ISSN 1725-2474 doi:10.3000/17252474.C_2010.222.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 222 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
53e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2010/C 222/01 |
||
2010/C 222/02 |
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 (PB C 54 van 4.3.2006, blz. 13) ( 1 ) |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
2010/C 222/03 |
||
|
V Adviezen |
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
Raad |
|
2010/C 222/04 |
||
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Europese Commissie |
|
2010/C 222/05 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5867 — Thomas Cook/Öger Tours) ( 1 ) |
|
2010/C 222/06 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5922 — POSCO/Daewoo International) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
Europese Commissie |
|
2010/C 222/07 |
||
2010/C 222/08 |
||
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
17.8.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 222/1 |
Wisselkoersen van de euro (1)
16 augustus 2010
2010/C 222/01
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,2820 |
JPY |
Japanse yen |
109,49 |
DKK |
Deense kroon |
7,4498 |
GBP |
Pond sterling |
0,82110 |
SEK |
Zweedse kroon |
9,4943 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,3350 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
7,9540 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
24,853 |
EEK |
Estlandse kroon |
15,6466 |
HUF |
Hongaarse forint |
280,20 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,7085 |
PLN |
Poolse zloty |
3,9929 |
RON |
Roemeense leu |
4,2313 |
TRY |
Turkse lira |
1,9382 |
AUD |
Australische dollar |
1,4379 |
CAD |
Canadese dollar |
1,3366 |
HKD |
Hongkongse dollar |
9,9642 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,8235 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,7464 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 521,95 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
9,3551 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
8,7281 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,2350 |
IDR |
Indonesische roepia |
11 513,77 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,0787 |
PHP |
Filipijnse peso |
58,272 |
RUB |
Russische roebel |
39,1325 |
THB |
Thaise baht |
40,787 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,2682 |
MXN |
Mexicaanse peso |
16,2970 |
INR |
Indiase roepie |
60,0040 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
17.8.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 222/2 |
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013
(PB C 54 van 4.3.2006, blz. 13)
(Voor de EER relevante tekst)
2010/C 222/02
Mededeling van de Commissie inzake de herziening van de status als staatssteun en het steunplafond van de statistisch-effectgebieden in de volgende regionale-steunkaarten voor de periode van 1.1.2011 tot 31.12.2013
N 745/06 — België — (bekendgemaakt in PB C 73 van 30.3.2007, blz. 15)
N 408/06 — Griekenland — (bekendgemaakt in PB C 286 van 23.11.2006, blz. 5)
N 459/06 — Duitsland — (bekendgemaakt in PB C 295 van 5.12.2006, blz. 6)
N 324/07 — Italië — (bekendgemaakt in PB C 90 van 11.4.2008, blz. 4)
N 626/06 — Spanje — (bekendgemaakt in PB C 35 van 17.2.2007, blz. 4)
N 492/06 — Oostenrijk — (bekendgemaakt in PB C 34 van 16.2.2007, blz. 5)
N 727/06 — Portugal — (bekendgemaakt in PB C 68 van 24.3.2007, blz. 26)
N 673/06 — Verenigd Koninkrijk — (bekendgemaakt in PB C 55 van 10.3.2007, blz. 2)
1. |
Overeenkomstig punt 20 van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 (de richtsnoeren) zullen statistisch-effectgebieden tot eind 2010 een status als steungebied ex artikel 107, lid 3, onder a), VWEU genieten. Die regio's zullen hun status als steungebied ex artikel 107, lid 3, onder a), VWEU vanaf 1 januari 2011 verliezen indien een onderzoek dat in 2010 ambtshalve door de Commissie moet worden uitgevoerd, aantoont dat hun bbp per hoofd van de bevolking tijdens de drie laatste jaren 75 % van het EU-25-gemiddelde overschrijdt. Zoals reeds gestipuleerd in de besluiten inzake de regionale-steunkaarten 2007-2013 zullen de regio's die van status veranderen voor de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2013 in aanmerking komen voor regionale steun op basis van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU. |
2. |
De meest recente statistische gegevens van Eurostat (Eurostat Persbericht nr. 25/2010 van 18.2.2010) over het bbp per hoofd van de bevolking in KKP, berekend als een driejaarsgemiddelde (2005-2007) (EU-25 = 100) voor de afzonderlijke door de richtsnoeren erkende statistisch-effectgebieden zien er als volgt uit: Henegouwen (74,0); Brandenburg-Südwest (84,1); Lüneburg (80,6); Leipzig (84,9); Sachsen-Anhalt (Halle) (79,5); Kentriki Makedonia (71,0); Dytiki Makedonia (73,8); Attiki (121,3); Principados de Asturias (90,5); Región de Murcia (83,6); Ciudad Autónoma de Ceuta (91,4); Ciudad Autónoma de Melilla (89,8); Basilicata (64,9); Burgenland (79,4); Algarve (77,7); Highlands and Islands (85,0). |
