ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2010.329.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 329

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

53e jaargang
7 december 2010


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 329/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6014 — GDF Suez/Certain Assets of Acea Electrabel) ( 1 )

1

2010/C 329/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.5875 — Lactalis/Puleva Dairy) ( 1 )

1

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 329/03

Wisselkoersen van de euro

2

2010/C 329/04

Mededeling van de Commissie inzake de niet-aangevraagde hoeveelheid die moet worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april 2011 tot en met 30 juni 2011 vastgestelde hoeveelheid voor bepaalde contingenten die de Gemeenschap heeft geopend voor producten van de sector vlees van pluimvee

3

2010/C 329/05

Mededeling van de Commissie tot wijziging van de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen in kleine en middelgrote ondernemingen ( 1 )

4

2010/C 329/06

Mededeling van de Commissie tot wijziging van de toepassingstermijn van de mededeling van de Commissie aan de lidstaten ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag op kortlopende exportkredietverzekering ( 1 )

6

2010/C 329/07

Mededeling van de Commissie betreffende de toepassing vanaf 1 januari 2011 van de staatssteunregels op maatregelen ter ondersteuning van banken in het kader van de financiële crisis ( 1 )

7

2010/C 329/08

Inbreuk 2006/4524 — AUMSA — Aankondiging van afsluiting

11

 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2010/C 329/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5999 — Sanofi-Aventis/Genzyme) ( 1 )

12

2010/C 329/10

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5984 — Intel/McAfee) ( 1 )

13

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

7.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 329/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6014 — GDF Suez/Certain Assets of Acea Electrabel)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 329/01

Op 24 november 2010 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32010M6014. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


7.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 329/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.5875 — Lactalis/Puleva Dairy)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 329/02

Op 23 augustus 2010 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Frans en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32010M5875. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

7.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 329/2


Wisselkoersen van de euro (1)

6 december 2010

2010/C 329/03

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3280

JPY

Japanse yen

110,06

DKK

Deense kroon

7,4525

GBP

Pond sterling

0,84720

SEK

Zweedse kroon

9,1115

CHF

Zwitserse frank

1,3084

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,9785

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,043

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

280,15

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7098

PLN

Poolse zloty

4,0190

RON

Roemeense leu

4,3060

TRY

Turkse lira

1,9722

AUD

Australische dollar

1,3454

CAD

Canadese dollar

1,3366

HKD

Hongkongse dollar

10,3113

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7469

SGD

Singaporese dollar

1,7345

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 507,76

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,1756

CNY

Chinese yuan renminbi

8,8291

HRK

Kroatische kuna

7,3753

IDR

Indonesische roepia

11 983,86

MYR

Maleisische ringgit

4,1790

PHP

Filipijnse peso

58,097

RUB

Russische roebel

41,5395

THB

Thaise baht

39,860

BRL

Braziliaanse real

2,2405

MXN

Mexicaanse peso

16,4460

INR

Indiase roepie

59,6700


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


7.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 329/3


Mededeling van de Commissie inzake de niet-aangevraagde hoeveelheid die moet worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april 2011 tot en met 30 juni 2011 vastgestelde hoeveelheid voor bepaalde contingenten die de Gemeenschap heeft geopend voor producten van de sector vlees van pluimvee

2010/C 329/04

Bij Verordening (EG) nr. 616/2007 van de Commissie (1) zijn tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sector vlees van pluimvee. De in de eerste zeven dagen van oktober 2010 voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2011 ingediende invoercertificaataanvragen hebben, voor de contingenten 09.4212, 09.4214, 09.4217 en 09.4218, betrekking op een hoeveelheid die kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid. Overeenkomstig artikel 7, lid 4, tweede zin, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (2) worden de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode, van 1 april tot en met 30 juni 2011, vastgestelde hoeveelheid. De betrokken hoeveelheden zijn opgenomen in de bijlage bij deze mededeling.


(1)  PB L 142 van 5.6.2007, blz. 3.

(2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.


BIJLAGE

Contingentnummer

Niet-aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 april 2011 t/m 30 juni 2011 vastgestelde hoeveelheid

(in kg)

09.4212

74 088 000

09.4214

3 269 290

09.4217

18 202 000

09.4218

9 276 800


7.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 329/4


Mededeling van de Commissie tot wijziging van de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen in kleine en middelgrote ondernemingen

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 329/05

1.   INLEIDING

De communautaire richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen in kleine en middelgrote ondernemingen (1) („de richtsnoeren”) bevatten de voorwaarden die lidstaten in acht moeten nemen bij het verlenen van staatssteun ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen, met name om ervoor te zorgen dat particuliere investeerders en particuliere tussenpersonen niet door die steun worden weggedrukt.

