ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2010.190.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 190

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

53e jaargang
14 juli 2010


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

ADVIEZEN

 

Europese Centrale Bank

2010/C 190/01

Advies van de Europese Centrale Bank van 5 juli 2010 inzake een voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro in Estland en inzake een voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2866/98 met betrekking tot de omrekeningskoers naar de euro voor Estland (CON/2010/52)

1

 

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2010/C 190/02

Advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Unie in het Gemengd Comité Douanesamenwerking EU-Japan betreffende de wederzijdse erkenning van AEO-programma’s in de Europese Unie en in Japan

2

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 190/03

Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

7

2010/C 190/04

Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

9

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 190/05

Wisselkoersen van de euro

13

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2010/C 190/06

Door de Europese Commissie overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad bekendgemaakte informatie (lijst van staten en hun bevoegde autoriteiten) inzake de kennisgevingen van de vlagstaten op grond van artikel 20, leden 1, 2 en 3, en bijlage III van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad

14

 

V   Adviezen

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2010/C 190/07

Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

33

2010/C 190/08

Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

37

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

ADVIEZEN

Europese Centrale Bank

14.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 190/1


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 5 juli 2010

inzake een voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro in Estland en inzake een voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2866/98 met betrekking tot de omrekeningskoers naar de euro voor Estland

(CON/2010/52)

2010/C 190/01

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 26 mei 2010 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies inzake een voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro in Estland (1). Op 30 juni 2010 ontving de ECB een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies inzake een voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2866/98 met betrekking tot de omrekeningskoers naar de euro voor Estland (2).

De adviesbevoegdheid van de ECB is gebaseerd op artikel 140, lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

Kanttekeningen

1.

De ontwerpverordeningen zullen de invoering van de euro als de munteenheid van Estland mogelijk maken, volgende op de intrekking van de derogatie van Estland overeenkomstig de in artikel 140, lid 2 van het Verdrag vastgelegde procedure.

2.

De ECB verwelkomt de ontwerpverordeningen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 5 juli 2010.

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  COM(2010) 240 definitief.

(2)  COM(2010) 341 definitief.


De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

14.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 190/2


Advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Unie in het Gemengd Comité Douanesamenwerking EU-Japan betreffende de wederzijdse erkenning van AEO-programma’s in de Europese Unie en in Japan

2010/C 190/02

DE EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 16,

Gelet of het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en met name op artikel 8,

Gelet op Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 inzake de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (2), met name op artikel 41,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

I.   INLEIDING

1.

De Commissie heeft op 19 februari 2010 een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Unie in het Gemengd Comité Douanesamenwerking EU-Japan betreffende de wederzijdse erkenning van AEO-programma’s in de Europese Unie en in Japan aangenomen (3).

2.

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) is niet geraadpleegd overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001. Het onderhavige advies is derhalve gebaseerd op artikel 41, lid 2, van diezelfde verordening. De EDPS beveelt aan in de preambule van het besluit naar dit advies te verwijzen.

3.

De EDPS heeft enkele tekortkomingen en een gebrek aan duidelijkheid vastgesteld met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens. Na een beschrijving van de context en achtergrond van het voorstel in hoofdstuk III, zullen deze opmerkingen in hoofdstuk IV worden uitgewerkt.

II.   RAADPLEGING VAN DE EDPS

4.

De EDPS heeft een beleidsnota uitgebracht waarin zijn raadplegende rol wordt beschreven: „De EDPS als adviseur van de communautaire instellingen voor wetgevingsvoorstellen en documenten die daarmee verband houden” (4). Deze raadplegende rol stoelt op artikel 28, lid 2, en artikel 41 van Verordening (EG) nr. 45/2001. Verder staat er in overweging 17 van de verordening: „De bescherming van personen ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens in de Unie kan alleen dan doeltreffend zijn, als er samenhang is tussen de regels en procedures voor werkzaamheden die binnen verschillende juridische kaders vallen”. Samenhang moet worden gezien als een onontbeerlijk element voor de verwezenlijking van een hoog niveau van gegevensbescherming op Europees niveau, ook bij het externe optreden van de EU.

5.

Deze brede verantwoordelijkheid van de EDPS is erkend door de Europese Commissie en het is vaste praktijk dat de EDPS door de Commissie wordt geraadpleegd over alle relevante voorstellen, wetgevende en niet-wetgevende instrumenten. De reikwijdte van de adviestaak van de EDPS behelst „aangelegenheden betreffende de verwerking van persoonsgegevens”. Dit houdt in dat er moet worden geraadpleegd over alle wetgeving met bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens of bepalingen die een (potentieel) effect hebben op een dergelijke verwerking. Hetzelfde geldt voor alle instrumenten die onder de externe bevoegdheid van de EU vallen.

6.

In de beleidsnota wordt ook het tijdschema van de raadpleging beschreven. Door overleg in een vroeg stadium in het wetgevingsproces kan de EDPS doeltreffend optreden en tekstwijzigingen voorstellen. De ontwerptekst wordt door de daartoe verantwoordelijke dienst van de Commissie voor informele raadpleging aan de EDPS gezonden, indien passend voordat het officiële voorstel wordt aangenomen. Na de aanneming van het voorstel volgt de formele raadpleging als tweede stap. In dit stadium wordt het advies van de EDPS bekendgemaakt in het Publicatieblad (C-reeks).

7.

In het geval van het onderhavige voorstel heeft de EDPS, zoals eerder vermeld, noch het ontwerpvoorstel noch het aangenomen voorstel ontvangen voor advies. De EDPS betreurt deze gang van zaken zeer, aangezien zijn betrokkenheid, zoals hierna wordt uitgelegd, een ideale gelegenheid zou hebben geboden om waarde aan het voorstel toe te voegen.

III.   CONTEXT EN ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

8.

Het doel van het voorstel is de programma’s voor gecertificeerde bedrijven (AEO’s — Authorised Economic Operators) van de EU en Japan wederzijds te erkennen als met elkaar verenigbaar en gelijkwaardig en de daarmee overeenstemmende AEO-status van bedrijven wederzijds te aanvaarden.

9.

De betrekkingen tussen de EU en Japan op douanegebied zijn gebaseerd op de overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken (hierna „de overeenkomst” genoemd) die op 1 februari 2008 in werking is getreden (5). Volgens de overeenkomst heeft de douanesamenwerking betrekking op alle aangelegenheden in verband met de toepassing van de dounanewetgeving. De EU en Japan hebben zich er bij de overeenkomst ook toe verbonden samen te werken ten behoeve van handelsfacilitering op douanegebied overeenkomstig internationale normen (6). De wederzijdse erkenning van AEO-programma’s en van veiligheidsmaatregelen is bevorderlijk voor de veiligheid van de toeleveringsketen en vergemakkelijkt het handelsverkeer.

10.

In het voorstel staat ook dat de douaneautoriteiten onder meer toezien op de verenigbaarheid van de programma’s en dat elke douaneautoriteit de bedrijven met AEO-status vergelijkbare voordelen verleent. Er wordt tevens uiteengezet dat de douaneautoriteiten de communicatie moeten verbeteren en informatie moeten uitwisselen. Het voorstel geeft een opsomming van de over AEO’s uit te wisselen gegevens.

IV.   ANALYSE VAN HET VOORSTEL

IV.1.   Toepasselijkheid van de wetgeving inzake persoonsgegevensbescherming

11.

Artikel IV in de bijlage van het voorstel handelt over informatieuitwisseling en communicatie. Er wordt gespecificeerd dat inlichtingen en daarmee verband houdende gegevens, met name over de deelnemers aan de programma’s, systematisch elektronisch worden uitgewisseld. Voorts wordt melding gemaakt van de uit te wisselen gegevens over de in het kader van de AEO-programma’s gecertificeerde bedrijven, waaronder de naam van het bedrijf met de AEO-status en het adres van het betrokken bedrijf.

12.

De regeling voor AEO’s wordt vastgesteld in artikel 5 bis van Verordening (EG) nr. 648/2005 van het Europees Parlement en de Raad (7). Hierin wordt het volgende gespecificeerd: „1. (…). Een „geautoriseerde marktdeelnemer” komt in aanmerking voor faciliteiten met betrekking tot veiligheidsgerelateerde douanecontroles en/of voor in de douanewetgeving vastgelegde vereenvoudigingen. (…)”.

13.

Een „marktdeelnemer” wordt in artikel 1, punt 12, van Verordening (EG) nr. 1875/2006 gedefinieerd als „een persoon die zich in het kader van zijn bedrijf bezighoudt met activiteiten waarop de douanewetgeving betrekking heeft” (8). Een marktdeelnemer zou derhalve een natuurlijke persoon of rechtspersoon kunnen zijn. Het begrip „marktdeelnemer” omvat AEO’s als bedoeld in lid 9. De informatie over sommige AEO’s zou dus kunnen worden beschouwd als „persoonsgegevens” als gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Richtlijn 95/46/EG, althans de informatie over AEO’s die natuurlijke personen zijn. Zelfs de informatie over AEO’s die rechtspersonen zijn, zou in sommige gevallen als persoonsgegevens kunnen worden beschouwd. In deze gevallen is de bepalende factor of het al dan niet gaat om informatie „betreffende” een „identificeerbare” natuurlijke persoon (9). Het lijdt bijgevolg geen twijfel dat er persoonsgegevens zouden kunnen worden uitgewisseld in het kader van het voorstel in kwestie.

14.

De persoonsgegevens zullen door douaneautoriteiten worden verwerkt. In artikel I, lid 2, in de bijlage van het voorstel wordt bepaald: „De in artikel 1, onder c), van de overeenkomst omschreven douaneautoriteiten (…) zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van dit besluit”. De definitie waarnaar verwezen wordt, is „ „douane(autoriteiten)”: (…), in de Gemeenschap, de voor douanezaken bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Gemeenschap”. Daarom zal zowel Verordening (EG) nr. 45/2001 als Richtlijn 95/46/EG van toepassing zijn op het onderhavige kader (10). Verordening (EG) nr. 45/2001 is van toepassing op de verwerking door de Commissie, Richtlijn 95/46/EG is van toepassing op de verwerking door de nationale douaneautoriteiten.

IV.2.   Internationale doorgifte van persoonsgegevens

15.

De richtlijn en de verordening voorzien in soortgelijke regels voor het grensoverschrijdend verkeer van persoonsgegevens in de artikelen 25 en 26, respectievelijk artikel 9. Het hierin vastgelegde beginsel houdt in dat persoonsgegevens niet vanuit een lidstaat naar een derde land mogen worden doorgegeven, tenzij het derde land een passend beschermingsniveau waarborgt (of tenzij er voldoende waarborgen worden geboden of een van de voorziene afwijkingen van toepassing is).

Verklaring in het voorstel dat het geboden beschermingsniveau passend is

16.

De toelichting bevat een punt over gegevensbescherming (punt 5). In punt 5.1 wordt verklaard dat de Japanse regeling voor gegevensbescherming een passend beschermingsniveau in de zin van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 45/2001 biedt. Artikel 9 behandelt de regels die in acht moeten worden genomen in het geval van de doorgifte van persoonsgegevens aan ontvangers die geen communautaire instelling of orgaan zijn en niet onder Richtlijn 95/46/EG vallen, zoals in het geval van derde landen als Japan.

17.

In artikel 9, lid 1, van de verordening wordt het volgende bepaald: „[p]ersoonsgegevens worden slechts doorgegeven aan ontvangers die geen communautaire instelling of orgaan zijn en niet vallen onder de nationale wetgeving ter uitvoering van Richtlijn 95/46/EG, indien in het land van de ontvanger of in de ontvangende internationale organisatie een passend beschermingsniveau wordt gewaarborgd, en de gegevens strikt binnen het raam van de onder de bevoegdheid van de verantwoordelijke voor de verwerking vallende taken worden doorgegeven”.

18.

Artikel 9, lid 2, vermeldt dat het door een derde land of internationale organisatie geboden beschermingsniveau wordt beoordeeld in het licht van „alle omstandigheden rond een doorgifte van gegevens of van een geheel van gegevens”. Verder geeft het enkele voorbeelden van aspecten waarmee rekening moet worden gehouden bij de beoordeling: „(…) in het bijzonder wordt aandacht geschonken aan de aard van de gegevens, aan het doel en de duur van de voorgenomen verwerking(en), aan het derde land of de internationale organisatie waarvoor de gegevens uiteindelijk bestemd zijn, aan de zowel algemene als sectorale rechtsregels die in het betrokken derde land of bij de betrokken internationale organisatie gelden en aan de voorschriften inzake beroepsethiek en geheimhouding die in het betrokken derde land of bij de betrokken internationale organisatie worden nageleefd”. Deze lijst is niet limitatief; andere elementen zouden eveneens relevant kunnen zijn, afhankelijk van het concrete geval.

