ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2009.254.dut

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 254

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

52e jaargang
23 oktober 2009


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Rekenkamer

2009/C 254/01

Verslag van de externe accountant betreffende de rekeningen van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2008

1

NL

 


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Rekenkamer

23.10.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 254/1


VERSLAG VAN DE EXTERNE ACCOUNTANT BETREFFENDE DE REKENINGEN VAN DE REKENKAMER VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2008

(2009/C 254/01)

BERICHT AAN DE LEZER

Onverminderd de bepalingen van artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, waarin de verantwoordelijkheid voor de controle van alle ontvangsten en uitgaven van de Gemeenschap bij de Rekenkamer wordt gelegd, en de bepalingen van artikel 276 van voornoemd Verdrag betreffende de kwijtingverlening, laat de Rekenkamer sinds de afsluiting van het begrotingsjaar 1987 jaarlijks de rekeningen betreffende haar intern administratief beheer door een externe accountant controleren.

De verslagen die de externe accountant van de Rekenkamer heeft opgesteld over de rekeningen van de Rekenkamer voor de begrotingsjaren 1987-1991 werden alleen ter kennis gebracht van de voorzitter van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement.

Overeenkomstig het besluit van het college van de Rekenkamer op haar vergadering van 8 juli 1993 worden de verslagen van de externe accountant sinds het begrotingsjaar 1992 in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Voor de Rekenkamer

Eduardo RUIZ GARCÍA

Secretaris-generaal van de Europese Rekenkamer


JAARREKENING OVER HET PER 31 DECEMBER 2008 AFGESLOTEN BEGROTINGSJAAR

INHOUD

Verslag van de onafhankelijke accountant

Balans

Economische resultatenrekening

Kasstroomoverzicht

Overzicht van de vermogensmutaties

Grondslagen voor financiële verslaglegging en toelichting bij de jaarrekening

1.

Algemeen

2.

Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en presentatie van de jaarrekening

3.

Toelichting bij de balans

4.

Toelichting bij de economische resultatenrekening

5.

Posten buiten de balans

Onafhankelijk verslag over de betrouwbaarheid

Verslag van de onafhankelijke accountant

Aan het management van de

Europese Rekenkamer

Wij hebben bijgaande jaarrekening van de Europese Rekenkamer gecontroleerd, die de balans per 31 december 2008, de economische resultatenrekening, het overzicht van de vermogensmutaties en het kasstroomoverzicht bevat voor het per die datum afgesloten begrotingsjaar en een samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en de overige toelichting.

Verantwoordelijkheid van het management voor de jaarrekening

Het management van de Europese Rekenkamer is verantwoordelijk voor de opstelling en getrouwe presentatie van deze jaarrekening, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002, Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van voornoemde verordening van de Raad, en de boekhoudkundige regels van de Europese Rekenkamer. Deze verantwoordelijkheid houdt in het opzetten, uitvoeren en in stand houden van de interne controle met betrekking tot het opstellen en getrouw weergeven van de jaarrekening die geen significante onjuistheden als gevolg van fraude of fouten bevat; het selecteren en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging, alsmede het maken van boekhoudkundige schattingen die in de gegeven omstandigheden redelijk zijn.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Het is onze verantwoordelijkheid om een oordeel over deze jaarrekening af te geven op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden, zoals vastgesteld door het instituut van accountants. Op grond van deze standaarden dienen wij ons te houden aan de ethische vereisten en de controle te plannen en te verrichten om een redelijke zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening geen significante onjuistheden bevat.

Een controle houdt in dat procedures ten uitvoer worden gelegd met het doel bewijsmiddelen te vergaren met betrekking tot de in de jaarrekening verstrekte bedragen en informatie. De keuze van de procedures wordt bepaald door de accountant, evenals de inschatting van het risico dat de jaarrekening significante onjuistheden als gevolg van fraude of fouten bevat. Bij deze risicobeoordelingen houdt de accountant rekening met de interne controle die relevant is voor de opstelling en getrouwe presentatie van de jaarrekening van de entiteit om — gelet op de omstandigheden — passende controleprocedures vast te stellen, en niet met het oogmerk een oordeel over de doeltreffendheid van de interne controle van de entiteit uit te spreken.

