ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 311

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

51e jaargang
5 december 2008


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Rekenkamer

2008/C 311/01

Verslag over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor visserijcontrole betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

1

2008/C 311/02

Verslag over de jaarrekening van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

7

2008/C 311/03

Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

13

2008/C 311/04

Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

20

2008/C 311/05

Verslag over de jaarrekening van het Europees Geneesmiddelenbureau betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

27

2008/C 311/06

Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

34

2008/C 311/07

Verslag over de jaarrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

42

2008/C 311/08

Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van het antwoord van het Agentschap

50

2008/C 311/09

Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

57

2008/C 311/10

Verslag over de jaarrekening van het Europees Milieuagentschap betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

64

2008/C 311/11

Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

71

2008/C 311/12

Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

79

2008/C 311/13

Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van het antwoord van het Agentschap

86

2008/C 311/14

Verslag over de jaarrekening van het Europees Spoorwegbureau betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

92

2008/C 311/15

Verslag over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit

100

2008/C 311/16

Verslag over de jaarrekening van de Europese GNSS-toezichtautoriteit betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit

107

2008/C 311/17

Verslag over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

116

2008/C 311/18

Verslag over de jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Centrum

122

2008/C 311/19

Verslag over de jaarrekening van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van het antwoord van het Centrum

130

2008/C 311/20

Verslag over de jaarrekening van de Europese Politieacademie betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van de Academie

136

2008/C 311/21

Verslag over de jaarrekening van Eurojust betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van Eurojust

142

2008/C 311/22

Verslag over de jaarrekening van de Europese Stichting voor Opleiding betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van de Stichting

149

2008/C 311/23

Verslag over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van de Stichting

156

2008/C 311/24

Verslag over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Centrum

164

2008/C 311/25

Verslag over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor plantenrassen betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van het antwoord van het Bureau

172

2008/C 311/26

Verslag over de jaarrekening van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

178

 

2008/C 311/27

Bericht aan de lezer (zie bladzijde 3 van de omslag)

s3

NL

 


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Rekenkamer

5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/1


VERSLAG

over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor visserijcontrole betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

(2008/C 311/01)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-10

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Bureau

INLEIDING

1.

Het Communautair Bureau voor visserijcontrole (hierna „het Bureau” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 768/2005 (1) van de Raad van 26 april 2005. De belangrijkste taak van het Bureau is het organiseren van de operationele coördinatie van de visserijcontroles en -inspecties van de lidstaten, om ervoor te zorgen dat de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid effectief en uniform worden toegepast. Het Bureau werd op 11 november 2007 financieel onafhankelijk.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Bureau opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 (2) aan het Europees Parlement en de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Bureau.

4.

De rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 36 van Verordening (EG) nr. 768/2005 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begroting 2007 van het Bureau beliep 5 miljoen euro. Omdat het Bureau pas in november 2007 financieel onafhankelijk werd, heeft de Commissie meer dan de helft van zijn begroting beheerd. Er is geen officieel overgangsverslag betreffende het door de Commissie beheerde deel van de begroting van het Bureau. Tabel 2 toont het deel van de door het Bureau beheerde begroting dat werd gefinancierd met subsidies van de Europese Commissie.

8.

Het Bureau had geen efficiënte procedures voor de jaarafsluiting vastgesteld om te kunnen bepalen welke kredieten moesten worden overgedragen. Kredieten ten belope van ten minste 125 000 euro werden overgedragen (5) zonder dat er juridische verbintenissen bestonden.

9.

De internecontroleprocedures die zijn voorgeschreven in artikel 38 van het Financieel Reglement om te zorgen voor doorzichtigheid en goed financieel beheer zijn nog niet alle gedocumenteerd. De raad van bestuur heeft formeel nog geen internecontrolenormen ingevoerd.

10.

De beschrijving van de boekhoudsystemen werd door de ordonnateur aan het eind van het jaar opgesteld, maar is nog niet door de rekenplichtige gevalideerd.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 17 juni 2008 opgesteld en zijn op 2 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  Titel I, 67 000 euro en Titel III, 58 000 euro.


 

Tabel 1

Communautair Bureau voor visserijcontrole (Brussel)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Bureau zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad

Organisatie

In 2007 ter beschikking van het Bureau gestelde middelen

In 2007 geleverde producten en diensten

Artikel 37 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid verplicht de lidstaten zorg te dragen voor een doeltreffende controle, inspectie en handhaving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid en daartoe met elkaar en met derde landen samen te werken.

Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Doelstellingen

Bij deze verordening wordt een Communautair Bureau voor visserijcontrole opgericht, dat tot doel heeft een operationele coördinatie van de visserijcontroles en -inspecties van de lidstaten te organiseren en de lidstaten bij te staan bij hun samenwerking, teneinde te voldoen aan de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid en ervoor te zorgen dat dit beleid effectief en uniform wordt toegepast.

Opdracht en taken

Opdracht

i)

De controle- en inspectieverplichtingen van de Gemeenschap coördineren;

ii)

de door de lidstaten gebundelde inzet van de nationale controle- en inspectiemiddelen coördineren;

iii)

de lidstaten bij de verslaglegging over de visserijactiviteiten en de controles en inspecties bijstaan;

iv)

de lidstaten bijstaan bij het vervullen van hun taken en verplichtingen uit hoofde van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

v)

de lidstaten en de Commissie bijstaan bij het harmoniseren van de toepassing van het gemeenschappelijk visserijbeleid in de hele Gemeenschap;

vi)

bijdragen tot de werkzaamheden van de lidstaten en de Commissie inzake het onderzoek naar en de ontwikkeling van controle- en inspectietechnieken.

vii)

bijdragen tot de coördinatie van de opleiding van inspecteurs en de uitwisseling van ervaringen tussen de lidstaten;

viii)

de operaties ter bestrijding van illegale, niet-gemelde en niet-gereglementeerde visserij overeenkomstig de communautaire voorschriften coördineren

1.   Raad van bestuur

De raad van bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat en zes vertegenwoordigers van de Commissie.

2.   Uitvoerend directeur

Benoemd door de raad van bestuur uit een lijst van ten minste twee kandidaten die door de Commissie zijn voorgedragen.

3.   Externe controle

Rekenkamer

4.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

5 miljoen euro

Ter beschikking van het CBVC bij zijn financiële onafhankelijkheid: 2,2 miljoen euro

Lijst van het aantal ambten 2007

38 posten

Totaal aantal werknemers per 31.12.2007

17 tijdelijke functionarissen (Werving vertraagd in het vooruitzicht van de verhuizing naar Vigo begin 2008)

Andere dienstverbanden:

8 arbeidscontractanten

In 2007 startte het CBVC zijn eerste beleidsactiviteiten op drie terreinen overeenkomstig het werkprogramma 2007 en bereidde het beleidsactiviteiten op twee andere terreinen voor.

1.   Noordzee en aangrenzende wateren

Op basis van de bestaande samenwerking tussen bepaalde lidstaten (acties „SHARK” en „SAINT PIERRE”) stelde het CBVC in 2007 samen met de lidstaten rondom de Noordzee een gemeenschappelijk opstellingsplan (JDP) op.

2.   Gereglementeerd gebied van de NAFO (Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan)

Gedurende 2007 zorgde het CBVC voor de coördinatie van de inspectie en de bewaking in het gereglementeerd gebied van de NAFO krachtens de instandhoudings- en handhavingsmaatregelen van de communautaire (NAFO-)inspecteurs in aanwezigheid van een CBVC-coördinator aan boord van het door de Commissie gecharterde EU-inspectieschip „Jean Charcot”.

3.   Baltische zee

Tussen mei en december 2007 waren er zes gezamenlijke inspectie- en bewakingscampagnes, gecoördineerd door het CBVC. Elk van die campagnes was opgezet zoals die in de Noordzee en werd gecoördineerd vanuit een der coördinatiecentra van de betrokken LS, waar een CBVC-coördinator aanwezig was.

4.   Blauwvintonijn

In 2007 begon het CBVC met de voorbereidingen voor de coördinatie van de controle-, inspectie- en bewakingsactiviteiten van de lidstaten.

5.   „IUU” (illegale, niet-gemelde en niet-gereglementeerde visserij)

In afwachting van de vaststelling van nieuwe wetgeving werden er enige voorbereidingen getroffen.

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.


Tabel 2

Communautair Bureau voor visserijcontrole (Brussel) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Door het Bureau beheerde kredieten

opgevoerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies

5 000

2 292

Titel I

Personeel

2 650

923

391

223

168

532

Titel II

Administratie

1 250

963

804

55

750

159

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

 

 

 

 

 

 

— VK

1 100

407

192

215

— BK

1 100

407

19

388

Totaal

5 000

2 292

Totaal VK

5 000

2 293

1 387

278

918

906

Totaal BK

5 000

2 293

297

918

1 079

VK

:

vastleggingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

BK

:

betalingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Communautair Bureau voor visserijcontrole (Brussel) — Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

 

2007

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

1 148

Andere ontvangsten

39

Totaal (a)

1 187

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

306

Uitgaven in verband met vaste activa

2

Overige administratieve uitgaven

563

Beleidsuitgaven

34

Totaal (b)

905

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (c = a – b)

282

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Communautair Bureau voor visserijcontrole (Brussel) — Balans per 31 december 2007

(1000 euro)

 

2007

Vaste activa

Immateriële vaste activa

0

Materiële vaste activa

37

Vlottende activa

Vorderingen op korte termijn

4

Kasmiddelen

2 002

Totaal activa

2 043

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

79

Crediteuren

1 682

Totaal passiva

1 761

Nettoactiva

282

Reserve

Geaccumuleerd overschot/tekort

0

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

282

Nettovermogen

282

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


ANTWOORDEN VAN HET BUREAU

8.

Het Bureau beschikt sinds januari 2008 over extra follow-upinstrumenten die de procedures aan het einde van het boekjaar zullen verbeteren en soortgelijke omstandigheden in de toekomst voorkomen.

9.

De raad van bestuur van het Bureau heeft in maart 2008 de normen voor de interne controle (16) vastgesteld. De organisatiestructuur en de systemen die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van deze normen zullen in 2008 worden ingevoerd.

10.

Door tijdgebrek (het Bureau is pas tegen het einde van het jaar financieel onafhankelijk geworden) konden de door de ordonnateur opgestelde financiële procedures nog niet door de rekenplichtige worden gevalideerd. Het Bureau werkt momenteel aan een plan voor de validatie. Het is de bedoeling dat dit in 2008 zal plaatsvinden.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/7


VERSLAG

over de jaarrekening van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

(2008/C 311/02)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-9

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Bureau

INLEIDING

1.

Het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (hierna: „het Bureau”), de opvolger met verruimde bevoegdheden van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (EWRV), werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 (1). Het Bureau heeft ten doel de betrokken instellingen en instanties van de Gemeenschap en haar lidstaten bij de toepassing van het Gemeenschapsrecht bijstand en expertise te verlenen op het gebied van de grondrechten om hen te helpen wanneer zij maatregelen nemen om de grondrechten ten volle te eerbiedigen.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Bureau opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Bureau.

4.

De rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

Voor 2007 beliep de definitieve begroting van het Bureau 14,2 miljoen euro, terwijl het EWRV het voorgaande jaar 9,3 miljoen euro was toegewezen. Voor vrijwel de gehele begroting werden verplichtingen aangegaan (13,9 miljoen euro), maar 7,5 miljoen euro werd overgedragen. Het hoge bedrag aan overdrachten was te wijten aan de uitbreiding van het mandaat van het Bureau in maart 2007. Deze uitbreiding vertraagde de vaststelling van het nieuwe werkprogramma van het Bureau en de benoeming van een nieuwe directeur en bijgevolg de uitvoering van de voor 2007 geplande activiteiten.

8.

Door de verlenging van zijn mandaat verlaagde het Bureau door begrotingswijzigingen en diverse overdrachten de begrotingsonderdelen personeelsuitgaven met 798 000 euro, waardoor annuleringen van ongebruikte begrotingskredieten voor personeelsuitgaven aan het eind van het jaar werden vermeden.

9.

Ten aanzien van de procedures voor het plaatsen van opdrachten verminderde in één geval de bekendgemaakte evaluatiemethode indirect het relatieve belang van het prijscriterium. Dit heeft mogelijk sommige potentiële inschrijvers afgeschrikt en strookte niet met het beginsel van goed financieel beheer.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 24 en 25 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 4 juni 2008 opgesteld en zijn op 11 juni 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).


 

Tabel 1

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (Wenen)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Bureau zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad

Organisatie

In 2007 ter beschikking van het Bureau gestelde middelen

(gegevens over 2006)

In 2007 geleverde producten en diensten

(gegevens over 2006)

Verzameling van gegevens

Voor de vervulling van de haar opgedragen taken kan de Commissie, binnen de grenzen en onder de voorwaarden door de Raad overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag vastgesteld, alle gegevens verzamelen en alle noodzakelijke verificaties verrichten.

(Artikel 284 van het Verdrag)

Doelstellingen

De betrokken instellingen, organen, instanties en agentschappen van de Gemeenschap en haar lidstaten bij de uitvoering van het Gemeenschapsrecht bijstand en expertise te verlenen op het gebied van de grondrechten om hen te helpen de grondrechten ten volle te eerbiedigen wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsgebieden maatregelen nemen of acties uitwerken.

Taken

Relevante, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie en gegevens verzamelen, analyseren en verspreiden, met inbegrip van de resultaten van onderzoek en toezicht die aan het Bureau worden meegedeeld door de lidstaten, de instellingen van de Unie, door de organen, instanties en agentschappen van de Gemeenschap en de Unie, en door onderzoekscentra, nationale instanties, niet-gouvernementele organisaties, derde landen en internationale organisaties, en in het bijzonder door de bevoegde instanties van de Raad van Europa;

methoden ontwikkelen ter verbetering van de vergelijkbaarheid, objectiviteit en betrouwbaarheid van de gegevens op Europees niveau;

wetenschappelijk onderzoek en studies uitvoeren en daaraan zijn medewerking verlenen of deze aanmoedigen, in voorkomend geval en indien dit verenigbaar is met zijn prioriteiten en zijn jaarlijkse werkprogramma, op verzoek van het Europees Parlement, de Raad of de Commissie;

ten behoeve van de instellingen van de Unie en de lidstaten bij de uitvoering van het Gemeenschapsrecht, op eigen initiatief of op verzoek van het Europees Parlement, de Raad of de Commissie conclusies en adviezen over specifieke onderwerpen publiceren;

een jaarverslag over grondrechtenvraagstukken publiceren die op het werkterrein van het Bureau liggen, alsmede thematische verslagen en een jaarverslag over de activiteiten van het Bureau;

een communicatiestrategie ontwikkelen en de dialoog met het maatschappelijk middenveld bevorderen om het bewustzijn bij het publiek van de grondrechten te vergroten.

1.   Raad van bestuur

Samenstelling

Eén door elke lidstaat aangewezen onafhankelijk persoon, één door de Raad van Europa aangewezen onafhankelijk persoon, en twee vertegenwoordigers van de Commissie.

Taken

Vaststellen van het werkprogramma en het algemeen jaarverslag;

vaststellen van de definitieve begroting en de lijst van het aantal ambten;

uitbrengen van een advies over de definitieve rekeningen.

2.   Dagelijks bestuur

Samenstelling

Voorzitter en vicevoorzitter van de raad van bestuur;

de door de Raad van Europa benoemde persoon in de raad van bestuur mag deelnemen aan de vergaderingen van het dagelijks bestuur;

één vertegenwoordiger van de Commissie;

twee andere leden van de raad van bestuur.

3.   Directeur

Aangesteld door de raad van bestuur op voorstel van de Commissie, met inachtneming van het advies van het Europees Parlement en de Raad.

4.   Externe controle

Rekenkamer

5.   Interne controle

Dienst interne audit van de Commissie

6.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

14,2 miljoen euro

(9,3 miljoen euro),

waarvan 98 % (100 %) communautaire subsidie

Personeelsbestand per 31 december 2007

46 (37) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 34 (35) bezet,

+11 (10) andere dienstverbanden (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen, uitzendkrachten)

Totaal aantal werknemers: 57 (47)

waarvan er

31 (28) uitvoerende,

21 (15) administratieve, en

5 (4) gemengde taken vervullen

RAXEN-Netwerk:

Aantal bijdragen van de 25 nationale knooppunten: 245 (375)

Aantal bijdragen in het kader van het Phare-project voor Kroatië/Turkije: 6

Aantal vergaderingen: 1 (2)

Onderzoeksverslagen:

Aantal verslagen: 4 (9)

Aantal vergaderingen: 6 (5)

Jaarverslagen: 2 (2)

Niet-onderzoeksmateriaal:

Diverse FRA-publicaties: 15 (9)

Samenwerking met de lidstaten en de overige instellingen:

Lidstaten: 7 (15)

Europese Commissie: 8 (29)

Europees Parlement: 6 (7)

Comité van de Regio's: 1 (2)

Europees Economisch en Sociaal Comité: 3 (1)

Raad van Europa: 4 (10)

OVSE: 5 (4)

Tussen agentschappen: 2 (4)

Verenigde Naties: 2 (1)

Overige vergaderingen en rondetafelconferenties: 23 (5)

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.


Tabel 2

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (Wenen) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit vorig(e) begrotingsjaar/jaren overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

Communautaire subsidies

14 000

14 000

Titel I

Personeel

4 085

4 012

3 903

109

73

50

37

13

Overige bestemmingsontvangsten

0

240

Titel II

Administratie

2 375

2 337

750

1 587

38

283

273

10

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

7 540

7 430

1 810

5 620

110

942

881

61

Phare 2005 (1)

0

90

Phare 2005 (1)

0

0

0

0

0

90

90

0

Phare 2006 (1)

191

191

Phare 2006 (1)

191

168

53

138

0

245

245

0

Totaal

14 191

14 521

Totaal

14 191

13 947

6 516

7 454

221

1 610

1 526

84

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (Wenen) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

14 074

8 609

Overige ontvangsten

207

8

Totaal (a)

14 281

8 617

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

3 532

3 051

Uitgaven in verband met vaste activa

168

52

Overige administratieve uitgaven

1 538

1 403

Beleidsuitgaven

3 450

3 556

Totaal (b)

8 688

8 061

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (c = a – b)

5 593

556

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (Wenen) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

109

84

Materiële vaste activa

333

388

Vlottende activa

Voorfinanciering op korte termijn

0

70

Vorderingen op korte termijn

291

453

Kasmiddelen

8 196

2 288

Totaal activa

8 929

3 282

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

48

48

Crediteuren

1 588

1 535

Totaal passiva

1 636

1 582

Nettoactiva

7 293

1 700

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

1 700

1 143

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

5 593

556

Nettovermogen

7 293

1 700

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


(1)  Bestemmingsontvangsten.

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


ANTWOORDEN VAN HET BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN

7.

Het Bureau heeft alle noodzakelijke maatregelen getroffen om deze vertragingen te compenseren om annuleringen van overgedragen kredieten te minimaliseren. De doelstelling, minder dan 10 % van de overdrachten annuleren, zal in 2008 nauwlettend in de gaten worden gehouden.

8.

De overdrachten en de gewijzigde begrotingen waren nodig vanwege de problemen in samenhang met de uitbreiding van het mandaat van het Bureau hetgeen de uitvoering van de oorspronkelijk geplande activiteiten niet bevorderde. In de toekomst zal het Bureau de planning van zijn activiteiten verder blijven verbeteren.

9.

De gebruikte methode was volledig in overeenstemming met het Financieel Reglement. Om de beste prijs-kwaliteitverhouding te waarborgen, zal het Bureau de evaluatiemethode invoeren die nu door de diensten van Commissie wordt voorgesteld.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/13


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

(2008/C 311/03)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-11

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (hierna „het Agentschap” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 (1). Het Agentschap heeft voornamelijk tot taak om, voortbouwend op nationale en communautaire inspanningen, de Gemeenschap in staat te stellen om netwerk- en informatiebeveiligingsproblemen beter te voorkomen en daaraan het hoofd te bieden.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 (3) afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 460/2004 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid van de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begroting 2007 van het Agentschap beliep 8,3 miljoen euro, tegen 7,0 miljoen euro het voorgaande jaar. De uitvoering van beleidsactiviteiten (Titel III) was geconcentreerd in het laatste kwartaal van 2007. Ongeveer 40 % van de verplichtingen en meer dan 50 % van de betalingen onder Titel III werden in november en december 2007 uitgevoerd als gevolg van de late vrijmaking van de middelen. Voor kleine agentschappen met beperkte middelen brengt het vrijmaken van middelen aan het eind van het jaar de uitvoering van beleidsactiviteiten in gevaar.

8.

De overgedragen kredieten kwamen in vier gevallen niet overeen met juridische verbintenissen (5). Bovendien moet er nauwkeurigere financiële informatie door de beleidsafdelingen worden voorbereid (6) om het risico van fouten in de rekeningen tot een minimum te beperken.

9.

De inventaris van de vaste activa werd beheerd met behulp van een spreadsheet, hetgeen niet de volledigheid van de gegevens garandeerde; ook werd er geen volledige fysieke inventarisatie verricht.

10.

In de procedures voor het plaatsen van opdrachten werden steeds terugkerende gebreken geconstateerd: de voorselecties van offertes waren niet met redenen omkleed, de evaluatiedocumenten waren niet ondertekend door het evaluatiecomité, en de dossiers waren ongestructureerd en onvolledig. In één geval kon er geen relevante informatie worden gevonden. Deze situatie was in strijd met het transparantiebeginsel.

11.

Krachtens artikel 27 van de oprichtingsverordening verstrijkt het mandaat van het Agentschap op 13 maart 2009. Gezien de financiële en organisatorische impact op de activiteiten van het Agentschap moet er een besluit worden genomen.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 77 van 13.3.2004, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 25 juni 2008 opgesteld en zijn op 4 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  Totale waarde van 121 500 euro.

(6)  Fouten ten bedrage van circa 105 000 euro bij te betalen posten werden tijdens de controle ontdekt en gecorrigeerd.


 

Tabel 1

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Heraklion)

Communautaire bevoegdheden

Bevoegdheden van het Agentschap

(Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad)

Organisatie

Ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

(gegevens over 2006)

In 2007 geleverde producten en diensten

De vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten hebben in onderlinge overeenstemming een verklaring aangenomen met betrekking tot de oprichting van een Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging. Het Agentschap moet als referentiepunt fungeren en vertrouwen genieten dankzij zijn onafhankelijkheid, de kwaliteit van de verstrekte adviezen en verspreide informatie, de transparantie van de procedures en werkmethoden, en de voortvarendheid bij de uitvoering van de aan dit agentschap toegewezen taken.

(Besluit van de Raad van 19 februari 2004 op basis van artikel 251 van het Verdrag)

Doelstellingen

De Gemeenschap, de lidstaten en het bedrijfsleven in staat stellen om netwerk- en informatiebeveiligingsproblemen beter te voorkomen, aan te pakken en het hoofd te bieden;

bijstand verlenen en advies geven aan de Commissie en de lidstaten in verband met vraagstukken inzake netwerk- en informatiebeveiliging die onder zijn bevoegdheden vallen;

een hoog niveau van deskundigheid ontwikkelen en deze aanwenden om een ruime samenwerking tussen de betrokkenen uit de publieke en particuliere sector te bevorderen;

de Commissie desgevraagd assisteren bij de ontwikkeling van de communautaire wetgeving op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging.

Taken

Het Agentschap

a)

Informatie verzamelen over bestaande en nieuwe risico's die een weerslag kunnen hebben op elektronischecommunicatienetwerken;

b)

advies en bijstand verlenen aan het Europees Parlement, de Commissie, Europese of bevoegde nationale instanties;

c)

de samenwerking tussen actoren op het betrokken terrein versterken;

d)

de samenwerking inzake gemeenschappelijke methodologieën bevorderen teneinde problemen op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging aan te pakken;

e)

bijdragen tot de bewustmaking van alle gebruikers over problemen op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging;

f)

de Commissie en de lidstaten assisteren bij hun contacten met het bedrijfsleven;

g)

de ontwikkeling van standaarden volgen;

h)

de Commissie adviseren inzake onderzoek op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging;

i)

activiteiten op het gebied van risicoanalyse en oplossingen voor preventie stimuleren;

j)

bijdragen aan de samenwerking met derde landen.

1.   Raad van bestuur

1.

Deze bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat, drie door de Commissie benoemde vertegenwoordigers, en drie vertegenwoordigers zonder stemrecht die ieder één van de volgende groepen vertegenwoordigen:

a)

de ICT-industrie;

b)

consumentenorganisaties en

c)

universitaire deskundigen.

2.

De leden van de raad kunnen zich laten vervangen door plaatsvervangers.

2.   Uitvoerend directeur

1.

Het Agentschap wordt geleid door de uitvoerend directeur, die onafhankelijk is in de uitvoering van zijn taken.

2.

De uitvoerend directeur wordt benoemd voor een ambtstermijn van maximaal vijf jaar.

3.   Externe controle

Rekenkamer

4.   Interne audit

Intern auditor van de Commissie

5.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

8,3 (6,9) miljoen euro (communautaire subsidie: 100 %)

Personeelsbestand per 31 december 2007

44 posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten, waarvan 42 bezet,

andere dienstverbanden: 11 arbeidscontractanten, 2 gedetacheerde nationale deskundigen, 2 stagiaires

Totaal aantal werknemers: 56

waarvan er 31 (35) uitvoerende, en

25 (26) administratieve en beleidstaken vervullen.

Het Agentschap bracht 22 verslagen uit over verscheidene onderwerpen betreffende netwerk- en informatiebeveiliging (NIB), waaronder:

initiatieven betreffende beveiligingsbewustzijn en meting van doeltreffendheid van beveiligingsbeleid;

certificerings- en accreditatiesystemen;

door dienstverleners uitgevoerde beveiligingsmaatregelen;

interne markt van eCommunicaties;

inventarisatie van risicobeheersmethoden;

methoden van ondernemingscontinuïteit;

bestuur;

opkomende risico's;

technologische ontwikkelingen;

toepassingen en technologieën;

goede praktijken,

lijst met contacten

authentificatieniveau's

samenwerking met CSIRT.

Het Agentschap organiseerde acht workshops over verscheidene NIB-onderwerpen, waaronder bewustzijnsverhoging, technologische ontwikkelingen, authentificatie, CSIRT.

Het Agentschap werkte zijn website bij.

Het Agentschap bracht per kwartaal een nieuwsbrief uit.

Het Agentschap verzorgde meer dan 40 presentaties in verscheidene NIB-evenementen en-conferenties.

Het Agentschap behandelde zeven verzoeken om advies en bijstand: vijf van lidstaten (twee van Oostenrijk, twee van Griekenland en één van Bulgarije) en twee verzoeken van de Commissie.

Het Agentschap ontwikkelde contacten met gespecialiseerde organen van de OESO en de internationale telecommunicatie-unie om mogelijke synergieën vast te stellen en verslag over hun activiteiten uit te brengen aan de bij het Agentschap betrokken partijen.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Heraklion) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit vorig(e) begrotingsjaar/jaren overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

opgevoerd

vastgelegd

betaald

geannuleerd

Communautaire subsidies

8 000

7 900

Titel I

Personeel

4 190

4 082

3 953

129

108

253

253

243

11

Andere ontvangsten

417

417 (1)

Titel II

Administratie

1 135

1 103

883

220

32

126

126

121

5

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

3 092

3 043

1 351

1 692

49

538

538

496

42

Totaal

8 417

8 317

Totaal

8 417

8 228

6 187

2 041

189

917

917

860

58

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Heraklion) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

7 988

5 476

Overige ontvangsten

203

12

Totaal (a)

8 191

5 488

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

3 573

3 100

Uitgaven in verband met vaste activa

126

103

Overige administratieve uitgaven

1 477

1 515

Beleidsuitgaven

2 199

1 236

Totaal (b)

7 375

5 954

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

816

– 466

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

3

2

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

–3

–2

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

813

– 468

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Heraklion) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

36

33

Materiële vaste activa

337

312

Vlottende activa

Vorderingen op korte termijn

101

56

Kasmiddelen

2 379

2 519

Totaal activa

2 853

2 920

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

155

66

Crediteuren

1 255

2 224

Totaal passiva

1 410

2 290

Nettoactiva

1 443

630

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

630

1 098

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

813

– 468

Nettovermogen

1 443

630

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


(1)  Het bedrag omvat het hergebruik van 234 528 euro.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP

7.

Externe factoren als de late vrijgave van middelen hebben inderdaad voor een deel de uitvoering van beleidsactiviteiten beïnvloed. Ondertussen heeft het Agentschap de uitvoering van de begroting 2008 scherp gepland en volgt het deze op de voet.

8.

Met betrekking tot enkele gevallen met een aanzienlijk aantal variabelen werden de overgedragen kredieten met enige marge berekend. Het Agentschap is zich bewust van het hieraan verbonden risico en wil ervoor zorgen dat bij kredietoverdrachten de grootst mogelijke nauwkeurigheid wordt betracht.

9.

De vaste activa worden in de boekhoudsoftware van het Agentschap beheerd. Gezien het beperkte aantal posten wordt de administratieve inventaris bijgehouden in spreadsheets. Het Agentschap is voornemens in 2009 ABAC-Assets te gebruiken.

10.

Het Agentschap erkent enkele tekortkomingen in drie aanbestedingsdossiers. Het treft maatregelen om deze administratieve manco’s op te heffen, zoals het aantrekken van een op het gebied van het plaatsen van opdrachten ervaren medewerker.

11.

De Europese Commissie heeft voorgesteld het mandaat van het Agentschap te verlengen en wetgevers hebben ingestemd met een verlenging van drie jaar.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/20


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

(2008/C 311/04)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-10

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna: „het Agentschap” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2002 (1). De taken van het Agentschap omvatten het instandhouden van een hoog veiligheidsniveau in de burgerluchtvaart, het zorgen voor de verdere ontwikkeling hiervan, het vaststellen van certificeringsspecificaties en het certificeren van luchtvaartproducten.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1592/2002 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begroting 2007 van het Agentschap beliep 72,0 miljoen euro, tegen 66,0 miljoen euro het voorgaande jaar. De begroting van het Agentschap wordt gefinancierd met vergoedingen en rechten die worden geheven op certificeringen en goedkeuringen, afgegeven of gewijzigd door het Agentschap, en met een bijdrage van de Commissie.

8.

De lijst van het aantal ambten telde in 2007 467 tijdelijke posten, een toename met 139 ten opzichte van 2006. Aangezien de kredieten voor personeelsuitgaven de feitelijke personeelskosten niet dekten, wierf het Agentschap minder personeel en kwam het met de Commissie overeen, het aantal ambten terug te brengen tot hoogstens 342, waarvan er aan het eind van het jaar 333 waren vervuld. De lijst van het aantal ambten werd echter niet dienovereenkomstig gewijzigd. Het Agentschap dient zorgvuldig na te gaan of de uitgavenramingen die de begrotingsautoriteit ter goedkeuring worden voorgelegd, consistent zijn.

9.

Op grond van de nieuwe verordening inzake vergoedingen en rechten (5), die per 1 juni 2007 in werking is getreden, beschouwde het Agentschap 14,9 miljoen euro als bestemmingsontvangsten ter dekking van toekomstige certificeringskosten. Dit bedrag is echter te hoog geraamd, aangezien het ook vergoedingen omvat die werden geheven volgens de voorschriften van de eerdere verordening.

10.

In één aanbestedingsprocedure ontstond door het ontbreken van duidelijke, volledige informatie over de gunningscriteria en de weging van elk criterium enerzijds, en door de financiële-evaluatiemethode anderzijds, een ondoorzichtige situatie voor de inschrijvers. In drie andere gevallen (6) werd na een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling de niet-openbare procedure toegepast, hoewel de totale waarde van de uit te besteden diensten het drempelbedrag overschreed waarboven een openbare procedure verplicht was.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 24 en 25 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 30 juni 2008 opgesteld en zijn op 2 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  Verordening (EG) nr. 593/2007 van de Commissie van 31 mei 2007 (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 3).

(6)  Totale waarde ongeveer 2,5 miljoen euro over een periode van vier jaar.


 

Tabel 1

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (Keulen)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Agentschap zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad

Organisatie

In 2007 ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

(2006)

Producten en diensten

Gemeenschappelijk vervoerbeleid

De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten of, in hoeverre en volgens welke procedure, passende bepalingen voor de zeevaart en de luchtvaart zullen kunnen worden genomen.

(Artikel 80 van het Verdrag)

Doelstellingen

In stand houden van een hoog uniform veiligheidsniveau in de burgerluchtvaart in Europa en waarborgen van een voldoende mate van veiligheid van de burgerluchtvaart en verdere ontwikkeling hiervan.

Taken

Adviezen uitbrengen aan de Commissie;

vaststellen van certificeringsspecificaties, met inbegrip van luchtwaardigheidscodes en aanvaardbare methoden van goedkeuring, en enig richtsnoer betreffende de toepassing van het communautair beleid;

besluiten nemen over certificatie inzake luchtwaardigheid en milieubescherming;

uitvoeren van normalisatie-inspecties bij de verantwoordelijke autoriteiten van de lidstaten;

verrichten van het nodige onderzoek bij ondernemingen.

1.

De raad van bestuur, samengesteld uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat en één vertegenwoordiger van de Commissie, stelt een adviesorgaan van belanghebbende partijen in.

2.

De uitvoerend directeur heeft de leiding van het Agentschap en wordt benoemd door de raad van beheer op voorstel van de Commissie.

3.

De kamer van beroep doet uitspraak over beslissingen van het Agentschap inzake certificatie, tarieven en vergoedingen, alsmede controles bij ondernemingen.

4.

Externe controle

Rekenkamer

5.

Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

Totale begroting: 72,0 (66,8) miljoen euro

waarvan:

55,8 (33,2) miljoen euro aan inkomsten uit ontvangen honoraria en bijdragen (65 %)

26,5 (31,4) miljoen euro aan communautaire subsidie (31 %)

Bijdrage van de Bondsrepubliek Duitsland (ministerie van Vervoer) en de gemeente Keulen: 0,3 (1,2) miljoen euro.

