ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2009.089.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 89

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

52e jaargang
18 april 2009


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2009/C 089/01

Wisselkoersen van de euro

1

 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Commissie

2009/C 089/02

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor acties op het gebied van ecoinnovatie onder het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP, Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en van de Raad)

2

2009/C 089/03

Bericht van permanente openbare inschrijving voor de aankoop van mageremelkpoeder door de betaalorganen

3

 

ANDERE BESLUITEN

 

Commissie

2009/C 089/04

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

4

2009/C 089/05

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

9

2009/C 089/06

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

13

NL

 


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

18.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/1


Wisselkoersen van de euro (1)

17 april 2009

2009/C 89/01

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3058

JPY

Japanse yen

129,67

DKK

Deense kroon

7,4492

GBP

Pond sterling

0,88280

SEK

Zweedse kroon

11,0405

CHF

Zwitserse frank

1,5218

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,7440

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

26,797

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

293,85

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7092

PLN

Poolse zloty

4,2925

RON

Roemeense leu

4,2149

TRY

Turkse lira

2,1052

AUD

Australische dollar

1,8125

CAD

Canadese dollar

1,5815

HKD

Hongkongse dollar

10,1202

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

2,2891

SGD

Singaporese dollar

1,9603

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 734,10

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

11,6983

CNY

Chinese yuan renminbi

8,9220

HRK

Kroatische kuna

7,3843

IDR

Indonesische roepia

14 037,35

MYR

Maleisische ringgit

4,7224

PHP

Filipijnse peso

62,370

RUB

Russische roebel

43,6835

THB

Thaise baht

46,317

BRL

Braziliaanse real

2,8366

MXN

Mexicaanse peso

17,0616

INR

Indiase roepie

65,1070


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Commissie

18.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/2


Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor acties op het gebied van ecoinnovatie onder het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP, Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en van de Raad)

2009/C 89/02

Het uitvoerend agentschap voor Competitiviteit en Innovatie (EACI) publiceert hierbij een uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor CIP Proef- en markttoepassingsprojecten voor innovatie en ecoinnovatie. De uiterste datum van indiening is 10 september 2009 voor alle type acties.

Informatie over de voorwaarden en instructies voor het indienen van projecten is te vinden op de volgende website:

http://ec.europa.eu/environment/etap/ecoinnovation/call_en.htm

De helpdesk is bereikbaar via e-mail op het volgende adres:

http://ec.europa.eu/environment/etap/ecoinnovation/contact_en.htm


18.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/3


Bericht van permanente openbare inschrijving voor de aankoop van mageremelkpoeder door de betaalorganen

2009/C 89/03

1.

Bij Verordening (EG) nr. 310/2009 van de Commissie (1) is een openbare inschrijving geopend voor de aankoop van mageremelkpoeder door de betaalorganen. De ter zake geldende voorwaarden zijn vastgesteld in hoofdstuk II, afdeling 4, van Verordening (EG) nr. 214/2001 van de Commissie (2).

2.

De uiterste datum voor het indienen van de offertes voor de eerste bijzondere inschrijving is 21 april 2009.

3.

De offertes moeten worden ingediend bij de betaalorganen. Het adres van de betaalorganen is te vinden op de website CIRCA van de Europese Commissie (http://circa.europa.eu/Public/irc/agri/lait/library?l=/&vm=detailed&sb=Title).


(1)  PB L 97 van 16.4.2009, blz. 13.

(2)  PB L 192 van 7.2.2001, blz. 100.


ANDERE BESLUITEN

Commissie

18.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/4


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2009/C 89/04

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 (1) van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„TRUSKAWKA KASZUBSKA” of „KASZËBSKÔ MALËNA”

EG-nummer: PL-PGI-0005-0593-19.03.2007

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam

„Truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna”

Wanneer dit product wordt verhandeld, met name tussen personen van Kasjoebische en van niet-Kasjoebische origine, is „truskawka kaszubska” de meest gebruikte benaming. Deze benaming wordt gebruikt wanneer het product wordt uitgevoerd of wordt verkocht in andere delen van Polen dan Kasjoebië. De andere gebruikte benaming is „kaszëbskô malëna”. In het gewone taalgebruik komt meestal deze benaming aan bod. Zij vindt haar oorsprong in de kasjoebische taal en wordt dus gewoonlijk gebruikt door de inwoners van die regio, de Kasjoeben. Deze benamingen mogen door elkaar worden gebruikt.

2.   Lidstaat of derde land

Polen

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

Productcategorie [bijlage II]

Categorie 1.6.

Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.1.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Slechts de volgende aardbeivariëteiten met de volgende sensorische kenmerken mogen worden verkocht als „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna”:

Vruchten voor directe consumptie (dessert)

1.   Elsanta

1.1.