Een controle houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen door het management van de Europese Rekenkamer, evenals de beoordeling van de algehele presentatie van de jaarrekening.

Wij achten de verzamelde controle-informatie toereikend en deugdelijk ter onderbouwing van ons controleoordeel.

Oordeel

De jaarrekening geeft naar ons oordeel een getrouw beeld van de financiële situatie van de Europese Rekenkamer per 31 december 2008 en van haar financiële prestaties en haar kasstromen voor het per die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002, Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van voornoemde verordening van de Raad, en de boekhoudkundige regels van de Europese Rekenkamer.

Luxemburg, 26 juni 2009.

PricewaterhouseCoopers SARL

Réviseur d'entreprises

Vertegenwoordigd door

Marianne WEYDERT

 

Balans per 31 december 2008

De bijgevoegde toelichting vormt een integrerend deel van deze jaarrekening.

(EUR)

Activa

Toelichting

31 december 2008

31 december 2007

Immateriële vaste activa

3.1

417 792

209 449

Materiële vaste activa

3.2

35 080 585

33 283 667

Vorderingen op lange termijn

 

525

550

Totaal niet-vlottende activa

 

35 498 902

33 493 666

Vorderingen op korte termijn

3.3

1 455 781

1 679 772

Geldmiddelen en kasequivalenten

3.4

1 488 625

2 012 791

Totaal vlottende activa

 

2 944 406

3 692 563

Totaal activa

 

38 443 308

37 186 229


(EUR)

Passiva

Toelichting

31 december 2008

31 december 2007

Vermogen

 

–22 012 092

–13 098 711

Gecumuleerd tekort

 

–13 098 711

–11 418 315

Economisch resultaat van het begrotingsjaar — winst+/verlies–

 

–8 913 381

–1 680 396

Personeelsbeloningen

3.5

52 533 398

41 867 460

Overige verplichtingen op lange termijn

3.6

175 000

175 000

Totaal niet-vlottende passiva

 

52 708 398

42 042 460

Voorzieningen voor risico's en lasten

3.7

Crediteuren

3.8

7 747 002

8 242 480

Totaal vlottende passiva

 

7 747 002

8 242 480

Totaal passiva

 

38 443 308

37 186 229

Economische resultatenrekening over het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar

(EUR)

 

Toelichting

2008

2007

Door de Commissie aan andere instellingen overgedragen middelen

4.1

97 366 264

90 474 401

Ontvangsten uit administratieve verrichtingen

4.2

17 487 342

16 339 509

Overige beleidsontvangsten

4.3

143 540

210 887

Totaal beleidsontvangsten

 

114 997 147

107 024 797

Personeelsuitgaven

4.4

–88 868 529

–84 209 144

Uitgaven in verband met vaste activa

3.1 - 3.2 & 4.5

–3 307 315

–3 426 683

Overige administratieve uitgaven

4.6

–19 074 703

–21 386 771

Operationele uitgaven

 

–74 871

–32 486

Totaal beleidsuitgaven

 

– 111 325 418

– 109 055 084

Overschot/(tekort) beleidsuitgaven

 

3 671 729

–2 030 287

Financiële ontvangsten

4.7

193 432

105 517

Financiële uitgaven

4.8

–15 067

–15 096

Mutatie in pensioenen (– uitgave, + ontvangst)

3.5 & 4.9

–12 763 475

259 470

Overschot/(tekort) niet-beleidsuitgaven

 

–12 585 110

349 891

Economisch resultaat begrotingsjaar

 

–8 913 381

–1 680 396

De bijgevoegde toelichting vormt een integrerend deel van deze jaarrekening.


Kasstroomoverzicht over het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar

(EUR)

 

2008

2007

Economisch resultaat begrotingsjaar

–8 913 381

–1 680 396

Beleidsactiviteiten — Aanpassingen

Afschrijvingen (immateriële vaste activa)

131 022

55 323

Waardeverminderingen (materiële vaste activa)

