ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2010.101.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 101

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

53e jaargang
20 april 2010


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

ADVIEZEN

 

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2010/C 101/01

Advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen

1

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 101/02

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

6

2010/C 101/03

Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

7

2010/C 101/04

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.5697 — Alstom Holdings/Alstom Hydro Holding) ( 1 )

11

2010/C 101/05

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.5824 — BC Partners/Spotless) ( 1 )

11

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 101/06

Wisselkoersen van de euro

12

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2010/C 101/07

Door de lidstaten meegedeelde informatie over staatssteun die wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouw producten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

13

 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2010/C 101/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5832 — Avelar/Enovos/Aveleos) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

18

2010/C 101/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5834 — Coca-Cola Enterprises/Coca-Cola Drycker Sverige AB/Coca-Cola Drikker AS) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

19

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2010/C 101/10

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

20

 

Rectificaties

2010/C 101/11

Rectificatie van de bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PB C 157 van 10.7.2009)

26

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

ADVIEZEN

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

20.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 101/1


Advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen

2010/C 101/01

DE EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 16,

Gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en met name op artikel 8,

Gelet op Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 inzake de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, met name op artikel 41 (2),

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

I.   INLEIDING

1.

Op 2 februari 2009 heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd voor een richtlijn van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (3). Het voorstel is bedoeld ter vervanging van Richtlijn 77/799/EEG van de Raad betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe belastingen (4).

2.

Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 wordt de rechtsgrondslag van het voorstel gevormd door artikelen 113 en 115 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) (5). Besluiten op basis van deze rechtsgrondslag worden goedgekeurd in overeenstemming met een bijzondere wetgevingsprocedure. Dat houdt in dat de Raad unaniem beslist over een voorstel van de Commissie, na raadpleging van het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité.

3.

De EDPS is niet geraadpleegd zoals vereist in artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001. Het onderhavige advies is derhalve gebaseerd op artikel 41, lid 2, van dezelfde Verordening. De EDPS beveelt aan een verwijzing op te nemen naar dit advies in de preambule van het voorstel.

4.

Een van de belangrijkste doelen van het voorstel is het verbeteren van de uitwisseling van inlichtingen, waarbij het in de meeste gevallen om inlichtingen gaat die (ook) betrekking hebben op natuurlijke personen. De EDPS beseft dat het belangrijk is om de doeltreffendheid van de administratieve samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de belastingen te verbeteren. Bovendien erkent de EDPS de voordelen van en de behoefte aan het delen van inlichtingen. Hij wenst echter te benadrukken dat de verwerking van dergelijke gegevens moet plaatsvinden in overeenstemming met de EU-regels inzake gegevensbescherming.

5.

Er moet speciale aandacht uitgaan naar situaties waarbij persoonlijke gegevens over de EU-grenzen heen worden uitgewisseld. Het gaat daarbij namelijk om een vergroting van de schaal van gegevensverwerking, wat automatisch leidt tot hogere risico's voor de rechten en belangen van de betrokken natuurlijke personen aangezien dezelfde persoonlijke gegevens onvermijdelijk in meer dan een rechtsgebied worden verwerkt. Het houdt in dat er meer inspanningen nodig zijn om de naleving van de vereisten van de EU-wetgeving betreffende gegevensbescherming te waarborgen. Bovendien creëert het juridische onzekerheid voor de betrokkenen: er kunnen partijen uit andere lidstaten bij betrokken zijn, de nationale wetgeving van die andere lidstaten kan van toepassing zijn en kan licht verschillen van de wetgeving die bekend is bij de betrokkenen of kan gesitueerd zijn in een juridisch systeem waarmee de betrokkene niet vertrouwd is. In een grensoverschrijdende context moeten de verantwoordelijkheden van de verschillende partijen duidelijk worden omschreven, ook om het toezicht door de bevoegde instanties en de juridische controle te vergemakkelijken in verschillende contexten.

6.

Helaas werd de EDPS pas onlangs op de hoogte gebracht van het huidige voorstel. Dat kan worden verklaard door het feit dat men zich nog niet zo lang bewust is van de eisen inzake gegevensbescherming op het vlak van belastingen. De EDPS merkt op dat de kennis hierover verbetert, maar benadrukt dat op dit vlak nog veel meer kan en moet worden gedaan.

7.

Het huidige voorstel is een duidelijk voorbeeld van een gebrek aan kennis van gegevensbescherming aangezien het thema bijna volledig werd genegeerd. Bijgevolg bevat het voorstel verschillende elementen die niet voldoen aan de toepasselijke eisen inzake gegevensbescherming.

8.

De EDPS is zich ervan bewust dat de procedure in het Europees Parlement zich op commissieniveau bijna in de eindfase bevindt. Maar omdat de gevolgen voor de gegevensbescherming van de voorgestelde samenwerking niet correct werden behandeld, acht de EDPS het toch nodig om zijn visie op deze kwestie kenbaar te maken. De EDPS hoopt dat er alsnog rekening zal worden gehouden met de opmerkingen in onderhavig advies en dat de opmerkingen het te ontwikkelen systeem van administratieve samenwerking ondersteunen op een manier die het recht op gegevensbescherming van de Europese burgers respecteert. (6)

II.   EUROPESE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE BELASTINGEN

II.1.   Context en reikwijdte van het voorstel

9.

Zoals reeds werd vermeld, is het huidige voorstel bedoeld om Richtlijn 77/799/EEG te vervangen. Deze richtlijn, die op 19 december 1977 werd goedgekeurd, betreft de uitwisseling van inlichtingen over inkomsten- en vermogensbelastingen.

10.

Aanvankelijk maakte de administratieve samenwerking op het vlak van de btw en accijnzen deel uit van het toepassingsgebied van Richtlijn 77/799/EEG. Sinds respectievelijk 7 oktober 2003 en 16 november 2004 worden deze onderwerpen echter behandeld in afzonderlijke rechtsinstrumenten, namelijk Verordening (EG) nr. 1798/2003 en Verordening (EG) nr. 2073/2004 (7). Op 18 augustus 2009 publiceerde de Commissie een voorstel tot herschikking van Verordening (EG) nr. 1798/2003 (8). De EDPS diende op 30 oktober 2009 op zijn beurt een advies in over dat voorstel (9).

11.

De Commissie stelt voor om het toepassingsgebied van de nieuwe richtlijn uit te breiden van inkomsten- en vermogensbelastingen naar alle indirecte belastingen. Btw en accijnzen blijven uitgesloten van het toepassingsgebied. Het voorstel beoogt echter de samenwerking op basis van de nieuwe richtlijn af te stemmen op de samenwerking in deze twee specifieke gebieden. Sommige opmerkingen in deel III van onderhavig advies lijken daarom op de opmerkingen in het advies van 30 oktober 2009.

II.2.   Inhoud van het voorstel

12.

Na een eerste hoofdstuk met verschillende algemene bepalingen, gaat hoofdstuk II van het voorstel over het uitwisselen van inlichtingen tussen lidstaten. Dat gebeurt via verbindingsbureaus van de bevoegde instanties die door elke lidstaat met het oog op de toepassing van de richtlijn worden aangewezen. Inlichtingen kunnen worden uitgewisseld op aanvraag, automatisch of spontaan.

13.

Hoofdstuk III van het voorstel bevat bepalingen over andere vormen van administratieve samenwerking dan uitwisseling van inlichtingen, zoals gelijktijdige controles, administratieve kennisgeving en het delen van beste praktijken en ervaringen. Hoofdstuk IV beschrijft de voorwaarden voor administratieve samenwerking. Het bevat bepalingen over de mededeling van inlichtingen en documenten aan andere autoriteiten, over de voorwaarden voor een goede samenwerking, over standaardformulieren en geautomatiseerde formaten en over het gebruik van het gemeenschappelijke communicatienetwerk en de gemeenschappelijke systeeminterface (CCN-netwerk).

14.

Hoofdstuk V bevat een bepaling over de evaluatie van de administratieve samenwerking en in hoofdstuk VI wordt de uitwisseling van inlichtingen met derde landen beschreven. Het laatste hoofdstuk VII introduceert een comitologieprocedure voor het goedkeuren van meer gedetailleerde regels.

III.   GEDETAILLEERDE ANALYSE VAN HET VOORSTEL

III.1.   Toepasselijke regels inzake gegevensbescherming

15.

