ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2010.072.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 72

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

53e jaargang
20 maart 2010


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

ADVIEZEN

 

Europese Commissie

2010/C 072/01

Advies van de Commissie van 19 maart 2010 overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag betreffende het gewijzigde plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen van de Magnox-splijtstofbehandelingsinstallatie op de Sellafieldlocatie in het Verenigd Koninkrijk

1

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 072/02

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

2

2010/C 072/03

Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

6

2010/C 072/04

Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

7

2010/C 072/05

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.5729 — Bank of America/Barclays Bank/DSI International) ( 1 )

9

2010/C 072/06

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.5638 — Huntsman/Tronox Assets) ( 1 )

9

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 072/07

Wisselkoersen van de euro

10

 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2010/C 072/08

Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

11

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2010/C 072/09

Steunmaatregelen van de staten — Griekenland — Steunmaatregel C 3/10 (ex NN 39/09) — In 2008 en 2009 door de Organismos Ellenikon Georgikon Asfaliseon (ELGA) verrichte compensatiebetalingen — Uitnodiging om opmerkingen te maken overeenkomstig artikel 108, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

12

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2010/C 072/10

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

20

 

Rectificaties

2010/C 072/11

Rectificatie van de uitnodiging tot het indienen van voorstellen 2010 — Oefeningen, mechanisme voor civiele bescherming van de Unie (PB C 60 van 11.3.2010)

25

 

2010/C 072/12

Bericht aan de lezer (zie bladzijde 3 van de omslag)

s3

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

ADVIEZEN

Europese Commissie

20.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/1


ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 19 maart 2010

overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag betreffende het gewijzigde plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen van de Magnox-splijtstofbehandelingsinstallatie op de Sellafieldlocatie in het Verenigd Koninkrijk

(Alleen de Engelse tekst is authentiek)

2010/C 72/01

Op 17 september 2009 heeft de Europese Commissie overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag van de Britse regering algemene gegevens ontvangen betreffende het gewijzigde plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen van de Magnox-splijtstofbehandelingsinstallatie op de Sellafieldlocatie in het Verenigd Koninkrijk.

Op basis van deze algemene gegevens en de aanvullende door de Commissie op 17 september 2009 opgevraagde en door de Britse autoriteiten op 14 december 2009 verstrekte informatie brengt de Commissie, na raadpleging van de groep van deskundigen, het volgende advies uit:

1.

de afstand tussen de Magnox-splijtstofbehandelingsinstallatie en het dichtste punt in een andere lidstaat, in dit geval Ierland, bedraagt 180 km;

2.

de geplande wijziging houdt uitsluitend een verhoging in van de toegestane grenswaarde voor de emissie van Antimoon-125 in de lucht;

3.

bij een normale exploitatie veroorzaakt de geplande wijziging voor inwoners van andere lidstaten geen voor de volksgezondheid in andere lidstaten significante blootstelling aan straling;

4.

in het geval van een niet-geplande lozing van radioactieve effluenten ten gevolge van een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de oorspronkelijke algemene gegevens, zijn de door de bevolking in andere lidstaten opgelopen stralingsdoses naar verwachting onbetekenend voor de volksgezondheid.

Concluderend is de Commissie van mening dat de uitvoering van het gewijzigde plan voor de verwijdering van radioactieve afvalstoffen van de Magnox-splijtstofbehandelingsinstallatie op de Sellafieldlocatie in het Verenigd Koninkrijk, zowel bij normale bedrijfsvoering als bij een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, niet het risico doet ontstaan van radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 maart 2010.

Voor de Commissie

Günther OETTINGER

Lid van de Commissie


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

20.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/2


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 72/02

Datum waarop het besluit is genomen

20.11.2009

Referentienummer staatssteun

N 282/09

Lidstaat

Nederland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Onderzoekfonds aanvoersector

Rechtsgrondslag

Verordening financiering onderzoeksprojecten aanvoersector 2008; Instellingsbesluit Productschap Vis; Wet op de bedrijfsorganisatie; Verordening tot instelling van een fonds voor de aanvoersector 2007

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Steun voor onderzoek en ontwikkeling

Vorm van de steun

Individuele subsidies en vergoeding van kosten

Begrotingsmiddelen

Ca. 146 000 EUR per jaar

Maximale steunintensiteit

Max. 100 %

Looptijd (periode)

Onbeperkt

Economische sectoren

Visserij

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Productschap Vis

Postbus 72

2280 AB Rijswijk

NEDERLAND

Andere informatie

Jaarverslag

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

20.11.2009

Referentienummer staatssteun

N 283/09

Lidstaat

Nederland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Onderzoek- en projectenfonds groothandelssector

Rechtsgrondslag

Verordening financiering projecten groothandelsector 2008; Instellingsbesluit Productschap Vis; Wet op de bedrijfsorganisatie; Verordening tot instelling van een fonds voor de groothandelssector 2007

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Steun voor onderzoek en ontwikkeling en steun voor voorlichtingsactiviteiten

Vorm van de steun

Individuele subsidies en vergoeding van kosten

Begrotingsmiddelen

Ca. 265 000 EUR per jaar

Maximale steunintensiteit

Max. 100 %

Looptijd (periode)

Onbeperkt

Economische sectoren

Visserij

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Productschap Vis

Postbus 72

2280 AB Rijswijk

NEDERLAND

Andere informatie

Jaarverslag

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

27.8.2009

Referentienummer staatssteun

N 369/09

Lidstaat

Duitsland

Regio

Freistaat Sachsen

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Produktionsschulorientierte Qualifizierungs- und Beschäftigungsvorhaben für benachteiligte junge Menschen

Rechtsgrondslag

Richtlinie des Sächsischen Staatsministeriums für Soziales und des Sächsischen Staatsministeriums für Umwelt und Landwirtschaft

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Werkgelegenheid

Vorm van de steun

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 2,5 miljoen EUR; Totaal van de voorziene steun: 5 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

Maatregel die geen steun vormt

Looptijd (periode)

1.9.2009-31.8.2011

Economische sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Sächsisches Staatsministerium für Wirtschaft und Arbeit

Wilhelm-Buck-Str. 2

01097 Dresden

DEUTSCHLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

26.11.2009

Referentienummer staatssteun

N 575/09

Lidstaat

Spanje

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Prórroga del régimen N 308/08 de ayudas a la reestructuración de PYME en crisis en la Región de Murcia, España

Rechtsgrondslag

Ley 38/2003 de 17 de noviembre de 2003, Real Decreto 887/2006 de 21 de julio de 2006, Ley 7/2005 de 28 de noviembre de 2005 y Ley 9/2006 de 23 de noviembre de 2006.

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Herstructurering van ondernemingen in moeilijkheden

Vorm van de steun

Garantie, Zachte lening, Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 20 miljoen EUR; Totaal van de voorziene steun: 60 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

10.10.2009-31.12.2012

Economische sectoren

Alle sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Instituto de Fomento de la región de Murcia

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

17.12.2009

Referentienummer staatssteun

N 677/09

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Prolongation of the financial support measures to the banking industry in the UK

Rechtsgrondslag

Common Law Powers of the Treasury supported by section 228 of the Banking Act 2009

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Opheffing van een ernstige verstoring van de economie

Vorm van de steun

Garantie, Andere kapitaalmaatregelen

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 300 000 miljoen GBP

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

1.1.2010-28.2.2010

Economische sectoren

Beperkt tot de financiële dienstverlening

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

The Commissioners of Her Majesty's Treasury

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


20.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/6


Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 72/03

Datum waarop het besluit is genomen

20.11.2009

Referentienummer staatssteun

N 349/09

Lidstaat

Ierland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Credit Institutions Eligible Liabilities Guarantee Scheme

Rechtsgrondslag

The Credit Institutions (Financial Support) Act 2008 as amended

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Opheffing van een ernstige verstoring van de economie

Vorm van de steun

Garantie

Begrotingsmiddelen

[…] (1)

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

1.12.2009-1.6.2010

Economische sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

The Minister, acting on behalf of the Government, in accordance with the Act

Department of Finance

Government Building

Upper Merrion Street

Dublin 2

IRELAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


(1)  Zakengeheim


20.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/7


Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 72/04

Datum waarop het besluit is genomen

9.2.2010

Referentienummer staatssteun

N 692/09

Lidstaat

Nederland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Subsidieregeling innovatieve zeescheepsbouw

Rechtsgrondslag

Kaderwet EZ-subsidies; Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten.

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Innovatie

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven 20 mln EUR; Totaal van de voorziene steun 60 mln EUR

Maximale steunintensiteit

20 %

Looptijd (periode)

1.1.2010-31.12.2011

Economische sectoren

Beperkt tot de scheepsbouw

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministerie van Economische Zaken

Bezuidenhoutseweg 30

Postbus 20101

2500 EC Den Haag

NEDERLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

2.2.2010

Referentienummer staatssteun

N 2/10

Lidstaat

Spanje

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Régimen de ayuda de salvamento y reestructuración de empresas en crisis en la Comunidad de Castilla y León

Rechtsgrondslag

Orden EYE/519/2009 de 5 de marzo de 2009; Orden EYE/2228/2009 de 30 de noviembre de 2009.

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Redding van ondernemingen in moeilijkheden, Herstructurering van ondernemingen in moeilijkheden

Vorm van de steun

Zachte lening, Garantie, Rentesubsidie

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven 20 mln EUR; Totaal van de voorziene steun 60 mln EUR

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

10.10.2009-9.10.2012

Economische sectoren

Energie, Beperkt tot de motorvoertuigenindustrie, Beperkt tot de textielsector

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Agencia de Inversiones y Servicios

C/ Jacinto Benavente, 2

47195 Arroyo de la Encomienda, Valladolid

ESPAÑA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


20.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/9


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.5729 — Bank of America/Barclays Bank/DSI International)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 72/05

Op 25 februari 2010 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de Eur-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32010M5729. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


20.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/9


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.5638 — Huntsman/Tronox Assets)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 72/06

Op 18 december 2009 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de Eur-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32009M5638. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

20.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/10


Wisselkoersen van de euro (1)

19 maart 2010

2010/C 72/07

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3548

JPY

Japanse yen

122,86

DKK

Deense kroon

7,4409

GBP

Pond sterling

0,89450

SEK

Zweedse kroon

9,6775

CHF

Zwitserse frank

1,4374

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,9730

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,365

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

262,70

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7079

PLN

Poolse zloty

3,8795

RON

Roemeense leu

4,0820

TRY

Turkse lira

2,0776

AUD

Australische dollar

1,4727

CAD

Canadese dollar

1,3666

HKD

Hongkongse dollar

10,5128

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,9045

SGD

Singaporese dollar

1,8906

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 534,66

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,8958

CNY

Chinese yuan renminbi

9,2486

HRK

Kroatische kuna

7,2600

IDR

Indonesische roepia

12 336,82

MYR

Maleisische ringgit

4,4753

PHP

Filipijnse peso

61,698

RUB

Russische roebel

39,6750

THB

Thaise baht

43,731

BRL

Braziliaanse real

2,4302

MXN

Mexicaanse peso

16,9574

INR

Indiase roepie

61,6500


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

20.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/11


Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

2010/C 72/08

1.   Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) maakt de Europese Commissie bekend dat de hieronder vermelde antidumpingmaatregelen op de in de onderstaande tabel vermelde datum zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoek wordt geopend overeenkomstig de volgende procedure.

