ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2010.271.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 271

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

53e jaargang
7 oktober 2010


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 271/01

Wisselkoersen van de euro

1

2010/C 271/02

Besluit van de Commissie van 6 oktober 2010 tot oprichting van de groep van deskundigen voor aanpassing van de missie van de Europese navigatiesatellietsystemen, de Mission Evolution Advisory Group ( 1 )

2

 

INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

Permanent Comité van de EVA-staten

2010/C 271/03

Verslag van het Permanent Comite van de EVA-Staten — Lijst van kredietinstellingen waaraan in IJsland, Liechtenstein en Noorwegen een vergunning is verleend overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 2006/48/EG per 1 januari 2010

4

 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europese Commissie

2010/C 271/04

Oproep tot het indienen van voorstellen — Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie

14

 

GERECHTELIJKE PROCEDURES

 

EVA-Hof

2010/C 271/05

Beroep tegen de Republiek IJsland, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 26 juli 2010 (Zaak E-8/10)

25

2010/C 271/06

Beroep tegen Liechtenstein, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 26 juli 2010 (Zaak E-9/10)

26

2010/C 271/07

Beroep tegen Noorwegen, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 26 juli 2010 (Zaak E-10/10)

27

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2010/C 271/08

Bericht van het vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

28

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

7.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 271/1


Wisselkoersen van de euro (1)

6 oktober 2010

2010/C 271/01

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3856

JPY

Japanse yen

114,98

DKK

Deense kroon

7,4547

GBP

Pond sterling

0,87260

SEK

Zweedse kroon

9,2993

CHF

Zwitserse frank

1,3361

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,0340

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,530

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

270,33

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7091

PLN

Poolse zloty

3,9490

RON

Roemeense leu

4,2720

TRY

Turkse lira

1,9650

AUD

Australische dollar

1,4221

CAD

Canadese dollar

1,4018

HKD

Hongkongse dollar

10,7471

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,8423

SGD

Singaporese dollar

1,8155

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 550,99

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,5445

CNY

Chinese yuan renminbi

9,2713

HRK

Kroatische kuna

7,3145

IDR

Indonesische roepia

12 357,62

MYR

Maleisische ringgit

4,2870

PHP

Filipijnse peso

60,275

RUB

Russische roebel

41,3600

THB

Thaise baht

41,492

BRL

Braziliaanse real

2,3113

MXN

Mexicaanse peso

17,2854

INR

Indiase roepie

61,5000


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


7.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 271/2


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 6 oktober 2010

tot oprichting van de groep van deskundigen voor aanpassing van de missie van de Europese navigatiesatellietsystemen, de „Mission Evolution Advisory Group”

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 271/02

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees overlaysysteem voor geostationaire navigatie (EGNOS) en de Galileo-programma's zijn geregeld bij Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie per satelliet (EGNOS en Galileo) (1). In artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 683/2008 is bepaald dat deze programma's alle activiteiten omvatten die nodig zijn voor het definiëren, ontwikkelen, valideren, bouwen, exploiteren, vernieuwen en verbeteren van het EGNOS-systeem en het door het Galileo-programma ingestelde systeem.

(2)

Ingevolge artikel 12, lid 2, van Verordening (EG) nr. 683/2008 is de Commissie verantwoordelijk voor het beheer van die programma’s. Dit beheer omvat vernieuwing en verbetering van de systemen door een betere afstemming van de missieprofielen en uitvoering van de daarmee samenhangende systeemveranderingen.

(3)

Het doel van de twee systemen is om gebruikers ultramoderne plaatsbepalings-, navigatie- en tijdsbepalingsdiensten aan te bieden in overeenstemming met de omschreven eisen voor de missie van Galileo en EGNOS. Bij de betere afstemming van de missieprofielen van de twee systemen moet ten volle rekening worden gehouden met de standpunten van de gebruikers van navigatiesatellietsystemen en andere belanghebbenden, waaronder de lidstaten, derde landen en internationale organisaties.

(4)

Derhalve moet een groep van deskundigen worden opgericht om de Commissie van onafhankelijk advies te dienen over de aanpassing van de missie van EGNOS en Galileo en moeten de taken en structuur van deze groep worden vastgesteld.

(5)

Er dienen regels te worden vastgesteld over de openbaarmaking van informatie door leden van de groep, onverminderd de veiligheidsvoorschriften van de Commissie zoals vastgesteld in de bijlage bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 29 november 2001 tot wijziging van haar reglement van orde (2).

(6)

Persoonsgegevens moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3).

(7)

Er moet een periode worden vastgesteld gedurende welke dit besluit van toepassing is. De Commissie zal te zijner tijd de wenselijkheid van een verlenging onderzoeken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Er wordt een groep van deskundigen voor aanpassing van de missie van de Europese navigatiesatellietsystemen, de „Mission Evolution Advisory Group”, hierna „de groep” genoemd, opgericht.

Artikel 2

Taken

1.   De groep doet voorstellen voor en voert evaluaties uit van mogelijke aanpassingen van de missiedoelstellingen en dienstomschrijvingen voor de Europese satellietnavigatieprogramma's Galileo en EGNOS. Hiertoe beoordeelt de groep veranderingen in de gebruikersbehoeften en toepassingsmogelijkheden van navigatie, plaatsbepaling en tijdsbepaling per satelliet, zowel op Europese als internationale schaal, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met het bestaande wereldwijde kader van satellietnavigatiediensten en –systemen.

2.   De groep onderzoekt de gevolgen van dergelijke veranderingen voor de aan de missie en diensten voor de Galileo- en EGNOS-programma's gestelde eisen; zij ontwikkelt en doet voorstellen om het uitgangspunt voor de missie en diensten op passende wijze te actualiseren.

Artikel 3

Overleg

1.   De groep werkt in opdracht van de diensten van de Commissie, die tevens de eisen vaststellen waaraan de groep wat haar werkgebied en tijdschema betreft moet voldoen.

2.   De voorzitter van de groep kan in overleg en nauwe samenwerking met de diensten van de Commissie nieuwe taken voorstellen die hij voor het verwezenlijken van de doelstellingen van de groep noodzakelijk acht.

Artikel 4

Samenstelling — Benoeming

1.   De groep bestaat uit niet meer dan 25 leden.

2.   De Commissie benoemt de leden uit specialisten die op de in artikel 2 bedoelde gebieden bekwaam zijn en die hebben gereageerd op de oproep tot het indienen van sollicitaties.

3.   De leden van de groep worden op persoonlijke titel benoemd en dienen de Commissie onafhankelijk van advies.

4.   De leden van de groep worden voor een ambtstermijn van vier jaar benoemd. Zij blijven in functie tot zij worden vervangen of tot hun ambtstermijn afloopt. Hun ambtstermijn kan worden verlengd.

5.   De namen van de leden worden bekendgemaakt in het register van deskundigengroepen van de Commissie, hierna „het register” genoemd.

6.   Persoonsgegevens worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001.

Artikel 5

Werkwijze

1.   De groep kiest met gewone meerderheid van stemmen een voorzitter uit haar leden.

2.   Met instemming van de diensten van de Commissie kan de groep subgroepen oprichten om specifieke kwesties te behandelen op basis van een door de groep opgesteld mandaat. Deze subgroepen worden ontbonden zodra zij hun opdracht hebben uitgevoerd.

3.   De diensten van de Commissie kunnen op ad-hocbasis gastdeskundigen met specifieke bekwaamheid inzake een bepaald agendapunt uitnodigen om aan de werkzaamheden van de groep of de subgroep deel te nemen. Zij kunnen ook aan personen of organisaties de status van waarnemer verlenen.

4.   Leden en waarnemers moeten voldoen aan de in de Verdragen en uitvoeringsregels daarvan vastgestelde verplichtingen tot geheimhouding en aan de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde EU-gegevens, die zijn vastgelegd in de bijlage bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie. Bij niet-nakoming van deze verplichtingen mag de Commissie alle passende maatregelen nemen.

5.   De groep en subgroepen komen bijeen in de gebouwen van de Commissie. Deze verzorgt het secretariaat. Andere ambtenaren van de Commissie die belang hebben bij de besprekingen, mogen de vergaderingen van de groep en haar subgroepen bijwonen.

6.   De groep stelt haar reglement van orde vast op basis van het standaardreglement van orde voor deskundigengroepen.

7.   De Commissie publiceert relevante informatie over de werkzaamheden van de groep door opname van deze informatie in het register of door een link van het register naar een specifieke website.

Artikel 6

Kosten van vergaderingen

1.   Deelnemers aan de werkzaamheden van de groep ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij verrichten.

2.   De reis- en verblijfkosten van deelnemers aan de werkzaamheden van de groep worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van de Commissie.

3.   Deze kosten worden vergoed voor zover de middelen die volgens de jaarlijkse toewijzingsprocedure aan de betrokken dienst zijn toegekend, hiervoor volstaan.

Artikel 7

Toepasselijkheid

Dit besluit is van toepassing tot en met 31 december 2014.

Gedaan te Brussel, 6 oktober 2010.

Voor de Commissie

Antonio TAJANI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1.

(2)  PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1.

