ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2010.265.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 265

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

53e jaargang
30 september 2010


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 265/01

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

1

2010/C 265/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.5886 — Emerson Electric/Chloride Group) ( 1 )

3

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 265/03

Wisselkoersen van de euro

4

2010/C 265/04

Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor 27 lidstaten, zoals die vanaf 1 oktober 2010 gelden (Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1))

5

 

INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

2010/C 265/05

Geen staatssteun in de zin van artikel 61 van de EER-Overeenkomst

6

2010/C 265/06

Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 j van bijlage XV van de EER-Overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard — de algemene groepsvrijstellingsverordening)

7

2010/C 265/07

Geen staatssteun in de zin van artikel 61 van de EER-Overeenkomst

8

 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europese Commissie

2010/C 265/08

Aankondiging van algemene vergelijkende onderzoeken

9

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2010/C 265/09

Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China

10

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2010/C 265/10

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5934 — Veolia Water UK and Veolia Voda/Subsidiaries of United Utilities Group) ( 1 )

17

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2010/C 265/11

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

18

2010/C 265/12

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

23

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

30.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 265/1


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 265/01

Datum waarop het besluit is genomen

20.7.2010

Referentienummer staatssteun

N 197/10

Lidstaat

Oostenrijk

Regio

Unterkärnten

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Individual Aid for the Remediation of the Contaminated Site in Unterkärnten (AT)

Rechtsgrondslag

Umweltförderungsgesetz, BGBl. Nr. 185/1993, zuletzt geändert durch BGBl. I Nr. 74/2008

Altlastensanierungsgesetz, BGBl. Nr. 299/1989, zuletzt geändert durch BGBl. I Nr. 40/2008

Förderungsrichtlinien 2002 für die Altlastensanierung oder -sicherung

Förderungsrichtlinien 2008 für die Altlastensanierung oder -sicherung

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Milieubescherming

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 29 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

1.1.2010-31.12.2021

Economische sectoren

Beperkt tot de chemische en farmaceutische industrie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Bundesministerium für Land- und Forstwirtschaft, Umwelt und Wasserwirtschaft

Stubenbastei 5

1010 Wien

ÖSTERREICH

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

27.8.2010

Referentienummer staatssteun

N 337/10

Lidstaat

Italië

Regio

Piemonte

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Incentivazione alla razionalizzazione dei consumi energetici e alla produzione/utilizzo di energia da fonti rinnovabili nel patrimonio immobiliare delle istituzioni pubbliche. Intervento Smat SpA

Rechtsgrondslag

Deliberazione della Giunta regionale 1o marzo 2010 n. 22-13416

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Milieubescherming

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 0,6 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

60 %

Looptijd (periode)

Economische sectoren

Beperkt tot de elektriciteits-, water- en gassector

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Regione Piemonte

Piazza Castello 165

10121 Torino TO

ITALIA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


30.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 265/3


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.5886 — Emerson Electric/Chloride Group)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 265/02

Op 24 augustus 2010 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32010M5886. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

30.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 265/4


Wisselkoersen van de euro (1)

29 september 2010

2010/C 265/03

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3611

JPY

Japanse yen

113,85

DKK

Deense kroon

7,4517

GBP

Pond sterling

0,86180

SEK

Zweedse kroon

9,1545

CHF

Zwitserse frank

1,3295

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,9670

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,570

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

276,15

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7092

PLN

Poolse zloty

3,9743

RON

Roemeense leu

4,2750

TRY

Turkse lira

1,9817

AUD

Australische dollar

1,3999

CAD

Canadese dollar

1,3978

HKD

Hongkongse dollar

10,5607

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,8388

SGD

Singaporese dollar

1,7914

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 551,99

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,4699

CNY

Chinese yuan renminbi

9,1014

HRK

Kroatische kuna

7,2965

IDR

Indonesische roepia

12 151,22

MYR

Maleisische ringgit

4,1990

PHP

Filipijnse peso

59,752

RUB

Russische roebel

41,3725

THB

Thaise baht

41,459

BRL

Braziliaanse real

2,3247

MXN

Mexicaanse peso

16,9450

INR

Indiase roepie

61,1500


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


30.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 265/5


Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor 27 lidstaten, zoals die vanaf 1 oktober 2010 gelden

(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1))

2010/C 265/04

De basispercentages zijn berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6). Afhankelijk van het gebruik van het referentiepercentage, moeten nog de passende opslagen in de zin van die mededeling worden toegepast. Voor het disconteringspercentage betekent dit dat een marge van 100 basispunt dient te worden toegevoegd. In Verordening (EG) nr. 271/2008 van de Commissie van 30 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 is bepaald dat, tenzij in een bijzondere beschikking of een bijzonder besluit anders is bepaald, ook het bij terugvordering te hanteren percentage wordt vastgesteld door het basispercentage met 100 basispunt te verhogen.

Gewijzigde percentages zijn vet gedrukt

Vorige tabel is gepubliceerd in PB C 220 van 14.8.2010, blz. 4.

Van

Tot

AT

BE

BG

CY

CZ

DE

DK

EE

EL

ES

FI

FR

HU

IE

IT

LT

LU

LV

MT

NL

PL

PT

RO

SE

SI

SK

UK

1.10.2010

1,24

1,24

4,15

1,24

2,03

1,24

1,88

2,27

1,24

1,24

1,24

1,24

5,97

1,24

1,24

2,85

1,24

3,99

1,24

1,24

4,49

1,24

7,82

1,38

1,24

1,24

1,35

1.9.2010

30.9.2010

1,24

1,24

4,15

1,24

2,03

1,24

1,88

2,27

1,24

1,24

1,24

1,24

5,97

1,24

1,24

2,85

1,24

3,99

1,24

1,24

4,49

1,24

7,82

1,18

1,24

1,24

1,35

1.8.2010

31.8.2010

1,24

1,24

4,92

1,24

2,03

1,24

1,88

2,27

1,24

1,24

1,24

1,24

5,97

1,24

1,24

2,85

1,24

3,99

1,24

1,24

4,49

1,24

7,82

1,18

1,24

1,24

1,35

1.7.2010

31.7.2010

1,24

1,24

4,92

1,24

2,03

1,24

1,88

2,27

1,24

1,24

1,24

1,24

5,97

1,24

1,24

2,85

1,24

3,99

1,24

1,24

4,49

1,24

7,82

1,02

1,24

1,24

1,35

1.6.2010

30.6.2010

1,24

1,24

4,92

1,24

2,03

1,24

1,88

2,77

1,24

1,24

1,24

1,24

5,97

1,24

1,24

3,45

1,24

4,72

1,24

1,24

4,49

1,24

7,82

1,02

1,24

1,24

1,16

1.5.2010

31.5.2010

1,24

1,24

4,92

1,24

2,03

1,24

1,88

2,77

1,24

1,24

1,24

1,24

5,97

1,24

1,24

4,46

1,24

6,47

1,24

1,24

4,49

1,24

7,82

1,02

1,24

1,24

1,16

1.4.2010

30.4.2010

1,24

1,24

4,92

1,24

2,39

1,24

1,88

3,47

1,24

1,24

1,24

1,24

5,97

1,24

1,24

5,90

1,24

8,97

1,24

1,24

4,49

1,24

9,92

1,02

1,24

1,24

1,16

1.3.2010

31.3.2010

1,24

1,24

4,92

1,24

2,39

1,24

1,88

4,73

1,24

1,24

1,24

1,24

7,03

1,24

1,24

7,17

1,24

11,76

1,24

1,24

4,49

1,24

9,92

1,02

1,24

1,24

1,16

1.1.2010

28.2.2010

1,24

1,24

4,92

1,24

2,39

1,24

1,88

6,94

1,24

1,24

1,24

1,24

7,03

1,24

1,24

8,70

1,24

15,11

1,24

1,24

4,49

1,24

9,92

1,02

1,24

1,24

1,16


INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

30.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 265/6


Geen staatssteun in de zin van artikel 61 van de EER-Overeenkomst

2010/C 265/05

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt geen bezwaar tegen de volgende steunmaatregel:

Datum waarop het besluit is genomen

:

24 februari 2010

Nummer van de steunmaatregel

:

67099

EVA-staat

:

Noorwegen

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

:

opleidingssteun verleend door Innovation Norway aan de Roemeense ondernemingen SC Promex SA en SC 24 Januarie SA

Rechtsgrondslag

:

overeenkomst in de vorm van een briefwisseling van 25 juli 2007 tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Roemenië

Type maatregel

:

opleidingssteun

Vorm van de steun

:

subsidie

Begrotingsmiddelen

:

247,051 EUR

Steunintensiteit

:

24 %

Looptijd

:

tot 30 april 2011

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

:

Innovation Norway

Akersgata 13

PO Box 448

0104 Oslo

NORWAY

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, kan worden geraadpleegd op de website van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA:

http://www.eftasurv.int/state-aid/state-aid-register/


30.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 265/7


Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 j van bijlage XV van de EER-Overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard — de algemene groepsvrijstellingsverordening)

2010/C 265/06

DEEL I

Steun nr.