2.   Procedure

De producenten van de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om een nieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsmateriaal bevatten dat bij het vervallen van de maatregelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijnlijk is.

Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokken maatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten van de Unie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om een nieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen of te becommentariëren.

3.   Termijn

De producenten van de Unie kunnen een schriftelijk verzoek tot opening van een nieuw onderzoek indienen, dat de Europese Commissie, directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92, 1049 Brussel, BELGIË (2), ten minste drie maanden voor de in de onderstaande tabel vermelde datum moet ontvangen.

4.   Dit bericht wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009.

Product

Land(en) van oorsprong of van uitvoer

Maatregelen

Referentie

Vervaldatum

Gietstukken

Volksrepubliek China

Antidumpingrecht

Verordening (EG) nr. 1212/2005 van de Raad (PB L 199 van 29.7.2005, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 500/2009 van de Raad (PB L 151 van 16.6.2009, blz. 6)

30.7.2010

Verbintenis

Besluit 2006/109/EG van de Commissie (PB L 47 van 17.2.2006, blz. 59)


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  Fax +32 22956505.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

20.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/12


STEUNMAATREGELEN VAN DE STATEN — GRIEKENLAND

Steunmaatregel C 3/10 (ex NN 39/09) — In 2008 en 2009 door de Organismos Ellenikon Georgikon Asfaliseon (ELGA) verrichte compensatiebetalingen

Uitnodiging om opmerkingen te maken overeenkomstig artikel 108, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

2010/C 72/09

De Commissie heeft Griekenland bij schrijven van 27 januari. 2010, dat na deze samenvatting in de authentieke taal is weergegeven, in kennis gesteld van haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 108, lid 2, VWEU ten aanzien van de bovengenoemde steunregeling.

Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen kenbaar maken door deze binnen één maand vanaf de datum van bekendmaking van deze samenvatting en het daaropvolgende schrijven te zenden aan:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling

Directoraat M. Landbouwwetgeving

Eenheid M.2. Mededinging

Wetstraat 130 5/94

1049 Brussel

BELGIË

Fax +32 22967672

Deze opmerkingen zullen ter kennis van Griekenland worden gebracht. Een belanghebbende die opmerkingen maakt, kan, met opgave van redenen, schriftelijk verzoeken om vertrouwelijke behandeling van zijn identiteit.

SAMENVATTING

1.   PROCEDURE

(1)

Nadat de Commissie via de pers weet had gekregen van de betrokken steun, werd op 4 februari 2009 een bilaterale vergadering met de Griekse autoriteiten gehouden. Na die vergadering hebben de Griekse autoriteiten gegevens toegestuurd bij brief van 9 februari 2009, die op dezelfde dag is geregistreerd.

(2)

Bij brieven van 23 februari 2009, 4 mei 2009, 13 juli 2009 en 14 september 2009 heeft de Commissie Griekenland om inlichtingen over deze maatregelen verzocht. De Griekse autoriteiten hebben de diensten van de Commissie geantwoord bij brieven van 20 maart 2009, geregistreerd op 24 maart 2009, van 16 juni 2009, geregistreerd op 22 juni 2009, van 18 augustus 2009, geregistreerd op 19 augustus 2009 en van 16 november 2009, geregistreerd op 23 november 2009.

2.   BESCHRIJVING VAN DE MAATREGEL

(3)

Het interministerieel besluit van 30 januari 2009 voorzag in vergoedingen ten bedrage van 425 miljoen EUR die de Organismos Ellenikon Georgikon Asfaliseon (Griekse organisatie voor landbouwverzekeringen — hieronder ELGA) aan telers moest uitbetalen voor schade die sommige plantaardige teelten als gevolg van de slechte weersomstandigheden hadden opgelopen. In hun toelichtingen over deze steun hebben de Griekse autoriteiten verduidelijkt dat de betrokken vergoedingen in 2009 aan de telers zijn betaald.

(4)

Volgens de gegevens die de Griekse autoriteiten over deze maatregel hebben verstrekt, haalde ELGA in 2008 zijn inkomsten ten belope van 88 353 000 EUR uit bijzondere verzekeringsbijdragen die de telers moesten betalen om deel te hebben aan het verzekeringsstelsel van ELGA, dat landbouwbedrijven een minimumbescherming tegen natuurlijke risico's biedt, en ten belope van 444 miljoen EUR uit een lening die ELGA voornamelijk had afgesloten om de telers in 2008 vergoedingen ten bedrage van 386 986 648 EUR te betalen voor de door de verzekering gedekte schadegevallen.

(5)

Om de betrokken schadevergoedingen te betalen heeft ELGA bij een bank twee leningen afgesloten met waarborg van de Griekse staat. De eerste lening van 444 miljoen EUR betreft de in 2008 betaalde schadevergoedingen en zal van 2009 tot en met 2018 worden terugbetaald en de tweede lening van 425 miljoen EUR betreft de in 2009 betaalde schadevergoedingen en zal van 2010 tot en met 2019 worden terugbetaald.

3.   VOORLOPIGE BEOORDELING

(6)

Op basis van de informatie waarover de Commissie beschikt, komt zij in dit stadium tot de conclusie dat de betrokken maatregelen onder artikel 107, lid 1, VWEU vallen en als staatssteun moeten worden aangemerkt. De steun is immers toegekend aan landbouwbedrijven die actief zijn op een concurrentiële markt. Bovendien is deze steun toegekend uit staatsmiddelen, aangezien ELGA, de instantie die de steun heeft verleend, een privaatrechtelijke rechtspersoon is die volledig in handen van de staat is en waarvan de dienstverrichtingen met staatsmiddelen worden bekostigd (1).

(7)

Voorts vormen de door ELGA aan de landbouwers betaalde schadevergoedingen een financieel voordeel voor de begunstigden. De selectiviteit van de maatregel vloeit voort uit het feit dat de schadevergoedingen van ELGA slechts voor bepaalde landbouwproducties worden uitgekeerd.

Voor zover de schadevergoedingen die ELGA in het kader van het verplichte verzekeringsstelsel heeft betaald, zijn gefinancierd uit de bijzondere verzekeringsbijdragen, kan worden aangenomen dat zij geen onverschuldigd voordeel aan de begunstigden hebben opgeleverd. In het voorliggende geval zijn de schadevergoedingen die in 2008 aan de telers zijn betaald (386 986 648 EUR) en die welke in 2009 zijn betaald en zijn gefinancierd uit de lening van 425 miljoen EUR en uit de verplichte bijzondere verzekeringsbijdragen van 2009, evenwel slechts gedeeltelijk gefinancierd uit de verplichte bijzondere verzekeringsbijdragen (in 2008 liepen deze bijdragen op tot 88 353 000 EUR; het bedrag van de bijdragen voor 2009 is nog niet bekend, maar ligt wellicht in dezelfde orde van grootte als dat van 2008).

(8)

Uit de gegevens die de Griekse autoriteiten hebben verstrekt over de stand van de jaarlijkse rente- en afschrijvingstranches voor de twee leningen die ELGA heeft aangegaan om de betrokken schadevergoedingen te betalen, kan niet anders dan worden afgeleid dat ELGA niet in staat zal zijn om die jaartranches via de bijzondere verzekeringsbijdragen van de telers in een periode van tien jaar terug te betalen. Bovendien hebben de Griekse autoriteiten laten weten dat zij overwegen het percentage van de bijzondere verzekeringsbijdrage op te trekken om de inkomsten van ELGA te verhogen. De gegevens die over de verhoging van de inkomsten van ELGA zijn verstrekt, zijn evenwel niet precies genoeg om te kunnen concluderen dat een dergelijke verhoging zal volstaan om de betrokken leningen terug te betalen en de telers tijdens de betrokken jaren een schadevergoeding te betalen.

(9)

Daarom concludeert de Commissie in dit stadium dat de schadevergoedingen die ELGA in 2008 en 2009 in het kader van het verplichte verzekeringsstelsel heeft uitbetaald, onder artikel 107, lid 1, VWEU vallen en staatssteun vormen wat de delen betreft die niet zijn gefinancierd met inkomsten uit de verplichte bijzondere bijdragen.

(10)

Aangezien de steun is toegekend en betaald zonder vooraf te zijn aangemeld, gaat het om onrechtmatige steun in de zin van artikel 1, onder f), van Verordening (EG) nr. 659/1999.

(11)

In dit stadium kan de Commissie niet concluderen dat de steun verenigbaar is. Aangezien de Griekse autoriteiten staande hebben gehouden dat de betrokken maatregelen geen staatssteun vormen, beschikt de Commissie in dit stadium niet over de nodige gegevens om te kunnen nagaan of de steun verenigbaar is met de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (2). Het gaat hierbij meer bepaald om hoofdstuk V.B van de richtsnoeren: steun ter vergoeding van schade aan de landbouwproductie of aan de landbouwproductiemiddelen.

(12)

Aangezien de Griekse autoriteiten geen enkele andere rechtsgrond hebben aangevoerd, valt in dit stadium niet uit te sluiten dat de steun moet worden beschouwd als exploitatiesteun, anders gezegd steun die erop gericht is de landbouwbedrijven te vrijwaren van kosten die zij zelf normaliter voor het dagelijks beheer of de normale bedrijfsvoering hadden moeten dragen. Dergelijke steun moet in beginsel als onverenigbaar met de interne markt worden beschouwd.

(13)

Daarom betwijfelt de Commissie, op basis van de informatie waarover zij beschikt en na haar voorlopige beoordeling, of de door ELGA in 2008 en 2009 betaalde schadevergoedingen met de interne markt verenigbaar zijn en heeft zij besloten de procedure van artikel 108, lid 2, VWEU in te leiden. Overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad moet elke onrechtmatige steun die als onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is aangemerkt, van de begunstigde worden teruggevorderd, tenzij dit in strijd zou zijn met een algemeen beginsel van het Gemeenschapsrecht.

TEKST VAN DE BRIEF

„Δια της παρούσης, η Επιτροπή έχει την τιμή να ενημερώσει την Ελλάδα ότι αφού εξέτασε τις πληροφορίες που διέθεσαν οι αρχές σας σχετικά με το μέτρο που αναφέρεται στο θέμα, αποφάσισε να κινήσει τη διαδικασία που προβλέπεται στο άρθρο 108 παράγραφος 2 της συνθήκης για τη λειτουργία της Ευρωπαϊκής Ένωσης (ΣΛΕΕ) (3).

1.   ΔΙΑΔΙΚΑΣIΑ

(1)

Σε συνέχεια της ενημέρωσης της Επιτροπής από τον Τύπο για τις αντισταθμιστικές πληρωμές ύψους 425 εκατ. ευρώ που προβλέπεται να καταβληθούν από τον Οργανισμό Ελληνικών Γεωργικών Ασφαλίσεων (εφεξής Ε.Λ.Γ.Α.) μετά από διαμαρτυρίες μεγάλου αριθμού γεωργών στην Ελλάδα τον Ιανουάριο του 2009 λόγω των ζημιών που υπέστησαν κατά τη διάρκεια του έτους 2008 εξαιτίας δυσμενών καιρικών συνθηκών, στις 4 Φεβρουαρίου 2009 πραγματοποιήθηκε διμερής συνάντηση με τις ελληνικές αρχές. Μετά τη συνάντηση αυτή, οι ελληνικές αρχές διαβίβασαν πληροφορίες σχετικά με το εν λόγω μέτρο με επιστολή της 9ης Φεβρουαρίου 2009, η οποία πρωτοκολλήθηκε αυθημερόν.