(3)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Permanent Comité van de EVA-staten

7.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 271/4


VERSLAG VAN HET PERMANENT COMITE VAN DE EVA-STATEN

Lijst van kredietinstellingen waaraan in IJsland, Liechtenstein en Noorwegen een vergunning is verleend overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 2006/48/EG per 1 januari 2010

2010/C 271/03

1.

Overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking) (1) dient de Europese Commissie een lijst op te stellen en bekend te maken van alle kredietinstellingen die een vergunning hebben verkregen zoals in de richtlijn is uiteengezet.

2.

Punt 6, onder b), van Protocol 1 bij de EER-Overeenkomst schrijft voor dat wanneer feiten, procedures, rapporten enz., in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen moeten worden bekendgemaakt, de overeenkomstige informatie betreffende de EVA-staten in een afzonderlijk deel daarvan wordt gepubliceerd.

3.

Dit is de tiende keer dat het Permanent Comité van de EVA-staten deze verplichting nakomt. De lijst die in de bijlage bij deze mededeling is gepubliceerd, omvat alle onder de werkingssfeer van de Richtlijn Kapitaalvereisten 2006/48/EG vallende kredietinstellingen die op 1 januari 2010 hun werkzaamheden in IJsland, Liechtenstein en Noorwegen uitoefenden.

4.

Deze lijst werd door het Permanent Comité van de EVA-staten opgesteld op grond van inlichtingen die door de betrokken EVA-staten werden verstrekt. De lijst heeft geen juridische betekenis en verleent geen wettelijke rechten. Mocht in de lijst per vergissing een instelling zijn opgenomen die geen vergunning heeft verkregen, dan wordt haar juridische status daardoor in geen enkel opzicht gewijzigd; wanneer een instelling anderzijds per vergissing niet in de lijst is opgenomen, heeft dit geen invloed op de geldigheid van de haar verleende vergunning.

AFKORTINGEN IN DE TABELLEN

In de kolom „Minimumkapitaal” hebben de symbolen de volgende betekenis:

Symbool

Betekenis

Y

Aanvangskapitaal groter dan 5 miljoen EUR

N

Aanvangskapitaal tussen 1 en 5 miljoen EUR

0

Geen aanvangskapitaal


In de kolom „Depositobescherming” hebben de symbolen de volgende betekenis:

Symbool

Betekenis

Y

Normaal depositogarantiestelsel overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG (artikel 3, lid 1, eerste alinea)

N

Gelijkwaardig depositogarantiestelsel overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG (artikel 3, lid 1, tweede alinea)

0

Geen depositogarantiestelsel

IJSLAND

Aanvullende inlichtingen kunnen worden verkregen bij:

Fjármálaeftirlitið (Financiële toezichthoudende autoriteit)

Sudurlandsbraut 32

108 Reykjavík

ICELAND

Tel. +354 5252700

Fax +354 5252727

http://www.fme.is

Naam

Plaats van vestiging

Rechtsvorm

Opmerkingen

Minimumkapitaal

Depositobescherming

1

2

3

4

5

6

Algemene banken

Íslandsbanki hf.

Reykjavík

HF

 

Y

Y

NBI hf.

Reykjavík

HF

 

Y

Y

Arion banki hf.

Reykjavík

HF

 

Y

Y

MP Banki hf.

Reykjavík

HF

 

Y

Y

Glitnir banki hf.

Reykjavík

 (2)

 

NA

NA

Sparisjódabanki Íslands hf.

Reykjavík

 (2)

 

NA

NA

Kaupþing banki hf.

Reykjavík

 (2)

 

NA

NA

Landsbanki Íslands hf.

Reykjavík

 (2)

 

NA

NA

Straumur-Burdarás fjárfestingarbanki hf.

Reykjavík

 (2)

 

NA

NA

Spaarbanken

Byr sparisjódur

Reykjavík

 (3)

 

Y

Y

nb.is sparisjódur hf.

Reykjavík

HF

 

Y

Y

Sparisjódur Bolungarvíkur

Bolungarvík

 (3)

 

Y

Y

Sparisjódur Mýrasýslu

Borgarnes

 (2)

 

NA

NA

Sparisjódur Svarfdæla

Dalvík

 (3)

 

Y

Y

Sparisjódur Höfdhverfinga

Grenivík

 (3)

 

N

Y

Sparisjódur Strandamanna

Hólmavík

 (3)

 

Y

Y

Sparisjódurinn í Keflavík

Keflavík

 (3)

 

Y

Y

Sparisjódur S-Þingeyinga

Laugar

 (3)

 

N

Y

Sparisjódur Nordfjardar

Nordfjördur

 (3)

 

Y

Y

Sparisjódur Ólafsfjardar

Ólafsfjördur

 (3)

 

N

Y

Sparisjódur Reykjavíkur og nágrennis hf.

Reykjavík

 (2)

 

NA

NA

Sparisjódur Kaupþings hf.

Reykjavík

HF

 

Y

Y

Afl sparisjódur

Siglufjördur

 (3)

 

Y

Y

Sparisjódur Þórshafnar og nágrennis

Þórshöfn

 (3)

 

N

Y

Sparisjódur Vestmannaeyja

Vestmannaeyjar

 (3)

 

Y

Y

Kredietinstellingen

Askar Capital hf.

Reykjavík

HF

 

Y

0 (4)

Avant hf. (6)

Reykjavík

HF

 

Y

0 (4)

Borgun hf. (5)

Reykjavík

HF

 

Y

0 (4)

Kreditkort hf. (5)

Reykjavík

HF

 

Y

0 (4)

Byggdastofnun

Reykjavík

Staatseigendom

 

Y

0 (4)

Frjálsi fjárfestingarbankinn hf.

Reykjavík

 (2)

 

NA

0 (4)

Lánasjódur sveitarfélaga ohf.

Reykjavík

OHF

 

Y

0 (4)

Lýsing hf. (6)

Reykjavík

HF

 

Y

0 (4)

Saga Capital Fjárfestingarbanki hf.

Akureyri

HF

 

Y

0 (4)

SP-fjármögnun hf. (6)

Reykjavík

HF

 

Y

0 (4)

Valitor hf. (5)

Reykjavík

HF

 

Y

0 (4)

VBS-fjárfestingarbanki hf.

Reykjavík

HF

 

Y

0 (4)

LIECHTENSTEIN

Aanvullende inlichtingen kunnen worden verkregen bij:

Financial Market Authority (FMA) Liechtenstein

Heiligkreuz 8

Post Box 684

FL-9490 Vaduz

LIECHTENSTEIN

Tel. +423 2367373

Fax +423 2367374

http://www.fma-li.li

Naam

Plaats van vestiging

Rechtsvorm

Opmerkingen

Minimumkapitaal

Depositobescherming

1

2

3

4

5

6

Liechtensteinische Landesbank AG

Vaduz

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

LGT Bank in Liechtenstein AG

Vaduz

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

Verwaltungs- und Privat-Bank AG

Vaduz

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

Neue Bank Aktiengesellschaft

Vaduz

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

Centrum Bank Aktiengesellschaft

Vaduz

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

Volksbank Aktiengesellschaft

Schaan

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

Valartis Bank (Liechtenstein) AG (7)

Gamprin-Bendern (7)

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

Banque Pasche (Liechtenstein) SA (8)

Vaduz

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

Bank Frick & Co. Aktiengesellschaft

Balzers

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

EFG Bank von Ernst AG (9)

Vaduz

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

Raiffeisen Bank (Liechtenstein) Aktiengesellschaft

Vaduz (10)

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

Kaiser Ritter Partner Privatbank AG (11)

Vaduz

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

Alpe Adria Privatbank AG in Liquidation (12)

Schaan

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

Bank Alpinum Aktiengesellschaft (13)

Vaduz

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

Bank Vontobel (Liechtenstein) AG

Vaduz

Aktiengesellschaft

 

Y

Y

Lamba Privatbank AG

Vaduz

Aktiengesellschaft

 

Y

Y (14)

NOORWEGEN

Aanvullende inlichtingen kunnen worden verkregen bij:

Kredittilsynet (De financiële toezichthoudende autoriteit van Noorwegen)

P.O. Box 100 Bryn

0611 Oslo

NORWAY

Tel. +47 22939800

Fax +47 22630226

E-mail: post@finanstilsynet.no

http://www.finanstilsynet.no

Naam

Plaats van vestiging

Rechtsvorm

Opmerkingen

Minimumkapitaal

Depositobescherming

1

2

3

4

5

6

ANDEBU SPAREBANK

Andebu

Sb (15)

 

Y

Y

ARENDAL OG OMEGNS SPAREKASSE

Arendal

Sb (15)

 

Y

Y

ASKIM SPAREKASSE

Askim

Sb (15)

 

Y

Y

AURLAND SPAREBANK

Aurland

Sb (15)

 

Y

Y

AURSKOG SPAREBANK

Aurskog

Sb (15)

 

Y

Y

BAMBLE OG LANGESUND SPAREBANK

Stathelle

Sb (15)

 

Y

Y

BERG SPAREBANK

Halden

Sb (15)

 

Y

Y

BIEN SPAREBANK AS

Oslo

AS (16)

 

Y

Y

BIRKENES SPAREBANK

Birkeland

Sb (15)