19.

Artikel 9 van de verordening moet tegen de achtergrond van de artikelen 25 en 26 van Richtlijn 95/46/EG worden uitgelegd. In artikel 25, lid 6, van de richtlijn wordt bepaald: „De Commissie kan volgens de procedure van artikel 31, lid 2, constateren dat een derde land, op grond van zijn nationale wetgeving of zijn internationale verbintenissen, (…) waarborgen voor een passend beschermingsniveau in de zin van lid 2 biedt (…)”. De procedure van artikel 31, lid 2, van de richtlijn — een comitologieprocedure — moet derhalve in acht worden genomen om te verklaren dat een derde land een „passend” beschermingsniveau biedt.

20.

In verband met het onderhavige voorstel is deze procedure niet in acht genomen; bijgevolg is de verklaring in punt 5.1 dat de Japanse regeling voor gegevensbescherming een passend beschermingsniveau biedt, in strijd met artikel 25, lid 6, van de richtlijn. De EDPS beveelt daarom met klem aan deze verklaring te schrappen.

21.

De EDPS erkent dat in artikel IV, lid 5, in de bijlage bij het voorstel het volgende wordt bepaald: „De douaneautoriteiten garanderen de bescherming van de gegevens in overeenstemming met de overeenkomst, en met name artikel 16”. Artikel 16 heeft betrekking op „Gegevensuitwisseling en geheimhouding” en in lid 2 hiervan wordt bepaald: „Persoonsgegevens kunnen uitsluitend worden uitgewisseld indien de overeenkomstsluitende partij die ze ontvangt, zich ertoe verbindt deze gegevens ten minste de bescherming te verlenen die ze zouden krijgen in de overeenkomstsluitende partij die ze verstrekt. De overeenkomstsluitende partij die de informatie kan verstrekken, stelt hiervoor geen eisen die strenger zijn dan die welke in haar eigen rechtsgebied gelden”.

22.

De EDPS zou echter willen benadrukken dat, zoals hierboven beschreven, bij analyse van het beschermingsniveau van een derde land wordt gekeken naar het „passend karakter” en niet naar „gelijkwaardigheid” (in overeenstemming met de huidige internationale verbintenissen van de EU) (11). Artikel 16 lijkt in ieder geval een declaratoir karakter te hebben, aangezien er in de overeenkomst geen bewijs wordt geleverd voor een daadwerkelijke „gelijkwaardigheid”. Bovendien wordt er geen melding gemaakt van een analyse van de „gelijkwaardigheid” of zelfs maar van het „passend karakter” die is uitgevoerd. Daarom kan de simpele verklaring in artikel 16 niet als beslissende factor worden beschouwd bij een beoordeling of een passend beschermingsniveau wordt geboden en kan zij niet de basis vormen voor de verklaring in punt 5.1 van de toelichting.

Een breder perspectief met oog voor het specifieke karakter van de zaak

23.

Er zij opgemerkt dat de beoordeling van het beschermingsniveau in een bepaald land op verschillende niveaus en met verschillende rechtsgevolgen door de Europese Commissie, door gegevensbeschermingsautoriteiten en door verantwoordelijken voor de verwerking van gegevens kan worden uitgevoerd. Wanneer de Europese Commissie op basis van artikel 25, lid 6, van Richtlijn 95/46/EG constateert dat waarborgen voor een passend beschermingsniveau worden geboden, is deze vaststelling bindend voor de lidstaten. Dit geldt krachtens artikel 9, lid 5, van de verordening ook voor instellingen en organen van de Europese Unie. Wanneer een dergelijk besluit ontbreekt, wordt de beoordeling of een passend beschermingsniveau wordt geboden in veel lidstaten toevertrouwd aan gegevensbeschermingsautoriteiten en in andere lidstaten aan verantwoordelijken voor de verwerking van gegevens, onder toezicht van gegevensbeschermingsautoriteiten. Artikel 9 van de verordening volgt duidelijk dit laatste model.

24.

Dit betekent dat zelfs indien er, na de procedure vermeld in artikel 25, lid 6, van de richtlijn, niet is verklaard dat een land, als geheel, waarborgen voor een „passend” beschermingsniveau biedt, de wettelijke regeling voor gegevensbescherming die op een doorgifte of een categorie doorgiften van toepassing is door de verantwoordelijke voor de verwerking als „passend” kan worden beschouwd (in de hierna uitgelegde context).

25.

De verantwoordelijke voor de verwerking moet alle omstandigheden rond een doorgifte van gegevens of van een geheel van gegevens beoordelen in het licht van artikel 9, lid 2, van de verordening (alsook artikel 25, lid 2, van de richtlijn). De analyse moet concreet worden uitgevoerd, rekening houdend met de specifieke kenmerken (waarborgen en/of risico’s) van de doorgifte of de categorie doorgiften in kwestie. Deze beoordeling leidt tot een conclusie over het bestaande beschermingsniveau voor een specifieke doorgifte of categorie doorgiften en beperkt zich tot de doeleinden waarmee door de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens rekening wordt gehouden en de ontvangers in het land van bestemming. In dat geval neemt de verantwoordelijke voor de verwerking de verantwoordelijkheid op zich om te verifiëren of er aan de voorwaarden voor een passend beschermingsniveau wordt voldaan. Wanneer de analyse wordt uitgevoerd door de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens is de conclusie onderhevig aan toezicht van de gegevensbeschermingsautoriteit.

26.

In punt 5.1 van de toelichting wordt vermeld dat de Japanse regeling in kwestie is opgenomen in de Japanse douanewet (artikel 108, lid 2), in de Wet Internationale bijstand bij opsporingen en verwante zaken (artikelen 1 en 3), de Wet Overheidsdiensten (artikel 100), de Wet Bescherming van persoonsgegevens in het bezit van bestuursorganen (artikel 8) en de Wet toegang tot informatie door bestuursorganen (artikel 5).

27.

De EDPS heeft geen bewijs dat deze regeling is beoordeeld in het licht van het werkdocument van de Artikel 29-werkgroep Gegevensbescherming (WP12) „Doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen: toepassing van de artikelen 25 en 26 van de EU-richtlijn betreffende gegevensbescherming”, met inachtneming van de hierin vastgelegde beginselen (12).

28.

Verder moet in gedachten worden gehouden dat de methode waarbij wordt gekeken naar het passend karakter van het beschermingsniveau met zich brengt dat zowel de letter van de wet als de toepassing in de praktijk in aanmerking moet worden genomen (objectieve en functionele benadering). De overweging van deze wettelijke regeling op zichzelf levert derhalve niet voldoende bewijs op voor de toepassing van de regels hiervan in de praktijk.

29.

Dit betekent dat de doeltreffende tenuitvoerlegging en toepassing van deze regels in de praktijk moeten worden geverifieerd, voordat kan worden vastgesteld of er op doeltreffende wijze waarborgen worden geboden voor een passend beschermingsniveau voor de doorgifte van gegevens of van een geheel van gegevens in kwestie; in dit geval voor de uitwisseling van informatie in het kader van de AEO-programma’s.

30.

In dit verband moeten de verantwoordelijken voor de verwerking van gegevens (in dit geval de voor douanezaken bevoegde diensten van de Europese Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten van de EU) overgaan tot een beoordeling of een land van bestemming (in dit geval Japan) op doeltreffende wijze voorziet in een passend beschermingsniveau voor de specifieke doorgiften in kwestie, beperkt tot de specifieke doeleinden en ontvangers in dat land (namelijk de uitwisseling van gegevens voor de tenuitvoerlegging van de AEO-programma’s) (13). Een dergelijke beoordeling is evenwel niet uitgevoerd.

31.

Het voorstel had deze aanpak kunnen volgen, als alternatief voor de procedure voor de beoordeling van het „passend karakter” van het beschermingsniveau van Japan, zoals eerder beschreven.

Alternatieven

32.

Het voorstel had ook kunnen onderzoeken of de verantwoordelijken voor de verwerking andere typen van „voldoende waarborgen” konden bieden, zoals bepaald in artikel 9, lid 7, van de verordening en artikel 26, lid 2, van de richtlijn, en of er een van de afwijkingen vermeld in artikel 9, lid 6, van de verordening of artikel 26, lid 1, van de richtlijn van toepassing was (14).

IV.3.   Aanvullende eisen van de wetgeving inzake gegevensbescherming

Kwaliteit van de gegevens

33.

Het beginsel betreffende de kwaliteit van de gegevens wordt beschreven in artikel 4 van de verordening. Hierin staan onder meer de eisen: „persoonsgegevens: (…) (c) moeten, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, adequaat, ter zake dienend en niet buitensporig zijn; (…)”. De gegevenscategorieën vermeld in artikel IV, lid 4, lijken dit beginsel te eerbiedigen.

34.

Voorts wordt in artikel 4 van de verordening bepaald: „persoonsgegevens: (…) (e) mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt. (…)”. Daarom zal er een bewaartermijn voor de te verwerken persoonsgegevens moeten worden vastgesteld.

Rechten van de betrokkene

35.

De Commissie zal moeten zorgen voor mechanismen om de uitoefening van de rechten van de betrokkene te garanderen, zoals het recht van toegang en van rectificatie (artikelen 13 en 14 van de verordening).

Verplichting tot het meedelen van informatie

36.

In de artikelen 11 en 12 van de verordening wordt bepaald dat er informatie aan de betrokkene moet worden meegedeeld en wanneer deze informatie moet worden verstrekt. De Commissie zal de te volgen procedure moeten vaststellen, waarbij bijvoorbeeld moet worden bepaald of de informatie op het moment van de verzameling van de gegevens zal worden verstrekt (door het derde land of) door de Commissie zelf.

V.   CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

37.

De EDPS betreurt het dat de overlegprocedure zoals beschreven in hoofdstuk II niet in acht is genomen.

38.

De EDPS doet de aanbeveling de verklaring in punt 5.1 van de toelichting dat de Japanse regeling een passend beschermingsniveau biedt te schrappen, aangezien deze verklaring niet voldoet aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Richtlijn 95/46/EG. Hij beveelt verder aan de verschillende mogelijkheden die door de verordening en de richtlijn worden geboden, te onderzoeken om ervoor te zorgen dat de regels voor de internationale doorgifte in acht worden genomen.

39.

De EDPS beveelt ook aan dat de Commissie:

een bewaartermijn voor de te verwerken persoonsgegevens vaststelt;

voorziet in mechanismen om de uitoefening van de rechten van de betrokkene te waarborgen;

een procedure vaststelt voor het verstrekken van informatie aan de betrokkenen.

Gedaan te Brussel, 12 maart 2010.

Peter HUSTINX

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming


(1)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(2)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(3)  COM(2010) 55 def.

(4)  De beleidsnota is beschikbaar op: http://www.edps.europa.eu/EDPSWEB/webdav/site/mySite/shared/Documents/EDPS/Publications/Papers/PolicyP/05-03-18_PP_EDPSadvisor_NL.pdf

(5)  PB L 62 van 6.3.2008, blz. 24.

(6)  Artikel 4 van de overeenkomst.

(7)  PB L 117 van 4.5.2005, blz. 13.

(8)  PB L 360 van 19.12.2006, blz. 64.

(9)  Zie Groep Gegevensbescherming Artikel 29, Advies nr. 4/2007 over het begrip persoonsgegeven, WP 136, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/justice_home/fsj/privacy/docs/wpdocs/2007/wp136_nl.pdf, met name bladzijden 23 en 24.

(10)  Artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 45/2001 en van Richtlijn 95/46/EG.

(11)  Zie artikel XIV van de GATS: „Onder voorbehoud dat de hieronder bedoelde maatregelen niet zodanig worden toegepast dat zij een middel vormen tot willekeurige of ongerechtvaardigde discriminatie tussen landen waar gelijksoortige omstandigheden heersen of tot een verkapte beperking van de handel in diensten, wordt geen bepaling in deze Overeenkomst uitgelegd als een beletsel voor het vaststellen of toepassen door een lid van maatregelen: (…) (c) die noodzakelijk zijn voor de handhaving van wetten of voorschriften die niet strijdig zijn met de bepalingen van deze Overeenkomst, met inbegrip van die welke betrekking hebben op: (…) (ii) de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met de verwerking en verspreiding van persoonsgegevens en de bescherming van vertrouwelijke aard van persoonlijke dossiers en rekeningen; (…)”.