Uiterlijk aspect en vorm: vrucht met een diameter van minstens 18 mm, afgerond kegelvormig tot kegelvormig, geheel, onbeschadigd, met steel.

1.2.

De schil van de vrucht is vrij egaal lichtrood van kleur en glanzend; een dwarsdoorsnede laat vruchtvlees zien dat vrij egaal van zachtroze in lichtrood overgaat.

1.3.

Consistentie: het vruchtvlees is zeer sappig en stevig.

1.4.

Smaak en geur: zoet, aromatisch, evenwichtig, doet denken aan bosaardbeien

2.   Honeoye

2.1.

Uiterlijk aspect en vorm: vrucht met een diameter van minstens 18 mm, kegelvormig tot afgerond kegelvormig, smaller aan de kelk zodat een hals wordt gevormd, geheel, onbeschadigd, met steel.

2.2.

Kleur: variërend van dieprood tot donkerrood, gelijk verspreid over het gehele oppervlak, met een felle glans. Het vruchtvlees heeft een vrij gelijkmatige lichtrode kleur.

2.3.

Consistentie: het vruchtvlees is sappig en zeer stevig.

2.4.

Smaak en geur: zoet, aromatisch, evenwichtig, doet denken aan bosaardbeien

Aardbeien van de variëteiten Elsanta en Honeoye worden „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna” genoemd wanneer ze kunnen worden ingedeeld als „extra” of als „klasse” I. Om als „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna” te worden bestempeld, moeten de aardbeien de volgende kenmerken vertonen:

ze moeten voor ten minste 80 % dieprood zijn gekleurd;

ze moeten gelijkvormig zijn en mogen geen onregelmatigheden vertonen;

ze moeten vast aanvoelen en mogen geen sporen van rot of ziekte vertonen.

Vruchten voor verwerking

3.   Senga Sengana

3.1.

Uiterlijk aspect en vorm: vruchten van verschillende omvang, breed en kegelvormig met afgevlakt bovendeel, hartvormig/bolvormig en bolvormig/afgerond, geheel, onbeschadigd, met of zonder steel.

3.2.

Kleur: variërend van dieprood tot donkerrood, gelijk verspreid over het gehele oppervlak. Het vruchtvlees heeft een vrij gelijkmatige vuurrode kleur.

3.3.

Consistentie: het vruchtvlees is stevig, sappig of zeer sappig en enigszins hard

3.4.

Smaak en geur: zoet, aromatisch, evenwichtig, doet denken aan bosaardbeien

3.2.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle teeltfasen van de „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna” moeten plaatsvinden in het in punt 4 omschreven gebied. De aardbeien moeten worden geteeld op percelen met arme grond van de categorieën IV, V of VI. De vruchten worden met de hand geplukt wanneer ze rijp zijn, goed ontwikkeld, gezond, vers, stevig, geheel, onbeschadigd, niet geplet of vochtig, niet bevuild en vrij van teelaarde en van resten van gewasbeschermingsmiddelen. De aardbeien worden op een rij en op een afstand van 20-35 cm van elkaar geplant. De afstand tussen de rijen bedraagt 70-100 cm. Indien gebruik wordt gemaakt van gier, mag niet meer dan 30 ton per hectare worden verspreid. Teelttechnieken — met name intensieve bemesting — die een plukrendement van meer dan 25 ton aardbeien per hectare ten doel hebben, zijn niet toegelaten.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.

De aardbeien worden geschikt in lagen met een maximale hoogte van 10 cm.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied

„Truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna” worden geteeld in de districten Kartuski, Kościerski en Bytowski en in de gemeenten Przywidz, Wejherowo, Luzino, Szemud, Linia, Łęczyce en Cewice.

5.   Verband met het geografische gebied

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied

In het in punt 4 gespecificeerde productiegebied van de „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna” heersen homogene milieuomstandigheden. De geografische regio valt samen met het Kasjoebische merengebied dat van oudsher als Kasjoebië bekend staat.

Het natuurlijke milieu in het Kasjoebische merengebied verschilt van het milieu in de omgevende gebieden wat klimaat, reliëf en bodemtype betreft.

Het Kasjoebische merengebied onderscheidt zich van de omgevende gebieden door een enigszins ruwer klimaat. De verklaring hiervoor moet worden gezocht in de grote hoogten: 180 en 300 m boven de zeespiegel. De frequent vanuit het oosten aangevoerde polaire continentale luchtmassa’s dragen bij aan dit ruwere klimaat. In vergelijking met de kustregio zijn de seizoensgebonden temperatuurschommelingen hier aanzienlijk. De neerslag bedraagt met 700 mm per jaar enigszins meer dan het nationale gemiddelde en gaat meestal gepaard met westenwind. De vegetatieperiode is een van de kortste in Polen en varieert van 180 tot 200 dagen.