2 073 498

3 321 950

Toename/(afname) voorzieningen voor risico's en lasten

0

–80 789

Toename/(afname) waardevermindering voor dubieuze vorderingen

1 790

0

(Toename)/afname vorderingen op lange termijn

25

– 475

(Toename)/afname vorderingen op korte termijn

219 123

309 862

(Toename)/afname vorderingen EG-entiteiten

3 078

3 144

Toename/(afname) overige verplichtingen op lange termijn

0

–26 995

Toename/(afname) crediteuren

– 545 311

1 192 756

Toename/(afname) verplichtingen in verband met geconsolideerde EG

49 834

49 208

(Baten)/verliezen bij verkoop van gebouwen, installaties en uitrusting

1 360

666 205

Nettokasstroom uit beleidsactiviteiten

–6 978 962

3 809 793

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Aankoop van materiële en immateriële vaste activa (–)

–5 439 210

–1 362 613

Opbrengst van materiële en immateriële vaste activa (+)

1 228 068

38 030

Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten

–4 211 142

–1 324 583

Toename/(afname) personeelsbeloningen

10 665 938

–2 279 511

Nettotoename/(-afname) van geldmiddelen en kasequivalenten

– 524 166

205 699

Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van de periode

2 012 791

1 807 092

Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode

1 488 626

2 012 791

De bijgevoegde toelichting vormt een integrerend deel van deze jaarrekening.


Overzicht van de vermogensmutaties over het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar

(EUR)

Vermogen

Gecumuleerd tekort

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

Vermogen (totaal)

Balans per 31 december 2007

–11 418 315

–1 680 396

–13 098 711

Toewijzing economisch resultaat van het voorgaande begrotingsjaar

–1 680 396

1 680 396

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

 

–8 913 381

–8 913 381

Balans per 31 december 2008

–13 098 711

–8 913 381

–22 012 092

De bijgevoegde toelichting vormt een integrerend deel van deze jaarrekening.

GRONDSLAGEN VOOR FINANCIËLE VERSLAGLEGGING EN TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING

1.   Algemeen

De Europese Rekenkamer (hierna „de Rekenkamer” genoemd) werd opgericht bij het Verdrag van Brussel van 22 juli 1975, en begon haar werkzaamheden als orgaan voor de externe communautaire controle in oktober 1977; zij is gevestigd in Luxemburg.

Taakomschrijving van de Europese Rekenkamer

De Rekenkamer is de bij het Verdrag opgerichte EU-instelling die de controle van de financiën van de EU verricht. Als extern controleur van de EU draagt zij bij tot de verbetering van het financieel beheer van de EU en treedt zij op als onafhankelijk hoedster van de financiële belangen van de burgers van de Europese Unie.

De Rekenkamer verleent diensten in de vorm van controles waarbij zij de inning en besteding van de middelen van de EU beoordeelt. De Rekenkamer onderzoekt of de financiële verrichtingen naar behoren zijn geboekt en vermeld, wettig en regelmatig zijn uitgevoerd en zodanig zijn beheerd dat de zuinigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid zijn gewaarborgd. De Rekenkamer deelt de resultaten van haar controles mede in duidelijke, relevante en objectieve verslagen. Zij geeft tevens haar oordeel over kwesties op het gebied van financieel beheer.

De Rekenkamer draagt bij tot meer doorzichtigheid en verantwoording en staat het Europees Parlement en de Raad bij bij de controle op de uitvoering van de EU-begroting, met name tijdens de kwijtingsprocedure. De Rekenkamer wil als efficiënte organisatie toonaangevend zijn in ontwikkelingen op het gebied van de controle van de openbare financiën en openbaar bestuur.

Het begrotingsjaar van de Rekenkamer loopt van 1 januari tot 31 december.

2.   Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en presentatie van de jaarrekening

2.1.   Basis van de toelichting

De jaarrekening van de Rekenkamer wordt opgesteld overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van voornoemde verordening van de Raad.

De jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de boekhoudkundige regels van de Europese Gemeenschappen, die zijn overgenomen uit de internationale boekhoudnormen voor de overheidssector (Public Sector Accounting Standards, IPSAS). Deze boekhoudkundige regels zijn opgesteld door de rekenplichtige van de Commissie na raadpleging van de andere instellingen.