3. |
Volgens deze gegevens behouden Henegouwen, Kentriki Makedonia, Dytiki Makedonia en Basilicata hun status als steungebied ex artikel 107, lid 3, onder a), met een steunintensiteit van 30 % omdat hun bbp per hoofd van de bevolking in de afgelopen drie jaar (2005-2007) lager is dan 75 % van het EU-25-gemiddelde. Alle andere statistisch-effectgebieden komen op grond van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU voor de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2013 voor regionale steun in aanmerking met een steunintensiteit zoals aangegeven in de onderstaande tabel omdat hun BBP per hoofd van de bevolking over de afgelopen drie jaar (2005-2007) hoger is dan 75 % van het EU-25-gemiddelde. |
NUTS II |
Naam |
Plafond voor regionale investeringssteun (1) (van toepassing op grote ondernemingen) |
|
Statistisch-effectgebieden |
|||
1. Gebieden die voor steun in aanmerking blijven komen op grond van artikel 107, lid 3, onder a), VWEU tot 31.12.2013 |
|||
|
|
1.1.2007-31.12.2010 |
1.1.2011-31.12.2013 |
BE32 |
Henegouwen |
30 % |
30 % |
GR12 |
Kentriki Makedonia |
30 % |
30 % |
GR13 |
Dytiki Makedonia |
30 % |
30 % |
ITF5 |
Basilicata |
30 % |
30 % |
2. Gebieden die voor steun in aanmerking zullen komen op grond van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU vanaf 1.1.2011 tot 31.12.2013 |
|||
DE42 |
Brandenburg-Südwest |
30 % |
20 % |
DED3 |
Leipzig |
30 % |
20 % |
DEE2 |
Halle |
30 % |
20 % |
DE93 |
Lüneburg |
|
|
DE934 |
LK Lüchow-Dannenberg |
30 % |
20 % |
DE93A |
LK Uelzen |
30 % |
20 % |
DE931 |
LK Celle |
15 % |
15 % |
DE932 |
LK Cuxhaven |
15 % |
15 % |
DE935 |
LK Lüneburg |
15 % |
15 % |
GR30 |
Attiki |
30 % |
20 % |
ES12 |
Principado de Asturias |
30 % |
20 % |
ES62 |
Región de Murcia |
30 % |
20 % |
ES63 |
Autónoma de Ceuta |
30 % |
20 % |
ES64 |
Autónoma de Melilla |
30 % |
20 % |
AT11 |
Burgenland |
30 % |
20 % |
PT15 |
Algarve |
30 % |
20 % |
UKM4 |
Highlands and Islands |
30 % |
20 % |
(1) Voor investeringsprojecten met in aanmerking komende uitgaven van maximaal 50 miljoen EUR, wordt dit plafond verhoogd met 10 procentpunten voor middelgrote en met 20 procentpunten voor kleine ondernemingen zoals omschreven in de aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36). Voor grote investeringsprojecten met in aanmerking komende uitgaven van meer dan 50 miljoen EUR, kan dit plafond worden aangepast in overeenstemming met punt 67 van de richtsnoeren.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
17.8.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 222/4 |
LIJST VAN ERKENDE BRANCHEORGANISATIES IN DE SECTOR TABAK
2010/C 222/03
Deze publicatie is in overeenstemming met artikel 6 van Verordening (EG) nr. 709/2008 van de Commissie van 24 juli 2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft brancheorganisaties en overeenkomsten in de tabakssector (PB nr L 197 van 25.7.2008, blz. 23) (Situatie op 17 augustus 2010)
|
Име на организацията Nombre y dirección Název a adresa Navn og adresse Name und Anschrift Nimi ja aadress Ονομασία και διεύθυνση Name and address Nom et adresse Nome e indirizzo Nosaukums un adrese Pavadinimas ir adresas Név és cím Isem u indirizz Naam en adres Nazwa i adres Nome e endereço Nume și adresă Názov a adresa Ime in naslov Nimi ja osoite Namn och adress |
Дата на признаване Fecha del reconocimento Datum uznání Dato for anerkendelsen Datum der Anerkennung Tunnustamise kuupäev Ημερονμηνία αναγνώρισης Date of recognition Date de reconnaissance Data del riconoscimento Atzīšanas diena Pripažinimo data Elismerés dátuma Data tar-rikonoxximent Datum van erkenning Data dopuszczenia Data de reconhecimento Data recunoașterii Dátum uznania Datum priznanja Hyväksymispäivä Datum för godkännandet |
|||||||||||||||||||||||||
|
1 |
2 |
|||||||||||||||||||||||||
ESPAÑA |
Nombre: ORGANIZACIÓN INTERPROFESIONAL DEL TABACO DE ESPAÑA –OITAB– Dirección de gestión:
Circunscripción económica o actividad: Nacional Medidas de extensión a los no afiliados: no Fecha de inicio: Fecha de vencimiento: Ámbito: En OITAB están integrados el conjunto de los cultivadores de tabaco españoles así como las empresas de primera transformación que operan en nuestro país. Se trata por tanto de una Organización que desarrolla su actividad a nivel nacional. Actividades:
|
21.7.2005 |
|||||||||||||||||||||||||
FRANCE |
Dénomination: ASSOCIATION NATIONALE INTERPROFESSIONNELLE ET TECHNIQUE DU TABAC — ANITTA- Siège social:
Zone économique ou activité: France Aquitaine, Midi-Pyrénées, Languedoc-Roussillon, Auvergne, Limousin, Poitou-Charentes, Bretagne, Pays de la Loire, Centre, Rhône-Alpes-Côte d'Azur, Franche-Comté, Alsace, Lorraine, Champagne-Ardenne, Picardie, Nord-Pas-de-Calais, Haute-Normandie, Basse-Normandie, Bourgogne, Réunion, Île-de-France. Actions d'extension aux non-membres: oui Début de validité: 1.1.2006 Fin de validité: 31.12.2008 Prolongation de la validité: jusqu'au 31.12.2009 Champ d'action: Actions techniques, économiques et vocation à intervenir pour coordonner la mise sur le marché des tabacs en feuilles. Actions poursuivies: Les activités de l'ANITTA, comme organisation interprofessionnelle, porteront notamment sur:
|
17.3.2006 |
V Adviezen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Raad
17.8.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 222/6 |
STANDPUNT VAN DE RAAD OVER DE ONTWERP-BEGROTING VAN DE EUROPESE UNIE VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2011
Uitgaven en ontvangsten (1)
2010/C 222/04
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 106 bis,
Gelet op Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (2),
Gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1525/2007 van 17 december 2007 (4),
Gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer, laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2009/1005/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2009 (5), en met name op het meerjarig financieel kader in deel I daarvan,
Overwegende hetgeen volgt:
— |
De Commissie heeft op 16 juni 2010 een voorstel ingediend met de ontwerp-begroting voor het begrotingsjaar 2011 (6), |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Enig artikel
Het standpunt van de Raad ten aanzien van het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011 is op 12 augustus 2010 door de Raad vastgesteld.
De volledige tekst kan worden geraadpleegd op of gedownload van de website van de Raad: http://www.consilium.europa.eu/
Gedaan te Brussel, 12 augustus 2010.
Voor de Raad
De voorzitter
S. VANACKERE
(1) De administratieve uitgaven worden behandeld in document 11662/10 FIN 293.
(2) PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17.
(3) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1, met rectificaties in PB L 25 van 30.1.2003, blz. 43, en in PB L 99 van 14.4.2007, blz. 18.
(4) PB L 343 van 27.12.2007, blz. 9.
(5) PB L 347 van 24.12.2009, blz. 26.
(6) COM(2010) 300.
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
17.8.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 222/7 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.5867 — Thomas Cook/Öger Tours)
(Voor de EER relevante tekst)
2010/C 222/05
1. |
Op 10 augustus 2010 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Thomas Cook AG („TC”, Duitsland), die onder zeggenschap staat van Thomas Cook Group plc, in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over een deel van Öger Tours GmbH („Öger Tours”, Duitsland) door de verwerving van aandelen. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5867 — Thomas Cook/Öger Tours, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
17.8.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 222/8 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.5922 — POSCO/Daewoo International)
Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
2010/C 222/06
1. |
Op 9 augustus 2010 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de onderneming POSCO („POSCO”, Republiek Korea) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de gehele onderneming Daewoo International Corporation („Daewoo International”, Republiek Korea). |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2). |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5922 — POSCO/Daewoo International, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
17.8.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 222/9 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
2010/C 222/07
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.
SAMENVATTING
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„ΦΙΡΙΚΙ ΠΗΛΙΟΥ” (FIRIKI PILIOU)
EG-nummer: EL-PDO-0005-0540-27.03.2006
BOB ( X ) BGA ( )
1. Bevoegde dienst van de lidstaat:
Naam: |
Υπουργείο Αγροτικής Ανάπτυξης και Τροφίμων, Δ/νση Βιολογικής Γεωργίας, Τμήμα Προστατευόμενων Ονομασιών Προέλευσης (Π.Ο.Π) — Προστατευόμενων Γεωγραφικών Ενδείξεων (Π.Γ.Ε) — Ιδιότυπων και Παραδοσιακών Προϊόντων |
|||
Adres: |
|
|||
Tel. |
+30 210212815053 |
|||
Fax |
+30 2108821241 |
|||
E-mail: |
ax29u030@minagric.gr, ax29u029@minagric.gr |
2. Groepering:
Naam: |
Όνομα: Ένωση Αγροτικών Συνεταιρισμών Πηλίου & Βορείων Σποράδων |
Adres: |
Άνω Λεχώνια Μαγνησίας |
Tel. |
+30 2428093963 / 2428093572 |
Fax |
+30 2428094654 / 2428094379 |
E-mail: |
copilspr@otenet.gr |
Internet: |
http://www.coop-pilion.gr |
Samenstelling: |
Producenten/verwerkers ( X ) Andere ( ) |
3. Productcategorie:
Categorie 1.6. |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
4. Productdossier:
(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)
4.1. Naam:
„Φιρίκι Πηλίου” (Firiki Piliou)
4.2. Beschrijving:
Firiki Piliou (meervoud: Firikia Piliou) behoort tot de soort Malus domestica Borkh en maakt deel uit van de kleine variëteit „Firiki”. Firiki Piliou is een kleine tot middelgrote appel, met een uitgerekte, cilindrische vorm en met een kleinere doorsnede/lengte-verhouding dan Firikia uit andere regio’s. Hij is geelgroen van kleur, met felrode schakeringen aan de zijde die aan de zon is blootgesteld. Het is een zeer vaste appel (6-8 kg/cm2) met een hoog suikergehalte en een lage zuurtegraad; hierdoor is het een bijzonder geurige appel met zoet en sappig vruchtvlees.
