ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2009.232.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 232

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

52e jaargang
26 september 2009


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2009/C 232/01

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

1

2009/C 232/02

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

2

2009/C 232/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.5583 — Partner RE/Paris RE) ( 1 )

5

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2009/C 232/04

Wisselkoersen van de euro

6

 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Commissie

2009/C 232/05

MEDIA 2007 — Ontwikkeling, distributie, promotie en opleiding — Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/20/09 — Ondersteuning van de ontwikkeling van productieprojecten — Fictie, creatieve documentaires en animatie — Individuele projecten, slate funding en slate funding tweede fase

7

2009/C 232/06

MEDIA 2007 — Ontwikkeling, distributie, promotie en opleiding — Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/21/09 — Ondersteuning van de ontwikkeling van online- en offline-interactieve werken

10

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Commissie

2009/C 232/07

Besluit nr. 579 van 2 juli 2009 inzake de opening van een procedure voor het verlenen van een vergunning voor de prospectie van olie- en gasbronnen — ondergrondse natuurlijke rijkdommen, overeenkomstig artikel 2, lid 1, punt 3, van de Wet betreffende ondergrondse natuurlijke rijkdommen, in blok 1-11 Vranino, gelegen in de provincie Dobrich, alsmede kennisgeving betreffende de geplande aanbesteding voor het verlenen van bedoelde vergunning

13

2009/C 232/08

Besluit nr. 580 van 2 juli 2009 inzake de opening van een procedure voor het verlenen van een vergunning voor de prospectie van olie- en gasbronnen — ondergrondse natuurlijke rijkdommen, overeenkomstig artikel 2, lid 1, punt 3, van de Wet betreffende ondergrondse natuurlijke rijkdommen, in blok 1-17 Ovcha Mogila, gelegen in de provincies Pleven en Veliko Tarnovo, alsmede kennisgeving betreffende de geplande aanbesteding voor het verlenen van bedoelde vergunning

16

2009/C 232/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5608 — Advent/Median Clinics) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

19

2009/C 232/10

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5625 — British Land/Blackstone/Broadgate Estate) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

20

2009/C 232/11

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5639 — Alpha V/Investindustrial Funds/Permasteelisa) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

21

 

ANDERE BESLUITEN

 

Commissie

2009/C 232/12

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

22

2009/C 232/13

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

27

 

Rectificaties

2009/C 232/14

Rectificatie van de Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap — Openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten (PB C 217 van 11.9.2009)

31

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/1


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2009/C 232/01

Datum waarop het besluit is genomen

10.9.2009

Referentienummer staatssteun

N 412/09

Lidstaat

Duitsland

Regio

Länder Niedersachsen, Sachsen-Anhalt

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

NORD/LB

Rechtsgrondslag

Gesetz über die Feststellung des Haushaltsplans für das Haushaltsjahr 2009 für Niedersachsen; Gesetz zur Garantieermächtigung des Ministeriums der Finanzen zugunsten der Norddeutschen Landesbank- Girozentrale für Sachsen-Anhalt

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Vorm van de steun

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 10 000 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

15.8.2009-15.2.2010

Economische sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Länder Niedersachsen, Sachsen-Anhalt

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/2


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2009/C 232/02

Datum waarop het besluit is genomen

13.7.2009

Referentienummer staatssteun

N 316/08

Lidstaat

Hongarije

Regio

Közép-Magyarország kivételével valamennyi régió

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Közlekedési módok összekapcsolása, gazdasági központok intermodalitásának és közlekedési infrastruktúrájának fejlesztése

Rechtsgrondslag

10/2008. (VIII. 1.) NFGM rendelet a Közlekedési Operatív Program 4. prioritásának első konstrukciójára vonatkozó részletes szabályokról

Type maatregel

Niet terugvorderbare subsidie

Doelstelling

Uitbreiding, modernisering en verbetering van de bestaande vervoersinfrastructuur en verbetering van de intermodaliteit daarvan

Vorm van de steun

Directe subside

Begrotingsmiddelen

16 900 miljoen HUF (59,9 miljoen EUR)

Maximale steunintensiteit

50 % en 85 %

Looptijd (periode)

2009-2013

Economische sectoren

Vervoersinfrastructuur

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Nemzeti Fejlesztési Ügynökség

Budapest

Wesselényi u. 20–22.

1077

MAGYARORSZÁG/HUNGARY

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

3.7.2009

Referentienummer staatssteun

N 67/09

Lidstaat

Finland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Muutokset Suomessa voimassa olevaan merirahtiliikenteen tukiohjelmaan

Rechtsgrondslag

Laki meriliikenteessä käytettävien alusten kilpailukyvyn parantamisesta (1277/2007) ja laki meriliikenteessä käytettävien alusten kilpailukyvyn parantamisesta annetun lain muuttamisesta (967/2008)

Type maatregel

Doelstelling

Instandhouding van het concurrentievermogen van de vloot en bevordering van „scheepvaartclusters” (werkgelegenheid voor zeevarenden uit de EG, instandhouding van maritieme knowhow in de EG, ontwikkeling van maritieme deskundigheid en verbetering van de veiligheid) (1)

Vorm van de steun

Begrotingsmiddelen

700 000 EUR per jaar (geraamd effect van de aangemelde maatregel)

Maximale steunintensiteit

100 % (vermindering van de van toepassing zijnde belasting tot nul)

Looptijd (periode)

Tot en met 31 december 2011

Economische sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Merenkulkulaitos

Merenkulkulaitoksen Keskushallinto

PL 171

FI-00181 Helsinki

SUOMI/FINLAND

Porkkalankatu 5

FI-00180 Helsinki

SUOMI/FINLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

3.7.2009

Referentienummer staatssteun

N 120/09

Lidstaat

Finland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Muutokset Suomessa voimassa olevaan meriliikenteen tukiohjelmaan

Rechtsgrondslag

Laki meriliikenteessä käytettävien alusten kilpailukyvyn parantamisesta (1277/2007) ja laki meriliikenteessä käytettävien alusten kilpailukyvyn parantamisesta annetun lain muuttamisesta (967/2008)

Type maatregel

Doelstelling

De Finse regering is voornemens om via deze wijziging een antwoord te bieden op de behoefte aan een verdere ontwikkeling van de maritieme sector, het concurrentievermogen van de Finse vloot in stand te houden en de „scheepvaartcluster” te bevorderen (werkgelegenheid voor zeevarenden uit de EG, instandhouding van maritieme knowhow in de EG, ontwikkeling van maritieme deskundigheid en verbetering van de veiligheid) (2)

Vorm van de steun

Begrotingsmiddelen

200 000 EUR per jaar (geraamd effect van de aangemelde maatregel)

Maximale steunintensiteit

100 % (verlaging van de van toepassing zijnde belastingen tot nul)

Looptijd (periode)

Tot en met 31 december 2011

Economische sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Merenkulkulaitos

Merenkulkulaitoksen Keskushallinto

PL 171

FI-00181 Helsinki

SUOMI/FINLAND

Porkkalankatu 5

FI-00180 Helsinki

SUOMI/FINLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


(1)  De bestaande regeling voor steun aan de scheepvaart werd in 2006 door de Commissie goedgekeurd (Staatssteun N 408/05, besluit van 16 mei 2006, bekendgemaakt in PB C 276 van 14.11.2006, blz. 14).

(2)  Vgl. voetnoot 1.


26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/5


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.5583 — Partner RE/Paris RE)

(Voor de EER relevante tekst)

2009/C 232/03

Op 21 september 2009 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de Eur-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32009M5583. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/6


Wisselkoersen van de euro (1)

25 september 2009

2009/C 232/04

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,4670

JPY

Japanse yen

132,59

DKK

Deense kroon

7,4420

GBP

Pond sterling

0,91875

SEK

Zweedse kroon

10,1538

CHF

Zwitserse frank

1,5118

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,5020

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,180

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

270,00

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7069

PLN

Poolse zloty

4,1960

RON

Roemeense leu

4,2008

TRY

Turkse lira

2,1779

AUD

Australische dollar

1,6952

CAD

Canadese dollar

1,6035

HKD

Hongkongse dollar

11,3696

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

2,0462

SGD

Singaporese dollar

2,0787

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 740,22

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

10,9049

CNY

Chinese yuan renminbi

10,0170

HRK

Kroatische kuna

7,2950

IDR

Indonesische roepia

14 164,36

MYR

Maleisische ringgit

5,0920

PHP

Filipijnse peso

69,412

RUB

Russische roebel

44,1365

THB

Thaise baht

49,284

BRL

Braziliaanse real

2,6382

MXN

Mexicaanse peso

19,7957

INR

Indiase roepie

70,3280


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Commissie

26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/7


MEDIA 2007 — ONTWIKKELING, DISTRIBUTIE, PROMOTIE EN OPLEIDING

Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/20/09

Ondersteuning van de ontwikkeling van productieprojecten — Fictie, creatieve documentaires en animatie — Individuele projecten, slate funding en slate funding tweede fase

2009/C 232/05

1.   Doelstellingen en omschrijving

Deze kennisgeving van een oproep tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (MEDIA 2007).

