, wordt het volgende eerste streepje geschrapt:

„—

Conferentie over de uitwisseling van beste praktijken en instrumenten op het gebied van patiëntenveiligheid. Het doel is de presentatie van de eerste resultaten van de in het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen (2009) voor projecten van het tweede gezondheidsprogramma ontwikkelde activiteiten en instrumenten en de vaststelling van een strategie voor de verspreiding en het gebruik daarvan. Aan de conferentie zullen vertegenwoordigers van de volksgezondheidsautoriteiten, gezondheidswerkers, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en deskundigen op het gebied van de risicobeoordeling deelnemen. De resultaten van de conferentie zullen het ook mogelijk maken dat het beleid inzake patiëntenveiligheid op nationaal en Europees niveau en het beleid op het gebied van de gezondheidszorg op elkaar worden afgestemd en dat de uitwisselings- en opleidingsmogelijkheden voor gezondheidswerkers, met name in grensoverschrijdende regio’s, worden verbeterd.

(Aanbesteding)”.

12)

Punt 3.2.2.2. Wetenschappelijk advies en risicobeoordeling wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende derde streepje wordt geschrapt:

„—

Dialoog over risicobeoordeling via een analyse van de vooruitzichten inzake nanotechnologieën. Het doel is de identificatie en bespreking van risicobeoordelingskwesties die naar voren komen met de invoering van nanotechnologieën van de tweede en de derde generatie.

(Administratieve overeenkomst met GCO)”;

b)

het volgende achtste streepje wordt geschrapt:

„—

Samenwerking op het gebied van de risicobeoordeling via workshops over specifieke of algemene thema’s in verband met de risicobeoordeling en de werkzaamheden van de wetenschappelijke comités van de Commissie voor niet-levensmiddelen ter bevordering van de dialoog tussen deskundigen.

(Aanbesteding)”;

c)

het volgende elfde streepje wordt geschrapt:

„—

Risicocommunicatie via de ontwikkeling van een professionele communicatiestrategie, bv. door de organisatie van een kleine workshop met journalisten die schrijven over wetenschappelijke onderwerpen.

(Aanbesteding)”;

d)

het volgende twaalfde streepje wordt geschrapt:

„—

Beoordeling van de huidige middelen en behoeften. Het doel is te zorgen voor het goed functioneren van de wetenschappelijke comités (vergelijkende analyse van EU-agentschappen met vergelijkbare rol).

(Aanbesteding)”.

13)

Punt 3.3.1.1. Bevordering van de Health in All Policies-aanpak wordt geschrapt.

14)

Punt 3.3.2.4. Seksuele gezondheid en hiv-aids wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende eerste streepje wordt geschrapt:

„—

Enquête naar de kennis van jongeren (12-17) over seksuele en reproductieve gezondheid in alle lidstaten van de Europese Unie. Het doel is de verbetering van de kennisbasis voor discussie over het voeren van passende actie op Europees niveau in verband met de seksuele gezondheid van jongeren.

(Aanbesteding)”;

b)

het volgende derde streepje wordt geschrapt:

„—

Identificatie van door marketingdeskundigen gebruikte methoden om jongeren te bereiken en te beoordelen of en hoe deze methoden kunnen worden toegepast om met jongeren over seksuele gezondheid te communiceren. Het doel is de discussie over seksuele gezondheid op EU-niveau te ondersteunen/bevorderen voor de verdere ontwikkeling van het EU-beleid.

(Aanbesteding)”.

15)

In punt 3.3.2.6. Preventie van verslaving, wordt het volgende achtste streepje geschrapt:

„—

Verlening van technische steun aan de Commissie voor de opstelling van een voortgangsverslag over de aanbeveling van de Raad van 18 juni 2003. Deze actie is opgenomen in het EU-actieplan inzake drugs 2009-2012 (actie 23). Het doel is de beoordeling van het effect van de verbeteringsmaatregelen van de schadebeperkingsdiensten, gebaseerd op het eerste verslag dat in 2007 is goedgekeurd, waarbij volledig gebruik wordt gemaakt van activiteiten die hun doeltreffendheid hebben bewezen, met name in gevangenis- en reïntegratiediensten, voor mensen die na de vrijlating uit de gevangenis nazorg ondergaan. Dit zal de Gemeenschap in staat stellen om tezamen met de lidstaten na te gaan of er behoefte bestaat aan verdere aanbevelingen.