(2)

Με επιστολή της με ημερομηνία 23 Φεβρουαρίου 2009, η Επιτροπή ζήτησε συμπληρωματικές πληροφορίες. Ειδικότερα, ζήτησε από τις ελληνικές αρχές να διαθέσουν στην Επιτροπή στοιχεία σχετικά με τους πόρους του Ε.Λ.Γ.Α. που προέρχονται από τα έσοδα της ειδικής ασφαλιστικής εισφοράς για το έτος 2008, καθώς και στοιχεία σχετικά με τα ποσά που καταβλήθηκαν από τον Ε.Λ.Γ.Α. για το έτος 2008 στο πλαίσιο της ασφαλιστικής κάλυψης.

(3)

Οι ελληνικές αρχές απάντησαν με επιστολή με ημερομηνία 20 Μαρτίου 2009, η οποία πρωτοκολλήθηκε στις 24 Μαρτίου 2009. Με την ανωτέρω επιστολή, οι ελληνικές αρχές απάντησαν στο σχετικό αίτημα της Επιτροπής ότι για τις εν λόγω αντισταθμιστικές πληρωμές ο Ε.Λ.Γ.Α. είχε συνάψει δάνειο ύψους 425 εκατ. ευρώ καθώς και ένα ακόμη δάνειο ύψους 444 εκατ. ευρώ, μεγάλο μέρος του οποίου είχε ως στόχο την καταβολή αποζημιώσεων κατά τη διάρκεια του έτους 2008 για ζημίες στη φυτική παραγωγή και το ζωικό κεφάλαιο, οι οποίες προκλήθηκαν επίσης από αίτια που καλύπτονται από τον Ε.Λ.Γ.Α. Οι υπηρεσίες της Επιτροπής ζήτησαν συμπληρωματικές πληροφορίες με επιστολή τους με ημερομηνία 4 Μαΐου 2009. Με την εν λόγω επιστολή, οι υπηρεσίες της Επιτροπής έδωσαν στις ελληνικές αρχές προθεσμία 10 εργάσιμων ημερών ώστε να απαντήσουν, επισημαίνοντας ότι αν δεν υπάρξει απάντηση εκ μέρους των αρχών επιφυλάσσονταν να προτείνουν στην Επιτροπή να αποστείλει διαταγή παροχής πληροφοριών δυνάμει του άρθρου 10 παράγραφος 3 του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 659/1999 του Συμβουλίου της 22ας Μαρτίου 1999 για τη θέσπιση λεπτομερών κανόνων εφαρμογής του άρθρου 93 (κατόπιν άρθρο 88) της συνθήκης ΕΚ (4).

(4)

Η Μόνιμη Αντιπροσωπεία της Ελλάδας στην Ευρωπαϊκή Ένωση, αφού απέστειλε επιστολή με ημερομηνία 27 Μαΐου 2009, η οποία πρωτοκολλήθηκε στις 28 Μαΐου 2009, ζητώντας συμπληρωματική προθεσμία 5 εργάσιμων ημερών, την οποία οι υπηρεσίες της Επιτροπής αποδέχθηκαν, κοινοποίησε στην Επιτροπή την απάντηση των ελληνικών αρχών με επιστολή της με ημερομηνία 16 Ιουνίου 2009, η οποία πρωτοκολλήθηκε στις 22 Ιουνίου 2009. Με επιστολή τους με ημερομηνία 13 Ιουλίου 2009, οι υπηρεσίες της Επιτροπής ενημέρωσαν τις ελληνικές αρχές ότι το μέτρο των αποζημιώσεων ύψους 425 εκατ. ευρώ για το έτος 2009 είχε καταχωρηθεί ως καταγγελία αριθ. CP 196/2009 και ότι το μέτρο των αποζημιώσεων ύψους 444 εκατ. ευρώ που καταβλήθηκαν το 2008 είχε θεωρηθεί, ως προς το τμήμα που αφορούσε τις αποζημιώσεις για ζημίες που προκλήθηκαν από αίτια που καλύπτονται από τον Ε.Λ.Γ.Α., ως παράνομη ενίσχυση κατά την έννοια του άρθρου 2 στ) του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 659/1999 του Συμβουλίου (5) και είχε καταχωρηθεί με αριθμό NN 39/09. Με την ανωτέρω επιστολή, η Επιτροπή ζήτησε πληροφορίες δίνοντας προθεσμία 15 εργάσιμων ημερών από την ημερομηνία αποστολής της εν λόγω επιστολής.

(5)

Με επιστολή τους με ημερομηνία 22 Ιουλίου 2009, οι ελληνικές αρχές ζήτησαν παράταση της προθεσμίας αποστολής απάντησης έως τις 17 Αυγούστου 2009, την οποία η Επιτροπή παραχώρησε με επιστολή της 24ης Ιουλίου 2009. Μετά την επιστολή απάντησης που απέστειλαν οι ελληνικές αρχές με ημερομηνία 18 Αυγούστου 2009, η οποία πρωτοκολλήθηκε στις 19 Αυγούστου 2009, οι υπηρεσίες της Επιτροπής ζήτησαν συμπληρωματικές πληροφορίες με επιστολή τους με ημερομηνία 14 Σεπτεμβρίου 2009 ορίζοντας προθεσμία απάντησης 10 εργάσιμων ημερών από την ημερομηνία αποστολής της εν λόγω επιστολής. Με την ανωτέρω επιστολή η Επιτροπή ενημέρωνε επίσης τις ελληνικές αρχές ότι, βάσει των πληροφοριών που είχαν παρασχεθεί από αυτές, σύμφωνα με τις οποίες οι αποζημιώσεις ύψους 425 εκατ. ευρώ για το έτος 2009 είχαν καταβληθεί στους δικαιούχους γεωργούς, οι εν λόγω αποζημιώσεις είχαν καταχωρηθεί επίσης ως παράνομη ενίσχυση κατά την έννοια του άρθρου 2 στ) του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 659/1999 του Συμβουλίου, επίσης με αριθμό NN 39/09.

(6)

Οι ελληνικές αρχές, με μήνυμά τους ηλεκτρονικού ταχυδρομείου με ημερομηνία 16 Σεπτεμβρίου 2009 ζήτησαν παράταση της προθεσμίας απάντησης έως τις 15 Οκτωβρίου 2009, την οποία έδωσαν οι υπηρεσίες της Επιτροπής και, στη συνέχεια, με επιστολή τους με ημερομηνία 12 Οκτωβρίου 2009, η οποία πρωτοκολλήθηκε αυθημερόν, ζήτησαν νέα παράταση της προθεσμίας απάντησης. Κατόπιν διμερούς συνάντησης με τις ελληνικές αρχές στις 19 Οκτωβρίου 2009, η Επιτροπή συναίνεσε σε νέα παράταση της προθεσμίας υποβολής συμπληρωματικών πληροφοριών έως τις 16 Νοεμβρίου 2009. Οι ελληνικές αρχές απέστειλαν συμπληρωματικές πληροφορίες με επιστολή τους με ημερομηνία 16 Νοεμβρίου 2009, η οποία πρωτοκολλήθηκε στις 23 Νοεμβρίου 2009.

2.   ΠΕΡΙΓΡΑΦH ΤΟΥ ΜEΤΡΟΥ

(7)

Με τον εθνικό νόμο αριθ. 1790/1988, σχετικά με την οργάνωση και λειτουργία Οργανισμού Ελληνικών Γεωργικών Ασφαλίσεων και άλλες διατάξεις, ιδρύεται οργανισμός κοινής ωφέλειας με την επωνυμία “Οργανισμός Ελληνικών Γεωργικών Ασφαλίσεων (Ε.Λ.Γ.Α.)”. Ο Ε.Λ.Γ.Α. αποτελεί νομικό πρόσωπο ιδιωτικού δικαίου και ανήκει εξ ολοκλήρου στο Δημόσιο. Τελεί υπό την εποπτεία του Υπουργού Γεωργίας σύμφωνα με τις διατάξεις του προαναφερθέντος νόμου.

Σκοπός του Ε.Λ.Γ.Α. είναι ειδικότερα η ασφάλιση της φυτικής και ζωικής παραγωγής και του φυτικού και ζωικού κεφαλαίου των αγροτικών εκμεταλλεύσεων για ζημίες από φυσικούς κινδύνους.

Σύμφωνα με το άρθρο 3α (6) του προαναφερθέντος νόμου, το καθεστώς ασφάλισης στον Ε.Λ.Γ.Α. είναι υποχρεωτικό και περιλαμβάνει φυσικούς κινδύνους και ειδικότερα την πλημμύρα, την ανεμοθύελλα, τον παγετό και το υπερβολικό ψύχος, το χιόνι, το χαλάζι, τις υψηλές θερμοκρασίες και την ηλιακή ακτινοβολία, τις υπερβολικές ή άκαιρες βροχοπτώσεις, την ξηρασία, τις εντομολογικές και φυτοπαθολογικές προσβολές των καλλιεργειών, τις νόσους επιζωοτικής μορφής, τον κεραυνό ως αιτία πυρκαγιάς, τον σεισμό, τους κινδύνους από τη θάλασσα, τις ζημίες που προκαλούνται στη φυτική παραγωγή από άγρια ζώα καθώς και μια σειρά ασθενειών βοοειδών, αιγών και προβάτων.

(8)

Σύμφωνα με το άρθρο 5α του προαναφερθέντος νόμου 1790/1988 (7), οι δικαιούχοι του ανωτέρω συστήματος ασφάλισης βαρύνονται με ειδική ασφαλιστική εισφορά υπέρ του Ε.Λ.Γ.Α. Η εισφορά αυτή έχει χαρακτήρα επιβάρυνσης την οποία επιβάλλει ο νομοθέτης επί των αγορών και πωλήσεων εγχώριων γεωργικών προϊόντων και της οποίας τα έσοδα προορίζονται για τη χρηματοδότηση του Ε.Λ.Γ.Α., ο οποίος είναι επιφορτισμένος με την πρόληψη και την αντιστάθμιση των ζημιών που προξενούνται από φυσικούς κινδύνους στις γεωργικές εκμεταλλεύσεις. Σύμφωνα με το άρθρο 5α του προαναφερθέντος νόμου 1750/1988, η ειδική ασφαλιστική εισφορά ορίζεται σε ποσοστό 3 % για τα προϊόντα φυτικής προέλευσης και σε ποσοστό 0,5 % για τα προϊόντα ζωικής προέλευσης (8). Τα ποσοστά αυτά της εισφοράς καθορίζονται από τους αρμόδιους υπουργούς βάσει πρότασης του Ε.Λ.Γ.Α. προς το Υπουργείο Γεωργίας. Επιπλέον, τα έσοδα του Ε.Λ.Γ.Α. από την ειδική ασφαλιστική εισφορά, τα οποία εισπράττονται από τις δημόσιες οικονομικές υπηρεσίες, εισάγονται στον κρατικό προϋπολογισμό ως έσοδα του Δημοσίου και εμφανίζονται με ίδιο κωδικό αριθμό εσόδου. Τα έσοδα αυτά αποδίδονται στον Ε.Λ.Γ.Α. μέσω του προϋπολογισμού του Υπουργείου Γεωργίας, με την εγγραφή κατ’ έτος ισόποσης πίστωσης, ύστερα από πρόταση του Ε.Λ.Γ.Α. προς το υπουργείο αυτό. Ο Ε.Λ.Γ.Α. δεν επηρεάζει με κανέναν άλλο τρόπο το ποσό της εισφοράς ή των αποζημιώσεων.

