ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2009.270.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 270

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

52e jaargang
11 november 2009


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

ADVIEZEN

 

Europese Centrale Bank

2009/C 270/01

Advies van de Europese Centrale Bank van 26 oktober 2009 betreffende een voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautair macroprudentieel toezicht op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s en een voorstel voor een Beschikking van de Raad tot toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s (CON/2009/88)

1

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2009/C 270/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.5589 — SONY/SEIKO EPSON) ( 1 )

9

2009/C 270/03

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

10

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2009/C 270/04

Overzicht van de benoemingen waartoe de Raad heeft besloten — September/Oktober 2009 (sociale zaken)

14

 

Commissie

2009/C 270/05

Wisselkoersen van de euro

17

 

Gerecht voor ambtenarenzaken

2009/C 270/06

Samenstelling van de kamers en toevoeging van de rechters aan de kamers

18

2009/C 270/07

Criteria voor toewijzing van de zaken aan de kamers

19

2009/C 270/08

Aanwijzing van de rechter die de president van het Ambtenarengerecht als rechter in kort geding vervangt

20

 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Commissie

2009/C 270/09

Media 2007 — Ontwikkeling, distributie, promotie en scholing — Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/17/09 — i2i audiovisual

21

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Commissie

2009/C 270/10

Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregel en van een tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van multiplex van okouméhout van oorsprong uit de Volksrepubliek China

24

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Commissie

2009/C 270/11

Intrekking van een aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5654 — Brookfield/BBI) ( 1 )

30

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

ADVIEZEN

Europese Centrale Bank

11.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 270/1


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 26 oktober 2009

betreffende een voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautair macroprudentieel toezicht op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s en een voorstel voor een Beschikking van de Raad tot toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s

(CON/2009/88)

2009/C 270/01

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 6 oktober 2009 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek om een advies van de Raad van de Europese Unie inzake: 1. Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautair macroprudentieel toezicht op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s (1) (de „ontwerp-Verordening”) en een voorstel voor een Beschikking van de Raad tot toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s (2) (de „ontwerp-Beschikking”).

De adviesbevoegdheid van de ECB inzake de ontwerp-Verordening is gebaseerd op artikel 105, lid 4 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap aangezien de ontwerp-Verordening bepalingen bevat aangaande de bijdrage van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) tot een goede beleidsvoering in verband met prudentieel toezicht op kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel, zoals bedoeld in artikel 105, lid 5 van het Verdrag. Aangaande de ontwerp-Beschikking, is de adviesbevoegdheid van de ECB gebaseerd op artikel 105, lid 6 van het Verdrag. Aangezien beide teksten betrekking hebben op de oprichting, organisatie en werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s (ECSR), en ondanks de onderscheiden op deze teksten toepasselijke, wetgevende procedures, heeft de ECB omwille van de eenvoud één advies aangenomen inzake beide voorstellen.

De opmerkingen in dit advies laten het toekomstige advies van de ECB inzake drie ontwerp-voorstellen voor verordeningen van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europese Bankautoriteit, een Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en een Europese Autoriteit voor effecten en markten (3), die deel uitmaken van een wetgevingspakket tot hervorming van Europees financieel toezicht dat door de Europese Commissie op 23 september 2009 werd aangenomen, onverlet.

Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

Algemene opmerkingen

1.

In grote lijnen steunt de ECB de door de Commissie voorgestelde verordening en de beschikking tot oprichting van een nieuw lichaam verantwoordelijk voor macro-prudentieel toezicht in de EU, namelijk het ECSR. De ECB meent dat de recente financiële crisis de noodzaak heeft aangetoond van een stringentere macro-prudentiële benadering van regulering van en toezicht op het financiële stelsel als geheel. De crisis heeft tevens aangetoond dat het alomvattend en tijdig beoordelen van diverse bronnen van systeemrisico en hun gevolgen voor het financiële stelsel noodzakelijk is. Het ECSR kan signifikant bijdragen aan de stabiliteit van het financiële stelsel van de EU als geheel, door systeemrisico’s vast te stellen en te beoordelen, door het afgeven van vroegtijdige waarschuwingen en aanbevelingen, in geval van signifikante risico’s en door het volgen van de voortzetting.

2.

De Ecofinraad van 9 juni 2009 concludeerde dat de „ECB administratieve, logistieke, statistische en analytische ondersteuning verleent aan het ECSR, mede puttend uit advies van nationale centrale banken en toezichthouders”. Dit vloeide voort uit de aanbevelingen van het verslag van de Groep op Hoog Niveau inzake Financieel Toezicht in de EU, sinds 25 februari 2009 voorgezeten door Jacques de Larosière en de medeling van de Commissie van 27 mei 2009, waarin voorgesteld wordt dat de ECB het Secretariaat van het ECSR dient te verzorgen. Op 18 en 19 juni heeft de Europese Raad erop gewezen dat de Mededeling en de Ecofin-conclusies richtinggevend zijn voor het invoeren van een nieuw kader voor macro- en microprudentieel toezicht en steunde de oprichting van het ECSR.

3.

De ECB heeft zich bereid verklaard het ECSR-Secretariaat te verzorgen en steunt het ECSR, waarbij zij voorstelt zulks in een overweging bij de ontwerpverordening op te nemen. De ECB is middels de deelname van alle leden van de Algemene Raad van de ECB bereid om de macro-economische, financiële en monetaire deskundigheid van alle centrale banken van de EU ten goede te laten komen aan het ECSR. Deze bijdrage zal worden ondersteund door het optreden van de ECB en het ESCB inzake het volgen van financiële stabiliteit, macro-economische analyse, verzameling van statische gegevens, en door de algehele synergie aangaande deskundigheid, bronnen en infrastructuur in de context van de huidige centrale-bank activiteiten in de EU.

4.

De betrokkenheid van de ECB en het ESCB laten de primaire doelstellingen van het ESCB uit hoofde van artikel 105, lid 1 van het Verdrag, het handhaven van prijsstabiliteit, onverlet. Dienaangaande merkt de ECB op dat haar ondersteunende activiteiten ten aanzien van het ECSR de institutionele, functionele en financiële onafhankelijkheid niet zullen beïnvloeden, noch de uitvoering door het ESCB van zijn taken uit hoofde van het Verdrag en de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (de ESCB-statuten), met name de taken inzake financiële stabiliteit en oversighttaken (4).

5.

Inzake statistieken is de ECB bereid de noodzakelijke informatie inzake de macro-economische en macro-financiële context aan het ECSR te leveren en heeft daartoe de nodige deskundigheid. Zulks betreft met name informatie inzake marktvoorwaarden en marktinfrastructuren. Micro-prudentiële informatie zullen de drie nieuwe europese toezichthouders leveren.

Specifieke opmerkingen

6.

De ECB steunt de ontwerpverordening aangaande de procedure voor het uitbrengen van risicowaarschuwingen en aanbevelingen volledig (5), namelijk dat het ECSR de risicowaarschuwingen en aanbevelingen van het ECSR direct aan de respectieve geadresseerden overbrengt en tegelijkertijd aan de Ecofin-Raad. Wijzigingen van deze bepalingen zouden leiden tot „indirecte verzending” van risicowaarschuwingen en aanbevelingen en zouden de effectiviteit en de tijdigheid van de aanbevelingen, alsook de onafhankelijkheid en de geloofwaardigheid van het ECSR ondergraven. Bovendien is het van belang dat de communicatieprocedures van het ECSR met andere EU-instellingen en comités de effectieve en tijdige uitvoering van de ECSR-taken niet belemmeren.