Een van de doelstellingen van dit programma is door het verlenen van financiële steun de ontwikkeling van productieprojecten van onafhankelijke productiemaatschappijen voor de Europese en internationale markt in de genres fictie, creatieve documentaire en animatie te bevorderen.

2.   In aanmerking komende aanvragers

Deze kennisgeving is bestemd voor Europese ondernemingen waarvan de werkzaamheden bijdragen aan het bereiken van de bovengenoemde doelstellingen en meer in het bijzonder voor onafhankelijke productiemaatschappijen.

Aanvragers moeten in een van de volgende landen zijn gevestigd:

de 27 landen van de Europese Unie;

de EVA-landen, Zwitserland en Kroatië.

3.   In aanmerking komende acties

Activiteiten gericht op de ontwikkeling van de volgende audiovisuele werken (eenmalig of als serie) komen in aanmerking:

commercieel te exploiteren fictieprojecten met een duur van ten minste 50 minuten;

commercieel te exploiteren creatieve documentaires met een duur van ten minste 25 minuten (lengte per aflevering in geval van een serie);

commercieel te exploiteren animatieprojecten met een duur van ten minste 24 minuten.

Activiteiten gericht op de ontwikkeling en productie van werken in de volgende genres komen niet in aanmerking:

rechtstreekse opnamen, televisiespelletjes, praatprogramma’s, realityshows, educatieve, onderwijs- en instructieprogramma’s;

documentaires om het toerisme te stimuleren, „making-of”-programma’s, verslagen, reportages over dieren, nieuwsprogramma's en docusoaps;

projecten die direct of indirect een boodschap overbrengen die niet in overeenstemming is met het beleid van de Europese Unie, zoals projecten die strijdig zijn met de belangen van de volksgezondheid (alcohol, tabak, drugs), de naleving van de mensenrechten, de veiligheid van de bevolking of het recht van vrije meningsuiting;

projecten die aanzetten tot geweld en/of racisme en/of met een pornografische inhoud;

werken met een reclameachtig karakter;

institutionele producties waarmee promotie wordt gemaakt voor een bepaalde organisatie of haar activiteiten.

De oproep tot het indienen van voorstellen 20/09 kent twee termijnen. Voor deelname aan de eerste termijn dient de steunaanvraag naar het Agentschap te worden gezonden tussen de publicatiedatum van de oproep tot het indienen van voorstellen en 27 november 2009. Voor deelname aan de tweede termijn dient de steunaanvraag naar het Agentschap te worden gezonden tussen 28 november 2009 en 12 april 2010, de sluitingsdatum van de oproep tot het indienen van voorstellen.

Het project loopt tot de datum waarop het in productie wordt genomen, maar niet langer dan tot 30 juni 2012 voor aanvragen die binnen de eerste termijn zijn ingediend en tot 30 november 2012 voor aanvragen die binnen de tweede termijn zijn ingediend.

4.   Toewijzingscriteria

Op basis van de volgende weging worden punten toegekend tot in totaal 100:

 

Voor individuele projecten

Criteria voor de kwaliteit van de aanvragende onderneming (40 punten):

kwaliteit van de ontwikkelingsstrategie (10);

samenhang van het ontwikkelingsbudget (10);

kwaliteit van de financieringsstrategie (10);

kwaliteit van de distributiestrategie (10).

Criteria voor het ingediende project (60 punten):

kwaliteit van het project (40);

productiemogelijkheden en haalbaarheid van het project (10);

mogelijkheden voor Europese en internationale distributie (10).

 

Voor slate funding en slate funding tweede fase

Criteria voor de kwaliteit van de aanvragende onderneming (60 punten):

capaciteit van de onderneming om op Europees niveau te ontwikkelen en te produceren (15 punten voor slate funding — 30 punten voor slate funding tweede fase);

kwaliteit van de ontwikkelingsstrategie en samenhang van het ontwikkelingsbudget (15 punten voor slate funding — 10 punten voor slate funding tweede fase);

kwaliteit van de financieringsstrategie (15 punten voor slate funding — 10 punten voor slate funding tweede fase);

kwaliteit van de distributiestrategie (15 punten voor slate funding — 10 punten voor slate funding tweede fase).

Criteria voor de ingediende projecten (40 punten):

kwaliteit van de projecten (10);

mogelijkheden van het creatieve team (10);

productiemogelijkheden en haalbaarheid van het project (10);

mogelijkheden voor Europese en internationale distributie (10).

5.   Begroting

De totaal beschikbare begroting bedraagt 17 miljoen EUR. De toe te kennen financiële bijdrage is een subsidie.

De maximaal aan een individueel project toe te kennen bijdrage bedraagt tussen 10 000 EUR en 60 000 EUR, behalve voor in de bioscoop uit te brengen animaties met de lengte van een speelfilm, waarvoor het maximum 80 000 EUR bedraagt. De toe te kennen financiële bijdrage kan echter nooit meer bedragen dan 50 % van de in aanmerking komende kosten waarvoor de producent financiering heeft aangevraagd (60 % voor projecten die van belang zijn voor het bevorderen van de culturele verscheidenheid in Europa).

De maximaal aan slate funding en slate funding tweede fase toe te kennen bijdrage bedraagt tussen 70 000 EUR en 190 000 EUR. De toe te kennen financiële bijdrage kan nooit meer bedragen dan 50 % van de in aanmerking komende kosten waarvoor de producent financiering heeft aangevraagd.

Het Agentschap behoudt zich het recht voor niet alle beschikbare financiële middelen toe te kennen.

6.   Termijn voor indiening van aanvragen

Aanvragen moeten worden ingediend bij het Uitvoerend Agentschap (EACEA) op uiterlijk 27 november 2009 en 12 april 2010 (zie onder 3) op het volgende adres:

Uitvoerend Agentschap Onderwijs, Audiovisuele Media en Cultuur (EACEA) — MEDIA

Mr. Constantin Daskalakis

BOUR 3/30

Avenue du Bourget 1

1140 Brussel

BELGIË

Uitsluitend aanvragen op het officiële aanvraagformulier, ondertekend door de persoon die bevoegd is namens de organisatie van de aanvrager rechtsgeldig bindende overeenkomsten af te sluiten en voorzien van alle informatie en bijlagen als bepaald in de volledige tekst van de oproep worden in behandeling genomen.

Per fax of e-mail ingediende aanvragen worden geweigerd.

7.   Volledige informatie

De volledige tekst van de richtsnoeren en de aanvraagformulieren zijn te vinden op het volgende internetadres: http://ec.europa.eu/media

Aanvragen moeten aan de bepalingen van de richtsnoeren voldoen en op de daartoe bestemde formulieren worden ingediend.


26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/10


MEDIA 2007 — ONTWIKKELING, DISTRIBUTIE, PROMOTIE EN OPLEIDING

Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/21/09

Ondersteuning van de ontwikkeling van online- en offline-interactieve werken

2009/C 232/06

1.   Doelstellingen en beschrijving

Deze kennisgeving van een oproep tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (MEDIA 2007).

Een van de doelstellingen van dit programma is door het verlenen van financiële steun de ontwikkeling van productieprojecten van onafhankelijke productiemaatschappijen voor de Europese en internationale markt te bevorderen.

2.   In aanmerking komende aanvragers

Deze kennisgeving is bestemd voor Europese ondernemingen waarvan de werkzaamheden bijdragen aan het bereiken van de bovengenoemde doelstellingen en meer in het bijzonder voor onafhankelijke productiemaatschappijen.

Aanvragers moeten in een van de volgende landen zijn gevestigd:

de 27 landen van de Europese Unie;

de EVA-landen, Zwitserland en Kroatië.