2.2.   Waardering van saldi en verrichtingen in vreemde valuta

Monetaire posten uitgedrukt in een andere valuta dan euro worden in euro omgerekend tegen de per de verslagleggingsdatum geldende wisselkoers. Niet-monetaire posten geboekt tegen historische kostprijs die worden uitgedrukt in een andere valuta dan euro worden opgevoerd op basis van de wisselkoers die geldt op de aanschafdatum. Niet-monetaire posten geboekt tegen reële waarde die worden uitgedrukt in een andere valuta dan euro worden opgevoerd op basis van de wisselkoersen die golden ten tijde van de waardering.

2.3.   Immateriële en materiële vaste activa

De immateriële en materiële vaste activa worden opgenomen tegen historische kostprijs, verminderd met de waardevermindering/afschrijving en afwaardering. Posten met een lage waarde van minder dan 420 EUR worden als tijdens het jaar van aanschaf gemaakte kosten geboekt. Tijdens het boekjaar geleverde, maar niet aan het einde van het jaar betaalde activa worden als „in aanbouw” geboekt. Waardevermindering/afschrijving wordt berekend door middel van de lineaire methode, vanaf de maand van aanschaf en berekend over de geschatte gebruiksduur, als volgt:

Immaterieel (licenties voor computersoftware)

4 jaar

Gebouwen

25 jaar

Installaties, machines en uitrusting

4, 8 jaar

Meubilair en wagenpark

4, 8, 10 jaar

Computerapparatuur

4 jaar

Specifieke inrichting van de geleaste gebouwen

De duur van de lease

Andere installaties

6 jaar

2.4.   Personeelsbeloningen

De personeelsbeloningen omvatten de toekomstige pensioenrechten van de leden van de Rekenkamer. Krachtens artikel 19 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1) worden de uitkeringen waarin deze pensioenregeling voorziet, in de begroting van de Gemeenschappen opgenomen en waarborgen de lidstaten gezamenlijk de uitbetaling ervan.

De door de lidstaten gegarandeerde bedragen zijn enerzijds gebaseerd op boekhoudregel nr. 12 „Personeelsbeloningen”, vastgesteld bij besluit door de rekenplichtige van de Commissie overeenkomstig artikel 133 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en anderzijds op een door de deskundigen van de gespecialiseerde eenheid van Eurostat verrichte actuariële beoordeling.

2.5.   Voorzieningen voor verplichtingen en lasten

Voorzieningen voor verplichtingen en lasten zijn bedoeld om verliezen of schulden te dekken waarvan de aard duidelijk is omschreven en die per balansdatum waarschijnlijk zullen ontstaan of die zeker zullen ontstaan maar waarvan het bedrag en de ontstaansdatum onzeker zijn.

3.   Toelichting bij de balans

3.1.   Immateriële vaste activa

De mutaties in de immateriële vaste activa gedurende het begrotingsjaar 2008 waren:

(EUR)

 

Bruto boekwaarde 1 januari 2008

Toevoegingen

Vervreemdingen

Overige wijzigingen

Bruto boekwaarde 31 december 2008

Gecumuleerde afschrijvingen 31 december 2008

Netto boekwaarde 31 december 2008

Computer-software

290 514

339 366

629 880

– 212 088

417 792

Totaal

290 514

339 366

0

0

629 880

– 212 088

417 792

3.2.   Materiële vaste activa

De mutaties in de materiële vaste activa gedurende het begrotingsjaar 2008 waren:

(EUR)

 

Bruto boekwaarde 1 januari 2008

Toevoegingen

Vervreemdingen

Overschrijvingen tussen onderdelen

Bruto boekwaarde 31 december 2008

Gecumuleerde afschrijvingen 31 december 2008

Netto boekwaarde 31 december 2008

Terreinen

776 630

776 630

776 630

Gebouwen

52 074 987

52 074 987

–24 039 665

28 035 322

Installaties, machines en uitrusting

1 256 222

3 815

–1 566

–1 126 868

131 603

– 101 469

30 134

Computer-apparatuur

4 362 412

706 392

– 816 204

–65 458

4 187 142

–3 034 323

1 152 819

Meubilair en wagenpark

1 715 569

274 711

– 237 754

290 074

2 042 600

–1 318 473

724 127

Andere installaties

1 043 800

37 171

–83 856

902 252

1 899 367

–1 615 568

283 799

Activa in aanbouw

90 048

4 077 754

–90 048

4 077 754

4 077 754

Totaal

61 319 668

5 099 843

–1 229 428

0

65 190 083

–30 109 498

35 080 585

De „overschrijvingen tussen onderdelen” zijn herindelingen van activa uit een bepaalde categorie naar een andere per 1 januari 2008.

