ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2010.104.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 104

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

53e jaargang
23 april 2010


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 104/01

Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

1

 

Europese Centrale Bank

2010/C 104/02

Deel 0 van de ECB-personeelsverordeningen en -regelingen houdende het Ethische Kader (Deze tekst annuleert en vervangt de tekst die is bekendgemaakt in het PB C 92 van 16.4.2004, blz. 31)

3

2010/C 104/03

Aanvullende Code met Ethische Criteria voor de leden van de directie van de Europese Centrale Bank (overeenkomstig artikel 11.3 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank)

8

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2010/C 104/04

Overzicht van de benoemingen waartoe de Raad heeft besloten — Januari, februari en maart 2010 (sociale zaken)

10

 

Europese Commissie

2010/C 104/05

Wisselkoersen van de euro

12

2010/C 104/06

Vernieuwing van het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur

13

 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2010/C 104/07

Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

14

2010/C 104/08

Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

15

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2010/C 104/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5810 — Investor/SAAB) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

16

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2010/C 104/10

Aankondiging betreffende een verzoek uit hoofde van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG — Verlenging van de termijn — Verzoek van een aanbestedende dienst

17

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

23.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/1


Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 104/01

Datum waarop het besluit is genomen

14.12.2009

Referentienummer staatssteun

N 323/09

Lidstaat

Spanje

Regio

Asturias

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

«Concesión de ayudas e incentivos a la inversión de operadores de telecomunicación en el Principado de Asturias»

Rechtsgrondslag

i) Resolución de 18 de Junio de 2009. Consejería de Administraciones Públicas y Portavoz del Gobierno; ii) Resolución de 29 de Junio de 2009, Consejería de Administraciones Públicas y Portavoz del Gobierno; iii) Asturias Regional Development Plan 2007-2013; iv) Ley 38/2003, de 17 de Noviembre de 2003 General de Subvenciones; v) Ley General Telecomunicaciones 32/2003 de 3 de Noviembre de 2003.

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Sectorale ontwikkeling

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 6,5 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

80 %

Looptijd (periode)

2009-2010

Economische sectoren

Beperkt tot de post- en telecommunicatiediensten

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Gobierno del Principado de Asturias — Dirección General de Modernización, Telecomunicaciones y Sociedad de la Information

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

19.3.2010

Referentienummer staatssteun

N 622/09

Lidstaat

Duitsland

Regio

Hamburg

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Hamburger FuE-Förderrichtlinie zur Förderung von Forschungs- und Entwicklungsvorhaben Hamburger Unternehmen

Rechtsgrondslag

Hamburger FuE-Förderrichtlinie zur Förderung von Forschungs- und Entwicklungsvorhaben Hamburger Unternehmen — §§ 23, 24 Landeshaushaltsordnung (LHO)

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Onderzoek en ontwikkeling

Vorm van de steun

Directe subsidie, Terugvorderbare subsidie, Zachte lening

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 5,3 miljoen EUR;

Totaal van de voorziene steun: 32 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2013

Economische sectoren

Alle sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Behörde für Wirtschaft und Arbeit

Alter Steinweg 4

20459 Hamburg

DEUTSCHLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


Europese Centrale Bank

23.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/3


Deel 0 van de ECB-personeelsverordeningen en -regelingen houdende het Ethische Kader

(Deze tekst annuleert en vervangt de tekst die is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 92 van 16 april 2004, blz. 31)

2010/C 104/02

0.1.   Algemene bepalingen

0.1.1.

Het gedrag van personeelsleden belemmert hun onafhankelijkheid noch hun onpartijdigheid noch schaadt het de reputatie van de ECB-personeels-leden:

a)

respecteren de gemeenschappelijke waarden van de ECB en gedragen zich beroepshalve en privé zoals overeenkomstig de aard van de ECB als Europese instelling betamelijk is;

b)

kwijten zich plichtsgetrouw, eerlijk en niet gedreven door eigenbelang of nationale belangen van hun taken, onderschrijven strenge normen van beroepsethiek, en handelen met exclusieve loyaliteit aan de ECB;

c)

betrachten behoedzaamheid en zorgvuldigheid bij al hun financiële privétransacties en onthouden zich ervan partij te zijn bij economische of financiële transacties die hun onafhankelijkheid of onpartijdigheid kunnen belemmeren.

0.1.2.

De voorrechten en immuniteiten die personeelsleden uit hoofde van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie genieten, worden uitsluitend in het belang van de ECB verleend. Niettegenstaande deze voorrechten en immuniteiten dienen personeelsleden hun privéverplichtingen te vervullen en zich te houden aan de vigerende wet- en regelgeving en politieverordeningen. Indien voorrechten en immuniteiten in het geding zijn, stelt het betrokken personeelslid de directie van de ECB daarvan onverwijld in kennis.

0.1.3.

Personeelsleden van een andere organisatie of instelling, die zijn gedetacheerd of met verlof zijn, worden geïntegreerd in het personeelsbestand van de ECB, hebben dezelfde rechten en verplichtingen als de overige personeelsleden en verrichten hun taken uitsluitend ten voordele van de ECB.

