ISSN 1725-2474 doi:10.3000/17252474.C_2010.036.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
53e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2010/C 036/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.5734 — Liberty Global Europe/Unitymedia) ( 1 ) |
|
2010/C 036/02 |
Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2010/C 036/03 |
||
2010/C 036/04 |
||
2010/C 036/05 |
Eindverslag van de raadadviseur-auditeur — Zaak COMP/39.530 — Microsoft (koppelverkoop) |
|
2010/C 036/06 |
Samenvatting van het besluit van de Commissie van 16 december 2009 betreffende een procedure overeenkomstig artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 54 van de EER-Overeenkomst (Zaak COMP/39.530 — Microsoft (koppelverkoop)) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 10033) ( 1 ) |
|
|
V Adviezen |
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Europese Commissie |
|
2010/C 036/07 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5669 — Cisco/Tandberg) ( 1 ) |
|
2010/C 036/08 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5717 — The Stanley Works/The Black & Decker Corporation) ( 1 ) |
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
Europese Commissie |
|
2010/C 036/09 |
||
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
13.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.5734 — Liberty Global Europe/Unitymedia)
(Voor de EER relevante tekst)
2010/C 36/01
Op 25 januari 2010 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32010M5734. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving. |
13.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/2 |
Goedkeuring van steunmaatregelen van de staten op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt
(Voor de EER relevante tekst)
2010/C 36/02
Datum waarop het besluit is genomen |
13.1.2010 |
|||||
Referentienummer staatssteun |
NN 29/08 |
|||||
Lidstaat |
Hongarije |
|||||
Regio |
— |
|||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Üzemanyag jövedéki adójának visszaigénylési lehetösége a vasúti, vizi és légi szállítás jogszabályban meghatározott területein |
|||||
Rechtsgrondslag |
2003. évi CXXVII. Törvény |
|||||
Type maatregel |
Steunregeling |
|||||
Doelstelling |
Sectorale ontwikkeling, Milieubescherming |
|||||
Vorm van de steun |
Verlaging van het belastingtarief |
|||||
Begrotingsmiddelen |
Voorziene jaarlijkse uitgaven 7 650 mln HUF Totaal van de voorziene steun 76 500 mln HUF |
|||||
Maximale steunintensiteit |
— |
|||||
Looptijd (periode) |
5.2007-4.2017 |
|||||
Economische sectoren |
Beperkt tot het spoorvervoer, Beperkt tot de binnenvaart |
|||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
13.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/3 |
Wisselkoersen van de euro (1)
12 februari 2010
2010/C 36/03
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,3572 |
JPY |
Japanse yen |
122,33 |
DKK |
Deense kroon |
7,4445 |
GBP |
Pond sterling |
0,86910 |
SEK |
Zweedse kroon |
9,9144 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,4650 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
8,0630 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
26,025 |
EEK |
Estlandse kroon |
15,6466 |
HUF |
Hongaarse forint |
270,48 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,7091 |
PLN |
Poolse zloty |
4,0172 |
RON |
Roemeense leu |
4,1268 |
TRY |
Turkse lira |
2,0619 |
AUD |
Australische dollar |
1,5366 |
CAD |
Canadese dollar |
1,4269 |
HKD |
Hongkongse dollar |
10,5464 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,9560 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,9198 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 563,39 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
10,4432 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
9,2737 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,3155 |
IDR |
Indonesische roepia |
12 674,61 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,6423 |
PHP |
Filipijnse peso |
62,779 |
RUB |
Russische roebel |
41,0880 |
THB |
Thaise baht |
45,066 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,5284 |
MXN |
Mexicaanse peso |
17,6572 |
INR |
Indiase roepie |
63,1000 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
13.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/4 |
Advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtsposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 11 december 2009 om 15u00 betreffende een ontwerpbeschikking in zaak COMP/39.350 — Microsoft
Rapporteur: Frankrijk
2010/C 36/04
1. |
Het Adviescomité deelt de bezwaren van de Commissie wat betreft de verenigbaarheid van de gedragingen van Microsoft met artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 54 van de EER-Overeenkomst, zoals deze zijn uiteengezet in de aan het Adviescomité overgelegde ontwerpbeschikking. |
2. |
Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de procedure kan worden beëindigd door middel van een besluit op grond van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003. |
3. |
Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de door Microsoft gedane toezeggingen passend, noodzakelijk en evenredig zijn om tegemoet te komen aan de door de Commissie in haar ontwerpbeschikking gemaakte opmerkingen. |
4. |
Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat, in het licht van de door Microsoft gedane toezeggingen en de door belanghebbenden gemaakte opmerkingen, er niet langer gronden voor een optreden van de Commissie bestaan, onverminderd artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003. |
5. |
Het Adviescomité beveelt aan dat zijn advies in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt. |
13.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/5 |
Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)
Zaak COMP/39.530 — Microsoft (koppelverkoop)
2010/C 36/05
De ontwerpbeschikking die op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 (2) bij de Commissie is ingediend, heeft betrekking op de vermeende onwettelijke koppelverkoop door Microsoft Corporation („Microsoft”) van haar webbrowser Internet Explorer tezamen met Windows („Windows”), haar dominante besturingssysteem voor client personal computers („pc's”).