(12)  Artikel 29-werkgroep Gegevensbescherming, werkdocument „Doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen: toepassing van de artikelen 25 en 26 van de EU-richtlijn betreffende gegevensbescherming”, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/justice_home/fsj/privacy/docs/wpdocs/1998/wp12_nl.pdf

(13)  De EDPS heeft een soortgelijke interpretatie gegeven in het kader van een raadpleging die is ontvangen van OLAF over „Transfers of personal data to third countries: „adequacy” of signatories to Council of Europe Convention 108 (case 2009-0333)”, beschikbaar op: http://www.edps.europa.eu/EDPSWEB/webdav/site/mySite/shared/Documents/Supervision/Adminmeasures/2009/09-07-02_OLAF_transfer_third_countries_EN.pdf

(14)  Wat artikel 26, lid 1, van de richtlijn betreft zie: Artikel 29-werkgroep Gegevensbescherming, werkdocument over een gemeenschappelijke interpretatie van artikel 26, lid 1, van Richtlijn 95/46/EG, WP114, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/justice_home/fsj/privacy/docs/wpdocs/2005/wp114_nl.pdf


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

14.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 190/7


Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 190/03

Datum waarop het besluit is genomen

19.5.2010

Referentienummer staatssteun

N 161/10

Lidstaat

Duitsland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Hypo Real Estate

Rechtsgrondslag

Finanzmarktstabilisierungsgesetz

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Opheffing van een ernstige verstoring van de economie

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun 1 850 mln EUR

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

Economische sectoren

Beperkt tot de financiële dienstverlening

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

SoFFin (Sonderfonds Finanzmarktstabilisierung), Frankfurt am Main

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

28.6.2010

Referentienummer staatssteun

N 263/10

Lidstaat

Spanje

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Third Extension of the Guarantee Scheme for credit institutions in Spain

Rechtsgrondslag

Royal Decree-law 07/2008, October 13

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Opheffing van een ernstige verstoring van de economie

Vorm van de steun

Garantie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun 164 000 mln EUR

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

1.7.2010-31.12.2010

Economische sectoren

Beperkt tot de financiële dienstverlening

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Kingdom of Spain

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


14.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 190/9


Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

2010/C 190/04

Datum waarop het besluit is genomen

28.4.2010

Referentienummer staatssteun

N 5/08

Lidstaat

Luxemburg

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Aide à l'amélioration de la valeur écologique des forêts

Rechtsgrondslag

Reglement

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Steun voor herbebossing, natuurlijke regeneratie en het opstellen van eenvoudige beheersplannen

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

440 000 EUR

Maximale steunintensiteit

80 %

Looptijd (periode)

4 jaar

Economische sectoren

Landbouw

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministère de l'Agriculture, de la Viticulture et du Développement rural

1, rue de la Congrégation

2913 Luxembourg

LUXEMBOURG

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

28.5.2010

Referentienummer staatssteun

NN 14/10 (ex. N 703/09)

Lidstaat

Cyprus

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Plan for the Control and Fight of Scrapie in Sheeps and Goats

Rechtsgrondslag

Law 149(I) of 2004, relating to the implementation of Community Regulations in the veterinary sector (Regulation (EC) No 999/2001)

Law 109(I) of 2001, relating to animal health

Decrees adopted between 2005 and 2008 (545/2005, 160/2007 and 44/2008) relating to the application of a programme for the breeding of sheep resistant to scrapie.

Type maatregel

Sector veehouderij

Doelstelling

Steun in verband met dierziekten

Vorm van de steun

Gesubsidieerde diensten

Begrotingsmiddelen

4 362 419 EUR

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

1.1.2009-31.12.2010

Economische sectoren

Landbouwsector

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Κτηνιατρικές Υπηρεσίες

1417 Αθαλάσσα

Λευκωσία/Nicosia

ΚΥΠΡΟΣ/CYPRUS

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

10.6.2010

Referentienummer staatssteun

N 40/10

Lidstaat

Duitsland

Regio

Sachsen

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Richtlinie des Sächsischen Staatsministeriums für Umwelt und Landwirtschaft zur Förderung der Tierzucht

Rechtsgrondslag

Richtlinie des Sächsischen Staatsministeriums für Umwelt und Landwirtschaft zur Förderung der Tierzucht (Förderrichtlinie Tierzucht — RL TZ/2010) Punkt 2.e); §§ 23 und 44 der Haushaltsordnung für den Freistaat Sachsen (Sächsische Haushaltsordnung — SäHO) sowie der hierzu ergangenen Verwaltungsvorschriften des Sächsischen Staatsministeriums der Finanzen, in der jeweils geltenden Fassung; Rahmenplan 2008-2011 der Gemeinschaftsaufgabe „Verbesserung der Agrarstruktur und des Küstenschutzes“ Förderbereich: Sonstige Maßnahmen, „Grundsätze für die Förderung der Erhaltung genetischer Ressourcen in der Landwirtschaft“

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

agro-milieusteun

Vorm van de steun

Subsidie

Begrotingsmiddelen

Totale begroting: 0,4 miljoen EUR

Jaarlijkse begroting: 0,1 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

Variabel

Looptijd (periode)

Tot en met 31.12.2013

Economische sectoren

Landbouw

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Bundesministerium für Ernährung, landwirtschaft und Verbraucherschutz

Rochusstr 1

53123 Bonn

DEUTSCHLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

17.5.2010

Referentienummer staatssteun

N 82/10

Lidstaat

Estland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Eesti maaelu arengukava 2007–2013 meetme 1.8 „Põllu- ja metsamajanduse infrastruktuuri investeeringutoetuse” metsanduslikud tegevused

Rechtsgrondslag

Eesti maaelu arengukava 2007–2013, peatükk 5.3.1; Põllumajandusministri 11.10.2007. aasta määrus nr 123 „Põllu- ja metsamajanduse infrastruktuuri investeeringutoetuse saamise nõuded, toetuse taotlemise ja taotluse menetlemise täpsem kord”; Euroopa Liidu ühise põllumajanduspoliitika rakendamise seadus.

Type maatregel

Steun voor de bosbouwsector

Doelstelling

Bosbouw

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Totale begroting: 120 miljoen EEK (ca. 7,7 miljoen EUR)

Maximale steunintensiteit

Tot 90 % van de subsidiabele uitgaven

Looptijd (periode)

1.10.2010-31.12.2013

Economische sectoren

Bosbouw

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Põllumajanduse Registrite ja Informatsiooni Amet

Narva 3

51009 Tartu

EESTI/ESTONIA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

17.5.2010

Referentienummer staatssteun

N 147/10

Lidstaat

Italië

Regio

Provincia autonoma di Trento

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Programma di Sviluppo rurale della Provincia autonoma di Trento Asse 2 Misura 227 interventi non produttivi

Rechtsgrondslag

Programma di Sviluppo Rurale (PSR) della Provincia autonoma di Trento 2007-2013, decisione C(2009) 10338 del 17.12.2009

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Steun voor de bosbouwsector

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Jaarlijkse maximumuitgaven: 1,75 miljoen EUR

Totaal maximumbedrag: 7 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

Tot 100 % van de subsidiabele uitgaven

Looptijd (periode)

31.12.2013

Economische sectoren

Bosbouwsector

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Provincia autonoma di Trento

Piazza Dante 5

38122 Trento TN

ITALIA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

14.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 190/13


Wisselkoersen van de euro (1)

13 juli 2010

2010/C 190/05

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2569

JPY

Japanse yen

110,95

DKK

Deense kroon

7,4555

GBP

Pond sterling

0,83180

SEK

Zweedse kroon

9,4033

CHF

Zwitserse frank

1,3337

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,9570

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,344

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

277,80

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7087

PLN

Poolse zloty

4,0748

RON

Roemeense leu

4,2615

TRY

Turkse lira

1,9564

AUD

Australische dollar

1,4336

CAD

Canadese dollar

1,2978

HKD

Hongkongse dollar

9,7715

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7641

SGD

Singaporese dollar

1,7357

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 524,23

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,5199

CNY

Chinese yuan renminbi

8,5117

HRK

Kroatische kuna

7,1980

IDR

Indonesische roepia

11 382,54

MYR

Maleisische ringgit

4,0252

PHP

Filipijnse peso

58,376

RUB

Russische roebel

38,6910

THB

Thaise baht

40,683

BRL

Braziliaanse real

2,2099

MXN

Mexicaanse peso

16,0698

INR

Indiase roepie

58,7660


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

14.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 190/14


Door de Europese Commissie overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad bekendgemaakte informatie (lijst van staten en hun bevoegde autoriteiten) inzake de kennisgevingen van de vlagstaten op grond van artikel 20, leden 1, 2 en 3, en bijlage III van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad

2010/C 190/06

Overeenkomstig artikel 20, leden 1, 2 en 3, en bijlage III van Verordening (EG) nr. 1005/2008 (1) van de Raad hebben de onderstaande derde landen de Europese Commissie in kennis gesteld van de overheidsinstanties die met betrekking tot de bij artikel 12 van die verordening ingestelde vangstcertificeringsregeling gemachtigd zijn om:

a)

vissersvaartuigen onder hun vlag te registreren;

b)

visvergunningen te verlenen aan hun vaartuigen en die vergunningen te schorsen en in te trekken;

c)

de waarheidsgetrouwheid van de gegevens in de in artikel 12 bedoelde vangstcertificaten te bevestigen en dergelijke certificaten te valideren;

d)

de door hun vissersvaartuigen na te leven wet- en regelgeving en instandhoudings- en beheersmaatregelen ten uitvoer te leggen en te handhaven en controles in dat verband te verrichten;

e)

verificaties betreffende de genoemde vangstcertificaten te verrichten om de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in het kader van de in artikel 20, lid 4, bedoelde administratieve samenwerking bij te staan;

f)

specimina van hun vangstcertificaat overeenkomstig het in bijlage II opgenomen model mee te delen; en

g)

deze kennisgevingen te actualiseren.

Derde land

Bevoegde autoriteiten

ALBANIË

a):

Albanian General Harbour Masters (Ministry of Public Work, Transportation and Telecommunication)

b):

National Licensing Center (Ministry of Economy, Trade and Energy)

c), d), e):

Fishery Inspectorate (Ministry of Environment, Forestry and Water Administration)

f), g):

Directorate of Fisheries Policies (Ministry of Environment, Forestry and Water Administration)

ALGERIJE

a) tot en met d):

Directions de la Pêche et des Ressources Halieutiques des Wilayas de

El Tarf,

Annaba,

Skikda,

Jijel,

Bejaian,

Tizi Ouzou,

Boumerdes,

Alger,

Tipaza,

Chlef,

Mostaganem,

Oran,

Ain

Temouchent, en

Tlemcen.

e) tot en met g):

Ministère de la Pêche et des Ressources Halieutiques

ANGOLA

a):

Conservatória do registo de propriedade subordinada ao Ministério da Justiça/Capitania dos portos subordinada ao Ministério dos Transportes

b):

Ministro das Pescas

c):

Serviço Nacional de Fiscalização Pesqueira e da Aquicultura (SNFPA)/Direcção Nacional de Pescas e Protecção dos Recursos Pesqueiros (DNPPRP)

d):

Serviço Nacional de Fiscalização Pesqueira e da Aquicultura (SNFPA)

e) f) g):

Direcção Nacional de Pescas e Protecção dos Recursos Pesqueiros/Órgão do Ministério das Pescas

ANTIGUA EN BARBUDA

a) tot en met g):

Chief Fisheries Officer, Fisheries Division, Ministry of Agriculture, Lands Housing and Environment

ARGENTINIË

a) tot en met f):

Subsecretario de Pesca y Acuicultura Director Nacional de Coordinación Pesquera

g):

Embajada Argentina ante la UE

AUSTRALIË

a) tot en met e):

Australia Fisheries Management Authority Fisheries WA, Department of Resources Fisheries, Queensland Primary Industries and Fisheries

f) tot en met g):

The Australian Government Department of Agriculture, Fisheries and Forestry

BENIN

a):

Direction de la Marine Marchande

b) tot en met g):