0.2.   Ethisch Functionaris

Personeelsleden kunnen de Ethisch Functionaris van de ECB verzoeken als leidraad te fungeren inzake de verenigbaarheid van enige aangelegenheid met het ethische kader van de ECB. Gedrag dat volledig in overeenstemming is met het advies en de door de Ethisch Functionaris ontwikkelde ethische regels wordt geacht in overeenstemming te zijn met het ethische kader en vormt geen aanleiding tot een disciplinaire procedure vanwege niet-naleving van verplichtingen door personeelsleden. Een dergelijk advies laat de externe aansprakelijkheid van het personeelslid evenwel onverlet.

0.3.   Beroepsgeheim

0.3.1.

Door personeelsleden binnen het kader van hun werkzaamheden bij de ECB ontvangen gerubriceerde informatie maken zij niet ongeoorloofd openbaar aan enige persoon buiten de ECB, waaronder hun gezinsleden, noch aan hun collega’s binnen de ECB die deze informatie niet nodig hebben voor de uitoefening van hun taken, tenzij die informatie reeds openbaar is gemaakt of toegankelijk is voor het publiek.

0.3.2.

Toestemming tot openbaarmaking wordt verkregen overeenkomstig de regels betreffende het beheer en vertrouwelijkheid van documenten zoals vastgelegd in het Business Practice Handbook.

0.3.3.

Toestemming tot openbaarmaking wordt aan een personeelslid verleend, indien deze als getuige dient te verschijnen, hetzij als getuige in gerechtelijke procedures of anderszins, en indien een weigering als getuige te verschijnen het personeelslid strafrechtelijk aansprakelijk zou maken. Bij wijze van uitzondering is toestemming tot openbaarmaking niet vereist ingeval een personeelslid opgeroepen wordt om voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te getuigen in een zaak tussen de ECB en een personeelslid of een voormalig personeelslid.

0.4.   Interne betrekkingen

0.4.1.

Personeelsleden volgen de instructies van hun meerderen en rapporteren zoals voorgeschreven.

0.4.2.

Personeelsleden vragen andere personeelsleden niet voor hen of voor anderen privétaken uit te voeren.

0.4.3.

Personeelsleden zijn loyaal jegens hun collega’s. Met name houden personeelsleden ten opzichte van andere personeelsleden geen informatie achter die de uitvoering van het werk zou kunnen beïnvloeden, in het bijzonder met het oog op persoonlijk voordeel, noch verschaffen zij valse, verkeerde of overdreven informatie. Voorts belemmeren noch weigeren zij samenwerking met collega's.

0.5.   Gebruik van de ECB-middelen

Personeelsleden respecteren en beschermen ECB-eigendommen. Alle apparatuur en voorzieningen, ongeacht hun aard, stelt de ECB uitsluitend ter beschikking voor officieel gebruik, tenzij privégebruik is toegestaan ofwel overeenkomstig desbetreffende interne regels in het Business Practice Handbook, ofwel met speciale toestemming. Voor het efficiëntste gebruik van de beschikbare middelen nemen personeelsleden alle redelijke, gepaste en mogelijke kostenbeperkende maatregelen voor de ECB.

0.6.   Waardigheid op het werk

Personeelsleden discrimineren anderen niet noch bezondigen zij zich aan psychologische, seksuele of andere vorm van intimidatie. Zij tonen gevoeligheid en respect jegens anderen en laten gedrag achterwege dat anderen redelijkerwijze als beledigend kunnen beschouwen. Indien personeelsleden intimidatie trachten te voorkomen of daarvan melding maken, ondervindt hun status generlei nadelen. Personeelsleden leven het waardigheid-op-het-werkbeleid van de ECB na.

0.7.   Verplichte rapportage van geschonden professionele verplichtingen

0.7.1.

Zonder afbreuk te doen aan de verplichtingen van personeelsleden uit hoofde van Besluit ECB/2004/11 van 3 juni 2004 betreffende de voorwaarden voor en de wijze van uitvoering van onderzoeken binnen de Europese Centrale Bank, door het Europees Bureau voor fraudebestrijding, op het gebied van de bestrijding van fraude, corruptie en elke andere onwettige activiteit waardoor de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen worden geschaad en tot wijziging van de arbeidsvoorwaarden voor het personeel van de Europese Centrale Bank (1), rapporteren personeelsleden aan de ECB en/of de Ethisch Functionaris kennis of een gerede verdenking van witwassen, financering van terrorisme, handel met voorkennis, fraude of corruptie bij het uitvoeren van werkzaamheden door een ander personeelslid of een leverancier die goederen of diensten aan de ECB levert.

0.7.2.

In alle overige gevallen rapporteren personeelsleden aan de ECB en/of de Ethisch Functionaris kennis of een gerede verdenking van geschonden professionele verplichtingen door een ander personeelslid of door een leverancier die goederen of diensten aan de ECB levert.

0.7.3.

Personeelsleden mogen niet het onderwerp worden van onrechtvaardige behandeling, dsicriminatie, intimidatie, vergelding of represailles, omdat zij kennis of een gerede verdenking van geschonden professionele verplichtingen gerapporteerd hebben.