Aan de oorsprong van de zaak ligt een klacht die de Commissie eind 2007 had ontvangen. Zij leidde de procedure in en nam een mededeling van punten van bezwaar („MB”) aan waarin zij haar mededingingsbezwaren formuleerde. Microsoft werd op 15 januari 2009 in kennis gesteld van de MB. Deze mededeling vormt een voorlopige beoordeling in de zin van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003.
Kort na de kennisgeving van de MB werd Microsoft bij brief van 26 januari 2009 toegang tot het dossier verleend. Later werd verschillende keren aanvullende toegang verschaft tot informatie die oorspronkelijk voorlopig als vertrouwelijk was aangemerkt. Aangezien Microsoft meer tijd nodig had om de redenen voor vertrouwelijkheidsverzoeken te verkrijgen en te verifiëren, zij een uitgebreide briefwisseling met de Commissie diende te voeren en zij de aanvullende informatie diende te beoordelen en, voor zover nodig, rekening met deze informatie diende te houden in haar antwoord op de MB, verleende ik een korte bijkomende verlenging van de antwoordtermijn van één week.
Na de inleiding van de procedure hebben vier ondernemingen (Google Inc., McAfee Inc., Mozilla, Symantec Corporation) en acht verenigingen (Association for Competitive Technology, Computing Technology Industry Association, European Committee for Interoperable Systems, Free Software Foundation Europe e.V., International Association of Microsoft Certified Partners, Software & Information Industry Association, Pan-European ICT & eBusiness Network for SMEs, UFC Que Choisir) verzocht om toegelaten te worden als belanghebbende, hetgeen werd aanvaard. Eén vereniging werd niet toegelaten aangezien zij niet kon aantonen dat de in deze zaak aangehaalde kwesties voldoende verband hielden met de door de vereniging nagestreefde algemene doelstellingen (3).
In haar antwoord op de MB verzocht Microsoft om een hoorzitting die op 3, 4 en 5 juni 2009 werd gepland. Zij zag er evenwel later van af om op deze data te worden gehoord en verzocht op 15 mei 2009 om uitstel van de hoorzitting, naar eigen zeggen opdat hoge ambtenaren van de Commissie aanwezig zouden kunnen zijn en ook om Microsoft meer tijd te geven om de eventuele door de klager en derden ingediende opmerkingen te onderzoeken en hierop te antwoorden.
Aangezien Microsoft de zekerheid heeft gekregen dat hoge ambtenaren van de Commissie aanwezig zouden zijn, en gezien de tijdige openbaarmaking van de opmerkingen van derden, heb ik het verzoek van Microsoft om uitstel op 18 mei 2009 afgewezen. Microsoft werd in dezelfde brief verzocht haar standpunt te herzien en haar verzoek om een hoorzitting te bevestigen. De onderneming antwoordde op 19 mei 2009 dat zij de voorgestelde data niet kon aanvaarden. Derhalve beschouwde ik het verzoek om een hoorzitting als ingetrokken.