In het kader van de wetgeving inzake gegevensbescherming worden „persoonsgegevens” algemeen omschreven als „iedere informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon” (10). Het is duidelijk dat krachtens de voorgestelde richtlijn persoonsgegevens zullen worden verwerkt en uitgewisseld door de bevoegde instanties van de verschillende lidstaten. In dergelijke gevallen zijn de nationale regels ter uitvoering van Richtlijn 95/46/EG van toepassing en moeten die worden gevolgd. Hoewel dit vanzelfsprekend is, dringt de EDPS er bij de wetgever op aan om voor de duidelijkheid een verwijzing naar Richtlijn 95/46/EG op te nemen, op zijn minst in een considerans en bij voorkeur ook in een materiële bepaling, waarin staat dat de bepalingen van de richtlijn de nationale regels ter uitvoering van Richtlijn 95/46/EG onverlet laten.

16.

Hoewel de Commissie niet rechtstreeks betrokken is bij het uitwisselen van gegevens tussen de bevoegde instanties, toont de voorgestelde richtlijn aan dat de Commissie in bepaalde gevallen persoonsgegevens zal verwerken op basis van de richtlijn. Overeenkomstig artikel 20, lid 2, van het voorstel, is de Commissie verantwoordelijk voor „alle ontwikkelingen van het CCN-netwerk die nodig zijn om de inlichtingenuitwisseling tussen de lidstaten mogelijk te maken”. Zoals duidelijk blijkt uit artikel 20, lid 3, omvat die verantwoordelijkheid onder bepaalde voorwaarden de toegang tot de inlichtingen die worden uitgewisseld via het systeem.

17.

Het is niet uitgesloten dat ook andere bepalingen de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie impliceren. Artikel 22 bijvoorbeeld bepaalt dat de Commissie „alle relevante inlichtingen” zal ontvangen die noodzakelijk zijn voor de evaluatie van de doeltreffendheid van de administratieve samenwerking overeenkomstig de richtlijn. De Commissie zal daarenboven een lijst van „statistische gegevens” ontvangen die zal worden goedgekeurd overeenkomstig de comitologieprocedure zoals bepaald in artikel 24 van het voorstel.

18.

Als de Commissie persoonsgegevens verwerkt, is zij gebonden aan de regels inzake gegevensbescherming die van toepassing zijn op EU-instellingen en -organen en zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 45/2001 en onderworpen aan het toezicht van de EDPS (11). Voor alle duidelijkheid en om alle twijfel weg te nemen over de toepasbaarheid van Verordening (EG) nr. 45/2001 dringt de EDPS er bij de wetgever op aan om een verwijzing naar de verordening op te nemen, op zijn minst in een considerans van de voorgestelde richtlijn en bij voorkeur ook in een materiële bepaling, waarin staat dat de Commissie, wanneer zij persoonsgegevens verwerkt op basis van de richtlijn, is gebonden aan de bepalingen van Verordening (EG) nr. 45/2001.

19.

Als persoonsgegevens worden verwerkt, moeten overeenkomstig artikelen 16 en 17 van Richtlijn 95/46/EG en artikelen 21 en 22 van Verordening (EG) nr. 45/2001 de vertrouwelijkheid en beveiliging van de gegevensverwerking worden gegarandeerd. In het hierboven geciteerde artikel 20 wordt niet uitdrukkelijk vermeld of de Commissie verantwoordelijk is voor het onderhoud en de beveiliging van het CCN-netwerk (12). Om alle twijfel te vermijden over de verantwoordelijkheid voor het garanderen van dergelijke vertrouwelijkheid en beveiliging, dringt de EDPS er bij de wetgever op aan om de verantwoordelijkheid van de Commissie op dit vlak duidelijker te definiëren, om ook de verplichtingen van de lidstaten te benadrukken en om dit alles te kaderen binnen de vereisten van Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001.

III.2.   Doelbinding, noodzaak en kwaliteit van gegevens

20.

Een basisvereiste van de wetgeving inzake gegevensbescherming is dat gegevens voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden moeten worden verkregen en vervolgens niet mogen worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden (13). De gegevens die worden gebruikt om de doeleinden te bereiken, moeten bovendien noodzakelijk zijn en moeten toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn in verhouding tot het doel (14). Na analyse van de voorgestelde richtlijn, besluit de EDPS dat het systeem voor het uitwisselen van inlichtingen, zoals beschreven in de richtlijn in zijn geheel beschouwd niet voldoet aan die vereisten.

21.

Wat betreft de doelbinding verwijst artikel 5, lid 1, van het voorstel, dat gaat over de uitwisseling van inlichtingen op verzoek, naar het uitwisselen van „inlichtingen die voor de juiste heffing van de in artikel 2 bedoelde belastingen relevant kunnen zijn”. In artikel 2 wordt het toepassingsgebied van de richtlijn vastgelegd door te bepalen op welke belastingen de richtlijn van toepassing is. De EDPS is van oordeel dat de juiste heffing van de belastingen waarnaar wordt verwezen niet nauwkeurig genoeg is. Bovendien wordt in het artikel geen melding gemaakt van de behoefte om te beoordelen of de uitwisseling van inlichtingen noodzakelijk is.

22.

De soorten gegevens die kunnen worden uitgewisseld, worden in artikel 5, lid 1, bovendien niet gespecificeerd of begrensd. Het artikel verwijst enkel naar inlichtingen die „relevant kunnen zijn” voor de juiste heffing van de vernoemde belastingen. Volgens artikel 5, lid 1, omvat die informatie „alle inlichtingen over een specifiek geval of specifieke gevallen”. Artikel 17, lid 1, van het voorstel benadrukt dat dergelijke informatie ook inlichtingen omvat die de aangezochte lidstaat niet nodig heeft voor zijn eigen belastingdoeleinden. Artikel 5, lid 2, verplicht bovendien de aangezochte autoriteit om aan de verzoekende autoriteit alle relevante inlichtingen te verstrekken die zij in haar bezit heeft of naar aanleiding van administratieve onderzoeken verkrijgt. Ook artikel 9 van het voorstel, dat gaat over de spontane uitwisseling van inlichtingen, heeft het over de uitwisseling van „alle in artikel 1 bedoelde inlichtingen”. Artikel 1 bevat echter geen relevante verduidelijking. Het gebruik van algemene begrippen in de artikelen 5, 9 en 17 lijkt een uitwisseling van gegevens aan te moedigen die bovenmatig is in verhouding tot het doel en derhalve in strijd met het beginsel van de kwaliteit van gegevens.

23.

Artikel 8 van het voorstel maakt het mogelijk om te voldoen aan de normen zoals vermeld in punt 20 hierboven, maar enkel wanneer het gaat over de automatische verplichte uitwisseling van inlichtingen zonder voorafgaand verzoek. Het artikel stelt dat het soort uit te wisselen inlichtingen zal worden bepaald overeenkomstig de comitologieprocedure. Dat stelt de Commissie in staat om de uit te wisselen gegevens te beperken en te specificeren, wat inderdaad moet worden gedaan overeenkomstig de eisen inzake gegevensbescherming. Het artikel verwijst bovendien naar de noodzaak om inlichtingen uit te wisselen voor de juiste heffing van belastingen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 en noemt een aantal specifieke situaties op. Maar zoals reeds gezegd, heeft artikel 8 enkel betrekking op de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen en legt het geen beperkingen op aan de uitwisseling van inlichtingen op verzoek of spontaan. De kritiek die werd geuit op de artikelen 5, 9 en 17 van het voorstel blijft derhalve gelden.

24.

Op basis van het voorgaande dringt de EDPS er bij de wetgever op aan, wat betreft de uitwisseling van gegevens op verzoek of spontaan tussen bevoegde instanties, te specificeren welke persoonsgegevens kunnen worden uitgewisseld, om de doeleinden waarvoor persoonsgegevens kunnen worden uitgewisseld beter te definiëren en om de noodzaak van de overdracht te beoordelen, of op zijn minst te garanderen dat het noodzakelijkheidsbeginsel wordt gerespecteerd.

25.