De richtsnoeren zijn sinds 18 augustus 2006 van toepassing. Enkele bepalingen van de richtsnoeren zijn sindsdien opgenomen in Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening) (2) die op 29 augustus 2008 in werking is getreden.

De mededeling van de Commissie — Tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis (3), is sinds 17 december 2008 van toepassing en bevat een tijdelijke aanpassing van de in de richtsnoeren genoemde maxima en minima, waardoor een lagere deelname van particuliere investeerders en hogere investeringstranches werden toegestaan.

De Commissie is nagegaan of bepaalde wijzigingen die met de tijdelijke kaderregeling waren ingevoerd, een permanent karakter zouden moeten krijgen. Marktgegevens lijken aan te tonen dat durfkapitaalmarkten zich nog steeds niet hebben hersteld tot het niveau van voor de crisis. De groep van risicokapitaalinvesteerders is in omvang afgenomen ten opzichte van 2008. De voor de hand liggende verklaring is dat de risicoaversie is toegenomen. Op basis van de meest recente beschikbare gegevens en de ervaringen van eerdere recessies zijn er sterke aanwijzingen dat met name bedrijven die zich bezighouden met technologie die zich nog in de startfase bevindt, langdurig zullen worden geconfronteerd met een te laag aanbod van risicokapitaal, zelfs wanneer zij vooruitzicht op groei hebben.

Bovendien laat recent onderzoek zien dat de bovengrens van de equity gap (het aandelenkapitaaltekort) voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) breder kan zijn dan tot nog toe werd aangenomen.

De Commissie acht daarom de volgende wijzigingen in de richtsnoeren noodzakelijk.

2.   WIJZIGINGEN IN DE RICHTSNOEREN

De volgende wijzigingen in de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen in kleine en middelgrote ondernemingen zijn met ingang van 1 januari 2011 van toepassing:

1.

Punt 4.3.1. komt als volgt te luiden:

„4.3.1.   Plafond voor investeringstranches

De risicokapitaalmaatregel voorziet in financieringstranches, geheel of ten dele uit staatssteun gefinancierd, van maximaal 2,5 miljoen EUR per doel-KMO over een periode van twaalf maanden.”

2.

Punt 5.1, onder a) komt als volgt te luiden:

„a)   Maatregelen inzake investeringstranches die de veilige haven drempel van 2,5 miljoen EUR per doel-KMO over een periode van twaalf maanden overschrijden

De Commissie is zich ervan bewust dat de risicokapitaalmarkt en het aandelenkapitaaltekort voortdurend schommelingen vertonen en dat de mate waarin ondernemingen onder marktfalen te lijden hebben, afhankelijk is van hun grootte, de fase van bedrijfsontwikkeling waarin zij zich bevinden en van de economische sector waartoe zij behoren. Daarom is de Commissie bereid te overwegen, risicokapitaalmaatregelen met investeringstranches die de drempel van 2,5 miljoen EUR per onderneming over een periode van één jaar overschrijden, verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren, mits de nodige bewijzen voor het marktfalen worden verstrekt.”

3.

In punt 5.2.1 komen de titel en de aanhef als volgt te luiden:

„5.2.1.   Bestaan van en bewijzen voor marktfalen

In geval van risicokapitaalmaatregelen voor investeringstranches in doelondernemingen die verder gaan dan de in afdeling 4 uiteengezette voorwaarden, met name maatregelen die voorzien in investeringstranches van meer dan 2,5 miljoen EUR per doel-KMO per periode van twaalf maanden, vervolginvesteringen of de financiering van de expansiefase van middelgrote ondernemingen in niet-steungebieden, evenals voor maatregelen die specifiek betrekking hebben op een investeringsinstrument, verlangt de Commissie voor het aan te pakken marktfalen aanvullende bewijzen op elk niveau waarop steun aanwezig kan zijn, voordat zij de voorgenomen risicokapitaalmaatregelen verenigbaar met de gemeenschappelijke markt verklaart. Deze bewijzen zijn gebaseerd op een onafhankelijke studie, waarin de omvang van het aandelenkapitaaltekort voor de ondernemingen en sectoren waarop de risicokapitaalmaatregel is gericht, wordt aangetoond. De betrokken gegevens hebben betrekking op de risicokapitaalverschaffing en het aantrekken van kapitaal, maar ook op het belang van de durfkapitaalsector in de plaatselijke economie. In het ideale geval moeten de gegevens worden verstrekt voor perioden van drie tot vijf jaar, die voorafgaan aan de tenuitvoerlegging van de maatregel en ook voor de toekomst, op de grondslag van redelijke prognoses, voor zover beschikbaar. De te verstrekken bewijsstukken kunnen bijvoorbeeld het volgende omvatten:”


(1)  PB C 194 van 18.8.2006, blz. 2.