0.7.4.

Indien personeelsleden kennis of een gerede verdenking van geschonden professionele verplichtingen hebben gerapporteerd, wordt hun identiteit op hun verzoek beschermd.

0.8.   Belangenconflicten — algemene regel

Personeelsleden dienen elke situatie te vermijden, die aanleiding zou kunnen geven tot een belangenconflict tussen hun werk en hun eigenbelang, of zo kan worden opgevat. Personeelsleden die bij hun taakvervulling dienen te beslissen omtrent een aangelegenheid bij de behandeling of uitkomst waarvan zij een persoonlijk belang hebben, stellen hun directe meerdere of de Ethisch Functionaris daarvan terstond in kennis. De ECB kan elke passende maatregel treffen ter vermijding van een belangenconflict. Met name en bij gebreke van enige andere passende maatregel, kan de ECB een personeelslid de verantwoordelijkheid voor de betreffende aangelegenheid ontnemen.

0.9.   Betaalde arbeid van een echtgeno(o)t(e) of erkende partner

Personeelsleden informeren de ECB of de Ethisch Functionaris van enige betaalde arbeid van hun echtgeno(o)t(e) of erkende partner die mogelijkerwijze leidt tot een belangenconflict. Indien de aard van de werkzaamheden tot een belangenconflict met de taken van het personeelslid blijkt te leiden en het personeelslid niet kan garanderen dat het belangenconflict binnen een bepaalde periode zal zijn opgelost, zal de ECB na raadpleging van de Ethisch Functionaris besluiten of het personeelslid de verantwoordelijkheid voor de betreffende aangelegenheid wordt ontnomen.

0.10.   Geschenken geven en aanvaarden

0.10.1.

Een „geschenk” is enig voordeel, contant of in natura, dat op enigerlij wijze verband houdt met de ECB-taken van het personeelslid en niet de voor dienstverlening overeengekomen beloning is, die hetzij verstrekt dan wel aangeboden werd aan het personeelslid of enig gezinslid of hun naaste persoonlijke kennissen of zakelijke compagnons.

0.10.2.

Geschenkaanvaarding doet geenszins afbreuk aan noch beïnvloedt het de objectiviteit en vrijheid van handelen van het personeelslid en creëert geen ongepaste verplichting noch wekt het ongepaste verwachtingen zijdens de bestemmeling of de schenker.

0.10.3.

Personeelsleden vragen noch aanvaarden geschenken van aanbestedingsdeelnemers.

0.10.4.

Aanvaarding van regelmatige geschenken van dezelfde bron is verboden.

0.10.5.

Personeelsleden rapporteren door naaste familieleden op enigerlei wijze van bronnen ontvangen met de baan van het personeelslid bij de ECB samenhangende geschenken.

0.11.   Externe tijdens de uitoefening van werkzaamheden verrichte activiteiten

Personeelsleden aanvaarden voor zichzelf geen honoraria van derden met betrekking tot externe op enigerlei wijze met de baan van het personeelslid bij de ECB samenhangende activiteiten. Dergelijke honoraria worden aan de ECB betaald.

0.12.   Privéactiviteiten

0.12.1.

Personeelsleden voeren geen privéactiviteiten uit die op enigerlei wijze afbreuk doen aan de uitvoering van hun taken jegens de ECB en die met name een mogelijke bron van belangenconflicten zijn.

0.12.2.

Zonder afbreuk te doen aan de voorafgaande alinea, mogen personeelsleden onbezoldigde privéactiviteiten uitvoeren zoals het eenvoudige conservatieve beheer van familieactiva en activiteiten op gebieden zoals cultuur, wetenschap, onderwijs, sport, liefdadigheid, godsdienst, sociaal en en liefdadigheidswerk, die de verplichtingen van het personeelslid jegens de ECB niet negatief beïnvloeden en/of geen waarschijnlijke bron van belangenconflicten zijn.

0.12.3.

Personeelsleden verkrijgen van de ECB toestemming voor enige andere privéactiviteiten. Deze omvatten:

a)

onderzoek, lezingen geven, artikelen of boeken schrijven, of enige soortgelijke onbezoldigde privéactiviteit betreffende met de ECB verband houdende aangelegenheden of activiteiten;

b)

enige andere onbezoldigde privéactiviteit buiten de werkingssfeer van artikel 0.12.2;

c)

bezoldigde privéactiviteiten.

Bij het verlenen van toestemming voor het uitvoeren van deze privéactiviteiten, gaat de ECB na of de activiteit de taken van het personeeelslid jegens de ECB negatief beïnvloedt en, met name, of het een waarschijnlijke bron van belangenconflicten is.

0.12.4.

Zonder afbreuk te doen aan de voorafgaande aliena’s mogen personeelseden zich politiek engageren, i.e. stemmen, politieke bijdragen leveren, vergaderingen bijwonen en lokaal actief zijn. Personeelsleden openbaren hun functie noch hoedanigheid bij de ECB wanneer zij zich politiek engageren en vermijden dat hun persoonlijke standpunt wordt beschouwd als een weergave van het ECB-standpunt.