Personeelsbestand per 31.12.2007:

467 (328) tijdelijke posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 333 (276) bezet,

+29 (33) gedetacheerde nationale deskundigen, contractueel en hulppersoneel

Totaal aantal werknemers:

362 (309) waarvan er

277 (227) uitvoerende,

57 (57) administratieve, en

28 (25) gemengde taken vervullen.

Adviezen:

5 adviezen over wijzigingen van de Verordeningen (EG) nr. 1592/2002, (EG) nr. 1702/2003 en (EG) nr. 2042/2003

Regelgevingsbesluiten:

17 certificeringswijzigingen: specificaties (15) en van aanvaardbare wijzen van naleving (Acceptable Means of Compliance) en van de toelichtingen (Guidance Material) (2)

Internationale samenwerking:

7 werkregelingen: met China (5), Nieuw-Zeeland (1) en Albanië (1);

wijzigingen van werkregelingen met de Commissie voor veilig luchtvaartverkeer (Interstate Aviation Committee, VS) en JCAB (Japan);

memorandum van overeenstemming met COCESNA/ACSA.

Certificeringsbesluiten per 31.12.2007

Typecertificaten: 29

Aanvullende typecertificaten: 879

Luchtwaardigheidsrichtlijnen: 380

Europese technische specificaties: 198

Aanvaardbare wijzen van naleving: 87

Grote wijzigingen: 1 193

Kleine wijzigingen: 2 655

Grote reparaties: 245

Kleine reparaties: 156

Vlieghandboek (Aircraft Flight Manual, AFM): 430

Goedkeuring van vluchtomstandigheden (vliegvergunning): 508

Goedkeuring van ontwerporganisaties: 429

Goedkeuring van onderhoudsorganisaties (bilateraal): 1 380

Goedkeuring van onderhoudsorganisaties (niet-EU): 224

Goedkeuring van organisaties voor onderhoudsopleiding: 24

Goedkeuring van bouworganisaties: 16

Normalisatie-inspecties (aantal landen per type) per 31.12.2007:

Op het gebied van onderhoud (MAST): 28

Op het gebied van productie (POAST): 12

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (Keulen) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

Eigen ontvangsten

42 800

40 967

Titel I

Personeel

33 624

33 086

32 152

934

538

286

243

43

Communautaire subsidies

26 530

26 530

Overige subsidies en ontvangsten

1 879

2 593

Titel II

Administratie

9 819

9 564

7 968

1 596

255

2 585

2 504

81

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

27 766

27 155

9 956

17 199

611

16 381

14 238

2 143

Bestemmingsontvangsten uit vergoedingen en rechten

p.m.

14 865

Bestemmingsontvangsten uit vergoedingen en rechten

p.m.

14 865

0

14 865

0

0

0

0

Overige bestemmingsontvangsten

836

326

Overige bestemmingsontvangsten

836

326

326

500

10

0

0

0

Totaal

72 045

85 281

Totaal

72 045

84 996

50 402

35 094

1 414

19 252

16 985

2 267

NB: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt.


Tabel 3

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (Keulen) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Vergoedingen en rechten

44 167

35 173

Communautaire subsidies

24 166

26 401

Overige subsidies

1 608

2 021

Andere ontvangsten

559

340

Totaal (a)

70 500

63 935

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

31 070

23 778

Uitgaven in verband met vaste activa

1 392

573

Overige administratieve uitgaven

10 008

6 436

Beleidsuitgaven

22 360

27 798

Totaal (b)

64 830

58 586

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

5 670

5 349

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

605

263

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

17

19

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

588

244

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

6 258

5 593

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (Keulen) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

274

268

Materiële vaste activa

1 542

1 719

Vlottende activa

Voorfinanciering op korte termijn

0

0

Voorraden

0

0

Vorderingen op korte termijn

21 820

13 881

Kasmiddelen

36 659

24 056

Totaal activa

60 295

39 924

Vlottende passiva

Voorziening voor risico's en lasten

797

639

Crediteuren

44 618

30 663

Totaal passiva

45 415

31 302

Nettoactiva

14 880

8 622

Reserves

Gecumuleerd overschot/tekort

8 622

3 029

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

6 258

5 593

Nettovermogen

14 880

8 622

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP

8.

Gedurende de eerste twee jaar van de tenuitvoerlegging van de verordening inzake vergoedingen en rechten kreeg het Agentschap niet genoeg inkomsten om alle geraamde kosten te dekken. Het Agentschap besloot derhalve zich voorzichtig op te stellen en in lager tempo nieuw personeel aan te werven. Dit vond zijn neerslag in het met de Commissie overeengekomen Personeelsbeleidplan 2008-2010.

9.

Het jaar 2007 vormde een overgangsfase waarin zowel de oude als de nieuwe verordening inzake vergoedingen en rechten werd toegepast. De berekening van de bestemmingsontvangsten uit vergoedingen en rechten is uitgevoerd overeenkomstig artikel 64, lid 5, van de basisverordening (Verordening (EG) nr. 216/2008), waarin wordt bepaald dat in 2007 ontvangen vergoedingen als bestemmingsontvangsten worden aangemerkt. In de basisverordening zijn namelijk geen bepalingen opgenomen waarin staat dat onder de oude verordening verkregen vergoedingen moeten worden uitgesloten. De gedetailleerde berekeningen werden het begrotingscomité van de raad van bestuur op 28 mei 2008 voorgelegd.

10.

Het Agentschap is zich ten volle bewust van de noodzaak zich strikt te houden aan de voorschriften voor openbare aanbestedingen van de Commissie. Het zal zich er met name voor inspannen dat potentiële inschrijvers ondubbelzinnige informatie krijgen over de gunningscriteria en de beoordeling daarvan.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/27


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Geneesmiddelenbureau betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

(2008/C 311/05)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-60

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-90

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Bureau

INLEIDING

1.

Het Europees Geneesmiddelenbureau (hierna: „het Bureau” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad van 22 juli 1993, die is vervangen door Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 (1). Het Bureau maakt deel uit van een netwerk en coördineert de wetenschappelijke middelen die het van de nationale autoriteiten ter beschikking krijgt om te zorgen voor de beoordeling van en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Bureau opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Bureau.

4.

De rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 68 van Verordening (EG) nr. 726/2004 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De definitieve begroting 2007 van het Bureau beliep 163,1 miljoen euro, tegen 138,7 miljoen euro het voorgaande jaar. Van de begrotingskredieten werd een bedrag van 32 miljoen euro overgedragen en werd 4 miljoen euro geannuleerd. Evenals in 2006 was het hoge bedrag aan overdrachten van administratieve uitgaven ad 18,9 miljoen euro hoofdzakelijk toe te schrijven aan het telematicaprogramma voor de regulering van geneesmiddelen. Het Bureau en de andere bij dit programma betrokken partijen dienen een betere planning en beter toezicht op de uitvoering van het programma te waarborgen. Deze situatie is in strijd met het jaarperiodiciteitsbeginsel. Het Bureau zou moeten overwegen, voor het telematicaprogramma te werken met het systeem van gesplitste kredieten, dat zich beter leent voor het begrotingsbeheer van dergelijke programma's.

8.

De controle van de aanbestedingsprocedures vertoonde gebreken: onvoldoende motivering van de gekozen procedures (5) en ongeschikte evaluatiemethoden voor de prijscriteria (6). In het geval van een gezamenlijke aanbestedingsprocedure met vijf andere agentschappen werd de omvang van de aan te besteden diensten niet naar behoren vastgesteld. Dit resulteerde in problemen bij het evalueren van de kosten van de inschrijvingen, en maakte herziening van de omvang en waarde van de aan te besteden diensten noodzakelijk. Het Bureau dient te streven naar kwaliteitsverbetering van zijn openbare-aanbestedingsprocedures teneinde de hierboven aan de orde gestelde vraagstukken aan te pakken.

9.

In haar verslag over 2006 (7) merkte de Rekenkamer op dat het Bureau geen volledige analyse had gemaakt van de kosten van de rapporteurs. De raad van beheer van het Bureau heeft een Groep kostprijsberekening opgericht die eind 2007 een verslag opstelde over algemeen aanvaarde internationale methoden voor kostprijsberekening en een voorstel voor een alternatieve optie voor vergoeding van de rapporteurs. De Rekenkamer is ingenomen met de stappen die het Bureau heeft genomen om de kwestie van de kostenevaluatie aan te pakken en roept op tot het boeken van verdere vooruitgang.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 214 van 24.8.1993, blz. 18 en PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1. Krachtens de laatste verordening is de oorspronkelijke naam, Europees Agentschap voor de geneesmiddelenbeoordeling, vervangen door Europees Geneesmiddelenbureau.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 15 juni 2008 opgesteld en zijn op 1 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  Twee gevallen.

(6)  Drie gevallen.

(7)  PB C 309 van 19.12.2007, blz. 34.


 

Tabel 1

Europees Geneesmiddelenbureau (Londen)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Bureau zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad

Organisatie

In 2007 (2006)

ter beschikking van het Bureau gestelde middelen

In 2007 (2006)

geleverde producten en diensten

Bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd.

Het optreden van de Gemeenschap, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid. (…)

(Artikel 152 van het Verdrag)

Doelstellingen

Coördinatie van de wetenschappelijke middelen die door de bevoegde instanties van de lidstaten voor het geven van vergunningen voor, en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik te zijner beschikking zijn gesteld;

de lidstaten en instellingen van de Europese Unie van wetenschappelijk advies dienen over geneesmiddelen voor menselijk of diergeneeskundig gebruik.

Taken

Coördinatie van de wetenschappelijke beoordeling van de geneesmiddelen die aan de communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen zijn onderworpen;

coördinatie van het toezicht op geneesmiddelen waarvoor binnen de Gemeenschap een vergunning is verleend (geneesmiddelen-bewaking);

het uitbrengen van advies over de maximumgehalten aan residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die in levensmiddelen van dierlijke oorsprong kunnen worden aanvaard;

coördinatie van de controle op de inachtneming van de normen inzake goede fabricage-, laboratorium- en klinische praktijken;

het voeren van de administratie met betrekking tot verleende vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen.

1.

Het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik, bestaande uit één lid en één plaatsvervanger per lidstaat, brengt advies uit over alle kwesties in verband met de beoordeling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik.

2.

Het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, bestaande uit één lid en één plaatsvervanger per lidstaat, brengt advies uit over alle kwesties in verband met de beoordeling van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik.

3.

Het Comité voor weesgeneesmiddelen, bestaande uit één lid en één plaatsvervanger per lidstaat, brengt advies uit over alle kwesties in verband met de beoordeling van weesgeneesmiddelen.

4.

Het Comité voor kruidengeneesmiddelen, bestaande uit één lid en één plaatsvervanger per lidstaat, brengt advies uit over alle kwesties in verband met de beoordeling van kruidengeneesmiddelen.

5.

Het Comité pediatrie bestaande uit vijf leden en hun plaatsvervangers van het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik, één lid en één plaatsvervanger per lidstaat, zes leden en plaatsvervangers ter vertegenwoordiging van gezondheidswerkers en patiëntenverenigingen, verantwoordelijk voor de wetenschappelijke beoordeling en goedkeuring van plannen voor pediatrisch onderzoek en voor het systeem van vrijstellingen en opschortingen in verband met die plannen.

6.

De Raad van bestuur bestaande uit één lid en één plaatsvervanger per lidstaat, twee vertegenwoordigers van de Commissie, twee door het Europees Parlement aangewezen vertegenwoordigers, twee vertegenwoordigers van de patiëntenverenigingen, één vertegenwoordiger van de artsenverenigingen en één vertegenwoordiger van de dierenartsenverenigingen. De raad stelt het werkprogramma en het jaarverslag vast.

7.

De directeur wordt op voorstel van de Commissie door de raad van bestuurr benoemd.

8.

Externe controle

Rekenkamer

9.

Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting 2007

163,1 miljoen euro (138,7 miljoen euro)

Communautaire bijdrage (exclusief subsidie voor weesgeneesmiddelen): 24,3 % (21,6 %)

Personeelsbestand per 31 december 2007

441 (424) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten

waarvan 422 (395) bezet

95 (77) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen en uitzendkrachten)

Totaal aantal werknemers:

518 (472)

waarvan er

444 (406) uitvoerende

en 74 (66) administratieve taken vervullen

Geneesmiddelen voor menselijk gebruik

Aanvragen van vergunning voor het in de handel brengen: 91 (79);

Gunstige adviezen: 58 (51);

Gemiddelde beoordelingstermijn: 171 dagen (171 dagen);

Adviezen na vergunning: 1 899 (1 380);

Geneesmiddelenbewaking: 150 188 (94 081) verslagen;

Periodieke verslagen betreffende de veiligheid: 313 (273);

Wetenschappelijke adviezen: 215 (193);

Procedures voor wederzijdse erkenning: 10 932 (9 241);

Aanvragen van plannen voor pediatrisch onderzoek: 85 (0) met betrekking tot 202 (0) indicaties.

Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik

Nieuwe aanvragen: 14 (5);

Aanvragen voor varianten: 100 (56);

Inspecties: 185 (128).

Weesgeneesmiddelen

Aanvragen: 125 (104);

Gunstige adviezen: 97 (81).

Kmo

Aanvragen van kmo-status: 212 (145);

Aanvragen van verlaging van vergoeding of uitstel: 81.

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europees Geneesmiddelenbureau (Londen) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit vorig(e) begrotingsjaar/jaren overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

opgevoerd

betaald

geannuleerd

Eigen ontvangsten

113 659

116 799

Titel I

Personeel

51 132

49 871

49 107

764

1 261

767

661

106

Communautaire subsidies

40 548

40 548

Overige subsidies

6 706

5 475

Titel II

Administratie

47 198

44 758

25 863

18 895

2 440

15 061

14 360

701

Andere ontvangsten

2 200

2 467

Titel III

Beleidsactiviteiten

64 783

64 497

52 118

12 379

286

13 585

13 257

328

Totaal

163 113

165 289

Totaal

163 113

159 126

127 088

32 038

3 987

29 413

28 278

1 135

NB: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europees Geneesmiddelenbureau (Londen) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Vergoedingen en overige ontvangsten

120 305

119 039

Communautaire subsidies

41 144

31 503

Totaal (a)

161 449

150 542

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

50 165

45 150

Overige administratieve uitgaven

33 513

26 607

Beleidsuitgaven

67 402

63 437

Totaal (b)

151 080

135 194

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

10 369

15 348

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

–1 188

1 433

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (f = e)

–1 188

1 433

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (g = c + f)

9 181

16 781

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt.


Tabel 4

Europees Geneesmiddelenbureau (Londen) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

17 973

14 889

Materiële vaste activa

12 673

6 695

Vlottende activa

Vorderingen op korte termijn

32 036

26 045

Kasmiddelen

34 318

37 508

Totaal activa

97 000

85 138

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

2 909

2 699

Crediteuren

41 021

38 550

Totaal passiva

43 930

41 249

Nettoactiva

53 070

43 889

Reserves

Gecumuleerd overschot/tekort

43 889

27 109

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

9 181

16 781

Nettovermogen

53 070

43 889

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt.


ANTWOORDEN VAN HET BUREAU

7.

Het Bureau neemt kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer. Het verwijst hierbij naar de specifieke moeilijkheden om het jaarperiodiciteitsbeginsel volledig in acht te nemen waar het gaat om de uitvoering van telematicaprogramma’s die meerdere jaren en vele landen bestrijken, en tevens om strikt te voldoen aan de vereisten van goed financieel beheer. Het Bureau zegt toe er alles aan te doen om het aantal overdrachten terug te brengen en het voorstel om met het systeem van gesplitste kredieten te werken, in overweging te nemen.

8.

Het Bureau heeft een procedure voor objectieve evaluatie van de prijs als gunningscriterium vastgesteld, die vanaf 17 maart 2008 van kracht is.

In het geval van de gezamenlijke aanbestedingsprocedure met vijf andere agentschappen moest de oorspronkelijke raming opnieuw worden geëvalueerd wegens de technologische vooruitgang in de periode tussen het moment dat de te verlenen diensten werden gedefinieerd en de daadwerkelijke start van de aanbestedingsprocedure. Het Bureau zegt toe er alles aan te doen om de kwaliteit van zijn openbare-aanbestedingsprocedures te verbeteren.

9.

Het Bureau neemt er nota van dat de Rekenkamer ingenomen is met de geboekte vooruitgang. De raad van bestuur heeft op zijn bijeenkomst van 12 juni 2008 zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel tot tenuitvoerlegging van een proeffase, teneinde tegen eind 2009, na afloop van de proeffase, een nieuw systeem van vergoeding voor de (co)rapporteurs in te voeren.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/34


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

(2008/C 311/06)

INHOUD

1-20

INLEIDING

3-60

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-12

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 40

Antwoorden van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten (hierna „het Agentschap” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 (1). De voornaamste taak van het Agentschap is de activiteiten van de lidstaten op het gebied van beheer van de buitengrenzen te coördineren (ondersteuning van operationele samenwerking, technische en operationele bijstand, risicoanalyse).

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 (2) aan het Europees Parlement en de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 (3) afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2007/2004 opgesteld door haar uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.Zonder afbreuk aan het bovenstaande te doen, wijst de Rekenkamer niettemin op de opmerking in paragraaf 8.

OPMERKINGEN

7.

De Frontex-begroting 2007 beliep 42,1 miljoen euro, tegen 19,2 miljoen euro het voorgaande jaar. Deze grote toename was het gevolg van het feit dat de begrotingsautoriteiten in augustus 2007 19,9 miljoen euro toevoegden aan de oorspronkelijke begroting van 22,2 miljoen euro. De voornaamste uitgaven voor beleidsactiviteiten gingen naar de coördinatie van gezamenlijke acties aan de grenzen te land, ter zee en in de lucht, naar risicobeoordeling en opleiding. De begroting van het Agentschap wordt hoofdzakelijk gefinancierd met subsidies van de Commissie. Van de vastleggingskredieten voor 2007 werd 38,4 miljoen euro gebruikt: 13,3 miljoen euro werd uitbetaald en 22,4 miljoen euro werd overgedragen. De niet-automatische overdrachten beliepen 0,3 miljoen euro. Ongebruikte kredieten ten belope van 6,4 miljoen euro werden geannuleerd. Uit het voorgaande jaar werd 11,8 miljoen euro overgedragen en hiervan werd 4,7 miljoen euro geannuleerd. In totaal werd bijna 70 % van de voor 2007 beschikbare kredieten niet besteed. Dit hoge niveau van overdrachten en annuleringen wijst op belangrijke tekortkomingen in de programmering en monitoring van de activiteiten van het Agentschap.

8.

Vastleggingen ter hoogte van 18,4 miljoen euro betreffende subsidieovereenkomsten voor beleidsactiviteiten (titel III) werden overgedragen naar 2008. Een aanzienlijk deel van deze vastleggingen was het resultaat van buitensporige kostenramingen (5). Bijgevolg is het aan de Commissie terug te betalen begrotingsoverschot zoals vermeld op de balans waarschijnlijk te laag aangegeven. De financiële impact kan echter niet met voldoende nauwkeurigheid worden gekwantificeerd tot de betrokken subsidieovereenkomsten zijn gesloten.

9.

Andere oorzaken van de toename van de overdrachten waren dat de partnerlanden hun definitieve verzoeken om terugbetaling vaak veel te laat indienden en dat het Agentschap problemen had om de betalingstermijnen in acht te nemen.

10.

Het hoge bedrag aan door het Agentschap aangehouden kasmiddelen blijft ongebruikt op buitengewoon laag rentende bankrekeningen staan (6), omdat er geen beleid inzake kasbeheer is vastgesteld.

11.

Een analyse van het Register van uitzonderingen (7) wijst duidelijk op steeds terugkerende problemen in het vastleggingssysteem van het Agentschap. Begrotingsvastleggingen vonden pas plaats nadat er juridische verbintenissen waren aangegaan (25 gevallen voor een totaalbedrag van 1,5 miljoen euro) en subsidieovereenkomsten met de partnerlanden werden gesloten voor acties die reeds gestart of zelfs afgesloten waren (33 uitzonderingen voor een totaalbedrag van 8,6 miljoen euro).

12.

De regels die als uitvoeringsvoorschriften bij het Statuut worden toegepast inzake het minimumaantal jaren ervaring dat voor een bepaalde functie vereist is, verschillen van die welke zijn overeengekomen tussen de agentschappen en de Europese Commissie (8). Dit is in strijd met het beginsel van gelijke behandeling.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 24 en 25 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 13 juni 2008 opgesteld en zijn op 27 juni 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  Voor de elf in 2007 gesloten subsidieovereenkomsten raamt de Rekenkamer de overschatting van de kosten gemiddeld op 30 %. De naar 2008 overgedragen vastleggingen zouden dus met een bedrag van ongeveer 5,5 miljoen euro kunnen zijn overschat.

(6)  De middelen blijven niet alleen ongebruikt maar ook goeddeels improductief, daar ze worden geplaatst op een rekening die slechts 0,7 % rente oplevert.

(7)  Het Agentschap heeft de lijst met uitzonderingen ingevoerd op 1 april 2007. De eerste boeking vond plaats op 30 mei 2007. Per 31 december 2007 bevat de lijst 64 uitzonderingen in verband met de beleidsactiviteiten.

(8)  Overeenkomstig artikel 110 van het Statuut. Zo vraagt het Agentschap voor een AD 10-ambt slechts acht jaar ervaring, terwijl bij alle andere agentschappen twaalf jaar de norm is.


 

Tabel 1

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten — Frontex (Warschau)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Agentschap zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad

Organisatie

In 2007 (2006)

ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

In 2007 geleverde producten en diensten

Het communautair beleid op dit gebied is gericht op het ontwikkelen van gemeenschappelijke normen en procedures die de lidstaten bij de uitvoering van personencontroles aan de buitengrenzen in acht moeten nemen; voorts zullen er maatregelen worden genomen om samenwerking tussen de overheidsdiensten van de lidstaten die bevoegd zijn op de door deze titel bestreken gebieden, en tussen de lidstaten en de Commissie, te waarborgen.

(Artikelen 62, lid 2, onder a), en 66 van het Verdrag)

Doelstellingen

Frontex werd opgericht met het oogmerk, het geïntegreerde beheer van de buitengrenzen van de lidstaten van de EU te verbeteren.

Frontex zal:

a)

de toepassing van bestaande en toekomstige communautaire maatregelen in verband met het beheer van de buitengrenzen vergemakkelijken en deze effectiever maken;

b)

de acties van de lidstaten ter uitvoering van deze maatregelen coördineren, en aldus bijdragen tot een doelmatig, hoog en uniform niveau van de controle van personen en de bewaking van de buitengrenzen van de lidstaten;

c)

de Commissie en de lidstaten voorzien van de nodige technische ondersteuning en kennis op het gebied van het beheer van de buitengrenzen en de solidariteit tussen de lidstaten bevorderen.

Hoofdtaken

1)

De operationele samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van het beheer van de buitengrenzen coördineren;

2)

de lidstaten helpen bij het opleiden van nationale grenswachten en gemeenschappelijke opleidingsnormen vaststellen;

3)

risicoanalyses uitvoeren;

4)

de ontwikkelingen volgen op het gebied van onderzoek met betrekking tot controle en bewaking van de buitengrenzen;

5)

de lidstaten bijstaan in omstandigheden die extra technische en operationele bijstand vergen;

6)

de lidstaten de nodige ondersteuning bieden bij de organisatie van gezamenlijke terugkeeroperaties.

1.   Raad van bestuur

Samengesteld uit:

één vertegenwoordiger per lidstaat;

twee vertegenwoordigers van de Commissie;

één vertegenwoordiger per met Schengen geassocieerd land (Noorwegen, IJsland) met beperkt stemrecht.

2.   Uitvoerend directeur

Aangesteld op voorstel van de Commissie door de raad van bestuur.

3.   Externe controle

Europese Rekenkamer

4.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting voor 2007

42,2 (19,2) miljoen euro

Communautaire bijdrage:

40,1 miljoen euro of 97,2 % (18,9 miljoen euro of 98,8 %)

Bijdrage van het VK en Ierland:

0,8 miljoen euro of 1,9 % (0,2 miljoen euro of 1,2 %)

Bijdrage van met Schengen geassocieerde landen:

0,9 miljoen euro of 2,1 %

Personeelsbestand per 31 december 2007

Aantal posten in de lijst van het aantal ambten: 49 (28)

Tijdelijke functionarissen: 48 (25)

Totaal aantal werknemers: 132 (72)

+84 (47) andere dienstverbanden (gedetacheerde nationale deskundigen, arbeidscontractanten, hulpfunctionarissen)

waarvan er

103 (43) uitvoerende, en

29 (29) administratieve taken vervullen

Risicoanalyse:

2 algemene/jaarlijkse beoordelingen verricht;

21 specifieke beoordelingen werden voltooid of moeten eind maart 2008 voltooid zijn;

40 analytische beoordelingen vooraf van gemeenschappelijke operaties van Frontex uitgevoerd;

2 uitgaven Law Enforcement en 3 publieke bulletins uitgebracht.

Het systeem voor regelmatige informatie-uitwisseling binnen het netwerk voor risicoanalyse van Frontex werd opgestart (incidentrapportagesysteem IRS, maandelijkse analytische verslagen en maandelijkse statistische verslagen).

Operationele samenwerking:

25 door Frontex gecoördineerde gezamenlijke operaties uitgevoerd; 7 proefprojecten gelanceerd.

Bijstand aan de lidstaten:

Frontex assisteerde de lidstaten op hun verzoek bij 10 van hun terugkeeroperaties en coördineerde en cofinancierde 9 terugkeeroperaties van lidstaten.

Bijstand bij terugkeeroperaties:

Frontex coördineerde en cofinancierde 9 terugkeeroperaties van lidstaten.

Opleiding:

Binnen het kader van 13 projecten werden 39 vergaderingen gehouden of gecofinancierd. In 38 opleidingssessies van verschillende tijdsduur werden 600 grenswachters van verschillend niveau opgeleid.

Onderzoek en ontwikkeling:

8 verslagen en bulletins gepubliceerd;

5 workshops over O&O georganiseerd;

9 projecten gestart waarvan sommige nog lopen;

18 vergaderingen, conferenties of seminars bijgewoond.

Samenwerking met partnerlanden buiten de EU:

De raad van bestuur machtigde Frontex te onderhandelen over werkovereenkomsten met 5 landen (voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Kaapverdië, Egypte, Moldavië, Georgië);

werkovereenkomst met Oekraïne ondertekend;

Rusland en Oekraïne betrokken bij 2 IBM-seminars;

Oekraïne betrokken bij 5 proefprojecten van Frontex.

Samenwerking met Europol en andere relevante organisaties:

Frontex droeg bij aan de beoordeling van de dreiging van georganiseerde misdaad („OCTA”) van Europol.

De bestaande praktische samenwerking met talrijke organisaties (IOM, UNHCR, OLAF, Eurojust) werd in stand gehouden en benut.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten (Warschau) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

definitief

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

Communautaire subsidies

40 980

40 991

Titel I

Personeel

9 387

7 767

6 332

1 435

1 620

1 065

417

648

Overige subsidies

1 170

820

Titel II

Administratie

5 267

4 018

1 765

2 593 (1)

909 (1)

931

726

205

Overige ontvangsten

p.m.

9

Titel III

Beleidsactiviteiten

27 496

26 599

5 214

18 399

3 884

9 778

5 942

3 836

Totaal

42 150

41 820

Totaal

42 150

38 384

13 312

22 426

6 413

11 774

7 085

4 689

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten (Warschau) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

30 439

15 129

Bijdrage landen

1 738

226

Diversen

127

26

Totaal (a)

32 304

15 381

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

4 090

860

Uitgaven in verband met vaste activa

78

7

Overige administratieve uitgaven

4 931

613

Beleidsuitgaven

20 887

4 349

Totaal (b)

29 986

5 829

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

2 318

9 552

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (d)

1

5

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (e = – d)

–1

–5

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (f = c + e)

2 317

9 547

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten (Warschau) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

103

0

Materiële vaste activa

588

31

Vlottende activa

Voorfinanciering op korte termijn

40

0

Vorderingen op korte termijn

1 457

75

Kasmiddelen

32 637

14 236

Totaal activa

34 825

14 342

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

75

84

Crediteuren

22 886

4 711

Totaal passiva

22 961

4 795

Nettoactiva

11 864

9 547

Reserve

Geaccumuleerd overschot/tekort

9 547

0

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

2 317

9 547

Nettovermogen

11 864

9 547

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


(1)  Inclusief niet-automatische overdrachten ten bedrage van 340 000 euro.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP

7.

De verhoging van de begroting met 19,9 miljoen euro is gebaseerd op twee wijzigingen:

1)

12,8 miljoen euro van de oorspronkelijke begroting werd door de begrotingsautoriteiten bevroren en pas in juni 2007 beschikbaar gesteld. Verplichtingen konden dus alleen in de tweede helft van 2007 worden aangegaan.

2)

7 miljoen euro werd door de Commissie beschikbaar gesteld in juni 2007, specifiek te gebruiken voor acties aan de zeegrenzen. Aangezien daarvoor schepen en vliegtuigen van de lidstaten beschikbaar moeten zijn en de operaties, vanwege hun complexiteit, belangrijke en tijdrovende coördinatie vergen, konden pas eind 2007 verplichtingen worden aangegaan.

Deze situatie had gevolgen voor de uitbetalingen in 2007 en leidde tot aanzienlijke overdrachten.

Het Agentschap onderstreept echter dat het toezicht op de uitgaven in 2007 aanzienlijk is verbeterd. Er zijn maandelijkse verslagen over de uitvoering van de begroting opgesteld en naar het management gestuurd.

8.

Het schatten van de kosten is complex en om dit probleem op te lossen zal een strikter begrotingsbeheer worden ingevoerd. Frontex is begonnen met het opzetten van een centraal register van beschikbare technische uitrusting (CRATE). Dit register bevat een lijst van het materieel van de lidstaten dat gebruikt kan worden tijdens gezamenlijke acties en is gekoppeld aan een gemeenschappelijke kostenberekeningsmethode (REM). Het REM-concept zal in 2008/2009 worden toegepast en beoordeeld en tot een efficiëntere toewijzing van de begrotingsmiddelen leiden. Bovendien is Frontex begonnen met de invoering van etappes in zijn langetermijnoperaties, teneinde het begrotingsbeheer te vergemakkelijken.

9.

Frontex en de lidstaten zijn in de kaderpartnerschapsovereenkomst overeengekomen dat de lidstaten verzoeken om terugbetaling binnen 45 dagen na afloop van de operatie moeten indienen. Gezien de problemen die de lidstaten hebben om alle facturen op tijd te verzamelen, is het echter niet zo dat het Agentschap betaling weigert indien een verzoek na genoemde termijn wordt ingediend. De directeur heeft de leden van het bestuur tijdens hun vergaderingen herhaaldelijk op dit probleem gewezen.

Sinds begin 2008 worden systematisch herinneringen aan de deelnemende lidstaten gezonden.

Vanaf halverwege 2008 zal Frontex alle lidstaten een maandelijks overzicht van alle betalingen sturen.

Daarnaast worden de eenheden/afdelingen van Frontex maandelijks geïnformeerd over nog uitstaande facturen.

10.

Het Agentschap zal proberen opnieuw met zijn bank te onderhandelen over de voorwaarden en bekijken of andere banken eventueel betere voorwaarden bieden.

11.

Aangezien de ontwikkelingen tot eind juni geen verbetering lieten zien in het absolute aantal uitzonderingen is een actieplan ontwikkeld. Dit actieplan heeft tot doel de situatie te verbeteren door de lidstaten bijvoorbeeld deadlines op te leggen voor het bij het Agentschap indienen van een begrotingsraming over hun medefinanciering, zodat een definitief bedrag voor vergoedingen kan worden opgesteld en handtekeningen achteraf kunnen worden voorkomen. Andere voorgenomen maatregelen omvatten het opstellen van een systeem voor het bijhouden van vastleggingen voor projectmanagers en eventueel het gebruik van een instrument met IT-ondersteuning.

12.

Het Agentschap heeft de beginselen toegepast in overeenstemming met artikel 31, lid 2 van het Statuut, dat stelt dat om in specifieke behoeften van de instellingen te voorzien bij de aanwerving van ambtenaren ook rekening kan worden gehouden met de heersende arbeidsmarktomstandigheden in de Gemeenschap.

Het Agentschap moet hooggekwalificeerde specialisten op diverse gebieden aantrekken, in het bijzonder op het vlak van wetshandhaving; daarvoor moet het een aantrekkelijke functie-indeling en salaris bieden voor de betreffende posities, rekening houdend met de negatieve gevolgen van de aanpassingscoëfficient voor salarissen in Polen.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/42


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

(2008/C 311/07)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-9

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Bureau

INLEIDING

1.

Het Europees Bureau voor wederopbouw (hierna „het Bureau” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 1628/96 van de Raad (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1756/2006 van de Raad van 28 november 2006 (2). Toen het Bureau in 2000 werd opgericht, had het als taak het beheer van de steunprogramma's van de Europese Unie in Kosovo. Nadien werd zijn mandaat uitgebreid tot Servië-Montenegro en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Het Bureau, dat zijn zetel heeft in Thessaloniki, beschikt over operationele centra in Belgrado, Podgorica, Pristina en Skopje. Het voert programma's uit om de instellingen en het goede beheer ervan een impuls te geven, de ontwikkeling van een markteconomie en van vitale infrastructuur te ondersteunen en de civiele samenleving te versterken. Volgens de planning verstrijkt zijn mandaat op 31 december 2008.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Bureau opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (3) aan het Europees Parlement en de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Bureau.

4.

De rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (4) werden overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2667/2000 van de Raad (5) opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (6), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begroting 2007 van het Bureau beliep 250,2 miljoen euro, tegen 268,8 miljoen euro het voorgaande jaar. Hoewel de uitvoeringsgraad van de begroting aan het eind van het jaar bevredigend was, waren er nog steeds niet-bestede begrotingskredieten voor beleidsactiviteiten (453 miljoen euro): 163 miljoen euro moest nog worden vastgelegd en 290 miljoen euro diende ter dekking van betalingen uit hoofde van bestaande verplichtingen. Gezien het meerjarige karakter van de activiteiten van het Bureau zal een deel van deze bedragen moeten worden besteed in de jaren na 2008, het laatste jaar waarin het Bureau bestaat.

8.