Στην ασφάλιση του Ε.Λ.Γ.Α. υπάγονται τα φυσικά ή νομικά πρόσωπα που έχουν την κυριότητα ή εκμετάλλευση γεωργικών, κτηνοτροφικών, πτηνοτροφικών, μελισσοκομικών, αλιευτικών, υδατοκαλλιεργητικών ή άλλων σχετικών επιχειρήσεων.

Τα έσοδα του Ε.Λ.Γ.Α. αποτελούνται κυρίως από τα έσοδα από την ειδική ασφαλιστική εισφορά.

Επιπλέον, σύμφωνα με τον εθνικό νόμο αριθ. 3147/2003, στις αρμοδιότητες του Ε.Λ.Γ.Α. εμπίπτει επίσης η καταβολή ενισχύσεων για προγράμματα σχεδιασμού έκτακτης ανάγκης για την αποζημίωση ζημιών στο φυτικό κεφάλαιο και το πάγιο κεφάλαιο που προξενούνται από θεομηνίες, έκτακτα συμβάντα ή δυσμενείς καιρικές συνθήκες. Οι ενισχύσεις αυτές χρηματοδοτούνται από τον κρατικό προϋπολογισμό ή από δάνεια. Όπως αναφέρεται στο σημείο 10 παράγραφος 3 κατωτέρω, τα προγράμματα αυτά αφορούν κρατικές ενισχύσεις που έχουν εγκριθεί με αποφάσεις της Επιτροπής.

(9)

Η διυπουργική απόφαση αριθ. 262037 της 30ής Ιανουαρίου 2009 προβλέπει, κατ’ εξαίρεση, αποζημιώσεις ύψους 425 εκατ. ευρώ για ζημίες που προκλήθηκαν το 2008. Η απόφαση αυτή προβλέπει την καταβολή αποζημιώσεων από τον Ε.Λ.Γ.Α. λόγω της μειωμένης παραγωγής ορισμένων φυτικών καλλιεργειών, η οποία παρατηρήθηκε την καλλιεργητική περίοδο 2008 λόγω δυσμενών καιρικών συνθηκών όπως ξηρασία, υψηλές θερμοκρασίες, βροχές, εντομολογικές και φυτοπαθολογικές προσβολές των εν λόγω καλλιεργειών. Οι ζημίες αφορούν καλλιέργειες αμυγδαλιών, κερασιών, βερικοκιών, ορισμένων ποικιλιών ροδακινιών, αχλαδιών και μηλιών, σπαραγγιών, καλλιέργειες ανατολικών καπνών, γεώμηλων, βαμβακιού, ελαιώνων και δημητριακών.

Σύμφωνα με τις πληροφορίες που διέθεσαν οι ελληνικές αρχές, οι ελάχιστες ζημίες ανήλθαν, για τα περισσότερα προϊόντα, στο 30 % της κανονικής παραγωγής. Εκτός από την απώλεια παραγωγής, για ορισμένες καλλιέργειες (δημητριακά, βαμβάκι), η χειροτέρευση της ποιότητας της παραγωγής λήφθηκε επίσης υπόψη για τον προσδιορισμό του κατώτατου ορίου των ζημιών. Οι εν λόγω απώλειες/παραγωγές χειρότερης ποιότητας προκλήθηκαν από τον συνδυασμό καιρικών φαινομένων και φυτικών ασθενειών που προσέβαλαν τις σχετικές καλλιέργειες κατά τη διάρκεια του υπό εξέταση έτους.

Προκειμένου να καταβληθούν οι εν λόγω αποζημιώσεις, ο Ε.Λ.Γ.Α. συνήψε τραπεζικό δάνειο ύψους 425 000 000 ευρώ. Το δάνειο θα αποπληρωθεί σε δέκα έτη (από το 2010 έως το 2019). Για τα 3 πρώτα έτη (από το 2010 έως το 2012) το δάνειο αυτό επιβαρύνεται με τόκους και κρατήσεις από το ελληνικό κράτος που ανέρχονται σε 28 513 250 ευρώ ετησίως και για τα 7 επόμενα έτη (από το 2013 έως το 2019) με τόκους, χρεολύσια και κρατήσεις από το ελληνικό κράτος που ανέρχονται το 2013 σε 89 227 536 ευρώ, το 2014 σε 85 087 786 ευρώ, το 2015 σε 81 025 536 ευρώ, το 2016 σε 76 963 286 ευρώ, το 2017 σε 72 901 036 ευρώ, το 2018 σε 68 838 786 ευρώ και το 2019 σε 64 776 536 ευρώ. Το δάνειο συνήφθη με εγγύηση του ελληνικού Δημοσίου υπέρ του Ε.Λ.Γ.Α.

(10)

Εξάλλου, σύμφωνα με τις πληροφορίες που παρείχαν οι ελληνικές αρχές, τα έσοδα του Ε.Λ.Γ.Α. το 2008 προέρχονταν:

α)

από ασφαλιστικές εισφορές ύψους 88 353 000 ευρώ,

β)

από ένα δάνειο ύψους 444 000 000 ευρώ, το οποίο συνήψε ο Ε.Λ.Γ.Α. με τράπεζα βάσει του άρθρου 13 του εθνικού νόμου αριθ. 3074/2002 και του άρθρου 28 παράγραφος 17 του εθνικού νόμου αριθ. 3147/2003. Το δάνειο θα αποπληρωθεί σε δέκα έτη (από το 2009 έως το 2018). Για τα 3 πρώτα έτη (από το 2009 έως το 2011) το δάνειο αυτό επιβαρύνεται με τόκους και κρατήσεις από το ελληνικό κράτος που ανέρχονται σε 23 709 600 ευρώ ετησίως και για τα 7 επόμενα έτη (από το 2012 έως το 2018) με τόκους, χρεολύσια και κρατήσεις από το ελληνικό κράτος που ανέρχονται το 2012 σε 87 138 171 ευρώ, το 2013 σε 83 789 143 ευρώ, το 2014 σε 80 395 714 ευρώ, το 2015 σε 77 002 286 ευρώ, το 2016 σε 73 608 857 ευρώ, το 2017 σε 70 215 429 ευρώ και το 2018 σε 66 822 000 ευρώ. Το δάνειο συνήφθη με εγγύηση του ελληνικού Δημοσίου υπέρ του Ε.Λ.Γ.Α.

Οι αποζημιώσεις που καταβλήθηκαν από τον Ε.Λ.Γ.Α. το 2008 για αίτια ζημιών που καλύπτονται από την ασφάλιση ανήλθαν σε 386 986 648 ευρώ. Το υψηλό ποσό αποζημιώσεων οφείλεται στη σοβαρότητα των ζημιών, δεδομένης της βραδείας προόδου όσον αφορά την αποκατάσταση των καλλιεργειών στο πλαίσιο των αποζημιώσεων για ζημίες που περιλαμβάνονταν στα προγράμματα κρατικής ενίσχυσης και ειδικότερα για τις πυρκαγιές του 2007. Από τα έσοδα των ασφαλιστικών εισφορών, ύψους 88 353 000 ευρώ, και από ένα μέρος των εσόδων που προήλθαν από το προαναφερόμενο δάνειο ύψους 444 εκατ. ευρώ, και ανέρχονται σε 298 633 648 ευρώ, ο Ε.Λ.Γ.Α. μπόρεσε να καταβάλει τις αποζημιώσεις στους παραγωγούς για το έτος 2008.

Τα υπόλοιπα έσοδα, που προήλθαν από το δάνειο και τα οποία ανέρχονται σε 145 366 352 ευρώ, διατέθηκαν για τη χορήγηση των κρατικών ενισχύσεων που εγκρίθηκαν με αποφάσεις της Επιτροπής στο πλαίσιο των προγραμμάτων έκτακτης ανάγκης μετά τις πυρκαγιές του έτους 2006 και του έτους 2007. Η παρούσα απόφαση δεν αφορά αυτό το μέρος των εσόδων.

(11)

Από τις πληροφορίες που παρασχέθηκαν προκύπτει ότι πρόθεση των ελληνικών αρχών είναι το σύνολο του δανείου των 425 εκατ. ευρώ καθώς και του δανείου των 444 εκατ. ευρώ, ήτοι κεφάλαιο και τόκοι, να αποπληρωθεί μέσω των ειδικών ασφαλιστικών εισφορών που θα καταβάλλουν οι παραγωγοί.

Προκειμένου να αυξηθούν τα έσοδα του Ε.Λ.Γ.Α., προβλέπεται αύξηση του ποσοστού της προαναφερθείσας ειδικής ασφαλιστικής εισφοράς. Με την αύξηση αυτή, εκτιμάται ότι, από το 2010, τα έσοδα του Ε.Λ.Γ.Α. θα ανέλθουν σε 150 000 000 ευρώ. Οι ρυθμίσεις που αφορούν την αύξηση αυτή θα προβλεφθούν με νόμο ο οποίος θα κατατεθεί προς ψήφιση στη Βουλή κατά τη διάρκεια του έτους 2010.

Άλλα μέτρα, των οποίων τα ποσά δεν έχουν ακόμη προσδιοριστεί, θα συμβάλουν στην αύξηση των εσόδων του Ε.Λ.Γ.Α., όπως η αντιμετώπιση της εισφοροδιαφυγής όσον αφορά την απόδοση των εισφορών κοινωνικής ασφάλισης και η αλλαγή του τρόπου είσπραξης της ειδικής εισφοράς. Επιπλέον, θα προβλεφθούν συμπληρωματικές πηγές χρηματοδότησης του Ε.Λ.Γ.Α., οι οποίες θα προσδιοριστούν στο πλαίσιο του προαναφερθέντος νομοσχεδίου και οι οποίες σε συνδυασμό με τις προαναφερθείσες διατάξεις και μια ενδεχόμενη επαναδιαπραγμάτευση των δύο δανείων με στόχο την παράταση της περιόδου αποπληρωμής θα δώσουν στον Ε.Λ.Γ.Α. τη δυνατότητα να αποπληρώσει τα δύο δάνεια και να εξακολουθήσει να καταβάλλει τις ετήσιες αποζημιώσεις στους παραγωγούς.

3.   ΠΡΟΚΑΤΑΡΚΤΙΚH ΕΚΤΊΜΗΣΗ

(12)

Σύμφωνα με το άρθρο 6 παράγραφος 1 του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 659/1999 της 22ας Μαρτίου 1999, στην απόφαση για κίνηση επίσημης διαδικασίας έρευνας, η Επιτροπή αναφέρει συνοπτικά τα σημαντικότερα πραγματικά και νομικά ζητήματα, προβαίνει σε προσωρινή εκτίμηση σχετικά με το χαρακτήρα των προτεινόμενων μέτρων ως ενισχύσεων και διατυπώνει τις αμφιβολίες της ως προς τη συμβατότητα του μέτρου με την εσωτερική αγορά.