In de regio in kwestie overheersen podsols die zijn ontstaan uit zand, kiezel en klei. Dit zijn categorie IV, V en VI gronden, m.a.w. de minst vruchtbare grondsoorten. Bruine gronden die zijn ontstaan uit kiezel en klei komen in mindere mate voor en zijn enigszins vruchtbaarder dan de podsols. Om gewassen te telen, wordt gewoonlijk grond uitgezocht met een pH van 5,0 tot 6,0. Het Kasjoebische merengebied heeft een gevarieerd postglaciaal reliëf dat wordt gekenmerkt door talrijke vijvers en langgerekte meren. Het productiegebied van de „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna” beslaat 32 gemeenten waarvan er zich 21 bevinden in probleemgebieden in laaglandzone II en 10 in laaglandzone I.

5.2.   Specificiteit van het product

De specificiteit van de aardbeien ligt vooral in hun zeer sterke, buitengewoon intense smaak en geur. Bovendien is het kenmerkend voor de „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna” dat ze zoeter zijn dan aardbeien van een andere regio.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

De in punt 5.2. beschreven specifieke kwaliteitskenmerken van de „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna” zijn het resultaat van de in punt 5.1. beschreven specifieke klimatologische en bodemgerelateerde factoren.

Door de arme gronden en het ruwe klimaat van het Kasjoebische merengebied valt de bloeitijd van de aardbeien later en is de vegetatieperiode korter. De blootstelling aan natuurlijke factoren, met name het ruwe klimaat, heeft positieve gevolgen voor de vruchtvorming en rijping van de aardbeien. De uiterst arme gronden en de omstandigheden waarin aan landbouw moet worden gedaan zijn ongeschikt voor andere gewassen. De grote schommelingen in relatieve hoogte maken het mogelijk om aardbeien te telen op aan het zonlicht blootgestelde hellingen waar de vruchten goed kunnen rijpen. Deze factoren en de enigszins zuurrijke grond zijn bevorderlijk voor de aardbeienteelt.

Historisch gezien zou de aardbeienteelt in Kasjoebië in de jaren 1920-1930 zijn ingevoerd. De uitstekende kwaliteit en stijgende populariteit van de aardbeien hebben ertoe geleid dat de aardbeienvelden in de loop van meer dan een halve eeuw flink zijn uitgebreid en integraal deel zijn gaan uitmaken van het Kasjoebische landschap. In het begin van de jaren ′70 werd, gezien de overvloed aan aardbeien, besloten een „aardbeienplukfestival” te organiseren. Dit festival vindt jaarlijks op de eerste zondag van juli plaats in open lucht. Het festival is het belangrijkste evenement in de regio en lokt jaarlijks een publiek van tienduizenden bezoekers dat trouwens nog steeds toeneemt. Het feit dat in 2005 bijna 2 ton aardbeien in de loop van één enkele dag werden verkocht, getuigt ook van de populariteit van dit festival.

De faam van de „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna” wordt bevestigd in talrijke artikelen en bewijsstukken die aantonen dat dit product bepalend is voor de cultuur en de identiteit van de Kasjoeben. De plaatselijke pers publiceert vitale informatie voor de aardbeientelers en uitvoerige berichtgeving over de inspanningen van de telers om hun krachten te bundelen en in blok achter hun „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna” te staan en over hun acties om de specifieke kwaliteit, geur en smaak van deze aardbeien te handhaven.

Ook uit de door de kopers genomen maatregelen (installaties voor de koele opslag en verwerkingsinstallaties) blijkt welke goede faam de „truskawka kaszubska” genieten. De kopers houden immers financiële middelen opzij om de „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna”, die later rijp zijn dan de aardbeien in andere Poolse regio’s, aan te kopen. De reputatie van de vruchten wordt ook bevestigd door pogingen om aardbeien uit andere regio’s, die vroeger rijp zijn, onder de naam „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna” verkocht te krijgen.