Het mandaat van het Bureau verstrijkt op 31 december 2008. Op 24 april 2008 stelde de Europese Commissie een besluit vast inzake de overdracht van de voorheen aan het Bureau gedelegeerde programma's en op 11 juni 2008 publiceerde zij een nota met instructies en richtlijnen voor de overdracht van programma-/contractdossiers. Die nota behandelt niet alle posten op de balans van het Bureau. Om de overdracht van alle programma's en posten te formaliseren, moeten het Bureau en de Commissie samen een Memorandum van Overeenstemming ondertekenen dat door de raad van bestuur van het Bureau wordt bekrachtigd. Dit zal de overdracht van alle posten vergemakkelijken en ervoor zorgen dat deze correct worden vermeld in de rekeningen van het Bureau.

9.

Het gecumuleerde overschot van 180 miljoen euro op de balans per 31 december 2007 bestond hoofdzakelijk uit de middelen die het Bureau van de Commissie ontving voor de prefinancieringsbetalingen die het krachtens contracten en subsidieovereenkomsten verrichtte. Deze zullen aan het eind van het mandaat van het Bureau eveneens moeten worden overgenomen en beheerd door de Europese Commissie.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 204 van 14.8.1996, blz. 1.

(2)  PB L 332 van 30.11.2006, blz. 18.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  Deze rekeningen werden op 10 juli 2008 opgesteld en zijn op 16 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(5)  PB L 306 van 7.12.2000, blz. 7.

(6)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).


 

Tabel 1

Europees Bureau voor wederopbouw (Thessaloniki)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Bureau zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 2667/2000 van de Raad van 5 december 2000

Organisatie

In 2007 ter beschikking van het Bureau gestelde middelen

(2006)

In 2007 geleverde producten en diensten

(…) de Gemeenschap [neemt] in het kader van haar bevoegdheden maatregelen voor economische, financiële en technische samenwerking met derde landen. Deze maatregelen vullen de maatregelen van de lidstaten aan en zijn coherent met het ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap.

(Artikel 181 A)

Doelstellingen

Verlenen van communautaire bijstand

i)

bij de wederopbouw en de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden;

ii)

ter bevordering van het goed bestuur en ter versterking van de instellingen en de rechtsstaat;

iii)

ter ondersteuning van de ontwikkeling van een markteconomie en het nastreven van investeringen in de vitale fysieke infrastructuur en van milieumaatregelen;

iv)

ter ondersteuning van de maatschappelijke ontwikkeling en ter versterking van de civiele samenleving.

Toepassingsgebied

Het Bureau beheert de belangrijkste steunprogramma's in Servië-Montenegro (Republiek Servië, Kosovo en de Republiek Montenegro) en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (VJRM). De bijstand kan ten goede komen aan staten, door de Verenigde Naties bestuurde entiteiten, federale regionale en lokale instanties, overheids- en semi-overheidsorganen, sociale partners, organisaties ter ondersteuning van het bedrijfsleven, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, vennootschappen, stichtingen en niet-gouvernementele organisaties.

Taken

De Commissie informeren over de basisbehoeften;

opzetten van programma's voor wederopbouw en de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden;

uitvoeren van alle activiteiten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de communautaire bijstand.

1.   Raad van bestuur

Bestaat uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat, twee vertegenwoordigers van de Commissie en één waarnemer van de Europese Investeringsbank.

2.   Directeur

Benoemd door de raad van bestuur op voorstel van de Commissie. Operationele centra met een hoge mate van beheersautonomie, opgericht in Belgrado, Pristina, Podgorica en Skopje.

3.   Externe controle

Rekenkamer

4.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

250,2 miljoen euro (268,8 miljoen euro)

Personeelsbestand per 31 december 2007

108 (108) posten voor tijdelijke functionarissen, opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 83 (90) bezet,

andere dienstverbanden

plaatselijke functionarissen: 165 (164) posten opgenomen, waarvan 154 (157) bezet

arbeidscontractanten: 29 (29) posten opgenomen, waarvan 27 (26) bezet.

Totaal aantal werknemers: 264 (273)

waarvan er

163 (171) uitvoerende, en

101 (102) administratieve taken vervullen

Per operationeel centrum (voornaamste ontwikkelingen)

KOSOVO:

a)

Sociaaleconomische ontwikkelingshulp aan minderheidsgemeenschappen;

b)

steun voor burgermaatschappij en media;

c)

steun voor de ministeries van Justitie, Binnenlandse zaken, Lokale besturen, Handel en industrie, Landbouw, Energie en voor grenscontroleorganen en gemeenten;

d)

capaciteitsopbouw van het Bureau voor Europese integratie en advies inzake EU-compatibiliteit en deelname aan SAP;

e)

vaststelling van wet voor het plaatsen van overheidsopdrachten en steun voor de ontwikkeling van een programma van overheidsinvesteringen;

f)

integratie van openbare nutsbedrijven;

g)

duurzaam bosbeheer en landgebruik;

h)

veefokkerij en ontwikkeling van controlesystemen inzake voedselveiligheid;

i)

steun voor de sectoren energie, milieu, beroepsopleiding en vervoer.

SERVIË:

a)

Wetsontwerpen ter hervorming van het openbaar bestuur;

b)

levering van materiaal en steun aan de politie en de grenswacht, steun voor jeugddetentiecentra;

c)

invoering van hoofdelijke betaling in de eerstelijnsgezondheidszorg van de staat;

d)

steun voor privatisering en voor opleiding in ondernemingen;

e)

steun voor het bevorderen van buitenlandse rechtstreekse investeringen;

f)

steun voor kwetsbare groepen waaronder vluchtelingen en ontheemden;

g)

renovatie en modernisering van regionaal verwarmingsnet.

MONTENEGRO:

a)

Steun voor de integratie van vluchtelingen en interne ontheemden en steun voor burgerschapsorganisaties;

b)

milieubeheer versterken;

c)

wegeninfrastructuur in kustgebieden verbeteren;

d)

steun voor hervorming van openbaar bestuur, politie en gevangeniswezen;

e)

ontvlechting en herstructurering van de elektriciteitsvoorziening, strategie voor efficiënt energieverbruik;

f)

managementervaring bieden aan ondernemingen;

g)

systeem voor identificatie en registratie van dieren en beheer van visbestanden.

VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË:

a)

Twinningsteun inzake witwaspraktijken, corruptie en georganiseerde misdaad, statistieken, luchtkwaliteit, financiële controle;

b)

invoering Nationaal systeem voor dieridentificatie voltooien;

c)

MKB-prestaties bevorderen en Human Resource Development Fund uitbouwen, een nationale transportstrategie uitwerken;

d)

steun voor burgerschapsorganisaties en gemeenten;

e)

steun voor het wegwerken van problematische industrieën, beheer van gemeentelijk afvalwater en afval met gezondheidsrisico's;

f)

steun voor het programmeren van het Instrument Pretoetredingssteun;

g)

steun voor de invoering van beroepsnormen in de gevangenisadministratie.

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europees Bureau voor wederopbouw (Thessaloniki) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Definitieve begrotingskredieten

Uit voorgaand begrotingsjaar overgedragen kredieten

Beschikbare kredieten (van het begrotingsjaar en van voorgaand jaar)

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidie

24 559

23 960

Titel I

Personeel

18 702

17 869

17 540

330

832

187

0

133

 

54

18 889

17 869

17 673

330

886

Andere ontvangsten

p.m.

4 743

Titel II

Administratie

5 857

4 768

4 299

469

1 089

507

0

471

 

36

6 364

4 768

4 770

469

1 125

Bestemmings-ontvangsten

225 642

222 461

Titel III

Beleids-activiteiten

13 727

3 031

120

13 607

0

678 806

276 086

236 172

439 217

3 417

692 533

279 117

236 292

452 824

3 417

Totaal

250 201

251 164

Totaal

38 286

25 668

21 959

14 406

1 921

679 500

276 086

236 776

439 217

3 507

717 786

301 754

258 735

453 623

5 428

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europees Bureau voor wederopbouw (Thessaloniki) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

255 537

273 192

Overige ontvangsten

1 243

239

Totaal (a)

256 780

273 432

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

16 724

16 164

Uitgaven in verband met vaste activa

412

581

Overige administratieve uitgaven

5 454

5 510

Beleidsuitgaven

225 568

247 509

Totaal (b)

248 158

269 764

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

8 622

3 668

Financiële uitgaven (d)

36

25

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (e = – d)

–36

–25

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (f = c + e)

8 586

3 643

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Europees Bureau voor wederopbouw (Thessaloniki) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

41

70

Materiële vaste activa

529

743

Vorderingen op lange termijn

3 618

10 175

Vlottende activa

Voorfinanciering op korte termijn

179 810

166 885

Vorderingen op korte termijn

30 329

24 562

Kasmiddelen

41 499

51 991

Totaal activa

255 826

254 425

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

1 189

1 986

Crediteuren

79 108

85 496

Totaal passiva

80 297

87 482

Nettoactiva

175 529

166 943

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

166 943

163 300

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

8 586

3 643

Nettovermogen

175 529

166 943

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


ANTWOORDEN VAN HET BUREAU

7.

Het Bureau kon eind 2007 nog steeds vastleggingen en betalingen doen voor de jaarprogramma’s van 2004, 2005 en 2006, omdat de CARDS-programma’s nu eenmaal meerdere jaren bestrijken. Voor vastleggingen is de CARDS-deadline 2009 en voor betalingen 2010. Deze drie operationele programma’s bedroegen 1,8 miljard euro. Met een nog vast te leggen bedrag van 163 miljoen euro (9 %) en een in totaal nog te betalen bedrag van 453 miljoen euro (25 %) drie jaar voor het verstrijken van de CARDS-deadline kan gezegd worden dat de tenuitvoerlegging in ver gevorderde staat is. De Rekenkamer heeft het Bureau met deze prestatie gecomplimenteerd in zijn Speciaal verslag nr. 5/2007 (PB C 285, 27.11.2007, blz.1).

8.

Het Bureau spant zich tot het uiterste in om de overdracht te doen slagen. Het stelt momenteel met verscheidene EU-instellingen ontwerpovereenkomsten op met het oog op de afhandeling van een aantal delen van zijn activa. Bovendien staat het Bureau in contact met de Commissie teneinde alle aspecten van de overdracht te formaliseren en zal het het eindresultaat ter goedkeuring voorleggen aan de raad van bestuur.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/50


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van het antwoord van het Agentschap

(2008/C 311/08)

INHOUD

1-20

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoord van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (hierna: „ het Agentschap” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 (1). Het Agentschap heeft op dit gebied tot taak het verzamelen en verspreiden van informatie over de nationale en communautaire prioriteiten, alsmede het ondersteunen van de nationale en communautaire autoriteiten bij de opstelling en uitvoering van beleid, en het geven van voorlichting over preventieve maatregelen.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 (2) aan het Europees Parlement en de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2062/94 opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1. De verordening werd laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1112/2005 van de Raad van 24 juni 2005 (PB L 184 van 15.7.2005, blz. 5).

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 24 juni 2008 opgesteld en zijn op 26 juni 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).


 

Tabel 1

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (Bilbao)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Agentschap zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1112/2005

Organisatie

In 2007 (2006)

ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

In 2007 geleverde producten en diensten

Sociale bepalingen

De Gemeenschap en de lidstaten stellen zich (…) ten doel (…) de gestage verbetering van de levensomstandigheden en de arbeidsvoorwaarden, zodat de onderlinge aanpassing daarvan op de weg van de vooruitgang wordt mogelijk gemaakt (…).

Ter verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 136 wordt het optreden van de lidstaten op de volgende gebieden door de Gemeenschap ondersteund en aangevuld: a) de verbetering van met name het arbeidsmilieu, om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te beschermen; b) de arbeidsvoorwaarden; (…).

(Uit de artikelen 136 en 137 van het Verdrag)

Doelstellingen

Het Agentschap heeft als doel de communautaire instanties, de lidstaten, de sociale partners en de belanghebbende kringen alle dienstige technische, wetenschappelijke en economische informatie op het gebied van de veiligheid en de gezondheid op het werk te verstrekken, teneinde het arbeidsmilieu te verbeteren ten aanzien van de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers, zoals in het Verdrag en in de achtereenvolgende communautaire strategieën en actieprogramma's inzake de veiligheid en de gezondheid op het werk is bepaald.

Taken

Verzamelen, analyseren en verspreiden van informatie over de nationale en communautaire prioriteiten alsmede over onderzoek;

bevorderen van samenwerking en uitwisseling van informatie, met inbegrip van informatie over opleidingsprogramma's;

verstrekken, aan de communautaire instanties en aan de lidstaten, van informatie voor het opstellen en uitvoeren van beleid, met name waar het gaat om de gevolgen voor kleine en middelgrote ondernemingen;

ter beschikking stellen van inlichtingen over preventie;

een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van strategieën en communautaire actieprogramma's;

een netwerk opzetten met nationale knooppunten en thematische centra.

1.   Raad van bestuur

Samenstelling

één vertegenwoordiger van de regering van elke lidstaat;

één vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties van elke lidstaat;

één vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties van elke lidstaat;

drie vertegenwoordigers van de Commissie.

Leden en plaatsvervangende leden uit de eerste drie categorieën worden benoemd uit de leden en plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats.

Taak

Stelt het jaarlijkse werkprogramma, de begroting en het algemene jaarverslag van het Agentschap vast.

2.   Bureau

Samenstelling

voorzitter en drie vicevoorzitters van de raad van bestuur;

coördinators van elk van de drie groepen belanghebbenden;

één bijkomend lid van elk van de groepen en de Commissie.

Taak

Toezicht houden op voorbereiding en follow-up van de besluiten van de raad van bestuur.

3.   Directeur

Benoemd door de raad van bestuur op voorstel van de Commissie.

4.   Comités

Verplichte raadpleging van de Commissie en het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats betreffende het werkprogramma en de begroting.

5.   Externe controle

Rekenkamer

6.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

14,9 (14,1) miljoen euro

waarvan:

93,8 % (93,5 %) communautaire subsidie uit hoofde van DG Werkgelegenheid

2,9 % (4,5 %) communautaire subsidie uit hoofde van DG Uitbreiding

diverse ontvangsten: 3,3 % (2 %)

Personeelsbestand per 31 december 2007

42 (40) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 38 (33) bezet,

4 (7) vacant,

25 (26) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen en plaatselijke functionarissen)

Totaal aantal werknemers: 63 (59)

waarvan

47 (42) met uitvoerende,

9 (9) met administratieve, en

7 (8) met gemengde taken

Verbindingen leggen — netwerkvorming:

Afronding en follow-up van tweede externe evaluatie van de prestaties van het Agentschap.

Opbouwen van institutionele capaciteit in de toetredende en kandidaat-lidstaten (programma's Phare en Cards).

Voorlichting:

Europese top Safe Start! — slotmanifestatie van de campagne Europese week 2006 over jonge werknemers.

Campagne „Vertil je niet!” — Europese campagne inzake arbeidsgerelateerde spier- en skeletaandoeningen — EU 27+.

Initiatief ter bevordering van de gezondheid op het werk — op het midden- en kleinbedrijf gerichte campagne in de EU-12, Turkije en Kroatië (eindronde).

Meertalige webgebaseerde en drukwerk leverende voorlichtingsdiensten inzake veiligheid en gezondheid op het werk.

Monitoring en evaluatie: evaluatieverslag van campagne „Weg met de herrie!” van 2005; onlineonderzoek onder websitegebruikers; benchmarking van websites.

Ontwikkeling van kennis:

Voorlichtingsmateriaal voor nationale campagne en Europese week-campagne 2007 (over spier- en skeletaandoeningen, SSA's) en 2008 (risicobeoordeling).

Voorlichtingsmateriaal over projecten betreffende veiligheid en gezondheid op het werk & economische prestaties, de horecasector, in het onderwijs integreren van veiligheid en gezondheid op het werk, en schoonmaakpersoneel.

Algemene verbeteringen van de kwaliteit en toegankelijkheid van informatie over goede praktijken op de website van het Agentschap en in de onlinethesaurus.

Europees risico-observatorium: gegevensverzameling over horeca, veroudering onder werknemers en vervoer. Verslagen over opkomende biologische risico's, opkomende psychosociale risico's, en beroepsgerelateerde blootstelling van de huid en arbeidsgerelateerde huidziekten. Literatuurbespreking inzake de veiligheid en gezondheid op het werk van migrerende werknemers. Start van fase I van het Europees Onderzoek onder bedrijven naar nieuwe en opkomende risico's (ESENER). Derde workshop over het bevorderen van coördinatie van onderzoek binnen de EU.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (Bilbao) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotings-jaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

definitief

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

Communautaire subsidies

14 000

13 000

Titel I

Personeel

4 797

4 292

3 996

160

641

125

79

47

Andere ontvangsten

430

443

Titel II

Administratie

1 623

1 443

1 087

352

184

381

369

11

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

8 010

7 880

4 972

2 908

130

1 963

1 670

293

Bestemmingsontvangsten

498

430

Bestemmings-ontvangsten

498

391

147

282

68

194

194

0

Totaal

14 928

13 873

Totaal

14 928

14 006

10 202

3 702

1 023

2 663

2 312

351

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (Bilbao) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidie

12 682

11 730

Overige subsidies

343

238

Overige ontvangsten

480

1 580

Totaal (a)

13 505

13 548

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

3 661

3 640

Uitgaven in verband met vaste activa

137

139

Overige administratieve uitgaven

1 991

1 825

Overige beleidsuitgaven

7 222

8 028

Totaal (b)

13 011

13 632

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

494

–84

Financiële uitgaven (d)

–3

–3

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (e = d)

–3

–6

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (f = c + e)

491

–90

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt.


Tabel 4

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (Bilbao) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

44

71

Materiële vaste activa

261

247

Vorderingen op lange termijn

4

4

Vlottende activa

Voorfinanciering op korte termijn

330

435

Vorderingen op korte termijn

38

27

Kasmiddelen

4 268

2 990

Totaal activa

4 945

3 774

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

70

63

Crediteuren

2 654

1 981

Totaal passiva

2 724

2 044

Nettoactiva

2 221

1 730

Reserves

Gecumuleerd overschot/tekort

1 730

1 820

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

491

–90

Nettovermogen

2 221

1 730

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt.


ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP

1.

Het Agentschap neemt akte van het verslag van de Rekenkamer.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/57


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

(2008/C 311/09)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-9

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (hierna „het Agentschap” genoemd) is opgericht bij Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 (1). De taken van het Agentschap omvatten het waarborgen van een hoog niveau van veiligheid op zee en van voorkoming van verontreiniging door schepen, de verlening van technische bijstand aan de Commissie en de lidstaten, alsmede de controle op de uitvoering van de communautaire wetgeving en de beoordeling van de doeltreffendheid hiervan.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1406/2002 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begroting 2007 van het Agentschap beliep 48,2 miljoen euro, tegen 44,7 miljoen euro het voorgaande jaar. De beleidsuitgaven betreffen hoofdzakelijk maatregelen ter bestrijding van milieuvervuiling. De begroting van het Agentschap wordt voornamelijk gefinancierd met subsidies van de Europese Commissie. De procedures voor de vaststelling van de begroting waren niet voldoende rigoureus. Dit resulteerde in een groot aantal begrotingsoverschrijvingen (5), een onjuiste begrotingsinrichting (6) en onregelmatige wijziging van de financieringsbron voor kredieten ter bestrijding van milieuvervuiling (7).

8.

Er werden juridische verbintenissen aangegaan nog voordat de desbetreffende begrotingsvastleggingen waren gedaan (8).

9.

Voor de gecontroleerde wervingsprocedures werden de selectiecriteria en drempelscores die moeten worden behaald om tot de volgende ronde van vergelijkende onderzoeken te worden toegelaten, niet vastgesteld voordat het evaluatieproces van start ging. Het personeelscomité werd nooit door het tot aanstelling bevoegd gezag uitgenodigd om deel te nemen aan de wervingsprocedures. Door deze situatie waren transparante, niet-discriminerende procedures niet gewaarborgd.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 24 en 25 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 11 juni 2008 opgesteld en zijn op 2 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  Meer dan 32 kredietoverschrijvingen in 2007.

(6)  Voor gesplitste kredieten zou in de begroting een overzicht opgenomen moeten worden van de tijdschema's voor de in latere begrotingsjaren te verrichten betalingen uit hoofde van vastleggingen van voorafgaande begrotingsjaren (artikel 31, lid 2, onder c), van het financieel reglement van het Agentschap).

(7)  Van medio juni tot december werd een bedrag van 25 miljoen euro voor maatregelen ter bestrijding van milieuvervuiling, dat van de begrotingsautoriteit mocht worden aangemerkt als gewone kredieten (C1), ten onrechte overgeheveld naar bestemmingsontvangsten (R0).

(8)  Drie gevallen met een totale waarde van 208 000 euro.


 

Tabel 1

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (Lissabon)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Agentschap zoals omschreven in Verordening (EG) nr.1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad, gewijzigd bij Verordeningen en (EG) nr. 724/2004

Organisatie

(In 2006 )

ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

In 2007

geleverde producten en diensten

Gemeenschappelijk vervoerbeleid

De Raad kan met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten of, in hoeverre en volgens welke procedure, passende bepalingen voor de zeevaart en de luchtvaart zullen kunnen worden genomen.

(Artikel 80 van het Verdrag)

Doelstellingen

Waarborgen van een hoog, uniform en efficiënt niveau van veiligheid op zee en van voorkoming van verontreiniging door schepen;

verstrekken van technische en wetenschappelijke bijstand aan de Commissie en de lidstaten;

controle op de uitvoering van de communautaire wetgeving en beoordeling van de doeltreffendheid van de ingevoerde maatregelen;

zorgen voor operationele middelen ter bestrijding van de verontreiniging van de Europese wateren.

Taken

Bijstaan van de Commissie bij de voorbereiding en uitvoering van communautaire wetgeving;

toezicht houden op de algehele werking van de communautaire havenstaatcontrole, hetgeen ook bezoeken aan de lidstaten kan omvatten;

verlenen van technische bijstand aan de Commissie bij havenstaatcontrole van schepen;

samenwerken met de lidstaten om technische oplossingen te ontwikkelen en technische bijstand verlenen met betrekking tot de implementatie van communautaire wetgeving;

de samenwerking bevorderen tussen de kuststaten in de betrokken scheepvaartgebieden;

ontwikkelen en gebruik maken van de nodige informatiesystemen;

de samenwerking bevorderen tussen lidstaten en de Commissie bij het ontwikkelen van een gemeenschappelijke methodologie voor het onderzoeken van maritieme ongevallen;

de Commissie en de lidstaten voorzien van betrouwbare informatie over de maritieme veiligheid en verontreiniging door schepen;

de Commissie en de lidstaten helpen bij de identificatie en vervolging van schepen die zich schuldig maken aan illegale lozingen;

controleren van door de EU erkende classificatiebureaus en hierover rapporteren aan de Commissie;

de Commissie helpen bij de gegevensinvoer en de uitvoering van de taken met betrekking tot de richtlijn inzake uitrusting van zeeschepen;

de Commissie gegevens verstrekken met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de richtlijn betreffende ontvangstvoorzieningen voor scheepsafval in Europese havens.

1.   Raad van bestuur

Samenstelling

Eén vertegenwoordiger van iedere lidstaat, vier vertegenwoordigers van de Commissie, vier niet-stemgerechtigde vertegenwoordigers van de betrokken beroepsectoren.

Taken

Vaststellen van de begroting en het werkprogramma;

onderzoeken van de verzoeken om bijstand van de lidstaten.

2.   Uitvoerend directeur

Benoemd door de raad van bestuur op voorstel van de Commissie.

3.   Externe controle

Rekenkamer

4.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

Titel I: 15 320 297 euro (13 400 000 euro)

Titel II: 3 179 703 euro (2 905 000 euro)

Titel III: 29 749 058 euro (28 433 440 euro)

Totaal: 48 249 058 euro (44 738 440 euro)

Tijdelijk en vast personeel 153 (132)

Overige dienstverbanden

Hulpfunctionarissen en arbeidscontractanten: 13 (9)

Gedetacheerde nationale deskundigen: 13 (11)

(niet-uitputtende lijsten; nadere gegevens zijn te vinden in de JAV's)

Voorbereiding van een ontwerp-methodologie met betrekking tot een nieuw programma voor bezoeken aan lidstaten;

voorbereiding van de technische specificaties van het nieuwe THETIS-project;

ontwerp van de interface tussen STIRES/SSN en CleanSeaNet;

voorziening in extra capaciteit voor olieopruiming op de Atlantische Oceaan, de Egeïsche Zee, de Westelijke Middellandse Zee en de Straat van Gibraltar;

oprichting van de dienst CleanSeaNet;

aanvang van activiteiten van de maritieme ondersteunende diensten.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (Lissabon) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting van het begrotingsjaar

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

opgevoerd

betaald

geannuleerd

Communautaire subsidies

48 249

37 387

Titel I

Personeel (NGK)

15 320

11 999

11 805

194

3 321

664

245

419

Titel II

Administratie (NGK)

3 180

3 149

1 881

1 267

31

606

523

83

Andere ontvangsten

 

157

Titel III

Beleidsactiviteiten (GK)

 

 

 

 

 

 

 

 

— VK

29 749

28 132

0

141

1 617

0

0

0

— BK

29 749

0

19 295

141

10 454

0

0

0

Totaal

48 249

37 544

Totaal VK

48 249

43 280

0

1 603

4 969

1 270

768

502

Totaal BK

48 249

0

32 982

1 603

13 806

 

 

 

NGK

:

niet-gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten zijn gelijk aan de betalingskredieten).

GK

:

gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten kunnen afwijken van de betalingskredieten).

VK

:

vastleggingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

BK

:

betalingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

Overgedragen kredieten voor het begrotingsjaar die verband houden met titel III bestaan uitsluitend uit opnieuw te gebruiken ontvangsten (101 000 euro) en bestemmingsontvangsten (Phare –40 403 euro).

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (Lissabon) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

33 801

24 716

Overige subsidies

1 111

678

Totaal (a)

34 912

25 394

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

10 791

9 616

Uitgaven in verband met vaste activa

356

236

Overige administratieve uitgaven

3 252

3 548

Beleidsuitgaven

14 842

14 151

Totaal (b)

29 242

27 551

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (c = a – b)

5 669

–2 157

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (Lissabon) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

257

55

Materiële vaste activa

555

523

Vlottende activa

Voorfinanciering op korte termijn

10 003

4 849

Vorderingen op korte termijn

254

270

Kasmiddelen

15 166

11 633

Totaal activa

26 234

17 330

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

232

191

Crediteuren

15 305

12 111

Totaal vlottende passiva

15 537

12 301

Nettoactiva

10 697

5 028

Reserves

Gecumuleerd overschot/tekort

5 028

7 185

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

5 669

–2 157

Nettovermogen

10 697

5 028

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP

7.

Het Agentschap verheugt zich over deze opmerking van de Rekenkamer. Het Agentschap zet zijn inspanningen om zijn planning en controle te verbeteren voort. Er wordt speciale aandacht geschonken aan de raming en planning van betalingen. De begrotingsoverdrachten die in 2007 noodzakelijk waren vallen binnen de drempelwaarde van 10 % die door het Financieel Reglement worden toegestaan. Na voorstellen van de Commissie besloot de raad van bestuur op 20 maart 2007 middelen ter bestrijding van milieuvervuiling aan te merken als bestemmingsontvangsten en besloot op 21 november 2007 deze middelen niet langer als zodanig te bestemmen.

8.

De maatregelen om vastleggingen achteraf te voorkomen zijn verder versterkt. Financiële controlelijsten zijn opgesteld om houvast te bieden.

9.

Na de opmerkingen van de Rekenkamer zijn maatregelen getroffen om te waarborgen dat selectiecriteria en drempelscores in een eerder stadium van de selectieprocedure worden vastgesteld. In het licht van de verwachte goedkeuring van de nieuwe uitvoeringsbepalingen betreffende de werving van tijdelijke functionarissen, zal het Agentschap rekening houden met de nadere opmerkingen van de Rekenkamer over de tijdens de werving te volgen procedures.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/64


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Milieuagentschap betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

(2008/C 311/10)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-10

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Europees Milieuagentschap (hierna „het Agentschap” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad van 7 mei 1990 (1). Het agentschap heeft tot taak een observatienetwerk op te zetten dat de Commissie, de lidstaten en het publiek in het algemeen betrouwbare informatie over de toestand van het milieu verschaft. Deze informatie moet de Unie en de lidstaten met name in staat stellen, maatregelen ter bescherming van het milieu te nemen en de doeltreffendheid hiervan te beoordelen.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 1210/90 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De controle van twee wervingsprocedures wees op tekortkomingen: kandidaten die niet aan de selectiecriteria voldeden, werden toch in aanmerking genomen voor verdere evaluatie, en er waren geen criteria gedocumenteerd om de beste kandidaten te selecteren en uit te nodigen voor een gesprek. Hierdoor was niet zeker dat de procedures transparant en niet-discriminerend waren.

8.

Met betrekking tot aanbestedingsprocedures werden in drie gevallen de volgende onregelmatigheden geconstateerd: diensten werden direct gegund zonder dat de voorschriften van het Financieel Reglement werden nageleefd (5), een specifiek contract voor diensten werd gegund in strijd met de bepalingen van de kaderovereenkomst (6). Deze gebreken deden vragen rijzen betreffende de transparantie van de procedures.

9.

Na een oproep tot het doen van voorstellen ondertekende het Agentschap subsidie-overeenkomsten met consortia van instellingen (de zogeheten „European Topic Centres”) om op jaarbasis taken in verband met specifieke milieukwesties te verrichten (7). De tussentijdse en saldobetalingen van het Agentschap aan die centra zijn gebaseerd op declaraties van werkelijke kosten. De grootste uitgavenpost vormen de personeelskosten. De verificaties van het Agentschap bleven beperkt tot een onderzoek van de door de centra geleverde documentatie en er zijn geen passende procedures ingevoerd om zekerheid te krijgen over de subsidiabiliteit van de gedeclareerde bedragen.

10.

Deze subsidie-overeenkomsten met de centra voorzien ook in een forfaitair percentage van 20 % aan directe uitgaven voor hun indirecte kosten (overheads), hoewel de uitvoeringsvoorschriften bij het algemeen Financieel Reglement dit percentage tot 7 % beperken. Volgens de regels kan dit maximum alleen worden overschreden na een met redenen omkleed besluit; een dergelijk besluit heeft het Agentschap niet genomen. Bij toepassing van het tarief van 7 % zou het in 2007 betaalde bedrag 0,3 miljoen euro lager geweest zijn.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 120 van 11.5.1990.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 22 mei 2008 opgesteld en zijn op 30 juni 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  Twee gevallen met een totale waarde van ongeveer 26 000 euro.

(6)  Een geval met een waarde van ongeveer 215 000 euro.

(7)  Er zijn vijf „European Topic Centres” en de daarvoor bestemde vastleggingskredieten in 2007 beliepen in totaal 6 miljoen euro.


 

Tabel 1

Europees Milieuagentschap (Kopenhagen)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Agentschap zoals omschreven in Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad

Organisatie

In 2007

(2006) ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

In 2007 geleverde voornaamste producten en diensten

Milieubeleid

De Gemeenschap streeft in haar milieubeleid naar een hoog niveau van bescherming, rekening houdend met de uiteenlopende situaties in de verschillende regio's van de Gemeenschap. Haar beleid berust op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden, en het beginsel dat de vervuiler betaalt. (…) Bij het bepalen van haar beleid (…) houdt de Gemeenschap rekening met de beschikbare wetenschappelijke en technische gegevens (…).

(Artikel 174 van het Verdrag)

Doelstellingen

De vorming van een Europees milieuobservatie- en informatienetwerk om de Gemeenschap en de lidstaten objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie op Europees niveau te verschaffen op grond waarvan zij:

a)

de nodige maatregelen ter bescherming van het milieu kunnen nemen,

b)

de resultaten daarvan kunnen beoordelen, en

c)

het publiek degelijke informatie kunnen geven over de toestand van het milieu.

Taken

de Gemeenschap en de lidstaten voorzien van de objectieve informatie die noodzakelijk is voor het bepalen en uitvoeren van een oordeelkundig en doeltreffend milieubeleid;

verzamelen, en evalueren van gegevens betreffende de toestand van het milieu, opstellen van rapporten betreffende kwaliteit en belasting van het milieu op het grondgebied van de Gemeenschap;

bijdragen tot het vergelijkbaar maken van de milieugegevens op Europees niveau en, indien nodig, via passende wegen een betere harmonisatie van de meetmethoden bevorderen;

bevorderen van integratie van de Europese milieu-informatie in internationale programma's;

om de vijf jaar een rapport over de toestand van het milieu en de tendensen en vooruitzichten op milieugebied publiceren;

stimuleren van de ontwikkeling van de technieken voor milieuprognoses, van methoden voor de evaluatie van de kosten van schade aan het milieu, en van uitwisseling van informatie over de technologie die beschikbaar is om schade te voorkomen;

stimuleren van de ontwikkeling van methoden voor de evaluatie van de kosten van schade aan het milieu en van de kosten van een beleid gericht op preventie en bescherming en herstel van het milieu.

1.   Raad van bestuur

Samenstelling

Eén vertegenwoordiger van elke lidstaat

twee vertegenwoordigers van de Commissie

twee wetenschappers aangewezen door het Europees Parlement.

Taken

Aannemen van het werkprogramma en toezien op de uitvoering ervan.

2.   Uitvoerend directeur

Benoemd door de Raad van bestuur op voorstel van de Commissie.

3.   Adviesforum

Bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat; adviseert de uitvoerend directeur.

4.   Wetenschappelijk comité

Bestaat uit personen die gekwalificeerd zijn op milieugebied.