3.1.   Ύπαρξη κρατικής ενίσχυσης κατά την έννοια του άρθρου 107 παράγραφος 1 της ΣΛΕΕ

(13)

Το άρθρο 107 παράγραφος 1 της ΣΛΕΕ ορίζει ότι ενισχύσεις που χορηγούνται υπό οποιαδήποτε μορφή από τα κράτη ή με κρατικούς πόρους και που νοθεύουν ή απειλούν να νοθεύσουν τον ανταγωνισμό διά της ευνοϊκής μεταχειρίσεως ορισμένων επιχειρήσεων ή ορισμένων κλάδων παραγωγής είναι ασυμβίβαστες με την κοινή αγορά, κατά το μέτρο που επηρεάζουν τις μεταξύ κρατών μελών συναλλαγές. Η Επιτροπή θεωρεί ότι πληρούνται οι προαναφερθείσες προϋποθέσεις για τα σχετικά μέτρα.

(14)

Παροχές που χορηγούνται από κρατικούς πόρους: Όπως επιβεβαιώνεται από τη νομολογία του Δικαστηρίου με την απόφαση της 22ας Μαΐου 2003, ΦΡΕΣΚΟΤ A.E. κατά Ελληνικού Δημοσίου, C-355/2000, σκέψη 81, η προϋπόθεση αυτή πληρούται δεδομένου ότι η επίδικη εθνική νομοθεσία προβλέπει σαφώς ότι οι παροχές που χορηγεί ο Ε.Λ.Γ.Α. χρηματοδοτούνται από κρατικούς πόρους και ότι καταλογίζονται στο Δημόσιο κατά την έννοια της νομολογίας του Δικαστηρίου (9).

(15)

Μέτρα που επηρεάζουν τις συναλλαγές και νοθεύουν ή απειλούν να νοθεύσουν τον ανταγωνισμό:

Οι αποζημιώσεις που καταβλήθηκαν το 2008 από τον Ε.Λ.Γ.Α. στο πλαίσιο του συστήματος υποχρεωτικής ασφάλισης αφορούσαν διάφορα ελληνικά γεωργικά προϊόντα φυτικής και ζωικής προέλευσης, ενώ εκείνες που καταβλήθηκαν το 2009 αφορούσαν διάφορες φυτικές καλλιέργειες (βλέπε σημείο 9 ανωτέρω). Κατά συνέπεια, παρέχουν ένα πλεονέκτημα στους τοπικούς παραγωγούς σε σχέση με άλλους κοινοτικούς παραγωγούς οι οποίοι δεν λαμβάνουν την ίδια στήριξη. Ο γεωργικός τομέας είναι ανοιχτός στον ανταγωνισμό σε κοινοτικό επίπεδο (10) και, ως εκ τούτου, ευαίσθητος σε κάθε μέτρο υπέρ της παραγωγής στο ένα ή το άλλο κράτος μέλος. Συνεπώς, οι εν λόγω αποζημιώσεις απειλούν να νοθεύσουν τον ανταγωνισμό στην εσωτερική αγορά.

(16)

Μέτρα που ευνοούν ορισμένες επιχειρήσεις ή ορισμένους κλάδους παραγωγής: Σύμφωνα με τη νομολογία του Δικαστηρίου (11), θεωρούνται ως ενισχύσεις οι παρεμβάσεις οι οποίες, ανεξαρτήτως μορφής, ελαφρύνουν τις επιβαρύνσεις που κανονικώς βαρύνουν τον προϋπολογισμό μιας επιχειρήσεως και οι οποίες κατά συνέπεια, χωρίς να είναι επιδοτήσεις υπό τη στενή έννοια του όρου, είναι της ιδίας φύσεως ή έχουν τα ίδια αποτελέσματα.

Στην προαναφερθείσα απόφαση ΦΡΕΣΚΟΤ το Δικαστήριο απεφάνθη ότι η έννοια της επιχείρησης κατά το άρθρο 102 της ΣΛΕΕ δεν καλύπτει έναν οργανισμό όπως ο Ε.Λ.Γ.Α. όσον αφορά τις δραστηριότητες που ασκεί στο πλαίσιο του συστήματος υποχρεωτικής ασφάλισης έναντι φυσικών κινδύνων (βλέπε σκέψεις 79 και 88 της απόφασης).

Όμως, το Δικαστήριο δεν διέθετε τα αναγκαία πραγματικά και νομικά στοιχεία ώστε να απαντήσει στο σκέλος του υποβληθέντος ερωτήματος που αφορά τον ενδεχόμενο χαρακτηρισμό ως κρατικών ενισχύσεων των παροχών που χορηγεί ο Ε.Λ.Γ.Α. στο πλαίσιο του συστήματος υποχρεωτικής ασφάλισης έναντι φυσικών κινδύνων, ιδίως σε σχέση με το οικονομικό πλεονέκτημα για τους παραγωγούς και την επιλεκτικότητα των μέτρων (βλέπε σκέψη 87 της απόφασης).

Όσον αφορά το ζήτημα του οικονομικού πλεονεκτήματος, το Δικαστήριο ανέφερε στη σκέψη 84 ότι “υπό τις συνθήκες αυτές, πρέπει να δοθεί απάντηση στο ερώτημα, αφενός, αν και, ενδεχομένως, σε ποιο βαθμό, ελλείψει υποχρεωτικής ασφαλιστικής καλύψεως, οι ελληνικές γεωργικές εκμεταλλεύσεις θα ήταν υποχρεωμένες και θα μπορούσαν πράγματι να ασφαλιστούν σε ιδιωτικές ασφαλιστικές εταιρείες ή να λάβουν άλλα μέτρα κατάλληλης προστασίας έναντι των συνεπειών που ενέχουν οι φυσικοί κίνδυνοι για τις εκμεταλλεύσεις αυτές και, αφετέρου, σε ποιο βαθμό η εισφορά αντιστοιχεί στο πραγματικό οικονομικό κόστος των παροχών που χορηγεί ο Ε.Λ.Γ.Α. στο πλαίσιο της υποχρεωτικής ασφαλίσεως, αν πάντως αυτό το κόστος μπορεί να υπολογισтεί”.

Το εν λόγω σύστημα υποχρεωτικής ασφάλισης επιδιώκει ουσιαστικά ένα στόχο κοινωνικής πολιτικής και αποβλέπει στην παροχή κατάλληλης ασφαλιστικής κάλυψης σε όλες τις γεωργικές εκμεταλλεύσεις, συμπεριλαμβανομένων εκείνων που εμφανίζουν υψηλότερο βαθμό επικινδυνότητας όσον αφορά τις ζημίες που προξενούνται από φυσικές καταστροφές (βλέπε σκέψεις 66 και 67 της απόφασης). Η ασφαλιστική εισφορά επιβάλλεται στο σύνολο των γεωργικών προϊόντων με ενιαία ποσοστά τα οποία είναι ανεξάρτητα από τον πραγματικό κίνδυνο για τον παραγωγό (βάσει της αρχής της αλληλεγγύης). Ο Ε.Λ.Γ.Α. τελεί υπό την εποπτεία του κράτους, δεδομένου ότι το ύψος της εισφοράς, όσον αφορά τα έσοδα, καθώς και τα ποσοστά αποζημίωσης καθορίζονται από τους αρμόδιους υπουργούς (βλέπε σημείο 8 ανωτέρω).

Το Δικαστήριο επιβεβαίωσε ότι ούτε ο κοινωνικός χαρακτήρας του μέτρου (12) ούτε το γεγονός ότι χρηματοδοτείται εν όλω ή εν μέρει από εισφορές οι οποίες επιβάλλονται από τη δημόσια αρχή στις σχετικές επιχειρήσεις (13) αρκεί για να αποκλειστεί ο χαρακτηρισμός του μέτρου ως ενίσχυσης κατά την έννοια του άρθρου 107 παράγραφος 1 της ΣΛΕΕ, το οποίο δεν προβαίνει σε διάκριση των κρατικών παρεμβάσεων ανάλογα με τις αιτίες ή τους σκοπούς τους, αλλά τις ορίζει σε συνάρτηση με τα αποτελέσματά τους (14).

Με βάση τα προαναφερόμενα, η Επιτροπή είναι της γνώμης ότι οι αποζημιώσεις που καταβάλλονται από τον Ε.Λ.Γ.Α. στους γεωργούς μπορεί να παρέχουν οικονομικό πλεονέκτημα στους δικαιούχους. Επιπλέον, στις περιπτώσεις που παρουσιάζουν μεγαλύτερο κίνδυνο ζημιών από φυσικούς κινδύνους είναι αμφίβολο το κατά πόσο η γεωργική εκμετάλλευση θα μπορούσε να αποκτήσει ασφαλιστική κάλυψη από ιδιωτική ασφαλιστική εταιρεία υπό παρόμοιες συνθήκες. Επομένως, η Επιτροπή θεωρεί ότι, υπό τις συνθήκες αυτές, η αποζημίωση που χορηγήθηκε από τον Ε.Λ.Γ.Α. στο πλαίσιο του εν λόγω συστήματος αποτελεί οικονομικό πλεονέκτημα για τους δικαιούχους.

Όσον αφορά το ζήτημα του κατά πόσο οι πληρωμές του Ε.Λ.Γ.Α. στο πλαίσιο του συστήματος υποχρεωτικής ασφάλισης έναντι φυσικών κινδύνων είναι επιλεκτικές, η Επιτροπή θεωρεί ότι, εκ των προτέρων, η επιλεκτικότητα του μέτρου προκύπτει από το γεγονός ότι οι αποζημιώσεις του Ε.Λ.Γ.Α. περιορίζονται σε ορισμένα είδη γεωργικής παραγωγής.

Το Δικαστήριο, στην προαναφερθείσα υπόθεση ΦΡΕΣΚΟΤ, άφησε το ερώτημα ανοικτό αλλά απεφάνθη (σκέψη 86) ότι: “Συναφώς, πρέπει να παρατηρηθεί ότι το πεδίο εφαρμογής του επιδίκου στην κύρια δίκη συστήματος υποχρεωτικής ασφαλίσεως θα μπορούσε, ενδεχομένως, να δικαιολογηθεί από τη φύση και την όλη οικονομία του συστήματος στο οποίο εντάσσονται οι παροχές που χορηγεί ο Ε.Λ.Γ.Α., στο μέτρο που από τη δικογραφία φαίνεται να συνάγεται ότι σκοπός του εν λόγω συστήματος υποχρεωτικής ασφαλίσεως είναι η παροχή μιας ελάχιστης προστασίας στις γεωργικές εκμεταλλεύσεις έναντι των φυσικών κινδύνων στους οποίους, ως τοιαύτες, είναι ιδιαίτερα εκτεθειμένες”.

Βάσει της απόφασης ΦΡΕΣΚΟΤ, τίθεται δικαιολογημένα το ερώτημα εάν το υπό εξέταση μέτρο θα μπορούσε να δικαιολογηθεί από τη φύση ή το γενικό καθεστώς του συστήματος. Θα μπορούσε να υποστηριχθεί ότι τα ειδικά χαρακτηριστικά του γεωργικού τομέα και η ιδιαίτερη εξάρτησή του από ορισμένες καιρικές συνθήκες και ο ευάλωτος χαρακτήρας του απέναντι στους φυσικούς κινδύνους στην Ελλάδα επιτάσσουν τη θέσπιση κρατικού καθεστώτος που να εξασφαλίζει ένα ελάχιστο επίπεδο αποζημίωσης βάσει της αρχής της αλληλεγγύης. Στο μέτρο που οι αποζημιώσεις οι οποίες καταβάλλονται από τον Ε.Λ.Γ.Α. στο πλαίσιο του συστήματος υποχρεωτικής ασφάλισης χρηματοδοτούνται από έσοδα τα οποία προέρχονται από την ειδική ασφαλιστική εισφορά, μπορεί ενδεχομένως να θεωρηθεί ότι δεν παρέχουν αθέμιτο πλεονέκτημα στους δικαιούχους. Ωστόσο, η αιτιολόγηση αυτή βάσει της λογικής και της φύσης του συστήματος δεν θα μπορούσε να καλύψει τυχόν περαιτέρω οικονομικές παρεμβάσεις του ελληνικού κράτους στο σύστημα (πέρα από τη χρηματοδότηση μέσω των υποχρεωτικών εισφορών).