(2)  PB L 214 van 9.8.2008, blz. 3.

(3)  PB C 16 van 21.1.2009, blz. 1.


7.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 329/6


Mededeling van de Commissie tot wijziging van de toepassingstermijn van de mededeling van de Commissie aan de lidstaten ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag op kortlopende exportkredietverzekering

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 329/06

I.   INLEIDING

De mededeling van de Commissie aan de lidstaten ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag op kortlopende exportkredietverzekering (1) („de mededeling van 1997”) is in 1997 vastgesteld en zou gelden voor een periode van vijf jaar vanaf 1 januari 1998. Die mededeling is vervolgens gewijzigd en de toepassingstermijn ervan is in 2001 (2), 2004 (3) en 2005 (4) verlengd. Zij is nu van toepassing tot en met 31 december 2010.

In de mededeling van 1997 wordt bepaald dat verhandelbare risico’s niet mogen worden gedekt door een door de lidstaten gesteunde exportkredietverzekering. Verhandelbare risico's zijn commerciële en politieke risico's met betrekking tot openbare en niet-openbare debiteuren die gevestigd zijn in de in de bijlage bij die mededeling vermelde landen, met een maximale risicoperiode van minder dan twee jaar. Punt 4.4 van de mededeling van 1997 biedt echter de mogelijkheid om die risico's onder bepaalde voorwaarden tijdelijk door een openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraar te laten verzekeren.

In december 2008 heeft de Commissie naar aanleiding van de financiële crisis de mededeling van de Commissie — Tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis (5) vastgesteld, waarbij de procedure van punt 4.4. van de mededeling van 1997 tijdelijk werd vereenvoudigd wat betreft het bewijs dat er geen dekking beschikbaar is voor kortlopende exportkredieten.

Sinds de vaststelling van de mededeling in 1997 en vóór het uitbreken van de financiële crisis heeft de Commissie de mededeling van 1997 slechts in enkele gevallen toegepast. De ervaring die tot nog toe is opgedaan met het beoordelen van overheidsmaatregelen in het marktsegment van kortlopende exportkredieten is voornamelijk zeer recent en kan nog niet volledig worden geëvalueerd. Bovendien kan er als gevolg van de huidige financiële crisis in sommige lidstaten nog steeds onvoldoende verzekerings- of herverzekeringscapaciteit zijn om verhandelbare risico's te dekken, zodat overheidsingrijpen te rechtvaardigen valt.

Gelet op de beperkte informatie die beschikbaar is en de noodzaak om bij de behandeling van door de Staat gesteunde kortlopende exportkredietverzekeringen in een onzekere economische situatie voor continuïteit en rechtszekerheid te zorgen, heeft de Commissie besloten de toepassingstermijn van de mededeling van 1997 te verlengen tot en met 31 december 2012.

II.   WIJZIGING VAN DE MEDEDELING VAN 1997

De volgende wijziging van de mededeling van de Commissie aan de lidstaten ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag op kortlopende exportkredietverzekering is met ingang van 1 januari 2011 van toepassing:

Punt 4.5 komt als volgt te luiden:

„Deze mededeling is van toepassing tot en met 31 december 2012.”.


(1)  PB C 281 van 17.9.1997, blz. 4.

(2)  PB C 217 van 2.8.2001, blz. 2.

(3)  PB C 307 van 11.12.2004, blz. 12.

(4)  PB C 325 van 22.12.2005, blz. 22.

(5)  PB C 16 van 22.1.2009, blz. 1.


7.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 329/7


Mededeling van de Commissie betreffende de toepassing vanaf 1 januari 2011 van de staatssteunregels op maatregelen ter ondersteuning van banken in het kader van de financiële crisis

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 329/07

1.   INLEIDING

1.