GBER 18/2009/TRA

Lidstaat

Noorwegen

Steunverlenende autoriteit

Naam

Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening

Adres

Webpagina

Postboks 8007 Dep.

0030 Oslo

NORWAY

http://www.regjeringen.no/

Benaming van de steunmaatregel

Maatregelen op het gebied van bossen, energie en klimaatverandering

Nationale rechtsgrondslag (Referentie desbetreffende nationale officiële publicatie)

Staatsbegroting: St. Prp. 1 (2008-2009)

St. Prp. 37 (2008-2009)

Weblink naar de volledige tekst van de steunmaatregel

http://www.innovasjonnorge.no/Satsinger/Landbruk/Bioenergiprogrammet/

Soort steun

Steunregeling

X

Looptijd

Steunregeling

1.5.2009 tot 1.1.2014

Betrokken economische sector(en)

Alle economische sectoren die in aanmerking komen voor steun

X

Soort begunstigde

kmo

X

Grote ondernemingen

X

Begrotingsmiddelen

Totale geplande jaarbudget in het kader van de regeling

2 miljoen NOK

Steuninstrument (art. 5)

Subsidie

X

DEEL II

Algemene doelstellingen (lijst)

Doelstellingen (lijst)

Maximum steunintensiteit (in %) of maximum steunbedrag in NOK

Opleidingssteun (art. 38-39)

Specifieke opleiding (art. 38, lid 1)

25 %

 

Algemene opleiding (art. 38, lid 2)

60 %


30.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 265/8


Geen staatssteun in de zin van artikel 61 van de EER-Overeenkomst

2010/C 265/07

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt geen bezwaar tegen de volgende steunmaatregel:

Datum waarop het besluit is genomen

:

10 maart 2010

Nummer van de steunmaatregel

:

67806

Nummer van het besluit

:

75/10/COL

EVA-staat

:

Noorwegen

Rechtsgrondslag

:

Parlementsvoorstel nr. 1 (2009-2010)

Doelstelling

:

het gebruik van hernieuwbare warmte- en energiebronnen bevorderen. Bijdragen tot energiebesparing.

Vorm van de steun

:

subsidies

Begrotingsmiddelen

:

ongeveer 2,8 miljard NOK

Looptijd

:

tot eind 2010

Economische sectoren

:

energie, elektriciteit

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

:

Enova SF

Professor Brochsgt. 2

7030 Trondheim

NORWAY

De tekst van het besluit in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, kan worden geraadpleegd op de website van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA:

http://www.eftasurv.int/state-aid/state-aid-register/


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europese Commissie

30.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 265/9


AANKONDIGING VAN ALGEMENE VERGELIJKENDE ONDERZOEKEN

2010/C 265/08

De Europese Commissie organiseert de algemene vergelijkende onderzoeken:

COM/AD/01/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 6) — Scheikunde, biologie en gezondheidswetenschappen

COM/AD/02/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 7) — Scheikunde, biologie en gezondheidswetenschappen

COM/AD/03/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 6) — Natuurkunde

COM/AD/04/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 7) — Natuurkunde

COM/AD/05/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 6) — Bouwmechanica

COM/AD/06/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 7) — Bouwmechanica

COM/AD/07/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 6) — Kwantitatieve beleidsanalyse

COM/AD/08/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 7) — Kwantitatieve beleidsanalyse

COM/AD/09/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 6) — Ruimtelijke wetenschappen

COM/AD/10/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 7) — Ruimtelijke wetenschappen

COM/AD/11/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 6) — Milieuwetenschappen

COM/AD/12/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 7) — Milieuwetenschappen

COM/AD/13/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 6) — Energiewetenschappen

COM/AD/14/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 7) — Energiewetenschappen

COM/AD/15/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 6) — Communicatie-/informatietechnologie

COM/AD/16/10 — Administrateurs op het gebied van onderzoek (AD 7) — Communicatie-/informatietechnologie

De aankondiging van het vergelijkend onderzoek wordt bekendgemaakt in Publicatieblad C 265 A van 30. september.2010.

Aanvullende informatie is beschikbaar op de website van EPSO: http://eu-careers.eu


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

30.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 265/10


Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China

2010/C 265/09

De Europese Commissie („de Commissie”) heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), volgens welke de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van bepaalde naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

1.   Klacht

De klacht werd op 16 augustus 2010 ingediend door het Defense Committee of the seamless stainless steel tubes industry of the European Union („de klager”) namens producenten die een groot deel, in dit geval meer dan 50 %, van de totale productie in de Unie van bepaalde naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal vertegenwoordigen.

2.   Onderzocht product

Dit onderzoek heeft betrekking op bepaalde naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal, andere dan die welke voorzien zijn van hulpstukken voor gas- of vloeistofleidingen voor gebruik in de burgerluchtvaart, momenteel ingedeeld onder de GN-codes 7304 11 00, 7304 22 00, 7304 24 00, ex 7304 41 00, 7304 49 10, ex 7304 49 93, ex 7304 49 95, ex 7304 49 99 en ex 7304 90 00.

3.   Bewering dat er sprake is van dumping  (2)

Bij het product dat met dumping zou worden ingevoerd, gaat het om het onderzochte product, van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken land”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes 7304 11 00, 7304 22 00, 7304 24 00, ex 7304 41 00, 7304 49 10, ex 7304 49 93, ex 7304 49 95, ex 7304 49 99 en ex 7304 90 00. Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.

Aangezien de Volksrepubliek China ingevolge de bepalingen van artikel 2, lid 7, van de basisverordening niet als een land met een markteconomie beschouwd wordt, heeft de klager de normale waarde voor de invoer uit de Volksrepubliek China vastgesteld op basis van de prijs in een derde land met een markteconomie, namelijk de Verenigde Staten van Amerika. De bewering dat het betrokken product met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de aldus vastgestelde normale waarde met de prijzen (af fabriek) van het onderzochte product bij uitvoer naar de Unie.

De aldus berekende dumpingmarges blijken voor het betrokken land van uitvoer aanzienlijk te zijn.

4.   Bewering dat er sprake is van schade

De klager heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product uit het betrokken land zowel absoluut als qua marktaandeel is gestegen.

Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product wordt ingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebben gehad op de door de bedrijfstak van de Unie verkochte hoeveelheden, het niveau van de aangerekende prijzen en het door hem ingenomen marktaandeel, waardoor de bedrijfsresultaten van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk zijn verslechterd.

5.   Procedure

Daar de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden, opent zij hierbij een onderzoek overeenkomstig artikel 5 van de basisverordening.

Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land met dumping wordt ingevoerd en of hierdoor schade voor de bedrijfstak van de Unie is ontstaan. Als de conclusies bevestigend zijn, zal in het onderzoek worden nagegaan of het niet tegen het belang van de Unie is maatregelen in te stellen.