De reputatie van „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna” en de sterke band met de in punt 4 omschreven regio blijken ook uit de resultaten van consumentenonderzoeken. Niet minder dan 67 % van de ondervraagden kende minstens één van de benamingen waaronder het product wordt verkocht („truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna”). Volgens de consumenten hebben „Truskawka kaszubska” meer smaak (73 %) en zijn ze zoeter (68 %) dan andere aardbeien. Ongeveer 64 % van de ondervraagden was van oordeel dat „truskawka kaszubska” of „kaszëbskô malëna” typisch Kasjoebische producten zijn. Bovendien is volgens de Pommeren en de Kasjoeben de aardbei veruit de meest typische vrucht voor de regio. Bijna een derde van de Kasjoeben vermeldt de aardbei spontaan en bijna 80 % is er zich van bewust dat het een voor de regio unieke vrucht betreft.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

http://www.minrol.gov.pl/DesktopDefault.aspx?TabOrgId=1620&LangId=0


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


18.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/9


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2009/C 89/05

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 van de RAAD

„MARRONI DEL MONFENERA”

EG-nummer: IT-PGI-0005-0563-08.11.2006

BGA (X) BOB ( )

1.   Naam

„Marroni del Monfenera”

2.   Lidstaat of derde land

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie (Bijlage II)

Categorie 1.6.

Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

„Marroni del Monfenera” zijn verse vruchten van het plaatselijke ecotype van planten van de soort Castanea sativa Mill. var. sativa.

Wanneer het product voor menselijke consumptie wordt aangeboden, moet het de volgende kenmerken vertonen: zaad: één per vrucht, doorgaans glad of licht ruw; vruchtvlees: lichte hazelnootbruine tot strogele kleur, deegachtige/melige consistentie met een zachte, aangename smaak; zaadhuid: hazelnootkleur, huidachtige vezelige en resistente structuur, nauwelijks in het zaad ingegroeid; vruchtwand: glanzend bruine kleur, met donkerder verticale groeven, leerachtige resistente structuur, viltige oppervlakte met viltige resten steelaanzet; zaadnavel: ovale vorm, lichtere kleur dan de vruchtwand met vrij duidelijke stralen die van het midden naar de rand lopen en niet tot op de zijkanten komen; vrucht: ovale vorm met weinig uitgesproken apex en met één vlakke en één bolle zijkant; aantal vruchten per kg minder dan of gelijk aan 90. De bolster bevat maximaal 3 vruchten.

De BGA geldt voor vruchten van de categorie Extra (grootte van de vrucht meer dan 3 cm; maximaal 4 % van het gewicht mag vruchten bevatten waarvan het endocarpium is aangetast door insecten; maximaal 3 % van het gewicht mag vruchten bevatten waarvan de vruchtwand is aangetast) en voor vruchten van categorie I (grootte van de vrucht tussen 2,8 en 3 cm; maximaal 6 % van het gewicht mag vruchten bevatten waarvan het endocarpium is aangetast door insecten; maximaal 5 % van het gewicht mag vruchten bevatten waarvan de vruchtwand is aangetast).

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

Niet van toepassing.

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

Niet van toepassing.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De oogst, sortering, reiniging, groottesortering en onderdompeling moeten in het geografische productiegebied plaatsvinden.

Producten die niet binnen 48 uur na de oogst op de markt worden gebracht, ondergaan een onderdompelingsproces. Hierbij worden de „Marroni del Monfenera” in water op kamertemperatuur gedurende maximaal 9 dagen ondergedompeld. Vervolgens worden de „Marroni del Monfenera” uit het water gehaald en gedroogd met een speciale droger. Zo kan het verse product maximaal 3 maanden worden bewaard.

Het onderdompelingsproces moet plaatsvinden binnen enkele uren na de oogst om fermentatieprocessen in transportmiddelen te vermijden, met name in jaren waarin de oogst in regenachtige periodes of bij nog hoge temperaturen plaatsvindt.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.

Het product moet worden verpakt in speciale netzakjes voor levensmiddelen, die bovenaan worden gesloten door een sluitsysteem met warme lijm of die worden dichtgenaaid. De verpakkingen wegen 1, 2, 3 (indien warm gelijmd), 5 of 10 kg (indien dichtgenaaid).

Het product mag niet vóór 15 september van elk jaar op de markt worden gebracht.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

Op het etiket van de verpakking moeten, naast het grafische symbool van de Gemeenschap met de desbetreffende vermelding en naast de wettelijk vereiste informatie de volgende nadere aanduidingen staan: „Marroni del Monfenera”, gevolgd door de afkorting IGP in grotere lettertekens dan de andere vermeldingen op het etiket, zoals de naam, de handelsnaam, het adres van het verpakkingsbedrijf, het logo, de handelsklasse (Extra of I) en het brutogewicht op het verpakkingstijdstip.