Het te koop aangeboden product voldoet aan de handelsnormen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1221/2008.
Wanneer de Firikia Piliou worden geoogst, moeten ze de volgende kenmerken vertonen:
|
Vastheid 6-8 kg/cm2 |
|
Oplosbare vaste stoffen (%) 11,5-13 Brix |
|
Zuurte: 0,10-0,20 % citroenzuur |
|
Omvang: 14-18 cm omtrek |
4.3. Geografisch gebied:
Het geografische teeltgebied is het bergachtige gedeelte van Pelion dat wordt gekenmerkt door de hoogte (het appelteeltgebied ligt tussen 300 m en 900 m), de bodem en de klimaatomstandigheden (nabijheid van bossen met kastanjebomen, beukenbomen en aardbeibomen, glooiend terrein, goed gedraineerde bodem, lichte temperatuurschommelingen, hoge relatieve vochtigheid, vele uren zonneschijn), de eenvormige landbouwpraktijken (bijvoorbeeld teelt op terrassen, oogst met de hand) en het feit dat de teelt van Firikia Piliou er tot de traditie behoort. Deze kenmerken van het teeltgebied zorgen voor de specifieke organoleptische kenmerken van de Firiki Piliou.
De Firiki Piliou wordt meer bepaald geteeld binnen de administratieve grenzen van de volgende gemeenten/dorpen:
Portaria, Makrinitsa, Zagora, Agria, Artemida, Mouresi, Milies en Afetes.
4.4. Bewijs van de oorsprong:
Firikia Piliou zijn afkomstig van appelbomen die in het afgebakende geografische gebied groeien en kunnen slechts als product met een BOB op de markt worden gebracht indien ze door de bevoegde instanties zijn goedgekeurd.
De arealen waarop de teelt plaats vindt, worden geregistreerd door de Unie van Landbouwcoöperaties van Pelion en de noordelijke Sporaden zodat een lijst kan worden opgesteld van de arealen die qua locatie en productie voldoen aan de criteria. Deze informatie wordt vervolgens doorgezonden aan de controle-instanties.
De producenten doen aangifte van hun oogst bij het in het afgebakende geografische gebied gevestigde verpakkingsbedrijf onder vermelding van de omvang van de boomgaard en de hoeveelheid geproduceerde Firikia Piliou.
Tijdens de fase van de eerste opslag (meestal in kratten van plastic of van hout) registreert het verpakkingsbedrijf de naam van de producent en de door hem geproduceerde hoeveelheid. Deze informatie wordt vervolgens doorgezonden aan de controle-instanties.
Het proces eindigt met de fase van de verpakking wanneer de controle-instanties genummerde etiketten verstrekken voor de te verpakken hoeveelheden.
4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product:
De teelt omvat alle praktijken die ten doel hebben de bomen vitaal en in een goede conditie te houden: het bemesten van de bodem met samengestelde meststof, het wieden en het gebruik van onkruidverdelger, het bevloeien met water van goede kwaliteit, het vormsnoeien en het snoeien vóór de vruchtzetting, beide met de hand, en het uitdunnen van de vruchten, eveneens met de hand. Om niet-productieve bomen te vervangen of nieuwe boomgaarden aan te leggen, maken de telers gebruik hetzij van Firiki Piliou-zaailingen die geteeld zijn van zaden die in het afgebakende geografische gebied zijn geproduceerd, hetzij van twee jaar oude boompjes die zijn verkregen door enting van Firiki Piliou zaailingen — geteeld van zaden die in het afgebakende geografische gebied zijn geproduceerd — op MM 106 of MM 111 onderstammen. Firikia Piliou kunnen om de twee jaar worden geoogst. De bomen dragen pas zes jaar nadat ze geplant zijn — meestal in het tiende jaar — voor het eerst vruchten en ze groeien uit tot grote bomen.
Firikia Piliou worden in Pelion, ondanks het ruwe terrein, van oudsher met de hand geplukt. Ze worden ingezameld in de boomgaarden en gewoonlijk in plastic kratten geladen; vervolgens worden ze opgeslagen in koelruimten met het oog op de handhaving van hun kwaliteit (zo wordt voorkomen dat de appelen worden gekneusd of minder vast worden) en authenticiteit.
De Firikia Piliou mogen buiten het afgebakende geografische gebied een andere verpakking krijgen die aan de marktbehoeften voldoet en waarmee tevens reclame voor de appelen kan worden gemaakt.