Ωστόσο, στο παρόν στάδιο η Επιτροπή δεν διαθέτει επαρκή στοιχεία για να αποφανθεί ότι συντρέχει τέτοια περίπτωση. Ειδικότερα, η Επιτροπή έχει αμφιβολίες ότι τα εν λόγω μέτρα θα χρηματοδοτηθούν χωρίς περαιτέρω κρατική παρέμβαση.

Ωστόσο, στην προκειμένη περίπτωση, οι αποζημιώσεις που καταβλήθηκαν στους παραγωγούς το 2008, ήτοι 386 986 648 ευρώ, και εκείνες που καταβλήθηκαν το 2009, οι οποίες χρηματοδοτήθηκαν από το δάνειο των 425 εκατ. ευρώ καθώς και από τις υποχρεωτικές ειδικές εισφορές για το 2009, χρηματοδοτήθηκαν εν μέρει μόνο από τις υποχρεωτικές ειδικές εισφορές (το 2008 οι εισφορές αυτές ανήλθαν σε 88 353 000 ευρώ, βλέπε σημείο 10 ανωτέρω παρότι το ποσό των εισφορών αυτών για το 2009 δεν είναι ακόμη διαθέσιμο, θα πρέπει να είναι αντίστοιχο με το ποσό των εισφορών για το 2008). Για να μπορέσει να καταβάλει υψηλές αποζημιώσεις στους παραγωγούς, ο Ε.Λ.Γ.Α. χρειάστηκε να συνάψει δύο δάνεια (βλέπε σημεία 9 και 10 ανωτέρω).

Βάσει των στοιχείων που υποβλήθηκαν από τις ελληνικές αρχές σχετικά με την εξέλιξη των ετήσιων δόσεων τόκων και χρεολυσίου για τα δύο δάνεια (βλέπε σημεία 9 και 10 ανωτέρω), θα πρέπει να σημειωθεί ότι ο Ε.Λ.Γ.Α. δεν θα είναι σε θέση να αποπληρώνει τις ετήσιες δόσεις επί δέκα έτη μέσω των ειδικών ασφαλιστικών εισφορών των παραγωγών, καθώς μάλιστα οι εισφορές αυτές θα πρέπει να χρησιμοποιηθούν για την καταβολή αποζημιώσεων για ζημίες που θα προκύψουν στη διάρκεια των ετών αυτών.

Στις συμπληρωματικές πληροφορίες που υπέβαλαν οι ελληνικές αρχές επισημαίνεται ότι πρόκειται να αυξηθεί το ποσοστό της ειδικής ασφαλιστικής εισφοράς, προκειμένου να αυξηθούν τα έσοδα του Ε.Λ.Γ.Α. (βλέπε σημείο 11 ανωτέρω). Ωστόσο, όπως αναφέρεται στο σημείο 11 ανωτέρω, σύμφωνα με τις πληροφορίες που παρασχέθηκαν στην Επιτροπή, προβλέπονται συμπληρωματικές πηγές χρηματοδότησης του Ε.Λ.Γ.Α., οι οποίες πρόκειται να προσδιοριστούν στο πλαίσιο του προαναφερθέντος νομοσχεδίου. Όμως, οι πληροφορίες που δόθηκαν σχετικά με την αύξηση των εσόδων του Ε.Λ.Γ.Α. δεν παρέχουν συγκεκριμένα στοιχεία από τα οποία να μπορεί να εξαχθεί το συμπέρασμα ότι μια τέτοια αύξηση θα επαρκούσε για την αποπληρωμή των εν λόγω δανείων και για τη χορήγηση αποζημιώσεων στους παραγωγούς κατά τη διάρκεια των συγκεκριμένων ετών (βλέπε σημείο 11 ανωτέρω· από τα στοιχεία αυτά προκύπτει αφενός ότι η προβλεπόμενη ετήσια αύξηση ύψους 150 εκατ. ευρώ δεν θα μπορέσει να καλύψει τις υποχρεώσεις του Ε.Λ.Γ.Α. και αφετέρου ότι στο στάδιο αυτό δεν έχει υποβληθεί στην Επιτροπή κανένα νομικό κείμενο ούτε για την αύξηση αυτή ούτε και για άλλα σχεδιαζόμενα μέτρα). Κατά συνέπεια, δεν μπορεί να αποκλειστεί ότι τα εν λόγω μέτρα ενδέχεται να χρηματοδοτούνται επίσης από άλλους κρατικούς πόρους που θα διατεθούν στον Ε.Λ.Γ.Α.

Με βάση τα προαναφερόμενα, στο στάδιο αυτό η Επιτροπή καταλήγει στο συμπέρασμα ότι δεν μπορεί να αποκλειστεί ότι οι αποζημιώσεις που καταβλήθηκαν από τον Ε.Λ.Γ.Α. το 2008 και το 2009 στο πλαίσιο του συστήματος υποχρεωτικής ασφάλισης εμπίπτουν στο πεδίο εφαρμογής του άρθρου 107 παράγραφος 1 της ΣΛΕΕ και συνιστούν κρατικές ενισχύσεις.

Ως εκ τούτου, θα πρέπει να εξεταστεί κατά πόσο είναι δυνατό να επιτραπεί παρέκκλιση από τη γενική αρχή απαγόρευσης της χορήγησης κρατικών ενισχύσεων που θεσπίζεται με το άρθρο 107 παράγραφος 1 της ΣΛΕΕ.

3.2.   Χαρακτηρισμός των μέτρων ως παράνομων ενισχύσεων

(17)

Οι ενισχύσεις που χορηγούνται και καταβάλλονται χωρίς προηγούμενη κοινοποίηση συνιστούν παράνομη ενίσχυση κατά την έννοια του άρθρου 1 στοιχείο στ) του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 659/1999.

3.3.   Προκαταρκτική εκτίμηση της νομιμότητας των ενισχύσεων

(18)

Δυνάμει του άρθρου 107 παράγραφος 3 στοιχείο γ) της ΣΛΕΕ, οι ενισχύσεις για την προώθηση της ανάπτυξης ορισμένων οικονομικών δραστηριοτήτων ή οικονομικών περιοχών μπορούν να θεωρηθούν συμβιβάσιμες με την κοινή αγορά εφόσον δεν αλλοιώνουν τους όρους των συναλλαγών κατά τρόπο που θα αντέκειτο προς το κοινό συμφέρον.

(19)

Για να μπορούν να τύχουν της παρέκκλισης αυτής, οι εν λόγω ενισχύσεις πρέπει να τηρούν τις διατάξεις των νομικών κειμένων που ήταν σε ισχύ κατά τον χρόνο χορήγησης των ενισχύσεων, ήτοι το 2008 και το 2009. Στην περίπτωση αυτή πρόκειται για τις κοινοτικές κατευθυντήριες γραμμές για τις κρατικές ενισχύσεις στον τομέα της γεωργίας και της δασοκομίας 2007-2013 (15) (εφεξής, “κατευθυντήριες γραμμές”).

(20)

Το σχετικό κεφάλαιο των κατευθυντήριων γραμμών είναι το κεφάλαιο V.B σχετικά με τις ενισχύσεις για την αντιστάθμιση ζημιών στη γεωργική παραγωγή ή στα μέσα γεωργικής παραγωγής και ειδικότερα οι διατάξεις των σημείων V.B.2 σχετικά με τις ενισχύσεις για την επανόρθωση ζημιών που προκαλούνται από θεομηνίες ή άλλα έκτακτα γεγονότα, V.B.3 σχετικά με τις ενισχύσεις για την αποζημίωση γεωργών για απώλειες που προκαλούνται από δυσμενείς καιρικές συνθήκες και V.B.4 σχετικά με τις ενισχύσεις για την καταπολέμηση ζωικών και φυτικών ασθενειών.

Για την αιτιολόγηση των εν λόγω αποζημιώσεων ως κρατικών ενισχύσεων συμβατών με την κοινή αγορά, πρέπει να αποδειχθεί κυρίως ότι τα καιρικά φαινόμενα που έπληξαν τις σχετικές εκμεταλλεύσεις μπορούν να εξομοιωθούν με θεομηνία κατά την έννοια του άρθρου 2 σημείο 8 του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 1857/2006 της Επιτροπής (16) και ότι η ένταση των ενισχύσεων υπολογίζεται σύμφωνα με τους όρους του άρθρου 11 των εν λόγω κανονισμού. Επιπλέον, σε περίπτωση φυτικών ασθενειών οι ενισχύσεις για την αποζημίωση των γεωργών για απώλειες που προκλήθηκαν πρέπει να τηρούν τις διατάξεις του άρθρου 10 του προαναφερθέντος κανονισμού.

(21)

Δεδομένου ότι οι ελληνικές αρχές υποστήριξαν ότι τα εν λόγω μέτρα δεν συνιστούν κρατικές ενισχύσεις, η Επιτροπή δεν διαθέτει στο στάδιο αυτό τις απαιτούμενες πληροφορίες, ώστε να αξιολογήσει κατά πόσο είναι συμβατές οι ενισχύσεις με τις ανωτέρω διατάξεις των κατευθυντήριων γραμμών.

Από τις πληροφορίες που παρασχέθηκαν φαίνεται να προκύπτει ότι οι προβλεπόμενες αποζημιώσεις για το μεγαλύτερο μέρος των σχετικών καλλιεργειών αφορούν ζημίες οι οποίες καλύπτουν ένα κατώτατο όριο ίσο με 30 % λαμβάνοντας υπόψη τις απώλειες παραγωγής ή τη χειροτέρευση της ποιότητας για ορισμένες παραγωγές, που σημειώθηκαν καθ’ όλη τη διάρκεια του συγκεκριμένου έτους, λόγω του συνδυασμού περισσοτέρων του ενός δυσμενών καιρικών φαινομένων καθώς και, όσον αφορά άλλες καλλιέργειες, εξαιτίας φυτικών ασθενειών επίσης. Οι πληροφορίες που διαβίβασαν οι ελληνικές αρχές δεν παρέχουν στοιχεία σχετικά με τη μέθοδο υπολογισμού των εν λόγω αποζημιώσεων.

Ως εκ τούτου, η Επιτροπή διατηρεί αμφιβολίες για το κατά πόσο οι εν λόγω ενισχύσεις μπορούν να θεωρηθούν ως συμβιβάσιμες με τις προαναφερθείσες διατάξεις των κατευθυντήριων γραμμών.