 

Y

Y

BJUGN SPAREBANK

Bjugn

Sb (15)

 

Y

Y

BLAKER SPAREBANK

Blaker

Sb (15)

 

Y

Y

BUD FRÆNA OG HUSTAD SPAREBANK

Elnesvågen

Sb (15)

 

Y

Y

BØ SPAREBANK

Bø i Telemark

Sb (15)

 

Y

Y

CULTURA SPAREBANK

Oslo

Sb (15)

 

N

Y

DRANGEDAL OG TØRDAL SPAREBANK

Drangedal

Sb (15)

 

Y

Y

EIDSBERG SPAREBANK

Mysen

Sb (15)

 

Y

Y

ETNE SPAREBANK

Etne

Sb (15)

 

Y

Y

ETNEDAL SPAREBANK

Etnedal

Sb (15)

 

Y

Y

EVJE OG HORNNES SPAREBANK

Evje

Sb (15)

 

Y

Y

FANA SPAREBANK

Bergen

Sb (15)

 

Y

Y

FJALER SPAREBANK

Dale i Sunnfjord

Sb (15)

 

Y

Y

FLEKKEFJORD SPAREBANK

Flekkefjord

Sb (15)

 

Y

Y

FORNEBU SPAREBANK

Fornebu

Sb (15)

 

Y

Y

GILDESKÅL SPAREBANK

Inndyr

Sb (15)

 

Y

Y

GJERSTAD SPAREBANK

Gjerstad

Sb (15)

 

Y

Y

GRAN SPAREBANK

Jaren

Sb (15)

 

Y

Y

GRONG SPAREBANK

Grong

Sb (15)

 

Y

Y

GRUE SPAREBANK

Kirkenær

Sb (15)

 

Y

Y

HALDEN SPAREBANK

Halden

Sb (15)

 

Y

Y

HALTDALEN SPAREBANK

Haltdalen

Sb (15)

 

Y

Y

HARSTAD SPAREBANK

Harstad

Sb (15)

 

Y

Y

HAUGESUND SPAREBANK

Haugesund

Sb (15)

 

Y

Y

HEGRA SPAREBANK

Hegra

Sb (15)

 

Y

Y

HELGELAND SPAREBANK

Mosjøen

Sb (15)

 

Y

Y

HJARTDAL OG GRANSHERAD SPAREBANK

Sauland

Sb (15)

 

Y

Y

HJELMELAND SPAREBANK

Hjelmeland

Sb (15)

 

Y

Y

HOL SPAREBANK

Geilo

Sb (15)

 

Y

Y

HOLLA OG LUNDE SPAREBANK

Ulefoss

Sb (15)

 

Y

Y

HØLAND SPAREBANK

Bjørkelangen

Sb (15)

 

Y

Y

HØNEFOSS SPAREBANK

Hønefoss

Sb (15)

 

Y

Y

INDRE SOGN SPAREBANK

Årdalstangen

Sb (15)

 

Y

Y

JERNBANEPERSONALETS SPAREBANK

Oslo

Sb (15)

 

Y

Y

KLEPP SPAREBANK

Kleppe

Sb (15)

 

Y

Y

KLÆBU SPAREBANK

Klæbu

Sb (15)

 

Y

Y

KRAGERØ SPAREBANK

Kragerø

Sb (15)

 

Y

Y

KVINESDAL SPAREBANK

Kvinesdal

Sb (15)

 

Y

Y

KVINNHERAD SPAREBANK

Rosendal

Sb (15)

 

Y

Y

LARVIKBANKEN BRUNLANES SPAREBANK

Larvik

Sb (15)

 

Y

Y

LILLESANDS SPAREBANK

Lillesand

Sb (15)

 

Y

Y

LILLESTRØM SPAREBANK

Lillestrøm

Sb (15)

 

Y

Y

LOFOTEN SPAREBANK

Bøstad

Sb (15)

 

Y

Y

LOM OG SKJÅK SPAREBANK

Lom

Sb (15)

 

Y

Y

LUSTER SPAREBANK

Gaupne

Sb (15)

 

Y

Y

MARKER SPAREBANK

Ørje

Sb (15)

 

Y

Y

MELDAL SPAREBANK

Meldal

Sb (15)

 

Y

Y

MELHUS SPAREBANK

Melhus

Sb (15)

 

Y

Y

MODUM SPAREBANK

Vikersund

Sb (15)

 

Y

Y

NES PRESTEGJELDS SPAREBANK

Nesbyen

Sb (15)

 

Y

Y

NESSET SPAREBANK

Eidsvåg i Romsdal

Sb (15)

 

Y

Y

NØTTERØ SPAREBANK

Tønsberg

Sb (15)

 

Y

Y

ODAL SPAREBANK

Sagstua

Sb (15)

 

 

 

OFOTEN SPAREBANK

Bogen i Ofoten

Sb (15)

 

Y

Y

OPDALS SPAREBANK

Oppdal

Sb (15)

 

Y

Y

ORKDAL SPAREBANK

Orkdal

Sb (15)

 

Y

Y

RINDAL SPAREBANK

Rindal

Sb (15)

 

Y

Y

RINGERIKES SPAREBANK

Hønefoss

Sb (15)

 

Y

Y

RYGGE-VAALER SPAREBANK

Moss

Sb (15)

 

Y

Y

RØROSBANKEN RØROS SPAREBANK

Røros

Sb (15)

 

Y

Y

SANDNES SPAREBANK

Sandnes

Sb (15)

 

Y

Y

SELBU SPAREBANK

Selbu

Sb (15)

 

Y

Y

SELJORD SPAREBANK

Seljord

Sb (15)

 

Y

Y

SETSKOG SPAREBANK

Setskog

Sb (15)

 

Y

Y

SKUDENES & AAKRA SPAREBANK

Åkrehamn

Sb (15)

 

Y

Y

SOKNEDAL SPAREBANK

Soknedal

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANK 1 GUDBRANSDAL

Vinstra

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANK 1 HALLINGDAL

Ål

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANK 1 NORD-NORGE

Tromsø

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANK 1 NORDVEST

Kristiansund

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANK 1 SMN

Trondheim

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANK 1 SR-BANK

Stavanger

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANK1 BUSKERUD-VESTFOLD

Kongsberg

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANKEN HARDANGER

Utne

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANKEN HEDMARK

Hamar

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANKEN HEMNE

Kyrksæterøra

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANKEN JEVNAKER LUNNER

Jevnaker

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANKEN MØRE

Ålesund

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANKEN NARVIK

Narvik

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANKEN PLUSS

Kristiansand S

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANKEN SOGN OG FJORDANE

Førde

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANKEN SØR

Arendal

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANKEN TELEMARK

Skien

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANKEN VEST

Bergen

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANKEN VOLDA ØRSTA

Volda

Sb (15)

 

Y

Y

SPAREBANKEN ØST

Drammen

Sb (15)

 

Y

Y

SPARESKILLINGSBANKEN KRISTIANSAND S

Kristiansand S

Sb (15)

 

Y

Y

SPYDEBERG SPAREBANK

Spydeberg

Sb (15)

 

Y

Y

STADSBYGD SPAREBANK

Stadsbygd

Sb (15)

 

Y

Y

STRØMMEN SPAREBANK

Strømmen

Sb (15)

 

Y

Y

SUNNDAL SPAREBANK

Sunndalsøra

Sb (15)

 

Y

Y

SURNADAL SPAREBANK

Surnadal

Sb (15)

 

Y

Y

SØGNE OG GREIPSTAD SPAREBANK

Søgne

Sb (15)

 

Y

Y

TIME SPAREBANK

Bryne

Sb (15)

 

Y

Y

TINN SPAREBANK

Rjukan

Sb (15)

 

Y

Y

TOLGA-OS SPAREBANK

Tolga

Sb (15)

 

Y

Y

TOTENS SPAREBANK

Lena

Sb (15)

 

Y

Y

TRØGSTAD SPAREBANK

Trøgstad

Sb (15)

 

Y

Y

TYSNES SPAREBANK

Uggdal

Sb (15)

 

Y

Y

VALLE SPAREBANK

Valle

Sb (15)

 

Y

Y

VANG SPAREBANK

Vang i Valdres

Sb (15)

 

Y

Y

VEGÅRSHEI SPAREBANK

Vegårshei

Sb (15)

 

Y

Y

VESTRE SLIDRE SPAREBANK

Slidre

Sb (15)

 

Y

Y

VIK SPAREBANK

Vik i Sogn

Sb (15)

 

Y

Y

VOSS SPAREBANK

Voss

Sb (15)

 

Y

Y

ØRLAND SPAREBANK

Brekstad

Sb (15)

 

Y

Y

ØRSKOG SPAREBANK

Ørskog

Sb (15)

 

Y

Y

ØYSTRE SLIDRE SPAREBANK

Heggenes

Sb (15)

 

Y

Y

ÅFJORD SPAREBANK

Åfjord

Sb (15)

 

Y

Y

AASEN SPAREBANK

Åsen

Sb (15)

 

Y

Y

BANK 1 OSLO AS

Oslo

AS (16)

 