Image

Het logo bestaat uit twee ovalen die concentrisch in elkaar liggen en waarin de heuvels van het gebied Pedemontana del Grappa zijn afgebeeld. De vlakte wordt in twee gedeeld door de rivier Piave, die vanuit het midden naar beneden loopt en het logo in twee asymmetrische delen verdeelt. Links en rechts van de rivierbedding staat een kastanjeboom vol kastanjes. Op twee bladeren liggen twee bolsters en tien kastanjes, die aan de linkerkant een beetje over de omtrek van het ovaal heen komen.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied

Het geografische gebied van de „Marroni del Monfenera” omvat het grondgebied van de volgende gemeenten in de provincie Treviso: Borso del Grappa, Crespano del Grappa, Paderno del Grappa, Possagno, Cavaso del Tomba, Pederobba, San Zenone degli Ezzelini, Fonte, Asolo, Maser, Castelcucco, Monfumo, Cornuda, Montebelluna, Caerano di San Marco, Crocetta del Montello, Volpago del Montello, Giavera del Montello, Nervesa della Battaglia.

5.   Verband met het geografische gebied

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied

De bodems waarop de „Marroni del Monfenera” worden geteeld, vallen grotendeels onder categorie nr. 21 van de bodemkaart van Italië (Carta dei Suoli d’Italia): „zure bruine bodems, uitgeloogde bruine bodems, steenachtige bruine bodems”. Het betreft een categorie die in dit gebied uitsluitend op de rechteroever van de Piave voorkomt, langs de strook aan de voet van de bergen, en die een groot deel van het geografische productiegebied beslaat. Deze bodems worden gekenmerkt door een zeer zure tot zure reactie, een laag gehalte aan basische stoffen en een hoge mineralisatie van de organische stof.

Er heerst een subalpien, vochtig klimaat dat wordt beïnvloed door de Vooralpen, waarvan de steile hellingen op het zuiden gericht zijn; door deze bijzondere structuur en ligging stijgen de luchtmassa's uit de vlakte op, met overvloedige regenval als gevolg, is voorjaarsvorst beperkt en wordt de drainage van het regenwater begunstigd. Door dit natuurlijke evenwicht zijn de bodems en de omgeving bijzonder gunstig voor de teelt van de „Marrone del Monfenera”.

5.2.   Specificiteit van het product

De kenmerken die de „Marroni del Monfenera” met beschermde geografische aanduiding tot een uniek product maken dat zich onderscheidt van producten van dezelfde handelsklasse, zijn de zachte smaak van het vruchtvlees, de homogene en compacte structuur van de vrucht en de deegachtige, melige consistentie. Deze kenmerken, en met name de smaak, houden verband met de bijzondere gemiddelde chemische samenstelling van de „Marroni del Monfenera”. Uit een vergelijking met de waarden van de chemische samenstelling van kastanjes, zoals berekend door het INRAN (Istituto Nazionale di Ricerca per gli alimenti e la nutrizione — Nationaal onderzoeksinstituut voor levensmiddelen en voeding) blijkt bij „Marroni del Monfenera” het gehalte aan koolhydraten, vetten en kalium hoger te liggen en het gehalte aan natrium lager.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

De chemische samenstelling van de vruchten en bijgevolg ook de kwaliteit ervan houdt verband met het feit dat de teelt van de kastanje (een uitgesproken acidofiele soort) in het teeltgebied van de „Marroni del Monfenera” wordt begunstigd door de aanwezigheid van aan de voet van bergen gelegen bodems met een zure reactie in tegenstelling tot die in de aangrenzende gebieden; deze bodems komen niet voor in andere aan de voet van bergen gelegen gebieden in de provincie Treviso.

Hierdoor hebben „Marroni del Monfenera” een hoger gehalte aan kalium en een lager gehalte aan natrium dan andere kastanjes zoals blijkt uit de vergelijking van de waarden van de chemische samenstelling van beide producten, waarbij voor kastanjes wordt verwezen naar de tabellen van het INRAN.

De kwaliteit van de vruchten is ook te danken aan het feit dat de kastanjeboom voordeel haalt uit de overvloedige gemiddelde jaarlijkse regenval waardoor de basische stoffen uit de bodem worden gespoeld en de zuurtegraad behouden blijft; bovendien wordt voorjaarsvorst, waar de plant uiterst gevoelig voor is, door de bijzondere structuur en ligging van de aan de voet van bergen gelegen strook aanzienlijk beperkt.

Naast deze belangrijke milieufactoren is ook de menselijke factor van fundamenteel belang. De teelt van de „Marroni del Monfenera” gaat terug tot de middeleeuwen, zoals blijkt uit een document van 1351 waarin de verdeling van de oogst over de gezinshoofden van het gebied wordt geregeld. De bescherming van de kastanjegaarden in het gebied van de „Marroni del Monfenera” wordt ook bevestigd in notariële bronnen van de daaropvolgende eeuwen, waarin de bevoegde autoriteiten in kennis werden gesteld van het onrechtmatig omhakken van kastanjebomen of de aanwezigheid van grazers buiten het seizoen, wat de oogst van de kastanjes in gevaar bracht. De traditie van deze teelt is tot vandaag gehandhaafd dankzij talrijke evenementen waaronder de Mostra Mercato (vakbeurs/markt) van de „Marroni del Monfenera” die in 1970 werd ingehuldigd.