3.3.1.   Λοιπές νομικές βάσεις που επιτρέπουν την αξιολόγηση του συμβιβάσιμου των ενισχύσεων

(22)

Καθώς οι ελληνικές αρχές δεν πρότειναν άλλες νομικές βάσεις για την εξέταση και την ενδεχόμενη έγκριση των μέτρων, δεν μπορεί να αποκλειστεί, στο στάδιο αυτό, ότι οι εν λόγω ενισχύσεις συνιστούν λειτουργικές ενισχύσεις, με άλλα λόγια ενισχύσεις με στόχο να απαλλαγούν οι γεωργικές επιχειρήσεις από το κόστος με το οποίο οι ίδιες θα έπρεπε κανονικά να επιβαρυνθούν στο πλαίσιο της τρέχουσας διαχείρισης ή των συνήθων δραστηριοτήτων τους. Οι ενισχύσεις αυτές πρέπει, κατ’ αρχήν, να θεωρούνται ασυμβίβαστες με την κοινή αγορά.

(23)

Στο παρόν στάδιο η Επιτροπή δεν διαθέτει φάκελο πληροφοριών που να της επιτρέπει να αξιολογήσει το συμβιβάσιμο των ενισχύσεων με βάση άλλες κατευθυντήριες γραμμές ή θεσμικά πλαίσια που ίσχυαν όταν χορηγήθηκαν οι ενισχύσεις. Η Επιτροπή υπενθυμίζει στο θέμα αυτό ότι το οικείο κράτος μέλος, προκειμένου να ανταποκριθεί στο καθήκον συνεργασίας που υπέχει έναντι της Επιτροπής, έχει την υποχρέωση να παράσχει όλα τα στοιχεία που θα δώσουν τη δυνατότητα στο όργανο αυτό να ελέγξει αν πληρούνται οι προϋποθέσεις της παρεκκλίσεως της οποίας ζητεί να τύχει το κράτος αυτό, δυνάμει του άρθρου 107 παράγραφος 1 της ΣΛΕΕ (17).

4.   ΑΠOΦΑΣΗ

(24)

Λαμβανομένων υπόψη των ανωτέρω, η Επιτροπή καλεί την Ελλάδα, στο πλαίσιο της διαδικασίας του άρθρου 108 παράγραφος 2 της ΣΛΕΕ, να υποβάλει τις παρατηρήσεις της και να παράσχει κάθε χρήσιμη πληροφορία για την αξιολόγηση των μέτρων δυνάμει των διατάξεων των κατευθυντήριων γραμμών ή άλλων θεσμικών πλαισίων που ίσχυαν κατά τον χρόνο χορήγησης των ενισχύσεων, εντός προθεσμίας ενός μηνός από την ημερομηνία παραλαβής της παρούσας επιστολής. Καλεί τις ελληνικές αρχές να διαβιβάσουν άμεσα αντίγραφο της παρούσας επιστολής στους δυνητικούς δικαιούχους των ενισχύσεων.

(25)

Η Επιτροπή υπενθυμίζει στην Ελλάδα τον ανασταλτικό χαρακτήρα του άρθρου 108 παράγραφος 3 της ΣΛΕΕ και παραπέμπει στο άρθρο 14 του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 659/1999 του Συμβουλίου το οποίο προβλέπει ότι κάθε παράνομη ενίσχυση μπορεί να ανακτηθεί από τον δικαιούχο της.

(26)

Με την παρούσα επιστολή, η Επιτροπή ανακοινώνει στην Ελλάδα ότι σκοπεύει να ενημερώσει τους ενδιαφερόμενους δημοσιεύοντας την παρούσα επιστολή και περίληψη αυτής στην Επίσημη Εφημερίδα της Ευρωπαϊκής Ένωσης. Όλοι οι ανωτέρω ενδιαφερόμενοι θα κληθούν να υποβάλουν τις παρατηρήσεις τους εντός προθεσμίας ενός μηνός από την ημερομηνία της δημοσίευσης.”


(1)  Zie het arrest van het Hof van 22 mei 2003, Freskot AE/Elliniko Dimosio, C-355/2000, rechtsoverweging 81.

(2)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 17.

(3)  Από την 1η Δεκεμβρίου 2009, τα άρθρα 87 και 88 της συνθήκης ΕΚ έγιναν τα άρθρα 107 και 108 αντίστοιχα της ΣΛΕΕ. Οι δύο σειρές διατάξεων είναι κατ’ ουσίαν όμοιες. Για τις ανάγκες της παρούσας απόφασης, οι παραπομπές στα άρθρα 107 και 108 της ΣΛΕΕ, όπου υπάρχουν, θα πρέπει να νοείται ότι αναφέρονται στα άρθρα 87 και 88 αντίστοιχα της συνθήκης ΕΚ.

(4)  ΕΕ L 83 της 27.3.1999, σ. 1.

(5)  Βλέπε υποσημείωση 2.

(6)  Όπως συμπληρώθηκε από το άρθρο 5 του νόμου 2945/2001 και τροποποιήθηκε από το άρθρο 9 του νόμου 3698/2008.

(7)  Όπως συμπληρώθηκε από το νόμο 2040/1992.

(8)  Τροποποίηση με το άρθρο 53 παρ. 1 του νόμου 2538/1997.

(9)  Βλέπε, ειδικότερα, την απόφαση της 16ης Μαΐου 2002, Γαλλία κατά Επιτροπής, C-482/99, σκέψη 24.

(10)  Σύμφωνα με τη νομολογία του Δικαστηρίου, η βελτίωση της ανταγωνιστικής θέσης μιας επιχείρησης η οποία απορρέει από τη χορήγηση κρατικής ενίσχυσης αποτελεί γενικά απόδειξη της νόθευσης του ανταγωνισμού έναντι των άλλων επιχειρήσεων που δεν λαμβάνουν ενίσχυση του είδους αυτού (υπόθεση C-730/79, Συλλογή 1980, σ. 2671, σκέψεις 11 και 12).

(11)  Βλέπε ειδικότερα τις αποφάσεις της 1ης Δεκεμβρίου 1998, Ecotrade, C-200/97, σκέψη 37 και της 17ης Ιουνίου 1999, Βέλγιο κατά Επιτροπής, C-75/97, σκέψη 23.

(12)  Βλέπε, για παράδειγμα, υπόθεση C-75/97, Βέλγιο κατά Επιτροπής, Συλλογή 1999, σ. I-03671, σκέψη 25.

(13)  Βλέπε, για παράδειγμα, υπόθεση C-78/76 Steineke & Weiling κατά Ομοσπονδιακής Δημοκρατίας της Γερμανίας, Συλλογή 1977, σ. 595, σκέψη 22.

(14)  Βλέπε, για παράδειγμα, υπόθεση C-56/93, Βέλγιο κατά Επιτροπής, Συλλογή 1996, σ. I-273, σκέψη 79 ή υπόθεση C-241/94, Γαλλία κατά Επιτροπής, Συλλογή 1996, σ. I-4551, σκέψη 20.

(15)  ΕΕ C 319 της 27.12.2006, σ. 17.

(16)  ΕΕ L 358 της 16.12.2006, σ. 3.

(17)  Απόφαση του Πρωτοδικείου της 15ης Ιουνίου 2005, Regione autonoma della Sardegna κατά Επιτροπής, T-171/02, Συλλ. σ. II-2123, σκέψη 129.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

20.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/20


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2010/C 72/10

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 (1) van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag. Bezwaarschriften moeten binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking bij de Commissie worden ingediend.

WIJZIGINGSAANVRAAG

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

Wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 9

„PROSCIUTTO DI MODENA”

EG-nummer: IT-PDO-0217-0066-21.08.2007

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van de oorsprong

Image

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Image

Nationale eisen

Overige

2.   Aard van de wijziging(en):

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Image

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt

Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die door de overheid is opgelegd (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en):

3.1.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

Het was tevens nodig het vochtgehalte te wijzigen, dat ten minste 59 % en ten hoogste 63,5 % moet zijn en niet langer varieert van 50 % tot 61 %.

Deze parameter moest worden gewijzigd omdat er de laatste jaren geleidelijk aan technologische verbeteringen in de fokfasen van het Italiaanse zware varken zijn doorgevoerd die, samen met een verhoging van de gemiddelde dagelijkse gewichttoename (de varkens bereiken namelijk in 9 maanden tijd een gewicht van ongeveer 160 kg), hebben geleid tot aanzienlijke veranderingen in de bromatologische kenmerken van het vlees en ongetwijfeld het meeste effect hebben gehad op het vochtgehalte daarvan. Immers, een sterke toename van de groeisnelheid heeft met name gevolgen voor de vetophoping in het vlees, waardoor het procentuele vochtgehalte toeneemt. Ook al leidt deze omstandigheid enerzijds tot een hoger gewichtsverlies in de rijpingsfase, ze verbetert anderzijds de typische malsheid van het vlees van „Prosciutto di Modena”.

Om ervoor te zorgen dat aan de regelgeving voor dierenwelzijn wordt voldaan, is de uiterste dag waarop de veehouder het onuitwisbare stempel op de achterhammen van elk varken moet aanbrengen, teruggebracht van de vijfenveertigste tot de dertigste dag.

De minimale rijpingstijd is verlengd van 12 tot 14 maanden. Deze termijn mag worden verkort tot de twaalfde maand — en derhalve niet langer tot de tiende maand —, op voorwaarde dat dit gebeurt voor homogene partijen waarvan het stukgewicht minder dan 13 kilo is en niet zoals eerst 12 kilo. Deze wijziging was noodzakelijk omdat de ervaring heeft uitgewezen dat de in het productdossier vastgestelde eigenschappen slechts door middel van een langere rijpingstijd kunnen worden verkregen.

3.2.   Nationale eisen:

Productkaart G is bovendien gewijzigd door de toevoeging van elementen die de oorsprong van het product kunnen aantonen.

In het productdossier zijn voorts alle verwijzingen naar de controlewerkzaamheden van het Consortium geschrapt.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„PROSCIUTTO DI MODENA”

EG-nummer: IT-PDO-0217-0066-21.08.2007

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Naam:

„Prosciutto di Modena”

2.   Lidstaat of derde land:

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie (Bijlage III):

Categorie 1.2 —

Vleesproducten

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

Gerijpte rauwe ham met een beschermde oorsprongsbenaming. De onderpoot buiten beschouwing gelaten, is de ham peervormig. Deze vorm is verkregen doordat het overtollige vet is verwijderd door het gedeeltelijk afsnijden en bijkanten van het zwoerd en de bovenste vetlaag. De kleur van een dwars doorgesneden ham is helrood. De smaak is vol maar niet zout. De geur is aangenaam, zoet en uitgesproken, ook wanneer naaldproeven worden uitgevoerd. De ham voldoet aan vastgestelde analytische parameters: een vochtgehalte variërend van 59 tot 63,5 %, een zoutgehalte variërend van 4,5 tot 6,7 % en een proteolysegetal van 21 tot 31 %. Het gewicht van de hele ham schommelt tussen de acht en tien kg en mag beslist niet minder zijn dan zeven kg.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

De grondstof bestaat uit verse hammen van varkens die zijn geboren, opgefokt en geslacht in tien regio's van Italië (Emilia Romagna, Veneto, Lombardije, Piëmonte, Molise, Umbrië, Toscane, Marken, Abruzzen en Latium).

Ze mag uitsluitend worden verkregen van varkens die behoren tot of afstammen van de traditionele basisrassen Large White en Landrace (de veredelde rassen zoals opgenomen in het Italiaanse stamboek), of van varkens die afstammen van het ras Duroc (de veredelde rassen zoals opgenomen in het Italiaanse stamboek).