Bij een op 24 juli 2009 naar Microsoft gestuurde Letter of Facts nam Microsoft kennis van aanvullende feiten die de Commissie na de aanname van de MB had vergaard. Op dezelfde dag werd opnieuw toegang tot het dossier verleend.
In oktober 2009 bood Microsoft de Commissie toezeggingen aan, terwijl zij het nog steeds oneens was met de voorlopige conclusies van de Commissie als uiteengezet in de MB.
De voornaamste toezeggingen luidden als volgt:
— |
Microsoft zou binnen de EER in het Windows-besturingssysteem een mechanisme aanbieden dat pc-producenten en -gebruikers in staat stelt om Internet Explorer in of uit te schakelen. |
— |
De pc-producenten zouden gelijk welke webbrowser(s) van hun keuze op de door hen verkochte pc's kunnen installeren en als standaardbrowser instellen. |
— |
Microsoft zou binnen de EER, via Windows Update, aan gebruikers van Windows-pc's een software-update voor een keuzescherm aanbieden. Met behulp van het keuzescherm kunnen de gebruikers kiezen of zij een concurrerende webbrowser(s) willen installeren en welke dat moet zijn. |
Op 9 oktober 2009 werd de volledige tekst van de verbintenissen overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 (4) gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie en werden belanghebbenden verzocht binnen een maand na de bekendmaking daarvan hierover hun opmerkingen te maken.
Nadat Microsoft in kennis was gesteld van deze opmerkingen, heeft zij haar toezeggingen gewijzigd.
De Commissie is thans tot de conclusie gekomen dat, gelet op de gewijzigde toezeggingen, er niet langer gronden voor een optreden bestaan en dat, onverminderd artikel 9, lid 2, de procedure beëindigd dient te worden.
Microsoft heeft de Commissie er op 30 november 2009 van in kennis gesteld dat zij voldoende toegang gekregen heeft tot de informatie in het dossier van de Commissie die zij nodig had om toezeggingen voor te stellen die aan de bezorgdheden van de Commissie tegemoet konden komen.
Gelet op het voorgaande ben ik van oordeel dat de rechten om te worden gehoord in deze zaak zijn gerespecteerd.
Gedaan te Brussel, 11 december 2009.
Michael ALBERS
(1) Opgesteld overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures — PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21.
(2) Alle artikelen en hoofdstukken waarnaar hieronder wordt verwezen, zijn die van Verordening (EG) nr. 1/2003.
(3) Wat de vereiste betreft dat een vereniging moet aantonen dat zij of haar leden voldoende belang hebben bij een zaak alvorens zij als tussenkomende partij kan worden toegelaten, zie de recente beschikking van de president van het Hof van Justitie van 5 februari 2009 in zaak C-550/07 P, Akzo Nobel Chemicals Ltd en Akcros Chemicals Ltd.
(4) PB C 242 van 9.10.2009, blz. 20.