4.6. Verband:
Het afgebakende geografische gebied is betrekkelijk hoog gelegen (300 à 900 m) en heeft een mild klimaat, koele zomers, geringe temperatuurschommelingen, een hoge relatieve vochtigheidsgraad (60,9 %), vele uren zonneschijn (210 uur/maand) en zuivere lucht. Het moedergesteente is schist en dat wil meestal zeggen dat er sprake is van een arme bodem. De nabijheid van bossen met kastanjebomen, beukenbomen en aardbeibomen draagt evenwel bij aan een lichte, vruchtbare bodem die rijk is aan organische stoffen (2 à 3 %), die zandig-lemig tot zandig-kleiig is en een pH heeft van 4 à 5 (zuur). De bodem is ook goed gedraineerd omdat het terrein afloopt en dat is dan ook de reden waarom Firikia hoofdzakelijk op terrassen worden geteeld.
Omdat de Firikia in terrasbouw worden geteeld, kan geen gebruik worden gemaakt van tractoren en andere machines en moeten alle werkzaamheden met de hand worden verricht. Om de gewenste kwaliteit te bereiken, moeten de producenten een beroep doen op hun lange ervaring en op hun kennis omtrent de capaciteit van iedere boom; zij dunnen de appelen met de grootste zorg uit met de hand zodat ze van iedere boom de passende hoeveelheid kunnen oogsten. Snoeien gebeurt eveneens handmatig zodat de bomen niet worden beschadigd door luchtscharen. De Firikia worden ten slotte met veel zorg geoogst zodat ze niet gekneusd worden of hun steeltje kwijt geraken want ongeschonden appelen bewaren beter.
Om niet-productieve bomen te vervangen of nieuwe boomgaarden aan te leggen, gebruiken de telers Firiki Piliou-zaailingen die ze zelf telen van zaden die in het afgebakende geografische gebied zijn geproduceerd.
De Firiki Piliou onderscheidt zich dankzij de volgende kenmerken van Firikia die in andere regio's worden geteeld:
Grootte: de appel is kleiner en uitgerekter en heeft een kleinere doorsnede/lengte-verhouding. Dankzij zijn beperkte grootte wordt de appel niet gemakkelijk gekneusd of beschadigd door de zon. De beperkte grootte is een kenmerk van het specifieke Firiki ecotype dat reeds lang in de regio wordt geteeld en is voorts het gevolg van de overvloedige blootstelling aan de zon, de occasionele lichte bevloeiing en goede drainage van de bodem en de deskundige, handmatige uitdunning van de vruchten.
Vastheid: het vruchtvlees is vaster (6 à 8 kg/cm2) en knapperiger en de schil is glad en bedekt met een wasachtige stof. Zijn vastheid dankt de appel aan zijn beperkte omvang en aan de occasionele lichte bevloeiing van de bodem maar ook aan het hoge suikergehalte.
Kleur: doordat het terrein afloopt en de vruchten op traditionele wijze worden uitgedund, is de appel meer aan het zonlicht blootgesteld; dat verklaart zijn felrode kleur.
Zoetheid en geurigheid: de appel is zoeter, heeft meer smaak en is zeer sappig. De zoetheid en geurigheid zijn het gevolg van een combinatie van natuurlijke en menselijke factoren die specifiek zijn voor de regio. Ten eerste zijn de appelen, door de vele uren zonneschijn en de traditionele wijze waarop ze met de hand worden uitgedund, meer blootgesteld aan de zon en is de fotosynthese groter waardoor een hoge concentratie aan koolhydraten en oplosbare vaste suikers ontstaat. Bovendien kent het afgebakende geografische gebied tijdens de septemberavonden, wanneer de vruchten rijpen, lage temperaturen en een hoge vochtigheidsgraad zodat de transpiratie en het verlies aan koolhydraten worden beperkt.
Deze karakteristieke kenmerken van de Firiki Piliou, namelijk zijn kleine, langgerekte vorm, felrode kleur, vast, knapperig vruchtvlees, zoete smaak en sterke geurigheid onderscheiden deze appel van de Firikia van andere regio's en verklaren waarom deze appel duurder is en door de consument meer wordt gegeerd.
Historische achtergrond
De appelsoort Firiki zou uit de Zwarte Zee-regio afkomstig zijn. De Latijnse naam is Malus domestica Borkh en de soort wordt in Pelion, in de bergen en in de uitlopers daarvan, sedert de XVIIIde eeuw door ervaren telers geteeld.
In zijn boek „Προμηθεύς” („Prometheus”) vertelt Zosimas Esfigmenitis dat in Drakia en Aï Lavrentis 32 appelsoorten te vinden waren — waaronder de Firikia die toen als „Ferikia” bekend stonden — die op de markt van Athene en van Thessaloniki zeer gegeerd waren.
In „Ο μεγάλος” Αϊ — Γιώργης του Πηλίου („De „Grote” Aï-Giorgis van Pelion”) (1994) vermeldt Kostas Liapis dat ongeveer 8 000 Firiki-bomen in Agios Georgios werden geplant die rond 1915 vruchten begonnen te dragen. Dezelfde auteur maakt melding van de fameuze Firikia van Pelion in zijn boek „Διατροφή και μαγειρέματα στο παλιό παραδοσιακό Πήλιο” („Traditionele voeding en Gerechten van Pelion”).