Het doelbindingsbeginsel komt verder onder druk te staan in artikel 15, lid 1, van het voorstel. Krachtens dit artikel mogen inlichtingen en documenten die overeenkomstig deze richtlijn door een bevoegde autoriteit zijn verkregen, aan andere autoriteiten in dezelfde lidstaat worden meegedeeld, voor zover dit door de wetgeving van die lidstaat wordt toegestaan, „ook als die inlichtingen voor andere dan de in lid 2 bedoelde doeleinden kunnen worden gebruikt”. De EDPS wenst te benadrukken dat het laatste deel van die bepaling volledig indruist tegen het doelbindingsbeginsel. Het verwerken van persoonsgegevens voor andere doeleinden dan de originele doeleinden, is enkel toegestaan onder strikte voorwaarden. Het doelbindingsbeginsel kan enkel terzijde worden geschoven wanneer dat wettelijk is bepaald en wanneer het noodzakelijk is door belangrijke redenen die in detail zijn opgesomd in artikel 13 van Richtlijn 95/46/EG. De verwijzing naar de wetgeving van de betrokken lidstaat in artikel 15, lid 1, zou een dergelijke eis kunnen impliceren, maar dat is niet duidelijk genoeg. De EDPS dringt er daarom bij de wetgever op aan om aan artikel 15, lid 1, van het voorstel toe te voegen dat het verwerken van de inlichtingen voor andere doeleinden dan die waarnaar wordt verwezen in artikel 2 „onderhevig is aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 13 van Richtlijn 95/46/EG”.

III.3.   Transparantie en rechten van de betrokkene

26.

De artikelen 10 en 11 van Richtlijn 95/46/EG bepalen dat de persoon of entiteit die verantwoordelijk is voor de gegevensverwerking — in het kader van gegevensbescherming ook wel de „verantwoordelijke voor de verwerking” (15) genoemd — verplicht is om de betrokkene te informeren voordat de gegevens worden verzameld of, wanneer de gegevens niet bij de betrokkene zijn verkregen, op het moment van registratie van de gegevens. De betrokkene moet op de hoogte worden gebracht van de identiteit van de voor de verwerking verantwoordelijke, het doel van de verwerking en verdere informatie zoals de ontvangers van de gegevens en het bestaan van een recht op toegang tot de eigen persoonsgegevens en op rectificatie van deze gegevens. De artikelen 10 en 11 van Richtlijn 95/46/EG kunnen worden beschouwd als uitbreidingen van het algemene transparantiebeginsel dat deel uitmaakt van de eerlijke verwerking zoals bepaald door artikel 6, lid 1, onder a), van Richtlijn 95/46/EG.

27.

De EDPS merkt op dat het voorstel geen bepalingen bevat over het transparantiebeginsel, bijvoorbeeld over hoe de uitwisseling van inlichtingen wordt gecommuniceerd aan het grote publiek of hoe betrokkenen zullen worden geïnformeerd over de gegevensverwerking. De EDPS dringt er daarom bij de wetgever op aan om een bepaling goed te keuren betreffende de transparantie van de uitwisseling van inlichtingen.

III.4.   Doorgifte van inlichtingen naar een derde land

28.

Artikel 23 voorziet in de mogelijkheid om inlichtingen uit te wisselen met derde landen. Volgens dat artikel mogen de bevoegde autoriteiten „met inachtneming van hun nationale bepalingen betreffende de doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen, krachtens deze richtlijn ontvangen inlichtingen doorgeven naar een derde land”. De EDPS is verheugd dat de Commissie zich bewust is van de specifieke regels inzake gegevensbescherming die van toepassing zijn op de uitwisseling van persoonsgegevens met landen buiten de EU. De EDPS wenst echter te benadrukken dat dergelijke inlichtingen in de eerste plaats tussen de lidstaten onderling conform de regels inzake gegevensbescherming moeten worden uitgewisseld voordat een analyse inzake gegevensbescherming kan plaatsvinden om na te gaan of de gegevens kunnen worden overgedragen naar een derde land.

29.

Voor de duidelijkheid zou een expliciete verwijzing naar Richtlijn 95/46/EG kunnen worden opgenomen in de tekst waarin staat dat een dergelijke overdracht moet plaatsvinden overeenkomstig de nationale regels ter uitvoering van de bepalingen van hoofdstuk IV van Richtlijn 95/46/EG inzake de doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen.

III.5.   Comitologie

30.

Een aantal kwesties met betrekking tot relevantie van gegevensbescherming worden verder ontwikkeld in regels die worden goedgekeurd overeenkomstig de comitologieprocedure zoals bepaald in artikel 24 van het voorstel. Hoewel de EDPS begrijpt dat er behoefte is aan het gebruik van een dergelijke procedure, wenst hij te benadrukken dat de belangrijkste regels en garanties op het vlak van gegevensbescherming omschreven moeten worden in de basiswet.

31.

De EDPS wenst te benadrukken dat als verdere regels worden besproken via de comitologieprocedure, dat zou moeten gebeuren met inachtneming van de eisen inzake gegevensbescherming van Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001. De EDPS dringt er bovendien bij de Commissie op aan om de EDPS te betrekken en zijn advies te vragen als verdere regels met betrekking tot gegevensbescherming worden besproken.

32.

Om de betrokkenheid van de EDPS te garanderen wanneer verdere regels met betrekking tot gegevensbescherming worden goedgekeurd op basis van de comitologieprocedure, raadt de EDPS de wetgever aan om in artikel 24 een vierde paragraaf op te nemen die bepaalt dat wanneer uitvoeringsmaatregelen betrekking hebben op de verwerking van persoonsgegevens, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming moet worden geraadpleegd.

IV.   CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN

33.

In het onderhavige advies heeft de EDPS de wetgever geadviseerd:

om een verwijzing naar Richtlijn 95/46/EG op te nemen, op zijn minst in een considerans van de voorgestelde richtlijn en bij voorkeur ook in een materiële bepaling, waarin staat dat de bepalingen van de Richtlijn de nationale regels ter uitvoering van Richtlijn 95/46/EG onverlet laten;

om een verwijzing naar Verordening (EG) nr. 45/2001 op te nemen, op zijn minst in een considerans van de voorgestelde richtlijn en bij voorkeur ook in een materiële bepaling, waarin staat dat de Commissie, wanneer zij persoonsgegevens verwerkt op basis van de richtlijn, is gebonden aan de bepalingen van Verordening (EG) nr. 45/2001;

om de verantwoordelijkheid van de Commissie op het vlak van onderhoud en beveiliging van het CCN-netwerk duidelijker te definiëren, om tevens de verplichtingen van de lidstaten op dit vlak te benadrukken en om dit alles te kaderen binnen de vereisten van Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001;

om, wat betreft de uitwisseling van gegevens op verzoek of spontaan tussen bevoegde instanties, te specificeren welke persoonsgegevens kunnen worden uitgewisseld, om de doeleinden waarvoor persoonsgegevens kunnen worden uitgewisseld beter te definiëren en om de noodzaak van de overdracht te beoordelen, of op zijn minst te garanderen dat het noodzakelijkheidsbeginsel wordt gerespecteerd;

om aan artikel 15, lid 1, van het voorstel toe te voegen dat het verwerken van de inlichtingen voor andere doeleinden dan die waarnaar wordt verwezen in artikel 2 „onderhevig is aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 13 van Richtlijn 95/46/EG”;

om een bepaling goed te keuren betreffende de transparantie van de uitwisseling van inlichtingen;

om in artikel 23, lid 2, expliciet te vermelden dat een overdracht van persoonsgegevens naar een derde land moet plaatsvinden overeenkomstig de nationale regels ter uitvoering van de bepalingen van hoofdstuk IV van Richtlijn 95/46/EG;

om in artikel 24 een vierde paragraaf op te nemen die bepaalt dat wanneer uitvoeringsmaatregelen betrekking hebben op de verwerking van persoonsgegevens, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming moet worden geraadpleegd.

Gedaan te Brussel, 6 januari 2010.

Peter HUSTINX

Europees toezichthouder voor gegevensbescherming


(1)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(2)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(3)  COM(2009) 29 definitief van 2 februari 2009.

(4)  Richtlijn 77/799/EEG van de Raad van 19 december 1977 (PB L 336 van 27.12.1977, blz. 15).

(5)  Zie COM(2009) 665 definitief van 11 december 2009, bijlage IV, blz. 45.

(6)  Zie ook artikel 8 van het Handvest van de grondrechten van de EU en artikel 16, lid 1, van het VWEU die beide bindend zijn voor de Europese instellingen en de lidstaten wanneer zij de Europese wetgeving ten uitvoer brengen.

(7)  Zie Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 (PB L 264 van 15.10.2003, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 2073/2004 van de Raad van 16 november 2004 (PB L 359 van 4.12.2004, blz. 1).

(8)  COM(2009) 427 definitief van 18 augustus 2009.