5.1.    Procedure voor het vaststellen van dumping

Producenten-exporteurs (3) van het onderzochte product uit het betrokken land worden uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie deel te nemen.

5.1.1.   Onderzoek van de producenten-exporteurs

a)   Steekproeven

Gezien het potentieel grote aantal producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China dat bij deze procedure betrokken is, en teneinde het onderzoek binnen de wettelijke termijnen af te ronden, kan de Commissie de te onderzoeken producenten-exporteurs tot een redelijk aantal beperken door een steekproef samen te stellen (steekproefneming). De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden uitgevoerd.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat doen binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, en de Commissie de volgende informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon;

de hoeveelheid (in ton) van het onderzochte product die in het onderzoektijdvak („OT”) van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010 naar de Unie is uitgevoerd en de waarde van deze uitvoer in plaatselijke valuta, voor elk van de 27 lidstaten (4) afzonderlijk en in totaal;

de hoeveelheid (in ton) van het onderzochte product die in de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010 (het OT) op de binnenlandse markt is verkocht en de waarde van deze verkoop in plaatselijke valuta;

een nauwkeurige beschrijving van de wereldwijde activiteiten van de onderneming met betrekking tot het onderzochte product;

de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (5) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (uitvoer en/of binnenlandse verkoop) van het onderzochte product;

alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

De producenten-exporteurs moeten ook aangeven of zij, ingeval zij niet in de steekproef worden opgenomen, een vragenlijst en andere aanvraagformulieren willen ontvangen om overeenkomstig punt b) om een individuele dumpingmarge te verzoeken.

Door bovengenoemde informatie te verstrekken, geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden ingevuld en dat de antwoorden bij een bezoek ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De bevindingen van de Commissie met betrekking tot niet-medewerkende producenten-exporteurs worden gebaseerd op de beschikbare gegevens en het resultaat kan voor de desbetreffende onderneming minder gunstig zijn dan wanneer die wel had meegewerkt.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van het betrokken land en met alle bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, met uitzondering van de hierboven vermelde informatie, moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten-exporteurs indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

Ondernemingen die hadden ingestemd met opname in de steekproef maar uiteindelijk niet geselecteerd zijn, zullen worden geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”). Onverminderd punt b) hieronder zal het antidumpingrecht dat wordt toegepast op de invoer van de niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs overeenkomstig artikel 9, lid 6, van de basisverordening niet hoger zijn dan de gewogen gemiddelde dumpingmarge die is vastgesteld voor de producenten-exporteurs in de steekproef.

b)   Individuele dumpingmarge voor ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen

Niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs kunnen de Commissie uit hoofde van artikel 17, lid 3, van de basisverordening verzoeken om voor hen een individuele dumpingmarge vast te stellen. Producenten-exporteurs die een individuele dumpingmarge willen aanvragen, moeten overeenkomstig punt a) om een vragenlijst en andere aanvraagformulieren verzoeken en deze naar behoren ingevuld retourneren binnen de hieronder aangegeven termijnen. De volledig ingevulde vragenlijst dient uiterlijk 37 dagen na de datum van de kennisgeving van de steekproefselectie te worden ingediend, tenzij anders aangegeven. NB: de Commissie kan alleen individuele dumpingmarges voor producenten-exporteurs in landen zonder markteconomie vaststellen als bewezen is dat zij voldoen aan de criteria voor toekenning van een behandeling als marktgerichte onderneming (BMO) of althans een individuele behandeling (IB), zoals gespecificeerd in punt 5.1.2.2.

Producenten-exporteurs die een individuele dumpingmarge aanvragen, moeten zich er echter van bewust zijn dat de Commissie kan besluiten geen individuele dumpingmarge vast te stellen, bijvoorbeeld als het aantal producenten-exporteurs zo groot is dat dit een onredelijke belasting zou vormen en de tijdige afronding van het onderzoek in de weg zou staan.

5.1.2.   Procedure met betrekking tot producenten-exporteurs in het betrokken land zonder markteconomie

5.1.2.1.   Selectie van een land met een markteconomie

De normale waarde van de invoer uit de Volksrepubliek China zal, met inachtneming van de bepalingen van punt 5.1.2.2, overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening worden vastgesteld op basis van de prijs of de berekende waarde in een derde land met een markteconomie. De Commissie zal daartoe een geschikt derde land met een markteconomie selecteren. De voorlopige keuze van de Commissie is op de Verenigde Staten van Amerika gevallen. Belanghebbenden wordt bij dezen verzocht hun opmerkingen over de geschiktheid van deze keuze binnen 10 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in te dienen.

5.1.2.2.   Behandeling van producenten-exporteurs in het betrokken land zonder markteconomie

Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening kunnen individuele producenten-exporteurs in het betrokken land die van mening zijn dat zij het onderzochte product onder marktvoorwaarden vervaardigen en verkopen, een naar behoren onderbouwd verzoek om behandeling als marktgerichte onderneming indienen („BMO-aanvraag”). Een BMO wordt toegekend als uit de beoordeling van de BMO-aanvraag blijkt dat aan de criteria van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening (6) is voldaan. Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening wordt de dumpingmarge van de producenten-exporteurs aan wie een BMO is toegekend, voor zover mogelijk en onverminderd het gebruik van beschikbare gegevens uit hoofde van artikel 18 van de basisverordening, berekend op basis van hun eigen normale waarde en uitvoerprijzen.

Individuele producenten-exporteurs in het betrokken land kunnen ook, of als alternatieve mogelijkheid, een individuele behandeling („IB”) aanvragen. Om in aanmerking te komen voor een IB moeten deze producenten-exporteurs aantonen dat zij voldoen aan de criteria van artikel 9, lid 5, van de basisverordening (7). De dumpingmarge van de producenten-exporteurs aan wie een IB is toegekend, wordt berekend op basis van hun eigen uitvoerprijzen. De normale waarde voor producenten-exporteurs aan wie een IB is toegekend, wordt gebaseerd op de waarden die zijn vastgesteld voor het derde land met een markteconomie, dat is geselecteerd zoals hierboven aangegeven.

a)   Behandeling als marktgerichte onderneming (BMO)

De Commissie zal BMO-aanvraagformulieren toezenden aan alle producenten-exporteurs in het betrokken land die voor de steekproef zijn geselecteerd, evenals aan alle niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs die een individuele dumpingmarge willen aanvragen, aan alle haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs, en aan de autoriteiten van het betrokken land.

Alle producenten-exporteurs die een BMO willen aanvragen, moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef dan wel van de beslissing geen steekproef samen te stellen een ingevuld BMO-aanvraagformulier indienen.

b)   Individuele behandeling (IB)

Om een IB aan te vragen, moeten de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs in het betrokken land en de niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs die een individuele dumpingmarge willen aanvragen, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef het BMO-aanvraagformulier met de voor een IB relevante onderdelen volledig ingevuld indienen.

5.1.3.   Onderzoek van de niet-verbonden importeurs  (8)  (9)

Gezien het grote aantal bij deze procedure betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden uitgevoerd.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers hierbij verzocht contact met de Commissie op te nemen. De partijen doen dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie de volgende informatie over hun onderneming(en) te verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon;

een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van de onderneming met betrekking tot het onderzochte product;

de hoeveelheid (in ton) van het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land die in de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010 in de Unie is ingevoerd en verkocht en de waarde van deze invoer en verkoop in euro’s;

de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (10) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het onderzochte product;

alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

Door bovengenoemde informatie te verstrekken, geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden ingevuld en dat de antwoorden bij een bezoek ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De bevindingen van de Commissie voor niet-medewerkende importeurs worden op de beschikbare gegevens gebaseerd en de resultaten voor deze importeurs kunnen minder gunstig zijn dan wanneer ze wel medewerking hadden verleend.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met de haar bekende verenigingen van importeurs.

Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, met uitzondering van de hierboven vermelde informatie, moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan alle haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen nadat hun is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, indienen. De ingevulde vragenlijst moet onder meer informatie bevatten over de structuur van de onderneming(en), de activiteiten van de onderneming(en) met betrekking tot het onderzochte product en de verkoop van het onderzochte product.

5.2.    Procedure voor het vaststellen van schade

Onder schade wordt verstaan aanmerkelijke schade voor de bedrijfstak van de Unie, dreiging van aanmerkelijke schade voor die bedrijfstak of aanmerkelijke vertraging van de vestiging van een dergelijke bedrijfstak. De vaststelling van de schade vindt plaats op basis van overtuigend bewijs en omvat een objectieve bepaling van de hoeveelheid invoer met dumping, het effect daarvan op de prijzen in de Unie en de gevolgen van deze invoer voor de bedrijfstak van de Unie. Teneinde vast te stellen of de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade heeft geleden, worden de producenten van het onderzochte product in de Unie uitgenodigd om aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

5.2.1.   Onderzoek van de producenten in de Unie

Gezien het mogelijk grote aantal bij deze procedure betrokken producenten in de Unie kan de Commissie, om het onderzoek binnen de gestelde termijn te kunnen afronden, haar onderzoek beperken tot een redelijk aantal producenten in de Unie door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden uitgevoerd.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers hierbij verzocht contact met de Commissie op te nemen. De partijen doen dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie de volgende informatie over hun onderneming(en) te verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon;

een nauwkeurige beschrijving van de wereldwijde activiteiten van de onderneming met betrekking tot het onderzochte product;

de waarde (in EUR’s) van de verkoop van het onderzochte product in de Unie in de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010;

de hoeveelheid (in ton) van de verkoop van het onderzochte product in de Unie in de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010;

de hoeveelheid (in ton) van het onderzochte product die in de periode van 1 juli 2009 tot 30 juni 2010 is geproduceerd;

indien van toepassing, de hoeveelheid (in ton) van het in het betrokken land geproduceerde onderzochte product dat in de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010 in de Unie is ingevoerd;

de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (11) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het onderzochte product (ongeacht of het in de Unie of in het betrokken land is geproduceerd);

alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

Door bovengenoemde informatie te verstrekken, geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden ingevuld en dat de antwoorden bij een bezoek ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De bevindingen van de Commissie voor niet-medewerkende producenten in de Unie worden gebaseerd op de beschikbare gegevens en het resultaat kan voor de desbetreffende producent minder gunstig zijn dan wanneer die had meegewerkt.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten in de Unie nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met de haar bekende verenigingen van producenten in de Unie.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten in de Unie worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en verenigingen van producenten in de Unie mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen nadat hun is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, indienen. De ingevulde vragenlijst moet onder meer informatie bevatten over de structuur van hun onderneming(en), de financiële situatie van de onderneming(en), de activiteiten van de onderneming(en) met betrekking tot het onderzochte product, de productiekosten en de verkoop van het onderzochte product.

5.3.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt vastgesteld dat er inderdaad dumping plaatsvindt en dat daardoor schade wordt veroorzaakt, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing genomen worden over de vraag of het instellen van antidumpingmaatregelen in strijd zou zijn met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht om contact op te nemen binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Partijen die zich binnen de genoemde termijn kenbaar hebben gemaakt, kunnen de Commissie binnen 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, informatie verstrekken met betrekking tot de vraag of het niet tegen het belang van de Unie is maatregelen in te stellen. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

5.4.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden worden hierbij uitgenodigd om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunten kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal door de Commissie binnen 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn ontvangen.

5.5.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een onderhoud over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Voor een verzoek betreffende de latere stadia van het onderzoek gelden de termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

5.6.    Procedure voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Alle opmerkingen van belanghebbenden, met inbegrip van informatie voor de selectie van de steekproef, ingevulde BMO-aanvraagformulieren, ingevulde vragenlijsten en updates daarvan, moeten schriftelijk worden ingediend, hetzij op papier, hetzij elektronisch, onder vermelding van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummers van de belanghebbende. Als een belanghebbende om technische redenen zijn opmerkingen en verzoeken niet in elektronische vorm kan indienen, moet hij de Commissie daarvan onmiddellijk op de hoogte stellen.

Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, ingevulde vragenlijsten en correspondentie waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (12).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk meegedeelde gegevens. Als een belanghebbende die vertrouwelijke inlichtingen verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt met de vereiste vorm en inhoud, kan deze vertrouwelijke informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N-105 04/092

1049 Brussel

BELGIË

Fax +32 22956505

6.   Niet-medewerking

Indien belanghebbenden geen toegang verlenen tot de nodige gegevens, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Indien blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de bevindingen daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.

7.   Hearing

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de voor de hearing bevoegde ambtenaar van het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. Deze fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De bevoegde ambtenaar kan een hearing met een individuele belanghebbende organiseren en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de bevoegde ambtenaar te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een onderhoud over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Voor een verzoek betreffende de latere stadia van het onderzoek gelden de termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

De bevoegde ambtenaar kan ook een hearing voor belanghebbenden organiseren waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere dumping, schade, oorzakelijk verband en belang van de Unie. Een dergelijke hearing vindt normaliter uiterlijk aan het einde van de vierde week na de mededeling van de voorlopige bevindingen plaats.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de bevoegde ambtenaar op de website van het directoraat-generaal Handel: (http://ec.europa.eu/trade/issues/respectrules/ho/index_en.htm).

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de basisverordening kunnen tot uiterlijk negen maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden ingesteld.

9.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (13).


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  Dumping is de praktijk waarbij een product („het betrokken product”) wordt uitgevoerd tegen een prijs die onder de „normale waarde” ligt. Als normale waarde wordt meestal een vergelijkbare prijs voor het „soortgelijke” product op de binnenlandse markt van het land van uitvoer gehanteerd. De term „soortgelijk product” betekent een product dat in alle opzichten vergelijkbaar is met het betrokken product of, als dat ontbreekt, een product dat sterk op het product lijkt.

(3)  Onder producent-exporteur wordt verstaan: een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product produceert en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks of via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het betrokken product. Exporteurs die zelf geen producent zijn, komen normaliter niet in aanmerking voor individuele rechten.

(4)  De 27 lidstaten van de Europese Unie zijn: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.

(5)  Overeenkomstig artikel 143 van Verordening (EG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek worden personen slechts geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn in elkaars ondernemingen; b) zij van rechtswege in zaken verbonden zijn; c) de één de werkgever is van de ander; d) enig persoon direct of indirect 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden bezit, controleert of houdt; e) één van hen direct of indirect zeggenschap over de anderen heeft; f) een derde persoon direct of indirect zeggenschap heeft over beiden; g) zij direct of indirect zeggenschap hebben over een derde persoon; of h) zij behoren tot dezelfde familie. Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broer en zuster (of halfbroer en halfzuster), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht, vi) schoonouder en schoonzoon of -dochter, vii) zwager en schoonzuster. (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1) In deze context worden onder persoon zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.

(6)  De producenten-exporteurs moeten met name aantonen dat: i) besluiten van bedrijven en de door hen gemaakte kosten een reactie zijn op marktsignalen, zonder staatsinmenging van betekenis; ii) bedrijven beschikken over een duidelijke basisboekhouding die onder controle staat van een onafhankelijke instantie in overeenstemming met de internationale standaarden voor jaarrekeningen en die alle terreinen bestrijkt; iii) er geen verstoringen van betekenis zijn die nog voortvloeien uit het vroegere systeem zonder markteconomie; iv) de faillissements- en eigendomswetten rechtszekerheid en stabiliteit bieden; v) omrekening van munteenheden tegen de marktkoers geschiedt.