Het belang van de „Marroni del Monfenera” voor de plaatselijke economie en hun reputatie blijkt uit talrijke initiatieven die elk jaar plaatsvinden. Bovendien heeft de gemeente Pederobba, waar de Mostra Mercato plaatsvindt, ter gelegenheid van het initiatief beloofd een reeks kaarten en een speciaal poststempel uit te brengen.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

De bevoegde instantie heeft de nationale procedure voor de indiening van bezwaarschriften ingeleid met de bekendmaking van het voorstel tot erkenning van de BOB „Marroni del Monfenera” in de Gazzetta Ufficiale della Repubblica Italiana nr. 276 van 26.11.2005.

De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd:

op de volgende internetsite:

www.politicheagricole.it/DocumentiPubblicazioni/Search_Documenti_Elenco.htm?txtTipoDocumento=Disciplinare%20in%20esame%20UE&txtDocArgomento=Prodotti%20di%20Qualit%E0>Prodotti%20Dop,%20Igp%20e%20Stg

ofwel:

door rechtstreeks de homepage van de site van het Italiaanse ministerie van Landbouw (www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op „Prodotti di Qualità” (aan de linkerkant van het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE (Reg CE 510/2006)”.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


18.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/13


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2009/C 89/06

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„INSALATA DI LUSIA”

EG-nummer: IT-PGI-0005-0433-22.11.2004

BOB ( ) BGA ( X )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Ministero delle politiche agricole e forestali

Adres:

Via XX Settembre n. 20 –

00187 Roma

ITALIA

Tel.:

+39 064819968

Fax:

+39 0642013126

E-mail:

qtc3@politicheagricole.it

2.   Groepering:

Naam:

Cooperativa Ortolani di Lusia s.c.r.l.

Adres:

Via Provvidenza, 1 –

45020 Lusia (RO)

ITALIA

Tel.:

+39 0425607069

Fax:

+39 0425667722

E-mail:

ortolani@gal.adigecolli.it

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.6

Groenten en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt van bijlage II – Sla

4.   Productdossier: (samenvatting van de bij artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam:

„Insalata di Lusia”

4.2.   Beschrijving:

De Beschermde Geografische Aanduiding „Insalata di Lusia” wordt exclusief voorbehouden aan de sla Lactuca Sativa, en meer bepaald de twee variëteiten Cappuccia en Gentile.

Stengel: kort, maximaal 6 cm, en heel vlezig waarop de bladeren zich ontwikkelen.

Smaak: fris en krokant;

Plant: het product dat in de serre gekweekt wordt is wat kleiner en heeft een iets meer openstaand hart in vergelijking met het product dat geteeld wordt in volle grond.

Essentiële kenmerken:

lichte krop;

zacht omdat er geen vezels zijn, en stevig zelfs 10 tot 12 uur na het oogsten, geen verhoutingsfenomenen;

krokant door de jonge, verse en turgescente bladeren;

waarneembare smaak waardoor geen natriumchloride moet gebruikt worden bij de opmaak.

4.3.   Geografisch gebied:

De productiezone ligt in de hieronder opgesomde gemeenten, in de gewesten Rovigo en Padova:

in het gewest Rovigo: Lusia, Badia Polesine, Lendinara, Costa di Rovigo, Fratta Polesine, Villanova del Ghebbo en Rovigo;

in het gewest Padova: Barbona, Vescovana en Sant’Urbano.

4.4.   Bewijs van de oorsprong:

Iedere fase van het productieproces wordt bewaakt door telkens input en output te registreren. Op die manier wordt, mede door het inschrijven van de kadastrale percelen waarop geteeld wordt en de volledige naam van de producenten en de verpakkingsbedrijven in speciale registers, die beheerd worden door de controlestructuur, en door het aangeven bij de controlestructuur van de geproduceerde hoeveelheden, de traceerbaarheid van het product gegarandeerd.

Alle natuurlijke personen en rechtspersonen die ingeschreven zijn in de respectieve registers worden onderworpen aan de controle door het controleorganisme, volgens de bepalingen van het productdossier en het betreffende controleplan.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

De sla moet geteeld worden op grond die minimaal 30 % zand en maximaal 20 % klei bevat. Er moet ook voldoende water voorradig zijn om te irrigeren. De „Insalata di Lusia” kan zowel in volle grond als onder glas of plastic worden geteeld.