5.   Externe controle

Rekenkamer

6.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

35,1 (37,1) miljoen euro

waarvan:

82 % (75 %) communautaire subsidie

Personeelsbestand per 31 december 2007

116 (115)

posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 111 (110) bezet, +55 (47) andere dienstverbanden

(arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen)

Totaal aantal werknemers: 116 (115)

waarvan er

73 (72) uitvoerende,

42 (42) administratieve en

1 (1) gemengde taken vervullen

Presentatie van het verslag „Europe's environment: the fourth assessment” op de Paneuropese conferentie van milieuministers,

Publicatie van milieutechnologieatlas,

Lancering van WISE, waterinformatiesysteem voor Europa,

start van de film „Our Arctic Challenge”,

publicatie van verslagen over, onder meer, de kosten van de klimaatverandering, trends en verwachtingen inzake de emissie van broeikasgassen, luchtkwaliteit, luchtemissies, duurzame consumptie en productie, indicatoren voor de biodiversiteit, afvalbeheer,

vorming van nieuwe „Topic Centres” over water, landgebruik en ruimtelijke informatie en over lucht en klimaatwijziging,

deelname aan conferenties over „Het BBP voorbij” en belastinghervormingen.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europees Milieuagentschap (Kopenhagen) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit vorig(e) begrotingsjaar/jaren overgedragen kredieten

opgevoerd

vast-gelegd

betaald

over-gedragen

geannuleerd

beschik-baar

vast-gelegd

betaald

over-gedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies

28 950

28 950

Titel I

Personeel

18 050

18 022

17 814

169

67

308

308

187

0

121

Overige subsidies

4 857

5 007

Titel II

Administratie

2 820

2 806

2 466

338

15

283

283

265

0

18

Andere ontvangsten

1 327

3 822

Titel III

Beleidsactiviteiten

12 974

12 963

8 572

4 387

16

5 290

5 290

4 881

0

409

Andere bestemmingsontvangsten

p.m.

348

Bestemmingsontvangsten

1 290

935

303

987

0

4 965

3 958

1 838

2 678

449

Totaal

35 134

38 127

Totaal

35 134

34 726

29 155

5 881

98

10 846

9 839

7 171

2 678

997

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europees Milieuagentschap (Kopenhagen) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidie

28 950

27 650

Andere subsidies en ontvangsten

7 753

7 951

Totaal (a)

36 073

35 601

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

16 483

14 500

Uitgaven in verband met vaste activa

866

795

Overige administratieve uitgaven

4 940

4 843

Beleidsuitgaven

13 446

15 000

Totaal (b)

35 735

35 138

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

338

462

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

46

72

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

–7

–7

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

39

66

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

377

528

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Europees Milieuagentschap (Kopenhagen) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

330

330

Materiële vaste activa

1 555

1 866

Vorderingen op lange termijn

500

494

Vlottende activa

Voorfinanciering op korte termijn

217

1 151

Vorderingen op korte termijn

2 180

2 611

Kasmiddelen

7 799

6 097

Totaal activa

12 581

12 548

Vlottende passiva

Crediteuren

7 434

7 779

Totaal passiva

7 434

7 779

Nettoactiva

5 147

4 770

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

4 770

4 242

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

377

528

Nettovermogen

5 147

4 770

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP

7.

Teneinde meer kandidaten in het vergelijkend onderzoek te hebben, heeft het selectiecomité ervoor gekozen ook die kandidaten op te nemen die niet volledig aan de criteria in de aankondiging van de vacature beantwoordden. Het Agentschap zal in de toekomst in een vergelijkbare situatie de post opnieuw publiceren.

De voor het interview uitgenodigde kandidaten voldeden allen aan de selectiecriteria die in de aankondiging van het vergelijkend onderzoek waren opgenomen. Het Agentschap zal voortaan de selectie van de op de lijst opgenomen kandidaten beter documenteren.

8.

Rechtstreekse gunning van diensten: de verantwoordelijke medewerker heeft dit goedgekeurd omdat het Agentschap hierbij aanzienlijk baat zou hebben. We zijn van mening dat de unieke aard van de cursus voldoende is gedocumenteerd als toelichting voor de gekozen benadering. Het Agentschap zal soortgelijke gevallen in de toekomst volledig in de lijn van het Financieel Reglement beheren.

Gunning van een specifiek contract: het werd noodzakelijk de opslag- en servercapaciteit van het systeem verder te vergroten. Met het oog op een goed financieel beheer werd dit gedaan door de oorspronkelijke opdracht te verlengen. Voor de daaropvolgende upgrade van het opslag- en serversysteem van het EMA in 2008 werd de markt opnieuw geraadpleegd. Het Agentschap zal dit voortaan voor elke substantiële IT-aankoop doen.

9.

Het Agentschap heeft reeds conform het Financieel Reglement nieuwe procedures ingevoerd voor nieuwe thematische centra. Ingevolge de opmerkingen van de Rekenkamer behelzen deze procedures, naast andere uitvoerige controles die aan eindbetalingen vooraf gaan, tevens verificatiebezoeken aan de hoofdorganisaties van de thematische centra en aan sommige partners. In verband met de in 2007 toegekende subsidies zijn begin 2008 verificatiebezoeken gebracht aan drie hoofdorganisaties en aan één partner. De nieuwe procedures maken deel uit van de voortdurende inspanningen van het Agentschap om de adequaatheid en doelmatigheid van zijn bestaande controles te waarborgen en te verbeteren.

10.

Er werd vóór goedkeuring uitvoerig aandacht besteed aan de overheadkosten en het Agentschap heeft deze expliciet bestudeerd bij de voorbereiding van de voorwaarden. Het Agentschap meent dat 20 % een redelijk percentage voor overhead is. Niettemin wordt erkend dat er geen „met redenen omkleed besluit” voorlag; de raad van bestuur zal zulks voor toekomstige oproepen invoeren.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/71


VERSLAG

over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

(2008/C 311/11)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-10

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur (hierna „het Agentschap” genoemd) werd opgericht bij Besluit 2005/56/EG van de Commissie van 14 januari 2005 (1). Het Agentschap werd opgericht voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2015 (2). Het beheert door de Commissie vastgestelde programma's op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, met inbegrip van de gedetailleerde uitvoering van projecten met een technisch karakter.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 14 van Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 (3) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (4) werden overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 58/2003 opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (5), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De definitieve begroting 2007 van het Agentschap beliep 36,0 miljoen euro, tegen 27,7 miljoen euro het voorgaande jaar. Deze stijging is hoofdzakelijk te verklaren door de uitbreiding van het mandaat van het Agentschap tot de uitvoering van de nieuwe generatie EU-programma's voor de periode 2007-2013. Van de begrotingsmiddelen is 6,8 miljoen euro overgedragen naar 2008. Een groot gedeelte van deze overdrachten had betrekking op externe diensten waarvoor in 2007 contracten waren gesloten en die goeddeels in 2008 zullen worden uitgevoerd (IT-ontwikkeling, deskundigen enz.). Het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit werd dus niet strikt in acht genomen.

8.

Van de uit 2006 overgedragen begrotingsmiddelen werd 1,1 miljoen euro in 2007 geannuleerd, voornamelijk wegens de overwaardering van uitgaven voor deskundigen en vertragingen bij de uitvoering van de controlecontracten. Een groot aantal audits (6) waarvoor vóór eind 2006 contracten waren gesloten, was eind 2007 nog steeds niet afgesloten. De desbetreffende begrotingsmiddelen moesten worden geannuleerd en het Agentschap zal de begrotingsmiddelen voor 2008 moeten gebruiken om de kosten in verband met deze controles te betalen. Het risico bestaat dat deze situatie zich in 2008 zal herhalen (7). De hiervoor beschreven situaties wijzen erop dat de programmering en de budgettering van de activiteiten van het Agentschap nog steeds voor verbetering vatbaar zijn.

9.

Voor één contract (8) verrichtte het Agentschap de tussentijdse betaling van vergoedingen ondanks het feit dat niet alle vereiste bewijsstukken door de contractant waren overgelegd.

10.

Het Agentschap moet nog een officiële praktische leidraad voor de werving van tijdelijk en contractueel personeel vaststellen. Hierdoor zouden transparantie en niet-discriminerende procedures beter gewaarborgd zijn.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 24 van 27.1.2005, blz. 35.

(2)  PB L 49 van 17.2.2007, blz. 21.

(3)  PB L 11 van 16.1.2003, blz. 5.

(4)  Deze rekeningen werden op 16 juni 2008 opgesteld en zijn op 8 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(5)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(6)  Ongeveer 34 contracten voor een totaalbedrag van 139 103,74 euro.

(7)  Meer dan 1,1 miljoen euro aan begrotingsmiddelen voor honoraria voor wettelijke accountantscontroles (artikel 264 van de begroting) is van 2007 naar 2008 overgedragen.

(8)  Contract voor de organisatie van de jaarlijkse Erasmus Mundus Consortia-conferentie (waarde van het contract: 283 953,50 euro).


 

Tabel 1

Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA), Brussel

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Agentschap zoals omschreven in Besluit 2005/56/EG van 14 januari 2005 van de Commissie, en in Besluit 2007/114/EG van 8 februari 2007 van de Commissie

Organisatie

Ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen in 2007

(gegevens over 2006)

Activiteiten en output in 2007

(In 2007 geleverde producten en diensten)

De Gemeenschap draagt bij tot de ontwikkeling van onderwijs van hoog gehalte.

(Artikel 149, lid 1, van het Verdrag)

De Gemeenschap legt inzake beroepsopleiding een beleid ten uitvoer.

(Artikel 150, lid 1, van het Verdrag)

De Gemeenschap draagt bij tot de ontplooiing van de culturen van de lidstaten.

(Artikel 151, lid 1, van het Verdrag)

De Gemeenschap en de lidstaten dragen er zorg voor dat de omstandigheden nodig voor het concurrentievermogen van de industrie van de Gemeenschap aanwezig zijn.

(Artikel 157, lid 1, van het Verdrag)

Doelstellingen

In het kader van het onderwijs-, cultuur- en industriebeleid zijn tal van maatregelen genomen ter bevordering van onderwijs, beroepsopleiding, audiovisuele media, cultuur, jeugd en actief burgerschap in de Europese Unie. Deze maatregelen hebben voornamelijk tot doel de sociale cohesie te versterken en bij te dragen tot het concurrentievermogen, de economische groei en een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa.

Deze maatregelen behelzen een verscheidenheid van communautaire programma's.

Het Agentschap is verantwoordelijk voor het beheer van bepaalde onderdelen van deze programma's (bv. Een leven lang leren, Cultuur, Jeugd in actie, Media, Erasmus Mundus, en het onderdeel externe samenwerking). In dit verband voert het de communautaire steun uit, met uitzondering van programmabeoordeling, strategische studies en andere taken die discretionaire bevoegdheden vergen voor het omzetten van politieke keuzes.

Taken

Tijdens de looptijd beheren van de toevertrouwde specifieke projecten in het kader van de tenuitvoerlegging van communautaire programma's;

vaststellen van besluiten tot uitvoering van de begroting van de ontvangsten en uitgaven en het uitvoeren van alle maatregelen die voor het beheer van de communautaire programma's vereist zijn, met name in verband met subsidies en overheidsopdrachten, indien de Commissie het daartoe machtiging heeft verleend;

verzamelen, analyseren en aan de Commissie doorgeven van alle gegevens die nodig zijn om de uitvoering van de communautaire programma's te sturen;

op communautair niveau uitvoering geven aan het informatienetwerk voor onderwijs in Europa (Eurydice) voor de verzameling, verwerking, analyse en verspreiding van informatie en het verzorgen van studies en publicaties.

1.   Directiecomité

Samengesteld uit vijf leden, benoemd door de Europese Commissie.

Het stelt het jaarlijkse werkprogramma voor het Agentschap vast na goedkeuring door de Europese Commissie. Ook stelt het comité de administratieve begroting van het Agentschap en zijn jaarlijks activiteitenverslag vast.

2.   Directeur

Benoemd door de Europese Commissie.

3.   Externe controle

Europese Rekenkamer

4.   Kwijtingverlenende autoriteit

Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting 2007

1)

Operationele begroting

406 (310,2) miljoen euro voor het beheer van communautaire programma's en projecten die aan het Uitvoerend Agentschap zijn gedelegeerd en door het Agentschap worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Commissie.

2)

Administratieve begroting

36 (29,2) miljoen euro voor het functioneren van het Uitvoerend Agentschap als onafhankelijk orgaan.

(99,9 % subsidie opgenomen in de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen +0,1 % uit het EOF).

Personeelsbestand per 31 december 2007

1)

Tijdelijk personeel

83 (75) posten voor tijdelijk personeel

waarvan 69 (64) bezet

Aandeel tijdelijke functionarissen: 25 %

2)

Arbeidscontractanten

252 (221) arbeidscontractanten

bezette posten: 232 (214)

Aandeel arbeidscontractanten: 75 %

3)

Totaal aantal werknemers: 301 (278)

4)

waarvan er

242 (227) uitvoerende,

57 (49) administratieve,

en 2 (2) gemengde taken vervullen

a)

Activiteiten en output in 2007

Overeenkomstig de uitbreiding van zijn mandaat en het beginsel van goed financieel beheer heeft het Uitvoerend Agentschap het beheer over bepaalde onderdelen van de nieuwe generatie programma's (2007-2013) op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, met inbegrip van studies, nationale instanties en aanvullende oproepen tot het indienen van voorstellen. Het Uitvoerend Agentschap heeft ook de uit 2007 gedelegeerde acties op het gebied van externe samenwerking in het hoger onderwijs en opleiding uitgevoerd.

Daarnaast heeft het Agentschap het beheer van het lopende programma Erasmus Mundus (2004-2008) voortgezet, evenals de taken ter voltooiing van de voorgaande generatie programma's die eind 2006 afloopt.

Het Uitvoerend Agentschap heeft de samenwerking met de betrokken DG's EAC en INFSO versterkt en heeft de krachten gebundeld met het derde betrokken DG EuropeAid.

b)

In 2007 bereikte resultaten (indicatoren)

Er zijn 39 oproepen tot het indienen van voorstellen gedaan voor de nieuwe generatie programma's 2007-2013; de selectieprocedures hiervoor zijn tijdig georganiseerd. Er werden meer dan 4 000 projecten geselecteerd voor de toekenning van subsidies, die vrijwel alle uitliepen op een contract eind 2007.

Wat de afronding van eerdere programma's betreft, is de analyse van meer dan 4 100 eindverslagen voltooid; ongeveer 4 700 saldobetalingen zijn verricht en 3 400 projecten afgesloten in 2007.

Bovendien werden 650 eindverslagen in het kader van het nieuwe programma „Europa voor de burgers” geanalyseerd en werden de desbetreffende saldobetalingen verricht.

De uitvoeringspercentages van de begroting beliepen 99 % voor de vastleggingskredieten en 95 % voor de betalingskredieten (operationele begroting).

+/- 200 controlebezoeken werden afgelegd aan projecten in uitvoering.

15 openbare aanbestedingen/aanbestedingsprocedures werden uitgeschreven voor de uitvoering van studies en de levering van diensten; tegen eind 2007 werden zes contractanten geselecteerd.

Een aantal vereenvoudigingsmaatregelen werd doorgevoerd ter verbetering van de beheersprocessen en -procedures voor de begunstigden en ter harmonisering en bespoediging van de interne werkprocedures.

De nodige wervingsmaatregelen werden in 2007 geïnitieerd om het beheer van de Europese Eurydice-eenheid vanaf 2008 over te nemen.

Er werd een methodologie uitgevoerd voor het verzamelen, analyseren en verspreiden van de projectresultaten. Bovendien werden er in 2007 startvergaderingen en drie voorlichtingsdagen voor een reeks projecten gehouden. Tegen eind 2007 was de website van het Agentschap circa 7 000 maal bezocht en waren er 40 000 verschillende bezoekers per maand geregistreerd.

110 controles werden afgesloten (60 %) van de 185 niet-afgeronde controles die in 2006 door DG EAC waren overgedragen.

Van het controleplan van het Agentschap voor het jaar 2006 (99) zijn 98 controlebezoeken afgelegd en zijn 25 controles afgesloten. Slechts zes ontwerp-verslagen worden nog verwacht. Het Agentschap stelde in 2007 een controleplan op met 138 controlebezoeken ter plaatse.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.


Tabel 2

Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Brussel) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

Subsidies van de Gemeenschap (1)

36 027 (2)

36 136

Titel I

Personeel

21 008

20 201

19 178

1 023

807

1 220

927

293

Titel II

Administratie

15 019

14 231

8 437

5 795

787

5 468

4 629

839

Totaal

36 027

36 136

Totaal

36 027

34 432

27 615

6 818

1 594

6 688

5 556

1 132

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Brussel) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

33 191

26 397

Andere ontvangsten

292

 

Totaal (a)

33 483

26 397

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

15 665

13 071

Uitgaven in verband met vaste activa

210

57

Overige administratieve uitgaven

17 005

9 725

Totaal (b)

32 880

22 853

Kosten van de financiële verrichtingen

4

0

Totaal (c)

4

0

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (d = a – b – c)

599

3 544

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Brussel) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

222

159

Materiële vaste activa

338

243

Vlottende activa

Vorderingen op korte termijn

915

1 252

Kasmiddelen

9 829

7 886

Totaal activa

11 304

9 540

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

476

310

Crediteuren

6 684

5 686

Totaal passiva

7 160

5 996

Nettoactiva

4 144

3 544

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

3 544

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

599

3 544

Nettovermogen

4 144

3 544

NB: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


(1)  De Europese Economische Ruimte.

(2)  Inclusief 50 000 euro van het EOF.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP

7.

Het Agentschap heeft in 2007 het percentage kredietoverdrachten al met 4 % ten opzichte van 2006 verminderd. De tweede verlenging van bepaalde dienstencontracten in 2008 die eind 2006 waren getekend nadat het Agentschap financieel onafhankelijk was geworden, heeft overigens betrekking op een kortere periode teneinde deze situatie bij de kredietoverdrachten naar 2009 te verbeteren.

8.

Teneinde omvangrijke annuleringen van kredietoverdrachten te vermijden heeft het Agentschap eind 2007 een sluitingsprocedure ingevoerd waarbij uitsluitend de kredieten voor de betaling van de facturen die nog niet op 31/12/jaar N zijn ontvangen naar het volgende jaar (N+1) worden overgedragen. Ook de voorlopige vastleggingen zijn in 2007 beter gevolgd. Wat de audits betreft blijft het wegwerken van de achterstand van 2006 ook voor 2008 een prioriteit. Het controleplan 2008 is aangepast om de achterstand terug te dringen en te kunnen waarborgen dat het plan sneller wordt uitgevoerd.

9.

Gezien de bijzonder korte tijd tussen de datum van de studiebijeenkomst en de datum van indiening van het verslag is het Agentschap met de contractant overeengekomen dat het tussentijds verslag beperkt zou blijven tot de financiële gegevens en een bevestiging van het aantal deelnemers. Alle documenten worden nu grondig gecontroleerd alvorens tot eindbetaling wordt overgegaan.

10.

De handleiding wordt goedgekeurd zodra de raadplegingsprocedure met het personeelscomité is afgerond.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/79


VERSLAG

over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

(2008/C 311/12)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-8

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (hierna „het Agentschap” genoemd) is het voormalige Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie (IEEA). Zijn mandaat en de looptijd daarvan werden gewijzigd ingevolge Besluit 2007/372/EG van de Commissie van 31 mei 2007 tot wijziging (1) van Besluit 2004/20/EG van 23 december 2003 (2). Het Agentschap werd opgericht voor een beperkte periode die inging op 1 januari 2004 en thans zal eindigen op 31 december 2015, met als doel het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie, ondernemerschap en innovatie, en duurzaam vrachtvervoer.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Essentiële informatie uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 is opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 14 van Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 (3) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (4) werden overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (5), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De definitieve begroting 2007 van het Agentschap beliep 6,9 miljoen euro, terwijl het voorgaande jaar 5,2 miljoen euro aan het IEEA was toegewezen. Nagenoeg 90 % van de begroting, 6,2 miljoen euro, werd vastgelegd maar 2,1 miljoen euro werd overgedragen. Een aanzienlijk deel van deze overdrachten betrof goederen en diensten die grotendeels in 2008 zullen worden geleverd. Deze gang van zaken strookte niet met het jaarperiodiciteitsbeginsel. Bovendien werden de overdrachten met 0,3 miljoen euro overgewaardeerd.

8.

Vanwege de verlenging van het mandaat van het Agentschap werd de oorspronkelijke begroting in de loop van het jaar tweemaal gewijzigd (6). Het Agentschap publiceerde de twee gewijzigde begrotingen pas op 4 januari 2008 in het Publicatieblad. De gepubliceerde herziene cijfers werden niet voor elke gewijzigde begroting afzonderlijk bekendgemaakt. Deze gang van zaken strookte niet met het transparantiebeginsel.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 24 en 25 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52.

(2)  PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85.

(3)  PB L 11 van 16.1.2003, blz. 5.

(4)  Deze rekeningen werden op 18 juni 2008 opgesteld en zijn op 3 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(5)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(6)  De eerste gewijzigde begroting werd door het directiecomité op 12 juli 2007 goedgekeurd en de tweede op 17 oktober 2007. De eerste gewijzigde begroting volgde op een besluit om de oorspronkelijke begroting te verhogen van 4,563 miljoen euro tot 9,910 miljoen euro. De tweede wijziging in oktober moest de begroting terugbrengen tot 6,937 miljoen euro.


 

Tabel 1

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (Brussel)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Agentschap zoals omschreven in Besluit 2004/20/EG van de Commissie, gewijzigd bij Besluit 2007/372/EG

Organisatie

In 2007 ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

(gegevens over 2006)

In 2007 verrichte activiteiten en diensten

1.

Het beleid van de Gemeenschap op milieugebied draagt bij tot: behoud, bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu; bescherming van de gezondheid van de mens; behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen; bevordering op internationaal vlak van maatregelen om het hoofd te bieden aan regionale of mondiale milieuproblemen.

(Artikel 174 van het Verdrag)

2.

Het communautaire beleid inzake industrie draagt er zorg voor dat de omstandigheden nodig voor het concurrentievermogen van de industrie van de Gemeenschap aanwezig zijn door de aanpassing van de industrie aan structurele wijzigingen te bespoedigen, een gunstig klimaat voor het ontplooien van initiatieven en voor de ontwikkeling van en samenwerking tussen ondernemingen te bevorderen, en een betere benutting van het industriële potentieel van het beleid inzake innovatie, onderzoek en technologische ontwikkeling te stimuleren. De lidstaten plegen, in verbinding met de Commissie, onderling overleg en coördineren, voor zover nodig, hun activiteiten. De Commissie kan initiatieven nemen om deze coördinatie te bevorderen.

(Artikel 157 van het Verdrag)

Doelstellingen

Binnen het kader van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid heeft de Europese Unie maatregelen genomen ter bevordering en ontwikkeling van het concurrentievermogen en de innovatie.

Deze maatregelen omvatten de vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (Besluit nr. 1639/2006/EG), waaronder met name het Programma voor ondernemerschap en innovatie, en het Programma Intelligente energie vallen, alsmede het Marco Polo-programma (Verordening (EG) nr. 1692/2006).

De hoofddoelstellingen betreffen het stimuleren van het concurrentievermogen van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, het bevorderen van alle vormen van innovatie met inbegrip van eco-innovatie, en het bevorderen van energie-efficiëntie en nieuwe en hernieuwbare energiebronnen in alle sectoren, ook in de vervoerssector.

In het kader van deze communautaire programma's is het Agentschap belast met de uitvoering van de taken betreffende de communautaire steun, met uitsluiting van de evaluatie van het programma, wettelijke voortgangscontrole en strategische studies of alle andere maatregelen die uitsluitend tot de bevoegdheid van de Europese Commissie mochten behoren.

Taken

In het kader van de uitvoering van de communautaire programma's, waarvoor de delegatie van taken van de Commissie naar het Agentschap in 2007 van kracht was, met name het IEE I sinds 1 juli 2005, het IEE II sinds 26 juli en het EIP sinds 1 november 2007:

alle fasen in de cyclus van specifieke projecten beheren;

besluiten vaststellen tot uitvoering van de begroting en — in overeenstemming met de door de Commissie verleende delegatie — alle handelingen verrichten die voor het beheer van het communautaire programma vereist zijn, en met name die welke verband houden met overheidsopdrachten en subsidies;

verzamelen, analyseren en aan de Commissie verstrekken van alle informatie die nodig is om de uitvoering van het programma te sturen;

wat het EIP betreft, ook de verantwoordelijkheid dragen voor het projectbeheer van het netwerk ter ondersteuning van bedrijfsleven en innovatie.

1.   Directiecomité

Bestaat uit vijf leden, benoemd door de Europese Commissie. Het directiecomité stelt, na goedkeuring door de Europese Commissie, het jaarlijks werkprogramma van het Agentschap vast. Bovendien stelt het de administratieve begroting en het jaarlijks activiteitenverslag van het Agentschap vast.

2.   Directeur

Benoemd door de Europese Commissie

3.   Externe controle

Rekenkamer

4.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

A)

137,3 (53,2) miljoen euro (100 % algemene begroting van de Europese Unie, waarvan 63,7 miljoen euro voor IEE en 73,5 miljoen euro voor het EIP. Het Agentschap voert de operationele begroting uit onder de verantwoordelijkheid van de Commissie).

B)

6,9 (5,2) miljoen euro (100 % communautaire subsidie) voor de administratieve begroting die het Agentschap zelfstandig uitvoert.

Personeelsbestand per 31 december

35 (16) posten voor tijdelijke functionarissen opgenomen in de lijst van het aantal ambten waarvan 22 (16) bezet

Andere dienstverbanden:

arbeidscontractanten: 77 (30) posten gepland, waarvan 47 (25) bezet

Totaal aantal werknemers per 31 december 2007: 69

waarvan er

54 (31) uitvoerende

en 15 (10) administratieve taken vervullen

Voor het IEE-programma:

Toezicht uitgeoefend op 425 lopende IEE-projecten (toegekend in het kader van de jaarlijkse oproepen tot het indienen van voorstellen 2003-2006). 318 verslagen werden verwerkt, op grond waarvan begunstigden werden betaald. Het Agentschap nam deel aan 70 projectvergaderingen en organiseerde 6 thematische workshops voor projectcoördinatoren, met deelneming van het desbetreffende DG en andere betrokken diensten.

Het Agentschap selecteerde 99 projecten uit de 296 voorstellen die in het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen van 2006 waren ingediend; ongeveer 2 000 organisaties uit 30 landen namen hieraan deel.

Het Agentschap deed de oproep tot het indienen van voorstellen 2007 en de promotie hiervan via de IEE-website, de elektronische nieuwsberichten en een reeks voorlichtingsdagen (700 deelnemers aan de Europese infodag en 3 000 deelnemers aan 45 nationale infodagen). Er werden 439 voorstellen ingediend, ongeveer 50 % meer dan voor de voorgaande oproep.

Het Agentschap stelde informatie over het programma en de resultaten samen en verspreidde deze via de IEE-website (1,4 miljoen opgevraagde pagina's en 0,5 miljoen downloads), regelmatige elektronische nieuwsberichten werden naar meer dan 6 000 contacten verstuurd, nieuwe brochures over het IEE-project (60 000 downloads), Intelligent Energy News Reviews (143 000 downloads) en vijf videoreportages over IEE-projecten (materiaal dat door minstens 17 miljoen tv-kijkers is bekeken).

Het Agentschap beantwoordde ook meer dan 800 verzoeken om inlichtingen van het publiek en potentiële aanvragers.

Door middel van workshops en briefings gaf het Agentschap de Europese Commissie feedback over door het IEE gesteunde projecten, met name over de voorgestelde nieuwe richtlijn inzake het kader voor hernieuwbare energie. Het Agentschap ondersteunde ook DG TREN in de aansturing van de uitvoering van het IEE-programma en het bepalen van de prioriteiten voor de oproep 2008. Op uitnodiging van DG TREN nam het Agentschap deel aan een werkgroep die belast was met de voorbereiding van een ontwerp-werkprogramma.

Voor de EIP- en Marco Polo-programma's:

Afgezien van beperkte taken met betrekking tot de begrotingsuitvoering voor het projectbeheer van het Enterprise Europe Network heeft het Agentschap niet de capaciteit verworven om in 2007 volledig autonoom te functioneren wat het netwerk betreft. Haar hoofdactiviteiten betroffen werving en voorbereiding van het EACI-werkprogramma 2008, in overleg met de desbetreffende DG's.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.


Tabel 2

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (Brussel) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit vorig(e) begrotingsjaar/jaren overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

Communautaire subsidies

6 937

6 937

Titel I

Personeel

3 853

3 501

3 108

199

352

118

43

75

Overige ontvangsten

p.m.

6

Titel II

Administratie

1 875

1 451

548

903

423

67

21

46

 

 

 

Titel III (1)

Technische en administratieve ondersteuning

1 210

1 208

206

1 002

2

797

623

174

Totaal

6 937

6 943

Totaal

6 937

6 160

3 862

2 104

777

982

687

295

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (Brussel) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

5 667

5 057

Andere ontvangsten

13

105

Totaal (a)

5 680

5 162

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

3 157

2 616

Uitgaven in verband met vaste activa

48

38

Overige administratieve uitgaven

2 496

1 305

Totaal (b)

5 701

3 958

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

–21

1 204

Lasten uit 2005 (d)

273

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (e = c – d)

–21

930

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (Brussel) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

140

101

Immateriële vaste activa

39

13

Materiële vaste activa

101

88

Vlottende activa

3 426

1 604

Vorderingen op korte termijn

46

95

Kasmiddelen

3 380

1 509

Totaal activa

3 566

1 705

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

127

48

Crediteuren

2 530

727

Totaal passiva

2 656

775

Nettoactiva

909

930

Reserves

Uit het voorgaande jaar overgedragen resultaat

930

 

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

–21

930

Nettovermogen

909

930

NB: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


(1)  Uitgaven voor vergaderingen van deskundigen in verband met de uitvoering van projecten.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP

7.

Na de aanbeveling die de Rekenkamer vorig jaar had gedaan, heeft het Agentschap alle vastleggingen van de begroting 2007 en alle in 2007 op grond van juridische verbintenissen aangegane vastleggingen opnieuw tegen het licht gehouden om de over te dragen bedragen te evalueren, zoals die voor lopende contracten met evaluatoren (780 975 euro) en die voor IT (363 728 euro). Gemiddeld komt het bedrag van de te hoge ramingen overeen met slechts 12 % van de overdrachten of 4 % van de begroting 2007, een marge die het Agentschap redelijk acht om zich in te dekken tegen onzekerheden.

In 2008 zullen aanvullende maatregelen worden genomen om de te hoge ramingen verder te verlagen, bijvoorbeeld door vaker in het jaar de situatie van de overdrachten te beoordelen.

8.

Na de verlenging van het mandaat van het Agentschap is de tweede gewijzigde begroting 2007 van het Agentschap slechts drie maanden na de eerste aangenomen. Het Agentschap was van oordeel dat de gecombineerde publicatie van de twee gewijzigde begrotingen en publicatie samen met de gewijzigde begrotingen van andere agentschappen het meest kosteneffectief was (beginsel van gezond financieel beheer).


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/86


VERSLAG

over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van het antwoord van het Agentschap

(2008/C 311/13)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7

OPMERKING

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoord van het Agentschap

INLEIDING

1.

Het Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma (hierna „het Agentschap” genoemd) werd opgericht bij Besluit 2004/858/EG van de Commissie (1). Het werd ingesteld voor een periode die begon op 1 januari 2005 en eindigt op 31 december 2010, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van de volksgezondheid. Het Agentschap werd op 15 december 2006 financieel onafhankelijk voor de uitvoering van de begrotingskredieten 2007.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Agentschap opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2,3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 14 van Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 (2) aan het Europees Parlement en de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Agentschap.

4.

De rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 (3) afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Agentschap over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerking doet niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKING

7.

De definitieve begroting 2007 van het Agentschap beliep 4,1 miljoen euro. Voor bijna de gehele begroting waren vastleggingen gedaan: de overdrachten beliepen 1,5 miljoen euro. Een aanzienlijk deel van de overdrachten voor administratieve uitgaven was ofwel niet gerechtvaardigd door juridische verbintenissen, ofwel betrof het goederen en diensten die goeddeels in 2008 zullen worden geleverd. Deze situatie was in strijd met het beginsel van jaarperiodiciteit.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 369 van 15.12.2004, blz. 73.

(2)  PB L 11 van 16.1.2003, blz. 5.

(3)  Deze rekeningen werden op 5 juni 2008 opgesteld en zijn op 27 juni 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).


 

Tabel 1

Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma (PHEA) — Luxemburg

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Agentschap zoals omschreven in Besluit 2004/858/EG van de Commissie van 15 december 2004

Organisatie

In 2007 ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

In 2007 geleverde producten en diensten

Bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd.

Het optreden van de Gemeenschap, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid. Dit optreden omvat de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken, de overdracht en de preventie daarvan, alsmede door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsonderwijs.

De Gemeenschap vult het optreden van de lidstaten aan ter vermindering van de schade aan de gezondheid door drugsgebruik, met inbegrip van voorlichting en preventie.

(Artikel 152 van het Verdrag)

Doelstellingen

Het Agentschap is in het kader van het communautaire programma op het gebied van de volksgezondheid, dat is vastgesteld bij Besluit nr. 1786/2002/EG (hierna „het kaderbesluit” genoemd), belast met de uitvoering van de taken betreffende de communautaire steun uit hoofde van het programma, met uitsluiting van de evaluatie van het programma, de wettelijke voortgangscontrole of alle andere maatregelen die uitsluitend tot de bevoegdheid van de Commissie mochten behoren.

Taken

a)

Het beheer van alle fasen van de cyclus van het volksgezondheidsprogramma in verband met specifieke projecten op basis van Besluit nr. 1786/2002/EG en het in dat besluit vastgestelde en door de Commissie goedgekeurde werkprogramma en de hiertoe noodzakelijke controles, alsmede het nemen van de relevante beslissingen in overeenstemming met de akte van delegatie van de Commissie;

b)

het vaststellen van besluiten tot uitvoering van de begroting, zowel aan de ontvangsten- als aan de uitgavenzijde, en het verrichten, in overeenstemming met de door de Commissie verleende delegatie, van alle handelingen die voor het beheer van het volksgezondheidsprogramma vereist zijn, en met name die welke verband houden met overheidsopdrachten en subsidies;

c)

logistieke, wetenschappelijke en technische steun, met name door het organiseren van technische vergaderingen (beheer van werkgroepen van deskundigen), voorbereidende studies, seminars of conferenties.