7.

Aangaande de organisatorische aspecten van het ECSR acht de ECB het van bijzonder belang dat de samenstelling van het ECSR-Stuurcomité een adequate weerspiegeling vormt van de Algemene Raad van het ECSR. In de Algemene Raad zullen 29 leden met stemrecht centrale bankiers zijn, terwijl de overige vier leden met stemrecht lid van de Commissie en de voorzitters van de drie nieuwe europese toezichthouders zijn. Het is essentieel dat de samenstelling van het ECSR-Stuurcomité een weerspiegeling vormt van de Algemene Raad opdat het Comité ten opzichte van de Raad, wiens vergaderingen het Comité voorbereidt, representatief zou zijn. Derhalve is de opname van vijf leden centrale bankiers (naast de voorzitter en de vicevoorzitter van het ECSR) naast de vier overige leden met stemrecht een minimumdrempel om een dergelijk aangewezen evenwicht te waarborgen met een voldoende vertegenwoordiging van centrale banken van het eurogebied en van buiten het eurogebied. Dienovereenkomstig steunt de ECB het Commisevoorstel ten zeerste dat zeven van de leden van het Stuurcomité uit het midden van de Algemene Raad van de ECB afkomstig zullen zijn (6). Aangezien evenwel de samenstelling van het eurogebied zal veranderen, ware het niet raadzaam in een specifieke rechtshandeling een onveranderlijke zeteltoewijzing vast te leggen tussen het eurogebied en de centrale banken van buiten het eurogebied. Tenslotte steunt de ECB de commissieaanpak krachtens welke slechts de ECSR- voorzitter het hoofd van het secretariaat aanwijzigingen geeft (7).

8.

De voorzitter en de vicevoorzitter van de Algemene Raad van het ECSR dienen op basis van dezelfde procedures te worden verkozen en door dezelfde groep van leden met stemrecht, aangezien de vice-voorzitter een volwaardige plaatsvervanger dient te zijn van de voorzitter, indien noodzakelijk. Zoals vermeld in het commissievoorstel, dient de vicevoorzitter derhalve te worden verkozen door en uit de leden van de Algemene Raad, die tevens lid zijn van de Algemene Raad van de ECB. Verschillende verkiezingsprocedures voor de voorzitter en de vicevoorzitter zou een onnodige complicatie zijn en zou de onjuiste indruk kunnen wekken dat zij binnen het ECSR verschillende groepen vertegenwoordigen.

9.

Aangaande de samenstelling van de Algemene Raad van het ECSR, steunt de ECB het commissievoorstel dat de president en de vicepresident van de ECB leden met stemrecht van de Algemene Raad van het ECSR zijn. Zulks strookt met het beginsel dat de Algemene Raad van de ECB de basis vormt voor de leden met stemrecht van de Algemene Raad (8). Bovendien zou de aanvaarding van de vicepresident van de ECB stroken met de conclusies van het Voorzitterschap van de Europese Raad van 18-19 juni 2009, luidens welke de vicepresident zou kunnen stemmen bij de verkiezing van de voorzitter van het ECSR, zulks als lid van de Algemene Raad van de ECB. Indien hij geen lid zou zijn van de Algemene Raad van het ECSR zou de vicepresident niet kunnen deelnemen aan deze verkiezing.

10.

Het ECSR is een gemeenschapslichaam wiens taken het financiële stelsel van de EU betreffen, waartoe het doen van aanbevelingen en gepast optreden behoren, ten einde systeemrisico’s te adreseren en de stabiliteit van het systeem te waarborgen en wiens leden afkomstig zijn uit alle EU-lidstaten. Gezien de systeemrelevantie van een aantal Europese niet-EU landen voor het financiële stelsel van de EU, kan het aangewezen zijn vertegenwoordigers van deze landen voor deelname aansommige ECSR-vergaderingen en/of technische comités uit te nodigen, indien relevante kwesties worden besproken.

De ECB beveelt aan de volgende artikelen uit de ontwerpverordening en twee artikelen uit de ontwerpbeschikking te wijzigen. De bijlage bevat specifieke en toegelichte formuleringsvoorstellen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 26 oktober 2009.

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  COM(2009) 499 definitief.

(2)  COM(2009) 500 definitief.

(3)  COM(2009) 501 definitief, COM(2009) 502 definitief en COM(2009) 503 definitief.

(4)  Artikel 105, lid 2, vierde streepje en artikel 105, lid 4 en 5 van het Verdrag, en artikel 3.1, vierde streepje, artikel 3.3, artikel 4 en 22, en artikel 25.1 van de ESCB-statuten.

(5)  Artikel 16, 17 en 18 van de ontwerpverordening.

(6)  Artikel 11, lid 1 van de ontwerpverordening.

(7)  Artikel 4, lid 1 van de ontwerpbeschikking. De ECSR-voorzitter is voorzitter van de Algemene Raad en het Stuurcomité.

(8)  De president van de ECB, de vicepresident en de presidenten van de nationale centrale banken van de EU maken deel uit van de Algemene Raad van de ECB.


BILAGE

Formuleringsvoorstellen

Door de Commissie voorgestelde tekst

Door de ECB voorgestelde wijzigingen (1)

Wijziging 1

Overweging 5 van de ontwerpverordening

Overweging 5

„In haar mededeling met als titel „Europees financieel toezicht” […] In overeenstemming met het standpunt van de Commissie concludeerde „de Raad onder meer dat” de ECB het ECSR analytische, statistische, administratieve en logistieke ondersteuning dient te verlenen en daarbij ook dient te putten uit technisch advies van de nationale centrale banken en toezichthouders”.

Overweging 5

„In haar mededeling met als titel „Europees financieel toezicht” […] In overeenstemming met het standpunt van de Commissie concludeerde de Raad onder meer dat „de ECB het ECSR analytische, statistische, administratieve en logistieke ondersteuning dient te verlenen en daarbij ook dient te putten uit technisch advies van de nationale centrale banken en toezichthouders”. De ECB is bereid het ECSR-Secretariaat te verzorgen en steunt het ECSR. De ondersteuning van de ECSR door de ECB, alsook de aan het ECSR toegewezen taken moeten het beginsel van onafhankelijkheid van de ECB bij de uitoefening van haar taken uit hoofde van het Verdrag onverlet laten.”

Uitleg:

De Raad van bestuur van de ECB heeft zich bereid verklaard het ECSR-secretariaat te verzorgen en het ECSR te steunen en acht het voorts aangewezen zulks in overweging van bij de ontwerpverordening op te nemen.

De laatste zin van overweging 5 bij de ontwerpverordening verduidelijkt dat de ondersteuning van het ECSR de ECB niet zal hinderen bij de uitvoering van haar taken, noch door de taken van het ECSR, aangezien de ECB bij Verdrag is opgericht, zulks in tegenstelling tot het ECSR. Dat is van bijzonder belang gezien het beginsel van onafhaneklijkheid van centrale banken.