In „Το Πουρί, το πολύδροσο χωριό του Πηλίου” („Pouri, het koele bergdorp van Pelion”) schrijft Nikos Diamantakos dat Firiki tot 1935 de belangrijkste appelsoort was die in Pouri en Zagora werd geteeld.
Dionisos Valassas ten slotte die in het magazine „Εν Βόλω” („In Volos”) (nr. 10, 2003) over de landbouwcoöperatie Zagora in Pelion bericht en zich hierbij op informatie van de coöperatie baseert, vermeldt dat er in 1938 222 leden in het ledenregister ingeschreven waren.
Behalve aardappelen en hazelnoten, verkocht de coöperatie ook een variëteit van de „Renedes”-appel die toen bekend stond als „Koliabaseïka”, een benaming die gebaseerd was op de naam van een persoon, Koliabasi, die deze variëteit als eerste had geteeld. De coöperatie verkocht eveneens de Firiki-appel die destijds als de „koning onder de appelen” werd beschouwd.
Al deze documenten getuigen van de oorsprong van de Firiki Piliou en van de faam en de ruime verspreiding — ten minste op de nationale markt — waarop de Firiki sedert lang prat kan gaan.
4.7. Controlestructuur:
Naam: |
Νομαρχιακή Αυτοδιοίκηση Μαγνησίας, Δ/νση Αγροτικής Ανάπτυξης |
|||
Adres: |
|
|||
Tel. |
+30 2421071345 |
|||
Fax |
+30 2421070970 |
|||
E-mail: |
u11614@minagric.gr |
|||
Internet: |
http://www.magnesia.gr |
|||
Naam: |
Οργανισμός Πιστοποίησης και Επίβλεψης Γεωργικών Προϊόντων (Ο.Π.Ε.ΓΕ.Π.) — Agrocert |
|||
Adres: |
|
|||
Tel. |
+30 2108231277 |
|||
Fax |
+30 2108231438 |
|||
E-mail: |
agrocert@otenet.gr |
|||
Internet: |
http://www.agrocert.gr |
4.8. Etikettering:
—
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
17.8.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 222/14 |
Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
2010/C 222/08
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag. Bezwaarschriften moeten binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking bij de Commissie worden ingediend.
WIJZIGINGSAANVRAAG
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
WIJZIGINGSAANVRAAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 9
„VALLE D'AOSTA LARD D'ARNAD”/„VALLÉE D'AOSTE LARD D'ARNAD”
EG-nummer: IT-PDO-0117-1493-21.10.2001
BOB ( X ) BGA ( )
1. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:
— |
|
Naam van het product |
— |
|
Beschrijving van het product |
— |
|
Geografisch gebied |
— |
|
Bewijs van de oorsprong |
— |
|
Werkwijze voor het verkrijgen van het product |
— |
|
Verband |
— |
|
Etikettering |
— |
|
Nationale eisen |
— |
|
Overige (Controlestructuur) |
2. Aard van de wijziging:
— |
|
Wijziging van het enige document of de samenvatting |
— |
|
Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt |
— |
|
Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006) |
— |
|
Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die door de overheid is opgelegd (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006) |
3. Wijziging(en):
1. |
In artikel 1 wordt „De beschermde oorsprongsbenaming „Valle d'Aosta Lard D'Arnad” mag uitsluitend worden gebruikt voor het product van de vleeswarenindustrie dat voldoet aan de in het productdossier vastgestelde voorwaarden en eisen.” vervangen door: „De beschermde oorsprongsbenaming „Valle d'Aosta Lard d'Arnad” of „Vallée d'Aoste Lard d'Arnad” mag uitsluitend worden gebruikt voor het product van de vleeswarenindustrie dat voldoet aan de in het productdossier vastgestelde voorwaarden en eisen.” .Aangezien de autonome regio Valle d'Aosta is aangemerkt als tweetalig Frans-Italiaans gebied, heeft de bescherming in de zin van Verordening (EG) nr. 510/2006 ook betrekking op de Franse versie van de benaming. |
2. |
In artikel 3 wordt „De „Valle d'Aosta Lard d'Arnad” wordt verkregen van de schouder en de rug van ten minste een jaar oude varkens. Wanneer het product in de handel wordt gebracht is het minimaal 3 cm dik. Het product wordt gezouten met een mengsel van gekristalliseerd natriumchloride, water, knoflook, laurierbladeren, rozemarijn, salie, waaraan andere, in de streek voorkomende bergkruiden worden toegevoegd.”. vervangen door: „De „Valle d'Aosta Lard d'Arnad” wordt verkregen van de schouder en de rug van ten minste negen maanden oude varkens. Wanneer het product in de handel wordt gebracht is de speklaag minimaal 3 cm dik. Het product wordt gezouten met een pekeloplossing van water en gekristalliseerd natriumchloride, knoflook, laurier, rozemarijn en salie, waaraan eventueel andere aromatische kruiden en ongemalen specerijen zoals, bijvoorbeeld, kruidnagels, nootmuskaat en jeneverbessen, worden toegevoegd. De aromatische kruiden en de specerijen mogen de rozemarijn, de knoflook, de salie en de laurier niet overheersen. Bovendien mogen, afhankelijk van de beschikbaarheid en het seizoen, wilde of gekweekte lokale aromatische kruiden worden toegevoegd, mits deze in de regio zelf zijn verkregen.”