13.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/7 |
Samenvatting van het besluit van de Commissie
van 16 december 2009
betreffende een procedure overeenkomstig artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 54 van de EER-Overeenkomst
(Zaak COMP/39.530 — Microsoft (koppelverkoop))
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 10033)
(Alleen de tekst in de Engelse taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
2010/C 36/06
Op 16 december 2009 nam de Commissie een besluit aan betreffende een procedure krachtens artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie („VWEU”). Overeenkomstig de bepalingen van artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 (1), publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit. De volledige tekst van het besluit is te vinden op de website van DG Concurrentie op het volgende adres:
http://ec.europa.eu/competition/antitrust/cases/
(1) |
De zaak heeft betrekking op Microsoft Corporation (hierna „Microsoft”) en de mogelijke onwettige koppelverkoop van haar webbrowser Internet Explorer met haar besturingssysteem „Windows” voor client-pc’s, waarvoor zij een machtspositie heeft. |
1. Voorlopige bezwaren uit mededingingsoogpunt
(2) |
In een mededeling van punten van bezwaar van 14 januari 2009 was de Commissie voorlopig van oordeel dat de criteria die bepalend zijn voor onwettige koppelverkoop in deze zaak waren vervuld (2):
|
(3) |
Het voorlopige standpunt van de Commissie was dat Internet Explorer een distributievoordeel had ten opzichte van andere webbrowsers en dat het downloaden van webbrowsers van het internet werd belemmerd. De Commissie was voorlopig ook van mening dat de koppeling van Internet Explorer aan Windows, naast Microsoft's positie op de markt voor besturingssystemen voor client-pc's te versterken, de web- en sofwareontwikkelaars tevens op kunstmatige wijze ertoe had aangezet hun producten primair op Internet Explorer af te stemmen. |
2. Besluit met verbintenissen
(4) |
Microsoft stelde toezeggingen voor om de voorlopige concurrentiebezwaren van de Commissie uit de weg te ruimen. |
(5) |
Bij besluit van 16 december 2009 gaf de Commissie deze toezeggingen overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 een verbindend karakter voor Microsoft. Kort houden deze het volgende in: |
(6) |
Ten eerste besloot Microsoft om binnen de Europese Economische Ruimte (EER) een mechanisme in Windows ter beschikking te stellen dat OEM’s en gebruikers in staat stelt om Internet Explorer in of uit te schakelen. |
(7) |
Ten tweede zullen OEM’s, volgens de door Microsoft voorgestelde toezeggingen, gelijk welke webbrowser(s) van hun keuze op hun pc's kunnen installeren en als standaardbrowser instellen. Microsoft zal de toezeggingen op geen enkele wijze omzeilen en zal geen represailles nemen tegen OEM’s die concurrerende webbrowsers installeren. |
(8) |
Microsoft stelde voor om aan gebruikers van Windows-pc's in de EER, via Windows Update, de software voor een keuzescherm aan te bieden. Gebruikers van Windows XP, Windows Vista en Windows 7 die Internet Explorer als standaardbrowser hebben ingesteld (ongeacht hoe deze instelling is gebeurd) en die aangemeld zijn voor Windows Update zullen een keuzescherm krijgen waarmee zij kunnen kiezen tussen webbrowsers, en waarop zij snelkoppelingen kunnen vinden met meer informatie over de op het keuzescherm vermelde webbrowsers. |
(9) |
In het besluit wordt geconcludeerd dat, gelet op de toezeggingen die een verbindend karakter hebben gekregen voor Microsoft, er niet langer gronden voor een optreden van de Commissie bestaan. Het besluit is verbindend voor Microsoft voor een periode van vijf jaar na de datum van goedkeuring van het besluit. |
(1) PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.
(2) Zie zaak T-201/04 Microsoft tegen. Commissie, Jurispr. 2007, blz. II-3601, overwegingen 842, 869 en 1058. Zie ook mededeling van de Commissie — „Richtsnoeren betreffende de handhavingsprioriteiten van de Commissie bij de toepassing van artikel 82 van het EG-Verdrag op onrechtmatig uitsluitingsgedrag door ondernemingen met een machtspositie”, PB C 45 van 24.2.2009, punt 50.
V Adviezen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
13.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/9 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.5669 — Cisco/Tandberg)
(Voor de EER relevante tekst)
2010/C 36/07
1. |
Op 8 februari 2010 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 en volgend op een verwijzing in het kader van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Cisco Systems Inc., („Cisco Systems” Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1), onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Tandberg ASA („Tandberg”, Noorwegen & Verenigde Staten), door een op 1 oktober 2009 aangekondigd openbaar bod. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5669 — Cisco/Tandberg, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
13.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/10 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.5717 — The Stanley Works/The Black & Decker Corporation)
(Voor de EER relevante tekst)
2010/C 36/08
1. |
Op 5 februari 2010 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Stanley Works („Stanley”) in de zin van artikel 3, lid 1), onder b), van de genoemde verordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Black & Decker Corporation („Black & Decker”). |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5717 — The Stanley Works/The Black & Decker Corporation, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
13.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/11 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
2010/C 36/09
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.