„Activa in aanbouw” zijn gewoonlijk geleverde, maar aan het einde van het jaar nog niet gefactureerde activa. Wanneer de factuur is ontvangen, worden de desbetreffende activa vermeld in de toevoegingen onder de juiste activacategorie en „vervreemdingen” onder „activa in aanbouw”.

Activa in aanbouw omvatten tevens grote bouwprojecten die aan het eind van het jaar nog gaande waren; dit was per 31 december 2008 het geval met het nieuwe K3-gebouw (studies), de gezondheids- en veiligheidswerkzaamheden voor het K1-gebouw en een nieuwe conferentiezaal.

3.3.   Vorderingen op korte termijn

Vorderingen op korte termijn

(EUR)

 

31 december 2008

31 december 2007

Lopende vorderingen in verband met de overdracht van nationale pensioenrechten door personeelsleden

504 166

628 778

Uitgestelde lasten voor huur van gebouwen en IT-contracten

614 114

560 782

Diverse vorderingen, met name in verband met voorschotten op salarissen en dienstreizen

335 446

485 079

Vorderingen op EG-entiteiten (Bureau voor publicaties)

2 055

5 133

Totaal

1 455 781

1 679 772

3.4.   Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten

(EUR)

 

31 december 2008

31 december 2007

Voorschotkas

1 000

1 000

Lopende bankrekening

1 487 625

2 011 791

Totaal

1 488 625

2 012 791

3.5.   Personeelsbeloningen

De berekening van toekomstige verplichtingen voor pensioenbetalingen geschiedt exclusief de geïnde belastingen op toekomstige pensioenbetalingen. Het belastingtarief is bijgewerkt op basis van het feitelijke gemiddelde belastingtarief gedurende de laatste drie jaar.

Pensioenverplichting en effect van het belastingtarief

(EUR)

 

31 december 2008

31 december 2007

Brutobedrag

63 730 921

50 871 762

Belastingtarief (%)

17,57 %

17,70 %

Belastingen

11 197 523

9 004 302

Nettobedrag belastingen

52 533 398

41 867 460

 

 

 

Verandering in 2008 van de nettopensioenverplichting

10 665 938

 

De verplichting voor personeelsbeloningen wordt berekend op basis van de door de leden verkregen rechten overeenkomstig verschillende verworven rechten, zoals pensioenen en overbruggingstoelagen, alsmede op basis van de toegekende categorieën van begunstigdenstatus.

Voor 2008 was Eurostat voor het eerst verantwoordelijk voor de berekening van de verplichting. De actuariële verplichting werd berekend overeenkomstig EG-boekhoudregel nr. 12 „Personeelsbeloningen”.

De toename in 2008 met 10,7 miljoen EUR, exclusief belastingen, vloeit voornamelijk voort uit:

de opname — voor het eerst in 2008 — van de baten uit de verworven overbruggingstoelagen van de leden van de Rekenkamer in actieve dienst in de berekening van de verplichting, die een wijziging in de boekhoudmethode ingevolge boekhoudregel 12 laat zien, welke 4,7 miljoen EUR beliep,

de normale ontwikkeling van de verplichting personeelsbeloningen, welke bijvoorbeeld voortvloeit uit wijzigingen in de rente- en levenstabellen, en de toevoeging van nieuwe begunstigden en baten, welke 4,5 miljoen EUR beliep,

wijzigingen en correcties in de personeelsdatabase (burgerlijke staat enz.)

De openbaarmaking wijkt af van de in EG-boekhoudregel nr. 12 „Personeelsbeloningen” bepaalde presentatie als gevolg van het feit dat de noodzakelijke gedetailleerde actuariële berekeningen niet door Eurostat werden verstrekt.

3.6.   Verplichtingen op lange termijn

Het bedrag van 175 000 EUR is contractueel verschuldigd bij de beëindiging van de huur van het K9-gebouw.