(9)  Zie het advies van de EDPS van 30 oktober 2009, beschikbaar op: http://www.edps.europa.eu/EDPSWEB/webdav/site/mySite/shared/Documents/Consultation/Opinions/2009/09-10-30_tax_fraud_EN.pdf

(10)  Zie artikel 2, onder a), van Richtlijn 95/46/EG en artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 45/2001. Zie advies 4/2007 van 20 juni 2007 van de Groep gegevensbescherming artikel 29 voor een verklaring van het begrip „persoonsgegeven” (beschikbaar op:http://ec.europa.eu/justice_home/fsj/privacy/docs/wpdocs/2007/wp136_nl.pdf).

(11)  Zie inzake de verwerking van statistische gegevens het advies van de EDPS van 20 mei 2008 (PB C 308 van 3.12.2008, blz. 1).

(12)  Zie voor relevante opmerkingen ook het advies van de EDPS van 16 september 2008 over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de oprichting van het Europees Strafregisterinformatiesysteem (Ecris) (PB C 42 van 20.2.2009, blz. 1), punt 23 e.v.

(13)  Zie artikel 6, onder b), van Richtlijn 95/46/EG en artikel 4, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 45/2001.

(14)  Het begrip „noodzaak” kan in de hele Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001 worden teruggevonden. Zie met name artikel 7 van Richtlijn 95/46/EG en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 45/2001. De eisen inzake gegevenskwaliteit worden beschreven in artikel 6, onder d), van Richtlijn 95/46/EG en artikel 4, onder c), van Verordening (EG) nr. 45/2001.

(15)  Zie artikel 2, onder d), van Richtlijn 95/46/EG en artikel 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 45/2001. Beide bepalingen voorzien in de mogelijkheid van een enkelvoudige en gezamenlijke controle („… alleen of tezamen met anderen …”).


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

20.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 101/6


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 101/02

Datum waarop het besluit is genomen

17.11.2009

Referentienummer staatssteun

N 627/09

Lidstaat

Nederland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

ING Group N.V.

Rechtsgrondslag

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Opheffing van een ernstige verstoring van de economie

Vorm van de steun

Garantie

Begrotingsmiddelen

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

Economische sectoren

Beperkt tot de financiële dienstverlening

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Koninkrijk der Nederlanden

Andere informatie

Herroeping van de verlenging van de inleiding van de procedure vanaf 15 september 2009 betreffende de maatregel voor de aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa en verlenging van de tijdelijke goedkeuring.

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


20.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 101/7


Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 101/03

Datum waarop het besluit is genomen

24.2.2010

Referentienummer staatssteun

N 622/08

Lidstaat

Spanje

Regio

Islas Canarias

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Ayuda para compensar los daños causados por el incendio en «Palmitos Park»

Rechtsgrondslag

Proyecto de Orden por el que se concede una subvención nominada, por importe de 1 000 000 EUR a la entidad Aspro Parks Canarias, S.L., con destino a la reparación de los daños producidos en las instalaciones del Parque zoológico y botánico Palmitos Park, como consecuencia de los incendios acaecidos en la isla de Gran Canaria en el verano de 2007.

Decreto 337/199, de 19 de diciembre, por el que se establece el régimen general de subvención de la región de Canarias

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Vergoeding van de schade veroorzaakt door natuurrampen of andere buitengewone gebeurtenissen

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 1 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

Economische sectoren

Beperkt tot recreatie, cultuur en sport

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Gobierno de Canarias

Edificio de sos Múltples III

C/ León y Castillo, 200 planta baja

35004 Las Palmas de Gran Canaria

ESPAÑA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

25.1.2010

Referentienummer staatssteun

NN 19/09

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Regio

Scotland

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Rescue and restructuring of Dunfermline Building Society

Rechtsgrondslag

Ad-hoc, Bank of England Acts 1694-1998

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Opheffing van een ernstige verstoring van de economie

Vorm van de steun

Directe subsidie, Zachte lening

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 1 600 miljoen GBP

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

Economische sectoren

Beperkt tot de financiële dienstverlening

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

HM Treasury, the Governor and Company of the Bank of England

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

23.12.2009

Referentienummer staatssteun

NN 63/09

Lidstaat

Slowakije

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Daňové zvýhodnenie uplatnene na elektrinu, uhlie a zemný plyn

Rechtsgrondslag

Zákon č. 609/2007 Z.z. o spotrebnej dani z elektriny, uhlia a zemného plynu

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Milieubescherming

Vorm van de steun

Belastingvoordeel

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 50,4 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

1.7.2008-30.6.2018

Economische sectoren

Energie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministerstvo financií SR

Štefanovičova 5

817 82 Bratislava

SLOVENSKO/SLOVAKIA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

15.3.2010

Referentienummer staatssteun

N 594/09

Lidstaat

Polen

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Dotacja na inwestycje w układy przesyłowe gazu ziemnego dla OGP Gaz-System S.A.

Rechtsgrondslag

Ustawa z dnia 10 kwietnia 1997 r. Prawo energetyczne

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Sectorale ontwikkeling, Regionale ontwikkeling

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 1 207,71 miljoen PLN

Maximale steunintensiteit

57 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2013

Economische sectoren

Beperkt tot de elektriciteits-, water- en gassector

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Instytut Nafty i Gazu

ul. Lubicz 25A

31-503 Kraków

POLSKA/POLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

30.3.2010

Referentienummer staatssteun

N 68/10

Lidstaat

Spanje

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Régimen de garantías con arreglo al Marco Temporal

Rechtsgrondslag

Acuerdo de la Comisión Delegada del Gobierno para Asuntos Económicos sobre el Marco nacional transitorio de concesión de garantías públicas para facilitar el acceso a la financiación en el actual contexto de crisis económica y financiera.

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Vergoeding van de schade veroorzaakt door natuurrampen of andere buitengewone gebeurtenissen

Vorm van de steun

Garantie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 800 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

30.3.2010-31.12.2010

Economische sectoren

Alle sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Todas las autoridades competentes en España

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


20.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 101/11


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.5697 — Alstom Holdings/Alstom Hydro Holding)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 101/04

Op 13 januari 2010 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32010M5697. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


20.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 101/11


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.5824 — BC Partners/Spotless)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 101/05

Op 14 april 2010 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32010M5824. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

20.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 101/12


Wisselkoersen van de euro (1)

19 april 2010

2010/C 101/06

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3432

JPY

Japanse yen

123,50

DKK

Deense kroon

7,4427

GBP

Pond sterling

0,88050

SEK

Zweedse kroon

9,6980

CHF

Zwitserse frank

1,4345

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,9830

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,250

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

265,38

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7080

PLN

Poolse zloty

3,9031

RON

Roemeense leu

4,1578

TRY

Turkse lira

2,0093

AUD

Australische dollar

1,4625

CAD

Canadese dollar

1,3680

HKD

Hongkongse dollar

10,4270

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,8965

SGD

Singaporese dollar

1,8554

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 501,86

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

10,0317

CNY

Chinese yuan renminbi

9,1698

HRK

Kroatische kuna

7,2610

IDR

Indonesische roepia

12 155,27

MYR

Maleisische ringgit

4,3224

PHP

Filipijnse peso

59,941

RUB

Russische roebel

39,2675

THB

Thaise baht

43,379

BRL

Braziliaanse real

2,3738

MXN

Mexicaanse peso

16,5490

INR

Indiase roepie

60,0880


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

20.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 101/13


Door de lidstaten meegedeelde informatie over staatssteun die wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouw producten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

2010/C 101/07

Steun nr.: XA 271/09

Lidstaat: Cyprus

Regio: Cyprus

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Πρόγραμμα Ελέγχου της σαλμονέλας στα σμήνη γαλοπούλων κρεοπαραγωγής

Rechtsgrondslag:

1.

Άρθρο 03525 του Προϋπολογισμού για το 2010 — Συμμετοχή σε Προγράμματα της Ευρωπαϊκής Ένωσης.

2.

Οι περί της Υγείας των Ζώων Νόμοι του 2001 έως 2009.

3.

Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers.

4.

Verordening (EG) nr. 584/2008 van de Commissie van 20 juni 2008 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een communautaire doelstelling voor het verminderen van de prevalentie van Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium bij kalkoenen (Voor de EER relevante tekst).

5.

Απόφαση Εφόρου Ελέγχου Κρατικών Ενισχύσεων με αριθμό 305 και ημερομηνία 31 Δεκεμβρίου 2008 (Επίσημη Εφημερίδα της Κυπριακής Δημοκρατίας με αριθμό 4339 και ημερομηνία 16 Ιανουαρίου 2009 σ. 156).