(Aanbesteding)”.

16)

In punt 3.3.2.7. Preventie van ernstige en chronische ziekten en zeldzame ziekten, wordt het volgende tweede streepje geschrapt:

„—

Technische, wetenschappelijke en administratieve ondersteuning van het Europees partnerschap voor kankerbestrijding. De mededeling inzake kankerbestrijding: een Europees partnerschap identificeert specifieke acties op vier gebieden: preventie en gezondheidsbevordering, gezondheidszorg, kankeronderzoek, en informatie en gegevens. Het partnerschap zal verdere acties identificeren die moeten worden uitgevoerd om de in de mededeling vastgestelde doelstellingen te bereiken, waarbij het algemene doel de vermindering van de last van de ziekte in de Europese Unie is. Het doel van dit contract is de verlening van technische ondersteuning en advies voor het Europees partnerschap.

(Aanbesteding)”.

17)

In punt 3.4.1. Uitwisselen van kennis en beste praktijken, wordt het volgende tweede streepje geschrapt:

„—

Beleidsdialogen over fundamentele waarden en vaststelling en handhaving van de patiëntenrechten in geheel Europa. Het doel is tezamen met de lidstaten en de belanghebbenden op EU-niveau te beoordelen hoe patiëntenrechten worden ontwikkeld en gehandhaafd. De resultaten hiervan zullen dienen als basis voor discussie over de huidige en toekomstige initiatieven van de Commissie in verband met deze kwestie.

Deze beleidsdialogen, waarbij een breed scala van gezondheidsbeleidsactoren moet worden betrokken, moeten waardevolle resultaten voor de toekomstige werkzaamheden op EU-niveau opleveren. De Europese Waarnemingspost voor gezondheidszorgstelsels en -beleid biedt de nodige expertise, menselijke hulpbronnen en de relevante contacten om het beoogde spectrum te bestrijken, de doelgroep te bereiken en de gewenste resultaten af te leveren.

(Directe subsidieovereenkomst met de Europese Waarnemingspost voor gezondheidszorgstelsels en -beleid)”.

Gedaan te Brussel, 22 december 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 301 van 20.11.2007, blz. 3.

(2)  PB L 369 van 16.12.2004, blz. 73.

(3)  PB L 340 van 22.12.2009, blz. 1.


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europese Commissie

31.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 358/27


OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EACEA/35/10

Programma voor academische mobiliteit INTRA-ACS

Landen in Afrika (Mwalimu Nyerere), het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan

2010/C 358/05

1.   Doelstellingen en beschrijving

Doel van het programma is het bevorderen van duurzame ontwikkeling en armoedeverlichting door het vergroten van de beschikbaarheid van opgeleide en hoogwaardig gekwalificeerde beroepskrachten in landen in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan.

Het programma is gericht op het intensiveren van de samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan om zo de toegang tot kwaliteitsonderwijs te vergroten en het studenten mogelijk te maken postdoctoraal onderwijs te volgen alsook het behoud van studenten in de regio te bevorderen tegelijk met de mobiliteit van personeel (academisch en administratief) terwijl het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de instellingen zelf vergroot worden.

Meer specifiek beoogt het programma:

toegang te verschaffen tot hoger onderwijs aan studenten uit minder bedeelde groepen;

samenwerking te bevorderen op het gebied van erkenning van studies en kwalificaties;

een bijdrage te leveren aan de verbetering van de kwaliteit van hoger onderwijs door het bevorderen van internationalisering en het harmoniseren van programma’s en curricula binnen deelnemende instellingen;

de mogelijkheden voor internationale samenwerking van de instellingen voor hoger onderwijs in landen in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan te vergroten;

de samenwerking tussen de uitzendende en ontvangende instellingen te bevorderen;

het studenten, academici en medewerkers mogelijk te maken op taalkundig, cultureel en professioneel gebied te profiteren van een in het kader van mobiliteit in een ander land opgedane ervaring;

op de middellange termijn de politieke, culturele, onderwijskundige en economische banden tussen de deelnemende landen te versterken.