0.12.5.

Personeelsleden die voornemens zijn zich voor een openbaar ambt kandidaat te stellen, stellen de ECB daarvan in kennis, die, rekening houdend met het dienstbelang, beslist of het betrokken personeeelslid:

a)

verlof om persoonlijke redenen dient aan te vragen; of

b)

jaarlijks verlof dient te worden verleend; of

c)

zijn taken part-time mag uitvoeren; of

d)

zijn taken als voorheen kan uitvoeren.

0.12.6.

Personeelsleden die voor een openbaar ambt worden verkozen of aangesteld, stellen de ECB daarvan onverwijld in kennis, die, indachtig het dienstbelang, het belang van de functie, de taken die de functie met zich meebrengt en de vergoeding van bij de uitvoering van de taken van het ambt gemaakte onkosten, één van de besluiten uit de voorafgaande alinea neemt. Indien het personeelslid verlof om persoonlijke redenen dient aan te vragen of zijn taken parttime mag uitvoeren, strookt dat verlof of parttimewerk met de ambtstermijn van het personeelslid.

0.12.7.

Privéactiviteiten worden buiten de werktijden uitgeoefend. Bij wijze van uitzondering kan de ECB van deze regel afwijken.

0.12.8.

De ECB kan te allen tijde stopzetting van niet langer met de bepalingen van de voorafgaande alinea’s strokende privéactiviteiten vereisen.

0.13.   Aanbesteding

Personeelsleden verzekeren de juiste uitvoering van aanbestedingsprocedures door objectief, neutraal en fair te blijven, en transparant handelen te verzekeren. Binnen de context van aanbestedingsprocedures voldoen personeelsleden aan alle algemene en specifieke regels inzake het vermijden en rapporteren van belangenconflicten, geschenkenaanvaarding en beroepsgeheim. Personeelsleden communiceren alleen via officiële kanalen met aanbestedingsdeelnemers en vermijden mondelinge informatieverstrekking.

0.14.   Onderhandelen over toekomstige werkgelegenheid

Bij het onderhandelen over toekomstige werkgelegenheid en de aanvaarding ervan zijn personeelsleden integer en discreet. Personeelsleden informeren hun directe meerdere over enige toekomstige werkgelegenheid die belangenconflicten of misbruik van hun positie bij de ECB zou kunnen veroorzaken, of als dusdanig kan worden opgevat. Van personeelsleden kan verlangd worden mogelijkerwijze met een toekomstige werkgever samenhangende aangelegenheden niet te behandelen.

0.15.   Prijzen, eerbewijzen en onderscheidingen

Personeelsleden verkrijgen toestemming vooraleer zij in verband met hun werk voor de ECB prijzen, eerbewijzen of onderscheidingen accepteren.

0.16.   Betrekkingen met derden

0.16.1.

Personeelsleden handelen indachtig de onafhankelijkheid en de reputatie van de ECB en de noodzaak in betrekkingen met derden het beroepsgeheim te handhaven. Personeelsleden vragen noch aanvaarden instructies van enige regering, autoriteit, organisatie of persoon buiten de ECB. Personeelsleden informeren hun management indien een derde ongepast tracht de ECB te beïnvloeden bij uitvoering van haar taken.

0.16.2.

Personeelsleden respecteren de regels voor toegang van het publiek tot informatie en nemen in hun betrekkingen met het publiek passend nota van de Europese code voor correct bestuurlijk gedrag.

0.16.3.

De personeelsleden werken met NCB-collega’s van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) nauw samen. Non-discriminatie, gelijke behandeling en vermijding van nationale voorkeur zijn de leidraad voor die samenwerking. Personeelsleden handelen jegens een NCB steeds indachtig hun verplichtingen jegens de ECB en de onpartijdige rol van de ECB binnen het ESCB.

0.16.4.

Personeelsleden betrachten voorts voorzichtigheid in hun betrekkingen met belangengroepen en de media, met name inzake aangelegenheden betreffende hun beroepsmatige werkzaamheden, en handelen indachtig de belangen van de ECB. Personeelsleden verwijzen alle informatieverzoeken aangaande hun beroepsmatige werkzaamheden zijdens mediavertegenwoordigers naar het Directoraat Communicatie en voldoen aan de relevante bepalingen in het Business Practice Handbook.

0.17.   Handel met voorkennis

0.17.1.

Aan de activiteiten van de ECB gerelateerde niet openbaar gemaakte noch voor het publiek toegankelijke informatie wordt door personeelsleden niet gebruikt, noch pogen zij zulks te doen, om hun eigen of andermans privébelangen te bevorderen. Personeelsleden mogen geen voordeel putten uit dergelijke informatie bij financiële transacties noch wanneer zij dergelijke transacties aanbevelen of afraden. Deze verplichting geldt ook na de beëindigde tewerkstelling bij de ECB.

0.17.2.

Personeelsleden mogen slechts kortetermijnhandel in activa of rechten bedrijven mits voorafgaandelijk de Ethisch Functionaris die transacties nonspeculatief en gerechtvaardigd heeft bevonden.