Bovendien zijn kruisingen en hybriden van andere rassen toegelaten, mits de selectie- en de kruisingsschema’s van deze varkens verenigbaar zijn met de doelstellingen van het Italiaanse stamboek ten aanzien van de productie van zware varkens.

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

Voor de verstrekking en de samenstelling van het voederrantsoen moeten gedetailleerde voorschriften in acht worden genomen. De voorkeur gaat uit naar voeders die afkomstig zijn uit het in punt 4 vermelde productiegebied. De voeding van de varkens omvat twee fasen en is hoofdzakelijk gebaseerd op graanproducten (maïs, mout, haver, enz.) en subproducten van de zuivelindustrie (wei, wrongel en botermelk). Het voer — op basis van granen — wordt bij voorkeur vloeibaar (als een dunne of dikke brei) toegediend en volgens de traditie aangevuld met wei.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

Om redenen van traceerbaarheid en controle moeten de productie en de rijping van „Prosciutto di Modena” plaatsvinden in het in punt 4 omschreven afgebakende productiegebied.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

„Prosciutto di Modena” is permanent herkenbaar aan het merkteken van de controlestructuur dat in het zwoerd is gebrand.

Op het etiket van de hele hammen met bot moet de aanduiding „Prosciutto di Modena” gevolgd door „denominazione di origine protetta” (beschermde oorsprongsbenaming) voorkomen. Wanneer de hammen zijn ontbeend of in stukken gesneden en het zegel of brandmerk niet langer zichtbaar is, moet behalve de identificatiecode van de partij, tevens de productiedatum, dat wil zeggen de datum waarop de bewerking van de ham is aangevangen, op het etiket worden vermeld.

Andersluidende wettelijke voorschriften onverlet gelaten, is het verboden de oorsprongsbenaming aan te vullen met kwaliteitsaanduidingen als „klassiek”, „authentiek”, „extra”, „super” of andere eigenschappen, vermeldingen en toeschrijvingen — „ontbeend” daarvan uitgezonderd — of met andere aanduidingen die niet specifiek in het productdossier worden genoemd. Deze verbodsbepaling geldt ook voor de reclame en de verkoopbevordering voor „Prosciutto di Modena”, ongeacht de vorm en de context waarin deze geschieden.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

„Prosciutto di Modena” wordt uitsluitend bewerkt in het heuvelgebied van maximaal 900 m hoog rondom het orohydrografische bekken van de rivier de Panaro en de valleien die daarin uitlopen en omvat het grondgebied van de volgende gemeenten: Castelnuovo Rangone, Castelvetro, Spilamberto, San Cesario sul Panaro, Savignano sul Panaro, Vignola, Marano, Guiglia, Zocca, Montese, Maranello, Serramazzoni, Pavullo nel Frignano, Lama Mocogno, Pievepelago, Riolunato, Montecreto, Fanano, Sestola, Gaggio Montanto, Monteveglio, Savigno, Monte San Pietro, Sasso Marconi, Castello di Serravalle, Castel d’Aiano, Bazzano, Zola Predosa, Bibbiano, San Polo d’Enza, Quattro Castella, Canossa (voorheen Ciano d’Enza), Viano en Castelnuovo Monti. De varkens worden uitsluitend gefokt en geslacht in het afgebakende grondgebied van de regio's Emilia Romagna, Veneto, Lombardije, Piëmonte, Molise, Umbrië, Toscane, Marken, Abruzzen en Latium.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

In het heuvelgebied rondom het orohydrografische bekken van de Panaro ligt een van de weinige streken die bij uitstek geschikt is voor de productie van Modena-ham vanwege haar ligging tegen de Apennijnen van Toscane en Emilia, waar het microklimaat bijzonder gunstig is. Zowel de ligging van het gebied aan de voet van het gebergte met haar typische flora als het „drainerende effect” van de stroming van de rivier Panaro en de daarin uitlopende bergbeekjes vormen de voorwaarden voor een ideaal, hoofdzakelijk droog klimaat met weinig wind. Het feit dat het productiegebied niet door toeval en niet door wettelijke voorschriften is afgebakend tot een bepaalde geografische omgeving, versterkt de band die in de loop der tijden is ontstaan tussen het productiesysteem en het geografische gebied: ham moet rijpen in een volkomen gezond milieu, waarin de toegepaste productiesystemen dergelijke gezonde voorwaarden niet nadelig beïnvloeden.

5.2.   Specificiteit van het product:

Afgezien van de bijzondere eigenschappen die reeds in de productomschrijving zijn genoemd, is het product specifiek vanwege:

een grote onbedekte vetlaag op de kroon, waardoor het zout sneller kan inwerken en het product een karakteristieke smaak krijgt;

een vochtgehalte van 59 tot 63,5 %;

een zoutgehalte van 4,5 tot 6,7 %;

een proteolysegetal van 21 tot 31 %.

Vanwege het laatste kenmerk is dit overigens zeer goed verteerbare product met name geschikt voor een eiwitrijk dieet. Bovendien is „Prosciutto di Modena” door het gehalte aan mineralen en vitamines en het lage cholesterolgehalte ideaal voor vetarme diëten — wanneer het vet wordt afgesneden — omdat het op zich en wat het aanbod aan vetten en eiwitten betreft een meer dan evenwichtig voedingsmiddel is.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De productievoorwaarden die bepalend zijn voor de kenmerking en derhalve voor de erkenning van de oorsprongsbenaming, zijn strikt afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden en natuurlijke en menselijke factoren. Immers, op basis van de historische en economische ontwikkelingen in het afgebakende gebied en het feit dat dit bij uitstek geschikt is voor de landbouw, mag de grondstof zeker als bijzonder worden aangemerkt. Het ontstaan en de voortgang van de productie van „Prosciutto di Modena” zijn derhalve het gevolg van een dergelijke voorbestemming voor de landbouw, die moet worden geplaatst in het kader van de geomorfologische en microklimatologische voorwaarden in het afgebakende gebied. In een dergelijk kader van bijzondere voorwaarden is een proces tot stand gekomen dat de eigenschappen van de grondstof, de bewerkingsmethoden van het product en het succes van de benaming — die nauw verbonden is met de specifieke sociaaleconomische ontwikkeling in het gebied — in zich heeft verenigd en daarvoor van doorslaggevende betekenis is geweest: de ontwikkeling van inheemse en autochtone rassen die zich sinds de tijd van de Etrusken in Midden- en Noord-Italië heeft voltrokken, hangt in het afgebakende gebied nauw samen met de teelt van graangewassen en de melkverwerking die op hun beurt weer bepalend zijn geweest voor de voedersystemen. Deze omstandigheid heeft derhalve ook haar uitwerking op de karakteristieke eigenschappen van de grondstof en de specifieke geschiktheid daarvan voor de productie van ham, die bevestiging vinden in de veehouderij van zware varkens die op latere leeftijd worden geslacht. Deze factoren hebben geleidelijk aan en op natuurlijke wijze geleid tot een uitbreiding van de productie van gerijpte ham, die van oudsher was geconcentreerd in enkele streken die daarvoor vanwege de specifieke omgevingsvoorwaarden bijzonder geschikt waren en waarin, mede door menselijke inspanningen, door de tijden heen een hoge mate van specialisatie is bereikt.

De geschiedenis van het product grijpt zeer ver terug: er bestaan in het oorsprongsgebied zelfs bewijzen van de hamproductie in de Bronstijd, de periode waarin het fokken van landbouwhuisdieren van de grond kwam en het gebruik van zout (natriumchloride) werd ontdekt. In geschiedkundig en economisch opzicht werd het inzouten van vlees op brede schaal toegepast na de komst van de Kelten en is vervolgens in de Romeinse tijd verder verfijnd.

De oorsprong van het product kan tevens, reeds vanaf de pre-industriële periode, worden aangetoond aan de hand van het oorsprongsgebied van de grondstof van de ham, omdat de productie het gevolg is geweest van een buitengewone ontwikkeling van een typische algemene plattelandscultuur in de hele streek van „Padanië”, die in het heuvelgebied rondom het orohydrografische bekken van de Panaro (het gebied aan de voet van de Toscaans-Emiliaanse Apennijnen) een „topische” bestemming heeft gekregen door de bijzondere klimatologische omgevingsvoorwaarden die daar heersen.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd:

via de link

http://www.politicheagricole.it/DocumentiPubblicazioni/Search_Documenti_Elenco.htm?txtTipoDocumento=Disciplinare%20in%20esame%20UE&txtDocArgomento=Prodotti%20di%20Qualit%E0>Prodotti%20Dop,%20Igp%20e%20Stg

of

door rechtstreeks de homepage van de website van het Ministerie (http://www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op „Prodotti di Qualità” (aan de linkerkant van het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE [regolamento (CE) n. 510/2006]”.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


Rectificaties

20.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/25


Rectificatie van de uitnodiging tot het indienen van voorstellen 2010 — Oefeningen, mechanisme voor civiele bescherming van de Unie

( Publicatieblad van de Europese Unie C 60 van 11 maart 2010 )

2010/C 72/11

Bladzijde 14, punt 3, eerste alinea:

in plaats van:

„3.

Voorstellen moeten bij de Commissie op het in de documentatie vermelde adres worden ingediend tegen 30 april 2010. De voorstellen moeten uiterlijk 30 april 2010 per post of private koerier worden ingediend (als bewijs geldt de datum van verzending, het poststempel of de datum van het reçu). Zij mogen ook, uiterlijk 30 april 2010 om 17.00 uur (als bewijs geldt de door de verantwoordelijke ambtenaar gedateerde en ondertekende ontvangstbevestiging), persoonlijk worden overhandigd op het specifieke adres dat is vermeld in de documentatie betreffende de uitnodiging tot het indienen van voorstellen.”,

te lezen:

„3

Voorstellen moeten bij de Commissie op het in de documentatie vermelde adres worden ingediend tegen 31 mei 2010. De voorstellen moeten uiterlijk op 31 mei 2010 per post of private koerier worden ingediend (als bewijs geldt de datum van verzending, het poststempel of de datum van het reçu). Zij mogen ook, uiterlijk op 31 mei 2010 om 17.00 uur (als bewijs geldt de door de verantwoordelijke ambtenaar gedateerde en ondertekende ontvangstbevestiging), persoonlijk worden overhandigd op het specifieke adres dat is vermeld in de documentatie betreffende de uitnodiging tot het indienen van voorstellen.”.


20.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/s3


MEDEDELING

Op 20 maart 2010 wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie C 72 A de „Gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen — 2e aanvulling op de 28e volledige uitgave” gepubliceerd.

Abonnees van het Publicatieblad ontvangen gratis een exemplaar naargelang van het aantal en van de ta(a)l(en) van hun abonnement(en). Zij worden verzocht om de onderstaande bestelbon, naar behoren ingevuld, met opgave van hun abonneenummer (code aan de linkerkant van elk etiket, beginnende met O/…), te retourneren. Dit gratis aanbod geldt gedurende een jaar, met ingang van de verschijningsdatum van het betrokken Publicatieblad.

Niet-abonnees kunnen dit Publicatieblad tegen betaling verkrijgen bij een van onze verkoopkantoren (zie http://publications.europa.eu/others/agents/index_nl.htm).

Het Publicatieblad kan — net als alle Publicatiebladen (L, C, C A, C E) — gratis worden geraadpleegd op de website http://eur-lex.europa.eu

Image