Wijziging 2

Overweging 3, lid 1 van de ontwerpverordening

Artikel 3

„1.   Het ECSR is verantwoordelijk voor het macroprudentiële toezicht op het financiële stelsel binnen de Gemeenschap teneinde systeemrisico’s binnen het financiële stelsel te voorkomen of te beperken, zodat perioden van wijdverbreide financiële onrust worden voorkomen, tot een soepele werking van de interne markt wordt bijgedragen en voor een duurzame bijdrage van de financiële sector aan de economische groei wordt gezorgd.”

Artikel 3

„1.   Het ECSR is verantwoordelijk voor het macroprudentiële toezicht op het financiële stelsel binnen de Gemeenschap teneinde systeemrisico’s binnen het financiële stelsel te voorkomen of te beperken, zodat perioden van wijdverbreide financiële onrust worden voorkomen en tot een soepele werking van de interne markt wordt bijgedragen en voor een duurzame bijdrage van de financiële sector aan de economische groei wordt gezorgd .”

Uitleg:

De ECB is van mening dat het waarborgen van een duurzame bijdrage aan economische groei niet de drijfveer achter macroprudentieel oversight is. Derhalve dient dit begrip uit het bovenstaande artikel te worden geschrapt.

Wijziging 3

Artikel 4, lid 1 van de ontwerpverordening

Artikel 4

„1.   Het ECSR heeft een algemene raad, een stuurcomité en een secretariaat.”

Artikel 4

„1.   Het ECSR heeft een algemene raad, een stuurcomité, en een secretariaat een technisch raadgevend comité.”

Uitleg:

De ontwerpverordening en -beschikking dienen de belangrijkste institutionele aspecten van het ECSR, waaronder het Raadgevende Technische Comité, vorm te geven. Zowel de ontwerpverordening en de ontwerp beschikking benadrukken de leidende rol van de ECB en de nationale centrale banken in macroprudentieel oversight  (2). Dit artikel van de ontwerpverordening dient te worden gewijzigd om te verduidelijken dat het RTC deel uitmaakt van de organisatiestructuur van het ECSR (zie tevens wijzigingen 5 en 7).

Wijziging 4

Artikel 4, lid 4 van de ontwerpverordening

Artikel 4

„4.   Overeenkomstig Beschikking XXXX/EG/2009 van de Raad verleent het secretariaat analytische, statistische, administratieve en logistieke ondersteuning aan het ECSR onder leiding van de voorzitter van de algemene raad.”

Artikel 4

„4.   Overeenkomstig Beschikking XXXX/EG/2009 van de Raad dat de ECB specifieke taken toewijst aangaande de werking van het ECSR, zal de ECB het secretariaat verzorgen dat het ECSR zal ondersteunen, mede puttend uit advies van nationale centrale banken en toezichthouders onder leiding van de voorzitter van de algemene raad.”

Uitleg:

De wijziging is noodzakelijk om de ontwerpverordening volledig in overeenstemming te brengen met de conclusies van de Ecofin-Raad van 9 juni 2009 en met de ontwerpbeschikking. Bij gebreke daarvan zou de ondersteunende rol van de ECB ten aanzien van het ECSR niet in de ontwerpverordening worden opgenomen. Zulks zou stroken met eerdere verklaringen en besluiten, met name:

het de Larosière rapport bepaalde dat „binnen de EU, is de ECB, als de kern van het ESCB, de aangewezen instantie om de taak van het identificeren van macroprudentiële risico’s uit te voeren”;

de Commissie-mededeling van 27 mei 2009;

Goedkeuring van de Ecofinraadconclusies van 9 juni 2009 die bepaalden dat de „ECB administratieve, logistieke, statistische en analytische ondersteuning dient te verlenen aan het ECSR, mede puttend uit technisch advies van nationale centrale banken en toezichthouders”; en

Goedkeuring van de conclusies van de Europese Raad van 18 en 19 juni 2009.

Wijziging 5

Artikel 4, lid 5 van de ontwerpverordening

Artikel 4

„5.   Het ECSR wordt ondersteund door het in artikel 12 bedoelde raadgevend technisch comité, dat op verzoek advies en bijstand verleent over aangelegenheden die van belang zijn voor de werkzaamheden van het ECSR.”

Artikel 4

„5.   Het ECSR wordt ondersteund door het in artikel 12 bedoelde raadgevend technisch comité, dat op verzoek verleent advies en bijstand over aangelegenheden die van belang zijn voor de werkzaamheden van het ECSR.”

Uitleg:

Dit artikel van de ontwerpverordening dient te worden gewijzigd om te verduidelijk dat het RTC het ECSR permanent bijstaat. De procedureregels van het ECSR omvatten bepalingen die van toepassing zijn op de adviesrol van het RTC (zie tevens wijzigingen 3 en 7 met betrekking tot het RTC).

Wijziging 6

Artikel 7 van de ontwerpverordening

„Artikel 7

Onpartijdigheid

1.   Bij hun deelname aan de activiteiten van de algemene raad en van het stuurcomité of bij het verrichten van enige andere met het ECSR verband houdende werkzaamheden vervullen de leden van het ECSR hun taken op onpartijdige wijze en vragen noch aanvaarden zij instructies van lidstaten.

2.   Lidstaten proberen geen invloed uit te oefenen op de leden bij het vervullen van hun met het ECSR verband houdende taken.”

„Artikel 7

Onpartijdigheid en onafhankelijkheid

1.   Bij hun deelname aan de activiteiten van de algemene raad en van het stuurcomité of bij het verrichten van enige andere met het ECSR verband houdende werkzaamheden vervullen de leden van het ECSR hun taken op onpartijdige wijze en uitsluitend in het belang van de Gemeenschap als geheel. Zij vragen noch aanvaarden zij instructies van lidstaten, communautaire instellingen of enig ander publiek of privaat lichaam.

2.   Lidstaten, communautaire instellingen of enig ander publiek of privaat lichaam proberen geen invloed uit te oefenen op de leden bij het vervullen van hun met het ECSR verband houdende taken.”

Uitleg:

Dit artikel dient te worden gewijzigd om de onafhankelijkheid van de ECSR-leden te waarborgen tegen interventie door andere communautaire lichamen of enig ander lichaam. Zulks laat de uitoefening van aan de ECB toegewezen en ondersteunende en door haar ten behoeve van het ECSR uitgevoerde taken onverlet, welke niet kunnen worden aangemerkt als instructies.

Wijziging 7

Artikel 12, lid 3 van de ontwerpverordening

Artikel 12

„3.   Het comité vervult de in artikel 4, lid 5, genoemde taken op verzoek van de voorzitter van de algemene raad.”

Artikel 12

„3.   Het comité vervult de in artikel 4, lid 5, genoemde taken op verzoek van de voorzitter van de algemene raad.”

Uitleg:

Deze wijziging beoogt te verduidelijken dat het RTC het ECSR permanent bijstaat, niet alleen op verzoek, zulks overeenkomstig het reglement van orde van het ECSR (zie tevens wijzigingen 3 en 5 inzake het RTC).

Wijziging 8

Artikel 13 van de ontwerpverordening

„Artikel 13

Bij het vervullen van zijn taken wint het ECSR indien nodig ook advies in bij belanghebbenden uit de particuliere sector.”

„Artikel 13

Bij het vervullen van zijn taken wint het ECSR indien nodig ook advies mening in bij belanghebbenden uit de particuliere sector.”

Uitleg:

De voorgestelde terminologie geeft de rol van belanghebbenden uit de particuliere sector beter weer.