Y

Y

BANK NORWEGIAN AS

Oslo

AS (16)

 

Y

Y

BANK2 ASA

Oslo

ASA (16)

 

Y

Y

BN BANK ASA

Trondheim

ASA (16)

 

Y

Y

DDB AS

Trondheim

AS (16)

 

Y

Y

DNB NOR BANK ASA

Oslo

ASA (16)

Londen

Y

Y

Stockholm

Kopenhagen

Kaaimaneilanden

Singapore

Hamburg

New York

Helsinki

GJENSIDIGE BANK ASA

Førde

ASA (16)

 

Y

Y

LANDKREDITT BANK AS

Oslo

AS (16)

 

Y

Y

NETFONDS BANK ASA

Oslo

ASA (16)

 

Y

Y

NORDEA BANK NORGE ASA

Oslo

ASA (16)

Kaaimaneilanden

Y

Y

New York

NORDLANDSBANKEN ASA

Bodø

ASA (16)

 

Y

Y

PARETO BANK ASA

Oslo

ASA (16)

 

Y

Y

SANTANDER CONSUMER BANK AS

Oslo

AS (16)

 

Y

Y

SEB PRIVATBANKEN ASA

Oslo

ASA (16)

 

Y

Y

STOREBRAND BANK ASA

Oslo

ASA (16)

 

Y

Y

TERRA KORTBANK AS

Oslo

AS (16)

 

Y

Y

VERDIBANKEN ASA

Oslo

ASA (16)

 

Y

Y

VOSS VEKSEL- OG LANDMANDSBANK ASA

Voss

ASA (16)

 

Y

Y

WARREN BANK AS

Oslo

AS (16)

 

Y

Y

YA BANK AS

Oslo

AS (16)

 

Y

Y

ACTOR PORTEFØLJE AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

AMERICAN EXPRESS COMPANY AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

AS FINANCIERING

Oslo

AS (16)

 

Y

0

BB FINANS ASA

Bergen

AS (16)

 

Y

0

BN BOLIGKREDITT AS

Trondheim

AS (16)

 

Y

0

BOLIG- OG NÆRINGSKREDITT AS

Trondheim

AS (16)

 

Y

0

CATERPILLAR FINANCIAL SERVICES NORWAY AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

DINERS CLUB NORGE AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

DNB NOR BOLIGKREDITT AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

DNB NOR FINANS AS

Bergen

AS (16)

 

Y

0

DNB NOR NÆRINGSKREDITT AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

EIENDOMSKREDITT AS

Bergen

AS (16)

 

Y

0

EKSPORTFINANS ASA

Oslo

ASA (16)

 

Y

0

ENTERCARD NORGE AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

EUROPAY NORGE AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

FANA SPAREBANK BOLIGKREDITT AS

Bergen

AS (16)

 

Y

0

FINAREF AS

Kolbotn

AS (16)

 

Y

0

FOLKIA AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

FORTIS LEASE NORGE AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

GE CAPITAL SOLUTIONS AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

GJENSIDIGE BANK BOLIGKREDITT AS

Førde

AS (16)

 

Y

0

GOTHIA FINANS AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

HELGELAND BOLIGKREDITT AS

Mo i Rana

AS (16)

 

Y

0

KLP KOMMUNEKREDITT AS

Trondheim

AS (16)

 

Y

0

KLP KREDITT AS

Trondheim

AS (16)

 

Y

0

KOMMUNALBANKEN AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

KREDINOR FINANS AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

KREDITTFORENINGEN FOR SPAREBANKER

Oslo

AS (16)

 

Y

0

LANDKREDITT FINANS AS

Ålesund

AS (16)

 

Y

0

LINDORFF CAPITAL AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

MØRE BOLIGKREDITT AS

Ålesund

AS (16)

 

Y

0

MØRE FINANS AS

Ålesund

AS (16)

 

Y

0

NORDEA EIENDOMSKREDITT AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

NORDEA FINANS NORGE AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

OSLO BOLIG OG SPARELAG (OBOS)

Oslo

 

 

Y

0

PBS INTERNATIONAL AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

PLUSS BOLIGKREDITT AS

Kristiansand S

AS (16)

 

Y

0

SG FINANS AS

Lysaker

AS (16)

 

Y

0

SPAREBANK 1 BOLIGKREDITT AS

Stavanger

AS (16)

 

Y

0

SPAREBANK 1 FACTORING AS

Ålesund

AS (16)

 

Y

0

SPAREBANK 1 FINANS ØSTLANDET AS

Hamar

AS (16)

 

Y

0

SPAREBANK 1 NÆRINGSKREDITT

Stavanger

AS (16)

 

Y

0

SPAREBANK 1 SMN FINANS AS

Trondheim

AS (16)

 

Y

0

SPAREBANK 1 SR-FINANS AS

Stavanger

AS (16)

 

Y

0

SPAREBANKEN FINANS NORD-NORGE AS

Tromsø

AS (16)

 

Y

0

SPAREBANKEN VEST BOLIGKREDITT AS

Bergen

AS (16)

 

Y

0

SPAREBANKEN ØST BOLIGKREDITT AS

Drammen

AS (16)

 

Y

0

SPORTMANN FINANS AS

Fredrikstad

AS (16)

 

N

0

SSB BOLIGKREDITT AS

Sandnes

AS (16)

 

Y

0

SSF BUSTADKREDITT AS

Førde

AS (16)

 

Y

0

STOREBRAND BOLIGKREDITT AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

STOREBRAND EIENDOMSKREDITT AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

SØR BOLIGKREDITT AS

Arendal

AS (16)

 

Y

0

TELLER AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

TERRA BOLIGKREDITT AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

TERRA FINANS AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

VERD BOLIGKREDITT AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

VOLKSWAGEN MØLLER BILFINANS AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0

WESTERN UNION RETAIL SERVICES NORWAY AS

Oslo

AS (16)

 

Y

0


(1)  Voorheen artikel 11 en artikel 5, lid 2, onder c), van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000.

(2)  Onder surseance/uitstel van betaling.

(3)  Hoofdzakelijk particuliere instellingen.

(4)  Kredietinstelling die geen deposito's van het publiek mag aanvaarden.

(5)  De hoofdactiviteit bestaat uit betalingsdiensten via de uitgifte van betaalkaarten.

(6)  De hoofdactiviteit is leasing.

HF: vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, OHF: openbare vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.

(7)  Voorheen Hypo Investment Bank (Liechtenstein) AG, voorheen gevestigd in Vaduz.

(8)  Voorheen swissfirst Bank (Liechtenstein) AG.

(9)  Voorheen Bank von Ernst (Liechtenstein) AG.

(10)  Voorheen gevestigd in Schaan.

(11)  Voorheen Serica Bank AG.

(12)  In liquidatie.

(13)  Voorheen New Century Bank AG.

(14)  Na start van de handelsactiviteiten.

(15)  „Sb.”: Sparebank (spaarbank). Spaarbanken in Noorwegen zijn particuliere kredietinstellingen..

(16)  „AS”: vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. „ASA”: openbare vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Deze ondernemingen zijn in drie groepen onderverdeeld: handelsbanken, hypotheekbanken en financieringsmaatschappijen.


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europese Commissie

7.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 271/14


Oproep tot het indienen van voorstellen — Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie

2010/C 271/04

1.   ACHTERGROND

In het kader van het op 12 juli 2006 door de Commissie goedgekeurde Geharmoniseerd EU-programma voor conjunctuurenquêtes (COM(2006) 379), publiceert de Europese Commissie een oproep tot het indienen van voorstellen (ref. ECFIN/A3/2010/020) voor het houden van enquêtes in de 27 EU-lidstaten en in de kandidaat-lidstaten Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Turkije en IJslanden. Met het oog op deze samenwerking wordt tussen de Commissie en de gespecialiseerde organisaties een kaderovereenkomst voor partnerschap gesloten met een looptijd van vier jaar.

Doel van het programma is informatie over de economische situatie van de EU-lidstaten en de kandidaat-lidstaten te verkrijgen, teneinde hun conjunctuurcycli met elkaar te kunnen vergelijken ten behoeve van het beheer van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Het Geharmoniseerd programma is een onontbeerlijk hulpmiddel geworden, niet alleen voor het economische toezicht in het kader van de EMU, maar ook voor algemene economische beleidsdoeleinden.

2.   DOEL EN SPECIFICATIES VAN DE ACTIE

2.1.   Doelstellingen

Voor het Geharmoniseerd EU-programma wordt een beroep gedaan op gespecialiseerde organisaties/instellingen die opinieonderzoeken uitvoeren op basis van medefinanciering. Daarom is de Commissie van plan overeenkomsten te sluiten met organisaties en instellingen die over de vereiste bekwaamheid beschikken om de komende vier jaar een of meer van de volgende enquêtes te houden:

enquêtes naar de investeringen;

enquêtes in de bouwsector;

enquêtes in de detailhandel;

enquêtes in de dienstensector;

enquêtes in de industrie;

consumentenenquêtes;

ad hoc enquêtes over actuele economische onderwerpen. Dit zijn per definitie gelegenheidsenquêtes die worden verricht naast de maandelijkse enquêtes en waarbij van hetzelfde kader (de gebruikelijke steekproeven) gebruik wordt gemaakt als voor de maandelijkse enquêtes.