1.   Directiecomité

Bestaat uit vijf leden, benoemd door de Europese Commissie. De leden van het directiecomité worden benoemd voor twee jaar. Het stelt het jaarlijkse werkprogramma voor het Agentschap vast na goedkeuring door de Europese Commissie. Bovendien stelt het de administratieve begroting en het jaarlijks activiteitenverslag van het Agentschap vast.

2.   Directeur

Benoemd door de Europese Commissie voor vier jaar

3.   Externe controle

Europese Rekenkamer

4.   Kwijtingverlenende autoriteit

Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad

De administratieve begroting 2007 van het Agentschap beliep 4,1 miljoen euro.

Per 31 december 2007 telde het Agentschap 28 statutaire personeelsleden, waarvan er 8 tijdelijke functionarissen en 20 arbeidscontractanten zijn.

Per 31.12.2007 waren er 121 subsidieovereenkomsten voor oproep 2005 (32), 2006 (87) en 2007 (2) voor het volksgezondheidsprogramma (VGP) gesloten met een totale EG-financiering van 71 667 322,3 euro.

Onderhandelingen over 66 projecten van de oproep 2007 voor het VGP waren gaande.

Er werden 23 technische bijeenkomsten van deskundigengroepen georganiseerd waarvoor meer dan 1 300 deskundigen werden uitgenodigd.

Van de begroting voor het VGP is 100 % vastgelegd. Ook de VGP-betalingskredieten werden voor 100 % besteed (met uitzondering van de in december 2007 ingekomen bestemmingsontvangsten). Het totaal van de VGP-betalingen beliep 18 miljoen euro.

Er was sprake van 78 betalingsverrichtingen (18 miljoen euro) en 89 vastleggingen voor VGP-oproep 2006 (87 projecten) en VGP-oproep 2007 (2 projecten).

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.


Tabel 2

Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma (PHEA) — Luxemburg — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting Raad.

Uit vorig(e) begrotingsjaar/jaren overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

opgevoerd

betaald

geannuleerd

Eigen ontvangsten

 

 

Titel I

Personeel

1 978

1 898

1 808

90

80

168

36

132

Communautaire subsidies

4 100

5 097

Andere subsidies

 

 

Titel II

Administratie

885

874

319

554

11

308

221

87

Andere ontvangsten

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

1 238

1 188

324

864

50

521

301

220

Totaal

4 100

5 097

Totaal

4 100

3 959

2 451

1 508

141

997

558

439

NB: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt.


Tabel 3

Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma (PHEA) — Luxemburg — Economische resultatenrekening over het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

 

2007

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

4 607

Totaal (a)

4 607

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

1 739

Uitgaven in verband met vaste activa

45

Overige administratieve uitgaven

1 472

Totaal (b)

3 256

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (c = a – b)

1 351

NB: Daar het Agentschap op 15 december 2006 volledig autonoom werd, is 2007 het eerste jaar waarin de jaarrekening bekend wordt gemaakt.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma (PHEA) — Luxemburg — Balans per 31 december 2007

(1000 euro)

 

2007

Vaste activa

Immateriële vaste activa

40

Materiële vaste activa

84

Vlottende activa

Kasmiddelen

3 235

Totaal activa

3 359

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

29

Crediteuren

1 979

Totaal passiva

2 008

Nettoactiva

1 351

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

0

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

1 351

Nettovermogen

1 351

NB: Daar het Agentschap op 15 december 2006 volledig autonoom werd, is 2007 het eerste jaar waarin de jaarrekening bekend wordt gemaakt.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Agentschap in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP

7.

Het Agentschap neemt nota van de opmerkingen van de Rekenkamer. Benadrukt dient echter te worden dat het Agentschap zich in een paar gevallen genoodzaakt voelde overdrachten te voorzien, om te kunnen voldoen aan zijn wettelijke of contractuele verplichtingen (bv. de vooruitbetaling van de huur). Het Agentschap zal het beginsel van jaarperiodiciteit in het vervolg strikt in acht nemen.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/92


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Spoorwegbureau betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

(2008/C 311/14)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-11

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Bureau

INLEIDING

1.

Het Europees Spoorwegbureau (hierna „het Bureau” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 (1). Het Bureau heeft tot doel het interoperabiliteitsniveau van de spoorwegsystemen te vergroten en een gemeenschappelijke benadering van de veiligheid te ontwikkelen teneinde bij te dragen aan de totstandkoming van een Europese spoorwegruimte met een verbeterd concurrentievermogen en een hoog niveau van veiligheid.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Bureau opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 (2) aan het Europees Parlement en de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Bureau.

4.

De rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 (3) afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 39 van Verordening (EG) nr. 881/2004 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.Zonder afbreuk aan het bovenstaande te doen, wijst de Rekenkamer niettemin op de opmerkingen in de paragrafen 7 en 8.

OPMERKINGEN

7.

De definitieve begroting 2007 van het Bureau beliep 16,6 miljoen euro (met inbegrip van een reserve van 1,9 miljoen euro), tegen 14,4 miljoen euro voor 2006. Eind 2007 bedroegen de geannuleerde begrotingskredieten 3,4 miljoen euro, inclusief de reserve ad 1,9 miljoen euro die niet was gebruikt. Naast de annulering van begrotingskredieten vond er een overdracht van 2,7 miljoen euro naar 2008 plaats. Dit houdt in dat meer dan 35 % van de definitieve kredieten voor 2007 gedurende het jaar niet zijn besteed. Uit deze situatie blijkt dat de programmerings- en begrotingsprocedures van het Bureau ernstige tekortkomingen vertonen.

8.

Ondanks dit aanzienlijke bedrag aan ongebruikte kredieten heeft het Bureau in 2007 verzocht om extra kasmiddelen ter hoogte van zijn totale begrotingsbedrag. Het feit dat dergelijke grote bedragen ongebruikt bleven, wijst erop dat de liquiditeitsramingen van het Bureau niet nauwkeurig waren opgesteld, hetgeen in strijd was met het beginsel van goed financieel beheer.

9.

Het Bureau had nog geen fysieke inventarisatie van zijn vaste activa verricht. Controles van een steekproef van gedurende het jaar aangekochte goederen wezen uit dat sommige van de gecontroleerde goederen niet waren gelabeld en derhalve niet naar behoren in de inventaris waren opgenomen.

10.

Voor vier gecontroleerde selectieprocedures behoorden sommige leden van het selectiecomité niet tot de functiegroep waaronder de vacante post viel; evenmin waren zij van tenminste dezelfde rang als het te vervullen ambt, hoewel het Statuut dit voorschrijft. Bovendien had het Bureau haar wervingsprocedures nog niet afgerond.

11.

Op het gebied van aanbestedingen werden tekortkomingen geconstateerd. In één geval (5) was gebruikmaking van de procedure van gunning via onderhandelingen niet gerechtvaardigd. In een ander geval paste het Bureau geen consistente en duidelijke selectiecriteria toe, met als gevolg dat de financiële draagkracht en de technische bekwaamheid niet voldoende objectief werden beoordeeld (6). Een ander contract werd tweemaal verlengd, hoewel slechts één verlenging was toegestaan (7). In één geval strookte de gevolgde procedure van gunning via onderhandelingen niet met de voorschriften van de toepasselijke wet- en regelgeving (8) voor overheidsopdrachten.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 220 van 21.6.2004, blz. 3.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 27 juni 2008 opgesteld en zijn op 1 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  Contract voor telecommunicatie- en internetdiensten (70 272 euro).

(6)  Studiecontract voor het opzetten van een database inzake treinrampen (158 380 euro).

(7)  Verlenging van een contract voor consultancy (30 000 euro).

(8)  Contractdiensten voor het opnieuw ontwerpen van de website van het Bureau (24 980 euro).


 

Tabel 1

Europees Spoorwegbureau (Rijssel/Valenciennes)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Bureau zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad

Organisatie

Ter beschikking van het Bureau gestelde middelen 2007

Producten en geleverde diensten 2007

Gemeenschappelijk vervoerbeleid

Ter uitvoering van artikel 70 stelt de Raad, met inachtneming van de bijzondere aspecten van het vervoer, volgens de procedure van artikel 251 en na raadpleging van het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, vast:

a)

gemeenschappelijke regels voor internationaal vervoer vanuit of naar het grondgebied van een lidstaat of over het grondgebied van een of meer lidstaten;

b)

de voorwaarden waaronder vervoerondernemers worden toegelaten tot nationaal vervoer in een lidstaat waarin zij niet woonachtig zijn;

c)

de maatregelen die de veiligheid van het vervoer kunnen verbeteren;

d)

alle overige dienstige bepalingen.

(Artikel 71 van het Verdrag)

Doelstellingen

Het leveren van een bijdrage op technisch gebied aan de uitvoering van de Gemeenschapswetgeving die gericht is op:

de verbetering van het concurrentievermogen van de spoorwegsector;

de ontwikkeling van een gemeenschappelijke benadering van de veiligheid van het Europese spoorwegsysteem teneinde bij te dragen aan de totstandkoming van een Europese spoorwegruimte zonder grenzen, onder waarborging van een hoog niveau van veiligheid.

Taken

1.   Aanbevelingen aan de Commissie doen betreffende:

de gemeenschappelijke veiligheidsmethoden (CSM's) en de gemeenschappelijke veiligheidsdoelen (CST's), bedoeld in de Spoorwegveiligheidsrichtlijn (2004/49/EG);

veiligheidsattesten en maatregelen op het gebied van veiligheid;

de ontwikkeling, totstandbrenging en monitoring van de spoorweginteroperabiliteit;

monitoring van de interoperabiliteit;

de certificering van onderhoudswerkplaatsen;

beroepsbekwaamheden;

de registratie van rollend materieel.

2.   Adviezen uitbrengen inzake:

nationale veiligheidsvoorschriften;

het toezicht op de kwaliteit van het werk van de aangemelde instanties;

de interoperabiliteit van het trans-Europese netwerk.

3.   Coördinatie van nationale instanties:

coördinatie van nationale veiligheidsinstanties en nationale onderzoeksorganen (zoals omschreven in Richtlijn 2004/49/EG, artikelen 17 en 21).

4.   Publicaties en databases:

verslag over de veiligheidsprestaties (tweejaarlijks);

verslag aangaande de vorderingen met de interoperabiliteit (tweejaarlijks);

openbaar gegevensbestand met documenten aangaande veiligheid;

openbaar register met documenten inzake interoperabiliteit.

1.   Raad van bestuur

Eén vertegenwoordiger van elke lidstaat, vier vertegenwoordigers van de Commissie en zes niet-stemgerechtigde vertegenwoordigers van de betrokken bedrijfssectoren.

2.   Uitvoerend directeur

Benoemd door de raad van bestuur op voorstel van de Commissie

3.   Externe controle

Rekenkamer

4.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting:

16,6 miljoen euro

Personeelsbestand per 31 december 2007:

posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten: 116

waarvan 95 bezet

4 andere dienstverbanden

Totaal aantal werknemers: 99

waarvan er:

66 uitvoerende, en

33 administratieve taken uitvoeren.

Veiligheid

Opzet en ingebruikneming van de database inzake veiligheid;

afronding en indiening van het eerste pakket gemeenschappelijke veiligheidsmethoden bij de Commissie;

een ontwerp-aanbeveling inzake de methodologie voor het stellen van gemeenschappelijke veiligheidsdoelen;

opzet van een werkgroep voor een peer review ter bevordering van wederzijdse erkenning van het veiligheidscertificaat;

ontwikkeling van een gezamenlijke aanpak voor rapportage inzake veiligheid.

Interoperabiliteit — Technische specificaties voor interoperabiliteit (TSI)

Afronding van een voorlopig ontwerp van TSI-infrastructuur en TSI-energie;

tussentijds verslag over TSI-rollend materieel;

werk aan herzieningen van TSI-operaties en TSI-goederenwagons;

werk aan TSI-telematica voor passagiers;

verslag over de certificering van onderhoudswerkplaatsen;

studie naar de verhouding tussen de spoorwegnetten met spoorbreedten 1 435 mm en 1 520 mm;

ontwikkeling van de registratie van rollend materieel.

Europees beheersysteem voor spoorvervoer (ERTMS)

Ingesteld als systeemautoriteit voor ERTMS;

database voor verzoeken om wijziging ERTMS;

aanbeveling inzake actualisering versie 2.3.0 van de ERTMS-basis;

studie naar veiligheidskeuring van ERTMS-systemen.

Economische evaluatie

Uitvoering van de methodologie om voor elke aanbeveling „toegepaste methodologie”-documenten op te stellen;

lancering van het initiatief tot de DREAM-database (Database voor toezicht op de economische analyse van spoorvervoer);

verstrekking van steun aan de Europese Commissie.

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europees Spoorwegbureau (Rijssel/Valenciennes) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit vorig(e) begrotingsjaar/jaren overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

vastgelegd

betaald

geannuleerd

Communautaire subsidies

14 744

17 025

Titel I

Personeel

9 499

8 831

8 677

154

668

129

95

34

Andere ontvangsten

p.m.

9

Titel II

Administratie

1 798

1 731

969

762

66

426

328

97

Reserve

1 901

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

3 448

2 699

920

1 779

749

2 165

1 570

595

 

 

 

Titel IX

Reserves

1 901

0

0

0

1 901

Totaal

16 645

17 033

Totaal

16 645

13 261

10 566

2 695

3 384

2 719

1 993

726

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europees Spoorwegbureau (Rijssel/Valenciennes) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

12 576

11 920

Overige subsidies

166

363

Totaal (a)

12 742

12 284

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

8 896

6 694

Uitgaven in verband met vaste activa

269

168

Overige administratieve uitgaven

1 253

1 322

Beleidsuitgaven

2 697

1 330

Totaal (b)

13 115

9 514

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

– 373

2 770

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

1

3

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

11

–2

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

–10

1

Uitzonderlijke winsten (h)

Uitzonderlijke verliezen (i)

37

Overschot/(tekort) uit uitzonderlijke posten (j = h – i)

–37

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (k = c + g + j)

– 421

2 771

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Europees Spoorwegbureau (Rijssel/Valenciennes) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

823

884

Immateriële vaste activa

450

505

Materiële vaste activa

373

378

Vlottende activa

7 594

3 505

Voorfinanciering op korte termijn

0

18

Vorderingen op korte termijn

186

188

Kasmiddelen

7 408

3 299

Totaal activa

8 417

4 389

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

100

90

Crediteuren

5 966

1 528

Totaal passiva

6 066

1 618

Nettoactiva

2 351

2 771

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

2 771

 

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

– 421

2 771

Nettovermogen

2 351

2 771

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


ANTWOORDEN VAN HET BUREAU

7.

De begroting 2007 werd opgesteld op het moment dat het Bureau nog maar net financieel onafhankelijk was geworden, wat inhoudt dat de ramingen niet konden worden gemaakt aan de hand van in eerdere jaren opgedane ervaringen en dit geldt met name voor de beleidsuitgaven. Voorts zag het Bureau zich genoodzaakt wegens onduidelijkheid over de vraag of en wanneer de reserve zou vrijkomen, zijn werkzaamheden te plannen zonder de reserve daarin mee te nemen.

8.

Over de hoogte van het aan de Commissie te vragen bedrag werd in nauw overleg met de Commissie besloten.

9.

In juni 2008 werd een fysieke inventarisatie uitgevoerd en alle vaste activa zijn nu gelabeld en worden in de inventaris opgenomen.

10.

Wegens het beperkte aantal medewerkers enerzijds en de werklast anderzijds is het niet altijd mogelijk leden van dezelfde functiegroep of rang uit te nodigen. De uitvoeringsbepalingen inzake tijdelijke functionarissen die onder meer van toepassing zijn op de procedures voor werving en selectie van tijdelijk personeel, werden op 21 mei 2008 vastgesteld en goedgekeurd. De volledige beschrijving van de te volgen procedures wordt uiterlijk in het eerste trimester van 2009 voltooid.

11.

Het Bureau heeft al in 2007 een begin gemaakt met belangrijke correctieve maatregelen op het gebied van aanbestedingen, maar erkent dat er nog een aantal verbeteringen nodig zijn. Het Bureau stelt momenteel een ter zake dienende handleiding op met het oog op standaardisering van de procedures die voor eind 2008 moeten zijn afgerond.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/100


VERSLAG

over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit

(2008/C 311/15)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-11

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van de Autoriteit

INLEIDING

1.

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (hierna „de Autoriteit” genoemd) is opgericht bij Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 (1). De voornaamste taken van de Autoriteit zijn het verschaffen van de nodige wetenschappelijke gegevens voor de opstelling van de communautaire wetgeving en het verzamelen en analyseren van gegevens met het oog op karakterisering en controle van de risico's en onafhankelijke informatievoorziening daarover.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Autoriteit. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door de Autoriteit opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (2) van de Raad aan het Europees Parlement en de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van de Autoriteit.

4.

De rekeningen van de Autoriteit over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 44 van Verordening (EG) nr. 178/2002 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van de Autoriteit over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Autoriteit zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begroting 2007 van de Autoriteit beliep 52,2 miljoen euro, tegen 40,2 miljoen euro het voorgaande jaar. Zij omvatte bijdragen van de Commissie voor de voorbereiding van de toetreding van Kroatië en Turkije. Deze bijdragen hadden in de begroting als bestemmingsontvangsten moeten worden opgevoerd, maar werden in plaats daarvan behandeld alsof zij deel uitmaakten van de normale communautaire subsidie. Deze situatie was in strijd met artikel 19 van het Financieel Reglement.

8.

Van de begrotingsmiddelen werd 8,6 miljoen euro naar 2008 overgedragen en 4,8 miljoen euro geannuleerd. Deze situatie was gedeeltelijk te wijten aan de vertraagde vaststelling en uitvoering van het jaarlijkse werkprogramma voor 2007 voor subsidies. De uit het voorgaande jaar overgedragen begrotingsmiddelen beliepen 7,9 miljoen euro, waarvan 4,5 miljoen euro voor beleidsactiviteiten waren bestemd (titel III). Meer dan 25 % van de uit het voorgaande jaar overgedragen begrotingsmiddelen voor beleidsactiviteiten moesten aan het eind van het jaar worden geannuleerd. De hiervoor beschreven situaties waren in strijd met het beginsel van jaarperiodiciteit en gaven blijk van gebreken in de programmering en budgettering van de geplande activiteiten.

9.

In 2007 kon de Autoriteit haar wervingsdoelstellingen bereiken en in 273 van de 300 posten uit haar personeelsformatie voorzien. Uit de controle van de wervingsprocedures bleek dat doorgaans noch over de weging van de toe te passen selectiecriteria, noch over de drempelwaarden voor de overgang naar het volgende stadium van de vergelijkende onderzoeken een besluit was genomen door het selectiecomité binnen de in de vacature vastgestelde termijn.

10.

Volgens het jaarlijkse uitzonderingenverslag over 2007 werden 252 aanvragen om uitzonderingen voor een totale waarde van 853 154 euro geaccepteerd. Meer dan 85 % van de uitzonderingen hield verband met kosten voor dienstreizen van nationale experts. Hieruit blijkt dat de Autoriteit haar beheer van de dienstreizen moet verbeteren om het aantal uitzonderingen te verminderen.

11.

Ten aanzien van procedures voor het plaatsen van opdrachten werden de volgende onregelmatigheden geconstateerd: de financiële-evaluatieprocedure voor kadercontracten was niet duidelijk omschreven in de aanbestedingsdocumenten (5), er waren specifieke contracten en/of aankooporders toegekend voor diensten die niet onder de desbetreffende kadercontracten vielen (6), en technische evaluaties waren gebaseerd op kwaliteitscriteria en wegingen die in de aanbestedingsdocumenten niet duidelijk waren uitgelegd (7). Deze gebreken deden afbreuk aan de doorzichtigheid van de procedures en dreigden de uiteindelijke selectie nadelig te beïnvloeden.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 25 juni 2008 opgesteld en zijn op 1 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  Vier gevallen.

(6)  Twee gevallen.

(7)  Eén geval.


 

Tabel 1

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (Parma)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van de Autoriteit (Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad)

Organisatie

In 2007 (2006)

ter beschikking van de Autoriteit gestelde middelen

Geleverde producten en diensten

Vrij verkeer van goederen

(Artikel 37 van het Verdrag)

Bijdragen aan een hoog beschermingsniveau op het gebied van de volksgezondheid, de veiligheid, de milieubescherming en de consumentenbescherming, daarbij in het bijzonder rekening houdend met alle nieuwe ontwikkelingen die op wetenschappelijke gegevens zijn gebaseerd

(Artikel 95 van het Verdrag)

Gemeenschappelijke handelspolitiek

(Artikel 133 van het Verdrag)

Volksgezondheid

(Artikel 152, lid 4, onder b), van het Verdrag)

Doelstellingen

Verstrekken van wetenschappelijk advies en wetenschappelijke en technische ondersteuning voor de wetgeving en het beleid van de Gemeenschap in alle aangelegenheden die direct of indirect op de voedsel- en voederveiligheid van invloed zijn;

verstrekken van onafhankelijke informatie over risico's op het gebied van voedselveiligheid;

bijdragen tot een hoog niveau van bescherming van het leven en de gezondheid van de mens;

verzamelen en analyseren van gegevens opdat de risico's kunnen worden gekarakteriseerd en gecontroleerd.

Taken

Verstrekking van wetenschappelijke adviezen en studies;

bevordering van uniforme risicobeoordelingsmethoden;

ondersteuning van de Commissie;

analyse en samenvatting van wetenschappelijke en technische gegevens;

opsporing en karakterisering van nieuwe risico's;

instelling van een systeem van netwerken van organisaties die op soortgelijk gebied actief zijn;

verlening van wetenschappelijke en technische bijstand bij crisismanagement;

verbetering van internationale samenwerking;

verstrekking van betrouwbare, objectieve en begrijpelijke informatie aan het publiek en de belanghebbenden;

bijdragen aan het systeem voor snelle waarschuwing van de Commissie.

1.   Raad van bestuur

Samenstelling

14 door de Raad benoemde leden (in samenwerking met het Europees Parlement en de Commissie) en één vertegenwoordiger van de Commissie.

Taak

Werkprogramma en begroting opstellen en toezien op de uitvoering ervan.

2.   Uitvoerend directeur

Benoemd door de raad van bestuur op basis van een door de Commissie opgestelde lijst van kandidaten en na horing door het Europees Parlement.

3.   Adviesforum

Samenstelling

Eén vertegenwoordiger per lidstaat

Taak

De directeur adviseren

4.   Wetenschappelijk comité en wetenschappelijke panels

Opstellen van de wetenschappelijke adviezen van de Autoriteit

5.   Externe controle

Rekenkamer

6.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Begroting

52,2 (40) miljoen euro, waarvan 100 % (100 %) communautaire subsidie

Personeelsbestand per 31 december 2007

300 (250) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 273 (173) bezet,

+37 (55) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen)

Totaal aantal werknemers: 310 (228),

waarvan er

218 (149) uitvoerende en

92 (79) administratieve taken vervullen

1)

Als Europa's instantie voor risicoanalyse verleent de EFSA wetenschappelijk advies waarop de risicobeheerders in de Europese Unie hun besluiten ter bescherming van de consumenten in de EU kunnen baseren. In dit verband werden naar aanleiding van de 205 verzoeken om wetenschappelijk advies die in 2007 bij de EFSA werden ingediend, 203 adviezen en 80 verslagen vastgesteld en gepubliceerd. Een voorbeeld van de impact van het wetenschappelijke werk van de EFSA is het advies dat in juli 2007 werd uitgebracht en waarin werd geconcludeerd dat de kleurstof rood 2G van een bedenkelijke veiligheid was. Dit leidde tot de onmiddellijke stopzetting van het gebruik ervan in voedsel.

2)

De algemene doelstelling van de communicatie-inspanningen van de EFSA is de doelgroepen en uiteindelijk de Europese consumenten duidelijke, consistente, samenhangende en tijdige boodschappen te verstrekken over kwesties in verband met voedsel. De voornaamste communicatie-instrumenten en de verkregen resultaten in 2007 waren:

de nieuwe website met 1,5 miljoen bezoeken, meer dan 17 500 abonnees op de elektronische nieuwsbrief van de EFSA en 1 500 kijksessies per evenement met betrekking tot de webstreaming van vergaderingen van de raden van bestuur;

het persbureau van de EFSA dat 7 persconferenties organiseerde, 24 persberichten en verklaringen, 39 webnieuwsverhalen en 37 nieuwsberichten publiceerde;

de viering van het vijfjarig bestaan van de EFSA en het 50-jarig bestaan van het Verdrag van Rome vormden voor de EFSA de gelegenheid om nieuwe communicatieplatforms te gebruiken, hetgeen resulteerde in wetenschappelijke fora, voedselveiligheidstopontmoetingen en daarmee gepaard gaande evenementen met de lidstaten.

De samenwerking tussen de lidstaten en de EFSA is van cruciaal belang voor het algemene welslagen van het Europese voedselveiligheidssysteem en voor een toenemend vertrouwen bij de consument. Het adviesforum verbindt de EFSA met de nationale autoriteiten voor voedselveiligheid in alle lidstaten. Het adviesforum kwam in 2007 elk kwartaal bijeen. In het kader van de samenwerkingsstrategie dient een netwerk van nationale „brandpunten” als verbindingsschakel tussen de EFSA en de nationale autoriteiten. Eind 2007 hadden reeds 18 lidstaten een overeenkomst over een nationaal brandpunt met de EFSA ondertekend.

Om te garanderen dat de EFSA bereid is te reageren en de Europese Gemeenschap, met name de Commissie, te steunen, in noodgevallen of andere spoedeisende situaties, is in oktober 2007 een crisisoefeningsprogramma opgestart. De eerste crisisoefening is gehouden in januari 2008 (met het adviesforum) om de crisishandleiding te voltooien.

Bron: Door de Autoriteit verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (Parma) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit vorig(e) begrotingsjaar/jaren overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

opgevoerd

betaald

geannuleerd

Communautaire subsidies

52 207

48 193

Titel I

Personeel

24 060

22 975

22 297

678

1 085

483

315

168

Andere ontvangsten

p.m.

28

Titel II

Administratie

9 347

9 147

6 759

2 388

200

2 894

2 732

162

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

18 800

15 265

9 735

5 530

3 535

4 512

3 353

1 159

Bestemmingsontvangsten (1)

p.m.

129

Bestemmingsontvangsten

129

129

0

Totaal

52 207

48 350

Totaal

52 207

47 517

38 920

8 596

4 820

7 889

6 400

1 489

NB: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Door de Autoriteit verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Autoriteit in haar jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (Parma) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

46 202

35 117

Overige ontvangsten

27

23

Totaal (a)

46 229

35 140

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

20 475

16 014

Uitgaven in verband met vaste activa

1 005

771

Overige administratieve uitgaven

9 690

8 303

Beleidsuitgaven

13 144

8 950

Totaal (b)

44 314

34 038

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

1 915

1 102

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

1

3

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

3

4

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

–2

–1

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

1 913

1 101

Bron: Door de Autoriteit verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Autoriteit in haar jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (Parma) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

962

687

Materiële vaste activa

1 789

950

Vlottende activa

Voorfinanciering op korte termijn

354

224

Vorderingen op korte termijn

97

43

Overige vorderingen

478

112

Kasmiddelen

11 308

10 607

Totaal activa

14 988

12 624

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

523

388

Crediteuren

7 767

7 451

Totaal passiva

8 290

7 839

Nettoactiva

6 698

4 785

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

4 785

3 684

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

1 913

1 101

Nettovermogen

6 698

4 785

Bron: Door de Autoriteit verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Autoriteit in haar jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


(1)  Terugbetaling door het Europees Vertaalbureau: het terugbetaalde bedrag is aangewend voor uitgaven in verband met vertalingen.

NB: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Door de Autoriteit verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Autoriteit in haar jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


ANTWOORDEN VAN DE AUTORITEIT

7.

Sinds 2008 worden alle nieuwe projecten waarvoor de Autoriteit specifieke bijdragen van de Commissie ontvangt, geregistreerd en gecontroleerd op begrotingslijnen voor bestemmingsontvangsten (C4).

8.

Het jaar 2007 was het eerste jaar waarin wetenschappelijke subsidies werden gelanceerd. In 2008 werden verscheidene maatregelen genomen, zoals een vroege planning van de oproepen, sjablonen, een vademecum en extra administratieve ondersteuning om de publicatie van subsidieaankondigingen te versnellen. Tevens wordt al gewerkt aan de planning van subsidieaankondigingen voor 2009, en het is de bedoeling om enkele daarvan al in het najaar van 2008 te publiceren. Met de nieuwe overdrachtsprocedures en in overeenstemming met het principe van jaarperiodiciteit nam het percentage overdrachten in 2007 af (17 % van de definitieve begroting) in vergelijking met 2006 (22 %). In 2008 zullen hiervoor extra inspanningen worden geleverd.

9.

De weging van alle selectiecriteria en drempelwaarden voor opname in de volgende evaluatiefase en/of op de reservelijst worden door het selectiecomité beslist in een voorafgaande beoordelingsvergadering, die plaatsvindt na de uiterste termijn voor het indienen van sollicitaties voor de desbetreffende vacature. Er wordt echter geen toegang tot de sollicitatiegegevens verleend voordat de wegingen vastliggen. De grote schommelingen in het aantal ontvangen sollicitaties maakt het moeilijk om vooraf het aantal kandidaten te bepalen dat op de reservelijst moet worden geplaatst.

10.

Aanvragen voor uitzonderingen worden streng gecontroleerd en gerapporteerd.

Het hoge bedrag van deze aanvragen (705 169 euro, m.a.w. 83 % van de totale waarde) is toe te schrijven aan verbintenissen achteraf die voornamelijk verband houden met wetenschappelijke contracten voor een specifieke eenheid waar nadien organisatorische wijzigingen werden doorgevoerd.

11.

 

1)

De vaststellingen in verband met de financiële-evaluatieprocedure voor kadercontracten hebben betrekking op drie aanbestedingsprocedures die in 2005 en 2006 werden ondertekend, en op een kadercontract in 2007. In de toekomst zal de evaluatie van financiële offertes voor contracten tegen vaste prijzen worden gebaseerd op een vergelijkbare basis. Voor dit soort diensten werd voorlopig slechts 500 000 euro vastgelegd.

2)

De specifieke orders voor de desbetreffende diensten werden niet uitdrukkelijk vermeld in het kadercontract, maar hielden steeds verband met het domein ervan (organisatie van evenementen). Voor toekomstige kadercontracten zullen extra inspanningen worden geleverd om een volledige beschrijving van de mogelijke diensten te verkrijgen.

3)

In het aanbestedingsdocument werden wel de wegingen en kwaliteitscriteria uitgelegd, maar niet de weging van de deelcriteria. Ook al werd de aanvraag als voldoende transparant beschouwd, toch zullen de procedures in de toekomst worden verbeterd in de zin van de opmerkingen van de Rekenkamer.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/107


VERSLAG

over de jaarrekening van de Europese GNSS-toezichtautoriteit betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit

(2008/C 311/16)

INHOUD

1-5

INLEIDING

6-9

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

10-18

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van de Autoriteit

INLEIDING

1.

De toezichtautoriteit voor het Europese wereldwijde satellietnavigatiesysteem (GNSS) (hierna „de Autoriteit” genoemd) werd opgericht als communautair agentschap bij Verordening (EG) nr. 1321/2004 (1) van de Raad van 12 juli 2004 om de openbare belangen in verband met de Europese GNSS-programma's te behartigen en als bevoegde autoriteit voor het programma op te treden gedurende de stationerings- en exploitatiefase van Galileo. De Autoriteit nam in september 2006 de verantwoordelijkheid voor de financiële handelingen ervan op zich en 2007 is het eerste volledige jaar dat zij actief is. Tabel 1 bevat een samenvatting van de doelstellingen en activiteiten van de Autoriteit.

2.

Bij Verordening (EG) nr. 1942/2006 van de Raad van 12 december 2006 (2) werd het takenpakket van de Autoriteit uitgebreid met de activiteiten van de ontwikkelingsfase (eerste fase van het Galileo-programma (3)) die de gemeenschappelijke onderneming Galileo niet voor haar ontbinding per 31 december 2006 kon beëindigen. Krachtens de verordening werd de eigendom van de materiële en immateriële activa die tijdens de ontwikkelingsfase zijn aangekocht, toegewezen aan de Autoriteit. In 2007 maakte de gemeenschappelijke onderneming Galileo 80,5 miljoen euro over aan de Autoriteit, naast de overdracht ad 70 miljoen euro eind 2006.

3.

De Autoriteit werd opgericht om toezicht uit te oefenen op de stationeringsfase van het Galileo-project (4), die had moeten worden toevertrouwd aan een concessiehouder in het kader van een publiek-privaat samenwerkingsverband; van deze benadering werd echter afgezien wegens een meningsverschil over de aan het project verbonden risico's. In november 2007 besloot de Raad na ontvangst van het advies van het Europees Parlement, afstand te doen van de optie van het concessiecontract en de bouw (stationering) uit de EU-begroting te bekostigen. Zodoende moest de gehele opbouw van het project worden gewijzigd en de Commissie diende op 19 september 2007 een voorstel in tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1321/2004. Dit voorstel verduidelijkt niet de nieuwe rol van de Autoriteit en verwijst, zonder nadere precisering, naar delegatieovereenkomsten die de Autoriteit en het ESA (5) moeten sluiten inzake het beheer van de middelen van het programma en de eigendom van zijn activa.

4.

In deze wankele juridische context werden de rekeningen van de Autoriteit eind 2007 opgesteld.

5.

Essentiële gegevens uit de door de Autoriteit opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 zijn opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

6.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (6) aan het Europees Parlement en de Raad gericht; overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van de Autoriteit.

7.

De rekeningen van de Autoriteit over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad opgesteld door haar uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

8.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (7), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

9.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenVanwege de in de paragrafen 3, 4 en 13 tot en met 18 omschreven situaties is de Rekenkamer niet in staat een oordeel te geven over de betrouwbaarheid van de rekeningen van de Autoriteit over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekeningen van de Autoriteit over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.

OPMERKINGEN

10.