Sinds het uitbreken van de wereldwijde financiële crisis in het najaar 2008 heeft de Commissie in vier mededelingen nader aangegeven wat de criteria zijn om overheidsondersteuning voor financiële instellingen (1) met de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verenigbaar te doen zijn. Die mededelingen zijn de mededeling over de toepassing van de staatssteunregels op maatregelen in het kader van de huidige wereldwijde financiële crisis genomen met betrekking tot financiële instellingen (2) (de bankenmededeling), de mededeling over de herkapitalisatie van financiële instellingen in de huidige financiële crisis: beperking van steun tot het noodzakelijke minimum en bescherming tegen buitensporige mededingingsverstoringen (3) (de herkapitalisatiemededeling), de mededeling van de Commissie betreffende de behandeling van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa in de communautaire banken (4) (de mededeling besmette activa) en de mededeling van de Commissie betreffende het herstel van de levensvatbaarheid en de beoordeling van de herstructureringsmaatregelen in de financiële sector in de huidige crisis met inachtneming van de staatssteunregels (5) (de herstructureringsmededeling). In drie van die vier mededelingen (de bankenmededeling, de herkapitalisatiemededeling en de mededeling besmette activa) wordt uiteengezet op welke voorwaarden de belangrijkste vormen van door de lidstaten verleende steun (garanties voor verplichtingen, herkapitalisaties en maatregelen voor activaondersteuning) verenigbaar zijn, terwijl in de herstructureringsmededeling nader wordt beschreven welke specifieke elementen een herstructureringsplan (of een plan voor het herstel van de levensvatbaarheid) dient te bevatten in de bijzondere context van crisissteun die op grond van artikel 107, lid 3, onder b), van het Verdrag aan financiële instellingen wordt verleend.

2.

In elk van deze vier mededelingen wordt benadrukt dat dit soort steunmaatregelen slechts tijdelijk kan worden geaccepteerd; telkens wordt ook verklaard dat dit soort steunmaatregelen alleen te verdedigen valt als een noodmaatregel tegen de ongeziene spanning op de financiële markten en alleen zolang die buitengewone omstandigheden aanhouden. De herstructureringsmededeling geldt voor herstructureringssteun die vóór 31 december 2010 is aangemeld, maar voor de overige mededelingen is er geen einddatum vastgesteld.

3.

In de onderhavige mededeling wordt uiteengezet wat de criteria zijn om crisissteun aan banken na 1 januari 2011 tijdelijk te kunnen accepteren.

2.   ARTIKEL 107, LID 3, ONDER B), VAN HET VERDRAG BLIJFT VAN TOEPASSING — VERLENGING VAN DE GELDIGHEIDSDUUR VAN DE HERSTRUCTURERINGSMEDEDELING

4.

De mededelingen van de Commissie over crisissteun aan banken, maar ook alle individuele beschikkingen en besluiten inzake steunmaatregelen en steunregelingen die onder die mededelingen vallen, zijn vastgesteld met artikel 107, lid 3, onder b), van het Verdrag als rechtsgrondslag; die bepaling staat bij wijze van uitzondering steun toe om een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat op te heffen. Op het hoogtepunt van de crisis was, gezien de buitengewone druk op de financiële markten — waarbij nadien nog een uitzonderlijk sterke krimp in de reële economie kwam —, de voorwaarde van „een ernstige verstoring” zonder enige twijfel overal in de Unie vervuld.

5.

Het economisch herstel dat sinds het begin van 2010 langzaam is ingezet, verloopt in een enigszins hoger tempo dan eerder dit jaar werd verwacht. Hoewel het herstel nog broos is en niet in de gehele Unie gelijkmatig verloopt, vertonen sommige lidstaten bescheiden of zelfs flinke groeipercentages. Bovendien is de bankensector, ondanks bepaalde kwetsbaarheden hier en daar, over het algemeen gezonder dan een jaar geleden. Het is dan ook niet langer even vanzelfsprekend als in de beginfasen van de crisis dat er in de economie van alle lidstaten sprake is van een ernstige verstoring. De Commissie is zich weliswaar bewust van deze ontwikkelingen, maar blijft van oordeel dat de voorwaarden vervuld zijn om staatssteun op grond van artikel 107, lid 3, onder b), van het Verdrag goed te keuren, gezien de onlangs opnieuw opgetreden spanning op de financiële markten en het gevaar van ruimere negatieve overloopeffecten, om de in deze mededeling uiteen te zetten redenen.

6.

De nieuwe spanningen op de staatsschuldmarkten maken de aanhoudende volatiliteit op de financiële markten pijnlijk duidelijk. De nauwe onderlinge verwevenheid en de sterke onderlinge afhankelijkheid binnen de financiële sector in de Unie heeft aanleiding gegeven tot zorgen op de markten over besmetting. De hoge volatiliteit van de financiële markten en de onzekerheid over de economische vooruitzichten rechtvaardigen dat de lidstaten, bij wijze van vangnet, de mogelijkheid moeten blijven houden om aan te voeren dat zij crisissteun op grond van artikel 107, lid 3, onder b), van het Verdrag moeten kunnen inzetten.

7.