De enquêtes zijn gericht tot bedrijfsleiders in de industrie, de investeringssector, de bouwsector, de detailhandel en de dienstensector, alsook tot de consumenten.

2.2.   Technische specificaties

2.2.1.   Tijdschema van de werkzaamheden en toezending van de resultaten

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de enquêtes waarop deze oproep betrekking heeft:

Enquête

Aantal activiteiten/grootteklassen

Aantal aggregaten

Aantal vragen per maand

Aantal vragen per kwartaal

Industrie

68/—

8

7

9

Investeringen

6/6

2

2 vragen in maart/april

4 vragen in oktober/november

Bouwsector

3/—

1

5

1

Detailhandel

5/—

3

6

Diensten

37/—

1

6

2

Consumenten

22 onderverdelingen

2

14

3

De maandelijkse enquêtes worden in de eerste twee weken van elke maand uitgevoerd. De resultaten worden ten minste vijf werkdagen vóór het einde van de maand, in overeenstemming met het in de subsidieovereenkomst opgenomen tijdschema per e-mail aan de Commissie toegezonden. De resultaten worden doorgaans op de voorlaatste werkdag van de maand bekendgemaakt. De resultaten van de consumentenenquêtes moeten zeven werkdagen vóór het einde van de maand worden aangeleverd in overeenstemming met het in de subsidieovereenkomst opgenomen tijdschema.

De driemaandelijkse enquêtes worden in de eerste twee weken van de eerste maand van elk kwartaal (januari, april, juli en oktober) uitgevoerd en de resultaten worden ten minste vijf werkdagen vóór het einde van respectievelijk de maand januari, april, juli en oktober in overeenstemming met het in de subsidieovereenkomst opgenomen tijdschema per e-mail aan de Commissie toegezonden.

De halfjaarlijkse enquêtes naar de investeringen worden in maart/april en oktober/november uitgevoerd en de resultaten worden ten minste vijf werkdagen vóór het einde van respectievelijk de maand april en november en in overeenstemming met het in de subsidieovereenkomst opgenomen tijdschema per e-mail aan de Commissie toegezonden.

Voor de ad hoc enquêtes verbindt de begunstigde zich ertoe het specifieke tijdschema van deze enquêtes na te leven.

Een gedetailleerde beschrijving van de actie (bijlage I van de specifieke subsidieovereenkomst) kan worden gedownload van het volgende internetadres:

http://ec.europa.eu/economy_finance/procurement_grants/grants/proposals/index_en.htm

2.2.2.   Methode en vragenlijsten

Nadere gegevens over de toe te passen methode, de vragenlijsten en de internationale richtsnoeren betreffende het houden van conjunctuurenquêtes worden verstrekt in de gebruikersgids voor het Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie op het volgende internetadres:

http://ec.europa.eu/economy_finance/db_indicators/surveys/documents/userguide_en.pdf

3.   ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN EN DUUR

3.1.   Administratieve bepalingen

De Commissie wenst met de geselecteerde aanvragers een samenwerkingsrelatie op lange termijn aan te gaan. Hiertoe zal tussen de betrokken partijen een kaderovereenkomst voor partnerschap worden gesloten. In het kader van deze kaderovereenkomst voor partnerschap, waarin de gemeenschappelijke doelstellingen en de aard van de geplande acties zullen worden omschreven, kunnen tussen de betrokken partijen specifieke jaarlijkse subsidieovereenkomsten worden gesloten. De actie bestrijkt de periode tussen 1 mei en 30 april.

3.2.   Duur

De organisatie of instelling wordt geselecteerd voor een periode van maximaal 4 jaar. Er kunnen vier specifieke jaarlijkse subsidieovereenkomsten worden gesloten. De eerste van deze specifieke subsidieovereenkomsten zal betrekking hebben op de periode 1 mei 2011-30 april 2012.

4.   FINANCIEEL KADER

4.1.   EU-financieringsbronnen

De geselecteerde acties zullen worden gefinancierd uit begrotingsonderdeel 01.02.02 — Coördinatie van en toezicht op de Economische en Monetaire Unie.

4.2.   Geraamd totaal EU-budget voor deze oproep

Voor de enquêtes voor de periode mei 2011-april 2012 is een totaal jaarbudget van ca. 5 620 000,00 (vijf miljoen zeshonderdtwintigduizend) EUR beschikbaar.

De bedragen voor de daaropvolgende drie jaren kunnen met ongeveer 2 % per jaar worden verhoogd als daarvoor de nodige begrotingsmiddelen beschikbaar zijn.

4.3.   Percentage van de EU-medefinanciering

Het aandeel van de Commissie in de medefinanciering van de enquêtes mag niet meer bedragen dan 50 % van de subsidiabele kosten die de begunstigde per enquête maakt. De Commissie bepaalt het percentage van de medefinanciering van geval tot geval.

4.4.   Financiering van de actie door de begunstigde en gemaakte subsidiabele kosten

Van de begunstigde zal worden verlangd dat hij voor het eerste jaar een gedetailleerde, in euro's uitgedrukte begroting van de kosten en de financiering van de actie indient. Op verzoek van de Commissie wordt een gedetailleerde begroting voor elk van de volgende jaren van de kaderovereenkomst voor partnerschap voorgelegd.

Het in de begroting vermelde subsidiebedrag dat bij de Commissie wordt aangevraagd, moet worden afgerond op het dichtstbijzijnde tiental. Indien dit wordt vergeten, rondt de Commissie het bedrag af. De begroting wordt als bijlage aan de specifieke subsidieovereenkomst gehecht. Deze cijfergegevens kunnen later eventueel voor controledoeleinden worden gebruikt door de Commissie.

Er kunnen pas subsidiabele kosten worden gemaakt nadat de specifieke subsidieovereenkomst door alle partijen is ondertekend, behalve in uitzonderlijke gevallen. De subsidiabele kosten mogen echter in geen geval zijn gemaakt vóór de datum waarop de subsidieaanvraag is ingediend. Bijdragen in natura zijn geen subsidiabele kosten.

4.5.   Wijze van betaling

Binnen 45 dagen na de ondertekening van de specifieke overeenkomst door de laatste partij wordt een voorfinancieringsbetaling van 40 % van het maximale subsidiebedrag, zoals aangegeven in artikel 3 van de specifieke subsidieovereenkomst, aan de partner verricht.

Twee maanden na de datum van voltooiing van de actie wordt een verzoek tot betaling van het saldo ingediend (voor nadere gegevens, zie artikels 5 en 6 van de specifieke subsidieovereenkomst).

Alleen kosten die in het kostenberekeningssysteem van de begunstigde traceerbaar en identificeerbaar zijn, worden als subsidiabele kosten beschouwd.

4.6.   Uitbesteding

Wanneer in een voorstel het bedrag van de door een subcontractant verleende diensten gelijk is aan of hoger is dan 50 % van het bedrag van de uit te voeren taken, moet de subcontractant alle nodige documenten overleggen zodat het voorstel van de aanvrager in zijn geheel kan worden beoordeeld ten aanzien van de uitsluitings-, selectie- en gunningscriteria (zie de punten 5, 6 en 7 hieronder). Dit houdt in dat de subcontractant moet aantonen dat hij voldoet aan de uitsluitingscriteria, en dat de gecombineerde capaciteit van de subcontractant en van de aanvrager wordt beoordeeld ten aanzien van de selectie- en gunningscriteria.

De aanvrager van de subsidie kent opdrachten toe aan inschrijvers die de beste prijs-kwaliteitverhouding bieden, waarbij belangenconflicten worden vermeden. Indien de uitbestedingssom hoger is dan 60 000,00 EUR, moet de geselecteerde aanvrager met bewijsstukken aantonen dat de subcontractant op grond van de beste prijs-kwaliteitverhouding is geselecteerd.

4.7.   Gezamenlijke voorstellen

In alle gevallen waarin gezamenlijke voorstellen worden ingediend, moeten de taken en de financiële bijdrage van alle deelnemers aan het voorstel duidelijk worden aangegeven. Alle deelnemers moeten alle nodige documenten verstrekken zodat het voorstel, met betrekking tot hun taken, in zijn geheel kan worden beoordeeld ten aanzien van de uitsluitings-, selectie- en gunningscriteria (zie de punten 5, 6 en 7 hieronder).

Eén van de deelnemers treedt als coördinator op en moet:

de algemene verantwoordelijkheid voor het partnerschap ten aanzien van de Commissie op zich nemen;

toezicht houden op de activiteiten van de andere deelnemer(s);

zorgen voor de algemene samenhang en de tijdige indiening van de enquêteresultaten;

de ondertekening van de overeenkomst centraliseren en de door alle deelnemers ondertekende overeenkomst bij de Commissie indienen (volmacht is mogelijk);

de financiële bijdrage van de Commissie centraliseren en de verschuldigde bedragen aan de deelnemers doorstorten;

de bewijsstukken betreffende de door elke deelnemer gedane uitgaven verzamelen en in één keer indienen.