3.7.   Voorzieningen voor risico's en lasten

Het bedrag dat overeenkomt met de waarde, exclusief belastingen, van aan personeelsleden verschuldigde niet-opgenomen vakantiedagen werd in het verleden als „voorziening voor risico's en lasten” beschouwd. Sinds 2008 wordt niet-opgenomen vakantieverlof als „te betalen lasten” (en niet als voorzieningen) beschouwd. In de balans per 31 december 2007 verscheen het bedrag van 1 927 531 EUR onder „voorzieningen voor risico's en lasten”. Het is nu heringedeeld als „te betalen lasten” en opgenomen onder „crediteuren”:

Voorzieningen voor risico's en lasten per 31.12.2007

(EUR)

 

31 december 2007

Voorzieningen voor risico's en lasten in de balans per 31.12.2007

1 927 531

Herindeling voorzieningen voor risico's en lasten

–1 927 531

Voorzieningen voor risico's en lasten in de balans per 31.12.2007 na herindeling

0


Crediteuren per 31.12.2007

(EUR)

 

31 december 2007

Crediteuren in de balans per 31.12.2007

6 314 949

Herindeling voorzieningen voor risico's en lasten

1 927 531

Crediteuren in de balans per 31.12.2007 na herindeling

8 242 480

3.8.   Crediteuren

Crediteuren

(EUR)

 

31 december 2008

31 december 2007

Te betalen lasten bestaan uit gedane, maar nog niet gefactureerde uitgaven. Het bedrag aan niet-opgenomen vakantieverlof voor zowel 2007 als 2008 is ook hieronder begrepen (zie toelichting onder 3.7)

6 672 098

7 177 873

Diverse schulden met betrekking tot personeelsleden

427 175

522 592

Lopende schulden aan leveranciers

540 605

484 724

Aan geconsolideerde EG-entiteiten te betalen posten, met name aan de Europese Raad en het Europees Parlement

107 124

57 291

Totaal

7 747 002

8 242 480

4.   Toelichting bij de economische resultatenrekening

4.1.   „Door de Commissie aan andere instellingen overgedragen middelen”: het bedrag komt overeen met de door de Rekenkamer aan de Commissie gerichte maandelijkse verzoeken tot storting om haar bankrekening aan te vullen.

4.2.   „Ontvangsten uit administratieve verrichtingen”: voor het grootste gedeelte bestaat deze rubriek uit inhoudingen op salarissen van leden en personeel in verband met belasting en sociale bijdragen.

4.3.   „Overige beleidsontvangsten” ontstaan onder meer uit de verkoop van publicaties door het Bureau voor publicaties.

4.4.   „Personeelsuitgaven”: de salarissen van leden en personeel vertegenwoordigen 96 % van dit bedrag. Het resterende gedeelte omvat de salarissen van arbeidscontractanten en tijdelijk personeel.

4.5.   De „uitgaven in verband met vaste activa” bestaan uit de waardevermindering/afschrijving van de materiële en immateriële activa.

4.6.   De voornaamste posten van de rubriek „Overige administratieve uitgaven” zijn:

huur van gebouwen en aanverwante kosten,

informatica en telecommunicatie,

kosten van dienstreizen,

schoonmaak- en beveiligingsdiensten.

4.7.   „Financiële ontvangsten” bestaan uit op de lopende rekening van de Rekenkamer ontvangen bankrente.

4.8.   „Financiële uitgaven” zijn op de lopende rekening van de Rekenkamer geheven bankkosten.

4.9.   „Mutatie in pensioenen” omvat:

Mutaties in pensioenen

(EUR)

 

2008

Pensioenbetalingen over het jaar

–2 097 537

Verandering in nettopensioenverplichting met betrekking tot de leden

–10 665 938

Totaal

–12 763 475

5.   Posten buiten de balans

5.1.   Voorwaardelijke activa

De volgende bankgaranties zijn ingevolge contractuele verplichtingen door dienstverleners verstrekt:

Ontvangen bankgarantie

(EUR)

 

2008

Reisbureau

50 000

Lease wagenpark

75 000

Verzekeringsmaatschappij

1 361

Telecommunicatie

20 000

Totaal

146 361

5.2.   Vastleggingen voor toekomstige financiering

Vastleggingen voor toekomstige financiering

(EUR)

 

31 december 2008

K7-gebouw

2 455 000

K8-gebouw

2 229 333

K9-gebouw

7 384 000

„Antenne” Brussel

54 000

Foyer européen — Maison de l'Europe

50 565

Subtotaal

12 172 898

Operationele lease voor auto's en fotokopieerapparaten

640 251

Overige (Cetrel, enz.)