3.   In aanmerking komende acties

Activiteiten gericht op de volgende interactieve werken komen in aanmerking:

De conceptontwikkeling (tot aan een eerste afspeelbare toepassing) van digitale interactieve inhoud als aanvulling op een audiovisueel project (toneelstuk, creatieve documentaire of animatie), specifiek bestemd voor ten minste een van de volgende platforms:

internet

pc

console

handbediend toestel

interactieve televisie

Deze digitale inhoud moet beschikken over:

substantiële interactiviteit met een narratieve component

originaliteit, creativiteit en innovatie ten opzichte van reeds bestaande werken

commercieel potentieel in Europa

Alleen de volgende soorten audiovisuele, voor commerciële exploitatie bestemde projecten kunnen worden aangevuld door de ingediende interactieve werken:

een toneelstuk van ten minste 50 minuten (de totale lengte van de serie in het geval van een serie);

een creatieve documentaire van ten minste 25 minuten (lengte per episode in geval van een serie);

een animatie van ten minste 24 minuten (de totale lengte van de serie in het geval van een serie).

De volgende activiteiten komen niet in aanmerking:

Activiteiten voor de ontwikkeling en productie van de volgende categorieën werken komen niet in aanmerking:

referentiewerken (encyclopedieën, atlassen, catalogi, databases…);

„hoe-te-gebruiken”-werken (educatieve programma’s, handleidingen…);

tools en softwarediensten;

informatiediensten of louter transacties;

informatieprogramma’s en -tijdschriften;

projecten ter bevordering van toerisme;

multimediale kunstprojecten;

projecten die direct of indirect een boodschap overbrengen die niet in overeenstemming is met het beleid van de Europese Unie, zoals projecten die strijdig zijn met de belangen van de volksgezondheid (alcohol, tabak, drugs), de naleving van de mensenrechten, de veiligheid van de bevolking of het recht van vrije meningsuiting;

projecten die aanzetten tot geweld en/of racisme en/of met een pornografische inhoud;

werken met een reclameachtig karakter (met name merkgericht);

institutionele producties waarmee promotie wordt gemaakt voor een bepaalde organisatie of haar activiteiten.

De oproep tot het indienen van voorstellen 21/09 kent twee termijnen. Voor deelname aan de eerste termijn dient de steunaanvraag naar het Agentschap te worden gezonden tussen de publicatiedatum van de oproep tot het indienen van voorstellen en 27 november 2009. Voor deelname aan de tweede termijn dient de steunaanvraag naar het Agentschap te worden gezonden tussen 28 november 2009 en 12 april 2010, de sluitingsdatum van de oproep tot het indienen van voorstellen.

Het project loopt tot de datum waarop het in productie wordt genomen, maar niet langer dan tot 30 juni 2012 voor aanvragen die binnen de eerste termijn zijn ingediend en tot 30 november 2012 voor aanvragen die binnen de tweede termijn zijn ingediend.

4.   Toewijzingscriteria

Op basis van de volgende weging worden punten toegekend tot in totaal 100:

Criteria voor de kwaliteit van de aanvragende onderneming (40 punten):

kwaliteit van de ontwikkelingsstrategie (10);

samenhang van het ontwikkelingsbudget (10);

capaciteit van de onderneming om het project te verwezenlijken (10);

kwaliteit van de financieringsstrategie (10);

Criteria voor het ingediende project (60 punten):

kwaliteit van de inhoud en originaliteit van het concept in vergelijking met bestaande werken (20);

Innovatie, toepasselijkheid van de in het werk gebruikte technieken en kwaliteit van de interactiviteit (20);

Potentieel voor exploitatie op de Europese markt en geschiktheid voor het doelpubliek (20).

5.   Begroting

De totaal beschikbare begroting bedraagt 2 miljoen EUR. De toe te kennen financiële bijdrage is een subsidie.

De maximaal toe te kennen financiële bijdrage bedraagt tussen 10 000 EUR en 150 000 EUR.

De toe te kennen financiële bijdrage kan nooit meer bedragen dan 50 % van de in aanmerking komende kosten waarvoor de producent financiering heeft aangevraagd (60 % voor projecten die een belang weergeven voor het bevorderen van culturele diversiteit in Europa).

Het Agentschap behoudt zich het recht voor niet alle beschikbare financiële middelen toe te kennen.

6.   Termijn voor indiening van aanvragen

Aanvragen moeten worden ingediend bij het Uitvoerend Agentschap (EACEA) op uiterlijk 27 november 2009 en 12 april 2010 (zie onder 3) op het volgende adres:

Uitvoerend Agentschap Onderwijs, Audiovisuele Media en Cultuur (EACEA) — MEDIA

Mr. Constantin Daskalakis

BOUR 3/30

Avenue du Bourget 1

1140 Brussel

BELGIË

Uitsluitend aanvragen op het officiële aanvraagformulier, ondertekend door de persoon die bevoegd is namens de organisatie van de aanvrager rechtsgeldig bindende overeenkomsten af te sluiten en voorzien van alle informatie en bijlagen als bepaald in de volledige tekst van de oproep worden in behandeling genomen.

Per fax of e-mail ingediende aanvragen worden geweigerd.

7.   Volledige informatie

De volledige tekst van de richtsnoeren en de aanvraagformulieren zijn te vinden op het volgende internetadres: http://ec.europa.eu/media

Aanvragen moeten aan de bepalingen van de richtsnoeren voldoen en op de daartoe bestemde formulieren worden ingediend.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Commissie

26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/13


BESLUIT nr. 579

van 2 juli 2009

inzake de opening van een procedure voor het verlenen van een vergunning voor de prospectie van olie- en gasbronnen — ondergrondse natuurlijke rijkdommen, overeenkomstig artikel 2, lid 1, punt 3, van de Wet betreffende ondergrondse natuurlijke rijkdommen, in blok 1-11 „Vranino”, gelegen in de provincie Dobrich, alsmede kennisgeving betreffende de geplande aanbesteding voor het verlenen van bedoelde vergunning

2009/C 232/07

REPUBLIEK BULGARIJE

MINISTERRAAD

Overeenkomstig artikel 5, punt 2, artikel 42, lid 1, punt 1, en artikel 44, lid 3, van de Wet betreffende ondergrondse natuurlijke rijkdommen, en gelet op artikel 4, lid 2, punt 16, en artikel 1, punt 24a, van de Energiewet,

HEEFT DE MINISTERRAAD BESLOTEN:

1.

een procedure te openen voor het verlenen van een vergunning voor de prospectie en exploratie van aardolie en aardgas in blok 1-11 „Vranino”, met een oppervlakte van 397,42 km2 en met de coördinaten 1 t/m 5 als gespecificeerd in de bijlage bij dit besluit;

2.

aan te kondigen dat de vergunningverlening overeenkomstig punt 1 zal verlopen via een aanbestedingsprocedure;

3.

te specificeren dat de periode waarvoor de prospectie en exploratievergunning geldt, 5 jaar zal bedragen na de datum van inwerkingtreding van het prospectie en exploratiecontract, met het recht op verlenging van deze periode overeenkomstig artikel 31, lid 3, van de Wet betreffende ondergrondse natuurlijke rijkdommen;

4.

de toewijzing van de vergunning overeenkomstig het bovenstaande punt 1 zal plaatsvinden op de 150e dag na de datum van publicatie van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en wel in het gebouw van het ministerie van Economische zaken en Energie, Triaditzastraat 8, Sofia;

5.

de uiterste termijn voor het aanvragen van het aanbestedingsdossier is de 120e dag, 17.00 uur, na de datum van publicatie van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie;

6.

de uiterste termijn voor het indienen van de kennisgevingen betreffende deelname aan de aanbesteding is de 130e dag, 17.00 uur, na de datum van publicatie van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie;

7.

de uiterste termijn voor het indienen van de aanvragen voor deelname aan de aanbesteding is de 144e dag, 17.00 uur, na de datum van publicatie van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie;

8.

de toewijzing van de vergunning niet vergt dat de kandidaten persoonlijk aanwezig zijn;

9.

de prijs van het aanbestedingsdossier is vastgesteld op BGN 500 (500 Bulgaarse leva). Het aanbestedingsdossier kan binnen de in punt 5 genoemde termijn worden verkregen bij het ministerie van Economische zaken en Energie, kamer 802, Triaditzastraat 8, Sofia;

10.

de deelnemers aan de aanbesteding moeten voldoen aan de eisen van artikel 23, lid 1, van de Wet betreffende ondergrondse natuurlijke rijkdommen;