5.   SUBSIDIALITEITS- EN UITSLUITINGSCRITERIA

5.1.   Juridische status van de aanvrager

De oproep is gericht aan organisaties en instellingen (juridische entiteiten) die in één van de EU-lidstaten, Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Turkije of IJsland rechtspersoonlijkheid bezitten. De aanvragers moeten aantonen dat zij rechtspersoonlijkheid bezitten en daarvan het vereiste bewijs leveren door middel van het standaardformulier „Juridische entiteit”.

5.2.   Uitsluitingscriteria

Van subsidiëring worden uitgesloten, aanvragers die (1):

a)

in staat van faillissement, vereffening, akkoord of surseance van betaling verkeren of wier faillissement is aangevraagd of tegen wie een procedure van vereffening, akkoord of surseance van betaling loopt, dan wel die hun werkzaamheden hebben gestaakt of in een overeenkomstige toestand verkeren als gevolg van een soortgelijke procedure krachtens de nationale wet- en regelgeving;

b)

bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor een delict dat hun beroepsmoraliteit in het gedrang brengt;

c)

bij de uitoefening van hun beroep ernstige fouten hebben begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende dienst aannemelijk kan maken;

d)

niet hebben voldaan aan hun verplichtingen tot betaling van sociale zekerheidsbijdragen of belastingen volgens de wetgeving van het land waar zij zijn gevestigd of van het land van de aanbestedende dienst dan wel van het land waar de opdracht moet worden uitgevoerd;

e)

bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor fraude, corruptie, deelname aan een criminele organisatie of enige andere illegale activiteit die de financiële belangen van de Unie schaadt;

f)

na de procedure voor de plaatsing van een andere opdracht of de procedure voor de toekenning van een andere subsidie uit de EU-begroting ernstig in gebreke zijn gebleven wegens niet-nakoming van hun verplichtingen;

g)

in een belangenconflict verkeren;

h)

valse verklaringen hebben afgelegd in de verlangde inlichtingen of deze inlichtingen niet hebben verstrekt.

De aanvragers moeten aan de hand van de standaardverklaring op erewoord bewijzen dat zij niet in een van de in punt 5.2 genoemde situaties verkeren (ten aanzien van de uitsluitingscriteria).

5.3.   Illegale activiteiten die tot uitsluiting leiden

De in punt 5.2, onder e), bedoelde gevallen omvatten:

a)

fraudegevallen zoals bedoeld in artikel 1 van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, vastgesteld bij besluit van de Raad van 26 juli 1995 (2);

b)

corruptiegevallen, zoals bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn, zoals vastgesteld bij besluit van de Raad van 26 mei 1997 (3);

c)

gevallen van deelneming aan een criminele organisatie zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Gemeenschappelijk optreden 98/733/JBZ van de Raad (4);

d)

gevallen van het witwassen van geld zoals gedefinieerd in artikel 1 van Richtlijn 91/308/EEG van de Raad (5).

5.4.   Administratieve en financiële sancties

1.

Onverminderd de toepassing van contractuele sancties kunnen gegadigden, inschrijvers of contractanten die valse verklaringen hebben afgelegd, substantiële fouten, onregelmatigheden of fraude hebben begaan, of ernstig in gebreke zijn gebleven wegens niet-nakoming van hun contractuele verplichtingen, kunnen worden uitgesloten van alle met EU-begroting gefinancierde opdrachten en subsidies gedurende maximaal vijf jaar vanaf de vaststelling van de na een procedure op tegenspraak met de contractant bevestigde overtreding.

De duur van de uitsluiting kan op tien jaar worden gebracht in geval van recidive binnen vijf jaar na de in de eerste alinea bedoelde datum.

2.

Inschrijvers of gegadigden die valse verklaringen hebben afgelegd of substantiële fouten, onregelmatigheden of fraude hebben begaan, kunnen bovendien worden bestraft met financiële sancties ten belope van 2 % tot 10 % van het geraamde totaalbedrag van de te gunnen opdracht.

Contractanten die ernstig in gebreke zijn gebleven wegens niet-nakoming van hun contractuele verplichtingen, kunnen eveneens worden bestraft met financiële sancties ten belope van 2 % tot 10 % van de totale contractwaarde.

Dit percentage kan op 4 % tot 20 % worden gebracht in geval van recidive binnen vijf jaar na de in lid 1, eerste alinea, bedoelde datum.

5.5.   Toepassing van de uitsluitingscriteria en duur van de uitsluiting

1.

In het in punt 5.2, onder c), bedoelde geval worden de betrokken gegadigden of inschrijvers van de toekenning van contracten en subsidies uitgesloten gedurende maximaal vijf jaar vanaf de datum waarop de inbreuk is gepleegd of, bij voortduring of herhaling van de inbreuk, de datum waarop de inbreuk ophoudt.

2.

In het in punt 5.2, onder b) en e), bedoelde geval worden de betrokken gegadigden of inschrijvers van de toekenning van opdrachten en subsidies uitgesloten gedurende maximaal vijf jaar vanaf de datum van de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing.

De duur van de uitsluiting kan op tien jaar worden gebracht in geval van recidive binnen vijf jaar na de in lid 1 en in lid 2, eerste alinea, bedoelde datum.

6.   SELECTIECRITERIA

De aanvrager moet over stabiele en toereikende financieringsbronnen beschikken om zijn werkzaamheden tijdens de gehele uitvoeringstermijn van de actie te kunnen blijven uitoefenen. Hij moet over de vereiste vak- en beroepsbekwaamheid beschikken om de voorgestelde actie of het voorgestelde werkprogramma tot een goed einde te brengen.

6.1.   Financiële draagkracht van de aanvrager

De aanvrager moet over de vereiste financiële draagkracht beschikken om de voorgestelde actie tot een goed einde te brengen en moet de door accountants gecertificeerde balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste twee afgesloten boekjaren verstrekken. Deze bepaling geldt niet voor overheidsinstellingen en internationale organisaties.

6.2.   Operationele capaciteit van de aanvrager

De aanvrager moet over de vereiste operationele capaciteit beschikken om de voorgestelde actie tot een goed einde te brengen en dit met passende bewijsstukken aantonen.

De bekwaamheid van de aanvrager zal aan de volgende criteria worden getoetst:

overeenstemming van het voorstel met de methode van het Geharmoniseerd EU-programma voor conjunctuurenquêtes;

ten minste drie jaar bewezen ervaring met de voorbereiding en uitvoering van maand- of kwartaalenquêtes. Hierbij wordt rekening gehouden met de staat van dienst van de aanvrager en met de ervaring en de kwalificaties van de deskundigen en de beheerders;

de capaciteit van de aanvrager om de enquête af te ronden en de gegevens elke maand (of, in voorkomend geval, elk kwartaal) tijdig aan te leveren (bijv. op basis van hem ter beschikking staande middelen en van bewijsstukken van ter zake relevante ervaring).

7.   GUNNINGSCRITERIA

De opdracht wordt aan de geselecteerde gegadigden gegund op basis van de volgende criteria:

de kwaliteit van de voorgestelde enquêtemethode, op basis van de technische specificaties (steekproefontwerp, enquêtemodus, dekkingsgraad, representativiteit van de resultaten). Voorts wordt rekening gehouden met de volgende elementen:

steekproefkader (bron, omvang, kenmerken, ontbrekende eenheden);

steekproefmethode (stratificatie, steekproefomvang, niveau van nauwkeurigheid van de ramingen, enz.);

responsniveau (follow-upactiviteiten, inclusief de prioritering daarvan);

ontbrekende gegevens (non-respons per eenheid of per item);

wegingsschema (individueel en geaggregeerd);

kwaliteitsborgingskader (kwaliteit van de steekproef, kwaliteit van de estimatoren, vertekening onder invloed van non-respondenten, controles, benchmarkreeksen, enz.);

de mate van ervaring en deskundigheid van de gegadigde op het gebied van het ontwikkelen van enquêtemethoden, het opstellen van indicatoren op basis van enquêteresultaten en het gebruiken van enquêteresultaten met het oog op analyse en onderzoek op conjunctureel en economisch gebied, inclusief sectorale analyse;

de efficiëntie van de inschrijver op het gebied van logistiek en werkorganisatie, meer bepaald inzake de voor de uitvoering van de in de opdracht beschreven taken vereiste infrastructuur, voorzieningen en gekwalificeerde werknemers;

de mate waarin de gegadigde in overeenstemming is met geformaliseerde bedrijfsprocessen en internationale normen voor kwaliteitsbeheer, met name inzake het houden van enquêtes.

8.   PRAKTISCHE PROCEDURES

8.1.   Voorwaarden voor de presentatie en indiening van voorstellen

De voorstellen moeten het ingevulde en ondertekende standaardformulier voor subsidieaanvragen bevatten, alsmede alle in het formulier genoemde bewijsstukken. De aanvragers kunnen voorstellen voor één of meer enquêtes en landen indienen. Per land dient echter een afzonderlijk voorstel te worden ingediend.

Elk voorstel moet uit drie delen bestaan:

een administratief dossier;

een technisch dossier;

een financieel dossier.