Daarom moeten de bankenmededeling, de herkapitalisatiemededeling en de mededeling besmette activa, die de nodige aanwijzingen geven in verband met de criteria voor de verenigbaarheid van crisissteun aan banken op grond van artikel 107, lid 3, onder b), van het Verdrag (met name in de vorm van overheidsgaranties, herkapitalisaties en maatregelen voor activaondersteuning), ook na 31 december 2010 van kracht blijven. In diezelfde lijn dient ook de herstructureringsmededeling, die over de follow-up voor dat soort ondersteuningsmaatregelen gaat, na die datum van kracht te blijven. De looptijd van de herstructureringsmededeling — die als enige van de vier mededelingen een vastgestelde einddatum heeft (31 december 2010) — dient daarom te worden verlengd ten aanzien van tot uiterlijk 31 december 2011 aangemelde herstructureringssteun.

8.

Die mededelingen dienen echter te worden aangepast om de overgang naar een regeling voor de periode na de crisis voor te bereiden. Daarnaast dienen nieuwe, permanente staatssteunregels te worden uitgewerkt voor het redden en herstructureren van banken onder normale marktomstandigheden die, voor zover de marktomstandigheden het toelaten, dienen te gelden vanaf 1 januari 2012. Of de buitengewone crisissteun van de staten voor de financiële sector nodig blijft, dient met die doelstelling voor ogen te worden bezien. Daarbij komt het erop aan de verenigbaarheidsvoorwaarden voor dit soort steun vast te stellen op een wijze die de beste voorbereiding vormt op de nieuwe, op artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag gebaseerde regeling voor het redden en herstructureren van banken.

3.   GELEIDELIJKE TERUGTREKKING STIMULEREN

9.

Dat wegens de uitzonderlijke marktomstandigheden steunmaatregelen op grond van artikel 107, lid 3, onder b), van het Verdrag beschikbaar blijven, mag geen belemmering vormen voor het proces van terugtrekking uit de tijdelijke, buitengewone ondersteuningsmaatregelen voor banken. De Raad Economische en Financiële Zaken van 2 december 2009 heeft in zijn conclusies verklaard dat voor de afbouw van steunmaatregelen een strategie moet worden uitgewerkt die transparant moet zijn en die naar behoren wordt gecoördineerd tussen de lidstaten om negatieve overloopeffecten te voorkomen, waarbij rekening wordt gehouden met de speciale omstandigheden in elke lidstaat (6). In die conclusies wordt voorts verklaard dat de eerste stap in de afbouw van de diverse vormen van steun aan banken in beginsel de beëindiging van regelingen voor overheidsgaranties moet zijn, zodat gezonde banken ertoe worden aangezet uit deze regelingen te stappen en andere banken worden gestimuleerd iets aan hun zwakke punten te doen.

10.

Sinds 1 juli 2010 hanteert de Commissie strengere voorwaarden om overheidsgaranties op grond van artikel 107, lid 3, onder b), van het Verdrag verenigbaar te verklaren (7); zij heeft namelijk de garantiepremie verhoogd en de nieuwe eis ingevoerd dat begunstigde ondernemingen die een beroep doen op nieuwe garanties en die voor hun totale uitstaande gegarandeerde verplichtingen, zowel in absolute termen als ten opzichte van hun totale verplichtingen, een bepaalde drempel overschrijden, een plan voor het herstel van hun levensvatbaarheid moeten indienen (8). De Commissie heeft de looptijd van deze aangepaste garantieregelingen uitdrukkelijk tot de tweede helft van 2010 beperkt. Gezien de huidige toestand op de markt en de korte tijd die sinds de introductie van nieuwe tariferingsvoorwaarden is verstreken, lijkt een verdere aanpassing van deze voorwaarden momenteel niet noodzakelijk te zijn. Regelingen voor overheidsgaranties waarvoor de goedkeuring op grond van de staatssteunregels eind 2010 afloopt, kunnen derhalve voor nogmaals zes maanden worden goedgekeurd, tot 30 juni 2011, op grond van de voorwaarden die vanaf juli 2010 zijn ingevoerd (9). Overeenkomstig haar praktijk tot dusver, zal de Commissie de voorwaarden voor de verenigbaarheid van overheidsgaranties voor de periode na 30 juni 2011 in de eerste helft van 2011 opnieuw bezien.

11.

In de navolgende punten zet de Commissie uiteen, in welke stappen een geleidelijke afbouw ten aanzien van herkapitalisatiemaatregelen en maatregelen ten behoeve van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa zou moeten verlopen, omdat voor die maatregelen, afgezien van de nu al via tarifering gegeven prikkels om uit dat soort regelingen te stappen, nog geen verdere stappen zijn gezet.

4.   GEEN ONDERSCHEID MEER TUSSEN GEZONDE EN NOODLIJDENDE BANKEN WAT BETREFT DE VERPLICHTING EEN HERSTRUCTURERINGSPLAN IN TE DIENEN

12.