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 0,0003 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit: 100 %

Datum van tenuitvoerlegging: De regeling wordt pas ten uitvoer gelegd nadat ze door de Europese Commissie is bekendgemaakt, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2010

Doelstelling van de steun: Zoönoses (artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1857/2006). De regeling betreft steun om landbouwers te vergoeden voor de uitgaven om dierziekten te voorkomen en uit te roeien (artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1857/2006).

Betrokken economische sector(en): NACE Code:

A10407 — Fokken van pluimvee

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Veterinary Services Department

Ministry of Agriculture

Natural Resources and Environment

1417 Athalassa

Nicosia

CYPRUS

Website: http://www.moa.gov.cy/moa/vs/vs.nsf/vs04_gr/vs04_gr?OpenDocument

http://www.publicaid.gov.cy/publicaid/publicaid.nsf/All/8C33E1F6FE7EC4C0C2257545002A533E/$file/Απόφαση%20Αρ.%20305.pdf

Andere informatie: De steunregeling heeft ten doel een programma voor de bestrijding van salmonella bij slachtpluimvee (kalkoenen) in overeenstemming met de communautaire wetgeving (Verordening (EG) nr. 584/2008) ten uitvoer te leggen. De ziekte is opgenomen in de lijst van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (ΟΙΕ)) en in de bijlage bij Beschikking 90/424/EEG van de Raad (lijst van ziekten die voor cofinanciering in aanmerking komen). De maatregel dekt de uitgaven voor laboratoriumtests. De monsters worden verzameld en onderzocht door de diergeneeskundige diensten.

Steun nr.: XA 273/09

Lidstaat: Cyprus

Regio: Cyprus

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Πρόγραμμα Ελέγχου της σαλμονέλας στα σμήνη αναπαραγωγής

Rechtsgrondslag:

1.

Άρθρο 03525 του Προϋπολογισμού για το 2010 — Συμμετοχή σε Προγράμματα της Ευρωπαϊκής Ένωσης.

2.

Οι περί της Υγείας των Ζώων Νόμοι του 2001 έως 2009.

3.

Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers.

4.

Verordening (EG) nr. 1168/2006 van de Commissie van 31 juli 2006 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een communautaire doelstelling voor het verminderen van de prevalentie van bepaalde serotypen salmonella bij legkippen van Gallus gallus en tot wijziging van de Verordening (EG) nr. 1003/2005.

5.

Απόφαση Εφόρου Ελέγχου Κρατικών Ενισχύσεων με αριθμό 314 και ημερομηνία 16 Νοεμβρίου 2009 (Επίσημη Εφημερίδα της Κυπριακής Δημοκρατίας με αριθμό 4414 και ημερομηνία 20 Νοεμβρίου 2009 σ. 5506).

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 0,3 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit: 100 %

Datum van tenuitvoerlegging: De regeling wordt pas ten uitvoer gelegd nadat ze door de Europese Commissie is bekendgemaakt, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2010

Doelstelling van de steun: Zoönoses (artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1857/2006). De regeling heeft betrekking op: i) steun om veehouders te vergoeden voor uitgaven om dierziekten te voorkomen en uit te roeien (artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1857/2006) en ii) steun om veehouders te vergoeden voor verliezen ten gevolge van dierziekten (artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006).

Betrokken economische sector(en): NACE Code:

A10407 — Fokken van pluimvee

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Veterinary Services Department

Ministry of Agriculture

Natural Resources and Environment

1417 Athalassa

Nicosia

CYPRUS

Website: http://www.moa.gov.cy/moa/vs/vs.nsf/vs04_gr/vs04_gr?OpenDocument

http://www.publicaid.gov.cy/publicaid/publicaid.nsf/All/8C33E1F6FE7EC4C0C2257545002A533E/$file/Απόφαση%20Αρ.%20305.pdf

Andere informatie: De steunregeling heeft ten doel een programma voor de bestrijding van salmonella bij legkoppels in overeenstemming met de communautaire wetgeving (Verordening (EG) nr. 1168/2006) ten uitvoer te leggen. De ziekte is opgenomen in de lijst van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (ΟΙΕ)) en in de bijlage bij Beschikking 90/424/EEG van de Raad (lijst van ziekten die voor cofinanciering in aanmerking komen).

De voor 2010 voorziene uitgaven voor het programma ter bestrijding van salmonella in legkoppels werden bij de Europese Commissie aangemeld in het kader van de cofinancieringsprogramma’s.

De begunstigden in het kader van deze steunregeling zijn pluimveehouderijen waar Salmonella enteritidis of Salmonella typhimurium werd vastgesteld en die zich bevinden in de gebieden die onder de bevoegdheid van Cyprus vallen.

Steun nr.: XA 274/09

Lidstaat: Cyprus

Regio: Cyprus

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Προγράμματα εκρίζωσης και επιτήρησης Βρουκέλωσης Βοοειδών και Αιγοπροβάτων.

Rechtsgrondslag:

1.

Άρθρο 03525 του Προϋπολογισμού για το 2009 — Συμμετοχή σε Προγράμματα της Ευρωπαϊκής Ένωσης.

2.

Ο περί της Εφαρμογής Κοινοτικών Κανονισμών στον Τομέα της Κτηνιατρικής Νόμος του 2004 [Ν 149(Ι)/2004].

3.

Νόμος που προνοεί για την Υγεία των Ζώων [Ν.109(Ι)2001].

4.

Απόφαση Εφόρου Ελέγχου Κρατικών Ενισχύσεων με αριθμό 314 και ημερομηνία 16 Νοεμβρίου 2009 (Επίσημη Εφημερίδα της Κυπριακής Δημοκρατίας με αριθμό 4414 και ημερομηνία 20 Νοεμβρίου 2009 σ. 5506).

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 0,46 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit: 100 %

Datum van tenuitvoerlegging: De regeling wordt pas ten uitvoer gelegd nadat ze door de Europese Commissie is bekendgemaakt, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2010

Doelstelling van de steun: Zoönoses (artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1857/2006). De regeling heeft betrekking op: i) steun om veehouders te vergoeden voor uitgaven om dierziekten te voorkomen en uit te roeien (artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1857/2006) en ii) steun om veehouders te vergoeden voor verliezen ten gevolge van dierziekten (artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006).

Betrokken economische sector(en): NACE Code:

A10401 — Fokken van melkvee

A10405 — Fokken van schapen en geiten

A10407 — Fokken van pluimvee

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Veterinary Services Department

Ministry of Agriculture

Natural Resources and Environment

1417 Athalassa

Nicosia

CYPRUS

Website: http://www.moa.gov.cy/moa/vs/vs.nsf/vs04_gr/vs04_gr?OpenDocument

http://www.publicaid.gov.cy/publicaid/publicaid.nsf/All/8C33E1F6FE7EC4C0C2257545002A533E/$file/Απόφαση%20Αρ.%20305.pdf

Andere informatie: De regeling heeft ten doel de programma’s voor de bestrijding en uitroeiing van runder-, schapen- en geitenbrucellose ten uitvoer te leggen, in overeenstemming met de communautaire wetgeving (Richtlijn 64/432/EEG — runderen, Richtlijn 91/68/EEG — schapen en geiten). De ziekten zijn opgenomen in de lijst van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (OIE)) en in de bijlage bij Beschikking 90/424/EEG van de Raad (lijst van ziekten die voor cofinanciering in aanmerking komen). De voor 2010 voorziene uitgaven voor de programma’s voor de bestrijding en uitroeiing van brucellose bij runderen, schapen en geiten werden bij de Europese Commissie aangemeld in het kader van de cofinancieringsprogramma’s.

De begunstigden van deze regeling zijn rundvee-, schapen- en geitenhouderijen in de gebieden die onder de bevoegdheid van de republiek Cyprus vallen. In het kader van het programma voor de uitroeiing van brucellose wordt steun betaald aan veehouderijbedrijven waarvan wordt vermoed of bevestigd dat ze door de ziekte zijn getroffen. Het programma ter bestrijding van brucellose behelst ook het ophalen en het testen in het laboratorium van monsters afkomstig van alle rundvee-, schapen- en geitenhouderijen.

Steun nr.: XA 275/09

Lidstaat: Cyprus

Regio: Cyprus

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Πρόγραμμα Ελέγχου της σαλμονέλας στα σμήνη κρεοπαραγωγής

Rechtsgrondslag:

1.