De volgende standaardformulieren kunnen bij de Commissie worden verkregen:

een formulier voor subsidieaanvragen;

een formulier „Juridische entiteit”;

een formulier „Financiële identificatie”;

een formulier voor de verklaring op erewoord (met betrekking tot de uitsluitingscriteria);

een formulier voor de verklaring betreffende de bereidheid om de kaderovereenkomst voor partnerschap en de specifieke subsidieovereenkomst te ondertekenen;

een formulier betreffende het bekendmaken, vrijgeven en gebruiken van gegevens;

een formulier voor de beschrijving van de enquêtemethode;

een formulier inzake uitbesteding;

een formulier betreffende de kostenraming voor het verstrekken van een schatting van de enquêtekosten en een financieringsplan;

alsook documenten met betrekking tot de financiële aspecten van de subsidie:

een vademecum voor de opstelling van financiële ramingen en financiële staten;

een model van de kaderovereenkomst voor partnerschap;

een model van de specifieke jaarlijkse subsidieovereenkomst.

a)

Deze documenten kunnen worden gedownload van het volgende internetadres:

http://ec.europa.eu/economy_finance/procurement_grants/grants/proposals/index_en.htm

b)

Indien het niet mogelijk is gebruik te maken van bovenstaande optie, kunnen de documenten schriftelijk worden aangevraagd bij de Commissie, op het volgende adres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Economische en financiële zaken

ECFIN A4 (Economische situatie en prognoses)

Oproep tot het indienen van voorstellen — ECFIN/A3/2010/020

BU-1 3/17

1140 Brussel

BELGIË

Fax +32 22963650

E-mail: ecfin-bcs-mail@ec.europa.eu

met vermelding van „Call for proposals — ECFIN/A3/2010/020”.

De Commissie behoudt zich het recht voor deze standaarddocumenten te wijzigen overeenkomstig de behoeften van het Geharmoniseerd EU-programma en/of de vereisten van het beheer van de begrotingsmiddelen.

De voorstellen moeten in één van de officiële talen, bij voorkeur één van werktalen (Engels, Frans, Duits), van de Europese Unie worden ingediend.

De aanvrager moet één ondertekend origineel en drie kopieën van het voorstel, ongeniet, verstrekken. Dit zal het administratieve werk vergemakkelijken bij het gereedmaken van al de nodige kopieën/documenten voor het (de) selectiecomité(s).

De voorstellen moeten worden ingediend in een dubbele gesloten envelop.

Op de buitenste enveloppe moet het in punt 8.3 opgegeven adres worden vermeld.

Op de binnenste gesloten enveloppe met het voorstel moet worden vermeld: „Call for Proposals — ECFIN/A3/2010/020 — not to be opened by the internal mail department”.

De gegadigden zullen er door terugzending van het samen met het voorstel ingediende ontvangstbevestigingsformulier van in kennis worden gesteld dat hun voorstel is ontvangen.

8.2.   Inhoud van de voorstellen

8.2.1.   Administratief dossier

Het administratieve dossier moet de volgende stukken bevatten:

een ondertekend standaardformulier voor subsidieaanvragen;

een naar behoren ingevuld en ondertekend standaardformulier „Juridische entiteit” en de verlangde bewijsstukken die de juridische status van de organisatie of instelling aantonen;

een naar behoren ingevuld en ondertekend standaardformulier „Financiële identificatie”;

een ondertekend standaardformulier voor de verklaring op erewoord (met betrekking tot de uitsluitingscriteria);

een ondertekend standaardformulier voor de verklaring betreffende de bereidheid om de kaderovereenkomst voor partnerschap en de specifieke subsidieovereenkomst te ondertekenen, indien de betrokkene wordt geselecteerd;

een naar behoren ingevuld en ondertekend standaardformulier voor de verklaring betreffende het bekendmaken, vrijgeven en gebruiken van gegevens inzake conjunctuurenquêtes van de Europese Commissie;

het organigram van de organisatie of instelling (met vermelding van de naam en functie van de personen met een bestuursfunctie) en van de operationele dienst die verantwoordelijk is voor het houden van de enquête(s);

het bewijs dat de organisatie of instelling financieel gezond is: de door accountants gecertificeerde balansen en de winst- en verliesrekeningen van de laatste twee afgesloten boekjaren;

bij gezamenlijke voorstellen: een door elke deelnemer ondertekende verklaring betreffende de identificatie van de als coördinator optredende deelnemer.

8.2.2.   Technisch dossier

Het technische dossier moet de volgende stukken bevatten:

een beschrijving van de werkzaamheden van de organisatie of instelling. Deze beschrijving moet het mogelijk maken de bekwaamheid, alsook de omvang en de duur van de ervaring op de in punt 6.2 genoemde terreinen te beoordelen. In de beschrijving dienen vroegere relevante studies, dienstverleningscontracten, adviesopdrachten, enquêtes, publicaties en andere reeds uitgevoerde werkzaamheden te worden genoemd, onder vermelding van de naam van de opdrachtgever(s); meer bepaald dienen de voor rekening van de Europese Commissie uitgevoerde opdrachten te worden vermeld. Tevens moeten de meest relevante studies en/of resultaten worden bijgevoegd;

een gedetailleerde beschrijving van de operationele organisatie voor het houden van de enquêtes. Alle dienstige stukken betreffende de infrastructuur, de voorzieningen, de middelen en het gekwalificeerd personeel (beknopte cv’s van de medewerkers die het meest betrokken zijn bij het houden van de enquête(s)) waarover de aanvrager beschikt, moeten worden bijgevoegd;

een voorbeeldvragenlijst in het Engels en in de taal waarin de enquête zal worden gehouden;

(een) naar behoren ingevuld(e) standaardformulier(en) waarin een gedetailleerde beschrijving van de enquêtemethode wordt gegeven;

een naar behoren ingevuld standaardformulier met vermelding van de subcontractanten die bij de actie betrokken zijn, waarbij een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven van de taken die zullen worden uitbesteed.

8.2.3.   Financieel dossier

Het financiële dossier moet de volgende stukken bevatten:

voor elke enquête, een naar behoren ingevulde en gedetailleerde standaardkostenraming (in euro’s en exclusief btw, tenzij de aanvrager kan aantonen dat hij de btw niet kan terugvorderen — zie het volgende punt) die betrekking heeft op een periode van twaalf maanden en die een financieringsplan voor de actie bevat, alsmede een gedetailleerd overzicht van de totale subsidiabele kosten en de subsidiabele kosten per eenheid voor de uitvoering van de enquête(s), met inbegrip van de kosten voor uitbesteding;

in voorkomend geval, een attest dat de organisatie of instelling niet btw-plichtig is;

in voorkomend geval, een ondertekend document waaruit de financiële bijdrage van externe organisaties/sponsoren (medefinanciering) blijkt.

8.3.   Adres en uiterste datum voor de indiening van voorstellen

Gegadigden die belangstelling hebben voor deze oproep tot het indienen van voorstellen, wordt verzocht hun subsidieaanvragen bij de Europese Commissie in te dienen.

Aanvragen kunnen worden ingediend:

a)

hetzij per brief of via particuliere koerierdienst tot uiterlijk 8 november 2010, waarbij de datum van het poststempel of de datum van het afgiftebewijs van de koerierdienst als bewijs geldt, op onderstaand adres:

 

per brief:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Economische en financiële zaken

Ter attentie van de heer Johan VERHAEVEN

Oproep tot het indienen van voorstellen — ECFIN/A3/2010/020

Eenheid R2, kamer BU24 — 4/11

Avenue du Bourget/Bourgetlaan 1-3

1140 Brussel

BELGIË

 

via particuliere koerierdienst:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Economische en financiële zaken

Ter attentie van de heer Johan VERHAEVEN

Oproep tot het indienen van voorstellen — ECFIN/A3/2010/020

Eenheid R2, kamer BU24 — 4/11

Avenue du Bourget/Bourgetlaan 1-3

1140 Brussel (Evere)

BELGIË

b)

hetzij door afgifte op de centrale postdienst van de Europese Commissie op onderstaand adres (rechtstreeks of via een door de aanvrager daartoe gemachtigde persoon, inclusief via particuliere koerierdiensten):

Europese Commissie

Directoraat-generaal Economische en financiële zaken

Ter attentie van de heer Johan VERHAEVEN

Oproep tot het indienen van voorstellen — ECFIN/A3/2010/020

Eenheid R2, kamer BU24 — 4/11

Avenue du Bourget/Bourgetlaan 1-3

1140 Brussel (Evere)

BELGIË

uiterlijk op 8 november 2010 om 16.00 uur (Brusselse tijd). In dit geval geldt als bewijs van afgifte het ontvangstbewijs dat is gedateerd en ondertekend door de ambtenaar van de bovengenoemde dienst die de documenten in ontvangst heeft genomen.

9.   WAT GEBEURT ER MET DE ONTVANGEN AANVRAGEN?

Alle aanvragen worden gecontroleerd om na te gaan of zij aan de formele subsidiabiliteitscriteria voldoen.

Voorstellen die als subsidiabel worden aangemerkt, worden beoordeeld en gequoteerd op basis van de hierboven gespecificeerde gunningscriteria.

De Commissie zal de voorstellen in de maanden november 2010-januari 2011 selecteren. Hiertoe zal een selectiecomité worden ingesteld onder leiding van de directeur-generaal van Economische en financiële zaken.