De definitieve begroting van de Autoriteit over 2007 beliep 436,5 miljoen euro. De grootste uitgaven hebben betrekking op de twee Europese satellietnavigatieprogramma's, Galileo en EGNOS (8). De begroting werd hoofdzakelijk gefinancierd uit subsidies van de Commissie (9), overdrachten van de gemeenschappelijke onderneming Galileo en bijdragen van derde landen (10). De kredieten die de Autoriteit werkelijk ter beschikking werden gesteld (210 miljoen euro), waren aanmerkelijk lager dan de aanvankelijk geplande 436,5 miljoen euro vanwege de vertraging die was ontstaan met het programma Galileo.

11.

Zelfs met een feitelijke begrotingsverlaging van 50 % was de bestedingsgraad van vastleggings- en betalingskredieten voor beleidsactiviteiten laag: 63 % voor vastleggingen en 51 % voor betalingen.

12.

Bovendien was er sprake van tekortkomingen in het beheer van de begroting: zo ontbrak een duidelijke samenhang tussen het werkprogramma van de Autoriteit en de begroting, waren overdrachten niet behoorlijk gemotiveerd of gedocumenteerd, werden invorderingsopdrachten herhaaldelijk te laat geboekt (11) in de begrotingsrekeningen en was de presentatie van de begrotingsuitvoering niet consistent.

13.

In de fase van validering in de omloopbaan (IOV) van het Galileo-programma komen activa tot stand die grotendeels zullen worden geïntegreerd in de infrastructuur die in de stationeringsfase werd opgezet (12). De in deze infrastructuur geïnvesteerde middelen kunnen dan ook niet worden beschouwd als onderzoeksuitgaven. Dit geldt temeer daar het de bedoeling is dat het Galileo-systeem met ingang van 2013 commercieel wordt geëxploiteerd (13). Eind 2007 was het proces van de eigendomsoverdracht van de activa van het Galileo-project nog bijlange na niet afgerond. Ondanks de ondertekening van de overdrachtsovereenkomsten tussen de belanghebbenden (gemeenschappelijke onderneming Galileo, ESA en de Autoriteit) was er eind 2007 geen lijst van de activa van het Galileo-project opgesteld, zodat de Autoriteit niet in staat was het bestaan ervan in haar rekeningen te vermelden.

14.

In december 2006 waren de in het kader van het EGNOS-project gegenereerde activa overgedragen aan de autoriteit in verband met een wijziging van Verordening (EG) nr. 1321/2004 (14). Deze activa zullen integrerend deel uitmaken van het Galileo-systeem (sein voor terugzetten, noodzakelijk voor officiële goedkeuring door Galileo van de veiligheid van het luchtvervoer). De wijze van overdracht van deze activa wordt geregeld in een nog te sluiten overeenkomst met de oorspronkelijke EGNOS-investeerders. De onderhandelingen ter zake waren eind 2007 nog niet afgerond. Er bestaat geen bijgewerkte, nauwkeurige inventaris van de EGNOS-activa en de rekeningen van de Autoriteit bevatten geen indicatie van de waarde ervan.

15.

Volgens de GalileoSat-verklaring (15) dienen de kosten van de IOV-fase gelijkelijk te worden verdeeld over het ESA en de Europese Unie. Eind 2007 was de bijdrage van de Unie ongeveer 114 miljoen hoger dan die van het ESA zelf. Deze voorfinanciering had in de rekeningen van de Autoriteit moeten worden opgenomen.

16.

Overeenkomstig haar oprichtingsverordening ontving de Autoriteit de activa van de gemeenschappelijke onderneming Galileo. Hieronder vallen de aan het ESA betaalde, niet-afgewikkelde voorfinancieringen. In haar rekeningen over 2007 heeft de Autoriteit slechts de eind 2006 resterende kasmiddelen van de gemeenschappelijke onderneming Galileo opgevoerd die in 2006 en 2007 aan haar waren overgemaakt (70,1, respectievelijk 80,4 miljoen euro). Hoewel het ESA een bedrag van circa 558 miljoen euro had ontvangen voor de IOV-fase, was slechts een betaling van 53,7 miljoen euro die de Autoriteit in 2007 had verricht, geboekt als voorfinanciering. De Autoriteit was niet nagegaan welke voorfinanciering de gemeenschappelijke onderneming Galileo reeds had betaald om te bepalen welke bedragen nog als activa op haar balans moesten worden opgevoerd. Er bestaat derhalve ernstige onzekerheid over het werkelijke bedrag van de nog af te wikkelen voorfinanciering dat per eind 2007 behoort tot de activa van de Autoriteit (16).

17.

In 2006 en 2007 maakte de gemeenschappelijke onderneming Galileo 150,5 miljoen euro in meerdere termijnen over aan de Autoriteit, die deze kasboekingen als ontvangen voorfinanciering opnam onder de kortlopende activa voor een bedrag van 121,2 miljoen euro (passivazijde van de balans) en boekte als ontvangsten ad 29,3 miljoen euro. Het grootste deel van deze middelen vormt het resterende kapitaal van de gemeenschappelijke onderneming Galileo waarop destijds de Commissie en het ESA hebben ingeschreven. Deze boekingen doen de volgende vraagstukken rijzen:

a)

aangezien er geen duidelijk tijdschema is dat aangeeft wanneer de door de Autoriteit ontvangen bedragen zullen worden besteed, is onduidelijk of de passiva als kortlopende passiva moeten worden aangemerkt;

b)

hoewel het hier gaat om een uitzonderlijke overdracht van voorzieningen uit de gemeenschappelijke onderneming Galileo, werd het bedrag ad 29,3 miljoen euro geboekt als „eigen middelen”. Dit is de enige oorzaak van het grote overschot van het jaar (27,1 miljoen euro). Om het beeld van de verrichtingen van het jaar niet te vertekenen, aangezien dit bedrag ontvangsten uit eerdere jaren betreft, had het niet opnieuw in de economische resultatenrekening mogen worden geboekt. Het had daarentegen als een eenvoudige vermogensoverdracht moeten worden beschouwd. Het werkelijke economische resultaat had een tekort van 2,3 miljoen euro moeten zijn.

Om de kwaliteit van haar financieel beheer te verbeteren, dient de Autoriteit duidelijke voorschriften vast te stellen voor het boeken van de ontvangsten in het boekhoudsysteem op transactiebasis.

18.

De gemeenschappelijke onderneming Galileo ontving 15 miljoen euro van derden (17). De status van deze bedragen is onduidelijk en ze werden niet specifiek vermeld in de rekeningen over 2007 van de Autoriteit.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 24 en 25 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 246 van 20.7.2004, blz. 1.

(2)  PB L 367 van 22.12.2006, blz. 18.

(3)  Het Galileo-programma is in drie fasen verdeeld: ontwikkeling en validering (2001-2008), stationering (2009-2012) en commerciële exploitatie (vanaf 2013).

(4)  30 in een baan rond de aarde te brengen satellieten en bijbehorende grondstations.

(5)  Europees Ruimteagentschap.

(6)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(7)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(8)  Europese navigatiedienst met geostationaire satellieten.

(9)  Exploitatiesubsidie ad 7,6 miljoen euro en beleidskredieten ad 194,5 miljoen euro.

(10)  Matimop (Israëlisch industriecentrum voor onderzoek en ontwikkeling), nationaal teledetectiecentrum van China (NRSCC — Volksrepubliek China) en België.

(11)  Invorderingsopdrachten worden opgesteld na ontvangst van de betrokken middelen en vervolgens — vaak met vertraging — in de begrotingsrekeningen geboekt.

(12)  Grondstations, signaalprotocollen en zelfs satellieten (materiële en immateriële activa).

(13)  Het is de bedoeling dat het EGNOS-signaal wordt gecommercialiseerd voordat Galileo operationeel wordt.

(14)  Dit werd herhaald in artikel 3 van de overeenkomst tussen de Europese GNSS-toezichtautoriteit en het Europees Ruimteagentschap betreffende de integratie van EGNOS in Galileo (16 mei 2007). De totale kosten van het EGNOS-programma bedragen circa 660 miljoen euro.

(15)  De GalileoSat-verklaring is het door het ESA opgestelde richtplan voor het project waarin de algemene technische en financiële opzet ervan is vastgelegd.

(16)  Deze kwestie wordt nog verder gecompliceerd door het feit dat bij de Autoriteit niet bekend is in welke mate het ESA zelf voorfinanciering aan zijn industriële partners verstrekt.

(17)  MATIMOP, NRSCC en België (elk 5 miljoen euro).


 

Tabel 1

Europese GNSS-toezichtautoriteit (Brussel)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van de Autoriteit zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad en gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1942/2006 van de Raad

Organisatie

In 2007 (2006) ter beschikking

van de Autoriteit gestelde middelen

In 2007 geleverde producten en diensten

Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid

Doelstellingen

De openbare belangen met betrekking tot de Europese GNSS-programma's behartigen;

als regulerende autoriteit optreden voor de Europese GNSS- programma's.

Taken

Sluit de concessieovereenkomst met de particuliere concessiehouder die belast is met de uitvoering en het beheer van de stationerings- en de exploitatiefase van Galileo;

ziet erop toe dat de concessiehouder de concessieovereenkomst naleeft;

garandeert de continuïteit van de dienstverlening wanneer de concessiehouder in gebreke blijft;

beheert de specifiek aan de Europese GNSS-programma's toegewezen middelen;

neemt het beheer over van de overeenkomst met de economische actor die belast wordt met de exploitatie van EGNOS;

legt een kader voor voor de toekomstige beleidsopties inzake EGNOS;

coördineert de activiteiten van de lidstaten met betrekking tot de frequenties die noodzakelijk zijn voor het functioneren van het systeem;

staat de Commissie bij bij het voorbereiden van de voorstellen voor de Europese GNSS-programma's;

moderniseert het systeem en ontwikkelt nieuwe generaties daarvan;

vervult de taken ter uitvoering van de begroting die haar door de Commissie worden toegewezen;

ziet erop toe dat de onderdelen van het systeem naar behoren worden gecertificeerd;

beheert alle aspecten in verband met de veiligheid en de beveiliging van het systeem;

neemt de voltooiing van de ontwikkelingsfase van het programma Galileo over;

onderneemt alle onderzoeksacties die nuttig zijn voor de Europese GNSS-programma's.

1.   Raad van bestuur

Samenstelling

één vertegenwoordiger per lidstaat;

één vertegenwoordiger van de Commissie.

Taken

benoemt de directeur;

keurt het jaarlijkse werkprogramma goed;

stelt de begroting vast;

keurt een jaarverslag over de activiteiten en de vooruitzichten van de Autoriteit goed.

2.   Uitvoerend directeur

Benoemd door de raad van bestuur

3.   Wetenschappelijk en Technisch Comité

Samengesteld uit erkende deskundigen uit de lidstaten en van de Commissie.

4.   Comité voor de veiligheid en beveiliging van het systeem

Samengesteld uit één vertegenwoordiger per lidstaat en één voor de Commissie.

5.   Externe controle

Europese Rekenkamer

6.   Kwijtingverlenende autoriteit

Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

210,0 (7,0) miljoen euro waarvan: 4 % (100 %) communautaire subsidie

Personeelsbestand per 31 december 2007

46 (39) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 39 (18) bezet,

+10 (5) andere personeelsleden (arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen en uitzendkrachten)

Totaal aantal werknemers: 49 (23)

waarvan er 30 (9) uitvoerende,

11 (9) administratieve en

8 (5) gemengde taken vervullen

Galileo-systeem

Ondersteuning aan de Commissie wat betreft de alternatieven voor Galileo na afronding van de onderhandelingen over de concessie, en bij de voorbereiding van de stationeringsfase met „volledig operationele capaciteit”;

hervatting van het formele „Mission Requirements Document Change Control Board” (comité belast met controle van wijzigingen van het document met aan de missie te stellen eisen);

lancering van de „Galileo Performance Monitoring and Analysis Facility” (prestatiebewakings- en analysefunctie van Galileo);

bijdrage aan task forces en werkgroepen voor frequenties;

certificeringsvereisten en certificeringsplan voor het Comité betreffende certificering Galileo;

ontwerp-normen voor Galileo in de sectoren lucht- en zeevervoer.

Europese navigatiedienst met geostationaire satellieten (EGNOS)

Structurering van de operationele fase van EGNOS door overeenstemming over een grondslag voor de EGNOS-kaderovereenkomst tussen de Autoriteit, de Commissie, het ESA en de „EGNOS Operator and Infrastructure Group”;

assistentie van de Commissie bij het EGNOS-richtplan;

vactualisering van het „EGNOS System Safety Case” (uitbrengen van het EGNOS-certificeringsplan en nieuwe versies van de veiligheidsdossiers inzake ontwerp en exploitatie);

wijziging van het „EGNOS Mission Requirements Document”;

toezicht op de operationele kwalificatie van EGNOS;

opstelling van een bestek van de werkzaamheden voor het contract met de toekomstige dienstverlener van EGNOS.

Systeembeveiliging

Oprichting van het Comité voor systeemveiligheid en -beveiliging, en deelneming in de beveiligingsraad van Galileo;

technisch beheer van de verklaring inzake systeemspecifieke beveiligingsvereisten voor Galileo;

opstelling, validering en toepassing van documenten inzake beveiliging voor EGNOS;

beschrijving van het waarnemingscentrum inzake beveiliging van Galileo.

Marktontwikkeling

Beschrijving van instrumenten voor marktontwikkeling;

ondersteuning van toetreding van EGNOS tot de markt.

Onderzoek en ontwikkeling

Beheer van 61 projecten vallend onder het zesde kaderprogramma voor onderzoek, overgedragen door de gemeenschappelijke onderneming Galileo;

voorbereiding en uitschrijving van de eerste oproep in verband met O&O voor GNSS in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek;

implementatie van een internettool voor kennisbeheer en -verspreiding.

Bron: Door de Autoriteit verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europese GNSS-toezichtautoriteit (Brussel) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting van het begrotingsjaar

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

opgevoerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

opgevoerd

vastgelegd

betaald

geannuleerd

Communautaire subsidie

7 599

7 599

Titel I

Personeel (NGK)

4 437

4 437

4 050

3 996

54

387

398

0

164

234

Titel II

Administratie (NGK)

1 364

1 364

1 322

526

796

42

878

0

648

230

Beleidskredieten van de Commissie (R0)

194 500

24 950

Titel III

Beleidsactiviteiten (GK)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overdrachten van de gemeenschappelijke onderneming Galileo (R0)

234 368

150 487

— VK

1 798

1 798

1 653

0

0

145

198

198

0

0

— BK

1 798

1 798

0

1 042

0

756

0

0

0

0

Andere ontvangsten

0

396

Bestemmingsontvangsten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

— VK

428 868

202 436

128 176

0

113 475

0

0

0

0

0

— BK

428 868

175 436

0

88 961

86 475

0

0

0

0

0

Totaal

436 467

183 432

Totaal VK

436 467

210 035

135 201

0

114 325

574

1 474

198

812

464

Totaal BK

436 467

183 035

0

94 525

87 325

1 185

1 276

0

812

464

BK

:

betalingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

NGK

:

niet-gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten zijn gelijk aan de betalingskredieten).

GK

:

gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten kunnen afwijken van de betalingskredieten).

VK

:

vastleggingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

Het verschil van 226,4 miljoen euro tussen „opgevoerde” en „beschikbare” vastleggingskredieten betreft 50 miljoen euro voor de fase van validering in de omloopbaan die door een TEN-T-subsidie gefinancierd zou worden, 100 miljoen euro voor de stationeringsfase van Galileo, 11,3 miljoen euro te ontvangen van Matimop en 65 miljoen euro bij te dragen door de NRSCC. Deze bedragen werden in 2007 niet beschikbaar gesteld vanwege de in het Galileo-programma opgetreden vertragingen.

Het verschil van 253,4 miljoen euro tussen „opgevoerde” en „beschikbare” betalingskredieten betreft 50 miljoen euro voor de fase van validering in de omloopbaan die door een TEN-T-subsidie gefinancierd zou worden, 100 miljoen euro voor de stationeringsfase van Galileo, 11,3 miljoen euro te ontvangen van Matimop, 65 miljoen euro bij te dragen door de NRSCC, een saldo van 2 miljoen euro, te ontvangen via het zesde kaderprogramma voor onderzoek, een saldo van 20 miljoen euro, te ontvangen via het zevende kaderprogramma voor onderzoek, en een saldo van 5 miljoen euro in verband met een subsidie voor EGNOS. Deze bedragen werden in 2007 niet beschikbaar gesteld vanwege de in het Galileo-programma opgetreden vertragingen.

Bron: Door de Autoriteit verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Autoriteit in haar jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europese GNSS-toezichtautoriteit (Brussel) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Eigen middelen

31 746

0

Communautaire subsidies

51 360

1 981

Andere ontvangsten

44

60

Totaal (a)

83 150

2 041

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

3 740

564

Uitgaven in verband met vaste activa

77

4

Overige administratieve uitgaven

2 028

595

Beleidsuitgaven

50 872

53

Totaal (b)

56 717

1 216

Overschot/(tekort) uit beleidsuitgaven (c = a – b)

26 433

825

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

643

0

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

0

0

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsuitgaven (g = e – f)

643

0

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

27 076

825

Bron: Door de Autoriteit verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Autoriteit in haar jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Europese GNSS-toezichtautoriteit (Brussel) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

111

0

Materiële vaste activa

228

65

Vlottende activa

Kortlopende voorfinanciering

28

0

Kortlopende vorderingen

68 931

59

Kasmiddelen

91 942

76 485

Totaal activa

161 240

76 609

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

68

29

Crediteuren

133 271

75 755

Totaal passiva

133 339

75 784

Nettoactiva

27 901

825

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

825

0

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

27 076

825

Nettovermogen

27 901

825

Bron: Door de Autoriteit verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Autoriteit in haar jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


ANTWOORDEN VAN DE AUTORITEIT

12.

De Autoriteit treft de noodzakelijke maatregelen om haar begrotingsrapportage te verbeteren. In 2007 moest zij een groot aantal overdrachten boeken wegens een uitzonderlijke begrotingssituatie (50 % reserve op de operationele begroting) waardoor het bijzonder moeilijk werd een duidelijke koppeling tussen het werkprogramma en de begroting aan te houden.

13.

De Rekenkamer wijst er terecht op dat de Autoriteit op 31 december 2007 de in de IOV-fase tot stand gekomen activa niet kon controleren. Deze activa stonden toen nog onder controle van het ESA. Dit was te wijten aan de juridische onzekerheden op dat moment rond het project, omdat het ESA beweerde dat zij als internationale organisatie niet door Verordening 1942/2006 gebonden is. De Autoriteit deelt de mening van de Rekenkamer dat een inventaris van de projectactiva wenselijk is. Dit is een van de elementen van het programma GalileoSat, dat het ESA ter beschikking moet stellen van de Commissie, als nieuwe programmabeheerder.

14.

De Rekenkamer wijst er terecht op dat op 31 december 2007 nog geen overeenstemming was bereikt over de overdracht door het ESA van EGNOS-activa, en dat de Autoriteit deze activa dan ook niet in haar rekening heeft kunnen opnemen.

15.

De Autoriteit erkende enkel voorfinancieringen van in totaal 53,2 miljoen met betrekking tot de kosten van de IOV-fase, aangezien dit bedrag het totaal is van de betalingen van de Autoriteit aan het ESA voor deze fase.

16.

Alle betalingen door de gemeenschappelijke onderneming Galileo werden als uitgaven in haar jaarrekening opgenomen en zijn daarom niet in de rekeningen van de Autoriteit geboekt. De raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming Galileo heeft in september 2007 na een positief advies van de controleurs kwijting verleend voor de rekeningen van het jaar 2006. Vanuit het gezichtspunt van de Commissie weerspiegelde de nettopositie in de rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming Galileo per eind 2006 (dat wil zeggen geen vorderingen van de Commissie, noch vorderingen op derden) de situatie van de subsidies.

17.

 

a)

Rekening houdend met de onzekerheid over de rol van de Autoriteit bij de Galileo- en EGNOS-projecten worden deze betalingen als opeisbare activa geboekt. De Autoriteit geeft toe dat zij voortaan een meer gedetailleerde analyse van de passivazijde van de balans zou kunnen geven.

b)

De Autoriteit is van mening dat het bedrag van 29,3 miljoen verband houdt met de activiteiten in voorgaande jaren van de gemeenschappelijke onderneming Galileo, en niet van haar eigen activiteiten in voorgaande jaren. Zij beschouwt dit dan ook als buitengewone ontvangsten in het verslagjaar.

18.

Volgens de informatie die de Autoriteit heeft ontvangen, heeft de raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming Galileo in liquidatie besloten dat de niet bestede bedragen niet teruggestort zouden worden aan de aandeelhouders van de gemeenschappelijke onderneming Galileo.

De liquidateur van de gemeenschappelijke onderneming Galileo heeft de Autoriteit meegedeeld dat alle niet-bestede middelen (met uitzondering van een bedrag van 200 000 euro) naar haar was overgeboekt.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/116


VERSLAG

over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

(2008/C 311/17)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-8

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Bureau

INLEIDING

1.

Het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (hierna „het Bureau” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad (1). Het Bureau heeft tot taak, de gedecentraliseerde organen, en desgewenst de communautaire instellingen en overige EU-organen, de vertaaldiensten te leveren die nodig zijn voor hun activiteiten.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Bureau opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Bureau.

4.

De rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2965/94 opgesteld door de uitvoerend directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

In een geval bleek uit de controle van de procedures voor het plaatsen van opdrachten dat de evaluatie van de gunningscriteria niet naar behoren was gedocumenteerd, want het Bureau had geen kosten-batenanalyse van de diverse voorgestelde alternatieven gemaakt ter rechtvaardiging van de uiteindelijke keuze.

8.

De wijze waarop een van de zes gecontroleerde wervingsprocedures werd uitgevoerd miste de nodige accuratesse. Het onderzochte dossier vertoonde verscheidene anomalieën (fouten in de beoordelingsformulieren, gegevens niet geregistreerd op de wijze als voorgeschreven, onnauwkeurigheid van de bewijsstukken). Door deze situatie was de doorzichtigheid van de procedure niet verzekerd.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 16 juni 2008 opgesteld en zijn op 3 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).


 

Tabel 1

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (Luxemburg)

Communautaire bevoegdheden

Bevoegdheden van het Bureau zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad

Organisatie

In 2007 ter beschikking van het Bureau gestelde middelen

(2006)

In 2007 geleverde producten en diensten

(2006)

De vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten hebben in onderlinge overeenstemming het besluit genomen, bij de in Luxemburg gevestigde vertaaldiensten van de Commissie een vertaalbureau voor de organen van de Unie op te richten dat de vertalingen verzorgt die nodig zijn voor de werking van de organismen en diensten waarvan de zetels zijn vastgesteld bij besluit van 29 oktober 1993.

(Besluit van de Raad genomen krachtens artikel 235 van het Verdrag)

Doelstellingen

De nodige vertaaldiensten verrichten ten behoeve van de werking van de volgende organisaties:

het Europees Milieuagentschap,

de Europese Stichting voor Opleiding,

het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving,

het Europees Geneesmiddelenbureau,

het Bureau voor de gezondheid en de veiligheid op het werk,

het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, ontwerpen en modellen),

de Europese Politiedienst (Europol) en de Europol-Drugseenheid.

Andere dan de hierboven genoemde, door de Raad opgerichte organisaties kunnen gebruik maken van de diensten van het Bureau. De instellingen en de organisaties van de Europese Unie die over een eigen vertaaldienst beschikken, mogen zo nodig vrijwillig een beroep doen op het Bureau.

Het Bureau neemt volledig deel aan de werkzaamheden van het Interinstitutioneel Vertaalcomité.

Taken

Treffen van voorzieningen voor samenwerking met organen, organisaties en instellingen;

deelnemen aan de werkzaamheden van het Interinstitutioneel Vertaalcomité.

1.   Raad van bestuur

Samenstelling

Een vertegenwoordiger van elke lidstaat,

twee vertegenwoordigers van de Commissie,

een vertegenwoordiger van elke organisatie, elk orgaan of elke instelling die een beroep doet op de diensten van het Bureau.

Taak

Stelt het jaarlijkse werkprogramma en het jaarlijks verslag van het Bureau vast.

2.   Directeur

Door de raad van bestuur op voordracht van de Commissie benoemd.

3.   Externe controle

Rekenkamer

4.   Interne audit

Interne auditor van de Commissie

5.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

46,12 (40,88) miljoen euro

Personeelsbestand per 31 december 2007

200 (189) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 176 (169) bezet

waarvan er

88 (80) uitvoerende,

88 (89) administratieve taken vervullen.

Aantal vertaalde pagina's

732 673 (546 735)

Aantal pagina's per taal

officiële talen: 729 286 (537 797)

overige talen: 3 387 (8 938)

Aantal pagina's per cliënt

organen: 711 131 (531 454)

instellingen: 21 542 (15 281)

Aantal freelance vertaalde pagina's

395 701 (260 303)

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.


Tabel 2

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (Luxemburg) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

Eigen ontvangsten

37 967

40 291

Titel I

Personeel

17 285

15 614

15 430

185

1 670

196

168

28

Rente

450

1 301

Titel II

Administratie

4 983

4 215

2 757

1 457

769

1 215

1 124

91

Resultaat van het voorgaande begrotingsjaar

16 994

16 994

Titel III

Beleidsactiviteiten

14 753

13 385

11 102

2 283

1 368

1 475

1 473

2

Terugbetaling aan cliënten

–9 295

–9 295

Titel X

Reserve

9 095

0

0

0

9 095

0

0

0

Andere ontvangsten

0

12

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

46 116

49 303

Totaal

46 116

33 214

29 289

3 925

12 902

2 886

2 765

121

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (Luxemburg) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Eigen middelen

41 317

32 817

Overige ontvangsten

211

126

Totaal (a)

41 528

32 943

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

15 476

13 713

Uitgaven in verband met vaste activa

3 875

4 195

Overige administratieve uitgaven

2 229

2 021

Beleidsuitgaven

12 810

8 757

Totaal (b)

34 390

28 686

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

7 138

4 257

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

1 301

844

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

4

3

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

1 297

841

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

8 435

5 099

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (Luxemburg) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

539

267

Materiële vaste activa

551

391

Vlottende activa

Voorraden

390

313

Vorderingen op korte termijn

6 900

5 907

Kasmiddelen

34 930

34 618

Totaal activa

43 310

41 496

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

12 829

10 600

Crediteuren

2 436

1 991

Totaal passiva

15 265

12 591

Nettoactiva

28 045

28 905

Reserve

Reserves

10 760

9 761

Gecumuleerd overschot/tekort

8 849

14 045

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

8 435

5 099

Nettovermogen

28 045

28 905

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


ANTWOORDEN VAN HET BUREAU

7.

Het Bureau neemt goede nota van de opmerking van de Rekenkamer en zal zijn ex-ante evaluatie verbeteren door ervoor te zorgen dat de kosten-batenanalyse integraal deel gaat uitmaken van alle werkzaamheden die belangrijke uitgaven met zich meebrengen waar zich diverse alternatieven voordoen.

8.

Het Bureau neemt goede nota van de opmerking van de Rekenkamer en de procedures zullen dienovereenkomstig worden aangepast.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/122


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Centrum

(2008/C 311/18)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-10

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Centrum

INLEIDING

1.

Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (hierna „het Centrum” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 (1). Hoofdtaak van het Centrum is informatie te verzamelen en te verspreiden betreffende de preventie en bestrijding van ziekten bij de mens en daarover wetenschappelijke adviezen te verstrekken. Het Centrum moet ook de Europese netwerken coördineren die op dit gebied werkzaam zijn.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Centrum. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Centrum opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Centrum.

4.

De rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 851/2004 opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Centrum zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begroting 2007 van het Centrum beliep 28,9 miljoen euro, tegen 17,1 miljoen euro het voorgaande jaar. De begrotingsstijging vloeit hoofdzakelijk voort uit de ontwikkeling van de in het meerjarenprogramma opgenomen activiteiten van het Centrum. Van de vastleggingskredieten voor 2007 werd 28,3 miljoen euro besteed; 16,3 miljoen euro daarvan werd betaald en 12,0 miljoen euro werd overgedragen. Het lage betalingsniveau duidt op moeilijkheden bij de uitvoering van de activiteiten in 2007. Dit lage niveau is gedeeltelijk te verklaren uit het feit dat de Commissie aan het eind van het jaar extra middelen (1,8 miljoen euro) ter beschikking heeft gesteld. Daarnaast blijken uit het niveau van de begrotingswijzigingen (5) gebreken in het toezicht op de begrotingsuitvoering. Deze situatie was in strijd met de beginselen van jaarperiodiciteit en specialiteit.

8.

De inventaris van de vaste activa (brutobedrag 3,5 miljoen euro) werd bijgehouden met behulp van een spreadsheet, hetgeen de integriteit van de gegevens niet garandeerde, en sinds het Centrum werd opgericht is er geen complete fysieke inventarisatie van de vaste activa verricht.

9.

Het werkprogramma van het Centrum voor 2007 is activiteitengeoriënteerd en de oorspronkelijke begroting volgt de structuur van het werkprogramma. Toen men besloot begrotingswijzigingen aan te brengen, werd echter geen evaluatie opgemaakt van de impact daarvan op het werkprogramma en de verwezenlijking van de doelstellingen.

10.

In 2007 heeft het Centrum 0,5 miljoen euro uitgegeven voor diverse renovatiewerkzaamheden aan het gebouw dat voor zijn kantoren wordt gehuurd. Evenals in 2006 werd door middel van een rechtstreekse overeenkomst tussen het Centrum en de eigenaar tot deze werkzaamheden besloten, zonder dat de aard van de te verrichten werkzaamheden en de termijnen en betalingsvoorwaarden werden gespecificeerd. Deze situatie was in strijd met het Financieel Reglement en met het zuinigheidsbeginsel.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 24 en 25 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 18 juni 2008 opgesteld en zijn op 30 juni 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  De begrotingsmiddelen onder titel I en titel III daalden met respectievelijk 0,9 en 1,3 miljoen euro ten gunste van titel II.


 

Tabel 1

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (Stockholm)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Centrum zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 851/2004

Organisatie

Ter beschikking van het Centrum gestelde middelen

(Gegevens over 2006)

In 2007 geleverde producten en diensten

Bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd. Het optreden van de Gemeenschap, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid. Dit optreden omvat de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken, de overdracht en de preventie daarvan, alsmede door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsonderwijs.

(Artikel 152 van het Verdrag)

Doelstellingen

Het versterken van de afweer tegen besmettelijke ziekten in Europa; meer bepaald het opsporen, beoordelen en meedelen van reeds aanwezige en zich ontwikkelende risico's voor de menselijke gezondheid als gevolg van overdraagbare ziekten.

Hiertoe beheert het Centrum gespecialiseerde surveillancenet-werken, geeft het wetenschappelijke adviezen, beheert het het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen en voorziet het in wetenschappelijke en technische bijstand en opleiding.

Taken

Beheer van de gespecialiseerde surveillancenetwerken voor ziekten en stimuleren van netwerkactiviteiten. Het Centrum moet een specifieke rol spelen bij het verzamelen, valideren, analyseren en verspreiden van de gegevens.

Adviezen van erkende experts en adviezen en wetenschappelijke studies op het gebied van overdraagbare ziekten verstrekken.

Beheer van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen. Opzetten van procedures voor de opsporing van nieuwe bedreigingen voor de gezondheid.

Versterken van de capaciteit van de lidstaten inzake planning van voorbereiding en opleiding.

De bevolking en de belanghebbenden informeren over zijn werkzaamheden.

1.   Raad van bestuur

Eén door elke lidstaat benoemd lid, twee door het Europees Parlement aangewezen leden en drie leden die de Commissie vertegenwoordigen.

De raad van bestuur stelt het jaarprogramma en de jaarbegroting van het Centrum vast en ziet toe op de uitvoering ervan.

2.   Directeur

Benoemd door de raad van bestuur op basis van een lijst van door de Commissie voorgedragen kandidaten.

3.   Adviesforum

Eén vertegenwoordiger van elke lidstaat en drie vertegenwoordigers van de Commissie zonder stemrecht.

Het forum heeft tot taak het hoge wetenschappelijke niveau en de onafhankelijkheid van de werkzaamheden en adviezen van het Centrum te waarborgen.

4.   Externe controle

Europese Rekenkamer

5.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting 2007

28,9 (17,1) miljoen euro, waarvan 98 % communautaire subsidie en 2 % EVA-middelen

Personeelsbestand

Posten in de lijst van het aantal ambten: 90 (50)

waarvan bezet: 80 (48)

+42 (36) andere dienstverbanden

Totaal aantal werknemers: 122 (84)

waarvan er 75 (49) uitvoerende en

 47 (35) administratieve taken verrichten

Een database voor dreigende overdraagbare ziekten (Threat Tracking Tool, TTT) werd in 2007 ontwikkeld en ten uitvoer gelegd.

Het ECDC voltooide de overdracht van de SVWM-acties in 2007, en begon ook met de ontwikkeling van standaardexploitatieprocedures voor het onderzoek van uitbraken en maatregelen.

In 2007 werden twee simulaties verricht: testen van de interne procedures en uitrusting en testen van de procedures met betrekking tot de risicoanalyse en de steun van de lidstaten voor activiteiten ter opsporing van contacten.

Start van het Europees Surveillancesysteem in het najaar van 2007, met verzameling van gegevens voor naar ECDC migrerende DSN’s.

Publicatie van het eerste Europese epidemiologische verslag en van het EU-zoönoseverslag, in nauwe samenwerking met de lidstaten en de EFSA.

Integratie van het wetenschappelijke tijdschrift Eurosurveillance in het ECDC.

Organisatie van vijf opleidingssessies over onderzoek naar uitbraken in partnerschap met ASPHER. Daarnaast werd een module over het beheer van crises in de volksgezondheid georganiseerd, waarin vooraanstaande epidemiologen uit alle lidstaten bijeenkwamen. Een opleidingshandboek over toegepaste epidemiologie werd verder ontwikkeld.

De zelfbeoordelingsbezoeken betreffende paraatheid bij pandemische griep aan alle dertig EU/EER-lidstaten werden afgerond. Op het gebied van HIV en SOA-surveillance en -preventie bereidde het Centrum het terrein voor voor het op zich nemen van verantwoordelijkheid voor surveillance van HIV/AIDS in Europa, legde het twee landenbezoeken af om de programma’s voor preventie, controle en surveillance te bestuderen en verrichtte het EU-brede studies om de preventie-acties te evalueren. In het kader van de specifieke activiteiten met betrekking tot tuberculose werd een actieplan ter bestrijding van deze ziekte in de EU ontwikkeld.