Άρθρο 03525 του Προϋπολογισμού για το 2010 — Συμμετοχή σε Προγράμματα της Ευρωπαϊκής Ένωσης.

2.

Οι περί της Υγείας των Ζώων Νόμοι του 2001 έως 2009.

3.

Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers.

4.

Verordening (EG) nr. 646/2007 van de Commissie van 12 juni 2007 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een communautaire doelstelling voor het verminderen van de prevalentie van Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium bij slachtkuikens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1091/2005.

5.

Απόφαση Εφόρου Ελέγχου Κρατικών Ενισχύσεων με αριθμό 314 και ημερομηνία 16 Νοεμβρίου 2009 (Επίσημη Εφημερίδα της Κυπριακής Δημοκρατίας με αριθμό 4414 και ημερομηνία 20 Νοεμβρίου 2009 σ. 5506).

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 0,003 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit: 100 %

Datum van tenuitvoerlegging: De regeling wordt pas ten uitvoer gelegd nadat ze door de Europese Commissie is bekendgemaakt, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2010

Doelstelling van de steun: Zoönoses (artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1857/2006). De regeling betreft steun om landbouwers te vergoeden voor de uitgaven om dierziekten te voorkomen en uit te roeien (artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1857/2006).

Betrokken economische sector(en): NACE Code:

A10407 — Fokken van pluimvee

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Veterinary Services Department

Ministry of Agriculture

Natural Resources and Environment

1417 Athalassa

Nicosia

CYPRUS

Website: http://www.moa.gov.cy/moa/vs/vs.nsf/vs04_gr/vs04_gr?OpenDocument

http://www.publicaid.gov.cy/publicaid/publicaid.nsf/All/8C33E1F6FE7EC4C0C2257545002A533E/$file/Απόφαση%20Αρ.%20305.pdf

Andere informatie: De steunregeling heeft ten doel een programma voor de bestrijding van salmonella bij slachtpluimvee in overeenstemming met de communautaire wetgeving (Verordening (EG) nr. 1168/2006) ten uitvoer te leggen. De ziekte is opgenomen in de lijst van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (ΟΙΕ)) en in de bijlage bij Beschikking 90/424/EEG van de Raad (lijst van ziekten die voor cofinanciering in aanmerking komen). De voor 2010 voorziene uitgaven voor het programma ter bestrijding van salmonella bij slachtpluimvee werden bij de Europese Commissie aangemeld in het kader van de cofinancieringsprogramma’s. De maatregel dekt de uitgaven voor laboratoriumtests. De monsters worden verzameld en onderzocht door de diergeneeskundige diensten.

Steun nr.: XA 276/09

Lidstaat: Cyprus

Regio: Cyprus

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Πρόγραμμα Ελέγχου της σαλμονέλας στα σμήνη αναπαραγωγής

Rechtsgrondslag:

1.

Άρθρο 03525 του Προϋπολογισμού για το 2010 — Συμμετοχή σε Προγράμματα της Ευρωπαϊκής Ένωσης.

2.

Οι περί της Υγείας των Ζώων Νόμοι του 2001 έως 2009.

3.

Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers.

4.

Verordening (EG) nr. … van de Commissie ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europeees Parlement en de Raad wat betreft een doelstelling van de Unie voor het verminderen van de prevalentie van serotypen Salmonella bij volwassen vermeerderingskoppels van Gallus gallus (referentienummer van het document SANCO/5971/2009r5, goedgekeurd tijdens de vergadering van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid van 20.10.2009).

5)

Απόφαση Εφόρου Ελέγχου Κρατικών Ενισχύσεων με αριθμό 314 και ημερομηνία 16 Νοεμβρίου 2009 (Επίσημη Εφημερίδα της Κυπριακής Δημοκρατίας με αριθμό 4414 και ημερομηνία 20 Νοεμβρίου 2009 σ. 5506).

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 0,089 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit: 100 %

Datum van tenuitvoerlegging: De regeling wordt pas ten uitvoer gelegd nadat ze door de Europese Commissie is bekendgemaakt, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2010.

Doelstelling van de steun: Dierziekten (Artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1857/2006). De regeling heeft betrekking op: i) steun om veehouders te vergoeden voor uitgaven om dierziekten te voorkomen en uit te roeien (artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1857/2006) en ii) steun om veehouders te vergoeden voor verliezen ten gevolge van dierziekten (artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006).

Betrokken economische sector(en): NACE Code:

A10407 — Fokken van pluimvee

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Veterinary Services Department

Ministry of Agriculture

Natural Resources and Environment

1417 Athalassa

Nicosia

CYPRUS

Website: http://www.moa.gov.cy/moa/vs/vs.nsf/DMLinfo_gr/DMLinfo_gr?OpenDocument

http://www.publicaid.gov.cy/publicaid/publicaid.nsf/All/8C33E1F6FE7EC4C0C2257545002A533E/$file/Απόφαση%20Αρ.%20305.pdf

Andere informatie: De steunregeling heeft ten doel een programma voor de bestrijding van salmonella bij vermeerderingskoppels in overeenstemming met de communautaire wetgeving (Verordening (EG) nr. 1003/2005) ten uitvoer te leggen. De ziekte is opgenomen in de lijst van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (OIE)) en in de bijlage bij Beschikking 90/424/EEG van de Raad (lijst van ziekten die voor cofinanciering in aanmerking komen). De begunstigden in het kader van deze steunregeling zijn pluimveehouderijen waar Salmonella enteritidis of Salmonella typhimurium werd vastgesteld en die zich bevinden in de gebieden die onder de bevoegdheid van Cyprus vallen. De voor 2010 voorziene uitgaven voor het programma ter bestrijding van salmonella in vermeerderingskoppels werden bij de Europese Commissie aangemeld in het kader van de cofinancieringsprogramma’s.

Steun nr.: XA 277/09

Lidstaat: Cyprus

Regio: Cyprus

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Πρόγραμμα επιτήρησης της γρίπης των πτηνών σε πτηνά της οργανωμένης πτηνοτροφίας και άγρια πτηνά.

Rechtsgrondslag:

1.

Άρθρο 03525 του Προϋπολογισμού για το 2010 — Συμμετοχή σε Προγράμματα της Ευρωπαϊκής Ένωσης.

2.

Οι περί της Υγείας των Ζώων Νόμοι του 2001 έως 2009.

3.

Beschikking 2007/268/EG van de Commissie van 13 april 2007 betreffende de in de lidstaten uit te voeren surveillanceprogramma’s voor aviaire influenza bij pluimvee en in het wild levende vogels en tot wijziging van Beschikking 2004/450/EG.

4.

Απόφαση Εφόρου Ελέγχου Κρατικών Ενισχύσεων με αριθμό 314 και ημερομηνία 16 Νοεμβρίου 2009 (Επίσημη Εφημερίδα της Κυπριακής Δημοκρατίας με αριθμό 4414 και ημερομηνία 20 Νοεμβρίου 2009 σ. 5506).

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 0,03 miljoen EUR.

Maximale steunintensiteit: 100 %.

Datum van tenuitvoerlegging: De regeling wordt pas ten uitvoer gelegd nadat ze door de Europese Commissie is bekendgemaakt, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2010.

Doelstelling van de steun: Dierziekten (Artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1857/2006). De regeling heeft betrekking op: i) steun om veehouders te vergoeden voor uitgaven om dierziekten te voorkomen en uit te roeien (artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1857/2006) en ii) steun om veehouders te vergoeden voor verliezen ten gevolge van dierziekten (artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006).

Betrokken economische sector(en): NACE Code:

A10407 — Fokken van pluimvee

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Veterinary Services Department

Ministry of Agriculture

Natural Resources and Environment

1417 Athalassa

Nicosia

CYPRUS

Website: http://www.moa.gov.cy/moa/vs/vs.nsf/vs04_gr/vs04_gr?OpenDocument

http://www.publicaid.gov.cy/publicaid/publicaid.nsf/All/8C33E1F6FE7EC4C0C2257545002A533E/$file/Απόφαση%20Αρ.%20305.pdf

Andere informatie: De regeling heeft ten doel het surveillanceprogramma voor aviaire influenza bij pluimvee op pluimveehouderijen en bij vederwild ten uitvoer te leggen in overeenstemming met de bepalingen van de communautaire wetgeving (Beschikking 2007/268/EG van de Commissie). De ziekte is opgenomen in de lijst van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (OIE)) en in de bijlage bij Beschikking 90/424/EEG van de Raad (lijst van ziekten die voor cofinanciering in aanmerking komen). De voor 2010 voorziene uitgaven voor het programma ter bestrijding van aviaire influenza werden bij de Europese Commissie aangemeld in het kader van de cofinancieringsprogramma’s. De begunstigden in het kader van deze steunregeling zijn pluimveehouderijen waar aviaire influenza werd vastgesteld en die zich bevinden in de gebieden die onder de bevoegdheid van Cyprus vallen.