De indieners zullen naar verwachting begin 2011 vernemen of hun voorstel al dan niet geselecteerd is.

Vervolgens zullen eerst de kaderovereenkomsten voor partnerschap met de geselecteerde gegadigden en vervolgens de specifieke subsidieovereenkomsten voor het eerste jaar worden ondertekend.

10.   BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Deze oproep tot het indienen van voorstellen houdt in geen geval een contractuele verbintenis in van de Commissie jegens de organisaties/instellingen die als gevolg van deze aankondiging een voorstel indienen. Alle contacten betreffende de oproep moeten schriftelijk verlopen.

Aanvragers dienen nota te nemen van de contractuele bepalingen, die zullen moeten worden nageleefd wanneer de subsidie wordt toegekend.

Ter bescherming van het financiële belang van de Gemeenschappen kunnen uw persoonsgegevens worden doorgegeven aan interne controlediensten, de Europese Rekenkamer, de gespecialiseerde instantie voor financiële onregelmatigheden en/of het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).

De gegevens van economische actoren die in een van de in artikel 93, artikel 94, artikel 96, lid 1, onder b), en artikel 96, lid 2, onder a), van het Financieel Reglement genoemde situaties verkeren, kunnen in een centrale databank worden opgenomen en worden meegedeeld aan de aangewezen personen van de Commissie, andere instellingen, agentschappen, autoriteiten en organen, als vermeld in artikel 95, leden 1 en 2, van het Financieel Reglement. Hiermee worden ook de personen bedoeld die ten aanzien van de genoemde marktdeelnemers over vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheden beschikken. Alle in de gegevensbank opgenomen betrokkenen hebben het recht te worden geïnformeerd over de op hen betrekking hebbende gegevens; daartoe moet een verzoek aan de rekenplichtige van de Commissie worden gericht.


(1)  Overeenkomstig artikelen 93, lid 1, en artikel 94 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie.

(2)  PB C 316 van 27.11.1995, blz. 48.

(3)  PB C 195 van 25.6.1997, blz. 1.

(4)  PB L 351 van 29.12.1998, blz. 1.

(5)  PB L 166 van 28.6.1991, blz. 77.


GERECHTELIJKE PROCEDURES

EVA-Hof

7.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 271/25


Beroep tegen de Republiek IJsland, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 26 juli 2010

(Zaak E-8/10)

2010/C 271/05

Op 26 juli 2010 is bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen de Republiek IJsland door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, vertegenwoordigd door Xavier Lewis en Markus Schneider, optredend als gemachtigden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, Belliardstraat 35, 1040 Brussel, BELGIË.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vraagt het EVA-Hof vast te stellen dat:

1.

De Republiek IJsland, door het niet goedkeuren of niet kennisgeven aan de Autoriteit van alle nodige maatregelen voor de volledige tenuitvoerlegging van het besluit waarnaar is verwezen in punt 1 van bijlage VII bij de EER-Overeenkomst (Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties), zoals aangepast aan de EER-Overeenkomst bij Protocol 1 daarbij, haar verplichtingen uit hoofde van artikel 63, lid 1, van de richtlijn en artikel 7 van de EER-Overeenkomst niet is nagekomen;

2.

De Republiek IJsland wordt verwezen in de kosten van de procedure.

Feiten en argumenten:

Het verzoek heeft betrekking op het geen gevolg geven door IJsland aan een met redenen omkleed advies van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA over het niet goedkeuren of niet kennisgeven aan de Autoriteit van alle nodige maatregelen voor de volledige tenuitvoerlegging van het EER-besluit dat overeenstemt met de gewijzigde Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties van de Europese Unie.

De nog te nemen IJslandse maatregelen hebben betrekking op de vaststelling van nationale regelingen die voorzien in sectorspecifieke regels over de erkenning van in andere EER-staten verworven beroepskwalificaties.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA voert aan dat zij van de Republiek IJsland geen informatie heeft ontvangen waaruit mag blijken dat het besluit volledig in IJslands recht is omgezet en dat zij evenmin in het bezit is van andere gegevens waaruit zij dat kan afleiden.

De IJslandse regering heeft niet betwist dat de volledige tenuitvoerlegging van het besluit niet tijdig is gebeurd.


7.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 271/26


Beroep tegen Liechtenstein, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 26 juli 2010

(Zaak E-9/10)

2010/C 271/06

Op 26 juli 2010 is bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen Liechtenstein door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, vertegenwoordigd door Xavier Lewis en Markus Schneider, optredend als gemachtigden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, Belliardstraat 35, 1040 Brussel, BELGIË.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vraagt het EVA-Hof vast te stellen dat:

1.

Het Vorstendom Liechtenstein, door het niet binnen de gestelde termijn goedkeuren of kennisgeven aan de Autoriteit van de nodige maatregelen voor de volledige tenuitvoerlegging van het besluit waarnaar is verwezen in punt 1 van bijlage VII bij de EER-Overeenkomst (Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1430/2007 van de Commissie van 5 december 2007 tot wijziging van de bijlagen II en III van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en bij Verordening (EG) nr. 755/2008 van de Commissie van 31 juli 2008 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalificaties), zoals aangepast aan de EER-Overeenkomst bij Protocol 1 daarbij, zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 63, lid 1, van de richtlijn en artikel 7 van de EER-Overeenkomst niet is nagekomen;

2.

Het Vorstendom Liechtenstein wordt verwezen in de kosten van deze procedure.

Feiten en argumenten:

Het verzoek heeft betrekking op het geen gevolg geven door Liechtenstein aan een met redenen omkleed advies van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA over het niet goedkeuren of niet kennisgeven aan de Autoriteit van de nodige maatregelen voor de volledige tenuitvoerlegging van het EER-besluit dat overeenstemt met de gewijzigde Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties van de Europese Unie.

De nog door Liechtenstein te nemen maatregelen hebben betrekking op de erkenning van in andere EER-staten verworven beroepskwalificaties in de ambachtelijke sector.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA voert aan dat zij van de regering van Liechtenstein geen informatie heeft ontvangen waaruit mag blijken dat het besluit volledig in Liechtensteins recht is omgezet en dat zij evenmin in het bezit is van andere gegevens waaruit zij dat kan afleiden.

De regering van Liechtenstein heeft niet betwist dat de volledige tenuitvoerlegging van het besluit niet tijdig is gebeurd.


7.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 271/27


Beroep tegen Noorwegen, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 26 juli 2010

(Zaak E-10/10)

2010/C 271/07

Op 26 juli 2010 is bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen Noorwegen door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, vertegenwoordigd door Xavier Lewis en Markus Schneider, optredend als gemachtigden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, Belliardstraat 35, 1040 Brussel, BELGIË.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vraagt het EVA-Hof vast te stellen dat:

1.

Het Koninkrijk Noorwegen, door het niet binnen de gestelde termijn goedkeuren of kennisgeven aan de Autoriteit van de nodige maatregelen voor de volledige omzetting in zijn nationale wetgeving van de besluiten waarnaar is verwezen in punt 1 en in punt 1, tweede streepje, van bijlage VII bij de EER-Overeenkomst (Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1430/2007 van de Commissie van 5 december 2007 tot wijziging van de bijlagen II en III van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalificaties), zoals aangepast aan de EER-Overeenkomst bij Protocol 1 daarbij, zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 63, lid 1, van de richtlijn en artikel 7 van de EER-Overeenkomst niet is nagekomen;

2.

Het Koninkrijk Noorwegen wordt verwezen in de kosten van deze procedure.

Feiten en argumenten:

Het verzoek heeft betrekking op het geen gevolg geven door Noorwegen aan een met redenen omkleed advies van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA over het niet goedkeuren of niet kennisgeven aan de Autoriteit van de nodige maatregelen voor de volledige tenuitvoerlegging van het EER-besluit dat overeenstemt met de gewijzigde Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties van de Europese Unie.

De nog door Noorwegen te nemen maatregelen hebben betrekking op wijzigingen van een aantal nationale regelingen over de erkenning van in andere EER-staten verworven beroepskwalificaties.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA voert aan dat zij van de Noorse regering geen informatie heeft ontvangen waaruit mag blijken dat het besluit volledig in Noors recht is omgezet en dat zij evenmin in het bezit is van andere gegevens waaruit zij dat kan afleiden.

De Noorse regering heeft niet betwist dat de volledige tenuitvoerlegging van het besluit niet tijdig is gebeurd.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

7.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 271/28


Bericht van het vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

2010/C 271/08

In aansluiting op het bericht van het naderende vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen (1), waarna geen verzoek om een nieuw onderzoek werd ingediend, deelt de Commissie mede dat onderstaande antidumpingmaatregel binnenkort zal vervallen.

Dit bericht wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 (2) betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap.

Product

Land(en) van oorsprong of van uitvoer

Maatregelen

Referentie

Vervaldatum

Trichloorisocyanuurzuur

Verenigde Staten van Amerika

Antidumpingrecht

Verordening (EG) nr. 1631/2005 van de Raad (PB L 261 van 7.10.2005, blz. 1)

8.10.2010


(1)  PB C 104 van 23.4.2010, blz. 15.

(2)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.