89 698

Subtotaal

12 902 847

Vastleggingen met betrekking tot nog niet gebruikte kredieten — RAL („Restant à liquider”) —, na aftrek van te betalen kosten voor 2008

7 548 508

Totaal

20 451 355

5.3.   Bouwprojecten van de Rekenkamer

De Rekenkamer nam haar hoofdkantoor (het „K1”-gebouw) in 1988 in gebruik en kocht dit en de grond waarop het staat in 1990 aan. In 1999 tekende de Rekenkamer een kaderovereenkomst met de Luxemburgse staat waarmee zij het recht verkreeg een tweede stuk grond gedurende 49 jaar (eenmaal te verlengen) te gebruiken voor de bouw van een uitbreiding (het „K2”-gebouw) in ruil voor de betaling van één euro.

De Rekenkamer heeft besloten over te gaan tot de bouw van een tweede uitbreiding, het „K3”-gebouw, en vanwege verschillende regelingen voor de uitvoering van het project hebben de Luxemburgse staat en de Rekenkamer op 22 februari 2008 een nieuwe kaderovereenkomst gesloten.

De beide terreinen voor de bovengenoemde twee uitbreidingen heeft de staat verkocht aan de Rekenkamer voor het symbolische bedrag van één euro. Mocht de Rekenkamer harerzijds ooit overwegen een van de gebouwen aan een andere partij dan een communautair orgaan of instelling af te staan, dan zal zij de staat het terrein in eigendom teruggeven voor het symbolische bedrag van één euro; deze laatste beschikt tevens over een optie, het gebouw voor een door een onafhankelijke deskundige vast te stellen bedrag te kopen. Ingeval de staat besluit van deze optie geen gebruik te maken, zal hij het recht om het terrein te gebruiken aan de kopers van het gebouw overdragen.

Het K2-gebouw werd in november 2003 betrokken. De bouwwerkzaamheden voor het K3-gebouw moeten volgens de planning tegen het eind van 2009 aanvangen.

5.4.   Potentiële aansprakelijkheid bij geschillen

Geen.

Onafhankelijk verslag over de betrouwbaarheid

Aan het management van de

Europese Rekenkamer

Wij hebben onderzocht of de door de Europese Commissie aan de Europese Rekenkamer (hierna „de Rekenkamer” genoemd) toegewezen financiële middelen voor de gestelde doelen zijn gebruikt en of de door de ordonnateurs ingestelde controleprocedures de nodige waarborgen bieden betreffende de conformiteit van de financiële verrichtingen met de toepasselijke voorschriften en regelgeving voor de financiële middelen die ter beschikking werden gesteld en werden gebruikt voor de periode van 1 januari 2008 tot 31 december 2008.

Het voeren van de boekhouding en de administratie en het vaststellen en in stand houden van passende controles valt onder de verantwoordelijkheid van het management van de Rekenkamer. Onze verantwoordelijkheid bestaat in het geven van een oordeel op basis van ons onderzoek.

Wij verrichtten ons onderzoek overeenkomstig de internationale standaard inzake controleopdrachten „controleopdrachten buiten controles of beoordelingen van historische financiële informatie” (ISAE 3000), zoals vastgesteld door het instituut van accountants. Deze standaard schrijft voor dat wij ons onderzoek zodanig programmeren en verrichten dat een redelijke zekerheid bestaat dat misbruik van de middelen dat van materieel belang is voor de boekhouding van de Rekenkamer, wordt ontdekt. Ons werk bestond hoofdzakelijk in het toetsings- en steekproefsgewijs onderzoeken van bewijsstukken die dienen ter onderbouwing van het feit dat:

de aan de Rekenkamer toegewezen middelen voor de gestelde doelen zijn gebruikt;

de ingestelde controleprocedures de noodzakelijke waarborgen bieden betreffende de conformiteit van de financiële verrichtingen met de toepasselijke voorschriften en regelgeving.