0.17.3.

Personeelsleden voeren voor het lopende jaar en het hele vorige kalenderjaar administratie van:

a)

hun bankrekeningen, waaronder gezamenlijke rekeningen, bewaarnemingsrekeningen en rekeningen bij effectenmakelaars;

b)

hun door derden betreffende hun bankrekeningen verleende volmachten, waaronder bewaarnemingsrekeningen;

c)

algemene instructies of richtlijnen aan derden aan wie de beheersverantwoordelijkheid voor hun beleggingsportefeuille is gedelegeerd;

d)

enige aan- of verkoop van activa of rechten voor hun eigen risico en voor hun eigen rekening of door hen uitgevoerd voor risico en voor rekening van anderen;

e)

afschriften van de bovengenoemde rekeningen;

f)

het afsluiten of wijzigen van hypotheken of leningen voor hun eigen risico en voor hun eigen rekening of door hen uitgevoerd voor risico en voor rekening van anderen; en

g)

hun handelingen met betrekking tot pensioenplannen, waaronder het pensioenplan van de ECB.

Teneinde naleving van artikel 0.17.1 en 0.17.2 te controleren, verstrekken personeelsleden op verzoek van het Directoraat-Generaal HR, Budget en Organisatie de bovenvermelde documentatie voor een periode van zes opeenvolgende maanden, zoals in het verzoek bepaald.

De verplichtingen voor personeelsleden uit hoofde van dit artikel gelden nog één jaar na de beëindigde tewerkstelling bij de ECB.

0.17.4.

Personeelsleden die uit hoofde van hun taken geacht worden toegang te hebben tot voorwetenschap betreffende het monetaire of wisselkoersbeleid van de ECB of de financiële transacties van het ESCB onthouden zich van financiële beleggingstransacties, behalve:

beleggingstransacties in collectieve beleggingsfondsen wier beleggingsbeleid zij niet kunnen beïnvloeden;

beleggingstransacties met financiële derivaten op indexbasis die zij niet kunnen beïnvloeden;

beleggingstransacties op basis van een schriftelijke vermogensbeheersovereenkomst, en

aankoop en aanhouden tot de vervaldag van verhandelbare schuldbewijzen of deposito’s.

Beleggingen van het personeelslid voor wie deze bepaling geldt, mogen worden aangehouden of gewijzigd, indien het personeelslid:

enige verandering van beleggingsinstrument aan de Ethisch Functionaris rapporteert, en

uit eigener beweging en onverwijld details verstrekt inzake gewijzigde in artikel 0.17.3, onder a) tot en met c) genoemde informatie.

Vanaf het moment dat het personeelslid niet langer behoort tot de personeelsledencategorie die geacht wordt toegang te hebben tot voorwetenschap inzake het monetaire of wisselkoersbeleid van de ECB of de financiële transacties van het ESCB, gelden de in deze paragraaf vastgelegde verplichtingen voor personeelsleden nog één jaar.

Personeelsleden die uit hoofde van hun taken geacht worden toegang te hebben tot voorwetenschap betreffende het monetaire beleid van de ECB, onthouden zich van financiële beleggingstransacties gedurende zeven dagen voorafgaande aan de eerste vergadering van de Raad van bestuur in een kalendermaand.


(1)  PB L 230 van 30.6.2004, blz. 56.


23.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/8


Aanvullende Code met Ethische Criteria voor de leden van de directie van de Europese Centrale Bank

(overeenkomstig artikel 11.3 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank)

2010/C 104/03

1.   Inleidende opmerkingen

Het nieuwe ethische kader (1) voor personeelsleden van de Europese Centrale Bank treedt op 1 april 2010 in werking. Deze Gedragscode dient als leidraad en stelt ethische conventies, normen en maatstaven vast. Op 16 mei 2002 keurden de leden van de directie in hun hoedanigheid van leden van de Raad van bestuur de Gedragscode voor de leden van de Raad van bestuur goed (2). Met inachtneming van de regels in deze Aanvullende Code met Ethische Criteria (hierna de „Code”), zullen de leden van de directie voldoen aan de beginselen in het nieuwe ethische kader voor personeelsleden en de regels in de Gedragscode voor leden van de Raad van bestuur.

2.   Geschenken of overige financiële voordelen

Een „geschenk” is enig voordeel, contant of in natura, dat op enigerlij wijze verband houdt met de taken van een lid van de directie en niet de voor dienstverlening overeengekomen beloning is, die hetzij verstrekt dan wel aangeboden werd aan het lid van de directie of enig gezinslid of hun naaste persoonlijke kennissen of zakelijke compagnons.

Geschenkaanvaarding doet geenszins afbreuk aan noch beïnvloedt het de objectiviteit en vrijheid van handelen van een lid van de directie en creëert geen ongepaste verplichting noch wekt het ongepaste verwachtingen zijdens de bestemmeling of de schenker. Dienaangaande, geschenken van de privésector ter waarde van hoogstens 50 EUR en gebruikelijk en passend geachte relatiegeschenken van andere centrale banken en nationale, internationale en overheidsorganisaties mogen worden behouden. Indien een specifieke situatie niet toestaat dergelijke geschenken te weigeren, dient het geschenk aan de ECB te worden overhandigd, tenzij de meerwaarde boven de 50 EUR aan de ECB wordt betaald.