SAMENVATTING
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„ESTEPA”
EG-nummer: ES-PDO-005-0341-16.04.2004
BOB ( X ) BGA ( )
Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.
1. Bevoegde dienst van de lidstaat:
Naam: |
Subdirección General de Calidad Agroalimentaria y Agricultura Ecológica Dirección General de Industrias y Mercados Agroalimentarios Secretaría General de Medio Rural. Ministerio de Medio Ambiente y Medio Rural y Marino |
|||
Adres: |
|
|||
Tel. |
+34 913475394 |
|||
Fax |
+34 913475710 |
|||
E-mail: |
— |
2. Groepering:
Naam: |
Oleoestepa, Sociedad Cooperativa Andaluza. Puricon, Sociedad Cooperativa Andaluza y Sierra del Aguila, Sociedad Limitada. |
|||
Adres: |
|
|||
Tel. |
+34 954829098 |
|||
Fax |
+34 954829069 |
|||
E-mail: |
— |
|||
Samenstelling: |
— |
3. Productcategorie:
Extra olijfolie van eerste persing — Categorie 1.5. Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie, enz.)
4. Productdossier:
(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)
4.1. Naam:
„Estepa”
4.2. Beschrijving:
Extra olijfolie van eerste persing, verkregen uit olijven (vruchten van de Olea Europea, L) van de hierna vermelde variëteiten, die drie types extra olijfolie van eerste persing opleveren:
— |
Hojiblanca, Arbequina, Manzanilla, Picual en Lechín de Sevilla, |
— |
Hojiblanca en Arbequina, |
— |
Hojiblanca. |
Het betreft bij de types olijfolie met de beschermde oorsprongsbenaming uiteraard extra olijfolie van eerste persing die na rijping in de kelders aan de volgende criteria voldoet:
|
Mediaan voor fruitigheid: groter dan of gelijk aan 4,5 |
|
Zuurtegraad: maximaal 0,3 |
|
Peroxidegetal: maximaal 15 |
|
UV-absorptiecoëfficiënt (K 270): Maximaal 0,18 mille-equivalenten actieve zuurstof per kilogram olie |
|
Natuurlijke antioxidantia
|
|
Bitterheid (K 225): ≤ 0,3 nm |
|
Oxidatiestabiliteit (RANCIMAT): uitgedrukt in uren (bij 100 °C en een luchtstroomdebiet van 10 l/h)
|
|
Chlorofyl- en caroteenconcentratie (mg/kg = ppm)
|
|
Verhouding tussen de percentages oliezuur/linolzuur: maximaal: 13,82; minimaal: 4,54 |
|
Verhouding enkelvoudig en meervoudig onverzadigde vetzuren: maximaal: 12,51; minimaal: 4,47
|
|
Voorts kan de kleur van de olie op de BTB-schaal ( broomthymolblauw) variëren tussen 2/3 — 3/3 — 2/4 — 3/4 — 2/5 en 3/5. |
Wat het profiel van de olie betreft, is het de fruitigheid van de vroeg geoogste olijven die op prijs wordt gesteld en die in het algemeen het midden houdt tussen de fruitigheid van groene en de fruitigheid van rijpe olijven evenwel met de typische zuurheid van vroeg geoogste olijven als overheersend element.