Als criteria hebben wij voor ons onderzoek de volgende voorschriften en regelgeving gehanteerd:

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting (hierna „de begroting” genoemd) van de Europese Gemeenschappen (hierna „het Financieel Reglement” genoemd);

Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (hierna „uitvoeringsvoorschriften” genoemd);

Besluit nr. 36/2007 van de Europese Rekenkamer betreffende de Interne regels van de Europese Rekenkamer voor de uitvoering van de algemene begroting, vastgesteld op 12 en 19 juli 2007. Deze bepalingen maken deel uit van de in de Verdragen vastgelegde procedures of de op grond daarvan gesloten overeenkomsten, welke betrekking hebben op de operationele procedure in verband met de begrotingsuitvoering.

Met name de volgende interne regels zijn als criteria gehanteerd:

Artikel 7 — Ondertekening — „Elk van de partijen die zijn betrokken bij het voorbereiden, controleren en registreren van verrichtingen ter vaststelling en invordering van ontvangsten, of ter vastlegging van bedragen en ter verrichting van betalingen, tekent voor deze betrokkenheid met vermelding van de datum”.

Artikel 9 — Bouwprojecten — „Voordat de Rekenkamer haar goedkeuring verleent aan enige contractuele verbintenis inzake een dergelijk project, dient de verantwoordelijke dienst een verklarend document in waarin de verenigbaarheid van het project met de financiële regelgeving wordt toegelicht”.

Artikel 16 — Verrichting van betalingen — „De ordonnateur verricht de in artikel 80 van het Financieel Reglement omschreven betalingsopdrachten nadat hij de in artikel 103, lid 1, en artikel 104 van de uitvoeringsvoorschriften omschreven verplichte gegevens heeft gecontroleerd”.

Artikel 23, lid 1 — Kredietoverschrijvingen — „Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de kredieten gespecificeerd per titel en hoofdstuk; de hoofdstukken worden onderverdeeld in artikelen en posten”.

Artikel 23, lid 2 — Kredietoverschrijvingen — „In alle verzoeken om overschrijvingen wordt toegelicht waarom de kredieten ontoereikend zijn. Het verzoek om een overschrijving wordt ondertekend door de ter zake verantwoordelijke directeur”.

Artikel 24 — Kredietoverdrachten — „De ter zake verantwoordelijke ordonnateur verzorgt een uitdraai waarop het beschikbare saldo van de betalingsverplichtingen wordt weergegeven; dit saldo wordt in de begrotingsrekeningen aangepast door rekening te houden met de te annuleren kredieten, en toont de over te dragen kredieten”.

Artikel 26 — Inventaris van de vaste activa — „De inventaris van de materiële vaste activa wordt bijgehouden in een database”.

Artikel 27 — Minimale beheers- en internecontroleprocedures — „De beheers- en internecontroleprocedures worden opgesteld door de ordonnateurs overeenkomstig de door de Rekenkamer vastgestelde minimale internecontrolenormen. Elke begrotingsverrichting wordt uitgevoerd (…) door degene die verantwoordelijk is voor de verificatie vooraf. (…) Wanneer de voor verificatie vooraf verantwoordelijke persoon vaststelt dat de betrokken verrichting voldoet aan de vereisten van artikel 47, lid 3, van de uitvoeringsvoorschriften, valideert hij deze en documenteert hij deze validering”.

Wij zijn van mening dat met ons onderzoek een redelijke grondslag is gelegd ter onderbouwing van ons oordeel.

Op basis van onze in dit verslag omschreven werkzaamheden is niets onder onze aandacht gekomen dat ons, in enig materieel opzicht en op grond van de hiervoor vermelde criteria, het volgende doet aannemen:

a)

dat de aan de Rekenkamer toegewezen middelen niet voor de gestelde doelen zijn gebruikt;

b)

dat de bestaande controleprocedures niet de noodzakelijke waarborgen bieden dat de financiële verrichtingen in overeenstemming zijn met de toepasselijke voorschriften en regelgeving.

Ons verslag heeft slechts het in de eerste alinea gestelde doel en dient uitsluitend te uwer informatie, en mag voor geen enkel ander doel worden gebruikt, noch worden verspreid onder derden, behoudens ter bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Luxembourg, 26 juni 2009.

PricewaterhouseCoopers SARL

Réviseur d'entreprises

Vertegenwoordigd door

Marianne WEYDERT