Leden van de directie vragen noch aanvaarden geschenken van aanbestedingsdeelnemers.

Leden van de directie mogen op kosten van de ECB derden iets schenken. De toestemming van de directie is vereist, indien een geschenk meer dan 150 EUR waard is. Leden van de directie dienen elkaar, met inbegrip van echtgenoten, partners of familieleden, op kosten van de ECB geen andere voordelen te verschaffen, noch aan de verschaffing van andere voordelen mede te werken.

3.   Uitnodigingen aanvaarden

Indachtig hun verplichting het beginsel van onafhankelijkheid te respecteren en belangenconflicten te vermijden, mogen leden van de directie uitnodigingen aanvaarden voor conferenties, ontvangsten of culturele evenementen en daarmee verbonden entertainment, met inbegrip van gepaste gastvrijheid, indien hun deelname aan het evenement strookt met vervulling van hun plichten of in het belang van de ECB is. Dienaangaande mogen zij aanvaarden dat organisatoren aan de duur van hun verplichting evenredige reis- en verblijfkosten voor hun rekening nemen. Leden van de directie mogen met name uitnodigingen voor drukbezochte evenementen aanvaarden, terwijl zij ten aanzien van individuele uitnodigingen bijzondere zorgvuldigheid dienen te betrachten. Eventuele door de leden van de directie aanvaarde honoraria voor in hun officiële hoedanigheid gehouden lezingen en toespraken, gebruikt de ECB voor liefdadigheidsdoeleinden.

Deze regels dienen eveneens te gelden voor hun echtgenoten of partners, als de uitnodigingen ook voor hun gelden en indien hun deelname een internationaal aanvaard gebruik is.

4.   Aanvaarden van beloning voor op persoonlijke titel verrichte activiteiten

Leden van de directie mogen onderwijs geven en wetenschappelijke activiteiten ontplooien, alsook andere activiteiten zonder winstbejag. Zij mogen beloning en terugbetaling aanvaarden van onkosten voor dergelijke op persoonlijke titel en zonder betrokkenheid van de ECB ontplooide activiteiten, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 11.1. van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank en op voorwaarde dat deze beloning en onkosten evenredig zijn aan de verrichte arbeid en binnen ter zake gebruikelijke grenzen blijven. Jaarlijks dienen zij de president van de ECB schriftelijk in te lichten over zowel de op persoonlijke titel ontplooide activiteiten, alsook over de daaruit voortvloeiende beloning.

5.   Naleving van regels inzake handelen met voorkennis

Leden van de directie zijn gebonden aan de uitgebreide regels inzake handelen met voorkennis en de desbetreffende vigerende controleregeling van de ECB. Met inachtneming van volledige discretie wordt hun controle van hun beleggingen door één of meer erkende portfolio managers ten zeerste aanbevolen. Deze aanbeveling geldt niet voor rekeningen-courant, depositorekeningen, spaarrekeningen en geldmarktfondsen of vergelijkbare kortlopende instrumenten. Deze aanbeveling laat incidentele vrijmaking van middelen voor de aankoop van bepaalde goederen of belegging in onroerend goed onverlet.

6.   Ethisch Functionaris

Indien zij twijfelen aan de praktische toepassing van in deze Code en in het Ethische Kader voor personeelsleden neergelegde op hun toepasselijke ethische criteria, dienen leden van de directie met het oog op de consistente toepassing van deze Code de Ethisch Functionaris van de ECB te raadplegen.

7.   Intrekking

Deze Code trekt de Aanvullende Code met Ethische Criteria van 5 september 2006 voor leden van de directie van de Europese Centrale Bank met ingang van 1 april 2010 in.

8.   Distributie en publicatie

Opgemaakt in één origineel exemplaar dat in de archieven van de ECB is neergelegd. Een afschrift is aan ieder lid van de directie ter hand gesteld.

Gedaan te Frankfurt am Main, 29 maart 2010.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  Zie bladzijde 3 van dit Publicatieblad.

(2)  PB C 123 van 24.5.2002, blz. 9.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

23.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/10


Overzicht van de benoemingen waartoe de Raad heeft besloten

Januari, februari en maart 2010 (sociale zaken)