Wijziging 9

Overweging 8 van de ontwerpbeschikking

Overweging 8

„De Raad heeft op 9 juni 2009 geconcludeerd dat de ECB het ECSR analytische, statistische, administratieve en logistieke ondersteuning moet verlenen. Er moet dan ook gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid die door het Verdrag wordt geboden om specifieke taken betreffende aan prudentieel toezicht gerelateerd beleid aan de ECB op te dragen, door de ECB het verzorgen van het secretariaat van het ECSR als taak toe te wijzen.”

Overweging 8

„De Raad heeft op 9 juni 2009 geconcludeerd dat de ECB het ECSR analytische, statistische, administratieve en logistieke ondersteuning moet verlenen. Er moet dan ook gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid die door het Verdrag wordt geboden om specifieke taken betreffende aan prudentieel toezicht gerelateerd beleid aan de ECB op te dragen, door de ECB het verzorgen van het secretariaat van het ECSR als taak toe te wijzen. De door de ECB aan het ECSR te verlenen ondersteuning, alsook de aan het ECSR toegewezen taken moeten het beginsel van de onafhankelijkheid van de ECB bij de uitoefening van haar taken onverlet laten.

Uitleg:

De wijziging van de ontwerpoverweging verduidelijkt dat de ECB bij de uitvoering van haar taken niet zal worden gehinderd door haar ondersteuning van het ECSR, noch door de taken van het ECSR zelf, aangezien de ECB bij Verdrag is opgericht, zulks in tegenstelling tot het ECSR. Dat is van bijzonder belang gezien het beginsel van onafhankelijkheid.

Wijziging 10

Nieuwe overweging 8 bis van de ontwerpbeschikking

„Geen tekst”

Overweging 8 bis

„8 bis)

De macropudentiële toezichthoudende taken van het ECSR beogen systeemrisico’s binnen het financiële stelsel te voorkomen of ten minste te matigen. Enerzijds is het niet de taak van het ECSR toe te zien op specifieke individuele ondernemingen die financiële diensten verlenen, anderzijds houden de oversighttaken van het ECSR en de door de ECB verleende ondersteuning verband met het financiële stelsel als geheel, waarbij de nadruk ligt op onderlinge samenhang (inter-linkages) tussen de diverse sectoren van het financiële stelsel.”

Uitleg:

Rekening houdend met de aard en de doelstellingen van de aan het ECSR toegewezen functies inzake macroprudentieel oversight en de door de ECB aan het ECSR verleende ondersteuning, verduidelijkt de nieuwe overweging in de context van de toepassing van artikel 105, lid 6 van het Verdrag, dat macroprudentieel toezicht het financiële stelsel als geheel betreft.

Wijziging 11

Artikel 2 van de ontwerpbeschikking

Artikel 2

„De Europese Centrale Bank verzorgt het secretariaat en verleent het ECSR bijgevolg analytische, statistische, logistieke en administratieve ondersteuning.

[…]

b)

overeenkomstig artikel 5 van deze beschikking, het vergaren en verwerken van informatie, met inbegrip van statistische informatie, namens en ten behoeve van het vervullen van de taken van het ECSR;”

Artikel 2

„De Europese Centrale Bank verzorgt het secretariaat en verleent het ECSR bijgevolg analytische, statistische, logistieke en administratieve ondersteuning.

[…]

b)

overeenkomstig artikel 5 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank en artikel 5 van deze beschikking, het vergaren en verwerken van informatie, met inbegrip van statistische informatie, namens en ten behoeve van het vervullen van de taken van het ECSR;”

Uitleg:

Door de schrapping van de term „bijgevolg” is de tekst gelijk aan de conclusies van de Ecofin-Raad van 9 juni 2009.

Artikel 2 ter van de ontwerpbeschikking betreft de statistische ondersteuning die de ECB dient te verlenen aan het ECSR.

Wijziging 12

Artikel 4 van de ontwerpbeschikking

„Artikel 4

Beheer

[…]”

„Artikel 4

Beheer Werking van het Secretariaat

[…]”

Uitleg:

De voorgestelde titel is een accuratere weergave van artikel 4 van de ontwerpbeschikking, en hanteert terminologie die de interne administratieve bevoegdheden van de ECB meer recht doet.

Wijziging 13

Artikel 4, lid 2 van de ontwerpbeschikking

Artikel 4

„2.   Het hoofd van het secretariaat of zijn vertegenwoordiger neemt deel aan de vergaderingen van de algemene raad en van het stuurcomité van het ECSR.”

Artikel 4

„2.   Het hoofd van het secretariaat of zijn vertegenwoordiger neemt deel aan de vergaderingen van de algemene raad, en van het stuurcomité van het ECSR en van het raadgevend technisch comité van het ECSR.”

Uitleg:

De voorgestelde wijziging beoogt de in artikel 4, lid 1 van de ontwerpverordening vastgelegde ECSR-structuur weer te geven.


(1)  De vetgedrukte tekst toont waar de ECB voorstelt om een nieuwe tekst toe te voegen. Doorhaling betreft tekst die de ECB voorstelt te schrappen.

(2)  Zie overweging 13 van de ontwerpverordening en overweging 7 van de ontwerpbeschikking.


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

11.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 270/9


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.5589 — SONY/SEIKO EPSON)

(Voor de EER relevante tekst)

2009/C 270/02

Op 22 september 2009 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de Eur-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32009M5589. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


11.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 270/10


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2009/C 270/03

Datum waarop het besluit is genomen

3.8.2009

Referentienummer staatssteun

N 38/B/06

Lidstaat

Griekenland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Schadevergoeding — Ongunstige weersomstandigheden — Aquacultuursector

Rechtsgrondslag

Απόφαση του Υπουργείου Αγροτικής Ανάπτυξης και Τροφίμων

Type maatregel

Doelstelling

Vergoeding van de schade die de aquacultuursector in bepaalde Griekse provincies heeft geleden als gevolg van ongunstige weersomstandigheden in 2005

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

800 000 EUR

Maximale steunintensiteit

Maximaal 50 % van de verloren gegane productiewaarde of 70 % van de kosten voor het herstel van de geleden schade

Looptijd (periode)

Twee jaar

Economische sectoren

Aquacultuursector

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Hellenic Agricultural Insurance Agency

Mesoyeion 45

11510 Athens

GREECE

Andere informatie

Jaarverslag

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

17.6.2009

Referentienummer staatssteun

N 214/09

Lidstaat

Oostenrijk

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Beihilfemaßnahme zugunsten der Hypo Tirol Bank AG

Rechtsgrondslag

§ 23 Bankwesengesetz (BWG)*

Aktiengesetz (AktG)*

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Opheffing van een ernstige verstoring van de economie

Vorm van de steun

Garantie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 100 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

1.7.2009-1.7.2019

Economische sectoren

Beperkt tot de financiële dienstverlening

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Land Tirol

Eduard-Wallnöfer-Platz 3

6020 Innsbruck

ÖSTERREICH

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

2.10.2009

Referentienummer staatssteun

N 409/09

Lidstaat

Nederland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Short-term export-credit insurance

Rechtsgrondslag

Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Verzekeren van exportkredieten

Vorm van de steun

Verzekeren van exportkredieten

Begrotingsmiddelen

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

tot 31.12.2010

Economische sectoren

Beperkt tot de financiële dienstverlening

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

The State of the Netherlands

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

21.9.2009

Referentienummer staatssteun

N 494/09

Lidstaat

Denemarken

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Energiteknologisk Udviklings- og Demonstrationsprogram