Er werd een wetenschappelijke overleggroep van wetenschappelijke genootschappen uit de gehele EU opgericht.

Het Centrum organiseerde in zijn gebouwen de eerste Europese wetenschappelijke conferentie over toegepaste epidemiologie voor besmettelijke ziekten (ESCAIDE).

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (Stockholm) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit vorig(e) begrotingsjaar/jaren overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

Communautaire subsidies

28 898

28 614

Titel I

Personeel

9 598

9 528

8 825

703

70

404

330

74

 

 

 

Titel II

Administratie

6 268

5 915

3 498

2 417

353

1 620

1 505

115

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

13 032

12 866

3 928

8 938

166

5 073

3 956

1 117

Totaal

28 898

28 614

Totaal

28 898

28 309

16 251

12 058

590

7 097

5 791

1 306

NB: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (Stockholm) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

26 980

15 806

Totaal (a)

26 980

15 806

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

8 252

4 536

Uitgaven in verband met vaste activa

612

305

Overige administratieve uitgaven

4 395

2 893

Beleidsuitgaven

8 699

2 623

Totaal (b)

21 958

10 357

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

5 022

5 449

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

22

0

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

4

64

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

18

–64

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

5 040

5 385

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (Stockholm) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

324

111

Materiële vaste activa

2 414

936

Vlottende activa

Voorfinanciering op korte termijn

461

400

Voorraden

2

7

Vorderingen op korte termijn

787

387

Kasmiddelen

13 420

7 223

Totaal activa

17 408

9 064

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

136

70

Crediteuren

5 893

2 655

Totaal passiva

6 029

2 725

Nettoactiva

11 379

6 339

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

6 339

954

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

5 040

5 385

Nettovermogen

11 379

6 339

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


ANTWOORDEN VAN HET CENTRUM

7.

Zoals de Rekenkamer opmerkte, bevindt het Centrum zich nog in een groeifase, als gevolg waarvan het lastiger is een hoge uitvoeringsgraad van de betalingen te bereiken. Desalniettemin heeft de leiding de betalingsuitvoering reeds verhoogd en als doelstelling naar voren gebracht uiterlijk 2010 in de buurt te komen van een betalingsuitvoering van 70 %.

Het Centrum bekijkt zorgvuldig welke begrotingswijzigingen nodig zijn en zegt toe zijn toezicht hierop, op grond van de opgedane ervaring, te verbeteren, teneinde het aantal overdrachten verder terug te brengen.

8.

Het Centrum realiseert zich de beperkte betrouwbaarheid van een met behulp van een spreadsheet bijgehouden inventarislijst. Om dit euvel te verhelpen, zijn de gegevens regelmatig geverifieerd. Er is een nieuw systeem voor inventarisatie van de activa ontwikkeld, dat naar verwachting eind 2008 in werking zal treden. Bovendien is de dienst Logistiek versterkt, zodat geleverde goederen getraceerd kunnen worden en het bestaan van de activa van het Centrum fysiek kan worden vastgesteld.

9.

Alle overdrachten met gevolgen voor de operationele titel van de begroting vonden plaats om de doelstellingen van het Centrum dynamisch te kunnen prioriteren. Het Centrum is het echter eens met de opmerking en zal vanaf 2008 zijn werkprogramma en de daarmee samenhangende begrotingswijzigingen actualiseren.

10.

Het Centrum volgt de uitgevoerde werkzaamheden nauwlettend, met het oog op tenuitvoerlegging van het zuinigheidsbeginsel. Het sluit momenteel een kaderovereenkomst af waarin de voorwaarden voor bepaalde uit te voeren werkzaamheden in detail zijn beschreven.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/130


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van het antwoord van het Centrum

(2008/C 311/19)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7

OPMERKING

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoord van het Centrum

INLEIDING

1.

Het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (hierna: „het Centrum”) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad (1). Hoofdtaak van het Centrum is bij te dragen tot de ontwikkeling van de beroepsopleiding op communautair niveau. Hiertoe moet het Centrum documentatie over de systemen voor beroepsopleiding samenstellen en verspreiden.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Centrum. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Centrum opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Centrum.

4.

De rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 12 bis van Verordening (EEG) nr. 337/75 opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Centrum zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerking doet niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKING

7.

De begroting 2007 van het Centrum beliep 17,4 miljoen euro, tegen 17,6 miljoen euro het voorgaande jaar. Het werkprogramma 2007 van het Centrum geeft een opsomming van de geplande activiteiten voor elke specifieke doelstelling, met een gedetailleerde beschrijving van de te realiseren output. De doelstellingen en prestatie-indicatoren zijn vaak niet meetbaar, hetgeen het beoordelen van de behaalde resultaten bemoeilijkt. Indien het Centrum een zuiver activiteitengeoriënteerde begroting wenst, dient het precieze doelstellingen te omschrijven en zijn programmering te verbeteren. In de programmering moet een duidelijk, consistent verband worden gelegd tussen de gestelde doelen en de tenuitvoerlegging van de begrotingsmiddelen die nodig zijn om deze te bereiken.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 17 juni 2008 opgesteld en zijn op 3 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).


 

Tabel 1

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop) — Thessaloniki

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Centrum zoals omschreven in de artikelen 2 en 3 van Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad

Organisatie

In 2007

(2006) ter beschikking van het Centrum gestelde middelen

In 2007

(2006) geleverde producten en diensten

De Gemeenschap legt inzake beroepsopleiding een beleid ten uitvoer waardoor de activiteiten van de lidstaten worden versterkt en aangevuld voor de inhoud en de opzet van de beroepsopleiding.

Het optreden is erop gericht:

de aanpassing aan veranderingen in het bedrijfsleven te vergemakkelijken, met name door beroepsopleiding en omscholing;

door verbetering van de initiële beroepsopleiding en van bij- en nascholing, de opneming en de wederopneming op de arbeidsmarkt te bevorderen;

de toegang tot beroepsopleidingen te vergemakkelijken en de mobiliteit van opleiders en leerlingen, met name jongeren, te bevorderen;

de samenwerking inzake opleiding tussen onderwijs- of opleidingsinstellingen en ondernemingen te bevorderen;

de uitwisseling te bevorderen van informatie en ervaring omtrent de gemeenschappelijke vraagstukken waarmee de opleidingsstelsels van de lidstaten worden geconfronteerd.

(Samenvatting van artikel 150 van het Verdrag)

Opdracht van het Centrum

Als referentiepunt van de Europese Unie inzake beroepsopleiding en -onderwijs biedt het Cedefop aan bewindslieden, onderzoekers en veldwerkers informatie die moet bijdragen tot een beter inzicht in de ontwikkelingen, zodat beslissingen over toekomstige acties beter onderbouwd zijn.

Het Cedefop staat de Europese Commissie bij teneinde de beroepsopleiding en het beroepsonderwijs op communautair niveau te bevorderen en te ontwikkelen.

Taken

Een gerichte documentatie samenstellen en gegevensanalyse verrichten;

bijdragen aan de ontwikkeling en coördinatie van onderzoek;

relevante informatie benutten en verspreiden;

een gecoördineerde aanpak van kwesties in verband met de beroepsopleiding bevorderen en steunen;

een forum bieden voor een uitgebreid en gevarieerd publiek.

1.   Raad van bestuur

Bestaande uit:

per lidstaat:

één lid dat de regering vertegenwoordigt;

één lid dat de werkgeversorganisaties vertegenwoordigt;

één lid dat de werknemersorganisaties vertegenwoordigt en drie leden die de Europese Commissie vertegenwoordigen.

2.   Uitvoerend bureau

Bestaande uit:

de voorzitter en de drie vicevoorzitters van de raad van bestuur (één uit elke groep), één coördinator per groep en één vertegenwoordiger van de Commissie.

3.   Directeur

Door de Commissie benoemd aan de hand van een kandidatenlijst die door de raad van bestuur wordt ingediend; is verantwoordelijk voor de leiding van het Centrum en geeft uitvoering aan de besluiten van de raad van bestuur en het uitvoerend bureau.

4.   Interne controle

Dienst interne audit van de Commissie

5.   Externe controle

Rekenkamer

6.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Begroting

17,4 (17,6) miljoen euro

waarvan 96 % (95 %) communautaire subsidie

Personeelsbestand per 31 december 2007

97 (95) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 89 (81) bezet,

andere dienstverbanden: arbeidscontractanten,

gedetacheerde nationale deskundigen.

Totaal aantal werknemers: 128 (123),

waarvan er

89 (84) uitvoerende,

39 (34) administratieve en

0 (5) gemengde taken vervullen.

Conferenties en seminars: 11 (24);

Workshops: 82 (24);

Bezoeken/presentaties: 24 (21);

Studies: 14 (35) + 23 subsidieprocedures voor ReferNet;

Projecten: 40 (36) (waarvan 8 (2) administratief) plus 13 (15) virtuele gemeenschappen (waarvan 3 (1) administratief);

Deelname aan: follow-up Helsinki en voorbereiding voor de ministersvergadering te Bordeaux in 2008, programma Onderwijs en opleiding 2010, programma Leonardo da Vinci en overgang naar programma Een leven lang leren, gemeenschappelijk actiekader sociale partners, Raadgevend Comité voor de beroepsopleiding, directeuren-generaal voor beroepsopleiding, Coördinatiegroep Onderwijs en opleiding 2010;

Publicaties: 34 (43);

3 (3) nummers van Cedefop info;

3 (3) nummers van het Europees tijdschrift voor beroepsopleiding;

Distributie van documenten: 8 477 (8 733) op aanvraag, 1 565 (1 774) abonnementen op het Europees tijdschrift, 8 490 (8 498) abonnementen op Cedefop info;

Elektronische publicaties: 3 364 (3 324) abonnementen op ETV-nieuwsbrief, 4 000 000 (3 583 478) opgevraagde ETV-pagina's, 5 841 (7 553) geregistreerde leden in de virtuele gemeenschappen, 769 (844) deelnemers in het programma voor studiebezoeken.

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop) — Thessaloniki — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van het begrotingsjaar

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidie

16 730

16 317

Titel I

Personeel (NGK)

9 631

9 000

8 694

306

631

338

338

240

0

98

Andere ontvangsten

125

96

 

 

 

Titel II

Administratie (NGK)

2 049

1 754

808

1 096

145

559

559

519

0

40

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten (GK)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

— VK

5 150

4 805

 

0

0

0

0

0

0

0

— BK

5 175

 

4 869

99

207

0

0

0

0

0

Bestemmingsontvangsten (1)

544

494

Bestemmingsontvangsten

544

82

19

525

0

916

446

227

551

138

Totaal

17 399

16 907

Totaal VK

17 374

15 641

 

1 927

775

1 813

1 343

 

551

276

Totaal BK

17 399

 

14 390

2 026

983

1 813

 

986

551

276

NGK

:

niet-gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten zijn gelijk aan de betalingskredieten).

GK

:

gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten kunnen afwijken van de betalingskredieten).

VK

:

vastleggingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

BK

:

betalingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop) — Thessaloniki — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

15 707

14 146

Overige subsidies

396

457

Overige ontvangsten

373

279

Totaal (a)

16 476

14 882

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

9 041

8 166

Uitgaven in verband met vaste activa

460

480

Overige administratieve uitgaven

1 429

1 181

Beleidsuitgaven

5 290

4 340

Totaal (b)

16 220

14 167

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

256

715

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

0

0

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

3

4

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

–3

–4

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

253

711

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop) — Thessaloniki — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

110

92

Materiële vaste activa

4 621

4 887

Vorderingen op lange termijn

5

5

Vlottende activa

Voorfinanciering op korte termijn

384

552

Voorraad

155

0

Vorderingen op korte termijn

462

438

Kasmiddelen

3 763

3 919

Totaal activa

9 500

9 893

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

412

317

Crediteuren

3 037

3 777

Totaal passiva

3 449

4 094

Nettoactiva

6 050

5 799

Reserves

Gecumuleerd overschot/tekort

5 798

5 088

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

253

711

Nettovermogen

6 050

5 799

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


(1)  Voor Phare-middelen ten bedrage van 50 000 euro werd de invorderingsopdracht van 2007 pas in februari 2008 geïnd.

NGK

:

niet-gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten zijn gelijk aan de betalingskredieten).

GK

:

gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten kunnen afwijken van de betalingskredieten).

VK

:

vastleggingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

BK

:

betalingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


ANTWOORD VAN HET CENTRUM

7.

Cedefop neemt nota van de opmerking van de Rekenkamer. Momenteel werkt Cedefop aan een nauwkeurigere formulering van zijn doelstellingen en prestatie-indicatoren. Voor 2008 heeft Cedefop een activiteitengeoriënteerde begroting ingevoerd waarmee een duidelijk verband gelegd wordt tussen de gestelde doelstellingen en de daaraan toegewezen begrotingsmiddelen.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/136


VERSLAG

over de jaarrekening van de Europese Politieacademie betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van de Academie

(2008/C 311/20)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-15

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 3

Antwoorden van de Academie

INLEIDING

1.

De Europese Politieacademie (hierna „de Academie” genoemd) werd opgericht bij Besluit 2000/820/JBZ van de Raad, zoals ingetrokken in 2005 en vervangen bij Besluit 2005/681/JBZ van de Raad (1). De taak van de Academie bestaat erin te functioneren als een netwerk en de nationale politieopleidingsinstituten in de lidstaten samen te brengen om op gemeenschappelijke normen gebaseerde opleidingen ten behoeve van hoge leidinggevende politiefunctionarissen te verzorgen.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Academie. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door de Academie opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2 en 3.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 (2) aan het Europees Parlement en de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van de Academie.

4.

De rekeningen van de Academie over het per 31 december 2007 (3) afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 11 van Besluit 2005/681/JBZ van de Raad opgesteld door haar directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenBehoudens de in de paragrafen 9 en 10 beschreven situaties, zijn de rekeningen van de Academie over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten betrouwbaar. Voorts vestigt de Rekenkamer de aandacht op de opmerking in paragraaf 7.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenBehoudens de in de paragrafen 14 en 15 omschreven situaties zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Academie over het geheel genomen wettig en regelmatig. Voorts vestigt de Rekenkamer de aandacht op de opmerkingen in paragraaf 13.

OPMERKINGEN

7.

De begroting 2007 van de Academie beliep 6,5 miljoen euro, tegen 5,1 miljoen euro het voorgaande jaar. De stijging van de begroting was het gevolg van de uitbreiding van de activiteiten van de Academie. Dit begrotingsbedrag omvatte niet een bijdrage van 1,5 miljoen euro die in 2007 van de Commissie is ontvangen ter uitvoering van een MEDA-programma (5). Deze situatie was in strijd met het beginsel van eenheid en nauwkeurigheid van de begroting.

8.

Slechts 5,6 miljoen euro van de vastleggingskredieten 2007 (6) werd besteed, waarvan 1,7 miljoen euro werd overgedragen. Meer dan 20 % (0,5 miljoen euro) van de uit het voorgaande jaar overgedragen kredieten werd geannuleerd. Het hoge niveau van overdrachten en annuleringen van kredieten wijst op problemen bij het begrotingsbeheer.

9.

Evenals in 2006 beschikte de Academie voor het grootste deel van het jaar niet over een goed boekhoudsysteem voor de verplichtingen. Zo werden voor beleidsuitgaven besluiten betreffende de besteding genomen door de directeur op advies van de raad van bestuur. Vastleggingen werden pas op begrotingsonderdelen aangewezen nadat de betalingen waren gedaan. Het ontbreken van internecontrolenormen (7) en een ondoeltreffend toezicht op de begroting leidden tot grotere uitgaven dan het in sommige begrotingsonderdelen uitgetrokken bedrag. Dit leidde weer tot hetzij overschrijvingen achteraf om de overgedisponeerde posities te corrigeren, hetzij het uit het niets creëren van nieuwe begrotingsonderdelen.

10.

In november 2007 werd een verplichtingen-boekhoudsysteem ingevoerd voor de beleidsactiviteiten. Het voorzag uitdrukkelijk in het doen van een vastlegging in de begroting vóór enige juridische verbintenis of enige controle naar de beschikbaarheid van kredieten. De vorm van de standaard juridische verbintenis in deze nieuwe procedure biedt geen toereikende juridische garanties. Zij bestaat uit een eenvoudig blad dat enige administratieve informatie over het project bevat, alsmede een verdeling van de totale kosten ervan over de relevante begrotingsonderdelen. Er worden geen details over contractvoorwaarden verstrekt. Deze aanpak stemt niet overeen met het transparantiebeginsel.

11.

In strijd met het financiële reglement van de Academie (8) waren noch de voorlopig rekeningen, noch het verslag over het budgettaire en financiële beheer opgesteld.

12.

De invorderbare btw voor het begrotingsjaar 2007 ad 102 281 euro was aan het eind van het jaar niet opgeëist. De btw moet met regelmatige tussenpozen gedurende het jaar worden teruggevorderd. Deze situatie stemt niet overeen met het beginsel van goed financieel beheer.

13.

In het financiële reglement van de Academie is sprake van de noodzaak van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering ervan (9). De Academie stelde nog geen gedetailleerde uitvoeringsvoorschriften vast, evenmin als voorschriften ter waarborging van de transparantie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten van de Academie. Hierover werd reeds een opmerking gemaakt in het controleverslag 2006 (10).

14.

Het systeem voor het plaatsen van opdrachten strookte niet met de bepalingen van het Financieel Reglement. Er was geen documentatie voorhanden ter motivering van de noodzaak tot aanschaf van bepaalde zaken of van het werken met een bepaalde leverancier. Hierover werd reeds een opmerking gemaakt in het controleverslag 2006 (11).

15.

Er werden gevallen geconstateerd waarin kredieten werden gebruikt ter financiering van de privé-uitgaven van sommige personeelsleden van de Academie. Aangezien het voor de controleurs niet doenlijk was alle gedurende het jaar gedane betalingen te onderzoeken, kunnen noch het onregelmatig voor privé-gebruik bestede bedrag, noch alle verschillende soorten privé-uitgaven worden gekwantificeerd. Dit gebruik van openbare middelen voor privé-doeleinden is naar zijn aard een fout van materieel belang. Er moeten stappen worden ondernomen om de volledige terugbetaling van deze middelen te verzekeren.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 9 oktober 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 31 juli 2008 opgesteld en zijn op 30 september 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  Het Euro-Mediterrane Partnerschap.

(6)  Exclusief bestemmingsontvangsten.

(7)  Op 28 november 2007 werden door de raad van bestuur internecontrolenormen vastgesteld.

(8)  Artikelen 76 en 82.

(9)  Bijvoorbeeld in artikel 10, lid 3, en de artikelen 34 en 74.

(10)  Paragraaf 8.

(11)  Paragraaf 11.


 

Tabel 1

Europese Politieacademie (Bramshill)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van de Academie zoals omschreven in Besluit 2005/681/JBZ van de Raad

Organisatie

In 2007 (2006)

ter beschikking van de Academie gestelde middelen

Voornaamste geleverde producten en diensten in 2007

Harmonisatie van de wetgevingen

Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 30, lid 1, en artikel 34, lid 2.

Doelstellingen

De EPA heeft ten doel om, door optimalisering van de samenwerking tussen de diverse instituten waaruit zij bestaat, bij te dragen aan de opleiding van hoge leidinggevende politiefunctionarissen in de lidstaten. Zij ondersteunt en ontwikkelt een Europese aanpak van de belangrijkste problemen die zich in de lidstaten voordoen op het gebied van criminaliteitsbestrijding, misdaadpreventie en handhaving van de openbare orde en veiligheid, met name vanuit een grensoverschrijdend perspectief.

Taken

Het verdiepen van de kennis van de nationale politiestelsels en -structuren van de andere lidstaten, en de grensoverschrijdende politiële samenwerking in de Europese Unie;

het verruimen van de kennis van het internationale en communautaire instrumentarium, met name op de volgende gebieden:

a)

de instellingen van de Europese Unie, hun werking en hun rol, alsook de besluitvormingsprocedures en de rechtsinstrumenten van de Europese Unie, in het bijzonder wat hun implicaties voor de samenwerking op het gebied van de rechtshandhaving betreft;

b)

de doelstellingen, structuur en werking van Europol, alsook de mogelijkheden om de samenwerking tussen Europol en de betrokken rechtshandhavingsdiensten in de lidstaten bij de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit te maximaliseren;

c)

de doelstellingen, structuur en werking van Eurojust;

het zorg dragen voor een adequate opleiding betreffende de naleving van de democratische waarborgen, in het bijzonder de rechten van de verdediging.

1.   Raad van bestuur

Samengesteld uit:

één delegatie uit elke lidstaat.

Elke delegatie beschikt over één stem. Vertegenwoordigers van de Europese Commissie en van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en Europol worden uitgenodigd, vergaderingen bij te wonen als niet-stemgerechtigde waarnemers.

2.   Directeur

Bestuurt de Academie; wordt aangesteld en van zijn functie ontheven door de raad van bestuur.

3.   Externe controle

Rekenkamer

4.   Interne audit

Dienst Interne audit van de Commissie

5.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

7,4 (5,0) miljoen euro

(100 % communautaire subsidie)

Personeelsbestand per 31 december 2007

Aantal posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten: 22,5 (22,5)

waarvan 12 (7) bezet

andere dienstverbanden (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen, enz.): 9 (8)

Totaal aantal werknemers: 21 (15)

1)

Cursussen, seminars en conferenties: 85.

2)

Opleiding en onderzoek:

2 werkgroepen voor opleiding met 49 mentoren uit alle lidstaten.

Aanbeveling betreffende opleiders en cursusnormen zijn vastgesteld.

Europese aanpak voor politiewetenschap vastgesteld.

Referentiegroepen voor een e-Network en voor e-learning zijn opgericht.

E-doc database en glossarium van EPA zijn voortdurend verder ontwikkeld.

3)

Externe betrekkingen:

Overeenkomsten ondertekend met Eurojust, Frontex en Europol.

Organisatie van twee specifieke activiteiten voor kandidaat-lidstaten.

Lancering van het project Euromed II.

Eerste contacten gelegd voor samenwerking met internationale (OVSE, Interpol) en nationale organisaties (Rusland, landen van het Europees nabuurschapsbeleid).

Bron: Door de Academie verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europese Politieacademie (Bramshill) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

7 165

4 352

Totaal (a)

7 165

4 352

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

1 954

1 460

Overige administratieve uitgaven

213

358

Beleidsuitgaven

4 009

2 454

Totaal (b)

6 176

4 272

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

989

80

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (d)

Kosten van de financiële verrichtingen (e)

–18

–12

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (f = d + e)

–18

–12

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (g = c + f)

971

68

Bron: Door de Academie verstrekte gegevens.


Tabel 3

Europese Politieacademie (Bramshill) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

8

Materiële vaste activa

139

37

Vorderingen op lange termijn

102

Vlottende activa

Vorderingen op korte termijn

182

298

Kasmiddelen

4 586

3 682

Totaal activa

5 017

4 017

Vaste passiva

Schulden op lange termijn

1 190

Vlottende passiva

Crediteuren

2 788

3 949

Totaal passiva

3 978

3 949

Nettoactiva

1 039

68

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

68

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

971

68

Totaal nettoactiva

1 039

68

Bron: Door de Academie verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Academie in haar jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


ANTWOORDEN VAN DE ACADEMIE

7.

Het specifieke MEDA-project was aanvankelijk niet opgenomen in het uitvoeringsverslag van de begroting.

Vervolgens zijn drie afzonderlijke entiteiten opgezet: Cepol, AGIS en MEDA.

De inkomsten en uitgaven voor elke entiteit zijn vanaf 31 december 2007 correct vastgelegd in de rekening.

8.

De vier belangrijkste redenen waarom de begrotingskredieten niet volledig werden gebruikt, zijn:

1.

Het aantal deelnemers aan Cepol-activiteiten was geringer dan geraamd en enkele activiteiten zijn afgelast.

2.

Het proces van de werving van nieuw personeel heeft meer tijd gekost dan geraamd.

3.

De nieuwe kantoorruimte die in het najaar van 2007 zou worden verstrekt door NPIA, Bramshill, was in 2007 nog niet beschikbaar.

4.

De kosten voor het organiseren van Cepol-activiteiten waren lager dan berekend als gevolg van kostenbesparende oplossingen van organisatoren van de activiteiten.

9.

Cepol had in 2007 geen boekhoudsysteem dat voldeed aan het Financieel Reglement. In december 2007 werd een op papier gebaseerd systeem voor verplichtingen en voor de scheiding van functies vastgesteld, dat op 1 januari 2008 in werking is getreden. In juni 2008 werd ABAC ingevoerd. Nieuwe begrotingsonderdelen werden gebruikt als tijdelijke maatregel. Interne procedures zijn beoordeeld en aangepast om te waarborgen dat de geconstateerde fouten niet meer zullen voorkomen.

10.

In november 2007 heeft de raad van bestuur van Cepol een systeem van overeenkomsten tussen de nationale academies/instituten en Cepol vastgesteld; dit systeem is op 1 januari 2008 in werking getreden. Het systeem zal verder worden aangepast om tot een optimale transparantie te komen van de overeenkomsten die zijn gesloten met de academies/instituten. Een voorstel wordt in september besproken door de raad van bestuur.

11.

Het ontwerp van de rekeningen van het jaar 2007 was niet op 1 maart 2008 gereed, zoals vereist volgens het Financieel Reglement. De geconsolideerde verslagen werden opgesteld en vastgelegd overeenkomstig het Financieel Reglement en op 18 januari 2008 verzonden naar de rekenplichtige van de Commissie.

12.

Overeenkomstig de procedures in voorgaande jaren is de btw over het vierde kwartaal teruggevorderd in het eerste kwartaal van het volgende jaar. De btw over 2007 is inmiddels teruggevorderd.

13.

De uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement zijn in februari 2008 goedgekeurd door de raad van bestuur. Interne richtsnoeren voor het plaatsen van opdrachten zullen naar verwachting in september 2008 worden vastgesteld.

14.

De aanschaf van ICT-apparatuur vond plaats op basis van de „Catalyst Framework Agreement” en was in overeenstemming met de voorwaarden van het Britse ministerie van Binnenlandse Zaken aan Cepol, op een tijdstip dat Cepol nog geen rechtspersoonlijkheid had direct na haar start in 2004.

15.

Kosten betreffende het gebruik van mobiele telefoons en van de dienstauto's van Cepol zijn teruggevorderd. Er is een aanvang gemaakt met het terugvorderen van de taxi- en vervoerskosten. Ter controle op het gebruik van Cepol-middelen zal de terugvordering van de kosten achteraf worden geverifieerd door een externe onderneming.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/142


VERSLAG

over de jaarrekening van Eurojust betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van Eurojust

(2008/C 311/21)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-9

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van Eurojust

INLEIDING

1.

Eurojust werd opgericht bij Besluit 2002/187/JBZ van de Raad (1) om de strijd tegen ernstige vormen van georganiseerde misdaad te intensiveren. Haar opdracht is de coördinatie te verbeteren van de onderzoeken en vervolgingen die het grondgebied van meerdere lidstaten van de Europese Unie, alsook van derde landen bestrijken.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van Eurojust. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door Eurojust opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 36 van Besluit 2002/187/JBZ van de Raad aan het Europees Parlement en de Raad gericht.

4.

De rekeningen van Eurojust over het per 31 december 2007 (2) afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 36 van Besluit 2002/187/JBZ van de Raad opgesteld door de administratief directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (3), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van Eurojust over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van Eurojust zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begroting 2007 van Eurojust beliep 18,9 miljoen euro, tegen 14,7 miljoen euro het voorgaande jaar. Er werd 18,0 miljoen euro aan kredieten vastgelegd en daarvan werd 5,2 miljoen euro overgedragen. Het grootste deel van de overdrachten (4,1 miljoen euro) betrof uitgaven voor administratieve (Titel II) en beleidsactiviteiten (Titel III). Dit hoge niveau van overdrachten is in strijd met het beginsel van jaarperiodiciteit en wijst op gebreken in de programmering en monitoring van de activiteiten van Eurojust.

8.

Na opmerkingen van de Rekenkamer in voorgaande jaren (4) heeft Eurojust het beheer van haar procedures voor het plaatsen van opdrachten gecentraliseerd in een gespecialiseerde eenheid, teneinde de kwaliteit van de uitvoering te verbeteren. Maar wegens toepassingsproblemen met dit nieuwe systeem verlengde Eurojust bestaande contracten op een wijze die strijdig is met de regels. De meeste van die contracten zijn kaderovereenkomsten waarvan de afloopdatum sinds lang bekend is, in één geval reeds sinds 2002. De ordonnateur moet een doeltreffend systeem invoeren voor het beheer van de procedures voor het plaatsen van opdrachten.

9.

De lijst van het aantal ambten voor 2007 telt 147 toegestane posten, tegen 112 voor 2006. Eind 2006 waren slechts 87 posten bezet, zodat er in 2007 nog ten minste 60 personeelsleden hadden moeten worden aangeworven (5). Eind 2007 waren slechts 95 posten bezet. Deze situatie wijst op tekortkomingen bij het plannen van wervingsacties. Aangezien de voorziene begrotingsuitgaven voor tijdelijk personeel gebaseerd zijn op een te hoog geschat aantal personeelsleden, wordt het desbetreffende begrotingsonderdeel gebruikt als reserve ter dekking van de hogere uitgaven voor uitzendpersoneel. Tijdens 2007 steeg het budget voor uitzendpersoneel met 595 000 euro boven de aanvankelijke 662 000 euro (90 %).

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 24 en 25 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  Besluit van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1).

(2)  Deze rekeningen werden op 30 juni 2008 opgesteld en zijn op 4 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(3)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(4)  Zie bv. paragraaf 8 van het jaarverslag 2006 (PB C 309 van 19.12.2007, blz. 112) en paragraaf 11 van het jaarverslag 2005 (PB C 312 van 19.12.2006, blz. 69).

(5)  Zonder rekening te houden met het vertrek van reeds geworven personeel om diverse redenen (14 personeelsleden verlieten Eurojust in 2007).


 

Tabel 1

Eurojust (Den Haag) — 2007

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag betreffende de Europese Unie

Bevoegdheden van Eurojust zoals omschreven in Besluit 2002/187/JBZ van de Raad

Organisatie

In 2007 (2006)

ter beschikking van Eurojust gestelde middelen

In 2007 (2006)

geleverde producten en diensten

Orgaan van de derde pijler, opgericht bij besluit van de Raad.

Het doel van de Unie is de burgers in een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid een hoog niveau van zekerheid te verschaffen.

De Raad bevordert de samenwerking via Eurojust door Eurojust in staat te stellen bij te dragen tot een goede coördinatie tussen de met vervolging belaste nationale autoriteiten van de lidstaten.

(Artikelen 29 en 31)

De belangrijkste terreinen waarop Eurojust bevoegd is, zijn gelijk aan die van Europol, namelijk de bestrijding van terrorisme, de georganiseerde criminaliteit, en in het bijzonder van de handel in verdovende middelen, illegale immigratie, handel in gestolen voertuigen, mensenhandel, valsemunterij, illegale handel in radioactieve stoffen, computercriminaliteit, het schaden van de financiële belangen van de Unie en het witwassen van geld.

Doelstellingen

Artikel 3

Besluit Eurojust

Stimuleren en verbeteren van de coördinatie tussen de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten inzake onderzoek en vervolging;

verbeteren van de samenwerking, in het bijzonder door de uitwisseling van informatie, de rechtshulpverlening en de uitvoering van uitleveringsverzoeken te vergemakkelijken;

de bevoegde autoriteiten van de lidstaten anderszins bijstaan om ervoor te zorgen dat onderzoek en vervolging doeltreffender worden;

bijstand verlenen in het kader van procedures waarbij een lidstaat en een derde land betrokken zijn;

bijstand verlenen in het kader van procedures die een lidstaat en de Gemeenschap betreffen.

Taken

Artikelen 5-7

Besluit Eurojust

Om de samenwerking tussen de rechtsstelsels van de lidstaten te organiseren treedt Eurojust, naar gelang van het geval, op:

door middel van haar nationale leden, of

als college.

Indien de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat besluiten geen gevolg te geven aan de verzoeken die Eurojust als college heeft gedaan, delen zij Eurojust de redenen hiervoor mee.

1.

Het college is verantwoordelijk voor de organisatie en de werking van Eurojust.

2.

Het college bestaat uit door elk van de lidstaten overeenkomstig het eigen rechtsstelsel gedetacheerde nationale leden, die de hoedanigheid hebben van officier van justitie, rechter of politiefunctionaris met gelijkwaardige bevoegdheden.

3.

Het college kiest een voorzitter uit de nationale leden.

4.

Het gemeenschappelijk controleorgaan controleert de verwerking van persoonsgegevens.

5.

De administratief directeur wordt met eenparigheid van stemmen door het college benoemd.

6.

Externe controle

Rekenkamer

7.

Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

18,9 miljoen euro (14,7 miljoen euro)

Personeelsbestand per 31 december 2007

147 (112) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten, waarvan 98 (93) bezet, +32 (21) andere dienstverbanden (6 arbeidscontractanten, 4 gedetacheerde nationale deskundigen en 22 uitzendkrachten)

Totaal aantal werknemers: 179 (133)

waarvan er

95 (71) uitvoerende,

65 (51) administratieve en

19 (12) gemengde taken vervullen

Aantal vergaderingen: 91 (89)

Standaardgevallen: 236

Complexe gevallen: 849

Totaal aantal gevallen: 1 085 (771)

Fraude: 744 (175)

Drugshandel: 207 (170)

Terrorisme: 23 (44)

Moord: 80 (59)

Mensenhandel: 71 (32)

Bron: Door Eurojust verstrekte gegevens.


Tabel 2

Eurojust — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit vorig(e) begrotingsjaar/jaren overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

Communautaire subsidies

18 414

18 414

Titel I

Personeel

8 608

8 435

7 830

605

173

189

129

60

Overige subsidies

54

Titel II

Administratie

4 107

4 038

2 511

1 558

38

1 081

949

132

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten

5 699

5 104

3 047

2 601

51

1 320

960

360

Bestemmings-ontvangsten (Agis)

527

316

Bestemmingsontvangsten (Agis)

527

415

107

420

Totaal

18 941

18 784

Totaal

18 941

17 992

13 495

5 184

262

2 590

2 038

552

NB: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Door Eurojust verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die Eurojust in zijn jaarrekening heeft verstrekt.