Direction des Pêches

BAHAMA'S

a), b):

Port Department and Department of Marine Resources

c) tot en met g):

Department of Marine Resources

BELIZE

a):

IMMARBE

b) tot en met f):

Fisheries Department of the Ministry of Agriculture and Fisheries

BRAZILIË

a), b), d), e); f), g):

Ministry of Fisheries and Aquaculture

c):

Ministry of Fisheries and Aquaculture/Ministry of Agriculture, Livestock and Food Supply

KAMEROEN

a):

Ministère des Transports

b) tot en met g):

Ministère de l'Elevage, des Pêches et Industries Animales

CANADA

a) tot en met f):

Assistant Deputy Minister of Fisheries and Aquaculture

KAAPVERDIË

a):

Institut Maritime et Portuaire

b), d), f), g):

Direction Générale des Pêches

c), e):

Direction Générale des Pêches Institut National Développement des Pêches

CHILI

a):

Dirección General del Territorio Marítimo y Marine Mercante de la Armada de Chile

b):

Subsecretaría de Pesca

c) tot en met g):

Servicio Nacional de Pesca

CHINA

a) tot en met g):

Bureau of Fisheries

COLOMBIA

a):

Dirección General Marítima

b) tot en met g):

Instituto Colombiano de Desarrollo Rural

g):

Director de Pesca y Acuicultura

COSTA RICA

a):

Oficina de Bienes Muebles

b):

Presidente Ejecutivo, Instituto Costarricense de Pesca y Acuicultura

c) en f):

Dirección General Técnica, Instituto Costarricense de Pesca y Acuicultura

d):

Unidad de Control Pesquero, Instituto Costarricense de Pesca y Acuicultura Director General del Servicio Nacional de Guardacostas

e):

Departamento de Cooperación Internacional, Instituto Costarricense de Pesca y Acuicultura

g):

Ministro de Agricultura y Ganadería

KROATIË

a) tot en met g):

Department of Fisheries, Ministry of Agriculture, Fishery and Rural Development

CUBA

a):

Registro Maritimo Nacional

b), c), e):

Oficina Nacional de Inspección Pesquera

d):

Dirección de Ciencias y Regulaciones Pesqueras en Oficina Nacional de Inspección Pesquera

f):

Dirección de Planificación del Ministerio de la Industria Pesquera

g):

Dirección de Relaciones Internacionales del Ministerio de la Industria Pesquera

ECUADOR

a), c), e):

Director de Gestión y Desarollo Sustentable Pesquero and Director Regional de Pesca

b):

Director General de Pesca

d):

Director de Control Pesquero

f), g):

Subsecretario de Recursos Pesqueros

EGYPTE

a), g):

Ministry of Agriculture and Land Reclamation

b), d), e):

General Authority for Fish Resources Development

c), f):

General Organization for Veterinary Services

EL SALVADOR

a):

Autoridad Marítima Portuaria

b) tot en met g):

Centro de Desarrollo de la Pesca y la Acuicultura

ERITREA

a), f):

Ministry of Fisheries

b):

Fisheries Resource Regulatory Department

c):

Fish Quality Inspection Divisio

d):

Monitoring Controlling and Surveillance, Ministry of Fisheries

e):

Liaison Division, Ministry of Fisheries

g):

Government of the State of Eritrea

FALKLANDEILANDEN

a):

Registar of Shipping, Customs and Immigration Department

b) tot en met g):

Director of Fisheries, Fisheries Department

FAERÖER

a):

FAS Faroe Islands National and International Ship Register

b):

Ministry of Fisheries Faroe Islands Fisheries Inspection

c):

not relevant

d):

Ministry of Fisheries, The Faroe Islands Fisheries Inspection, The Police and Public Prosecution Authority

e):

The Faroe Islands Fisheries Inspection

f), g):

Ministry of Fisheries

FIJI

a):

Fiji Islands Maritime and Safety Administration

b) tot en met f):

Fisheries Department

g):

Ministry of Health

FRANS-POLYNESIË

a):

Direction Polynésienne des Affaires Maritimes

b), c), e), f):

Service de la Pêche,

d):

Service de la Pêche and Haut Commissariat de la République en Polynésie française and Service des Affaires Maritimes

g):

Direction des Pêches Maritimes et de l'Aquaculture

GABON

a), b):

Ministre de l'Economie Forestière, des Eaux et de la Pêche

c) tot en met g):

Directeur Général des Pêches et de l'Aquaculture

GAMBIA

a):

The Gambia Maritime Administration

b) tot en met g):

Director of Fisheries

GHANA

a) tot en met g):

Directorate of Fisheries

GROENLAND

a):

The Danish Maritime Authority

b) tot en met g):

The Greenland Fisheries Licence Control Authority

GRENADA

a) tot en met g):

Fisheries Division

GUATEMALA

a), d):

Unidad de Manejo de la Pesca y Acuicultura

b), c), e), f), g):

Ministerio de Agricultura, Ganadería y Alimentación

GUINEE

a):

Agence Nationale de Navigation Maritime

b):

Direction Nationale de la Pêche Maritime

c), d), f):

Centre National de Surveillance et de Protection des Pêches

e):

Service Industries Assurance Qualité des Produits de la Pêche et de l'Aquaculture

g):

Ministère de la Pêche et de l'Aquaculture

GUYANA

a) tot en met f):

Fisheries Department

IJSLAND

a), b):

Directorate of Fisheries

c), e), f), g):

Directorate of Fisheries, The Icelandic Food and Veterinary Authority

d):

Directorate of Fisheries, The Icelandic Coast Guards

INDIA

a), b):

Marine Products Exports Development Authority, Director General of Shipping, Ministry of Shipping, Department of Fisheries of State (Provincial) Governments of West Bengal, Gujarat, Kerala, Orissa, Andhra Pradesh, Karnataka, Maharastra, and Tamil Nadu

c), e):

Marine Products Exports Development Authority

d):

Director General of Shipping, Marine Products Exports Development Authority, Coast Guard and Department of Fisheries of the State Governments

f):

Department of Commerce, Ministry of Commerce and Industry

g):

Department of Commerce, Ministry of Commerce and Industry en Department of Animal Husbandry, Dairying and Fisheries, Ministry of Agriculture

INDONESIË

a), b):

Heads of Marine and Fisheries Services Province, Director General of Capture Fisheries

c):

Heads of Fishing Ports, Directorate General of Capture Fisheries Fisheries Inspectors, Directorate General of Marine and Fisheries Resources Surveillance and Control

d):

Director General of marine and Fisheries Resources, Surveillance and Control

e):

Director General of Capture Fisheries

f), g):

Director General of Fisheries Product Processing and Marketing

IVOORKUST

a):

Directeur des Affaires Maritimes et Portuaires

b), f), g):

Ministre de la Production Animale et des Ressources Halieutique

c), e):

Service d'Inspection et de Contrôles Sanitaires Vétérinaires en Frontières

d):

Directeur des Productions Halieutiques

JAPAN

a):

Fisheries Management Division, Bureau of Fisheries, Department of Fisheries and Forestry, Hokkaido Government

Aomori Prefectural Government

Hachinohe Fisheries Office, Sanpachi District Administration Office, Aomori Prefectural Government

Mutsu Fisheries Office, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Seihoku District Administration Office, Aomori Prefectural Government

Ajigasawa Fisheries Office, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Seihoku District Administration Office, Aomori Prefectural Government

Fisheries Industry Promotion Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Kuji Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Miyako Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Kamaishi Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Ofunato Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Industry Promotion Division, Agriculture Forestry and Fisheries Department, Miyagi Prefectural Government

Fisheries and Fishing Ports Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Akita Prefectural Government

Fisheries Division, Industrial and Economic Affairs Department Shonai Area General Branch Administration Office, Yamagata Prefectural Government

Fishery Division, Fukushima Prefectural Government

Fishery Office, Fukushima Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Ibaraki Prefectural Government

Marine Industries Promotion Division, Chiba Prefectural Government

Fishery section, Agriculture, Forestry and Fishery Division, Bureau of Industrial and Labor Affairs, Tokyo Metropolitan Government

Fisheries Division, Environment and Agriculture Department, Kanawaga Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Niigata Prefectural Government

Promotion Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Promotion Department, Sado Regional Promotion Bureau, Niigata Prefectural Government

Fisheries and Fishing Port Division, Toyama Prefectural Government

Fishery Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Ishikawa Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Fukui Prefectural Government

Reinan Regional Promotion Bureau, Fukui Prefectural Government

Office of Fishery Management, Division of Fishery, Department of Industry, Shizuoka Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Aichi Prefectural Government

Fisheries Resource Office, Department of Agriculture, Fisheries, Commerce and Industry, Mie Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Kyoto Prefectural Government

Fisheries Office, Kyoto Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Environment, Agriculture, Forestry and Fisheries, Osaka Prefectural Government

Fisheries Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Bureau, Agriculture and Environmental Department, Hyogo Prefectural Department

Kobe Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Kobe District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Kakogawa Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Higashi- Harima District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Himeji Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Naka-Harima District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Koto Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Nishi-Harima District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Tajima Fisheries Office, Tajima District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Sumoto Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Awaji District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Wakayama Prefectural Government

Kaisou Promotions Bureau, Wakayama Prefectural Government

Arida Promotions Bureau, Wakayama Prefectural Government

Hidaka Promotions Bureau, Wakayama Prefectural Government

Nishimuro Promotion Bureau, Wakayama Prefectural Government

Higashimuro Promotion Bureau, Wakayama Prefectural Government

Fishery Division, Fishery Development Bureau, Department of Agriculture, Forestry and Fishery, Tottori Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Shimane Prefectural Government

Fisheries Office, Oki Branch Office, Shimane Prefectural Government

Matsue Fisheries Office, Shimane Prefectural Government

Hamada Fisheries Office, Shimane Prefectural Government

Okayama Prefectural Government

Hiroshima Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Yamaguchi Prefectural Government

Fisheries Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Tokushima Prefectural Government

Fisheries Division, Agricultural Administration and Fisheries Department, Kagawa Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Fisheries Bureau, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Ehime Prefectural Government

Fisheries Management Division, Kochi Prefectural Government

Fishery Administration Division, Fishery Bureau, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Fukuoka Prefectural Government

Fisheries Division, Saga Prefectural Government

Resource Management Division, Fisheries Department, Nagasaki Prefectural Government

Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Kumamoto Prefectural Government

Tamana Regional Promotion Bureau, Kumamoto Prefectural Government

Yatsushiro Regional Promotion Bureau, Kumamoto Prefectural Government

Amakusa Regional Promotion Bureau, Kumamoto Prefectural Government

Oita Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Agriculture and Fisheries Department, Miyazaki Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Kagoshima Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Miyazaki Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Kagoshima Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Okinawa Prefectural Government

Agriculture, Forestry and Fisheries Management Division, Miyako Regional Agriculture Forestry and Fisheries Promotions Center, Okinawa Prefectural Government

Agriculture, Forestry and Fisheries Management Division, Yaeyama Regional Agriculture, Forestry and Fisheries Promotions Center, Okinawa Prefectural Government

b):

Fisheries Management Division, Bureau of Fisheries, Department of Fisheries and Forestry, Hokkaido Government

Aomori Prefectural Government

Hachinohe Fisheries Office, Sanpachi District Administration Office, Aomori Prefectural Government

Mutsu Fisheries Office, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Seihoku District Administration Office, Aomori Prefectural Government

Ajigasawa Fisheries Office, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Seihoku District Administration Office, Aomori Prefectural Government

Fisheries Industry Promotion Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Kuji Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Miyako Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Kamaishi Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Ofunato Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Industry Promotion Division, Agriculture Forestry and Fisheries Department, Miyagi Prefectural Government

Fisheries and Fishing Ports Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Akita Prefectural Government

Fisheries Division, Industrial and Economic Affairs Department Shonai Area General Branch Administration Office, Yamagata Prefectural Government

Fishery Division, Fukushima Prefectural Government

Fishery Office, Fukushima Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Ibaraki Prefectural Government

Marine Industries Promotion Division, Chiba Prefectural Government

Fishery section, Agriculture, Forestry and Fishery Division, Bureau of Industrial and Labor Affairs, Tokyo Metropolitan Government

Fisheries Division, Environment and Agriculture Department, Kanawaga Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Niigata Prefectural Government

Promotion Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Promotion Department, Sado Regional Promotion Bureau, Niigata Prefectural Government

Fisheries and Fishing Port Division, Toyama Prefectural Government

Fishery Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Ishikawa Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Fukui Prefectural Government