11.

de aanvragen van de deelnemers aan de aanbesteding zullen worden geëvalueerd op basis van de ingediende werkprogramma's, de geplande milieubeschermings-en opleidingsinstrumenten en de premies, alsook op basis van de financiële en beheerscapaciteiten van de kandidaten, als vermeld in het aanbestedingsdossier;

12.

het deposito voor deelname aan de aanbesteding is vastgesteld op 10 000 BGN (10 000 Bulgaarse leva), wat vóór het verstrijken van de in punt 6 genoemde uiterste termijn moet worden betaald op de bankrekening van het ministerie van Economische zaken en Energie, zoals vastgelegd in het aanbestedingsdossier;

13.

in het geval een kandidaat niet wordt toegelaten tot de aanbesteding, wordt het deposito terugbetaald binnen een termijn van 14 dagen na de datum waarop de kandidaat in kennis is gesteld van het feit dat hij niet wordt toegelaten;

14.

het deposito van de succesvolle aanvrager wordt bewaard en de deposito's van alle andere aanvragers worden terugbetaald binnem een termijn van 14 dagen na de datum van publicatie in het Staatsblad van het besluit van de ministerraad houdende verlening van de vergunning voor prospectie en exploratie;

15.

de kennisgevingen voor deelname aan de aanbesteding en de voorstellen van de kandidaten betreffende de aanbestedingsvoorwaarden moeten worden ingediend bij het ministerie van Economische zaken en Energie, Triaditzastraat 8 Sofia, overeenkomstig de eisen van artikel 46 van de Wet betreffende ondergrondse natuurlijke rijkdommen;

16.

de aanvragen voor deelname aan de aanbesteding in overeenstemming moeten zijn met de eisen en voorwaarden als omschreven in het aanbestedingdossier;

17.

de aanbesteding kan plaatsvinden zelfs wanneer slechts één kandidaat daartoe is toegelaten;

18.

de minister van Economische zaken en Energie wordt gemachtigd om:

18.1.

de tekst van dit besluit toe te zenden ter publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie en in het Staatsblad, en ter bekendmaking op de website van de ministerraad;

18.2.

de aanbesteding voor te bereiden en uit te voeren;

19.

beroep tegen dit besluit binnen een termijn 14 dagen na de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie kan worden ingediend bij het Hooggerechtshof voor Administratieve zaken.

Eerste minister

Sergei STANISHEV

Eerste secretaris van de ministerraad

Vesselin DAKOV

Eensluidende kopie,

Directeur van het bureau van het kabinet

Vesselin DAKOV


BIJLAGE

LIJST VAN COÖRDINATEN

1.

Geografische coördinaten (coördinatensysteem: 1950) van blok 1-11 Vranino:

1.

43° 39′ 42,190″ N

28° 14′ 59,825″ O

2.

43° 36′ 49,199″ N

28° 30′ 00,834″ O

3.

43° 25′ 54,191″ N

28° 23′ 09,845″ O

4.

43° 29′ 46,184″ N

28° 11′ 05,835″ O

5.

43° 39′ 42,190″ N

28° 14′ 59,825″ O


26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/16


BESLUIT nr. 580

van 2 juli 2009

inzake de opening van een procedure voor het verlenen van een vergunning voor de prospectie van olie- en gasbronnen — ondergrondse natuurlijke rijkdommen, overeenkomstig artikel 2, lid 1, punt 3, van de Wet betreffende ondergrondse natuurlijke rijkdommen, in blok 1-17 „Ovcha Mogila”, gelegen in de provincies Pleven en Veliko Tarnovo, alsmede kennisgeving betreffende de geplande aanbesteding voor het verlenen van bedoelde vergunning

2009/C 232/08

REPUBLIEK BULGARIJE

MINISTERRAAD

Overeenkomstig artikel 5, punt 2, artikel 42, lid 1, punt 1, en artikel 44, lid 3, van de Wet betreffende ondergrondse natuurlijke rijkdommen, en gelet op artikel 4, lid 2, punt 16, en artikel 1, punt 24a, van de Energiewet,

HEEFT DE MINISTERRAAD BESLOTEN:

1.

een procedure te openen voor het verlenen van een vergunning voor de prospectie en exploratie van aardolie en aardgas in blok 1-17 „Ovcha Mogila”, met een oppervlakte van 260,96 km2 en met de coördinaten 1 t/m 5 als gespecificeerd in de bijlage bij dit besluit;

2.

aan te kondigen dat de vergunningverlening overeenkomstig punt 1 zal verlopen via een aanbestedingsprocedure;

3.

te specificeren dat de periode waarvoor de prospectie en exploratievergunning geldt, 5 jaar zal bedragen na de datum van inwerkingtreding van het prospectie en exploratiecontract, met het recht op verlenging van deze periode overeenkomstig artikel 31, lid 3, van de Wet betreffende ondergrondse natuurlijke rijkdommen;

4.

de toewijzing van de vergunning overeenkomstig het bovenstaande punt 1 zal plaatsvinden op de 150e dag na de datum van publicatie van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en wel in het gebouw van het ministerie van Economische zaken en Energie, Triaditzastraat 8, Sofia;

5.

de uiterste termijn voor het aanvragen van het aanbestedingsdossier is de 120e dag, 17.00 uur, na de datum van publicatie van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie;

6.

de uiterste termijn voor het indienen van de kennisgevingen betreffende deelname aan de aanbesteding is de 130e dag, 17.00 uur, na de datum van publicatie van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie;

7.

de uiterste termijn voor het indienen van de aanvragen voor deelname aan de aanbesteding is de 144e dag, 17.00 uur, na de datum van publicatie van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie;

8.

de toewijzing van de vergunning niet vergt dat de kandidaten persoonlijk aanwezig zijn;

9.

de prijs van het aanbestedingsdossier is vastgesteld op BGN 500 (500 Bulgaarse leva). Het aanbestedingsdossier kan binnen de in punt 5 genoemde termijn worden verkregen bij het ministerie van Economische zaken en Energie, kamer 802, Triaditzastraat 8, Sofia;

10.

de deelnemers aan de aanbesteding moeten voldoen aan de eisen van artikel 23, lid 1, van de Wet betreffende ondergrondse natuurlijke rijkdommen;

11.

de aanvragen van de deelnemers aan de aanbesteding zullen worden geëvalueerd op basis van de ingediende werkprogramma's, de geplande milieubeschermings-en opleidingsinstrumenten en de premies, alsook op basis van de financiële en beheerscapaciteiten van de kandidaten, als vermeld in het aanbestedingsdossier;

12.

het deposito voor deelname aan de aanbesteding is vastgesteld op 10 000 BGN (10 000 Bulgaarse leva), wat vóór het verstrijken van de in punt 6 genoemde uiterste termijn moet worden betaald op de bankrekening van het ministerie van Economische zaken en Energie, zoals vastgelegd in het aanbestedingsdossier;

13.

in het geval een kandidaat niet wordt toegelaten tot de aanbesteding wordt het deposito terugbetaald binnen een termijn van 14 dagen na de datum waarop de kandidaat in kennis is gesteld van het feit dat hij niet wordt toegelaten;

14.

het deposito van de succesvolle aanvrager wordt bewaard en de deposito's van alle andere aanvragers worden terugbetaald binnen een termijn van 14 dagen na de datum van publicatie in het Staatsblad van het besluit van de ministerraad houdende verlening van de vergunning voor prospectie en exploratie;

15.

de kennisgevingen voor deelname aan de aanbesteding en de voorstellen van de kandidaten betreffende de aanbestedingsvoorwaarden moeten worden ingediend bij het ministerie van Economische zaken en Energie, Triaditzastraat 8, overeenkomstig de eisen van artikel 46 van de Wet betreffende ondergrondse natuurlijke rijkdommen;

16.

de aanvragen voor deelname aan de aanbesteding in overeenstemming moeten zijn met de eisen en voorwaarden als omschreven in het aanbestedingdossier;

17.

de aanbesteding kan plaatsvinden zelfs wanneer slechts één kandidaat daartoe is toegelaten;

18.

de minister van Economische zaken en Energie wordt gemachtigd om:

18.1.

de tekst van dit besluit toe te zenden ter publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie en in het Staatsblad, en ter bekendmaking op de website van de ministerraad;

18.2.

de aanbesteding voor te bereiden en uit te voeren;

19.

beroep tegen dit besluit binnen een termijn 14 dagen na de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie kan worden ingediend bij het Hooggerechtshof voor Administratieve zaken.