Rechtsgrondslag

Lov nr. 555 af 6. juni 2007 om et Energiteknologisk Udviklings- og Demonstrationsprogram

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Onderzoek en ontwikkeling

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 891 miljoen DKK

Maximale steunintensiteit

80 %

Looptijd (periode)

tot 1.1.2014

Economische sectoren

Alle sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Energistyrelsen

Amaliegade 44

1256 København K

DANMARK

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

30.9.2009

Referentienummer staatssteun

NN 44/07

Lidstaat

Tsjechië

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Osvobození ocenění a darů v oblasti kultury od daně z příjmu

Rechtsgrondslag

Zákon o některých druzích podpory kultury a o změně některých souvisejících zákonů

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Cultuurbevordering, Sectorale ontwikkeling

Vorm van de steun

Belastingvoordeel

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 5 miljoen CZK

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

12.4.2006-11.4.2016

Economische sectoren

Beperkt tot recreatie, cultuur en sport

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministerstvo kultury

Maltézské nám. 1

118 11 Praha 1

ČESKÁ REPUBLIKA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

11.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 270/14


Overzicht van de benoemingen waartoe de Raad heeft besloten

September/Oktober 2009 (sociale zaken)

2009/C 270/04

Comité

Einde mandaat

Bekendmaking in PB

Vervangen persoon

Afgetreden/ benoemd

Gewoon lid/Plaatsver-vangend lid

Groep

Land

Benoemde persoon

Van

Datum besluit van de Raad

Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers

24.9.2010

C 253 van 4.10.2008

de heer Peter BODE

Afgetreden

Gewone leden

Regering

Verenigd Koninkrijk

mevrouw Fiona KILPATRICK

DWP

26.10.2009

Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers

24.9.2010

C 253 van 4.10.2008

mevrouw Seonaid WEBB

Afgetreden

Gewone leden

Regering

Verenigd Koninkrijk

mevrouw Carolyn BARTLETT

EEA Policy Team

26.10.2009

Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats

28.2.2010

L 64 van 2.3.2007

de heer Harald KIHL

Afgetreden

Plaatsver-vangend lid

Werkgevers

Duitsland

de heer Walter HERMÜLHEIM

RAG Aktiengesellschaft

Zentralbereich Arbeits — Gesundheits — und Umweltschutz

9.10.2009

Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats

28.2.2010

L 64 van 2.3.2007

de heer Jean-Marie LAMOTTE

Afgetreden

Plaatsver-vangend lid

Regering

België

De heer Xavier LEBICHOT

AD Humanisering van de Arbeid

FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

9.10.2009

Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats

28.2.2010

L 64 van 2.3.2007

de heer Robert MURR

Afgetreden

Plaatsver-vangend lid

Regering

Oostenrijk

mevrouw Gerlinde ZINIEL

Bundesministerium für Arbeit, Soziales und Konsumentenschutz

9.10.2009

Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats

28.2.2010

L 64 van 2.3.2007

de heer Saviour SAMMUT

Afgetreden

Gewoon lid

Werknemers

Malta

de heer Joe CARABOTT

General Workers Union

26.10.2009

Raadgevend Comité voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers

29.3.2011

C 83 van 7.4.2009

mevrouw Dora PETSA

Afgetreden

Gewoon lid

Regering

Cyprus

de heer Nicolas ARTEMIS

Ministry of Labour and Social Insurance

9.10.2009

Raadgevend Comité voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers

29.3.2011

C 83 van 7.4.2009

de heer Andreas KYRIAKIDES

Afgetreden

Gewoon lid

Regering

Cyprus

de heer Nicos VAKANAS

Ministry of Health

9.10.2009

Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeids-omstandigheden

30.11.2010

C 282 van 24.11.2007

mevrouw Marie ÅKHAGEN

Afgetreden

Plaatsver-vangend lid

Regering

Zweden

de heer Per NYSTRÖM

Ministry of Employment

9.10.2009

Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeids-omstandigheden

30.11.2010

C 282 van 24.11.2007

mevrouw Eva MESTANOVA

Afgetreden

Gewoon lid

Werknemers

Slowakije

de heer Erik MACAK

KOZSR

9.10.2009

Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeids-omstandigheden

30.11.2010

C 282 van 24.11.2007

mevrouw Laurence THERY

Afgetreden

Gewoon lid

Werknemers

Frankrijk

de heer Emmanuel COUVREUR

CFDT

9.10.2009

Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeids-omstandigheden

30.11.2010

C 282 van 24.11.2007

Mevrouw Anne COLEMAN-DUNNE

Afgetreden

Gewoon lid

Regering

Ierland

de heer Paul CULLEN

Department of Enterprise, Trade and Employment

19.10.2009

Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeids-omstandigheden

30.11.2010

C 282 van 24.11.2007

de heer Jens WIENE

Afgetreden

Gewoon lid

Werknemers

Denemarken

de heer Ole PRASZ

FTF

19.10.2009

Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeids-omstandigheden

30.11.2010

C 282 van 24.11.2007

de heer Joaquín MARTÍNEZ SOLER

Afgetreden

Plaatsver-vangend lid

Regering

Spanje

de heer Gonzalo GIMÉNEZ COLOMA

Ministerio de Trabajo e Inmigración

19.10.2009

Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeids-omstandigheden

30.11.2010

C 282 van 24.11.2007

mevrouw Mireille JARRY

Afgetreden

Plaatsver-vangend lid

Regering

Frankrijk

mevrouw Marie-Soline CHOMEL

Ministère du Travail et des Affaires Sociales

19.10.2009

Raad van bestuur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeids-omstandigheden

30.11.2010

C 282 van 24.11.2007

de heer Konstantinos PETINIS

Afgetreden

Plaatsver-vangend lid

Regering

Griekenland

mevrouw Triantafyllia TOTOU

Ministry of Employment and Social Protection

23.10.2009


Commissie

11.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 270/17


Wisselkoersen van de euro (1)

10 november 2009

2009/C 270/05

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,4966

JPY

Japanse yen

134,51

DKK

Deense kroon

7,4410

GBP

Pond sterling

0,89860

SEK

Zweedse kroon

10,2850

CHF

Zwitserse frank

1,5115

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,3835

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,524

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

272,19

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7088

PLN

Poolse zloty

4,2033

RON

Roemeense leu

4,2979

TRY

Turkse lira

2,2112

AUD

Australische dollar

1,6145

CAD

Canadese dollar

1,5852

HKD

Hongkongse dollar

11,5988

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

2,0224

SGD

Singaporese dollar

2,0788

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 739,87

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

11,1616

CNY

Chinese yuan renminbi

10,2170

HRK

Kroatische kuna

7,2767

IDR

Indonesische roepia

14 089,57

MYR

Maleisische ringgit

5,0660

PHP

Filipijnse peso

70,186

RUB

Russische roebel

43,0194

THB

Thaise baht

49,855

BRL

Braziliaanse real

2,5685

MXN

Mexicaanse peso

19,9557

INR

Indiase roepie

69,5170


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


Gerecht voor ambtenarenzaken

11.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 270/18


Samenstelling van de kamers en toevoeging van de rechters aan de kamers

2009/C 270/06

Bij besluit van 30 november 2005 (1) heeft het Ambtenarengerecht besloten in drie kamers en in plenaire zitting te zetelen. Bij besluit van 24 september 2008 (2) heeft het voor de periode van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2011 rechter S. GERVASONI tot president van de Eerste kamer gekozen. Bij besluit van 7 oktober 2009 heeft het voor de periode van 7 oktober 2009 tot en met 30 september 2011 rechter H. TAGARAS tot president van de Tweede kamer gekozen en de rechters aan de navolgende kamers toegevoegd:

 

Eerste kamer

S. GERVASONI, kamerpresident,

H. KREPPEL en M.I. ROFES I PUJOL, rechters,

 

Tweede kamer

H. TAGARAS, kamerpresident,

I. BORUTA en S. VAN RAEPENBUSCH, rechters,

 

Derde kamer, zetelend met drie rechters

P. MAHONEY, president van het Ambtenarengerecht,

H. KREPPEL, I. BORUTA, S. VAN RAEPENBUSCH en M.I. ROFES I PUJOL, rechters.

In deze laatste kamer zetelt de president afwisselend met de rechters H. KREPPEL en S. VAN RAEPENBUSCH, dan wel met de rechters I. BORUTA en M.I. ROFES I PUJOL, onverminderd de verknochtheid van zaken.


(1)  PB C 322 van 17.12.2005, blz. 16.

(2)  PB C 272 van 25.10.2008, blz. 3.


11.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 270/19


Criteria voor toewijzing van de zaken aan de kamers

2009/C 270/07

Op 7 oktober 2009 heeft het Ambtenarengerecht, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4, lid 4, van de bijlage bij het Statuut van het Hof van Justitie en in artikel 12, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering, besloten de zaken onmiddellijk na de neerlegging van het verzoekschrift afwisselend aan de Eerste kamer en aan de Tweede kamer toe te wijzen, in de volgorde waarin de zaken ter griffie zijn ingeschreven, onverminderd de artikelen 13, 14 en 46, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering.

Een bepaald aantal zaken zal aan de Derde kamer wordt toegewezen volgens een automatische frequentie die in plenaire zitting wordt bepaald.

De president van het Ambtenarengerecht kan van deze verdelingsregels afwijken om redenen van verknochtheid van zaken, alsmede om een gelijkmatige en coherente werklast binnen het Ambtenarengerecht te verzekeren.

Bij dit besluit wordt het besluit van 30 september 2008 ingetrokken. (1) Het onderhavige besluit treedt in werking daags na de bekendmaking ervan.


(1)  PB C 272 van 25.10.2008, blz. 4.


11.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 270/20


Aanwijzing van de rechter die de president van het Ambtenarengerecht als rechter in kort geding vervangt

2009/C 270/08

Op 7 oktober 2009 heeft het Ambtenarengerecht, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 103, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering, besloten dat gedurende de periode van 1 oktober 2009 tot en met 30 september 2010 rechter S. GERVASONI, president van de Eerste kamer, de president van het Ambtenarengerecht in geval van afwezigheid of verhindering als rechter in kort geding zal vervangen.


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Commissie

11.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 270/21


MEDIA 2007 — ONTWIKKELING, DISTRIBUTIE, PROMOTIE EN SCHOLING

Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/17/09

i2i audiovisual

2009/C 270/09

1.   Doelstellingen en beschrijving

Deze oproep tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (MEDIA 2007).

Een van de steunmaatregelen in bovengenoemd besluit is de ontwikkeling van productieprojecten.

Met deze Europese ondersteuning wordt beoogd de toegang van productiemaatschappijen in Europa tot financiering door banken en financiële instellingen te vergemakkelijken door deelneming in de kosten van

verzekering voor audiovisuele producties: Module 1 — Steun voor de post „verzekeringen” in een productiebudget;

uitvoeringsgarantie voor de productie van een audiovisueel werk: Module 2 — Steun voor de post „uitvoeringsgarantie” in een productiebudget;

bankfinanciering voor de productie van een audiovisueel werk: Module 3 — Steun voor de post „financiële kosten” in een productiebudget.

2.   In aanmerking komende gegadigden

Deze oproep tot het indienen van voorstellen is gericht tot Europese ondernemingen die met hun activiteiten een bijdrage leveren aan het verwezenlijken van de bovengenoemde doelstellingen, in het bijzonder onafhankelijke productiemaatschappijen in de audiovisuele sector.

Aanvragers moeten in een van de volgende landen zijn gevestigd:

de 27 landen van de Europese Unie;

de EVA-landen

de landen die aan de in artikel 8 van Besluit nr. 1718/2006/EG genoemde voorwaarden voldoen, met inbegrip van Zwitserland en Kroatië.

3.   In aanmerking komende projecten

Het audiovisuele werk:

moet een fictie, animatiefilm of creatieve documentaire zijn die hoofdzakelijk is geproduceerd door in een van de aan het MEDIA-programma deelnemende landen gevestigde maatschappijen;

moet een productie zijn waaraan een groot aantal vakmensen deelneemt die ingezetenen zijn van of woonachtig zijn in een van de aan het MEDIA-programma deelnemende landen.

Een project mag maximaal 30 maanden duren.

In het kader van deze oproep tot het indienen van voorstellen komen uitsluitend projecten in aanmerking die beginnen tussen 1.7.2009 en 7.7.2010.

4.   Toekenningscriteria

Bij de beoordeling van de in aanmerking komende projecten/begunstigden worden de volgende criteria gehanteerd:

 

Projecten die MEDIA-steun ontvangen voor de ontwikkeling van individuele projecten voor grote landen en/of van projecten die deel uitmaken van pakketten (slate funding) voor de landen met weinig audiovisuele capaciteit: 10 punten.

 

Projecten die een bankkrediet ten behoeve van de financiering hebben gekregen: 10 punten.

 

Projecten uit landen met een geringe audiovisuele capaciteit: 10 punten.

 

Projecten uit de nieuwe lidstaten: 5 punten.

 

Projecten met een Europese dimensie: coproductie waarin meerdere aan het MEDIA-programma deelnemende landen participeren: 3 punten.

Binnen de grenzen van het beschikbare budget zullen de projecten die op basis van de bovengenoemde criteria de meeste punten behalen, een financiële bijdrage toegekend krijgen.

Indien er na het volgen van de bovengenoemde procedure meerdere projecten zijn die hetzelfde aantal punten behalen, zal — uitsluitend voor deze projecten — naar het volgende criterium worden gekeken:

Coproductie uit meerdere landen die aan het MEDIA-programma deelnemen: 1 punt per land.

Binnen de grenzen van de beschikbare begroting zullen de projecten die op basis van bovengenoemde criteria de meeste punten behalen, een financiële bijdrage toegekend krijgen.

Indien er na het volgen van de bovengenoemde procedure meerdere projecten zijn met evenveel punten zal – uitsluitend voor deze projecten — naar het volgende criterium worden gekeken:

Internationaal distributiepotentieel: 0-5 punten.

5.   Begroting

Het totale beschikbare budget voor medefinanciering van projecten is geraamd op 3 miljoen EUR. De financiële steun mag niet meer dan 50 % — (60 %) van de subsidiabele kosten bedragen. Het bedrag van de steun ligt tussen 5 000 en 50 000 EUR. Per project kan maximaal 50 000 EUR worden verleend.