Reinan Regional Promotion Bureau, Fukui Prefectural Government

Office of Fishery Management, Division of Fishery, Department of Industry, Shizuoka Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Aichi Prefectural Government

Fisheries Resource Office, Department of Agriculture, Fisheries, Commerce and Industry, Mie Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Kyoto Prefectural Government

Fisheries Office, Kyoto Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Environment, Agriculture, Forestry and Fisheries, Osaka Prefectural Government

Fisheries Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Bureau, Agriculture and Environmental Department, Hyogo Prefectural Department

Kobe Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Kobe District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Kakogawa Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Higashi- Harima District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Himeji Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Naka-Harima District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Koto Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Nishi-Harima District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Tajima Fisheries Office, Tajima District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Sumoto Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Awaji District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Wakayama Prefectural Government

Kaisou Promotions Bureau, Wakayama Prefectural Government

Arida Promotions Bureau, Wakayama Prefectural Government

Hidaka Promotions Bureau, Wakayama Prefectural Government

Nishimuro Promotion Bureau, Wakayama Prefectural Government

Higashimuro Promotion Bureau, Wakayama Prefectural Government

Fishery Division, Fishery Development Bureau, Department of Agriculture, Forestry and Fishery, Tottori Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Shimane Prefectural Government

Fisheries Office, Oki Branch Office, Shimane Prefectural Government

Matsue Fisheries Office, Shimane Prefectural Government

Hamada Fisheries Office, Shimane Prefectural Government

Okayama Prefectural Government

Hiroshima Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Yamaguchi Prefectural Government

Fisheries Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Tokushima Prefectural Government

Fisheries Division, Agricultural Administration and Fisheries Department, Kagawa Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Fisheries Bureau, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Ehime Prefectural Government

Fisheries Management Division, Kochi Prefectural Government

Fishery Administration Division, Fishery Bureau, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Fukuoka Prefectural Government

Fisheries Division, Saga Prefectural Government

Resource Management Division, Fisheries Department, Nagasaki Prefectural Government

Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Kumamoto Prefectural Government

Tamana Regional Promotion Bureau, Kumamoto Prefectural Government

Yatsushiro Regional Promotion Bureau, Kumamoto Prefectural Government

Amakusa Regional Promotion Bureau, Kumamoto Prefectural Government

Oita Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Agriculture and Fisheries Department, Miyazaki Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Kagoshima Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Miyazaki Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Kagoshima Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Okinawa Prefectural Government

Agriculture, Forestry and Fisheries Management Division, Miyako Regional Agriculture Forestry and Fisheries Promotions Center, Okinawa Prefectural Government

Agriculture, Forestry and Fisheries Management Division, Yaeyama Regional Agriculture, Forestry and Fisheries Promotions Center, Okinawa Prefectural Government

Fishery Agency, Ministry of Agriculture, Forestry and Fisheries,

Iwate Regional Marine Fisheries Management Commission

Fisheries Division, Tsu Agriculture, Forestry, Fisheries, Commerce, Industry and Environment Office, Mie Prefectural Government

Fisheries Division, Ise Agriculture, Forestry, Fisheries, Commerce, Industry and Environment Office, Mie Prefectural Government

Fisheries Division, Owase Agriculture, Forestry, Fisheries, Commerce, Industry and Environment Office, Mie Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Kyoto Prefectural Government

c), e), f), g):

Fisheries Agency, Ministry of Agriculture, Forestry and Fisheries

d):

Fisheries Management Division, Bureau of Fisheries, Department of Fisheries and Forestry, Hokkaido Government

Fisheries Agency, Ministry of Agriculture, Forestry and Fisheries

Aomori Prefectural Government

Fisheries Industry Promotion Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Iwate Prefectural Government

Iwate Regional Marine Fisheries Management Commission

Fisheries Department, Kuji Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Miyako Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Kamaishi Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Ofunato Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Industry Promotion Division, Agriculture Forestry and Fisheries Department, Miyagi Prefectural Government

Fisheries and Fishing Ports Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Akita Prefectural Government

Fisheries Division, Industrial and Economic Affairs Department Shonai Area General Branch Administration Office, Yamagata Prefectural Government

Fishery Division, Fukushima Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Ibaraki Prefectural Government

Marine Industries Promotion Division, Chiba Prefectural Government

Fishery section, Agriculture, Forestry and Fishery Division, Bureau of Industrial and Labor Affairs, Tokyo Metropolitan Government

Fisheries Division, Environment and Agriculture Department, Kanawaga Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Niigata Prefectural Government

Fisheries and Fishing Port Division, Toyama Prefectural Government

Fishery Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Ishikawa Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Fukui Prefectural Government

Reinan Regional Promotion Bureau, Fukui Prefectural Government

Office of Fishery Management, Division of Fishery, Department of Industry, Shizuoka Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Aichi Prefectural Government

Fisheries Resource Office, Department of Agriculture, Fisheries, Commerce and Industry, Mie Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Kyoto Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Environment, Agriculture, Forestry and Fisheries, Osaka Prefectural Government

Fisheries Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Bureau, Agriculture and Environmental Department, Hyogo Prefectural Department

Wakayama Prefectural Government

Fishery Division, Fishery Development Bureau, Department of Agriculture, Forestry and Fishery, Tottori Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Shimane Prefectural Government

Okayama Prefectural Government

Hiroshima Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Yamaguchi Prefectural Government

Fisheries Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Tokushima Prefectural Government

Fisheries Division, Agricultural Administration and Fisheries Department, Kagawa Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Fisheries Bureau, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Ehime Prefectural Government

Fisheries Management Division, Kochi Prefectural Government

Fishery Administration Division, Fishery Bureau, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Fukuoka Prefectural Government

Fisheries Division, Saga Prefectural Government

Resource Management Division, Fisheries Department, Nagasaki Prefectural Government

Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Kumamoto Prefectural Government

Oita Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Agriculture and Fisheries Department, Miyazaki Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Kagoshima Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Okinawa Prefectural Government

KENIA

a):

Kenya Maritime Authority

b) tot en met g):

Ministry of Fisheries Development

KOREA

a), b), d), f), g):

Ministry for Food, Agriculture, Forestry and Fisheries

c), e):

National Fisheries Products Quality Inspection Service and its 13 branch offices:

Seoul Branch Office

Incheon Branch Office

Janghang Branch Office

Yeosu Branch Office

Mokpo Branch Office

Wando Branch Office

Jeju Branch Office

Busan Branch Office

Tongyoung Branch Office

Pohang Branch Office

Gangneung Branch Office

Incheon International Airport Branch Office

Pyeongtaek Branch Office

MADAGASKAR

a):

Agence Portuaire Maritime et Fluviale, Service Regional de la Pêche et des Ressources Halieutiques de Diana, Sava, Sofia, Boeny, Melaky, Analanjiforo, AtsinananNan, Atsimo-Atsinanana, Vatovavy Fitovinany, Menabe, Atsimo-Andrefana, Anosy, Androy

b):

Ministère chargé de la Pêche

c), d):

Centre de Surveillance des Pêches

e), f), g):

Direction Générale de la Pêche et des Ressources Halieutiques

MALEISIË

a), b):

Department of Fisheries Malaysia, Department of Fisheries Sabah

d):

Department of Fisheries Malaysia, Department of Fisheries Sabah, Fisheries Development Authority of Malaysia, Malaysian Quarantine and Inspection Services, Royal Malaysian Police, Royal Malaysian Navy

c):

not relevant

e), f):

Department of Fisheries, Malaysia

g):

Department of Fisheries Malaysia Ministry of Agriculture and Agro-based

MALDIVEN

a):

Ministry of Housing, Transport and Environment

b):

Ministry of Fisheries and Agriculture, Ministry of Economic Development

c), e), f), g):

Ministry of Fisheries and Agriculture

d):

Coast Guard, Maldives National Defence Force Maldives Police Service

MAURITANIË

a):

Direction de la Marine Marchande

b):

Direction de la Pêche Industrielle

c) tot en met f):

Délégation à la Surveillance des Pêches et au Contrôle en Mer (DSPCM)

g):

Ministre des Pêches et de l'Economie Maritime

MAURITIUS

a) tot en met g):

Fishery Division, Ministry of Agro Industry, Food Production and Security

MAYOTTE

a), b), e), g):

Monsieur le Préfet de Mayotte

c):

Centre de Surveillance des Pêches CROSS A ETEL

d):

Monsieur le Préfet de la Réunion

MEXICO

a), c), g):

Director General de Planeación, Programación y Evaluación

b):

Director General de Ordenamiento Pesquero y Acuícola

d), e):

Director General de Inspección y Vigilancia

f):

Comisión Nacional de Acuacultura y Pesca

MONTENEGRO

a):

Ministry of Transport, Maritime Affairs and Telecommunications

b) tot en met g):

Ministry of Agriculture, Forestry and Watermanagement

MAROKKO

a), b), e), f):

Direction des Pêches Maritimes et de l'Aquaculture

c):

Délégations des Pêches Maritimes de Jebha, Nador, Al Hoceima, M'diq, Tanger, Larache, Kenitra-Mehdia, Mohammedia, Casablance, El Jadida, Safi, Essaouira, Agadir, Sidi Ifni, Tan-Tan, Laâyoune, Boujdour, Dakhla

d):

Direction des Pêches Maritimes Délégations des Pêches Maritimes de Jebha, Nador, Al Hoceima, M'diq, Tanger, Larache, Kenitra-Mehdia, Mohammedia, Casablance, El Jadida, Safi, Essaouira, Agadir, Sidi Ifni, Tan-Tan, Laâyoune, Boujdour, Dakhla

g):

Secrétariat général du Départment de la Pêche Maritime

MOZAMBIQUE

a):

National Marine Institute

b) tot en met g):

National Directorate of Fisheries Administration

MYANMAR

a):

Department of Marine Administration

b) tot en met g):

Department of Fisheries, Ministry of Livestock and Fisheries

NAMIBIË

a):

Ministry of Works, Transport and Communication

b), d), f), g):

Ministry of Fisheries and Marine Resources

c), e):

Ministry of Fisheries and Marine Resources (Walvis Bay) Ministry of Fisheries and Marine Resources (Lüderitz)

NEDERLANDSE ANTILLEN

a), f):

Directorate of Shipping and Maritime Affairs

b), e):

Directorate of Economic Affairs

c):

Directorate of Economic Affairs en Inspectorate of Public Health

d):

Directorate of Economic Affairs, Directorate of Shipping and Maritime Affairs, en General Attorney of the Netherland Antilles

NIEUW-CALEDONIË

a), b), c), e), f), g):

Service des Affaires Maritimes, de la Marine Marchande et des Pêches Maritimes

d):

Etat-Major Inter-Armées

NIEUW-ZEELAND

a), b), c), d), f), g):

Ministry of Fisheries

e):

New Zealand Food Safety Authority Ministry of Fisheries

NICARAGUA

a):

Dirección General de Transporte Acuático del Ministerio de Transporte e Infraestructura

b), d), f), g):

Presidente Ejecutivo, Instituto Nicaragüense de la Pesca y Acuicultura (INPESCA)

c):

Delegaciones Departamentales de INPESCA: Puerto Cabezas, Chinandega, Bluefields, Rivas

e):

Dirección de Monitoreo, Viligencia y Control, INPESCA

NIGERIA

a):

Nigerian Maritime Administration and Safety Agency

b), e), g):

Federal Ministry of Agriculture and Water Resources

c), d):

Federal Department of Fisheries

f):

Fisheries Resources monitoring, control and Surveillance

NOORWEGEN

a), b), e), f), g):

Directorate of Fisheries

c):

Norges Sildesalgslag, Norges Råfisklag, Sunnmøre og Romsdal Fiskesalgslag, Vest-Norges Fiskesalgslag, Rogaland Fiskesalgslag S/L, Skagerakfisk S/L

d):

Directorate of Fisheries The Norwegian Coastguard The Police and the Public Prosecuting Authority

OMAN

a) tot en met c):

Ministry of Fisheries Wealth, Directorate General of Fisheries, Dhofar Region, Department of Fisheries Affairs

d) tot en met f):

Ministry of Fish Wealth

PAKISTAN

a):

Mercantile Marine Department

b), d):

Marine Fisheries Department, Directorate of Fisheries of Balochistan, Directorate of Fisheries of Sindh

c), e), f):

Marine Fisheries Department

g):

Ministry of Livestock and Dairy Development

PANAMA

a):