Eerste minister

Sergei STANISHEV

Eerste secretaris van de ministerraad

Vesselin DAKOV

Eensluidende kopie,

Directeur van het bureau van het kabinet

Vesselin DAKOV


BIJLAGE

LIJST VAN COÖRDINATEN

1.

Geografische coördinaten (coördinatensysteem: 1950) van blok 1-17 Ovcha Mogila:

1.

43° 31′ 53,551″ N

25° 08′ 03,624″ O

2.

43° 31′ 49,230″ N

25° 28′ 10,182″ O

3.

43° 26′ 37,261″ N

25° 28′ 10,451″ O

4.

43° 26′ 41,617″ N

25° 08′ 05,618″ O

5.

43° 31′ 53,551″ N

25° 08′ 03,624″ O


26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/19


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5608 — Advent/Median Clinics)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2009/C 232/09

1.

Op 17 september 2009 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de onderneming Advent International Corporation („Advent”, VS) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening, zeggenschap verkrijgt over delen van de ondernemingengroep Median (Duitsland) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Advent: wereldwijde private-equity investeringen,

Median: exploitatie van revalidatie- en acute-zorgziekenhuizen in Duitsland. De acquisitie betreft 26 revalidatieziekenhuizen en één acute-zorgziekenhuis van de 32 ziekenhuizen die thans tot de ondernemingengroep Median behoren.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Hierbij dient te worden aangetekend dat, overeenkomstig de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2), deze zaak in aanmerking komt voor de in voormelde mededeling beschreven procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301 of 22967244) of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5608 — Advent/Median Clinics, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/20


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5625 — British Land/Blackstone/Broadgate Estate)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2009/C 232/10

1.

Op 18 september 2009 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de onderneming Blackstone Group („Blackstone”, VS) en British Land Company plc („British Land”, VK) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over de ondernemingen die „The Broadgate Estate”-eigendommen in Londen bezitten, door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Blackstone: algemeen activabeheer en verstrekking van financiële adviesdiensten,

British Land: vastgoedinvesteringen, in het bijzonder beheer, financiering en ontwikkeling van commercieel vastgoed,

Broadgate Estate: houder van de juridische en economische eigendom van 17 eigendommen in Londen.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Hierbij dient te worden aangetekend dat, overeenkomstig de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2), deze zaak in aanmerking komt voor de in voormelde mededeling beschreven procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301 of 22967244) of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5625 — British Land/Blackstone/Broadgate Estate, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/21


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5639 — Alpha V/Investindustrial Funds/Permasteelisa)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2009/C 232/11

1.

Op 18 september 2009 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de ondernemingen Investindustrial L.P. („Investindustrial LP”, Kanaaleiland Jersey), Investindustrial IV L.P. („Investindustrial IV LP”, Kanaaleiland Jersey) — tezamen „Investindustrial Funds” — en Alpha Private Equity Fund V („Alpha V”, Kanaaleiland Jersey) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over de gehele onderneming Permasteelisa S.p.A. („Permasteelisa”, Italië), door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Investindustrial LP, Investindustrial IV LP en Alpha V: private-equity fondsen die ondernemingen verwerven en opnieuw verkopen ten behoeve van investeerders,

Permasteelisa: ontwerp, productie en installatie van gevelelementen (gordijngevels) voor grote gebouwen, binnenmuren en scheidingspanelen, alsmede ontwerp en installatie van winkeluitrusting van middelhoge en hoge kwaliteit.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Hierbij dient te worden aangetekend dat, overeenkomstig de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2), deze zaak in aanmerking komt voor de in voormelde mededeling beschreven procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301 of 22967244) of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5639 — Alpha V/Investindustrial Funds/Permasteelisa, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


ANDERE BESLUITEN

Commissie

26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/22


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2009/C 232/12

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„CASTAÑA DE GALICIA”

EG-nummer: ES-PGI-0005-0609-21.06.2007

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

„Castaña de Galicia”

2.   Lidstaat of derde land:

Spanje

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.6 —

Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2.   Beschrijving van het product waarop de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

De beschermde geografische aanduiding „Castaña de Galicia” heeft betrekking op de vruchten verkregen door de inheemse teelt van de Europese kastanjeboom (Castanea sativa, Mill.) in Galicië, die bestemd zijn voor menselijke consumptie en in ongewijzigde staat of ingevroren worden verhandeld.

Deze teelt omvat verschillende plaatselijke ecotypes die zijn voortgekomen uit de selecties die landbouwers door de eeuwen heen hebben gemaakt ter verbetering van de productiviteit en de kwaliteit. Door hun morfologie en genetische eigenheid ten opzichte van andere productiegebieden in Spanje, Portugal en Frankrijk werden ze probleemloos beschreven en geïdentificeerd. Deze kwekerijen worden beschouwd als onvervangbaar erfgoed van fytogenetische hulpbronnen die de biologische en genetische diversiteit beschermen, en krijgen dan ook de wettelijke benaming „beschermde variëteiten”.

Dankzij het behoud van de traditionele kweektechnieken van kastanjebomen in Galicië is door selectie een homogene inheemse teelt tot stand gekomen, waar de huidige faam van de Galicische kastanje op berust.

De belangrijkste eigenschappen van de „Castaña de Galicia” zijn:

Fijn pericarpium, bruine kleur en glimmend.

Fijn epispermum (membraan) dat licht in het zaadje doordringt en bij het pellen gemakkelijk loskomt.

Zoete smaak en vaste structuur, niet bloemig.

Geoogste vrucht bevat tussen 50 en 60 % vochtigheid.

Meestal 3 of minder vruchten per bolster.

Gemiddeld 59,5 % koolhydraten (gemeten op de droge stof), wat een hogere waarde is dan die van alle andere productiegebieden in Spanje.

Zeer laag percentage barsten (4,5 %) en vervormingen (2,1 %). Van beide parameters vertonen de Galicische kastanjes, in vergelijking met de overige Spaanse productiegebieden, de laagste waarde.

De gemiddelde waarden van geoogste Galicische kastanjes sluiten eveneens aan bij de kenmerken van de vrucht die door de BGA „Castaña de Galicia” wordt beschermd:

Minimum 50 % vochtigheid en maximum 60 % vochtigheid.

Maximumpercentage vervormde vruchten: 12 %.

Minimumpercentage koolhydraten: 55 %.

Maximum aantal vruchten per kilogram niet meer dan 120 voor vruchten in ongewijzigde staat en 200 voor ingevroren vruchten.

Ieder pak kastanjes met de BGA „Castaña de Galicia” mag maximum 5 % kastanjes bevatten die niet voldoen aan de specifieke vereisten.

Het vriesproces is uitsluitend bedoeld voor een langere bewaartijd van het product. In strikte zin gaat het dus niet om een verwerkingsproces, aangezien vruchten in ongewijzigde staat en ingevroren vruchten de hogervermelde fysische, chemische en organoleptische kenmerken behouden.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

Behalve het kweken zelf, zijn er geen specifieke processen die in het afgebakende gebied moeten plaatsvinden.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

De kastanjes met de BGA „Castaña de Galicia” worden verhandeld in netten, raffia- of juteverpakkingen (voor het product in ongewijzigde staat), of in houders bestaande uit materialen die volgens de van kracht zijnde wetgeving inzake levensmiddelen zijn toegelaten (voor het ingevroren product). In beide gevallen is het toegelaten gewicht 500 g, 1 kg, 2,5 kg, 5 kg, 10 kg, 15 kg, 20 kg en 25 kg. Andere formaten zijn eveneens mogelijk, zolang de kwaliteit van het product gewaarborgd blijft.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

De kastanjes die onder de beschermde geografische aanduiding „Castaña de Galicia” worden verhandeld, dragen op de verpakking een commercieel etiket van de producent/verpakker en een etiket van de BGA, met alfanumerieke code met correlatieve nummering, dat door het controleorgaan is toegelaten, en waarop het officiële logo van de beschermde geografische aanduiding staat.

Zowel op het commerciële etiket als op het etiket van de BGA staat de beschermde geografische aanduiding „Castaña de Galicia” vermeld.