Bij het uitbreken van de crisis had de Commissie een onderscheid gemaakt tussen ongezonde/noodlijdende financiele instellingen en fundamenteel gezonde financiële instellingen, dat wil zeggen tussen financiële instellingen die te kampen hadden met endogene structurele problemen die bijvoorbeeld verband houden met hun specifieke businessmodel of investeringsstrategie, en financiële instellingen waarvan de problemen uitsluitend en in ruime mate te maken hadden met de buitengewone omstandigheden van de financiële crisis, en niet zozeer met de vraag of hun businessmodel gezond was, hun gebrek aan doelmatigheid of de buitensporige risico's die zij hadden genomen. Dit onderscheid berust met name op een aantal parameters dat in de herkapitalisatiemededeling is uiteengezet: kapitaaltoereikendheid, huidige credit default swap (CDs) spreads, huidige rating van de bank en haar outlook, en onder meer ook de relatieve omvang van de herkapitalisatie. Wat dit laatste punt betreft, beschouwt de Commissie het feit dat een bank voor meer dan 2 % van haar risicogewogen activa steun ontvangt in de vorm van maatregelen voor herkapitalisatie en activaondersteuning, als een criterium om een onderscheid te maken tussen fundamenteel gezonde banken en noodlijdende banken. Bij de herkapitalisatie van een noodlijdende bank moet een herstructureringsplan bij de Commissie worden ingediend, terwijl bij de herkapitalisatie van een gezonde bank een plan voor het herstel van de levensvatbaarheid moet worden ingediend.

13.

Aanvankelijk was de achterliggende reden om dat onderscheid te maken en om een reeks parameters te bepalen, waaronder een drempel van 2 % van de risicogewogen activa van een bank, de vrees dat ten gevolge van bijzondere waardeverminderingen ontstane kapitaalbehoeften, hogere verwachtingen van de markten ten aanzien van het kapitaalniveau van banken en tijdelijke moeilijkheden om kapitaal op de markt aan te trekken anders ertoe zouden leiden dat gezonde banken hun kredietverschaffing aan de reële economie zouden inkrimpen om te vermijden dat zij een herstructureringsplan moesten indienen wanneer zij op staatsmiddelen een beroep zouden doen. Momenteel heeft de bankensector het in het algemeen echter minder moeilijk om kapitaal aan te trekken op de markten of onder meer via ingehouden winsten (10), zodat zij in hun kapitaalbehoeften kunnen voorzien zonder een beroep te moeten doen op staatssteun (11). Het bedrag aan kapitaal dat financiële instellingen op de markten hebben binnengehaald, is in de loop van 2009 en 2010 aanzienlijk toegenomen, hetgeen aantoont dat financiële instellingen opnieuw toegang krijgen tot de kapitaalmarkten en dat zij op nieuwe prudentiële eisen anticiperen (12).

14.

Het onderscheid tussen gezonde en noodlijdende banken lijkt dus niet langer relevant te zijn om te bepalen of banken over hun herstructurering met de Commissie in overleg moeten treden. Bijgevolg dient van banken die in 2011 voor het aantrekken van kapitaal of ten behoeve van maatregelen voor aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa nog steeds een beroep doen op de staat, te worden geëist dat zij bij de Commissie een herstructureringsplan indienen waaruit de vaste wil van de bank blijkt om de noodzakelijke herstructureringsinspanningen te leveren en zonder verdere vertraging opnieuw levensvatbaar te worden. Vanaf 1 januari 2011 zal dan ook een herstructureringsplan worden geëist van iedere begunstigde van een nieuwe herkapitalisatiemaatregel of maatregel ten behoeve van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa (13).

15.

Bij de beoordeling van de herstructureringsbehoeften van banken houdt de Commissie rekening met de specifieke situatie van iedere instelling, de mate waarin een dergelijke herstructurering noodzakelijk is om de levensvatbaarheid te herstellen zonder verdere overheidsondersteuning, alsmede de vraag of al eerder op staatssteun een beroep moest worden gedaan. Als algemene regel geldt dat hoe meer een beroep op staatssteun moet worden gedaan, des te sterker dit een aanwijzing is dat de bank een ingrijpende herstructurering moet ondergaan om haar levensvatbaarheid op lange termijn veilig te stellen. Bij deze individuele beoordeling wordt voorts rekening gehouden met eventuele specifieke situaties op de markten en wordt het herstructureringskader op voldoende soepele wijze toegepast in het geval van een zware schok die de financiële stabiliteit in een of meer lidstaten in gevaar brengt.

16.