Dirección General de Marina Mercante de la Autoridad Marítima de Panamá en Autoridad de los Recursos Acuáticos de Panamá

b), c), e), f), g):

Autoridad de los Recursos Acuáticos de Panamá

d):

Ministerio de Salud, Ministerio de Comercio Exterior, Autoridad de los Recursos Acuáticos de Panamá en Autoridad Marítima de Panamá

PAPOEA-NIEUW-GUINEA

a) tot en met g):

PNG National Fisheries Authority

PERU

a), b):

Director General de Extracción y Procesamiento pesquera del Ministerio en Direcciones Regionales de la Producción de los Gobiernos Regionales de Tumbes, Piura, Lambayeque, La Libertad, Ancash, Lima, Callao, Ica, Arquipa, Moquegua y Tacna

c):

Dirección General de Seguimiento, Control y Vigilancia del Ministerio de Producción en Direcciones Regionales de la Producción de los Gobiernos Regionales de Tumbes, Piura, Lambayeque, La Libertad, Ancash, Lima, Callao, Ica, Arquipa, Moquegua y Tacna

d), e), f):

Director General de Seguimiento, Control y Vigilancia del Ministerio de la Producción

g):

Viceministro de Pesquería del Ministerio de la Producción

FILIPIJNEN

a):

Maritime Industry Authority

b) tot en met g):

Bureau for Fisheries and Aquatic Resources, Department of Agriculture

RUSLAND

a) tot en met g):

Federal Agency for Fisheries, en Territorial Department of Barentsevo-Belomorskoye, Primorskoye, Zapadno-Baltiyskoye, en Azovo-Chernomorskoye

SAINT-PIERRE EN MIQUELON

a), c), d), e), f), g):

Service des Affaires Maritimes de Saint-Pierre-et-Miquelon

b):

Préfet de Saint-Pierre-et-Miquelon

SENEGAL

a):

Agence Nationale des Affaires Maritimes

b):

Ministre de la Pêche

c):

Directeur des Industries de Transformation de la Pêche, Directeur de la Protection et de la Surveillance des Pêches

d), e), f), g):

Directeur de la Protection et de la Surveillance des Pêches

SEYCHELLEN

a):

Seychelles Maritime Safety Administration

b):

Seychelles Licensing Authority

c) tot en met g):

Seychelles Fishing Authority

SALOMONSEILANDEN

a):

Marine Division, Ministry of Infrastructure and Development (MID)

b) tot en met g):

Ministry of Fisheries and Marine Resources (MFMR)

ZUID-AFRIKA

a) tot en met g):

Marine and Coastal Management, Department of Environmental Affairs

SRI LANKA

a) tot en met g):

Department of Fisheries and Aquatic Resources

SINT-HELENA

a):

Registar of Shipping

b), d), e), f), g):

Senior Fisheries Officer, Directorate of Fisheries

c):

H.M. Customs, Government of St. Helena

SURINAME

a):

Maritime Authority Suriname

b) tot en met g):

Ministry of Agriculture, Animal Husbandry and Fisheries

TAIWAN

a):

Council of Agriculture

b) tot en met g):

Fisheries Agency

FRANSE ZUIDELIJKE GEBIEDEN

a) tot en met g):

Monsieur le Préfet Administrateur Supérieur des Terres Australes et Antarctiques Françaises

TANZANIA

a) tot en met g):

Director of Fisheries Development, Ministry of Livestock Development and Fisheries

THAILAND

a) tot en met g):

The Department of Fisheries of Thailand

TUNESIË

a):

Office de la Marine Marchande et des Ports/Ministère du Transport

b) tot en met d):

Arrondissement de la Pêche et de l'Aquaculture de Jendouba, Bizerte, Ariana, Tunis, Nabeul, Sousse, Monastir, Mahdia and Gabes and Division de la Pêche et de l'Aquaculture de Sfax and Médenine

e) tot en met f):

Direction Générale de la Pêche et de l'Aquaculture/Ministère de l'Agriculture et des Ressources hydrauliques

TURKIJE

a), b):

81 provincial Directorates of the Ministry of Agriculture and Rural Affairs

c):

General Directorate for Protection and Conservation, 81 Provincial Directorates of the Ministry of Agriculture and Rural Affairs, and 24 Districts Directorate of the Ministry of Agriculture and Rural Affairs

d):

General Directorate for Protection and Conservation 81 Provincial Directorates of the Ministry of Agriculture and Rural Affairs Turkish Coast Guard Command

e), f), g):

General Directorate for Protection and Conservation

URUGUAY

a) tot en met g):

Dirección Nacional de Recursos Acuáticos

VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA

a):

United States Coast Guard

b) tot en met g):

National Marine Fisheries Service

VIETNAM

a), b), c):

Department of Capture Fisheries and Resources Protection (DECAFIREP) and Department of Capture Fisheries and Resources Protection of Provinces Division

d):

Inspection of DECAFIREP and Inspection of Agriculture and Rural Development Division belonging to the provinces

e), f), g):

Department of Capture Fisheries and Resources Protection

VENEZUELA

a) tot en met g):

Presidente del Instituto Socialista de la Pesca y Acuicultura

WALLIS EN FUTUNA

a):

Le chef du Service des Douanes et des Affaires Maritimes

b) tot en met f):

Le Directeur du Service d'Etat de l'Agriculture, de la Forêt et de la Pêche

g):

Le Préfet, Administrateur supérieur du Territoire

JEMEN

a):

Maritime Affairs Authority — Ministry of Transport

b) tot en met g):

Production and Marketing Services Sector, Ministry of Fish Wealth and its branches of Aden, Alhodeidah, Hadramout and Almahara


(1)  PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1.


V Adviezen

ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

14.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 190/33


Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2010/C 190/07

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„CORNISH PASTY”

EG-nummer: UK-PGI-005-0727-11.11.2008

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

„Cornish Pasty”

2.   Lidstaat of derde land:

Verenigd Koninkrijk

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 2.4 —

Brood, gebak, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

De „Cornish Pasty” is een smakelijke pastei in de vorm van de letter „D” die met rundvlees, groenten en kruiden is gevuld.

Pastei

De pastei kan van kruimeldeeg of van (snel)bladerdeeg zijn bereid, afhankelijk van het recept van de bakker. Nadat de pastei is gevuld, kan ze met het oog op identificatie worden gemarkeerd — bijvoorbeeld door in het deeg met een mes een opening te maken of door in het deeg strepen of een ander patroon aan te brengen — en kan het deeg worden geglazuurd met melk, met ei of met beide, waardoor het dan in de oven goud kleurt. Het deegomhulsel van de pastei is hartig en stevig genoeg om zijn vorm tijdens het bakken en afkoelen en bij de verdere behandeling te behouden; het mag niet splijten of barsten.

Pasteivulling

De vulling van Cornish Pasties bestaat uit de volgende ingrediënten:

in plakjes of in dobbelsteentjes gesneden aardappelen,

koolraap,

ui,

(de pastei moet minstens 25 % groenten bevatten),

in dobbelsteentjes gesneden of gehakt rundvlees,

(de pastei moet minstens 12,5 % vlees bevatten),

kruiden naar smaak, hoofdzakelijk zout en peper.

Er mogen voor de vulling geen andere vleessoorten of groenten — bijvoorbeeld wortelen — of kunstmatige additieven worden gebruikt en alle ingrediënten van de vulling moeten op het ogenblik dat de deegflap wordt gesloten, rauw zijn.

Noot: Van oudsher wordt „swede” (brassica napobrassica — koolraap) in Cornwall „turnip” (brassica rapa — knolraap) genoemd; beide termen worden dus met elkaar verwisseld maar het eigenlijke ingrediënt is „swede” (koolraap).

De Cornish Pasty wordt gevouwen in de vorm van een letter „D” en aan één zijde — nooit de bovenzijde — worden in de rand, met de hand of met de machine, ribbels aangebracht.

De hele pastei wordt langzaam gebakken zodat de smaken van de rauwe ingrediënten waarmee ze werd gevuld ten volle tot hun recht kunnen komen. Een ander karakteristiek kenmerk van de Cornish Pasty is dat, hoewel de verschillende ingrediënten in de pastei zichtbaar zijn en ook kunnen worden geproefd (smaak) en waargenomen (textuur), de smaken van het rauwe rundvlees en de rauwe groenten zich mengen en zich ontwikkelen tot één evenwichtige, natuurlijke, hartige smaak die de hele pastei doordringt. De smaak van de pastei is ook licht pittig.

Cornish Pasties mogen geen artificiële kleuren, smaken of bewaarmiddelen bevatten. Ze worden verkocht in verschillende grootten en met een verschillend gewicht en de verkooppunten omvatten zowel slagers- als bakkerszaken, supermarkten, delicatessenwinkels en voedingswinkels.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

Het samenstellen van de pasteien vóór het bakken moet in het afgebakende geografische gebied plaatsvinden.

Het eigenlijke bakken hoeft niet in het afgebakende geografische gebied plaats te vinden. De ongebakken en/of bevroren — maar voor het overige kant en klare pasteien — kunnen aan bakkerszaken of andere verkooppunten buiten het productiegebied worden geleverd, daar in ovens worden gebakken en nadien aan de consument worden aangeboden.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.:

Niet van toepassing

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Het Cornish Pasty-logo dat de authenticiteit van het product moet bewijzen, moet op alle verpakkingen en op alle in de verkooppunten gebruikte materialen worden aangebracht.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied:

Het administratieve gebied van Cornwall.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Het klimaat in Cornwall — nat en mild — en de fysische geografie hebben de regio uitermate geschikt gemaakt voor de rundveehouderij en de groenteteelt. Aardappelen en koolraap/knolraap behoorden lang en behoren nog steeds tot de belangrijkste door Cornwall voortgebrachte landbouwproducten. Hoewel de rauwe ingrediënten niet per se uit Cornwall afkomstig moeten zijn, worden ze in de praktijk grotendeels door plaatselijke landbouwers geleverd en op deze wijze wordt de reeds lang gevestigde symbiotische relatie tussen de landbouwers en de bakkers van Cornwall gehandhaafd.

De mijnbouw is in Cornwall al eeuwen oud maar de bedrijfstak piekte in de 18de en de 19de eeuw. Het belang van het mijnbouwerfgoed is van dien aard dat, hoewel de mijnbouw nu is stilgelegd, overal in Cornwall uitgelezen mijnbouwlandschappen in 2006 de status van werelderfgoed verwierven.

Mijnwerkers en landbouwers namen dit gemaksvoedsel, dat niet alleen gemakkelijk kon worden meegenomen maar ook probleemloos kon worden verorberd, mee naar het werk omdat het zo doelmatig was. Dankzij zijn omvang en vorm was het een gemakkelijk product dat meestal in een zak werd meegenomen; het deegomhulsel was stevig en vormde een goede bescherming voor de vulling en de vulling zelf was voldoende voedzaam om de arbeiders in staat te stellen een lange en zware dag door te komen. Er doen veel verklaringen over de vorm van de pastei de ronde. De populairste is dat de „D”-vorm de mijnwerkers in de tinmijnen in staat stelde de pastei ondergronds opnieuw te verwarmen en op een veilige manier op te eten. De pastei werd bij de korst (bij de geribbelde zijde) vastgehouden en nadien werd de korst weggegooid wegens het hoge arsenicumgehalte in vele tinmijnen.

Er is een overvloed aan historische bewijzen die het belang van de Cornish Pasty als product van het culinaire erfgoed van het district bevestigen. De pastei werd een alledaags product in de 16de en de 17de eeuw en evolueerde tot een typisch „Cornish” product in de loop van de laatste 200 jaar.

Uit onderzoek is gebleken dat de pastei vandaag de dag zowel in als buiten het district even sterk met Cornwall wordt geassocieerd als 200 jaar geleden. Toeristen bezoeken Cornwall al sedert het spoorverkeer naar het district op gang kwam en sedertdien valt de Cornish pasty niet meer weg te denken uit het vakantiegebeuren. Uit onderzoek dat werd verricht naar het gedrag van de bezoekers met betrekking tot plaatselijke voedingsmiddelen, is gebleken dat de „Cornish Clotted Cream” (reeds een BOB) en de „Cornish Pasty” de producten zijn die het vaakst worden geproefd. Het is veelzeggend dat de personen die aan dit onderzoek hun medewerking verleenden, de pasteien die ze aten tijdens hun bezoek aan het district, „echte pasteien” noemden en hiermee wezen op het aanzienlijke verschil tussen de Cornish Pasty van oorsprong uit Cornwall en het meer generische massaproduct dat momenteel ook die naam mag voeren. Cornish Pasties en Cornish Clotted Cream zijn ook de producten die door de bezoekers voor de thuisbasis het vaakst via mailorder worden besteld of uit een plaatselijke winkel worden meegenomen (Bron: „Consumer Attitudes to Cornish Produce”, Ruth Huxley 2002).