Voor de voorbereiding moet de bodem ten minste één keer per jaar geploegd worden (of een gelijkwaardige bewerking), om zowel de teeltresten van de vorige teelt als de meststoffen die zijn gebruikt voor de bemesting van de bodem, op een diepte van 30 - 40 cm onder de grond te stoppen.

Als er wordt geteeld in kassen, moet rekening gehouden worden met de problemen die een dergelijke bewerking in een beperkte ruimte kan veroorzaken; als alternatieve oplossing kan de grond dan worden omgespit of gewied.

Bij opeenvolgende teeltcycli worden bewerkingen toegestaan om de bodemstructuur te herstellen en eventuele teeltresiduen onder de grond te stoppen door te ploegen, te spitten, te hakken of te wieden.

Na die werken en dus voor het uitplanten, wordt dan gefreesd of geëgd en wordt de grond vervolgens gerold om hem te verfijnen en te nivelleren en zo betere omstandigheden te creëren voor de wortelvorming van de planten.

Gezien de fysieke en agronomische kenmerken van de bodem van de afgebakende zone moet er zeker niet overgegaan worden tot wisselteelt.

Voor het uitplanten worden plantjes gebruikt met minstens 3 echte blaadjes en een kluit aarde. Het volgende plantverband wordt gebruikt: tussen de rijen 30 tot 40 cm. In de rij: 30 tot 35 cm.

Wat stikstof, fosfor en kalium betreft, wordt de hoeveelheid meststofeenheid die moet worden aangevoerd voor iedere teeltcyclus, berekend op grond van de bodemanalyses. Zij mag echter niet hoger liggen dan: stikstof 150, fosfor 100, kalium 200.

Voor de bemesting moet gebruik worden gemaakt van verteerde rundermest of andere organische mest.

Chemische meststoffen met stikstof moeten altijd in twee fasen worden gegeven. De mest die toegediend wordt vóór het uitplanten, mag niet meer dan 50 % van de te verstrooien hoeveelheid uitmaken, terwijl de laatste strooifase binnen 15 dagen na het uitplanten moet worden uitgevoerd.

Wat de irrigatiemethoden betreft wordt het gebruik van „slangen” (druppelirrigatie) toegestaan of beregening met lage capaciteit (kleine irrigatoren) om te vermijden dat de bodem verdicht.

De onkruidbestrijding gebeurt met behulp van agronomische technieken (bodembedekking, vals zaaibed, wieden, frezen) en/of chemische producten (herbiciden). De maximale productie per eenheid per productiecyclus, berekend per hectare, bedraagt 55 ton voor de cultivar Cappuccia en 50 ton voor de cultivar Gentile.

Na het oogsten volgt de nabehandeling. Daarbij wordt de krop gereinigd (de onderste bladeren worden verwijderd) en dan worden de slakroppen in de verpakkingen geplaatst waarin zij ook verkocht worden Deze twee handelingen worden uitgevoerd op het veld zelf om verdere manipulatie te vermijden want die zou leiden tot een achteruitgang van de kwaliteit van het product.

Daarna wordt het product vervoerd naar de boerderij van de producent waar de sla wordt gewassen zonder dat zij uit de verpakking wordt gehaald. Na het wassen wordt de verpakkingscyclus beëindigd door aan de bovenkant van de verpakking een doorzichtige folie aan te brengen.

Indien de individuele onderneming zou aangesloten zijn bij een productiecoöperatie, kunnen deze handelingen uitgevoerd worden in de zetel van de coöperatie zelf.

Het is belangrijk dat de sla ter plaatse wordt verpakt omdat het oogsten, het wassen en het verpakken snel na elkaar moeten gebeuren om te vermijden dat de fysieke en organoleptische eigenschappen van het product zouden teloorgaan. Als de „Insalata di Lusia” te veel wordt gemanipuleerd en te lang wordt vervoerd, zouden de turgescente en krokante kenmerken van de bladeren verloren gaan.

4.6.   Verband:

De „Insalata di Lusia” wordt door de consument gewaardeerd om haar lichte krop, haar goede houdbaarheid, de afwezigheid van vezels (de plant bestaat grotendeels uit water), haar krokante jonge, verse en turgescente bladeren en haar natuurlijke smaak

Die kwaliteiten hangen samen met de geografische zone en de bijzondere combinatie van enkele bodem- en klimaatfactoren van het productiegebied van de „Insalata di Lusia” zoals de aanwezigheid van vruchtbare losse grond die rijk is aan minerale zouten, de luchtvochtigheid en de voortdurende aanwezigheid van water in de kanalen.