Met de eis dat een herstructureringsplan moet worden ingediend door banken die structurele steun krijgen, dat wil zeggen herkapitalisatiemaatregelen en/of maatregelen ten behoeve van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa, — ofschoon een beroep op herfinancieringsgaranties op zichzelf nog niet met zich brengt dat een herstructureringsplan moet worden ingediend (14) — krijgen banken een signaal dat zij zich, nu de financiële sector geleidelijk de crisissituatie te boven komt, moeten voorbereiden op een terugkeer naar normale marktmechanismen zonder overheidsondersteuning. Met deze eis worden individuele instellingen die nog steun nodig hebben, geprikkeld om de noodzakelijke herstructurering te versnellen. Tegelijkertijd biedt een en ander voldoende flexibiliteit om afdoende rekening te houden met potentieel verschillende omstandigheden waarin de verschillende banken of nationale financiële markten zich bevinden. Ook wordt hiermee een oplossing geboden voor een mogelijke algehele of één land treffende verslechtering met betrekking tot de financiele stabiliteit, hetgeen momenteel, gezien de nog broze toestand van de financiële markten, niet kan worden uitgesloten.

5.   GELDIGHEIDSDUUR — ALGEMENE VERWACHTINGEN

17.

De verlengde toepasselijkheid van artikel 107, lid 3, onder b), van het Verdrag en de verlenging van de herstructureringsmededeling gelden voor een periode van één jaar, tot en met 31 december 2011 (15). Deze verlenging, op aangepaste voorwaarden, dient ook te worden gezien in het kader van een geleidelijke overgang naar een duurzame regeling met richtsnoeren voor staatssteun ten behoeve van de redding en herstructurering van banken op grond van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag, die, voor zover de marktomstandigheden het toelaten, vanaf 1 januari 2012 moet gaan gelden.


(1)  Eenvoudigheidshalve worden financiële instellingen in dit document kortweg „banken” genoemd.

(2)  PB C 270 van 25.10.2008, blz. 8.

(3)  PB C 10 van 15.1.2009, blz. 2.

(4)  PB C 72 van 26.3.2009, blz. 1.

(5)  PB C 195 van 19.8.2009, blz. 9.

(6)  De Europese Raad heeft zich tijdens zijn bijeenkomst van 11 december 2009 achter deze conclusies geschaard. In diezelfde lijn heeft het Europees Parlement in zijn resolutie van 9 maart 2010 over het verslag over het mededingingsbeleid 2008 (http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&language=NL&reference=P7-TA-2010-0050) beklemtoond dat staatsinterventie niet buitensporig verlengd mag worden en dat exitstrategieën zo snel mogelijk gedetailleerd moeten worden uitgewerkt.

(7)  Zie het werkdocument van Directoraat-generaal Concurrentie van 30 april 2010 over de toepassing van de staatssteunregels op na 30 juni 2010 uit te vaardigen overheidssteunregelingen voor bankschulden, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/state_aid/studies_reports/phase_out_bank_guarantees.pdf

(8)  Met een flexibiliteitsclausule die de mogelijkheid biedt een nieuwe beoordeling van de situatie te verrichten en passende oplossingen uit te werken in het geval van een nieuwe zware schok op de financiële markten in de gehele Unie of in één of meer lidstaten. Geen van de lidstaten die een verlenging van hun garantieregelingen tot eind 2010 hebben aangemeld, heeft van deze flexibiliteitsclausule gebruikgemaakt.

(9)  Hetzelfde geldt voor liquiditeitsregelingen.

(10)  Om de kapitaalbuffers te versterken, hebben banken besloten niet-strategische activa zoals industriële participaties van de hand te doen, of zich op specifieke geografische sectoren toe te spitsen. Zie in dat verband Europese Centrale Bank, EU Banking Sector Stability, september 2010.

(11)  Volgens de Europese Centrale Bank is in alle lidstaten de totale solvabiliteitsratio van banken in de loop van 2009 aanzienlijk toegenomen. Bovendien blijkt uit gegevens over een steekproef van grote banken in de Unie dat de verbetering van kapitaalratio's in de eerste helft van 2010 aanhield, geflankeerd door een toename van de ingehouden winst, het aantrekken van extra particulier kapitaal en kapitaalinjecties met overheidsmiddelen voor bepaalde banken. Zie Europese Centrale Bank, EU Banking Sector Stability, september 2010.