5.2.   Specificiteit van het product:

Wat het uiterlijk voorkomen betreft, herkent men de Cornish Pasty aan zijn „D”-vorm en geribbelde rand. Dankzij hun vorm konden de pasteien gemakkelijk worden meegenomen (gewoonlijk in een zak), konden de arbeiders in de tinmijnen de pasteien ondergronds gemakkelijk opwarmen en konden ze ze ook veilig verorberen. De korst (de geribbelde zijde) werd gebruikt om de pastei vast te houden en werd nadien weggegooid wegens het hoge arsenicumgehalte in vele tinmijnen. Het deegomhulsel was stevig en vormde een goede bescherming voor de vulling terwijl de gezonde, voedzame ingrediënten voldoende voedingswaarde hadden om de arbeiders in staat te stellen een lange en zware dag door te komen.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

In het culinaire erfgoed van Cornwall kan de Cornish Pasty bogen op een stevige positie en een uitstekende faam; er wordt al eeuwen over dit product bericht. De pastei werd een alledaags product in de 16de en de 17de eeuw en evolueerde tot een typisch Cornish product in de loop van de laatste 200 jaar.

Aan het eind van de 18de eeuw was de Cornish Pasty geëvolueerd tot het basisvoedsel van de arbeiders en hun gezinnen. Mijnwerkers en landbouwers namen dit gemaksvoedsel, dat niet alleen gemakkelijk kon worden meegenomen maar ook probleemloos kon worden verorberd, mee naar het werk omdat het zo doelmatig was.

Bewijzen dat de Cornish Pasty in Cornwall een traditioneel levensmiddel is, worden reeds aangetroffen in Worgan's „Agricultural Survey of Cornwall” van 1808. We citeren: „In de pastei van de arbeider zit meestal een stukje rundvlees”. Uit verslagen van 1860 blijkt dat kinderen die in de mijnen zijn tewerkgesteld, ook pasteien meenemen als onderdeel van hun „crib or croust” (plaatselijk dialect voor „snack of lunch”).

Aan het begin van de twintigste eeuw werd de pastei in het gehele district op grote schaal geproduceerd als basisvoedsel voor landbouwers en mijnwerkers. Er zijn voorbeelden van Edwardiaanse postkaarten van rond 1901-1910 waarop Cornish Pasties te zien zijn en de kookboeken „Good Things in England” (1922) en „Cornish Recipes, Ancient and Modern” (1929) bevatten typische pastei-recepten.

Uit onderzoek is gebleken dat de associatie van de pastei met Cornwall vandaag de dag zowel in als buiten het district even sterk is als 200 jaar geleden. Toeristen bezoeken Cornwall al sedert de ontsluiting van het district dankzij het spoorverkeer en sedertdien valt de Cornish pasty niet meer weg te denken uit het vakantiegebeuren.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006

http://www.defra.gov.uk/foodfarm/food/industry/regional/foodname/products/documents/cornish-pasty-pgi.pdf


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


14.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 190/37


Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2010/C 190/08

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„ΠΡΑΣΙΝΕΣ ΕΛΙΕΣ ΧΑΛΚΙΔΙΚΗΣ” (PRASINES ELIES CHALKIDIKIS)

EG-nummer: EL-PDO-0005-0539-27.03.2006

BOB ( X ) BGA ( )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Υπουργείο Αγροτικής Ανάπτυξης και Τροφίμων., Δ/νση Βιολογικής Γεωργίας, Τμήμα ΠΟΠ — ΠΓΕ — Ιδιότυπων και Παραδοσιακών Προϊόντων (Ministerie van Plattelandsontwikkeling en voedingsmiddelen, directie biologische landbouw, afdeling BOB’s, BGA’s en GTS’en)

Adres:

Αχαρνών 29/Acharnon 29

104 39 Αθήνα/Athens

ΕΛΛΑΔΑ/GREECE

Tel.

+30 2102125152

Fax

E-mail:

ax29u030@minagric.gr

2.   Groepering:

Naam:

Κοινοπραξία Ενώσεων Αγροτικών Συνεταιρισμών Πολυγύρου και Χαλκιδικής: «Βιοκαλλιεργητική Χαλκιδικής» (Groepering van unies van landbouwcoöperaties uit Polygyros en Chalkidiki, „Biokalliergitiki Chalkidikis”)

Adres:

Κωνσταντινουπόλεως 13/Konstantinoupoleos 13

631 00 Πολύγυρος/Polygyros

ΕΛΛΑΔΑ/GREECE

Tel.

+30 2371023076

Fax

E-mail:

eas-pol@otenet.gr

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) andere: ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.6 —

Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

4.   Productdossier:

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam:

„Πράσινες Ελιές Χαλκιδικής”

(Prasines Elies Chalkidikis)

4.2.   Beschrijving van het product:

De „Prasines Elies Chalkidikis” zijn vruchten van de variëteiten „Condrelia Chalkidikis” en „Chalkidikis” van de soort Olea Europaea (olijf). De olijven die worden geproduceerd met de betrokken variëteiten uit Chalkidiki vallen op door hun grootte en de grote hoeveelheid vruchtvlees ten opzichte van de pit, de helder groene tot groen-gele kleur, het delicate en fruitige aroma, de enigszins bittere en kruidige smaak en de afwezigheid van een vettig mondgevoel, dit alles door eeuwenlange aanpassing van de olijfbomen aan de bijzondere bodemgesteldheid en het bijzondere klimaat in de betrokken regio, maar ook door de teelttechnieken die de olijventelers toepassen.

De „Prasines Elies Chalkidikis” worden in de volgende vier vormen aangeboden:

1.

hele olijven;

2.

ontpitte olijven;

3.

ontpitte, gevulde olijven. Voor de vulling kunnen amandelen, chilipeper, wortelen, augurken en knoflook worden gebruik. De olijven worden handmatig gevuld. De voor de vulling gebruikte producten mogen niet meer dan 15 % van het gewicht van de olijven uitmaken;

4.

geplette olijven.

Alle soorten olijven kunnen met oregano, tijm, laurierbladeren, knoflook, selderij, kappertjes en chilipeper worden gearomatiseerd. De gebruikte aromatische ingrediënten mogen niet meer dan 2,5 % van het gewicht van de olijven uitmaken.

De ingrediënten die worden gebruikt voor het vullen en op smaak brengen van de olijven zijn producten uit het departement Chalkidiki.

Wanneer het product voor menselijke consumptie wordt aangeboden, moet het de volgende kenmerken hebben:

Soorten olijven

Parameters

Hele olijven;

Ontpitte olijven

Ontpitte, gevulde olijven

Geplette olijven

Uiterlijke kenmerken van de olijven

Cilindrisch/kegelvormige olijven die een langwerpige vorm hebben door een duidelijk aanwezige ronde top, met een stevige en glanzende vruchthuid die helder groen tot groengeel van kleur is.

Stevig en sappig vruchtvlees

Lichtjes geplet vruchtvlees, sappig, met intacte pit.

Organoleptische kenmerken van de olijven

Delicaat, fruitig aroma, afwezigheid van vettig mondgevoel

Enigszins bittere en kruidige smaak. Wanneer de olijven worden gearomatiseerd, zijn de smaken van de kruiderijen duidelijk te onderscheiden.

Enigszins bittere en kruidige smaak, vervolledigd door de smaak van de ingrediënten van de vulling.

Enigszins bittere en kruidige smaak. Wanneer de olijven worden gearomatiseerd, zijn de smaken van de kruiderijen duidelijk te onderscheiden.

Kwaliteitskenmerken van de olijven

Alle olijven behoren tot de categorieën „Extra” en „Fijn”, en de minimumgrootte bedraagt 181/200 olijven per kg. In beide categorieën bedraagt het aantal olijven dat gebreken vertoont minder dan 7 %.

Kenmerken van de pekel

De pekel bevat ten minste 8 % natriumchloride, heeft een pH van 3,8 tot 4 en een minimumzuurgraad (percentage melkzuur) van 0,8 %.

Nettogewicht van in pekel geconserveerde olijven

Ten minste 65 gewichtspercenten van het eindproduct

Ten minste 55 gewichtspercenten van het eindproduct

Ten minste 65 gewichtspercenten van het eindproduct

Voor de andere kwaliteitsparameters en voor de bij de behandeling of verpakking gebruikte hulpstoffen gelden de bepalingen en de voedingsregelgeving en de normen van de Internationale Handelsorganisatie en van de Codex-Alimentariuscommissie.

4.3.   Geografisch gebied:

Het geografische gebied van oorsprong van de „Prasines Elies Chalkidikis” is het departement Chalkidiki, dat in het noordwesten wordt begrensd door het departement Thessaloniki en aan alle andere kanten door de Egeïsche Zee wordt omspoeld. Geografisch gezien omvat het het schiereiland Chalkidiki, waaraan op zijn beurt ook weer drie schiereilanden vastzitten; de berg Athos, het meest oostelijke van die drie schiereilanden, maakt geen deel uit van het departement Chalkidiki, omdat dat gebied immers binnen Griekenland een autonome status heeft.

Van het departement bestaat 47 %, ofwel 137 160 ha, uit bos, terwijl 32,7 %, ofwel 95 500 ha, uit landbouwgrond bestaat. De bevloeide oppervlakte bedraagt 20 000 ha en beslaat 21 % van de totale oppervlakte cultuurgrond. De oppervlakte olijfgaarden in Chalkidiki bedraagt 23 000 ha.

4.4.   Bewijs van oorsprong:

De „Prasines Elies Chalkidikis” worden verbouwd, behandeld en verpakt binnen het departement Chalkidiki. De producenten en de olijfgaarden worden geregistreerd in het olijventeeltkadaster van het departement en via het geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS); beide registers worden jaarlijks bijgewerkt. De hoeveelheid en de oorsprong van de grondstof moeten worden gestaafd via de vereiste boekingen bij levering aan de behandelingsbedrijven, waar tevens registers van producenten-leveranciers worden bijgehouden. Ieder behandelingsbedrijf is met zijn naam en de adresgegevens van het hoofdkantoor en onder een unieke code bij de Kamer van Koophandel van Chalkidiki ingeschreven, alsmede in het desbetreffende register van het betaal- en controleorgaan voor de EU-oriëntatie- en garantiesteun (O.P.E.K.E.P.E.).

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

1.   Olijventeelt en -oogst

In Chalkidiki hebben bijna alle olijfgaarden een plantdichtheid die het midden houdt tussen die van de traditionele en de moderne olijfgaard, waarbij de afstand tussen de bomen 6 × 6,5, 6,5 × 6,5 of 6 × 7 m. bedraagt. De meeste producenten passen via hun organisaties een gedocumenteerd systeem van geïntegreerd gewasbeheer (Integrated Crop Management) toe. Om de schommelingen in de opbrengst tegen te gaan, maar ook om olijven van superieure kwaliteit te krijgen, wordt in de winter en in de zomer systematisch door de telers gesnoeid, en worden de loten van de olijfbomen verwijderd.

De jaarlijkse opbrengst schommelt gemiddeld rond de 9 000 kg per hectare.

De oogst vindt ieder jaar plaats van 15 september tot en met 10 of 15 oktober, wanneer de olijven het juiste rijpingsstadium en de gewenste kleur hebben bereikt, hetgeen door de telers en hun organisaties tijdens controles wordt geconstateerd. De producenten plukken de vruchten handmatig met behulp van ladders, en verzamelen ze in speciale plastic kratten voor het vervoer naar het verwerkingsbedrijf. De olijven mogen geen bladeren, stukjes hout en andere vreemde stoffen bevatten, en moeten uniform groen tot groengeel zijn. Ook moeten ze vrij zijn van kneuzingen, schrammen, vraat door insecten of vogels, enz. Bij het in ontvangst nemen van de olijven in de behandelingsbedrijven wordt een ontvangstbewijs afgegeven waarop de kwaliteit en de hoeveelheid bij levering is aangegeven.