Indien de grondstof voldoet aan de vereisten van het productdossier, dan mag op de etiketten van de verwerkte producten (zoals kastanjemoes, kastanjecrème, kastanjes op siroop, kastanjes op alcohol, marrons glacés, marron glacé snoepjes…), aangegeven worden dat de gebruikte kastanjes afkomstig zijn uit het gebied van de BGA „Castaña de Galicia”.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

Het geografische gebied van de beschermde geografische aanduiding „Castaña de Galicia” omvat het grondgebied van de Comunidad Autónoma de Galicia dat in het westen wordt afgebakend door de Dorsal Gallega en in het noorden door de Sierra del Xistral.

Vanuit administratief oogpunt omvat het productiegebied:

De provincie A Coruña: Gewest Terra de Melide en de gemeenten Arzúa en Boimorto (Gewest Arzúa).

De hele provincie Lugo, behalve de gemeenten O Vicedo, Viveiro, Xove en Cervo (Gewest Mariña Occidental), Burela en Foz (Gewest Mariña Central) en Barreiros en Ribadeo (Gewest Mariña Oriental).

Alle gemeenten van de provincie Ourense

De provincie Pontevedra: de gewesten Tabeirós-Terra de Montes en Deza, de gemeenten Cotobade, A Lama en Campo Lameiro (Gewest Pontevedra) en de gemeente Cuntis (Gewest Caldas).

Voor de kweek van kwaliteitsvolle kastanjes beantwoordt dit productiegebied aan de ideale omstandigheden wat de pluviometrie, de warmte, de ombrothermie, de hypsometrie en de grond betreft.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

In het afgebakende geografische gebied heerst een klimaat dat gunstig is voor het verloop van de kweek en Galicische kastanjes van hoge kwaliteit oplevert. Zo brengen de gematigde temperaturen en de vochtigheid van de omgeving tijdens de ontwikkeling en de rijping vruchten voort met een hoge vochtigheidsgraad. Deze kenmerken bezorgen het product een hoge kwaliteit.

Nu volgt een meer gedetailleerde beschrijving van het verband tussen de specifieke kenmerken van het geografische gebied van de BGA en de parameters die voor de kastanje als ideaal worden beschouwd:

Pluviometrie: het productiegebied ligt in een regenachtig gebied. Jaarlijks valt er gemiddeld 1 000 mm regen. De regenperiode wordt echter onderbroken door de zomerdroogte die tot september aanhoudt. Dit zijn gunstige omstandigheden voor de kwaliteit van de kastanjes. De voor de teelt aanbevolen waarden worden in de Galicische gebieden die het dichtst bij de kust gelegen zijn echter overschreden en deze gebieden zijn dus van het productiegebied uitgesloten.

Temperatuur: in het gebied varieert de gemiddelde jaarlijkse temperatuur van 6 tot 14 °C (de aanbevolen temperatuur voor de kastanjeboom is 3-16 °C. De hoge temperaturen in de zomer begunstigen de rijping en de groei van de vruchten.

Ombrothermie: de oostelijke helft van Galicië is voor de kastanjeboom op ombrothermisch gebied de meest gunstige, aangezien de boom zich beter ontwikkelt in omgevingen met een zekere luchtvochtigheid. Teveel luchtvochtigheid kan echter ziektes veroorzaken, zoals verkleuring en sjanker.

Hypsometrie: de hoogten in het afgebakende gebied zijn geschikt in de zin dat de kastanjeboom zich kan aanpassen (van 400 tot 900 m, maar niet hoger dan 1 200 m).

Grond en litografie: het grootste deel van het oppervlak is gelegen op gronden die zich boven graniet en metamorfe rotsen (schist en leisteen) hebben gevormd, met een duidelijke structuur, rijk aan organisch materiaal, met een lage pH-waarde en een laag actief kalksteengehalte, wat voor de teelt van de kastanjeboom het meest geschikt zou zijn.

De teelt van de kastanjeboom heeft een hoge milieuwaarde, en kan zich perfect aanpassen aan het heersende bodemklimaat in de berggebieden en het halfgebergte van het Galicische binnenland, waar deze teelt de meest rendabele keuze is. De historische evolutie van de ruimtelijke ordening (ten gunste van snel groeiende houtsoorten en teelten, zoals de maïs- of aardappelteelt) werd op zich een extra element dat heeft bijgedragen tot de hogervermelde geografische afbakening.

5.2.   Specificiteit van het product:

Naast de kenmerkende en geschikte bodem- en klimatologische omstandigheden van het productiegebied, die onder het vorige punt werden vermeld en die zorgen voor de optimale ontwikkeling van de vrucht, berust de productie van de Galicische kastanjes op een intensief selectieproces dat door de eeuwen heen door de Galicische boeren werd uitgevoerd in de „soutos” (plantages met bomen van dezelfde of vergelijkbare leeftijd waarop dezelfde cultuurgebonden praktijken van toepassing zijn). Op die manier was de menselijke factor, door de traditionele en zorgvuldige kweektechnieken, een drijvende kracht achter de voortdurende variëteitsselectie (op basis van de renderende kenmerken en de kwaliteit), om een reeks inheemse ecotypes te vormen, zoals de huidige kwaliteitsvolle Galicische kastanje. Al deze elementen samen bezorgden deze kastanje de faam en het aanzien die hij tot op heden kent.

In Galicië bestaat er een verband tussen de productie van kastanjes en de cultuur en traditie. Bovendien vormt het rendabele systeem van de „soutos”, dat nog steeds bestaat, een belangrijke bron van vegetatief teeltmateriaal dat kan worden gebruikt in nieuwe plantages van kastanjebomen waar moderne kweektechnieken kunnen worden toegepast.

De kenmerken waardoor de Galicische kastanjes zich kwalitatief onderscheiden van de kastanjes uit andere productiegebieden zijn:

Fijn epispermum, wat het pellen van de vrucht in grote mate vereenvoudigt.

Laag aantal vervormingen, wat, net zoals het vorige punt, een zeer gunstige invloed heeft op het pellen.

Hoog vochtgehalte, een zeer belangrijke parameter voor de consumptie van zowel kastanjes in ongewijzigde staat als voor de verwerking van kastanjes.

Laag aantal barsten, waardoor het aantal restjes van mindere kwaliteit bij de selectie beperkt blijft.

Zeer hoog percentage zetmeel, waardoor de kastanje na omzetting van het zetmeel in suikers (natuurlijke hydrolyse door rijping en geïnduceerde hydrolyse door thermische processen) een behoorlijk zoete smaak krijgt.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

In Galicië kwam de kastanjeboom vanaf het pleistoceen in het wild voor, maar het domesticeren en telen van de boom begon pas tijdens de Romeinse overheersing. Tijdens de Middeleeuwen gaven de clerus en de adel de teelt van kastanjebomen, die geassocieerd werd met die van de wijngaarden, een nieuwe impuls door de teelt uit te breiden.

Zo werden inheemse kastanjesoorten van hoge kwaliteit van oudsher geselecteerd en verspreid. Zowel omwille van het hout als van de vrucht leenden ze zich voor gebruik. Anderzijds was de wijde verspreiding van de plantenpopulatie, die historisch gezien kenmerkend was voor Galicië en bijna het volledige grondgebied betrof (kustgebieden, centrale hoogvlaktes, valleien en bergen), gunstig voor de selectie van talrijke soorten met verschillende eigenschappen naargelang de omgeving, zoals een uitstekend aanpassingsvermogen aan bodem en klimaat, een klein aantal vervormingen, een gepaste omvang, een klein aantal barsten, enz.

Het optimale aanpassingsvermogen van de kastanjeboom aan de omstandigheden van het afgebakende geografische gebied (specifieke aard van de geografische zone) zorgt op zich al voor een hoge kwaliteit van het product. Dit kan worden afgeleid uit het logische verband tussen een goede ontwikkeling van de boomsoort en een resultaat van kwaliteitsvolle vruchten. Bovendien zorgen de gematigde temperaturen tijdens de groei en de rijping van de kastanjes, evenals de hoge luchtvochtigheid in het productiegebied voor een hoog vochtgehalte in de vrucht, wat zeer belangrijk is voor de consumptie van kastanjes in ongewijzigde staat en voor het gebruik van kastanjes als te verwerken grondstof.

Anderzijds was de manier van werken op de „soutos” traditioneel het basissysteem voor de productie van Galicische kastanjes. Deze productieve habitat maakte het de landbouwers mogelijk om de kastanjebomen geleidelijk te selecteren en te domesticeren. Voor de landbouwers waren de criteria productiviteit en kwaliteit. Zo werden stilaan alle plaatselijke ecotypes, waaruit de huidige inheemse kwekerijen bestaan, geproduceerd. Daarop is de kwaliteit en de faam van de Galicische kastanje gebaseerd.