. De eerste alinea is gewijzigd om een fout in de tekst van het vorige dossier te herstellen. Immers, in artikel 2 wordt bepaald dat de varkens na minimaal 9 maanden slachtrijp zijn. Dientengevolge moest ook in artikel 3, in plaats van een jaar, dezelfde minimumleeftijd van 9 maanden worden vermeld. Met de wijziging van de tweede alinea wordt het gebruik van bergkruiden bij het pekelproces facultatief gesteld omdat de beschikbaarheid daarvan gebonden is aan weers- en omgevingsomstandigheden. Ook wordt het gebruik toegestaan van andere aromatische kruiden en specerijen die traditioneel een plaats innemen in de productiemethode van de „Valle d'Aosta Lard d'Arnad”. De in het productdossier genoemde toevoeging van kruiden en specerijen heeft geen gevolgen voor de karakteristieke en herkenbare smaak- en geurbepalers van de „Valle d'Aosta Lard d'Arnad”, namelijk rozemarijn, knoflook, salie en laurier, die hoe dan ook altijd moeten overheersen. |
3. |
In artikel 4, lid 3, wordt „Het spek wordt uiterlijk 48 uur na het slachten gesneden en in speciale houten kisten (doils) gelegd.” vervangen door: „Uiterlijk 48 uur gerekend vanaf het slachten, wordt het spek in stukken gesneden en in speciale houten kisten (doils) gelegd. De doils moeten zijn gemaakt van kastanje-, eiken- of larikshout.”. Met deze wijziging wordt een extra dag voor het schoonmaken en pekelen van het in stukken gesneden spek en het overbrengen daarvan in speciale houten kisten (doils) ingelast, omdat de naleving van de eerder vastgestelde termijn van slechts 48 uur uit technisch en operationeel oogpunt moeilijk haalbaar bleek te zijn. Bij deze wijziging worden op basis van de operationele realiteit tevens de botanische soorten van het voor de doils gebruikte hout (kastanje-, eiken- of larikshout) vastgesteld. |
4. |
In artikel 6, lid 1, 2e zin, wordt „Vorm: stukken van verschillende groottes … van ten minste 3 cm dik.” vervangen door: „Vorm: stukken van verschillende groottes … met een speklaag van ten minste 3 cm dik.”. Het betreft hier een eenvoudige wijziging die beter dan eerst de dikte van de speklaag aanduidt omdat wordt benadrukt dat de minimale dikte van 3 cm betrekking heeft op het spek en het zwoerd dus niet wordt meegerekend. |
5. |
In artikel 6, lid 1, 3e zin, wordt „Buitenkant: wit met eventueel een dunne laag vlees die nooit dikker is dan de vetmassa, …” vervangen door: „Buitenkant: wit met eventueel een dunne laag vlees, …” Deze wijziging is niet fundamenteel maar biedt, door de vermelding dat ook een dunne laag vlees is toegestaan, een duidelijkere beschrijving van de buitenkant. |
6. |
In artikel 6, lid 1, 4e zin, wordt „Geur: een rijk aroma. Smaak: een aangename smaak met een vleugje van de kruiden die voor de pekelvloeistof zijn gebruikt.” vervangen door: „Geur: een rijk aroma. Smaak: een aangename smaak met een vleugje van de kruiden die voor de pekelvloeistof zijn gebruikt.”. Deze wijziging is niet fundamenteel maar bevat (in het Italiaans) synoniemen van de woorden geur en smaak die geschikter zijn voor de beschrijving van de organoleptische eigenschappen. |
7. |
In artikel 8, lid 1, wordt „De benaming „Lard d'Arnad” moet worden aangeduid in duidelijk leesbare en onuitwisbare lettertekens die goed van de andere opschriften kunnen worden onderscheiden, en worden gevolgd door de aanduiding „Denominazione Origine Controllata”.” vervangen door: „De benaming „Lard d'Arnad” moet worden aangeduid in duidelijk leesbare en onuitwisbare lettertekens die goed van de andere opschriften kunnen worden onderscheiden, en worden gevolgd door de aanduiding „Denominazione Origine Protetta”.”. In overeenstemming van Verordening (EG) nr. 510/2006 wordt de vermelding „Denominazione d'Origine Controllata” vervangen door „Denominazione d'Origine Protetta”. |
SAMENVATTING
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„VALLE D'AOSTA LARD D'ARNAD”/„VALLÉE D'AOSTE LARD D'ARNAD”
EG-nummer: IT-PDO-0117-1493-21.10.2001
BOB ( X ) BGA ( )
Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.