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

20.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 101/18


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5832 — Avelar/Enovos/Aveleos)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 101/08

1.

Op 12 april 2010 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 (1). van de Raad ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de ondernemingen Enovos Luxembourg S.A. („Enovos”, Luxemburg) en Avelar Energy Ltd. („Avelar”, Zwitserland), die onder de zeggenschap staan van Renova Holdings Ltd. („Renova Group”, Rusland), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening door de verwerving van aandelen de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Aveleos S.A. („Aveleos”, Luxemburg), een nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor Enovos: levering van gas en elektriciteit, voornamelijk in Luxemburg en Duitsland,

voor Avelar: handel in, opwekking van en kleinhandel in conventionele en hernieuwbare energie,

voor Aveleos: fotovoltaïsche energie in verschillende EU-landen.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5832 — Avelar/Enovos/Aveleos, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


20.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 101/19


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5834 — Coca-Cola Enterprises/Coca-Cola Drycker Sverige AB/Coca-Cola Drikker AS)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 101/09

1.

Op 13 april 2010 heeft de Commissie een aanmelding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). Hierin is meegedeeld dat Coca-Cola Enterprises Inc. („CCE”, Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Coca-Cola Drycker Sverige AB („CCDS”, Zweden) en Coca-Cola Drikker AS („CCD”, Noorwegen) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor CCE: het bereiden, verpakken en verdelen van dranken,

voor CCDS: het bereiden, verpakken en verdelen van dranken,

voor CCD: het bereiden, verpakken en verdelen van dranken.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5834 — Coca-Cola Enterprises/Coca-Cola Drycker Sverige AB/Coca-Cola Drikker AS, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

20.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 101/20


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2010/C 101/10

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

WIJZIGINGSAANVRAAG

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

Wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 9

„RICOTTA ROMANA”

EG-nummer: IT-PDO-0105-0298-16.07.2008

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:

Naam van het product

Image

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van de oorsprong

Image

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Nationale eisen

Overige [nader aan te geven]

2.   Aard van de wijzigingen:

Image

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt

Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en):

3.1.   Beschrijving van het product:

In punt 2 wordt het minimale vetgehalte, berekend op de droge stof, gewijzigd. Deze wijziging was nodig omdat de in het productdossier vermelde waarde niet realistisch bleek te zijn. „Ricotta Romana” is een benaming die krachtens Verordening (EG) nr. 737/2005 van 13 mei 2005 als BOB is geregistreerd. Als gevolg van de uitvoering van het controleplan voor „Ricotta Romana” kon het controleorgaan een aanzienlijke hoeveelheid van het product niet certificeren. Uit een nauwgezette controle en analyses op een adequaat aantal monsters op verschillende tijdstippen van het jaar is gebleken dat het vetgehalte van de ricotta veel hoger lag. In het productdossier wordt een waarde tussen 17 % en 29 % aangegeven, terwijl het reële vetgehalte minimaal 40 % van de droge stof bedraagt.

3.2.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

De waarden voor wei van schapenmelk bleken evenmin realistisch te zijn.

Uit de analyses kwamen de volgende waarden naar voren:

mager droog residu: ten minste 5,37 %

eiwitgehalte: ten minste 1,09 %;

vet: ten minste 0,35 %;

lactose: ten minste 3,55 %;

asgehalte: ten minste 0,4 %

De discrepanties zijn te wijten aan de nalatigheid van het door de producenten bij de opstelling van het productdossier ingeschakelde laboratorium. Gebleken is dat bovenstaande waarden betrekking hadden op een ontoereikend aantal monsters en op een beperkte periode van het jaar. Dit alles heeft geresulteerd in onjuiste referentiewaarden.

De nieuwe, uit de analyses van de certificeringsinstantie resulterende waarden komen overeen met de werkelijke kenmerken van het product.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„RICOTTA ROMANA”

EG-nummer: IT-PDO-0105-0298-16.07.2008

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Naam:

„Ricotta Romana”

2.   Lidstaat of derde land:

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie (Bijlage III):

Categorie 1.4.

Andere producten van dierlijke oorsprong. Ricotta

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

De beschermde oorsprongsbenaming (BOB) „Ricotta Romana” heeft uitsluitend betrekking op zuivelproducten die zijn verkregen uit wei van volle schapenmelk van de rassen Sarda en kruisingen daarvan, Comisana en kruisingen daarvan, Sopravvissana en kruisingen daarvan en Massese en kruisingen daarvan. Wanneer het product voor menselijke consumptie wordt aangeboden, moet het de volgende kenmerken vertonen:

Product: vers;

Kaasmassa: wit, kruimelig;

Smaak: lichtzoete melksmaak;

Formaat: maximaal 2 kg;

Vetgehalte: minimaal 40 % van de droge stof.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

De wei van volle melk, het vloeibare bestanddeel dat ontstaat door het stremmen van de melk, moet worden verkregen door afvloeiing tijdens het fijnsnijden van de wrongel die bestemd is voor de bereiding van schapenkaas met op het grondgebied van de regio Lazio verkregen schapenmelk.

De wei van volle schapenkaas is vaalgeel van kleur en bevat:

mager droog residu: ten minste 5,37 %;

eiwitten: ten minste 1,09 %;

vet: ten minste 0,35 %;

lactose: ten minste 3,55 %;

as: ten minste 0,4 %.

Bij de bereiding van de „Ricotta Romana” mag tijdens de verhitting van de wei, bij een temperatuur van 50 tot 60 °C, volle schapenmelk van de vorengenoemde, in het in punt 4 afgebakende geografische gebied gehouden rassen worden toegevoegd (maximaal 15 % van het totale volume aan wei).

3.4.   Grondstoffen (uitsluitend voor verwerkte producten):

De melkschapen voeden zich op natuurweiden, weiland en grasland in het in punt 4 vermelde geografische productiegebied. Bijvoer in de vorm van droge voedergewassen en krachtvoer is toegestaan, mits deze geen synthetische bestanddelen en genetisch gemodificeerde organismen bevatten. Geforceerde voeding, omgevingsstress en/of hormoongebruik om de melkproductie op te voeren, zijn niet toegestaan.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

Alle voor de bereiding van „Ricotta Romana” gebruikte melk moet afkomstig zijn van in het geografische gebied gelegen schapenhouderijen.

De melk moet zijn geproduceerd en worden verwerkt in het omschreven geografische gebied.

Een essentieel moment voor de kwalitatieve eigenschappen van het product, is het snijden van de wrongel; het resultaat wordt bepaald door de kundigheid van de kaasmaker die zijn vakmanschap ontleent aan de eeuwenlange tradities in het beschermde oors prongsgebied.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.:

Wanneer het kookvocht bijna volledig afgevloeid is, wordt de „Ricotta Romana” onmiddellijk verpakt en in de handel gebracht binnen een paar uur na de bereiding ervan.

Het betreft een vers product, dat niet hoeft te drogen of te rijpen, snel ranzig wordt en zeer bederfelijk is.

Bijgevolg moet de „Ricotta Romana”, die absoluut vers moet worden geconsumeerd, in het in punt 4 vermelde geografische gebied worden verpakt om de typische kenmerken van het product, zoals versheid, voedselveiligheid en -kwaliteit te behouden, alsook om de traceerbaarheid en de uitvoering van de controles te garanderen.

„Ricotta Romana” wordt verpakt in kegelvormige mandjes van kunststof, metaal of riet, met een inhoud van maximaal 2 kg. De bovenkant van het mandje is bedekt met kunststoffolie. Ook andere verpakkingen zijn toegestaan:

perkamentpapier

kunststof- en/of vacuümverpakking.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Bovenop het communautaire grafische symbool en de wettelijk voorgeschreven informatie, moeten op het etiket, in duidelijke en leesbare drukletters, de volgende vermeldingen worden aangebracht:

het opschrift „Ricotta Romana” in duidelijk leesbare, onuitwisbare, grotere lettertekens die goed kunnen worden onderscheiden van de andere opschriften, gevolgd door de aanduiding „Denominazione Origine Protetta (DOP)”;

naam, firmanaam en adres van het productie- en/of verpakkingsbedrijf;

het logo van het product.