Al naar gelang het type vertoont de olie met de BOB verschillende kenmerken:
— |
Hojiblanca, Arbequina, Manzanilla, Picual en Lechín de Sevilla, Deze olie wordt in de hiernavermelde verhoudingen uit de genoemde olijvenvariëteiten vervaardigd: minstens 50 % extra olijfolie van eerste persing van de variëteit Hojiblanca, 20 % à 30 % van de variëteit Arbequina en maximaal 5 % van de andere variëteiten samen (Manzanilla, Picual en Lechin de Sevilla). Kenmerkend voor de olie is de gematigd intense fruitigheid van eerder groene dan rijpe olijven. De bitterheid en het scherpe zijn karakteristiek voor olie die is vervaardigd van olijven die in het begin van het seizoen zijn geplukt. Was: 80 à 150 ppm |
— |
Hojiblanca en Arbequina Deze olie wordt in de hiernavermelde verhoudingen uit de genoemde olijvenvariëteiten vervaardigd: 40 % à 60 % extra olijfolie van eerste persing van de variëteit Hojiblanca en 40 % à 60 % van de variëteit Arbequina. Kenmerkend voor deze olie zijn de aroma’s en de smaak van verse en/of rijpe olijven en de fruitigheid van groene, halfrijpe olijven. De bitterheid en het scherpe zijn karakteristiek voor olie die is vervaardigd van olijven die in het begin van het seizoen zijn geplukt. Was: 50 à 80 ppm |
— |
Hojiblanca Deze extra olijfolie van eerste persing wordt uitsluitend vervaardigd uit de olijvenvariëteit Hojiblanca. Kenmerkend voor deze olie zijn de aroma’s en de smaak van verse en/of rijpe olijven, de fruitigheid van groene olijven alsook de smaak van vers gras. De bitterheid en het scherpe zijn karakteristiek voor olie die is vervaardigd van olijven die in het begin van het seizoen zijn geplukt. Was: 40 à 70 ppm |
4.3. Geografisch gebied:
Het geografisch productiegebied omvat elf gemeenten van de provincie Sevilla (Aguadulce, Badolatosa, Casariche, Estepa, Gilena, Herrera, Lora de Estepa, Marinaleda, Pedrera, La Roda de Andalucía en El Rubio) en één gemeente van de provincie Córdoba (Puente Genil, met name het gebied dat bekendstaat onder de naam Miragenil).
4.4. Bewijs van de oorsprong:
De olijven zijn afkomstig van geregistreerde olijfgaarden die de toegestane variëteiten voortbrengen en in het productiegebied zijn gevestigd.
De olie wordt geperst en verpakt in geregistreerde olijfpersen en verpakkingsbedrijven die in het afgebakende productiegebied gevestigd zijn en onder omstandigheden die de optimale bewaring van het product garanderen.
Nadat de extra olijfolie van eerste persing is geperst en opgeslagen, zijn de oorsprong van het product en de datum en het uur van de verwerking alsook de tijdens deze verwerking gebruikte elementen traceerbaar aan de hand van een productieregister.
Het product wordt onderworpen aan fysisch-chemische en organoleptische onderzoeken die de kwaliteit garanderen. De fysisch-chemische onderzoeken hebben betrekking op de parameters die in de beschrijving zijn opgesomd.
Slechts de extra olijfolie die voor alle controles tijdens het verwerkingsproces goed scoort, wordt verpakt en in de handel gebracht onder de beschermde oorsprongsbenaming en met het genummerde contra-etiket van de Consejo Regulador.
4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product:
Traditioneel worden de bomen aangeplant in een driehoeksverband van 12 × 12. In de nieuwe olijfgaarden met intensieve aanplant — waarbij bomen dus veel dichter bij elkaar staan — is de plantruimte veel kleiner. De bemesting vindt plaats in de winter, na de oogst. De intensieve aanplant heeft er sterk aan bijgedragen dat ook de irrigatie werd geïntensifieerd. Het systeem van de plaatselijke irrigatie is de meest verspreide irrigatiewijze. De vorm van de olijfbomen is afhankelijk van de snoeiwijzen — de „poda en cabeza” (in gobeletvorm) of de „poda racional” (vorm- en onderhoudssnoei, waarbij niet-dragende takken worden weggesnoeid of teruggesnoeid). Wanneer fytosanitaire producten worden ingezet moeten deze de nuttige fauna ongemoeid laten en mogen geen residuen in de olijven achterblijven.
De olijven worden vroeg in het seizoen rechtstreeks van de boom gehaald. Dit gebeurt zeer zorgvuldig en volgens de traditionele methoden: knuppelen of schudden. De olijven worden steeds in bulk vervoerd in aanhangwagens of in bakken van hard materiaal. Het persen vindt plaats in geregistreerde olijvenpersen uiterlijk binnen 24 uur na de pluk. Het verwerkingsproces van de olijven omvat: het verwijderen van de blaadjes en het wassen en het vermalen van de olijven, het omroeren van de olijvenmassa, het scheiden van de fasen, het klaren van de olijfolie, de opslag in reservoirs, het vervoer in bulk en de verpakking van de olie.