(12)  Het toekomstige toezichtskader dat door het Basel Committee on Banking Supersision (BCBS) is uitgewerkt („Bazel III”), zet een route uit voor de tenuitvoerlegging van de nieuwe kapitaalregels, zodat banken op termijn aan de nieuwe kapitaaleisen kunnen voldoen. In dit verband is het interessant op te merken dat, ten eerste, de meeste van de grote banken in de Unie hun kapitaalbuffers de voorbije twee jaar hebben versterkt om hun verliesabsorptiecapaciteit te verbeteren, en dat, ten tweede, de andere banken in de Unie over voldoende tijd zouden moeten beschikken (tot 2019) om hun kapitaalbuffer op te bouwen, onder meer door winst in te houden. Voorts zij vermeld dat in de „overgangsregelingen” die in het nieuwe toezichtskader zijn vastgelegd, voor bestaande kapitaalinjecties door de overheidssector een grandfathering-periode is bepaald die tot 1 januari 2018 loopt. Daarnaast duidt een door het BCBS uitgevoerde kwantitatieve effectbeoordeling, die is bevestigd door berekeningen van de Commissie, op een tamelijk gering effect op bankleningen. Daarom zullen nieuwe kapitaaleisen naar verwachting geen gevolgen hebben voor het in deze mededeling uitgewerkte voorstel.

(13)  Dit zal gelden voor alle herkapitalisatiemaatregelen of maatregelen ten behoeve van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa, ongeacht of deze als individuele maatregelen worden aangemerkt, dan wel in het kader van een regeling worden verleend.

(14)  In het werkdocument van Directoraat-generaal Concurrentie over de toepassing van de staatssteunregels op na 30 juni 2010 uit te vaardigen overheidssteunregelingen voor bankschulden wordt voor een verplichte levensvatbaarheidstoets een drempel genoemd van 5 % van de uitstaande gegarandeerde verplichtingen ten opzichte van de totale verplichtingen en een totaalbedrag van 500 miljoen EUR gegarandeerde schuld.

(15)  Conform de huidige praktijk van de Commissie worden bestaande of nieuwe steunregelingen voor banken (ongeacht de steuninstrumenten die deze bevatten, zoals garanties, herkapitalisatie, liquiditeit, activaondersteuning) slechts verlengd of goedgekeurd voor een periode van zes maanden, om medio 2011 zo nodig verdere aanpassingen mogelijk te maken.


7.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 329/11


Inbreuk 2006/4524 — AUMSA — Aankondiging van afsluiting

2010/C 329/08

Inbreuk 2006/4524 betrof de oprichting van gemengde ondernemingen door AUMSA, met name de oprichting van de gemengde kapitaalvennootschap Cabanyal 2010 SA Dit was een inbreuk op de EU-regels inzake overheidsopdrachten, aangezien de oprichting van die onderneming neerkwam op de gunning van een overheidsopdracht door AUMSA zonder dat de genoemde regels werden nageleefd.

De Commissie stelt vast dat de gemengde onderneming Cabanyal 2010 SA aan het einde van de termijn die was gesteld in het aan de Spaanse autoriteiten toegezonden met redenen omklede advies, een 100 % overheidsbedrijf is geworden, zonder participatie van particuliere partners, en dat de inbreuk bijgevolg heeft opgehouden te bestaan.

Daarom zag de Commissie op het ogenblik waarop de samengevoegde zaken 2006/2366 en 2006/4524 aan het Hof zouden worden voorgelegd, af van verdere stappen ten aanzien van de vermoede inbreuk.

Bijgevolg zullen de diensten van de Commissie het college van commissarissen weldra voorstellen de zaak formeel af te sluiten.

Mochten de klagers beschikken over informatie die de Commissie ertoe zou kunnen brengen haar beoordeling te herzien, dan worden zij verzocht deze zo spoedig mogelijk kenbaar te maken aan de Commissie, en in elk geval uiterlijk binnen vier weken na publicatie van deze kennisgeving.


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

7.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 329/12


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5999 — Sanofi-Aventis/Genzyme)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 329/09

1.

Op 29 november 2010 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Sanofi-Aventis („Sanofi-Aventis”, Frankrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Genzyme („Genzyme”, Verenigde Staten) door een openbaar bod dat op 4 oktober 2010 is aangekondigd.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Sanofi-Aventis: ontwikkeling, productie, distributie en verhandeling van farmaceutische producten, vaccins voor menselijk gebruik en diergezondheidsproducten,

Genzyme: onderzoek, ontwikkeling, vervaardiging en verkoop van farmaceutische producten, voornamelijk biotechnologische producten voor de behandeling van zeldzame genetische ziekten, cardiometabole aandoeningen en nierziekten, biochirurgie, hematologische oncologie en multiple sclerose.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5999 — Sanofi-Aventis/Genzyme, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).


7.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 329/13


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5984 — Intel/McAfee)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 329/10

1.

Op 29 november 2010 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Intel Corporation („Intel”, Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over McAfee Inc. („McAfee”) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Intel: ontwikkeling en vervaardiging van geavanceerde geïntegreerde digitale producten, hoofdzakelijk geïntegreerde schakelingen voor de informatica- en de communicatiesector,

McAfee: ontwerp en ontwikkeling van beveiligingsproducten en -diensten voor de IT-sector.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5984 — Intel/McAfee, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).