1. Bevoegde dienst van de lidstaat:
Naam: |
Ministero delle politiche agricole alimentari e forestali |
|||
Adres: |
|
|||
Tel. |
+39 0646655106 |
|||
Fax |
+39 0646655306 |
|||
E-mail: |
saco7@politicheagricole.gov.it |
2. Groepering:
Naam: |
Comité pour la valorisation des produits typiques d'Arnad ‘Lo Doil’ |
||||
Adres: |
|
||||
Tel. |
+39 0125966300 |
||||
Fax |
+39 0125966351 |
||||
E-mail: |
— |
||||
Samenstelling: |
producenten/verwerkers ( X ) andere samenstelling ( ) |
3. Productcategorie:
Categorie 1.2 — |
Vleesproducten |
4. Overzicht van het productdossier:
(samenvatting van de bij artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)
4.1. Naam:
„Valle d'Aosta Lard d'Arnad”/„Vallée d'Aoste Lard d'Arnad”
4.2. Beschrijving:
De benaming „Valle d'Aosta Lard d'Arnad” heeft betrekking op het product dat volgens de voorschriften van het productdossier verkregen is van de schouder en de rug van volwassen varkens van ten minste negen maanden oud, die in de regio's Valle d'Aosta, Piëmonte, Lombardije, Veneto en Emilia Romagna zijn gehouden. Het gewicht van deze varkens is minimaal 160 kg, met een toegestane afwijking van plus of min 10 %. Na de rijping is het eindproduct ten minste 3 cm dik, wit, met reepjes vlees aan de bovenkant en uniform rozewit van binnen. De vorm van het product varieert.
4.3. Geografisch gebied:
Varkens die bestemd zijn voor de productie van de „Valle d'Aosta Lard d'Arnad” moeten zijn geboren, gehouden en geslacht op het grondgebied van de regio's Valle d’Aosta, Piëmonte, Lombardije, Emilia Romagna en Veneto.
De productie van de „Valle d’Aosta Lard d’Arnad” vindt daarentegen uitsluitend plaats in de gemeente Arnad, in de autonome regio Valle d'Aosta.
4.4. Bewijs van de oorsprong:
Elke fase van het productieproces wordt bewaakt door middel van registraties van de inkomende en uitgaande producten. De traceerbaarheid van het product wordt gewaarborgd door middel van bovenvermelde registraties, door inschrijving van de betrokken veehouders, slachterijen, voorsnijbedrijven en producenten op speciale lijsten die door de controlestructuur worden bijgehouden, en door een tijdige aangifte van de geproduceerde hoeveelheden bij de controlestructuur. De controlestructuur oefent toezicht uit op alle natuurlijke en rechtspersonen die op de lijsten zijn ingeschreven.
4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product:
De fijnheid van het varkensvlees wordt in de eerste plaats gewaarborgd door een specifiek voedingspatroon zonder krachtvoer. Het spek is afkomstig van de schouder en de rug van het varken en moet minimaal 3 cm dik zijn.
Uiterlijk 48 uur gerekend vanaf de dag na het slachten wordt het spek in stukken gesneden en in lagen in speciale houten kisten (doils) gelegd, waarbij elke laag spek wordt afgewisseld met een laag zout en aromastoffen totdat de kist vol is. Vervolgens wordt de inhoud van de kist bedekt met zout water, tot het kookpunt verhit en weer afgekoeld. De doils moeten zijn gemaakt van kastanje-, eiken- of larikshout.
Het spek moet ten minste drie maanden in de doil rusten (rijpingsperiode).
4.6. Verband:
De eisen die aan het product met deze oorsprongsbenaming worden gesteld, kunnen worden teruggevoerd op de omgevingsomstandigheden en natuurlijke en menselijke factoren. Met name de kenmerken van de grondstof worden als specifiek voor het afgebakende macrogebied beschouwd.
In het gebied waaruit de grondstoffen betrokken worden, zijn de ontwikkelingen in de veeteelt onlosmakelijk verbonden met een grootschalige graanteelt en de zeer gespecialiseerde bewerkingsprocessen van de zuivelindustrie, omstandigheden die de consolidatie van de varkenshouderij in dit gebied verklaren.
De lokale productie van de „Lard d'Arnad” berust op een ambachtelijke activiteit die in de loop der tijd een vaste vorm heeft aangenomen en een plaats heeft gekregen in de tradities van de inwoners van de gemeente Arnad.
De bijzondere aard van de „Lard d'Arnad” kan worden teruggevonden in elke fase van het productieproces: van de voeding van varkens, die geen krachtvoer maar natuurlijke voedingsmiddelen krijgen, tot het verwerken, snijden, schoonmaken en bewerken van het spek.
4.7. Controlestructuur:
Naam: |
Istituto Nord Est Qualità — INEQ |
|||
Adres: |
|
|||
Tel. |
+39 0432940349 |
|||
Fax |
+39 0432943357 |
|||
E-mail: |
info@ineq.it |
4.8. Etikettering:
Wanneer het product in de handel wordt gebracht, is het voorzien van het opschrift „Valle d'Aosta Lard d'Arnad” in het Italiaans of „Vallée d'Aoste Lard d'Arnad” in het Frans, gevolgd door de vermelding „Denominazione di Origine Protetta” en het eventuele merkteken.
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.