(7)  De producenten-exporteurs moeten met name aantonen dat: i) zij geheel of gedeeltelijk in buitenlandse handen zijnde ondernemingen of joint ventures zijn die vrij zijn kapitaal en winsten te repatriëren; ii) zij vrij zijn de uitvoerprijzen en -hoeveelheden en de verkoopvoorwaarden vast te stellen; iii) de meerderheid van de aandeelhouders particulieren zijn. Staatsambtenaren die deel uitmaken van de raad van bestuur of leidinggevende functies vervullen, moeten in de minderheid zijn of er moet worden aangetoond dat de onderneming niettemin voldoende vrij is van staatsinmenging; iv) zij bij de omrekening van valuta's marktkoersen gebruiken; v) de staatsinmenging niet dusdanig is dat maatregelen ontweken kunnen worden indien voor individuele exporteurs verschillende rechten gelden.

(8)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage 1 bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Zie voetnoot 5 voor de definitie van een verbonden partij.

(9)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van het onderzoek dan het vaststellen van dumping.

(10)  Zie voetnoot 5 voor de definitie van een verbonden partij.

(11)  Zie voetnoot 5 voor de definitie van een verbonden partij.

(12)  Dit document is een vertrouwelijk document in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst). Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(13)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

30.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 265/17


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5934 — Veolia Water UK and Veolia Voda/Subsidiaries of United Utilities Group)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 265/10

1.

Op 23 september 2010 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de ondernemingen Veolia Water UK Plc („VWUK”, Verenigd Koninkrijk) en Veolia Voda SA („VV”, Tsjechië), die beide uiteindelijk onder zeggenschap staan van Veolia Environment SA („VE”, Frankrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgen over bepaalde activiteiten van United Utilities Group PLC („de doelonderneming”, Verenigd Koninkrijk) in het VK door de verwerving van aandelen. Bovendien verwerft VE Group aandelen van de doelonderneming in waterbehandelingsconcessies in Bulgarije, Estland en Polen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

VWUK: aanbieder — in onderaanneming — van beheersdiensten inzake de behandeling van water en afvalwater aan gereguleerde water- en afvalwaterbedrijven en industriële afnemers in het Verenigd Koninkrijk en Ierland,

VV: aanbieder van infrastructuur en diensten op het gebied van water en afvalwater in Centraal- en Oost-Europa,

VE Group: aanbieder van diensten op het gebied van milieubeheer,

Doelonderneming: aanbieder — in onderaanneming- van beheersdiensten inzake de behandeling van water en afvalwater aan gereguleerde water- en afvalwaterbedrijven en industriële afnemers in het Verenigd Koninkrijk en waterleidingsaansluitingen in het VK. In Bulgarije, Polen en Estland heeft zij belangen in ondernemingen die concessies beheren inzake infrastructuur en diensten op het gebied van de gemeentelijke water- en afvalwaterbehandeling.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5934 — Veolia Water UK and Veolia Voda/Subsidiaries of United Utilities Group, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

30.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 265/18


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2010/C 265/11

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„FICHI DI COSENZA”

EG-nummer: IT-PDO-0005-0682-25.02.2008

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Naam:

„Fichi di Cosenza”

2.   Lidstaat of derde land:

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.6:

Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

De benaming „Fichi di Cosenza” verwijst uitsluitend naar de gedroogde vruchten van de soort „Dottato” of „Ottato” van de Ficus carica sativa (domestica L.). De verse vruchten van de soort „Dottato”, die in het in punt 4 omschreven geografische gebied geteeld worden, zijn eivormig tot rond; het ostiolum staat gedeeltelijk open en is omgeven door een groene ring die naarmate de vijg rijpt, steeds bruiner kleurt. De huid is aanvankelijk strogroen en kleurt dan groengeel. Soms vertoont de huid overlangs nauwelijks zichtbare ribbels. De bloembodem bevat amberkleurig, halfvast vruchtvlees dat licht aromatisch en niet zeer sappig is. Het sap is niet bijzonder dik, maar wanneer de vijg rijp is, druipt het soms uit het ostiolum. De vrucht heeft een honingzoete smaak en bevat relatief weinig kleine, lege deelvruchten.

Wanneer ze in de handel worden gebracht, vertonen de „Fichi di Cosenza” de volgende kenmerken:

Fysieke kenmerken

de vijgen worden als volgt naar grootte ingedeeld:

groot: 55 à 65 vruchten in 1 kg;

middelgroot: 66 à 85 vruchten in 1 kg;

klein: meer dan 85 vruchten in 1 kg;

vorm: langwerpig, druppelvormig, soms enigszins afgevlakt aan de top;

steel: kort en dun, steeds aanwezig;

huid: gaaf en goudkleurig, van donker strogeel tot lichtbeige van kleur, soms met donkerder delen over een beperkte oppervlakte;

ribbels (donkere overlangse lijnen): nauwelijks zichtbaar;

deelvruchten: klein (gemiddelde breedte 0,98 mm, gemiddelde lengte 1,30 mm), doorgaans leeg en beperkt in aantal, niet zeer knapperig;

Chemische kenmerken

vochtgehalte: maximaal 24 %; of 28 % indien de vijgen verpakt zijn;

totaal suikers (% van de droge stof): 48 à 57 % voor zongedroogde vijgen; 50 à 75 % voor in kassen gedroogde vijgen;

Organoleptische eigenschappen

smaak: bijzonder zoet, bijna honingachtig.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

Alle fasen van het productieproces van de „Fichi di Cosenza” van de oogst tot en met het drogen, moeten plaatsvinden in het in punt 4 omschreven geografische gebied.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.:

Het product wordt verpakt in houten kratten (voor een gewicht van 50 g tot 1 kg) of in dozen van karton of een ander voor levensmiddelen geschikt materiaal (voor een gewicht van 1 kg tot 25 kg). De verpakkingen moeten met doorzichtige folie afgedekt zijn.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Wanneer het product in de handel wordt gebracht moeten op het etiket behalve het EU-logo de volgende vermeldingen in duidelijk leesbare letters worden aangebracht:

de woorden „Fichi di Cosenza”, mogelijk gevolgd door een vertaling in andere talen, en de vertaalbare uitdrukking „Denominazione di Origine Protetta” (beschermde geografische aanduiding);

het logo van het product.

De volgende extra vermeldingen — in het Italiaans of in het plaatselijke dialect — mogen eveneens op de verpakking van het product worden aangebracht:

„Fichi secchi di Cosenza”, „Fichi essiccati del cosentino”, „Ficu siccati”, „Ficu Janchi”

Het toevoegen van andere, niet uitdrukkelijk toegestane vermeldingen is verboden.

Image

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied:

Het geografische productiegebied van de „Fichi di Cosenza” wordt in het noorden begrensd door de brede zuidelijke helling van het Pollinomassief dat zorgt voor de scheiding met de regio Basilicata, en in het zuiden door het Silaplateau en door de rivieren die van dit plateau naar beneden stromen: de Nucà in zuidoostelijke richting en de Savuto in zuidwestelijke richting. Het productiegebied ligt 0 m tot 800 m boven de zeespiegel en bevat geen hellingen van meer dan 35 %. Het omvat de volledige vallei van de Crati, die van zuid naar noord loopt, en in het noordoosten in de Ionische zee uitmondt. Het omvat ook het rechtertalud van de vallei van de Savuto die in het zuidwesten in de Tyrreense zee uitmondt.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Omgevingsfactoren

Bodem

Voor het overgrote deel zijn de gronden in het productiegebied van de „Fichi di Cosenza” luchtige en eerder droge bodems die rijk zijn aan calcium en in het algemeen vrij vruchtbaar zijn.

Klimaat

Het productiegebied van de „Fichi di Cosenza” wordt gekenmerkt door een mild klimaat. Het ligt immers tussen twee zeeën, de Tyrreense en de Ionische zee; in het noorden wordt het door het Pollinomassief tegen de koude noordenwinden beschermd en het Sila plateau biedt bescherming tegen de hete, stormachtige zuidoostelijke winden.