De goede naam van de Galicische kastanje blijkt uit haar gunstige positie op de Spaanse markt, waar vaak ook andere kastanjes dan de Galicische worden verkocht. Dit is een bewijs van de faam. Een aantal bibliografische referenties waaruit de historische reputatie van de Galicische kastanjes blijkt:

De grote hoeveelheden documentatie die in de Galicische kloosters zijn bewaard getuigen van het belang van de kastanjes in het Galicië van de Middeleeuwen. Deze documentatie is in verschillende werken terug te vinden, zoals in „El priorato benedictino de San Vicenzo de Pombeiro y su colección diplomática en la Edad Media” en „El monasterio de S. Clodio do Ribeiro en la Edad Media: Estudio y Documentos” van M. Lucas Álvarez en P. Lucas Domínguez of „Colección Diplomática do mosteiro cisterciense de Sta. María de Oseira” van M. Romaní Martínez.

De vermelding van Alexandre Dumas in zijn roman „De Paris a Cádiz”, geschreven in 1847, in verband met de kwaliteit van de Galicische kastanjes.

De beschouwing dat de kastanjebossen één van de belangrijkste elementen van het agrarische landschap in Galicië zijn, is terug te vinden in het werk van Abel Bouhier „La Galice. Essai geographique d'analyse et d'interpretation d'un vieux complexe agraire”.

De talloze verwijzingen naar het magostofeest (volksfeest dat in Galicië op talrijke plaatsen wordt gevierd, en waar alles in het teken staat van de kastanje), zoals de vermelding van Manuel Murguía in zijn werk „Historia de Galicia” (1865), om maar een voorbeeld te noemen.

Op gastronomisch vlak vormt de Galicische kastanje het hoofdbestanddeel van vele recepten, zoals die van Manuel Puga y Parga (1874-1917) in zijn boek „La Cocina Práctica” (1905), of van de talrijke gerechten die door Álvaro Cunqueiro beschreven zijn in „La Cocina Gallega” (1973).

Naast de wijde verspreiding, de faam en de goede naam van Galicische kastanjes is een onrechtstreeks bewijs ook het aantal verwijzingen die op het internet over de Galicische kastanjes zijn te vinden in vergelijking met het aantal hits over kastanjes van een andere oorsprong. Zo levert een zoekopdracht via Google op 20 november 2008, met als zoekterm in het Spaans „castaña/s gallega/s” en in het Galicisch („castaña/s galega/s”), in totaal ongeveer 5 600 resultaten op, terwijl de zoekterm „castaña/s española/s” nog geen 200 resultaten geeft. Wanneer kastanjes van een andere oorsprong (Asturias, Andalucía of Extremadura) worden gezocht, levert dit nooit meer dan twintig resultaten op.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

Bij besluit van 3 november 2006 werd de aanvraag tot registratie van de beschermde geografische aanduiding „Castaña de Galicia” goedgekeurd.

Diario Oficial de Galícia nùmero 219 del día 14 de noviembre de 2006 (Publicatieblad van Galicië nummer 219, 14 november 2006).

http://dxosi.xunta.es:90/Doc/Dog2006.nsf/FichaContenido/234BE?OpenDocument


26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/27


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2009/C 232/13

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„ΕΞΑΙΡΕΤΙΚΌ ΠΑΡΘΈΝΟ ΕΛΑΙΌΛΑΔΟ ΣΈΛΙΝΟ ΚΡΉΤΗΣ” (EXERETIKO PARTHENO ELEOLADO SELINO KRITIS)

EG-nummer: EL-PDO-0005-0515-20.12.2005

BOB ( X ) BGA ( )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier, ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Διεύθυνση Βιολογικής Γεωργίας, του Υπουργείου Αγροτικής Ανάπτυξης και Τροφίμων (Directoraat Biologische landbouw van het ministerie voor Plattelandsontwikkeling en levensmiddelen)

Adres:

Αχαρνών 29 (Aharnon 29)

Aθήνα/Athens

EΛΛΑΔΑ/GREECE

Tel.

+30 2108232025

Fax

+30 2108821241

E-mail:

ax29u029@minagric.gr, ax29u030@minagric.gr

2.   Groepering:

Naam:

Ένωση Αγροτικών Συνεταιρισμών Σελίνου (Unie van landbouwcoöperaties van Selinos)

Adres:

Παλαιοχώρα Κάνδανος Χανιών (Palaiohora Kandanos Hanion)

ΤΚ 73001

EΛΛΑΔΑ/GREECE

Tel.

+30 2823041209 / 41306

Fax

+30 282341463

E-mail:

easselin@otenet.gr

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere: ( )

3.   Productcategorie:

Klasse 1.5:

Oliën en vetten

4.   Overzicht van het productdossier:

(samenvatting van de bij artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam:

„Εξαιρετικό παρθένο ελαιόλαδο σέλινο κρήτησ” (Exeretiko Partheno Eleolado Selino Kritis)

4.2.   Beschrijving:

Deze bij de eerste persing verkregen extra olijfolie heeft een donkergroene tot groene kleur, een mediaan voor de gebreken die gelijk is aan nul, een fruitige, iets bittere en pikante smaak, een fruitig olijfaroma en een minimale fruitigheid van 3,2. De maximale zuurtegraad bedraagt 0,7 % (gewichtspercentage oliezuur) en het maximale peroxidegetal hoogstens 15 (in meq actieve zuurstof per kg). De maximumwaarden van de extinctiecoëfficiënten Κ270 en Κ232 en van de variatie van de extinctiecoëfficiënt bedragen respectievelijk 0,15, 2,5 en 0,00.

Minstens 60 % van de olijven die voor de productie van de olijfolie worden gebruikt, behoort tot het ras „Τsοunati” en hoogstens 40 % tot het ras „Koroneïki”.

De fysisch-chemische eigenschappen van „Exeretiko Partheno Eleolado Selino Kritis” zijn vooral te danken aan de specifieke klimatologische omstandigheden van het gebied (veel zonneschijn, veel neerslag, lage relatieve vochtigheid) en aan de geomorfologie (hellende terreinen met grote hoogteverschillen). Daarnaast zijn ze ook te danken aan het optimale gebruik van de comparatieve voordelen van de rassen „Τsounati” en „Κορoneïki”, die in verschillende hoogtezones van het afgebakende geografische gebied worden geteeld.

4.3.   Geografisch gebied:

Zowel de olijven als de olijfolie worden in het afgebakende geografische gebied geproduceerd. Het geografische gebied bestaat uit de provincie Selinos, die zich in het zuidwesten van de nomos Chania bevindt. Het omvat de gemeentelijke arrondissementen Κandanos, Pelekanos en Anatolikos Selinos. Een groot deel van het gebied is bergachtig en ligt hoger dan 1 000 meter. Overal in het gebied zijn olijfbomen aangeplant en de olijventeelt is voor de agrarische bevolking van de provincie Selinos de belangrijkste bron van inkomsten.

4.4.   Bewijs van de oorsprong:

De traceerbaarheid van het product is gegarandeerd in alle productiestadia, vanaf de teelt, het persen, de opslag, het vervoer en de normalisatie van het product tot wanneer het bij de eindconsument terecht komt.

Alle betrokkenen houden gegevens bij over de productie- en normalisatieprocedés, zodat de bevoegde controle-instantie, vandaag de OPEGEP, kan nagaan of alle voorgeschreven procedures worden nageleefd. Op die manier wordt de traceerbaarheid van het product gegarandeerd.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

De teelt van de rassen „Τsounati” en „Κορoneïki” is extensief en vergt weinig input (meststoffen, irrigatie, gewasbeschermingsproducten). Het ras „Κoroneïki” kan worden geteeld tot op een hoogte van 500 meter, terwijl het ras „Τsounati” op grotere hoogte kan worden geteeld. Op de licht hellende bodems wordt de grond meestal mechanisch bewerkt. Aangezien de bodem in het gebied grotendeels neutraal tot zuur is, worden geen zwavelhoudende meststoffen gebruikt, maar wordt occasioneel kalk toegevoegd. De olijfbomen reageren positief op de jaarlijkse toevoeging van stikstof, terwijl ze weliswaar positief, maar slechts in beperkte mate reageren op kaliumhoudende meststoffen. In het gebied worden heel weinig olijfgaarden geïrrigeerd. De voornaamste vijand van de olijventeelt is de olijfvlieg (Bactrocera oleae), die door het directoraat Plattelandsontwikkeling van het bestuur van de nomos Chania wordt bestreden door preventief lokaas op de grond te verstuiven. De olijfvliegpopulatie wordt onder controle gehouden met daartoe geschikte vallen. Tuberkels op olijven worden preventief door verstuiving bestreden en de wonden worden met passende preparaten ontsmet, vooral als het om bomen van het ras „Koroneïki” gaat. Hoewel het ras „Τsounati” vatbaar is voor de schimmel Cycloconium oleaginum, wordt het niet nodig geacht maatregelen te nemen, aangezien de geomorfologie van het gebied voor een goede ventilering zorgt, waardoor de relatieve luchtvochtigheid te laag is voor de ontwikkeling van de ziekte.