4.6. Verband:
Een groot aantal olijfgaarden is aangeplant op een kalkhoudende bodem. De inwerking van een dergelijke bodem op de olijfbomen heeft tot gevolg dat opstijgend ijzer sterker wordt geblokkeerd en het water beter wordt vastgehouden hetgeen in perioden van droogte zorgt voor een groter vochtgehalte in de olijfgaard en bijgevolg voor een andere soort olijfgaard met eigen kenmerken, en dus ook voor een zeer karakteristieke olijfolie.
De resultaten van beschikbare onderzoeken tonen aan dat dit soort bodem zorgt voor een grotere concentratie van een vanuit het oogpunt van de voedingsleer bijzonder interessant antioxidans, namelijk tocoferol, met name α-tocoferol dat in grotere mate (> 95 %) aanwezig is.
Een andere factor die zeer kenmerkend en karakteristiek is voor de in dit gebied geproduceerde olijfolie houdt verband met het klimaat in het productiegebied, namelijk met de schaarse regenval in de regio Estepa. De waterstress die hiervan het gevolg is, verleent de met olijven uit deze regio geproduceerde olie een bitterheid (K225) die uitgesprokener is dan de bitterheid van elders geproduceerde olie.
Bovendien stijgt, dankzij deze schaarse regenval ook het gehalte aan natuurlijke antioxidantia.
Aangezien de regio Estepa reeds een grote hoeveelheid tafelolijven voortbrengt — ongeveer 30 % van de totale productie — wordt bij de andere olijven tot een vroegere pluk overgegaan hetgeen tot gevolg heeft dat de olijfolie zowel vanuit chemisch als vanuit organoleptisch oogpunt andere kenmerken verwerft.
Door deze vroege olijvenoogst, onderscheidt de in Estepa geproduceerde olie zich als volgt van elders geproduceerde olie:
— |
rijker aan fenolverbindingen; |
— |
bitterder vanuit organoleptisch oogpunt hetgeen typisch is voor olijfolie die is geproduceerd met olijven die in het begin van het seizoen zijn geplukt; |
— |
grotere oxidatiestabiliteit; |
— |
een grotere concentratie pigmenten in de olijfolie, namelijk chlorofyl en caroteen. |
In de samenstelling kunnen zich verschillen voordoen: deze nemen in het algemeen de vorm aan van een hoger linolzuurgehalte terwijl het oliezuurgehalte stabiel blijft hetgeen een lagere verhouding enkelvoudig onverzadigde vetzuren/meervoudig onverzadigde vetzuren tot gevolg heeft.
De schommelingen in het polifenolgehalte en in de stabiliteit zijn eveneens afhankelijk van het ogenblik waarop de olijven worden geplukt.
4.7. Controlestructuur:
Naam: |
Consejo Regulador de la Denominación Origen «Estepa» |
|||
Adres: |
|
|||
Tel. |
+34 955912630 |
|||
Fax |
+34 955912630 |
|||
E-mail: |
— |
De controlestructuur is conform de norm EN 45011.
4.8. Etikettering:
Op de etiketten en de contra-etiketten moet de vermelding „Denominación de Origen “Estepa” ” zijn aangebracht.
Het commerciële etiket van ieder geregistreerd bedrijf moet door de Consejo Regulador zijn goedgekeurd.
Op elke verpakking waarin de olie aan de consument wordt verkocht, moeten het garantiezegel, het etiket of het niet-herbruikbare, genummerde en door de Consejo Regulador afgegeven contra-etiket zijn aangebracht, overeenkomstig de voorschriften in „het handboek inzake kwaliteit en procedures” dat in de/het geregistreerde winkel/olijfpers/verpakkingsbedrijf kan worden ingekeken.