De beschikbare meteorologische gegevens laten de volgende factoren zien: geen vorst of frequente dikke mist en gematigde gemiddelde jaartemperaturen, in het late voorjaar en in de vroege zomer neerslag die zich beperkt tot korte, geïsoleerde buien en in de periode die de belangrijkste bijdrage aan de kwaliteit van de vijgen moet leveren, namelijk de periode waarin de vruchten rijpen en worden geoogst en gedroogd, weinig regen en evenmin verzengende hitte en — ook heel belangrijk — een goede dagelijkse gematigde ventilatie. Deze klimatologische omstandigheden zorgen ervoor dat de vijgen bijna volledig op de tak drogen, waardoor ze beter van kwaliteit zijn dan gedroogde vijgen van dezelfde soort of van vergelijkbare soorten die in andere geografische gebieden worden geteeld.

Menselijke factoren

Gedroogde vijgen die al sedert de oudheid een belangrijk voedingsmiddel vormen omdat ze gemakkelijk kunnen worden bewaard en een hoge voedingswaarde hebben, hebben in het gebied rond Cosenza ook een belangrijke economische sector doen ontstaan (ASN, 1587) die wordt gekenmerkt door specifieke lokale gebruiken die in de naburige provincies niet tot ontwikkeling zijn gekomen, waarbij gebruik wordt gemaakt van plaatselijke technieken voor de verwerking van de „Dottato”-variëteit.

In de regio rond Cosenza nemen de landbouwers, net zoals in het verleden (Ravasini, 1911), speciale maatregelen om caprificatie te voorkomen, en verwijderen zij de occasionele wilde vijgenbomen die naast de vijgenboomgaard kunnen opduiken.

Dankzij de specifieke klimatologische omstandigheden in de regio laat men de vijgen verschrompelen op de tak totdat ze nog slechts dankzij het steeltje blijven hangen (in dit stadium noemt men de gedroogde vijgen in het plaatselijke dialect „passuluni”). De plaatselijke telers beoordelen of het optimale punt van dehydratie is bereikt, oogsten de „passuluni” met de hand en laten de vijgen meteen volledig drogen — om te voorkomen dat zich parasitaire ziekten ontwikkelen — hetzij in de zon (traditioneel drogen), hetzij onder glas op met de hand vervaardigde rieten dragers of dragers van een ander ademend materiaal voor levensmiddelen, gedurende 3 tot 7 dagen.

Gedurende dit 3 tot 7 dagen durende droogproces (de duur hangt af van de ervaring en het oordeel van de teler) wordt heel wat aandacht besteed aan de drogende vijgen: de rijpingsgraad, de gelijkmatigheid van de rijping, de gezondheid en de organoleptische en esthetische kenmerken van de vruchten worden op sensoriële wijze beoordeeld met als doel een eindproduct te bekomen dat geschikt is voor consumptie en voor latere verwerking (de eerste dagen bijvoorbeeld moeten de vijgen minstens twee maal per dag handmatig worden omgedraaid zodat ze gelijkmatig kunnen drogen; vijgen zonder steeltje, vijgen die door zonnebrand zijn aangetast enz., worden verwijderd).

Het telen en verwerken van „Dottato”-vijgen en het gebruik ervan nadat ze zijn gedroogd, is specifiek voor het gebied rond Cosenza en maakt er deel uit van de traditie. Voor onderzoekers en handelaren in Italië was dit al lang geen geheim meer en zij hebben de beroemde gedroogde vijgen van Cosenza beschreven en de kwaliteiten ervan geroemd (Casella, 1933; Pagano, 1857):

„de vakkundigheid van een volk dat erin geslaagd is in de loop der eeuwen een unieke economische activiteit op te zetten, gebaseerd op een selectie van de beste variëteiten en op het gebruik van de doelmatigste landbouwtechnieken en -methoden en de geschiktste uitrustingen en machines, op de juiste inzet van tijd en arbeid (zowel manuele als mechanische arbeid, met vandaag de dag een nog steeds belangrijk aandeel aan manuele arbeid) en op de toepassing van optimale verwerkingsmethoden zodat een karakteristiek eindproduct van uitzonderlijke kwaliteit (wat smaak, esthetiek, gezondheid en voedingswaarde betreft) kan worden afgeleverd”.

Op basis van losse vijgen die in de zon werden gedroogd, hebben de telers in Cosenza in de loop der eeuwen een groot aantal afgeleide producten bedacht die aan creativiteit niets te wensen overlaten en in mindere of meerdere mate verwerking noodzakelijk maken.

5.2.   Specificiteit van het product:

„Fichi di Cosenza” vertonen opmerkelijke kenmerken: na het drogen zijn ze zeer stevig, vlezig, zacht en mals en varieert hun kleur van lichtgeel tot licht amberkleurig. Het belangrijkste kenmerk dat „Fichi di Cosenza” onderscheidt van vijgen van de „Dottato”-variëteit die buiten het gebied rond Cosenza worden geteeld, zijn hun fijne deelvruchtjes die tijdens het kauwen nauwelijks worden waargenomen. Ook vermeldenswaard zijn andere fenologische en organoleptische kenmerken zoals het hoge suikergehalte en het feit dat ze gemakkelijk kunnen worden bewaard en uitermate geschikt zijn om — met gebruikmaking van diverse traditionele methoden — te worden verwerkt.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel van een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De kwaliteit en de kenmerken van de „fichi di Cosenza” moeten hoofdzakelijk worden toegeschreven aan omgevingsfactoren en menselijke factoren in het geografische productiegebied.

Omgevingsfactoren

De goede bodemstructuur — gronden die nooit kleiachtig of zwaar zijn — voorkomt dat de gronden te nat worden en zorgt voor de beste fysiologische omstandigheden voor de bomen. Er is minder gevaar dat de kruinen van de bomen aangetast worden door schimmels en bacteriële ziekten.

De gematigde winden die tijdens de zomermaanden steeds aanwezig zijn en de ergste hitte temperen, zorgen ervoor dat de dunne huid van de vijgen niet te snel uitdroogt en niet donkerbruin kleurt. Het vocht gaat dus geleidelijk en continu van het binnenste van de vrucht naar de buitenzijde van de huid, hetgeen tot gevolg heeft dat het vruchtvlees van de drogende vijgen overal gelijkmatig rijpt en zacht blijft en dat het proces waarbij de vruchten traag op de tak drogen (en tot „passuluni” evolueren) wordt bevorderd. Dit fenomeen is zeer belangrijk voor de kwaliteit omdat het de telers in staat stelt de vijgen te oogsten op het meest geschikte ogenblik en voorkomt dat de vruchten op de grond vallen en zo aan parasieten worden blootgesteld.

Bovendien zijn er weinig wilde vijgenbomen in het gebied rond Cosenza en is er geen caprificatie. Hierdoor is parthenocarpie bij de vijgenbomen in hoge mate mogelijk, zijn de vruchten bijna volledig zaadloos en zijn de toch aanwezige deelvruchtjes klein en onvruchtbaar.

Menselijke factoren

De inbreng van de mens is uitermate belangrijk voor de kwaliteit van de „Fichi di Cosenza”. Deze inbreng bestaat immers uit een belangrijke hoeveelheid manuele werkzaamheden, ervaring en deskundigheid die in alle stadia van het productieproces aan bod komen en in zoverre van doorslaggevend belang zijn voor de kwaliteit van het eindproduct dat hierdoor betere economische resultaten worden geboekt (CUPECC, 1936). De handmatige oogst en verwerking van de vijgen worden steeds door deskundigen uitgevoerd, hetgeen wijst op de vereiste uitzonderlijke vakbekwaamheid die van generatie op generatie wordt overgeleverd en in dit gebied een onvervangbaar en waardevol goed is geworden. De plaatselijke ervaring — die eeuwenoud, zeer divers en goed verankerd is en soms in bepaalde families geheim wordt gehouden — is ook bepalend voor de uiteindelijke kwaliteit van de talrijke traditionele producten waarin „Fichi di Cosenza” zijn verwerkt. In elk van deze producten komt de creativiteit van de plaatselijke bevolking die in verschillende bronnen al lang is gedocumenteerd, tot uiting (Casella D., 1933; Casella L.A., 1915; Cerchiara, 1933; Jacini, 1877; REDA, 1960; Palopoli, 1985). Bij talrijke jaarmarkten en traditionele evenementen staat de productie van de „Fichi de Cosenza” centraal. Eén van die evenementen is de jaarmarkt ter ere van San Giuseppe, waarover reeds vanaf het midden van de 19de eeuw documenten terug te vinden zijn.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

De bevoegde instantie heeft de nationale procedure voor de indiening van bezwaarschriften ingeleid met de bekendmaking van het voorstel tot erkenning van de beschermde oorsprongsbenaming „Fichi di Cosenza” PDO in de Gazetta Ufficiale van de Republiek Italië nr. 7 van 9 januari 2008.