2.   Behandeling

Na het in ontvangst nemen van de olijven worden ze overgebracht in kuipen om te worden ontbitterd. Daartoe worden ze geweekt in een oplossing van 1,5 à 2 % bijtende soda, afhankelijk van de temperatuur en het rijpingsstadium van de vruchten. Deze bewerking duurt twaalf uur. Vervolgens worden de olijven drie maal gespoeld om de oplossing van bijtende soda te verwijderen, vervolgens wordt er in de kuipen water bij de olijven gegoten. Daar blijven ze vervolgens acht uur in liggen, waarna het water nog twee tot drie maal wordt ververst, telkens met acht uur ertussen. Voor het ontbitteren kan ook een natuurlijke methode worden toegepast, waarbij uitsluitend water wordt gebruikt en waarbij de olijven ook in kuipen worden gespoeld. Welke methode ook wordt toegepast, er wordt in ieder geval voor gezorgd dat de olijven een licht bittere smaak behouden.

Aan het einde van dit proces worden de olijven overgebracht in fermentatiekuipen, waar ze worden ondergedompeld in pekel met een zoutgehalte van 8,5 %. Het zoutgehalte en de pH van de pekel worden regelmatig gecontroleerd en zo nodig wordt zout toegevoegd. De olijven worden zo bewaard totdat de pekel een stabiel zoutgehalte van 8,5 % heeft bereikt. Het fermentatieproces is dan al in het eerdere stadium begonnen. De duur daarvan hangt af van de rijpingsgraad van de vruchten en van de omgevingstemperatuur, en varieert van twee tot vier maanden.

Het ontpitten gebeurt machinaal. Dit ontpitten wordt gedaan door een dwarse inkeping die op de punt van de olijf wordt gemaakt, waarna een kruisvormige inkeping aan de kant van het vruchtsteeltje wordt gemaakt. De pit wordt eruit gehaald door middel van water en mechanische druk. Voor het „pletten” van de olijven worden lichte mechanische persen gebruikt, die het vruchtvlees niet verpulveren en de pitten niet kapo kraken.

De olijven die bestemd zijn om te worden gevuld, worden op werkbladen gelegd, waar ervaren arbeidsters ze handmatig vullen. Het vullen van olijven is een traditionele praktijk in Chalkidiki, en de gebruikte ingrediënten zijn amandelen of kleine stukjes chilipeper, wortel, augurk dan wel knoflook.

De olijven kunnen verder op smaak worden gebracht met aromatische planten uit de regio (oregano, tijm, laurierblad, knoflook, selderij en chilipeper).

3.   Selectie en groottesortering — Verpakking

Na de fermentatie en het ontpitten worden de olijven uit de kuipen gehaald en naar werkbladen overgebracht waar ervaren arbeiders de vruchten visueel inspecteren en handmatig de rotte, gekneusde en anderszins aangetaste olijven verwijderen. De olijven worden vervolgens per lopende band naar groottesorteermachines vervoerd, waar de olijven op afmeting worden gesorteerd en waar de onmiddellijke verpakkingen ermee worden afgevuld.

De olijven worden meestal verpakt in verpakkingen, van voor de consument en het product onschuldig inert plastic, alsmede in blik en glazen potten, ongeacht het gewicht van de inhoud. De verpakkingen worden met pekel gevuld, waaraan tot 0,2 % L-ascorbinezuur mag worden toegevoegd, zodat het product beter houdbaar wordt.

De verpakking van olijven mag plaatsvinden in bedrijven die buiten het departement Chalkidiki zijn gevestigd, waar het product na behandeling wordt afgeleverd, op voorwaarde dat het product traceerbaar is aan de hand van vervoersdocumenten, de bijbehorende boekhoudkundige stukken en de in punt 4.8 genoemde etiketteringsregels.

4.6.   Verband:

1.   Fysische gesteldheid

Vanuit agronomisch perspectief zijn de bodems van het departement Chalkidiki perfect geschikt voor de teelt van olijfbomen, aangezien deze op een groot aantal verschillende soorten bodems tot ontwikkeling komt en vrucht draagt, van arme (stenige) kalkrijke bodems in de bergen tot alluviale, vruchtbare dalbodems van kalkrijke oorsprong.

Eén kenmerk in Chalkidiki is bijzonder gunstig voor olijfbomen: hoewel Chalkidiki in Noord-Griekenland ligt, zorgt de lange kustlijn van de Egeïsche Zee (630 km kust) ervoor dat het gebied zich op dezelfde minimum- en maximumisothermen bevindt als de zuidelijker gelegen olijfolieproductiegebieden, zoals de departementen Messinia, Etolia-Akarnania en Attika. Bovendien profiteert het gebied van veel neerslag, met gemiddelden van 450 mm per jaar in de vlakten tot wel 850 mm in de bergen.

Het klimaat in Chalkidiki bevordert eveneens de olijventeelt omdat dat gebied, naar gelang van de hoogte, gekenmerkt wordt door zachte tot frisse winters en zachte tot warme en droge zomers met veel zonneschijn en lange tussenseizoenen. 's Zomers komen de gemiddelde temperaturen niet hoger uit dan 22 °C, terwijl de minima 's winters zelden – 10 °C halen, zelfs niet in de bergen. Dat zijn dus ideale omstandigheden voor een voorspoedige olijventeelt.

De „Prasines Elies Chalkidikis” worden behalve door hun grote afmetingen gekenmerkt door hun stevige en glimmende vruchthuid, door hun volle, stevige en sappige vruchtvlees, door hun delicate en fruitige aroma en door hun licht bittere en kruidige smaak.

Het klimaat en de bodemgesteldheid in Chalkidiki, alsmede de teelt- en behandelingstechnieken van de olijf zijn om twee redenen van invloed op de bovengenoemde kwaliteitskenmerken van het product:

de lange periode van relatief lage temperaturen gedurende de oogstperiode, gekoppeld aan de dynamiek van de variëteiten en aan de teelttechnieken, met name het snoeien en het verwijderen van loten, draagt bij tot een stabiele productie en grote vruchten met een gunstige verhouding vruchtvlees/pit;

de voornamelijk kalkhoudende bodems zorgen ervoor dat de olijven rijk zijn aan vluchtige componenten waaraan zij hun delicate fruitige aroma te danken hebben;

dankzij de sterke zonneschijn, de zachte temperaturen in de zomer en de controle van de rijpingsstadia die de producenten en hun organisaties toepassen, hebben de olijven op het moment van de oogst een glanzend groene kleur, sappig vruchtvlees en zijn ze precies stevig genoeg, zodat de ontpitting gemakkelijk plaats kan vinden, zonder dat de vrucht wordt gekneusd of anderszins wordt aangetast;

dankzij de teelttechnieken, en met name dankzij de irrigatie en de controle van de rijpingsstadia, behouden de olijven een laag oliegehalte, hetgeen ertoe bijdraagt dat een vettige smaak ontbreekt en de aromatische kenmerken worden benadrukt, zonder dat evenwel oxidatie plaatsvindt, zodat de bewaarbaarheid van de olijven wordt verlengd;

de traditionele, handmatige oogstmethode zorgt ervoor dat de olijven in perfecte staat blijven, en dat de latere behandelingsstadia goed verlopen, terwijl de selectie en de handmatige vulling van de olijven ervoor zorgen dat een perfect authentiek eindproduct ontstaat.

Verder hebben ook de behandelingsbedrijven hun technieken aangepast aan de betrokken variëteiten en de bijzondere kenmerken daarvan, door traditionele praktijken te combineren. Daardoor zijn de problemen opgelost die er met olijven kunnen optreden tijdens de fermentatie, kunnen de organoleptische eigenschappen intact worden geconserveerd en wordt een uitzonderlijk product van contante kwaliteit verkregen dat in heel Griekenland bekend is om zijn licht bittere en kruidige smaak. Verscheidene behandelingsbedrijven hebben zich op de export gericht, hetgeen heeft bijgedragen aan de verspreiding van de „Prasines Elies Chalkidikis” in vele andere landen.

2.   Achtergrond

De oudste bronnen die spreken over het bestaan van olijfgaarden in Chalkidiki gaan terug tot 1415: zo wordt gewag gemaakt van de olijfgaard van Andronikos op de landerijen van het klooster van Agios Pavlos op Kassandra, alsmede van zeer oude verspreid staande olijfbomen op de landerijen van het klooster van Vatopedi in Souflari bij Kalamarias (Nea Triglia) en in het nabijgelegen Daoutlou (Elaiochoria), alsmede van de olijfbomen van de molen van het klooster van Iviron, op het eiland Kafkania voor de kust bij Olympiada. Ook elders in Chalkidiki werden tamme olijfbomen geteeld, hetgeen in veel plaatsnamen tot uitdrukking komt. De olijven van deze bomen werden voornamelijk geteeld voor de productie van tafelolijven.

Rond het midden van de XIXe eeuw begonnen de inwoners van Chalkidiki zich meer toe te leggen op de olijventeelt, op het enten op wilde olijfbomen en, op kleinere schaal, op het planten van tamme olijfbomen. Deze verandering lijkt voornamelijk te zijn ingegeven door een gunstige fiscale regeling, de „regeling inzake de vergunningverlening voor nieuwe olijfgaarden” die in 1863 werd afgekondigd. In 1887 had Christakis Zografos reeds de grote boomgaard van Portaria ingericht, met een oppervlakte van 500 hectare en met meer dan 32 000 olijfbomen. Tegelijkertijd zet Chatzi-Osman te Gerakini bij Polygyros een grote, door stoom aangedreven molen op, waarmee het begin van de modernisering van de desbetreffende installaties in Chalkidiki wordt ingeluid.

De band van Chalkidiki met de olijfboom als productieboom en met de vrucht daarvan, de olijf, is, zoals uit de historische documenten daarover blijkt, geworteld in de eeuwenlange olijfteelt en de productie van olijfproducten, maar ook in een grote hoeveelheid populaire tradities die nog steeds springlevend zijn. De olijventeelt was in Chalkidiki in ieder geval de laatste twee eeuwen een belangrijke activiteit, zowel uit economisch oogpunt als uit een oogpunt van culturele traditie van de bewoners.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Οργανισμός Πιστοποίησης και Επίβλεψης Γεωργικών Προϊόντων (Ο.Π.Ε.ΓΕ.Π.) Certificerings- en controleorgaan voor landbouwproducten (O.P.E.G.E.P.) — AGROCERT

Adres:

Πατησίων & Άνδρου 1/Patisson & Androu 1

112 57 Αθήνα/Athens

ΕΛΛΑΔΑ/GREECE

Tel.

+30 2108231277

Fax

+30 2108231438

E-mail:

info@agrocert.gr

Naam:

Νομαρχιακή Αυτοδιοίκηση Χαλκιδικής, Διεύθυνση Αγροτικής Ανάπτυξης.

Adres:

631 00 Πολύγυρος/Polygyros

ΕΛΛΑΔΑ/GREECE

Tel.

+30 2371039314

Fax

+30 2371339207

E-mail:

agro6@halkidiki.gov.gr

4.8.   Etikettering:

Op de etiketten moeten niet alleen de beschermde oorsprongsbenaming „Prasines Elies Chalkidikis” en de desbetreffende aanduidingen worden vermeld, maar aan de hand van de volgende vermeldingen op het etiket moet ook de oorsprong en de mate van bescherming kunnen worden geverifieerd:

de cijfercode waarmee het productiejaar, het behandelingsbedrijf, de partij en het verpakkingsbedrijf, als dat een ander bedrijf is, worden aangegeven;

de minimale houdbaarheid van het product, wanneer het om onmiddellijke verpakking gaat;

het logo, dat bestaat uit de naam van het product in Griekse of Latijnse letters rond een ellipsvormige afbeelding van een landkaart van Chalkidiki op de achtergrond, afkomstig van een lithografie uit 1829 van de Society for the Diffusion of Useful Knowledge (de maatschappij voor de verspreiding van nuttige kennis), met een olijftak met groene olijven op de voorgrond.

Image

Wanneer de „Prasines Elies Chalkidikis” worden gebruikt voor de productie van pasta, mag de vermelding „Πάστα από “Πράσινες Ελιές Χαλκιδικής ΠΟΠ” ” (Pasta van „Prasines Elies Chalkidikis BOB”) worden gebruikt, op voorwaarde dat voor de bereiding van de pasta uitsluitend „Prasines Elies Chalkidikis” worden gebruikt, waaraan alleen tot maximaal 7 % extra olijfolie van eerste persing mag worden toegevoegd.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.