De bijzondere smaak van de „Insalata di Lusia” is de waarneembare smaak die de toevoeging van zout overbodig maakt vanwege de vele minerale zouten die aanwezig zijn in de bodem. De grond van deze zone waarop de BGA betrekking heeft, bestaat uit een oppervlaktelaag van zand. Dat zand werd afgezet gedurende de talrijke overstromingen in de preromaanse periode en de vroege middeleeuwen doordat enkele zijarmen van de Tartaro buiten hun oevers traden. In de middeleeuwen en de moderne tijd zorgden de dijkbreuken van de Adige voor de aanvoer van zand. De laatste grote dijkbreuk van de Adige vond plaats op het einde van 1800 en de immense zandduinen die door die overstroming ontstonden, werden pas volledig opgeruimd in 1960. Dat zand raakte volledig verweven met de bestaande bodem dankzij een eeuw spontane vegetatie en is veel rijker aan stikstof en calcium. Daar wordt de „Insalata di Lusia” geplant.

De hoge, door de Adige gevoede grondwaterspiegel onder de bewerkte zone, die in dit gebied volledig in terrasbouw is aangelegd, en de irrigatiekanalen die altijd vol zijn, zorgen voor een constante bodemvochtigheid waardoor de irrigatie kan beperkt worden tot de fase onmiddellijk na het planten van de sla. Dat leidt tot minder afspoeling van het blad en dus een kleinere dispersie van de daarop aanwezige voedingsstoffen, waardoor er minder schimmelwerende behandelingen nodig zijn.

De grondwaterspiegel bevindt zich op een meter diepte en blijft constant dankzij een systeem van kunstmatige kanalen. Al die factoren samen zorgen ervoor dat er minder geïrrigeerd hoeft te worden en dat er zich dus minder rotvorming voordoet waardoor de „Insalata di Lusia” haar frisse smaak en haar typische krokante eigenschappen behoudt en zij zich onderscheidt van andere slasoorten die geproduceerd worden in andere zones.

Dankzij de gegarandeerde beschikbaarheid van water van de Adige, de hoogte van de grondwaterspiegel en de structuur van het terrein kan er ook gedurende de zomermaanden (juli – augustus) sla geteeld worden met optimale resultaten, waardoor deze sla 10 tot 11 maanden per jaar op de markt beschikbaar is.

Want door de losse tot middelzware grond met zijn grove structuur die typisch is voor de dijkzone van de rivier Adige en de goede doorlaatbaarheid ervan, die het wegsijpelen van het regenwater bevordert, kan de grond optimaal bewerkt worden ongeacht de klimatologische en meteorologische omstandigheden.

En dan is er ook nog de ervaring die werd opgedaan in een halve eeuw slateelt en de vakkennis van de producenten waardoor de productietechnieken konden verfijnd worden. Daardoor werden de synergieën geoptimaliseerd die zijn ontstaan dankzij een juist evenwicht tussen klimatologische en agronomische omstandigheden.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

CSQA Srl Certificazioni (particuliere instelling in overeenstemming met de norm EN 45011)

Adres:

Via S. Gaetano, 74 Thiene (VI)

ITALIA

Tel.:

+39 0445366094

Fax:

+39 0445382672

E-mail:

f.broggiato@csqa.it

4.8.   Etikettering:

Voor het op de markt brengen moet de sla met het label „I.G.P. INSALATA DI LUSIA” verpakt worden in containers in plastic, karton, hout, polystyreen of andere materialen die geschikt zijn voor voedingsmiddelen.

De inhoud van iedere verpakking moet homogeen zijn en enkel sla van dezelfde variëteit bevatten, met dezelfde afkomst, type, categorie en kaliber. Het zichtbare gedeelte van de verpakking moet representatief zijn voor het geheel.

Het bovendeel van de verpakking waarin het product zit, moet beschermd worden door een doorzichtige folie in een materiaal dat geschikt is voor voedingsmiddelen en mag enkel het logo van de BGA „INSALATA DI LUSIA” dragen zodat de zichtbaarheid en de natuurlijke transpiratie mogelijk blijven.

Op de verpakkingen moet het logo van de BGA zichtbaar zijn. De afmetingen ervan moeten minstens even groot zijn als de andere inscripties die eventueel nog op de verpakking staan.

Image

Dat logo wordt gevormd door de letters „i”(met erboven een ellipsvormig punt) en „L”. De binnenzijden van de letters zijn concaaf en vormen een ellipsvormig kader waarin de gestileerde middeleeuwse toren van Lusia getekend is. De buitenkanten en de bovenkanten van het logo worden afgebakend door een kader en aan de buitenkant van dat kader staat bovenaan in het midden de afkorting „I.G.P”. Onder het logo staat in het kader de tekst „INSALATA di LUSIA”.

Het op de verpakking aangebrachte logo „I.G.P. INSALATA DI LUSIA” mag niet opnieuw kunnen gebruikt worden.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.