De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd:

via de volgende link: http://www.politicheagricole.it/DocumentiPubblicazioni/Search_Documenti_Elenco.htm?txtTipoDocumento=Disciplinare%20in%20esame%20UE&txtDocArgomento=Prodotti%20di%20Qualit%E0>Prodotti%20Dop,%20Igp%20e%20Stg

of

door rechtstreeks de homepage van de website van het ministerie (http://www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op „Prodotti di Qualità” (links van het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE [regolamento (CE) n. 510/2006]”.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


30.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 265/23


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2010/C 265/12

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„CHORIZO DE CANTIMPALOS”

EG-nummer: ES-PGI-0005-0632-17.07.2007

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

„Chorizo de Cantimpalos”

2.   Lidstaat of derde land:

Spanje

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.2:

Vleesproducten

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

„Chorizo de Cantimpalos” is een verduurzaamde — gedroogde en gerijpte — worst die wordt bereid van vet varkensvlees met als basisingrediënten zout en peper. Eventueel worden ook knoflook en oregano toegevoegd. Het product wordt gedroogd en gerijpt en 40 % van dit proces vindt plaats in natuurlijke rijpingskelders. De worst kan in haar geheel of in dikke dan wel dunne plakken worden aangeboden.

De „chorizo” (Spaanse worst) wordt in verschillende formaten aangeboden:

—   „Sarta”: Chorizoworst uit één stuk met een doorsnede van 25 à 35 mm;

—   „Achorizado”: Chorizoworsten met een doorsnede van 30 à 50 mm, die aan elkaar gebonden of geregen worden zodat een worstsnoer ontstaat; en

—   „Cular”: Chorizoworst met een doorsnede van meer dan 35 mm, in varkensdarm, met een onregelmatige cilindrische vorm die naargelang van de darm varieert.

„Chorizo de Cantimpalos” moet de volgende kenmerken vertonen:

Vormkenmerken per formaat

—   „Sarta”: Het oppervlak van de worst moet donkerrood van kleur zijn, glad of ietwat gerimpeld, en aan de buitenzijde mogen geen vetbrokjes te zien zijn.

—   „Achorizado”: Het oppervlak van de worst moet donkerrood van kleur zijn, glad of ietwat gerimpeld en aan de buitenzijde mogen geen vetbrokjes te zien zijn; aan de buitenzijde moet een meelachtige, witachtige schimmel zitten.

—   „Cular”: Een gedeelte van het oppervlak van de worst — of het hele oppervlak — moet met een meelachtige, witachtige schimmel bedekt zijn waaronder een groenige tint zichtbaar moet zijn die het gevolg is van de oxidatie van de darm.

Chemische en fysische kenmerken

Vochtgehalte: 20 % à 40 %.

Vet in de droge stof: Maximaal 57 %.

Eiwitgehalte in de droge stof: Minimaal 30 %.

Hydroxiproline in de droge stof: Maximaal 0,5%.

Totaal koolhydraten uitgedrukt als het percentage glucose in de droge stof: Maximaal 1,5 % voor Sarta of Achorizado en maximaal 3 % voor Cular.

Chloride, uitgedrukt als natriumchloride in de droge stof: Maximaal 6 %.

pH: 5 à 6.

Organoleptische kenmerken

Consistentie: De worsten moeten over de gehele lengte een gelijkmatige vastheid hebben zonder buitensporig hard of zacht te zijn.

Voorkomen van het snijvlak: Dieprood, met roodgetinte witte pigmentvlekken van de brokjes vet. Het worstvleesmengsel moet goed gebonden zijn, m.a.w. het moet homogeen en compact zijn en mag geen brokjes vet met een doorsnede van meer dan 0,5 cm bevatten.

Aroma: Het product moet een intrinsiek aroma hebben dat een mengeling is van diverse componenten die vrijkomen tijdens de rijping van het vlees — licht zurig, zacht en niet te sterk — en ook afgegeven worden door de toegestane kruiden in het worstvlees. Geen enkele aromacomponent mag evenwel de andere overtreffen.

In de mond moet het worstvlees sappig en samenhangend zijn, moet het gemakkelijk kunnen worden gekauwd, mag het niet te vezelig zijn en moet het vrij zijn van ongewenste elementen (bindweefsel, stukjes bot, zenuwknopen of pezen). Over het geheel genomen moet het product een aangename en, niet-pikante smaak hebben.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

Het vlees moet afkomstig zijn van varkens van een wit ras dat zware varkens oplevert. Beren en zeugen komen in aanmerking maar de beren moeten gecastreerd zijn. De dieren moeten de laatste drie maanden vóór de slacht gevoerd worden met gerst, tarwe en rogge — minimaal 75 % van de droge stof — en geslacht worden wanneer ze 7 à 10 maanden oud zijn en een levend gewicht van 115 tot 175 kg hebben bereikt.

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

Er geldt geen enkele beperking met betrekking tot de herkomst van het voeder.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

Met name de bereiding, de rijping en de droging van de chorizo vinden plaats in het afgebakende geografische gebied.

Afgezien van de bijzondere, karakteristieke productiemethode is het het natuurlijke droogproces van de worst — dat zeer essentieel is — dat zorgt voor de link tussen het omschreven productiegebied en de chorizo met de vorengenoemde, bijzondere kenmerken (zie „beschrijving van het product”).

De opeenvolgende productiestadia van de worst zien er als volgt uit:

 

Eerst wordt het vlees in het atelier bij een omgevingstemperatuur van minder dan 12 °C gedurende maximaal twee uur toebereid. Overtollig vet en delen van pezen worden verwijderd. Tijdens het hakken moet de temperatuur van het vlees tussen 0 °C en 2 °C bedragen. De hakmachines zijn uitgerust met schoepen die voorzien zijn van gaten met een uiteenlopende diameter. Voor de Sarta en de Achorizado moet de diameter van de gaten 8 à 16 mm bedragen en voor de Cular 18 à 26 mm;

 

Tijdens het hakken worden de ingrediënten en de toegestane kruiden gemengd tot een homogene massa die men vervolgens in een koelruimte bij een temperatuur van 2 °C à 7 °C 12 tot 36 uur laat rusten. Het mengsel moet een pH van 5,5 tot 6,5 hebben;

 

Wanneer de koelfase achter de rug is, wordt het worstvlees in de darm gestopt. Er moet worden op toegezien dat er geen lucht in de darm komt. Vervolgens worden de worsten, afhankelijk van het formaat, aan elkaar geregen of dichtgebonden met touw in drie verschillende kleuren (rood, zwart en wit) en vervolgens verduurzaamd;

 

Het stadium van de verduurzaming van de worsten beslaat minstens 21 dagen voor de Sarta, 24 dagen voor de Achorizado en 40 dagen voor de Cular. Tijdens deze fase krimpt het oorspronkelijke worstvlees en dus ook het eindproduct met 25 %. De verduurzaming omvat twee fasen: rijpen en drogen;

 

De chorizo rijpt in rijpingskelders bij een temperatuur van 6 °C tot 16 °C en een relatieve vochtigheid van 60 % tot 85 %;

 

De worsten brengen 40 % van de totale verduurzamingstijd door in natuurlijke droogcellen.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.:

De chorizo kan in plakken worden gesneden, geraspt of verpakt door geregistreerde bedrijven.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Op de verpakkingen van de voor de handel bestemde worst moet behalve de benaming „Chorizo de Cantimpalos” ook de vermelding „Indicación Geográfica Protegida” (beschermde geografische aanduiding) worden aangebracht.