2010/C 104/04

Comité

Einde mandaat

Bekendmaking in PB

Vervangen persoon

Afgetreden/benoemd

Gewoon lid/Plaatsvervangend lid

Groep

Land

Benoemde persoon

Verbonden aan

Datum besluit van de Raad

Raadgevend Comité voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers

29.3.2011

C 83 van 7.4.2009

mevrouw Chryso ORPHANOU

Afgetreden

Plaatsvervangend lid

Regering

Cyprus

mevrouw Sylia KYRMITSI

Ministry of Labour and Social Insurance

18.1.2010

Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers

24.9.2010

C 253 van 4.10.2008

de heer Michal GAWRYSZCZAK

Afgetreden

Gewoon lid

Werkgevers

Polen

mevrouw Magdalena KOSTULSKA

Poolse vereniging van werkgevers

16.2.2010

Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers

24.9.2010

C 253 van 4.10.2008

de heer Raúl RODRIGUEZ PORRAS

Afgetreden

Gewoon lid

Regering

Spanje

mevrouw Paloma MARTINEZ GAMO

Ministerio de Trabajo e Inmigración

8.3.2010

Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

30.11.2010

C 282 van 24.11.2007

mevrouw Nathalie CHADEYRON

Afgetreden

Gewoon lid

Werkgevers

Frankrijk

de heer Emmanuel JAHAN

Air France

18.1.2010

Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

30.11.2010

C 282 van 24.11.2007

de heer Juan Pablo PARRA GUTIÉRREZ

Afgetreden

Gewoon lid

Regering

Spanje

mevrouw María de MINGO CORRAL

Ministerio de Trabajo e Inmigración

16.2.2010

Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

30.11.2010

C 282 van 24.11.2007

de heer Heitor SALGUEIRO

Afgetreden

Gewoon lid

Werkgevers

Portugal

de heer Antonio VERGUEIRO

CIP — Confederation of Portuguese Industry

16.2.2010

Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

30.11.2010

C 282 van 24.11.2007

de heer Lazar LAZAROV

Afgetreden

Gewoon lid

Regering

Bulgarije

mevrouw Hristina MITREVA

Ministry of Labour and Social policy

22.2.2010

Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

30.11.2010

C 282 van 24.11.2007

mevrouw Malgorzata RUSEWICZ

Afgetreden

Gewoon lid

Werkgevers

Polen

de heer Piotr SARNECKI

Social Affairs Department, PKPP Llewiatan

8.3.2010

Raad van bestuur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk

7.11.2010

C 271, van 14.11.2007

de heer Marios KOURTELLIS

Afgetreden

Plaatsvervangend lid

Regering

Cyprus

de heer Anastassios YIANNAKI

Department of Labour Inspection

8.3.2010

Raad van bestuur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk

7.11.2010

C 271, van 14.11.2007

mevrouw Elizabeth HODKINSON

Afgetreden

Gewoon lid

Regering

Verenigd Koninkrijk

de heer Clive FLEMING

Health and Safety Executive

22.3.2010

Raad van bestuur van het Europees Instituut voor gendergelijkheid

31.5.2010

C 128 van 9.6.2007

mevrouw Frédérique FASTRE

Afgetreden

Plaatsvervangend lid

Regering

België

mevrouw Annemie PERNOT

Permanente vertegenwoordiging van België bij de EU

8.3.2010


Europese Commissie

23.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/12


Wisselkoersen van de euro (1)

22 april 2010

2010/C 104/05

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3339

JPY

Japanse yen

124,03

DKK

Deense kroon

7,4420

GBP

Pond sterling

0,86675

SEK

Zweedse kroon

9,6152

CHF

Zwitserse frank

1,4325

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,8995

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,365

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

264,50

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7075

PLN

Poolse zloty

3,8795

RON

Roemeense leu

4,1416

TRY

Turkse lira

1,9820

AUD

Australische dollar

1,4390

CAD

Canadese dollar

1,3341

HKD

Hongkongse dollar

10,3535

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,8759

SGD

Singaporese dollar

1,8311

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 478,28

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,9710

CNY

Chinese yuan renminbi

9,1056

HRK

Kroatische kuna

7,2600

IDR

Indonesische roepia

12 024,89

MYR

Maleisische ringgit

4,2671

PHP

Filipijnse peso

59,154

RUB

Russische roebel

38,9285

THB

Thaise baht

42,958

BRL

Braziliaanse real

2,3441

MXN

Mexicaanse peso

16,2904

INR

Indiase roepie

59,3680


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


23.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/13


Vernieuwing van het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur

2010/C 104/06

Het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur is vernieuwd bij Besluit 2004/864/EG van 16 december 2004 (1), waarbij Besluit 1999/478/EG van 14 juli 1999 (2) inzake vernieuwing van het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur is gewijzigd.

De ambtstermijn van de leden van het comité bedraagt drie jaar en kan worden verlengd. De huidige ambtstermijn van de leden van het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur is begonnen op 1 mei 2007 en verstrijkt dus op 30 april 2010.