6.   Indieningstermijn

De termijn voor het inzenden van de aanvragen is vastgesteld op:

5 februari 2010 voor projecten die starten tussen 1 juli 2009 en 5 februari 2010.

7 juli 2010 voor projecten die starten tussen 1 januari 2010 en 7 juli 2010.

Aanvragen dienen naar het volgende adres te worden gestuurd:

Education Audiovisual and Culture Executive Agency

Call for Proposals EACEA/17/09

Mr. Constantin Daskalakis

BOUR 3/30

Avenue du Bourget 1

1140 Brussel

BELGIË

Uitsluitend aanvragen die op het daartoe bestemde aanvraagformulier zijn ingediend en die naar behoren zijn ingevuld en ondertekend door de persoon die bevoegd is de organisatie van de aanvrager rechtsgeldig te verbinden, worden in behandeling genomen.

Per fax of e-mail ingediende aanvragen worden niet geaccepteerd.

7.   Volledige informatie

De tekst van de richtsnoeren voor de oproep tot het indienen van voorstellen, alsmede de aanvraagformulieren zijn te vinden op: http://ec.europa.eu/information_society/media/producer/i2i/detail/index_en.htm

Aanvragen moeten aan alle bepalingen van de richtsnoeren voldoen, op de daartoe bestemde formulieren worden ingediend en alle gevraagde informatie en bijlagen bevatten.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Commissie

11.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 270/24


Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregel en van een tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van multiplex van okouméhout van oorsprong uit de Volksrepubliek China

2009/C 270/10

Na de bekendmaking van een bericht dat de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op multiplex van okouméhout van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken land”) op korte termijn zouden vervallen (1), heeft de Commissie op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (2) („de basisverordening”) een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen. Daarnaast heeft de Commissie eveneens bewijsmateriaal ontvangen dat toereikend is om op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen dat beperkt is tot het onderzoek van de schade.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek werd op 13 augustus 2009 ingediend door de European Federation of the Plywood Industry („de indiener van het verzoek”) namens producenten die samen een groot deel, in dit geval meer dan 40 %, van de totale communautaire productie van multiplex van okouméhout voor hun rekening nemen.

2.   Product

Het betrokken product is multiplex van okouméhout uitsluitend bestaande uit lagen van hout, waarvan elke laag niet meer dan 6 mm dik is, waarvan ten minste één buitenlaag van okouméhout is die niet met een permanente folie van ander materiaal is bedekt, van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken product”), momenteel ingedeeld in GN-code ex 4412 31 10.

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel is een definitief antidumpingrecht van toepassing, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1942/2004 van de Raad (3).

4.   Motivering van de nieuwe onderzoeken

4.1.    Motivering van het nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregel

Het verzoek is ingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zal leiden tot voortzetting of herhaling van dumping en herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap.

Gelet op artikel 2, lid 7, van de basisverordening heeft de indiener van het verzoek de normale waarde voor de producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China aan wie tijdens het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid, geen behandeling als marktgerichte onderneming werd toegekend, vastgesteld aan de hand van de berekende normale waarde in het in punt 5.1, onder d), genoemde land met een markteconomie. Voor de bedrijven waaraan tijdens het onderzoek een behandeling als marktgerichte onderneming werd toegekend, is de normale waarde vastgesteld aan de hand van een berekende normale waarde in de Volksrepubliek China. De bewering dat het betrokken product nog steeds met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde, als bedoeld in de vorige zinnen, met de prijzen van het betrokken product bij uitvoer naar de Gemeenschap.

De aldus berekende dumpingmarge is aanzienlijk.

Volgens de indiener van het verzoek zal waarschijnlijk opnieuw schade veroorzakende dumping plaatsvinden. In dit verband heeft hij bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het betrokken product bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk in omvang zal toenemen gezien de onbenutte productiecapaciteit in het betrokken land.

Volgens de indiener van het verzoek is het vooral dankzij de antidumpingmaatregelen dat de bedrijfstak van de Gemeenschap geen schade meer lijdt. Indien de maatregelen vervallen en het betrokken product weer in grote hoeveelheden tegen dumpingprijzen uit het betrokken land wordt ingevoerd, zal de bedrijfstak van de Gemeenschap waarschijnlijk opnieuw schade lijden.

4.2.    Motivering van het tussentijdse nieuwe onderzoek

Tegen een aantal Franse producenten van multiplex van okouméhout loopt een proces voor een Franse rechtbank wegens vermeend mededingingbeperkend gedrag. Er kan niet worden uitgesloten dat dit de schadebeoordeling in het oorspronkelijke onderzoek heeft verstoord. Daarom werd het passend geacht ambtshalve een tussentijds onderzoek te openen om de situatie met betrekking tot de schade van de bedrijfstak van de Gemeenschap opnieuw te bekijken, in het bijzonder in vergelijking met de situatie tijdens het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek.

5.   Procedure

Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden voor een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregel en een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek dat beperkt is tot het onderzoek van de schade, opent zij deze onderzoeken overeenkomstig artikel 11, leden 2 en 3, van de basisverordening.

5.1.    Procedure voor het vaststellen van dumping, de waarschijnlijkheid van dumping en schade

Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het al dan niet waarschijnlijk is dat de dumping bij het vervallen van de maatregelen zal worden voortgezet of zich opnieuw zal voordoen en dat hierdoor schade zal ontstaan. Het gedeeltelijke tussentijdse onderzoek zal uitwijzen of het huidige niveau van de maatregelen geschikt is om de schade veroorzakende dumping tegen te gaan.

a)   Steekproeven

Daar kennelijk een groot aantal partijen bij deze procedure betrokken is, kan de Commissie overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening gebruikmaken van steekproeven.

i)   Steekproef van producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht binnen de in punt 6, onder b) i), vermelde termijn contact met de Commissie op te nemen en haar op de in punt 7 vermelde wijze de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon;

de hoeveelheid (in m3) van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2009 naar de Gemeenschap is uitgevoerd en de waarde van deze uitvoer in plaatselijke valuta, voor elk van de 27 lidstaten afzonderlijk en in totaal;

de hoeveelheid (in m3) van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2009 op de binnenlandse markt is verkocht en de waarde van die verkoop in plaatselijke valuta;

de hoeveelheid (in m3) van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2009 naar derde landen is uitgevoerd en de waarde van deze uitvoer in plaatselijke valuta;

een nauwkeurige beschrijving van de wereldwijde activiteiten van de onderneming met betrekking tot het betrokken product;

de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (4) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (uitvoer en/of binnenlandse verkoop) van het betrokken product;

alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

Door de hierboven gevraagde informatie te verstrekken, geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat aanvaard wordt dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de Volksrepubliek China en met alle bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

ii)   Steekproef van importeurs

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle importeurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen en haar binnen de in punt 6, onder b) i), vermelde termijn en op de in punt 7 vermelde wijze de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon;

een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van de onderneming met betrekking tot het betrokken product;

de hoeveelheid (in m3) van het betrokken product van oorsprong uit de Volksrepubliek China die in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2009 in de Gemeenschap is ingevoerd en verkocht en de waarde van deze invoer en verkoop in euro's;

de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (5) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product;

alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

Door de hierboven gevraagde informatie te verstrekken, geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat aanvaard wordt dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van importeurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met alle haar bekende verenigingen van importeurs.

iii)   Steekproef van communautaire producenten

Aangezien een groot aantal communautaire producenten het verzoek steunt, is de Commissie voornemens bij het onderzoek naar de schade van de bedrijfstak van de Gemeenschap gebruik te maken van een steekproef.