2.   In aanmerking komende kandidaten en samenstelling van het partnerschap

Voor subsidie in aanmerking komende kandidaten zijn instellingen voor hoger onderwijs in landen in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan die onderwijs op doctoraal en/of postdoctoraal niveau verzorgen en erkend worden door de bevoegde instanties in hun eigen land. Alleen nationale instellingen voor hoger onderwijs in ACS-landen die erkend zijn door de relevante nationale autoriteiten in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan komen voor subsidie in aanmerking. Afdelingen van instellingen voor hoger onderwijs buiten Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan komen niet voor subsidie in aanmerking.

Het partnerschap zal bestaan uit drie à twaalf instellingen voor hoger onderwijs.

3.   Subsidiabele activiteiten en duur

Het project impliceert de identificatie van bestaande, kwalitatief hoogwaardige master- en doctoraalprogramma’s, de organisatie en tenuitvoerlegging van studenten- en personeelsmobiliteit op dit niveau van hoger onderwijs, het verschaffen van onderwijs/opleiding en andere diensten aan buitenlandse studenten alsook onderricht/opleiding en onderzoeksopdrachten en andere diensten aan personeel van de aan het project deelnemende landen. De activiteiten moeten plaatsvinden in één van de voor de oproep tot het indienen van voorstellen in aanmerking komende landen die deelnemen aan het partnerschap.

De geplande duur van een project (inclusief het organiseren en ten uitvoer leggen van de mobiliteit) mag niet meer bedragen dan maximaal 54 maanden; in naar behoren met redenen omklede gevallen kan deze duur oplopen tot maximaal 60 maanden.

4.   Gunningscriteria

Alle aanvragen worden door externe deskundigen getoetst aan onderstaande drie gunningscriteria:

Criteria

Weging

1.

Relevantie

20 %

2.

Kwaliteit

70 %

2.1.

Academische kwaliteit

15 %

2.2.

Samenstelling van het partnerschap en samenwerkingsmechanismen

20 %

2.3.

Organisatie en tenuitvoerlegging van de mobiliteit

20 %

2.4.

Studenten-/personeelsfaciliteiten en follow-up

15 %

3.

Duurzaamheid

10 %

Totaal

100 %

5.   Begroting en subsidiebedragen

Het totale indicatieve bedrag dat in het kader van deze oproep tot het indienen van voorstellen beschikbaar wordt gesteld is 9 miljoen EUR voor de volgende geografische regio’s en moet ongeveer 300 mobiliteitsstromen mogelijk maken:

Partij

Geografische regio’s

Indicatief totaalbedrag

Partij 1

Afrika

7 miljoen EUR

Partij 2

Stille Oceaan en Caraïbisch gebied

2 miljoen EUR

6.   Indiening van voorstellen en uiterste datum

Alleen subsidieaanvragen die via het juiste, naar behoren ingevulde aanvraagformulier worden ingediend samen met de benodigde bijlagen worden aanvaard. De subsidieaanvraag moet voorzien zijn van een datum en zijn ondertekend door de persoon die gemachtigd is om wettelijk bindende overeenkomsten aan te gaan uit naam van de aanvragende organisatie.

Alle aanvullende informatie die door de aanvrager noodzakelijk wordt geacht, kan op aparte vellen worden bijgevoegd.

De subsidieaanvraag met bijlagen moet per aangetekende post aan het volgende adres worden gezonden:

Uitvoerend Agentschap Onderwijs, Audiovisuele Media en Cultuur

Oproep tot het indienen van voorstellen EACEA/35/10 — „Programma voor academische mobiliteit Intra-ACS”

T.a.v. dhr. Joachim FRONIA

BOUR 02/29

Bourgetlaan 1

1040 Brussel

BELGIË

De subsidieaanvraag moet ook in elektronische versie naar het volgende e-mailadres gestuurd worden:

EACEA-INTRA-ACP@ec.europa.eu

De naar behoren ingevulde subsidieaanvraag en bijlagen moeten uiterlijk 6 mei 2011 (datum poststempel) verstuurd worden.

Alleen aanvragen die binnen de vastgestelde termijn zijn ingediend en die in overeenstemming zijn met de op het aanvraagformulier aangegeven vereisten, zullen worden aanvaard. Aanvragen die uitsluitend per fax of e-mail worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

Alle noodzakelijke documenten zijn beschikbaar op het volgende adres:

http://eacea.ec.europa.eu/intra_acp_mobility