Bijgevolg heeft de Commissie besloten het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur voor de periode van 1 mei 2010 tot en met 30 april 2013 als volgt te vernieuwen:

GVB-Sectoren

Zetels

Leden

Het comité

 

Titularissen

Plaatsvervangers

Particuliere reders

1

de heer B. DEAS

de heer M. GHIGLIA

Rederscoöperaties

1

de heer G. VAN BALSFOORT

de heer G. EVIN

Producentenorganisaties

1

de heer N. WICHMANN

de heer J. PICHON

Kwekers van schaal-/schelpdieren

1

de heer T. PICKERELL

de heer A. BAEKGAARD

Viskwekers

1

de heer A. CHAPERON

de heer P. A. SALVADOR

Verwerkers

1

de heer G. PASTOOR

de heer P. COMMERE

Handelaren

1

de heer P. BAMBERGER

de heer T. F. GEOGHEGAN

Vissers/werknemers

1

de heer J. M. TRUJILLO CASTILLO

de heer J. BIGOT

Consumenten

1

de heer J. GODFREY

 

Milieu

1

de heer E. DUNN

mevrouw C. PHUA

Ontwikkeling

1

de heer X. LÓPEZ ÁLVAREZ

mevrouw B. GOREZ

De werkgroepen

 

Voorzitter

Ondervoorzitter

Groep I

2

de heer J. GARAT PÉREZ

de heer G. BUONFIGLIO

Groep II

2

de heer G. BREST

de heer J. OJEDA

Groep III

2

de heer M. KELLER

de heer S. O'DONOGHUE

Groep IV

2

de heer J. M. GONZÁLEZ GIL DE BERNABÉ

de heer J. A. MOZOS


(1)  PB L 370 van 17.12.2004, blz. 91.

(2)  PB L 187 van 20.7.1999, blz. 70.


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

23.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/14


Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

2010/C 104/07

1.   Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) maakt de Europese Commissie bekend dat de hieronder vermelde antidumpingmaatregelen op de hieronder aangegeven datum zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoek wordt geopend overeenkomstig de volgende procedure.

2.   Procedure

De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om een nieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsmateriaal bevatten dat bij het vervallen van de maatregelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijnlijk is.

Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokken maatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in de Unie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om een nieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen of te becommentariëren.

3.   Termijn

De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek tot opening van een nieuw onderzoek indienen, dat ten minste drie maanden voor de hieronder vermelde datum moet zijn ontvangen door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92, 1049 Brussel, BELGIË (2).

4.   Dit bericht wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009.

Product

Land(en) van oorsprong of van uitvoer

Maatregelen

Referentie

Vervaldatum

Afgewerkte weefsels van polyesterfilamentgarens

Volksrepubliek China

Antidumpingrecht

Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad (PB L 240 van 16.9.2005, blz. 1) laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1087/2007 van de Raad (PB L 246 van 21.9.2007, blz. 1)

17.9.2010


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  Fax +32 22956505.


23.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/15


Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

2010/C 104/08

1.   Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) maakt de Europese Commissie bekend dat de hieronder vermelde antidumpingmaatregelen op de hieronder aangegeven datum zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoek wordt geopend overeenkomstig de volgende procedure.

2.   Procedure

De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om een nieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsmateriaal bevatten dat bij het vervallen van de maatregelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijnlijk is.

Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokken maatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in de Unie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om een nieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen of te becommentariëren.

3.   Termijn

De EU-producenten kunnen een schriftelijk verzoek tot opening van een nieuw onderzoek indienen, dat ten minste drie maanden voor de hieronder vermelde datum moet zijn ontvangen door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92, 1049 Brussel, BELGIË (2).

4.   Dit bericht wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009.

Product

Land(en) van oorsprong of van uitvoer

Maatregelen

Referentie

Vervaldatum

Trichloorisocyanuurzuur

Volksrepubliek China

Verenigde Staten van Amerika

Antidumpingrecht

Verordening (EG) nr. 1631/2005 van de Raad (PB L 261 van 7.10.2005, blz. 1)

8.10.2010


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  Fax +32 22956505.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

23.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/16


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5810 — Investor/SAAB)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 104/09

1.

Op 15 april 2010 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Investor AB („Investor”, Zweden), die onder de zeggenschap staat van de Knut and Alice Wallenberg Foundation, in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Saab AB („SAAB”, Zweden), door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Investor: industriële holding met bedrijfsactiviteiten op het gebied van basisbeleggingen, bedrijfsbeleggingen, risicokapitaalbeleggingen en financiële beleggingen,

SAAB: ontwikkeling, productie en verkoop/distributie van producten en diensten op het gebied van defensie, commerciële lucht- en ruimtevaart en civiele beveiliging.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5810 — Investor/SAAB, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

23.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/17


Aankondiging betreffende een verzoek uit hoofde van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG — Verlenging van de termijn — Verzoek van een aanbestedende dienst

2010/C 104/10

Op 15 februari 2010 heeft de Commissie een verzoek ontvangen uit hoofde van artikel 30, lid 5, van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (1).

Dit verzoek van de Compagnia Valdostana delle Acque S.p.A. betreft de productie en de verkoop van elektriciteit in Italië. In PB C 47 van 25 februari 2010, blz. 28, is een aankondiging betreffende dit verzoek gepubliceerd. De oorspronkelijke termijn loopt af op 16 mei 2010.

Aangezien de diensten van de Commissie aanvullende informatie nodig hebben en moeten bestuderen, wordt overeenkomstig artikel 30, lid 6, tweede zin, de termijn waarover de Commissie beschikt om een besluit over dit verzoek te nemen, met drie maanden verlengd.

De definitieve termijn loopt dus af op 16 augustus 2010.


(1)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1.