Om de Commissie in staat te stellen een steekproef samen te stellen, wordt alle producenten in de Gemeenschap verzocht binnen de in punt 6, onder b) i), vermelde termijn en op de in punt 7 beschreven wijze de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon;

een nauwkeurige beschrijving van de wereldwijde activiteiten van de onderneming met betrekking tot het betrokken product;

de waarde (in euro's) van de verkoop van het betrokken product in de Gemeenschap in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2009;

de hoeveelheid (in m3) van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2009 in de Gemeenschap is verkocht;

de hoeveelheid (in m3) van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2008 tot 30 september 2009 is vervaardigd;

de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (6) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product;

alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

Door de hierboven gevraagde informatie te verstrekken, geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat aanvaard wordt dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van communautaire producenten nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met alle haar bekende verenigingen van communautaire producenten.

iv)   Definitieve samenstelling van de steekproeven

Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproeven van nut kan zijn, moet binnen de in punt 6, onder b) ii), vermelde termijn worden ingediend.

De Commissie zal de steekproeven pas definitief samenstellen na raadpleging van alle partijen die zich bereid hebben verklaard om in de steekproeven te worden opgenomen.

De in de steekproef opgenomen ondernemingen moeten binnen de in punt 6, onder b) iii), vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en medewerking bij het onderzoek verlenen.

Indien onvoldoende medewerking wordt verleend, kan de Commissie haar bevindingen overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens baseren. Op de beschikbare gegevens gebaseerde bevindingen kunnen voor de betrokken partij minder gunstig zijn (zie punt 8).

b)   Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen bedrijfstak van de Gemeenschap, aan alle bekende verenigingen van producenten in de Gemeenschap, aan de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China, aan alle bekende verenigingen van producenten-exporteurs, aan de in de steekproef opgenomen importeurs, aan alle bekende verenigingen van importeurs, en aan de autoriteiten van het betrokken land van uitvoer.

c)   Schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en ook andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst, alsmede bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder a) ii), vermelde termijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen indien zij daarom verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6, onder a) iii), vermelde termijn worden ingediend.

d)   Selectie van het land met een markteconomie

In het vorige onderzoek is Turkije als geschikt land met een markteconomie gebruikt om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen. De Commissie overweegt Turkije opnieuw voor dit doel te gebruiken. Opmerkingen over de selectie van dit land moeten binnen de in punt 6, onder c), vermelde bijzondere termijn worden toegezonden.

5.2.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Gemeenschap

Indien wordt vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de dumping zal worden voortgezet of herhaald en dat hierdoor opnieuw schade zal ontstaan, zal overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening worden onderzocht of het niet tegen het belang van de Gemeenschap is de antidumpingmaatregelen te handhaven. Daarom kan de Commissie vragenlijsten toesturen aan de haar bekende communautaire producenten, importeurs, hun representatieve verenigingen, representatieve gebruikers en representatieve consumentenorganisaties. Deze partijen, en ook die welke de Commissie niet bekend zijn indien zij aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, kunnen binnen de in punt 6, onder a) ii), vermelde algemene termijn contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Zij kunnen binnen de in punt 6, onder a) iii), vermelde termijn ook om een mondeling onderhoud verzoeken, onder opgave van de redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die op grond van artikel 21 van de basisverordening wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

6.   Termijnen

a)   Algemene termijnen

i)   Aanvragen van een vragenlijst

Belanghebbenden die geen medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de bestaande maatregelen heeft geleid, moeten zo spoedig mogelijk en uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie een vragenlijst aanvragen.

ii)   Aanmelden en indienen van antwoorden op de vragenlijst en andere informatie

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen veertig dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en andere informatie verstrekken. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.

Ondernemingen die in een steekproef zijn opgenomen, moeten de vragenlijst binnen de in punt 6, onder b) iii), vermelde termijn ingevuld terugsturen.

iii)   Hearings

Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

b)   Bijzondere termijn voor de samenstelling van de steekproef

De Commissie moet de in punt 5.1, onder a) i), ii) en iii), bedoelde informatie uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie hebben ontvangen, daar zij de ondernemingen die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie over de definitieve samenstelling van de steekproef wil raadplegen.

Alle andere informatie die voor het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn, als bedoeld in punt 5.1, onder a) iv), moet uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen.

De antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen partijen moeten uiterlijk 37 dagen nadat hun is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen.

c)   Bijzondere termijn voor de selectie van het land met een markteconomie

De bij het onderzoek betrokken partijen kunnen opmerkingen maken over de selectie van Turkije als geschikt land met een markteconomie om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen (zie punt 5.1, onder d)). Deze opmerkingen moeten uiterlijk tien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen.

7.   Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden ingediend onder opgave van naam, adres, e-mailadres en telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited (7)” zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „For inspection by interested parties”.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N-105 04/92

1049 Brussel

BELGIË

Fax +32 22956505

8.   Niet-medewerking

Indien een belanghebbende toegang tot de nodige gegevens weigert of deze niet binnen de vastgestelde termijnen verstrekt, dan wel het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en er gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

9.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening binnen 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten.

10.   Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening

Dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregel wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening. Overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening kunnen de bestaande maatregelen naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd, tenzij uit het tot de schade beperkte gedeeltelijke tussentijdse onderzoek dat wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 3, blijkt dat de schade kleiner is dan de tijdens het oorspronkelijke onderzoek vastgestelde dumpingmarges op basis waarvan de huidige rechten werden ingesteld.

Belanghebbenden die van oordeel zijn dat het niveau van de in het oorspronkelijke onderzoek vastgestelde dumpingmarge opnieuw moet worden onderzocht zodat het kan worden gewijzigd (d.w.z. verhoogd of verlaagd), kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk worden uitgevoerd van het nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregel en het gedeeltelijke tussentijdse onderzoek die in dit bericht worden aangekondigd.

11.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (8).

12.   Hearing

Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de bevoegde ambtenaar van DG Handel wordt ingeschakeld. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de diensten van de Commissie en kan zo nodig aanbieden te bemiddelen in procedurele kwesties aangaande de bescherming van de belangen van de belanghebbenden tijdens de procedure, met name voor kwesties inzake toegang tot het dossier, vertrouwelijkheid, verlenging van termijnen en behandeling van schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen. Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de voor de hearing bevoegde ambtenaar op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade).


(1)  PB C 114 van 19.5.2009, blz. 11.

(2)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(3)  PB L 336 van 12.11.2004, blz. 4.

(4)  Voor de betekenis van het begrip „verbonden onderneming”, zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(5)  Zie voetnoot 4.

(6)  Zie voetnoot 4.

(7)  Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst).

(8)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Commissie

11.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 270/30


Intrekking van een aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5654 — Brookfield/BBI)

(Voor de EER relevante tekst)

2009/C 270/11

(Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad)

Op 9 oktober 2009 ontving de Commissie van de Europese Gemeenschappen een aanmelding van een voorgenomen concentratie betreffende Brookfield en BBI. Op 4 november 2009 hebben de aanmeldende partijen de Commissie ervan in kennis gesteld dat zij deze aanmelding introkken.