Om de traceerbaarheid te garanderen moet het product ook voorzien worden van een door het inspectieorgaan afgeleverd contra-etiket met een alfanumerieke code dat door het geregistreerde verpakkingsbedrijf op zodanige wijze op het product wordt aangebracht dat het niet herbruikbaar is. Op dat etiket moeten de woorden „Indicación Geográfica Protegida Chorizo de Cantimpalos”, het logo van het product en — naargelang van de vorm waarin de chorizo wordt aangeboden — de woorden „Sarta”, „Achorizado” of „Cular” worden aangebracht.

Producten waarin de „Chorizo de Cantimpalos” BGA als grondstof wordt opgenomen of verwerkt, mogen in de handel worden gebracht in verpakkingen waarop met de vermelding „Elaborado con Indicación Geográfica Protegida Chorizo de Cantimpalos” (bereid met gebruikmaking van „Chorizo de Cantimpalos, beschermde geografische aanduiding”) naar de BGA wordt verwezen — het logo van de EU mag evenwel niet op de verpakking verschijnen — op voorwaarde dat de als zodanig gecertificeerde „Chorizo de Cantimpalos” de enige component is die in het desbetreffende product is opgenomen/verwerkt. De betrokken fabrikanten of verwerkers worden verzocht het controleorgaan hiervan in kennis te stellen.

Wanneer de „Chorizo de Cantimpalos” niet het enige product is dat is opgenomen of verwerkt, mag bij een product waarin de chorizo is opgenomen of dat na verwerking/bereiding van de chorizo is ontstaan de beschermde aanduiding slechts in de ingrediëntenlijst van dat product worden vermeld.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied:

Het geografisch gebied waarin de chorizo wordt geproduceerd bestaat uit de volgende gemeenten van de provincie Segovia:

Abades, Adrada de Pirón, Aldealengua de Pedraza, Arahuetes, Arcones, Armuña (met uitzondering van Carbonero de Ahusín), Basardilla, Bercial, Bernardos, Bernuy de Porreros, Brieva, Caballar, Cabañas de Polendos, Cantimpalos, Carbonero el Mayor, Casla, Collado Hermoso, Cubillo, Encinillas, El Espinar, Escobar de Polendos, Espirido, Gallegos, Garcillán, Ituero y Lama, Juarros de Riomoros, La Lastrilla, La Losa, La Matilla, Labajos, Lastras del Pozo, Marazoleja, Marazuela, Martín Miguel, Marugán, Matabuena, Monterrubio, Muñopedro, Navafría, Navas de Riofrío, Navas de San Antonio, Orejana, Ortigosa del Monte, Otero de Herreros, Palazuelos de Eresma, Pedraza, Pelayos del Arroyo, Prádena, Rebollo, Roda de Eresma, Sangarcía, San Ildefonso o La Granja, Santa María la Real de Nieva, Santiuste de Pedraza, Santo Domingo de Pirón, Segovia, Sotosalbos, Tabanera la Luenga, Torrecaballeros, Torreiglesias, Torre Val de San Pedro, Trescasas, Turégano, Valdeprados, Valleruela de Pedraza, Valleruela de Sepúlveda, Valseca, Valverde del Majano, Vegas de Matute, Ventosilla y Tejadilla, Villacastín en Zarzuela del Monte.

Deze 72 gemeenten zijn gelegen op een 40 kilometer wijde strook op de noordelijke helling van de Sierra de Guadarrama en beslaan een oppervlakte van 2 574 vierkante kilometer.

Karakteristiek voor het geografisch gebied is zijn hoogte van meer dan 900 meter en zijn meer dan 50 jaar oude traditie op het vlak van de worstbereiding.

In het omschreven gebied zijn de volgende klimaatomstandigheden verenigd: een gemiddelde jaartemperatuur van minder dan 12 °C, een gematigde relatieve vochtigheidsgraad en minder dan 15 mistdagen per jaar. Dit zijn gunstige omstandigheden voor de verduurzaming van de chorizo.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

De orografie en het klimaat van het geografische productiegebied zorgen voor klimaatomstandigheden die bevorderlijk zijn voor de natuurlijke droging van de chorizo. Deze omstandigheden zijn hoofdzakelijk het gevolg van de ligging van het productiegebied op meer dan 900 meter, de lage temperaturen, de gematigde relatieve vochtigheidsgraad en het beperkt aantal mistdagen per jaar, vergeleken met andere regio's in de omgeving.

In de naburige regio's zijn deze omstandigheden niet aanwezig want ten zuiden ligt de Sierra de Guadarrama, een hogergelegen berggebied dat kouder en vochtiger is en ten noorden zijn er lagergelegen vlakten die mistiger zijn. In de naburige gebieden is de traditie van de chorizobereiding onbestaande.

5.2.   Specificiteit van het product:

Het product dankt zijn specificiteit aan:

het gebruik van bijzondere vleesdelen: vanglap, hals, delen van bovenbillen en hammen, gedroogde hammen en gedroogde bovenbillen — waaruit de vezelige delen, de pezen en het bindweefsel zijn verwijderd — afkomstig van varkens die zijn gehouden op een dieet van minstens 75 % granen (gerst, tarwe en rogge);

de kleine afmetingen van de schoepen in de gehaktmolen;

het feit dat men het vleesmengsel laat rusten alvorens het in de darm wordt gestopt. Hierdoor kunnen de smaken van het vlees en de andere ingrediënten (zout, peper, knoflook enz.) zich vermengen en komt tezelfdertijd een bacteriële flora tot ontwikkeling die de pH verlaagt en het latere droogproces vergemakkelijkt;

minstens de helft van de gebruikte peper is „Pimentón de La Vera IGP”.

Het resultaat is een chorizo met specifieke kenmerken zoals de afwezigheid van pezen in het vlees, de felrode kleur, de kleine brokjes gekleurd vet, de stevige consistentie en de niet-pikante smaak.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel van een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De „Chorizo de Cantimpalos” dankt zijn kwaliteit aan de zorgvuldige selectie van het vlees dat voor de productie van de worst wordt gebruikt, aan het feit dat men het vleesmengsel laat rusten alvorens het in de darm wordt gestopt en aan de speciale omstandigheden waaronder de worst droogt en rijpt in een geografisch gebied dat met zijn hoogte en zijn beperkt aantal mistdagen alle garanties voor een uitstekend gedroogd product kan bieden.

De kwaliteit van het eindproduct heeft de chorizo een faam bezorgd die sedert het begin van de 20ste eeuw, vanaf het ogenblik dat de industriële productie van de chorizo in de regio op gang kwam, in vele historische en literaire geschriften is bezongen.

Er zijn handelsdocumenten uit 1928 en 1933 bekend die betrekking hebben op de uitvoer van „Chorizo de Cantimpalos” naar Mexico, waarin wordt gewaarschuwd voor namaak van het product.

Zelfs Camilo José Cela, de Nobelprijswinnaar voor literatuur, maakt in zijn boek „Judíos, moros y cristianos” (1956) gewag van de „Cantimpalos, famoso por sus chorizos”.

De faam van de worst geldt voor de drie traditionele formaten want alle drie hebben ze de zinnenstrelende karakteristieke organoleptische kenmerken gemeen.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

http://www.itacyl.es/opencms_wf/opencms/system/modules/es.jcyl.ita.extranet/elements/galleries/galeria_downloads/calidad/pliegos_IGP/IGP_Chorizo_de_Cantimpalos.pdf


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.