Op het etiket mogen geen andere kwalificaties voorkomen dan de aanduidingen die zijn vastgesteld in het productdossier. Dit geldt eveneens voor lovende bijvoeglijke naamwoorden zoals „fine” (fijn), „scelta” (uitgelezen), „selezionata” (geselecteerd), „superiore” (superieur), „genuina” (echt) en dergelijke. Wel mogen verwijzingen naar individuele handelsmerken worden gebruikt, mits deze niet in lovende bewoordingen zijn gesteld en de consument niet kunnen misleiden, alsmede de vermelding van de naam van het bedrijf waarvan het product afkomstig is en andere waarheidsgetrouwe en documenteerbare verwijzingen die krachtens de communautaire, nationale of regionale wetgeving zijn toegestaan en niet in strijd zijn met het doel en de inhoud van het productdossier.

De naam „Ricotta Romana” wordt in het Italiaans vermeld.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

De wei is verkregen uit volle schapenmelk, die afkomstig moet zijn uit de regio Lazio. De bewerking en verwerking tot „Ricotta Romana” en de verpakking ervan moeten plaatsvinden op het grondgebied van de regio Lazio.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Het grondgebied van de regio Lazio wordt qua klimaat en bodemgesteldheid gekenmerkt door verschillende soorten gebergte (kalkrotsen, vulkanisch gebergte, heuvels, alluviale vlakten), een gemiddelde jaartemperatuur van 13 tot 16 °C, een jaarlijkse neerslag van minimaal 650 mm langs de zeekust, 1 000 tot 1 500 mm op de vlakten landinwaarts en 1 800 tot 2 000 mm ter hoogte van de Terminillo en de Simbruini.

Dit maakt het grondgebied uitermate geschikt voor het stressvrij fokken van schapen.

De schapen kunnen namelijk op natuur- en grasweiden grazen, wat ten goede komt aan de kwaliteit van de voor de kaasbereiding gebruikte melk en daardoor ook aan de kwaliteit en de homogeniteit van het product.

Er zij op gewezen dat er in de regio Lazio meer dan 440 000 schapen worden gehouden die per jaar ongeveer 600 000 hectoliter schapenmelk produceren.

5.2.   Specificiteit van het product:

„Ricotta Romana” vertoont de volgende kenmerken:

heel fijne, klonterige structuur;

diepere kleur dan het uit wei van koemelk verkregen product;

lichtzoete melksmaak.

Bovengenoemde kwalitatieve kenmerken houden verband met:

het lactosegehalte van ten minste 3,55 % van de wei van volle schapenmelk; de „zoete” smaak is te danken aan het feit dat de melkschapen zich voeden op natuurweiden, weilanden en grasland in de regio Lazio;

het feit dat tijdens de bewerking geen zuurteregelaars aan de melkwei zijn toegevoegd.

Het aldus verkregen product, de „Ricotta Romana”, heeft dan ook een karakteristieke lichtzoete smaak die het van alle andere soorten ricotta onderscheidt.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

Door de combinatie van de voeding van de schapen en de gunstige houderijomstandigheden, zoals de traditionele trek naar graasweiden in de bergen en de heuvels tijdens de zomer, waardoor de dieren aan de hitte van de laagvlakte kunnen ontsnappen en derhalve ook aan eventuele omgevings- en voedingsstress, wordt melk van hoge kwaliteit geproduceerd waaruit een karakteristieke ricotta wordt verkregen.

De historische aanwezigheid van de „Ricotta Romana” op markten in de hele regio Lazio is vastgelegd in de marktberichten van de Kamers van Koophandel van Rome (1922-1965), Viterbo (1949-1973), Frosinone (1955-1973) en Latina (1951-1977). Uit de gegevens van de Goederenbeurs van de Kamer van Koophandel van Rome, die de prijsontwikkeling van het product in de periode 1952-1998 te zien geven, kan het belang van het product voor de economie van het geografische gebied worden opgemaakt. Er zijn talrijke verwijzingen van sociale en economische aard, zoals de aanwezigheid van producenten die zich sinds jaren bezighouden met deze productie. Zo blijkt uit informatie van een bedrijfsleider in Castel di Guido dat zijn bedrijf in 1969 3 500 liter schapenmelk produceerde; blijkens de door de schapenhouder en de bedrijfsleider ondertekende boekhouding over de jaren 1958, 1960 en 1965 werd een deel daarvan in de rauwe staat verkocht en werd een deel gebruikt voor de bereiding van de „Ricotta Romana”; in de boekhouding van het bedrijf Gasparri is de prijs per kilogram aangegeven, alsook de totale hoeveelheid „Ricotta Romana” die is geproduceerd tussen 1907 (70 cent per kg tot 15 maart en 45 cent per kg na 15 maart, met een totale productie van 850 kg) en 1924 (totale productie 932,5 kg).

Voorts zijn er talrijke historische en folkloristische verwijzingen die getuigen van het verband van dit product met het geografische gebied. Een belangrijke historische verwijzing is „Vita di pastori nella Campagna Romana” van Trinchieri (1953), waarin de technieken voor de productie van „Ricotta Romana” worden beschreven. Een folkloristische verwijzing is onder andere het boerenfeest van de „Attozzata” (ricotta van schapenmelk), dat reeds een 30-tal jaar lang wordt gehouden in de gemeente Barbarano Romano (VT).

Ricotta Romana wordt niet alleen puur geconsumeerd, maar wordt ook als ingrediënt in een groot aantal traditionele gerechten van de regio Lazio gebruikt.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

De bevoegde instantie heeft de nationale procedure voor de indiening van bezwaarschriften ingeleid met de bekendmaking van het voorstel tot erkenning van de beschermde oorsprongsbenaming „Ricotta Romana” in het Staatsblad van de Italiaanse Republiek (Gazzetta Ufficiale della Repubblica Italiana) nr. 26 van 31 januari 2008. De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd via de volgende link:

op de volgende internetsite:

http://www.politicheagricole.it/DocumentiPubblicazioni/Search_Documenti_Elenco.htm?txtTipoDocumento=Disciplinare%20in%20esame%20UE&txtDocArgomento=Prodotti%20di%20Qualit%E0>Prodotti%20Dop,%20Igp%20e%20Stg

ofwel:

door rechtstreeks de homepage van de website van het Italiaanse ministerie van Landbouw (http://www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op „Prodotti di Qualità” (aan de linkerkant van het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all'esame dell'UE [regolamento (CE) n. 510/2006]”.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


Rectificaties

20.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 101/26


Rectificatie van de bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

( Publicatieblad van de Europese Unie C 157 van 10 juli 2009 )

2010/C 101/11

Bladzijde 14, punt 3.2, derde alinea:

in plaats van:

„De kleurwaarde van het meel moet hoger zijn dan of gelijk zijn aan 75. De kleur van het meel wordt gemeten op een schaal van 0 tot 100 (hoe lager deze L-waarde (1), hoe gekleurder het meel). „Farine de blé noir de Bretagne” (Bretoens boekweit, „zwart graan”) is sterk gekleurd.”,

te lezen:

„De kleurwaarde van het meel is minstens gelijk aan 75 en hoogstens gelijk aan 90. De kleur van het meel wordt gemeten op een schaal van 0 tot 100 (hoe lager deze L-waarde (1), hoe gekleurder het meel). In vergelijking met meel van andere productiegebieden is „Farine de blé noir de Bretagne” (Bretoens boekweit, „zwart graan”) sterk gekleurd.”.

Bladzijde 16, punt 5.2, laatste alinea:

in plaats van:

„Dit product vormt de voedingsbasis van de bevolking van het gebied aangezien het Bretoense boekweit bestemd was voor de bereiding van „crêpes” (dunne flensjes) en galettes (platte ronde pannenkoeken).”,

te lezen:

„Dit product vormde de voedingsbasis van de bevolking van het gebied aangezien het Bretoense boekweit bestemd was voor de bereiding van „crêpes” (dunne flensjes) en galettes (platte ronde pannenkoeken).”.

Bladzijde 17, onder „Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:”:

in plaats van:

„http://www.inao.gouv.fr/repository/editeur/pdf/IGP2008/cdchFarinedeBleNoirdeBretagnesept2008.pdf”,

te lezen:

„https://www.inao.gouv.fr/fichier/CDCIGPFarinedeBleNoirdeBretagne.pdf”.