De oogst van het ras „Koroneïki” start begin november en wordt in december beëindigd, terwijl de rijping van het ras „Τsounati”, die in fasen verloopt, eind december, begin januari begint, onderbroken wordt door koud weer, opnieuw start eind februari en eindigt in april. Het grootste deel van de olijven van het ras „Tsounati” die voor de productie van „Exeretiko Partheno Eleolado Selino Kritis” worden gebruikt, wordt evenwel tegen einde januari geoogst, zodat de geproduceerde olijfolie aan de kwaliteitsvoorschriften voldoet. De olijven zijn rijp als de kleur van de schil verandert van groengeel naar zwart en als het vruchtvlees voor minstens de helft zwart is. De olijven worden geoogst met dorsmachines of op de grond verzameld nadat ze vanzelf op verzamelnetten zijn gevallen.

De olijven worden meestal vervoerd in lichte stoffen zakken, maar soms ook in plastic kratten. Om de kwalitatieve eigenschappen te behouden worden de olijven in speciale ruimten en onder gecontroleerde omstandigheden opgeslagen. Aangezien ernaar wordt gestreefd de olijven binnen 24 uur na het oogsten te verwerken, moeten transport en opslag zo weinig mogelijk tijd in beslag nemen (in totaal niet meer dan 24 uur).

De olijfolie wordt machinaal en bij een temperatuur van hoogstens 25 °C geëxtraheerd in door de bevoegde controle-instantie erkende olijfpersen die zich in het gebied bevinden. De olijfolie die grotendeels uit het ras „Koroneïki” maar ook uit het ras „Tsounati” wordt gewonnen, wordt gedurende één tot drie maanden op passende wijze opgeslagen tot de twee soorten met elkaar in vaten worden vermengd. Tijdens de opslag worden vaste en vloeibare sedimenten (bezinksel) verwijderd en wordt de olijfolie in een schoon vat overgegoten. Hierbij wordt de olie zo weinig mogelijk aan zuurstof blootgesteld en wordt de hoeveelheid lucht waarmee de olie in contact komt, tot een minimum beperkt.

4.6.   Verband:

Historisch

In het bekken van Kandanos zijn er monumentale olijfbomen die „dekaoktouses” worden genoemd, een stamomtrek van 12,3 m hebben en ouder zijn dan 1 500 jaar; ook uit sommige „mantinades” (Kretenzische volksrijmpjes) blijkt dat Selinos een olijvenproducerend gebied is.

Fysische gesteldheid

Het afgebakende geografische gebied bestaat geologisch vooral uit schist en in mindere mate uit kalkgronden. Het gebied is grotendeels bergachtig, ligt hoger dan 400 meter boven de zeespiegel, en bestaat vooral uit hellende terreinen, behalve het bekken van Kandanos, dat morfologisch een hoogvlakte is. Kenmerkend voor het gebied is de grote hoeveelheid neerslag, de lage relatieve vochtigheid en het geringe aantal bewolkte dagen.

Het reliëf van het terrein, met op een vlakte uitlopende hellingen, biedt de olijfgaarden bijzonder veel licht, en verhoogt de concentratie aan alkaloïden, die het eindproduct zijn kenmerkende fruitigheid geven. Bovendien draagt het lage gehalte aan organische stoffen in de bodem bij tot de toename van de aromatische componenten van de geproduceerde olijfolie. De licht bittere en pikante smaak wordt veroorzaakt door de kleine hoeveelheid olijven van het ras „Κοroneïki” die aan het eindproduct wordt toegevoegd en is toe te schrijven aan de fenolische bestanddelen die rond de oogsttijd in de olijven aanwezig zijn. De donkergroene kleur is het gevolg van de hogere concentratie aan chlorofylen, vooral feofytine en pirofeofytine.

De klimaatomstandigheden in het gebied (vochtigheid, temperatuur) zorgen ervoor dat de kenmerken van het ras „Τsounati”, dat zich in zijn natuurlijke omgeving bevindt, zeer goed tot hun recht komen. Dit is een laat ras, wat zich uit in een late bloei, een late vruchtzetting en bijgevolg een late rijping, dat gunstig wordt beïnvloed door de temperatuur en de relatieve lucht- en bodemvochtigheid, waarvan de waarden in de cruciale perioden op hun best zijn. Bovendien kan het ras „Tsounati”, dank zij zijn weerstand tegen de koude, in een groot deel van het gebied worden geteeld. Bij het ras „Κοroneïki” wordt de hoogste opbrengst gehaald wanneer de olijfbomen worden geteeld op iets lager gelegen percelen met voldoende vochtige bodem. Zo worden de specifieke bodems van het afgebakende geografische gebied optimaal benut.

Voor de teelt van de rassen „Tsounati” en „Κοroneïki” en, bij uitbreiding, de productie van de „Exeretiko Partheno Eleolado Selino” zijn er in het afgebakende geografische gebied geen alternatieven, aangezien de overwegend arme en in grote mate zure schistbodem weinig mogelijkheden laat om over te schakelen naar een ander gewas, een ander ras of naar intensieve teeltmethoden die meer opleveren. Voorts wordt de schoonheid van het natuurlijke landschap behouden doordat de krachtige oppervlaktewortels, vooral bij het ras „Τsounati”, het wegspoelen van de bovenste bodemlaag en de erosie van de bijzonder kwetsbare schisthellingen tegengaan.

4.7.   Controlestructuur:

Overeenkomstig de nationale wetgeving wordt de toepassing van de voorschriften inzake de beschermde oorsprongsbenaming voor olijfolie gecontroleerd door de onderstaande diensten:

Naam:

Διεύθυνση Γεωργίας του Ν. Χανίων (directoraat Landbouw van de nomos Chania)

Adres:

Σφακίων 26 (Sfakion 26)

TK 73174 Χανιά (Hania)

EΛΛΑΔΑ/GREECE

Tel.

+30 2821056463

Fax

+30 2821028047

E-mail:

u14901@minagric.gr

Naam:

Οργανισμός Πιστοποίησης και Ελέγχου Γεωργικών Προϊόντων, Ο.Π.Ε.Γ.Ε.Π (Dienst voor de certificering en de controle van landbouwproducten — OPEGEP)

Adres:

Άνδρου 1 και Πατησίων (Androu 1 and Patision)

TK 11257

EΛΛΑΔΑ/GREECE

Tel.

+30 2108231277

Fax

+30 2108231438

E-mail:

info@agrocert.gr

4.8.   Etikettering:

Op de verpakking van de olijfolie moet de volgende vermelding worden aangebracht: „Εξαιρετικό Παρθένο Ελαιόλαδο Σέλινο Κρήτης” (Exeretiko Partheno Eleolado Selino Kritis); daarnaast moeten alle andere gegevens worden vermeld die krachtens de nationale en de communautaire regelgeving vereist zijn.


Rectificaties

26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/31


Rectificatie van de Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap — Openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten

( Publicatieblad van de Europese Unie C 217 van 11 september 2009 )

2009/C 232/14

Bladzijde 10, onder „Adres waarop de tekst van en alle relevante informatie en/of documentatie over de openbaredienstverplichtingen kunnen worden verkregen”:

in plaats van:

„Besluit van 14.8.2009: wijziging van de ODV op de route Straatsburg–Rome (NOR: DEVA0918070A).”,

te lezen:

„Besluit van 14.8.2009: oplegging van de ODV op de route Straatsburg–Rome (NOR: DEVA0918070A).”;

in plaats van:

„osp-compagnies.dta@aviation-civile.gouv.fr”,

te lezen:

„compagnies.dta@aviation-civile.gouv.fr”.