Tabel 3

Eurojust — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

17 546

12 858

Overige ontvangsten

55

973

Totaal (a)

17 601

13 831

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

6 484

6 581

Uitgaven in verband met vaste activa

803

674

Overige administratieve uitgaven

5 010

2 202

Beleidsuitgaven

4 125

3 297

Totaal (b)

16 422

12 754

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

1 179

1 077

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

0

0

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

1

0

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

–1

0

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

1 178

1 077

Bron: Door Eurojust verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die Eurojust in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Eurojust — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

598

556

Materiële vaste activa

1 816

1 673

Vorderingen op lange termijn

1

1

Vlottende activa

Vorderingen op korte termijn

180

372

Kasmiddelen

5 887

4 749

Totaal activa

8 482

7 351

Vlottende passiva

Voorziening voor risico's en lasten

137

134

Crediteuren

2 712

2 762

Totaal passiva

2 849

2 896

Nettoactiva

5 633

4 455

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

4 455

3 378

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

1 178

1 077

Nettovermogen

5 633

4 455

Bron: Door Eurojust verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die Eurojust in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


ANTWOORDEN VAN EUROJUST

7.

Vanwege het tekort aan geschikte medewerkers voor het beheer ervan werden de fondsen verschoven naar Titel II en III om het budget zo goed mogelijk te benutten. Hierdoor werden te laat verplichtingen aangegaan. Ook de problemen in verband met de invoering van het nieuwe inkoopsysteem (zie punt 2) speelden een rol. Eurojust heeft corrigerende maatregelen genomen om het personeelstekort weg te werken. Verder heeft Eurojust voor 2008 een strategie opgesteld om transport van fondsen te beperken.

8.

Eurojust is zich goed bewust van deze noodzaak. Daarom is er al een algemene inkoopplanning opgesteld voor het jaar 2008. Bovendien is naar aanleiding van de problemen die we zijn tegengekomen, een nieuw besluit genomen aangaande de organisatie van inkoop en bijbehorende taken om de planning en het beheer van inkoopprocedures efficiënter te maken. Intussen zijn alle door het gerechtshof genoemde contracten opnieuw aanbesteed in overeenstemming met de voorschriften.

9.

Eurojust is zich bewust van de noodzaak het oprichtingsplan zo spoedig mogelijk te vervullen en heeft met het oog daarop haar wervingsactiviteiten uitgebreid. In 2007 is het wervingsbeleid van Eurojust herzien, wat leidde tot een onverwachte vertraging van de werving en de noodzaak meer inleenkrachten in te zetten. In 2008 streeft Eurojust ernaar het gebruik van inleenkrachten te beperken en het oprichtingsplan te vervullen.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/149


VERSLAG

over de jaarrekening van de Europese Stichting voor Opleiding betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van de Stichting

(2008/C 311/22)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-8

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van de Stichting

INLEIDING

1.

De Europese Stichting voor Opleiding (hierna „de Stichting” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 1360/90 van de Raad (1). Zij heeft ten doel de hervorming van de beroepsopleiding in de partnerlanden van de Europese Unie te ondersteunen. In dit kader helpt zij de Commissie bij de tenuitvoerlegging van diverse programma's (Phare, Tacis, Cards en MEDA).

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Stichting. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door de Stichting opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van de Stichting.

4.

De rekeningen van de Stichting over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 1360/90 opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van de Stichting over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Stichting zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begroting 2007 van de Europese Stichting voor Opleiding beliep 21,1 miljoen euro, tegen 26,5 miljoen euro het voorgaande jaar. De begroting wordt hoofdzakelijk gefinancierd met een subsidie van de Commissie (19,7 miljoen euro). Het verschil wordt gefinancierd met bestemmingsontvangsten voor de uitvoering van de programma's van de Commissie. De afname van de begroting is enerzijds toe te schrijven aan een verandering in de weergave van de bestemmingsontvangsten, en anderzijds aan het afbouwen van het ETE-MEDA-programma.

8.

In de gewijzigde begroting (5) is het bedrag van de bestemmingsontvangsten onjuist. Het had 1,2 miljoen euro moeten zijn, in plaats van het vermelde bedrag van 3,4 miljoen euro, waarin abusievelijk de uit het voorgaande jaar overgedragen bestemmingsontvangsten zijn begrepen.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 131 van 23.5.1990, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 18 juni 2008 opgesteld en zijn op 1 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  Voor 2007 keurde de Stichting slechts één gewijzigde begroting goed; deze werd gepubliceerd op 4 januari 2008 (PB L 2 van 4.1.2008).


 

Tabel 1

Europese Stichting voor Opleiding (Turijn)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van de Stichting zoals omschreven in Verordening (EEG) nr. 1360/90 van de Raad

Organisatie

In 2007 ter beschikking van de Stichting gestelde middelen

(2006)

In 2007 geleverde producten en diensten

De Gemeenschap [neemt] in het kader van haar bevoegdheden maatregelen voor economische, financiële en technische samenwerking met derde landen. Deze maatregelen vullen de maatregelen van de lidstaten aan en zijn coherent met het ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap.

(Artikel 181 van het Verdrag)

Doelstellingen

Bijdragen tot de ontwikkeling van de beroepsopleidingsstelsels in de landen van Midden- en Oost-Europa en in de onafhankelijke Staten van de voormalige Sovjet-Unie die in het kader van het programma voor steun aan de sanering en het herstel van de economie bijstand ontvangen, of in gebieden en mediterrane derde landen waarvoor maatregelen inzake financiële en technische begeleiding van de hervorming van hun economische en sociale structuren zijn genomen.

De coördinatie van de bijstand aan begunstigde landen bevorderen.

Taken

Overeenkomstig de op communautair niveau vastgestelde algemene richtsnoeren is de ESO op opleidingsgebied werkzaam en bestrijkt zij zowel basisberoepsopleiding en bijscholing als omscholing voor jongeren en volwassenen via de volgende taken:

bijstand verlenen bij het bepalen van de opleidingsbehoeften en prioriteiten door maatregelen inzake technische bijstand op opleidingsgebied te treffen en door samen te werken met de passende daartoe aangewezen lichamen in de begunstigde landen;

optreden als verbindingscentrum om de Gemeenschap, de lidstaten en de betrokken derde landen inlichtingen te verschaffen omtrent lopende initiatieven en toekomstige behoeften op opleidingsgebied en een kader voor het hulpaanbod bieden.

1.   Raad van bestuur

Eén vertegenwoordiger per lidstaat;

drie vertegenwoordigers van de Commissie;

voorgezeten door de Commissie.

2.   Directeur

Door de raad van bestuur op voordracht van de Commissie benoemd.

3.   Adviserend lichaam

Benoemd door de raad van bestuur;

twee deskundigen uit elke lidstaat;

twee deskundigen uit elk begunstigd land;

twee deskundigen van de sociale partners op Europees niveau.

4.   Externe controle

Rekenkamer

5.   Interne audit

Dienst Interne audit van de Commissie

6.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

21,1 (26,5) miljoen euro, waarvan 19,7 (19,5) miljoen euro gefinancierd door een subsidie van de Commissie en 1,4 (7,0) miljoen euro als bestemmingsontvangsten gefinancierd door andere organisaties.

Dit bedrag van 1,4 miljoen euro is verdeeld als volgt:

0,3 miljoen euro van het Italiaanse ministerie van Buitenlandse zaken;

0,9 miljoen euro van DG EAC (Tempus);

0,2 miljoen euro van het Vertaalbureau.

Personeelsbestand per 31 december 2007

100 (105) tijdelijke posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten waarvan 91 (94) bezet,

40 (32) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, plaatselijke functionarissen, arbeidscontractanten).

Totaal aantal werknemers: 131 (126), waarvan er

72 (73) uitvoerende,

40 (34) administratieve, en

19 (19) gemengde taken vervullen.

Activiteiten

De steun van de Stichting bestrijkt tal van technische gebieden, zoals initiële beroepsopleiding; permanente scholing; bij- en nascholing (voor volwassenen); ontwikkeling van het menselijk potentieel in bedrijven; werkgelegenheidsbeleid; opleiding van werklozen; armoedebestrijding en sociale integratie en opleiding ter bevordering van lokale ontwikkeling.

Steunverlening aan de Commissie

In 2007 waren er 115 nieuwe steunaanvragen van de Commissie. De meeste waren afkomstig van de delegaties (40 %), EAR (17 %), AIDCO (10 %), DG EAC en DG ENTER (9 %), DG EMPL (6 %), DG ELARG (4 %), DG RELEX (3 %) en DG JLS (3 %). Dit omvatte 29 analyses van de situatie in de ENPI-landen. Het tevredenheidspercentage bij de Commissie over de respons van de Stichting bedroeg 96 %.

De aanvragen hadden het vaakst betrekking op de programmering (32 %), gevolgd door beleidslijnen en bijdragen aan de voorbereiding van Europese nabuurschapsinstrumenten (25 %), projectidentificatie (14 %) en follow-up.

Informatie en analyse: Studies van de nationale sectoren, statistieken over onderwijs, beleidsadvies aan landen.

Projecten voor steunverlening aan innovatie en ontwikkeling:

Als expertisecentrum draagt de Stichting bij aan de opzet van ontwikkelingsprojecten voor het beproeven van vernieuwende benaderingen die de aangesloten landen in staat stellen, hun onderwijs- en beroepsopleidingssysteem te hervormen.

Technische bijstand aan DG EAC bij de uitvoering van het programma Tempus: Bijstandsovereenkomsten met Cards, MEDA en Tacis ten behoeve van het programma Tempus.

Deze bijstand bestrijkt de volledige projectcyclus en betreft selectie, beheer en follow-up van contracten, voorlichting en communicatie, alsmede algemene administratieve ondersteuning.

De IT-toepassingen (zoals online-aanvragen en -verslagformulieren) hebben het administratieve beheer van de diverse projectcycli aanzienlijk vergemakkelijkt.

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europese Stichting voor Opleiding (Turijn) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van het begrotingsjaar

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

overgedragen

geannuleerd

Vaste activa

19 700

19 450

Titel I

Personeel (NGK)

13 819

12 795

11 787

1 008

1 024

562

439

0

123

Andere ontvangsten

183

188

Titel II

Administratie (NGK)

1 745

1 592

1 128

464

153

437

361

0

76

Titel III

Beleidsactiviteiten (GK)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

— VK

4 319

3 794

 

 

525

 

 

 

 

— BK

4 319

 

3 556

17

746

0

0

0

0

Bestemmingsontvangsten: Italiaanse regering

300

300

Bestemmingsontvangsten: Italiaanse regering

300

209

115

185

0

485

111

374

0

Bestemmingsontvangsten: ETE-MEDA

0

0

Bestemmingsontvangsten: ETE-MEDA

0

0

0

0

0

3 131

1 106

2 025

0

Bestemmingsontvangsten: Tempus

870

609

Bestemmingsontvangsten: Tempus

870

455

332

277

261

864

512

352

0

Totaal

21 053

20 547

Totaal VK

21 053

18 845

 

1 934

1 963

5 479

2 529

2 751

199

Totaal BK

21 053

 

16 918

1 951

2 184

5 479

2 529

2 751

199

NGK

:

niet-gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten zijn gelijk aan de betalingskredieten).

GK

:

gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten kunnen afwijken van de betalingskredieten).

VK

:

vastleggingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

BK

:

betalingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

N.B.: Voor bestemmingsontvangsten zijn de weergegeven bedragen voor in de begroting opgenomen ontvangsten en de uitgavenkredieten de gecorrigeerde bedragen (zie paragraaf 8 van het onderhavige verslag).

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Stichting in haar jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europese Stichting voor Opleiding (Turijn) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Subsidie van de Commissie

17 572

16 015

VBOU — vergoeding

183

0

Diversen

33

36

Bestemmingsontvangsten

2 250

3 183

Totaal (a)

20 038

19 234

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

12 101

11 539

Uitgaven in verband met vaste activa

336

358

Beleidsuitgaven

2 980

4 021

Overige administratieve uitgaven

2 720

2 580

Beleidsuitgaven — bestemmingsontvangsten

2 250

3 183

Totaal (b)

20 387

21 681

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

– 349

–2 447

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

0

0

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

0

1

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

0

–1

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

– 349

–2 448

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Stichting in haar jaarrekening heeft verstrekt.


Tabel 4

Europese Stichting voor Opleiding (Turijn) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

2 882

3 053

Materiële vaste activa

265

311

Vlottende activa

Voorraden

26

34

Voorfinanciering op korte termijn

857

1 169

Vorderingen op korte termijn

517

339

Kasmiddelen

12 806

12 157

Totaal activa

17 353

17 063

Vaste passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

1 001

550

Vlottende passiva

Voorziening voor niet-opgenomen verlof

155

157

Crediteuren

15 324

15 134

Totaal passiva

16 480

15 841

Nettoactiva

873

1 222

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

1 222

3 670

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

– 349

–2 448

Nettovermogen

873

1 222

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Stichting in haar jaarrekening heeft verstrekt.


ANTWOORDEN VAN DE STICHTING

7.

De Stichting bevestigt de in de opmerking van de Rekenkamer vervatte feiten en zou om redenen van nauwkeurigheid hieraan willen toevoegen dat in de bestemmingsontvangsten niet alleen de programma’s van de Commissie zijn opgenomen, maar ook fondsen van het Italiaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.

8.

De Stichting neemt nota van de opmerking van de Rekenkamer. Ofschoon in geen enkele fase het transparantiebeginsel veronachtzaamd is, zullen verdere inspanningen worden verricht om ervoor te zorgen dat de methodes voor begrotingspresentatie van de Stichting beantwoorden aan de ter zake dienende voorschriften.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/156


VERSLAG

over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van de Stichting

(2008/C 311/23)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-10

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van de Stichting

INLEIDING

1.

De Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (hierna „de Stichting” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 (1). Zij heeft ten doel bij te dragen aan het uitwerken en verwezenlijken van betere levens- en arbeidsomstandigheden in de Europese Unie door de ontwikkeling en verspreiding van kennis op dit gebied.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Stichting. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door de Stichting opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van de Stichting.

4.

De rekeningen van de Stichting over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van de Stichting over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Stichting zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begroting 2007 van de Stichting beliep 20,2 miljoen euro, tegen 19,8 miljoen euro het voorgaande jaar. Zij omvatte bijdragen van de Commissie voor de voorbereiding van het toekomstige lidmaatschap van Kroatië en Turkije. Deze bijdragen hadden in de begroting als bestemmingsontvangsten moeten worden opgevoerd, maar dit was niet het geval. Deze situatie was niet in overeenstemming met het Financieel Reglement.

8.

Invorderbare btw over het begrotingsjaar 2007 ten bedrage van 376 611 euro werd aan het eind van het jaar niet ingevorderd. Btw-aanspraken dienen op gezette tijden gedurende het jaar ingevorderd te worden. Deze situatie was in strijd met het beginsel van goed financieel beheer.

9.

Bij aanvang van de wervingsprocedures werd noch de weging van de selectiecriteria, noch het minimaal te behalen aantal punten door het selectiecomité bepaald. Bovendien waren in één geval de vastgestelde selectiecriteria niet in overeenstemming met de kennisgeving van vacature of bleven ze vaag. Hierdoor werden geen transparante en niet-discriminerende procedures gegarandeerd.

10.

Ten aanzien van procedures voor het plaatsen van opdrachten werden de volgende anomalieën geconstateerd: financiële-evaluatieprocedure voor een contract niet duidelijk omschreven in de aanbestedingsdocumenten en selectiecriteria die het niet mogelijk maken een echte evaluatie van de financiële capaciteit van de gegadigden te verrichten (5). Deze gebreken deden afbreuk aan de kwaliteit van de procedure en dreigden de uiteindelijke selectie nadelig te beïnvloeden.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 30 juni 2008 opgesteld en zijn op 18 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  Drie gevallen.


 

Tabel 1

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Dublin)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van de Stichting zoals omschreven in Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1111/2005

Organisatie

Ter beschikking van de Stichting gestelde middelen

(gegevens over 2006)

Geleverde producten en diensten

„De Gemeenschap en de lidstaten stellen zich, indachtig de sociale grondrechten (…) ten doel (…) de gestage verbetering van de levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden, (…) het optreden van de lidstaten [wordt] op de volgende gebieden door de Gemeenschap ondersteund en aangevuld: (…) b) de arbeidsvoorwaarden; c) de sociale zekerheid en de sociale bescherming van werknemers; d) de bescherming van werknemers bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst; e) de informatie en de raadpleging van de werknemers; f) de vertegenwoordiging en collectieve verdediging van de belangen van werknemers en werkgevers, met inbegrip van de medezeggenschap; g) de werkgelegenheidsvoorwaarden voor onderdanen van derde landen; h) de integratie van personen die van de arbeidsmarkt zijn uitgesloten; i) de gelijkheid van mannen en vrouwen (…)”

(Uit de artikelen 136 en 137 van het Verdrag)

Doelstelling

De Stichting heeft als opdracht betere levens- en arbeidsomstandigheden te verwezenlijken door de ontwikkeling en verspreiding van de relevante kennis op dit gebied. Zij dient zich in het bijzonder bezig te houden met:

de arbeidsomstandigheden van de mens,

de organisatie van het werk en met name de wijze waarop gestalte wordt gegeven aan de arbeidstaak,

de specifieke problemen van bepaalde categorieën werknemers,

de aspecten op lange termijn van de milieuverbetering,

de spreiding van de menselijke activiteiten in de tijd en in de ruimte.

Taken

De uitwisseling van informatie en ervaring op deze gebieden bevorderen;

de contacten tussen universiteiten, studie- en onderzoeksinstellingen, overheidsinstellingen en organisaties uit het sociaaleconomische leven vergemakkelijken;

studies (laten) verrichten en bijdragen tot de verwezenlijking van proefprojecten;

zo nauw mogelijk samenwerken met de in de lidstaten en op internationaal niveau bestaande gespecialiseerde instellingen.

1.   Raad van bestuur

Per lidstaat: één vertegenwoordiger van de regering, één vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties en één vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties,

drie vertegenwoordigers van de Commissie.

2.   Presidium van de raad van bestuur

Bestaat uit elf leden: drie leden van elk van de sociale partners en de regeringen, twee van de Commissie;

houdt toezicht op de uitvoering van besluiten van de raad van bestuur en neemt in de tijd tussen twee vergaderingen van de raad van bestuur alle voor het beheer noodzakelijke maatregelen.

3.

Directeur benoemd door de Commissie op basis van een door de raad van bestuur ingediende kandidatenlijst; voert de beslissingen van de raad van bestuur en van het presidium van de raad van bestuur uit en leidt de Stichting.

4.

De raadgevende comités bestaan uit maximaal drie leden van de Commissie, regeringen en de sociale partners, en hebben tot doel advies te geven over de uitvoering van grote projecten en de resultaten ervan te evalueren.

5.   Externe controle

Rekenkamer

6.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting 2007

20,2 (19,8) miljoen euro

Personeelsbestand in december 2007

94 (94) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten, waarvan 84 (89) bezet.

Andere dienstverbanden:

gedetacheerde nationale deskundigen en uitzendkrachten: 3 (1)

Arbeidscontractanten: 10 (9)

Totaal aantal werknemers: 97 (99)

waarvan er: 55 (58) uitvoerende,

30 (32) administratieve, en

4 (4) gemengde taken vervullen

Toezicht en onderzoeken

Europese waarnemingspost voor arbeidsverhoudingen (EIRO), Europees Waarnemingscentrum voor arbeidsomstandigheden (EWCO) en de European Restructuring Monitor (ERM);

Vierde Europees onderzoek naar arbeidsomstandigheden: secundaire analyse (thema’s gender en werkomstandigheden, vergrijzing van de beroepsbevolking, arbeidsorganisatie, werktijden en arbeidsintensiteit …);

Europese studie over werktijden en evenwicht tussen werk en privéleven: vijf verslagen gepubliceerd in 2007. Voorbereidingen voor de tweede studie.

Werkgelegenheid en reorganisatie

Niet-opgegeven werk;

case studies van de European Restructuring Monitor;

dienst voor onderzoek naar belanghebbenden.

Evenwicht tussen werk en privéleven, en arbeidsomstandigheden

een aantrekkelijke werkplek voor iedereen;

een leven lang flexibiliteit en veiligheid;

veranderingen in de banenstructuur.

Arbeidsverhoudingen en partnerschap

Gedragscodes en kaderovereenkomsten;

capaciteitsopbouw op sectoraal en lokaal niveau; sociale dialoog in de EU–10;

werktijden en industriële betrekkingen.

Sociale samenhang en levenskwaliteit

Rol van lokale instanties bij de integratie van allochtonen;

ontwikkelingen in de diensten voor kinderzorg in achtergestelde gebieden;

bevordering van de levenskwaliteit in landelijk Europa.

Communiceren en uitwisselen van ideeën en ervaring

376 publicaties, 1,57 miljoen gebruikerssessies (gemiddeld 4 303/dag);

37 persactiviteiten, 45 persberichten, 28 % meer dan in 2006;

1 126 krantenknipsels met een publiciteitswaarde-equivalent (PWE) van 2,1 miljoen euro, bereikte groep circa 58 765 000 mensen, 80 % meer dan de 32 536 000 in 2006. 252 onderzoeken van journalisten, stijging met meer dan 9 % tegenover het voorgaande jaar;

promotiecampagnes „Fourth Working Conditions Survey: what workers say” (vierde onderzoek naar arbeidsomstandigheden: wat vinden werknemers?) en „Quality of life in Turkey” (levenskwaliteit in Turkije);

rijdende presentaties in vijf landen;

bedrijfsnetwerkseminars over diversiteit in Europa en milieuveranderingen;

reeks seminars van de Stichting over „Youth and Work” (Jeugd en werk);

National Outreach Centres (landelijke dienstverleningscentra) die tien lidstaten bestrijken;

16 tentoonstellingen;

58 bezoeken aan de Stichting, onder meer van de Finse president.

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Dublin) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten (1)

Uitgaven (1)

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

 

Kredieten van het begrotingsjaar

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

Communautaire subsidie

19 600

19 600

Titel I

Personeel

10 687

10 260

10 084

243

360

120

94

26

Overige subsidies

300

340

Titel II

Administratie

1 272

1 190

892

370

10

635

567

68

Andere ontvangsten

280

321

Titel III

Beleidsactiviteiten

8 221

7 943

3 712

4 397

112

3 557

3 410

147

Totaal

20 180

20 261

Totaal

20 180

19 393

14 688

5 010

482

4 312

4 071

241

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Stichting in haar jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Dublin) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidie

19 600

19 000

Overige subsidies

340

517

Overige ontvangsten

884

248

Totaal (a)

20 824

19 765

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

9 132

8 908

Uitgaven in verband met vaste activa

608

724

Overige administratieve uitgaven

2 416

2 106

Beleidsuitgaven

8 597

7 409

Totaal (b)

20 753

19 147

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

71

618

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

0

0

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

4

10

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

–4

–10

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

67

608

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Stichting in haar jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Dublin) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

46

84

Materiële vaste activa

3 327

2 388

Vlottende activa

Voorfinanciering op korte termijn

732

344

Vorderingen op korte termijn

1 095

690

Kasmiddelen

4 635

3 111

Totaal activa

9 835

6 617

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

141

274

Crediteuren

3 695

1 643

Totaal passiva

3 836

1 917

Nettoactiva

5 999

4 700

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

5 932

4 092

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

67

608

Nettovermogen

5 999

4 700

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Stichting in haar jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


(1)  Inclusief bestemmingsontvangsten.

Bron: Door de Stichting verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die de Stichting in haar jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


ANTWOORDEN VAN DE STICHTING

7.

Vanaf 2008 hebben wij R0-begrotingslijnen in ABAC en zullen wij in overeenstemming met de aanbeveling van de Rekenkamer te werk gaan.

8.

Door de invoering van de nieuwe financiële software ABAC liep de btw-invordering in 2007 vertraging op. In april 2008 zijn echter alle btw-aanspraken ingevorderd.

9.

Eurofound heeft inmiddels de wervingsprocedure aangepast in de zin van de opmerkingen van de Rekenkamer.

10.

Wegens bepaalde budgettaire onzekerheden heeft Eurofound van de bekritiseerde procedure gebruik gemaakt. De Stichting heeft er echter vertrouwen in dat zij de beste prijs-kwaliteitverhouding heeft bereikt. Er zullen prijsevaluatiemethodes worden vastgesteld, die vanaf de aanvang van elke aanbestedingsprocedure iedere schijn van willekeur moeten voorkomen.

Financiële capaciteit: volgens artikel 135, lid 2, van de uitvoeringsvoorschriften mag Eurofound daarvoor niveaus vaststellen, waaraan minimaal moet worden voldaan. Eurofound zal daarom criteria vastleggen voor de toepassing van minimumniveaus voor de financiële capaciteit.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/164


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Centrum

(2008/C 311/24)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-8

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Centrum

INLEIDING

1.

Het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (hierna „het Centrum” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 302/93 van de Raad van 8 februari 1993 (1). Zijn voornaamste taak is het verzamelen van informatie over het verschijnsel drugs en drugsverslaving met het oog op het uitwerken en verspreiden van objectieve, betrouwbare en vergelijkbare gegevens in Europa. De informatie moet geschikt zijn om de vraag naar drugs, de wijze waarop deze kan worden beperkt, alsmede met drugshandel verband houdende verschijnselen in het algemeen te analyseren.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Centrum. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Centrum opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (2) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht. Overeenkomstig artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is zij opgesteld na onderzoek van de rekeningen van het Centrum.

4.

De rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar (3) werden overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 302/93 opgesteld door de directeur en naar de Rekenkamer gezonden, die een verklaring moet afgeven over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (4), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft redelijke gronden ter onderbouwing van het navolgende oordeel:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Centrum over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Centrum zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De definitieve begroting 2007 van het Centrum beliep 14,4 miljoen euro, tegen 13,1 miljoen euro het voorgaande jaar. De begroting van het Centrum wordt hoofdzakelijk gefinancierd met subsidies van de Commissie. De definitieve begroting, vastgesteld op 23 oktober 2007, omvatte extra kredieten ten belope van 469 000 euro; het grootste deel daarvan, namelijk 420 000 euro, verhoogde het aanvankelijke bedrag van het begrotingsonderdeel voor IT-acties met meer dan 80 %.

8.

Het Centrum heeft een meningsverschil met Noorwegen over de berekening van de Noorse financiële bijdrage voor zijn deelname aan de werkzaamheden van het Centrum (toepasselijk vanaf 2007). Het meningsverschil vloeit voort uit het feit dat de formule in de ondertekende originele overeenkomst (toegepast door het Centrum) verschilt van de formule in de overeenkomst zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad (toegepast door Noorwegen). Het Centrum heeft deze bijdrage geboekt volgens zijn eigen interpretatie van de formule. Het Centrum moet trachten dit meningsverschil zo spoedig mogelijk op te lossen, aangezien het van invloed is op de begroting en op de jaarrekening van het Centrum (5).

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 24 en 25 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 36 van 12.2.1993. Deze verordening werd gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3294/94 van 22 december 1994 (PB L 341 van 30.12.1994, blz. 7) en Verordening (EG) nr. 1651/2003 van 18 juni 2003 (PB L 245 van 29.9.2003, blz. 30).

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  Deze rekeningen werden op 30 juni 2008 opgesteld en zijn op 7 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(4)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(5)  De schatting van het Centrum ligt ongeveer 80 000 euro hoger dan die van de Noorse autoriteiten.


 

Tabel 1

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (Lissabon)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Centrum zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Parlement en de Raad van 12 december 2006

Organisatie

In 2007

(2006) ter beschikking van het Centrum gestelde middelen

In 2007

(2006) geleverde producten en diensten

De Gemeenschap vult het optreden van de lidstaten aan ter vermindering van de schade aan de gezondheid door drugsgebruik, met inbegrip van voorlichting en preventie.

(Artikel 152 van het Verdrag)

Doelstellingen

De Gemeenschap en haar lidstaten voorzien van feitelijke, objectieve, betrouwbare en op Europees niveau vergelijkbare informatie over het verschijnsel drugs en drugsverslaving en de gevolgen daarvan.

De prioritaire werkterreinen van het Waarnemingscentrum zijn:

1)

het volgen van de stand van zaken met betrekking tot de drugsproblematiek, en het volgen van opkomende trends, in het bijzonder die waarbij sprake is van polydrugsgebruik;

2)

het volgen van de antwoorden en het verstrekken van informatie over de beste praktijken;

3)

het beoordelen van de risico’s van nieuwe psychoactieve stoffen en het onderhouden van een systeem voor vroegtijdige waarschuwing;

4)

de ontwikkeling van middelen en instrumenten aan de hand waarvan de lidstaten gemakkelijker op hun nationale beleid kunnen toezien en dit evalueren en aan de hand waarvan de Europese Commissie gemakkelijker op het beleid van de Europese Unie kan toezien en dit evalueren.

Taken

Verzamelen en analyseren van gegevens,

verbetering van de methoden voor gegevensvergelijking,

verspreiding van de gegevens

samenwerking met Europese en internationale instanties en organisaties alsmede met derde landen,

signaleren van nieuwe ontwikkelingen en wijzigende trends.

1.   Raad van bestuur

Bestaat uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat, twee vertegenwoordigers van de Commissie en twee onafhankelijke deskundigen die door het Europees Parlement zijn aangewezen.

De raad van bestuur stelt het werkprogramma, het algemeen jaarverslag en de begroting vast.

2.   Directeur

De directeur wordt benoemd door de raad van bestuur op voordracht van de Commissie.

3.   Wetenschappelijk Comité

Brengt advies uit. Het Wetenschappelijk Comité bestaat uit maximaal vijftien bekende wetenschappers die, na de publicatie van een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, op grond van hun deskundigheid van hoog niveau door de raad van bestuur worden benoemd. De raad van bestuur kan ook een panel van deskundigen voor het uitgebreide Wetenschappelijk Comité benoemen ter beoordeling van het risico van nieuwe psychoactieve stoffen.

4.   Externe controle

Rekenkamer

5.   Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Definitieve begroting

14,4 (13,1) miljoen euro waarvan 93 % (92 %) communautaire subsidie

82 (77) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 73 (68) bezet,

+25 (23) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten en uitzendkrachten)

Totaal aantal werknemers: 98 (91),

waarvan er

60 (53,5) uitvoerende taken,

29 (30) ondersteunende taken in administratie en informatica, en

9 (7,5) gemengde taken vervullen

Netwerk

Het Centrum leidt een geïnformatiseerd netwerk voor het verzamelen en uitwisselen van gegevens, het Europees Netwerk voor informatie over drugs en drugsverslaving (Reitox); dit netwerk verbindt de nationale netwerken voor informatie over drugs, de gespecialiseerde centra in de lidstaten en de informatiesystemen van de internationale organisaties die met het Waarnemingscentrum samenwerken.

Publicaties

Jaarverslag over de stand van de drugsproblematiek in Europa (23 taalversies, publicatie en interactieve website;

Capita selecta gepubliceerd naast het jaarverslag (3 afleveringen, publicatie, samenvattingen en interactieve website, EN);

Statistisch bulletin en interactieve website met ruim 350 (250) tabellen, 100 (150) grafieken en pdf-bestanden;

Algemeen activiteitenverslag — jaarlijks, EN;

Nieuwsbrief „Drugnet Europe” — 4 afleveringen, EN (4);

Drugs in beeld (beleidsrapporten) — 3 afleveringen, 25 taalversies;

Technische en wetenschappelijke studies, met inbegrip van artikelen en wetenschappelijke samenvattingen 57 (37).

Andere websites

Opzetten/bijwerken/ontwikkelen van de inhoud van de openbare EWDD-website:

Drugsprofielen,

Samenvattingen van situatie in de landen,

Gegevensprofielen van de landen,

„Drug treatment overviews”,

Europese juridische database over drugs,

Basis voor evaluatie-instrumenten,

Uitwisselingsactie betreffende vermindering van de vraag naar drugs,

„Fonte”: systeem voor het verzamelen, valideren, opslaan en oproepen van gegevens.

Kennismakingsbrochures: 3 ( 4 ) teksten

Media-artikelen: 174 ( 174 ) diverse producten

Deelname aan internationale conferenties/vergaderingen: 230 ( 162 )

Organisatie van technische en wetenschappelijke vergaderingen: 41 ( 27 )

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens.


Tabel 2

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (Lissabon) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting van het begrotingsjaar

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

overgedragen

geannuleerd

Communautaire subsidies

13 469

13 469

Titel I

Personeel (NGK)

7 118

7 098

7 011

87

20

95

88

0

7

Overige subsidies

412

333

Titel II

Administratie (NGK)

2 093

2 064

1 294

770

30

405

307

0

97

 

 

 

Titel III

Beleidsactiviteiten (GK)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VK

4 669

4 498

 

 

172

 

 

 

 

BK

4 669

 

4 452

 

218

 

 

 

 

Bestemmingsontvangsten (Phare en CARDS)

550

0

Bestemmingsontvangsten (Phare en Cards)

550

26

0

 

550

584

257

327

0

Overige bestemmingsontvangsten

p.m.

251

Overige bestemmingsontvangsten

p.m.

220

177

74

0

144

139

0

5

Totaal

14 431

14 053

Totaal VK

14 431

13 906

 

 

772

 

 

 

 

Totaal BK

14 431

 

12 934

931

818

1 228

791

327

109

NGK

:

niet-gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten zijn gelijk aan de betalingskredieten).

GK

:

gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten kunnen afwijken van de betalingskredieten).

VK

:

vastleggingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

BK

:

betalingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt.


Tabel 3

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (Lissabon) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidie

13 369

13 394

Overige ontvangsten

662

93

Totaal (a)

14 031

13 488

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

7 044

6 566

Uitgaven in verband met vaste activa

358

292

Overige administratieve uitgaven

1 289

2 369

Beleidsuitgaven

5 028

4 629

Totaal (b)

13 719

13 857

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

312

– 370

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

17

16

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

–17

–16

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

295

– 385

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt.


Tabel 4

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (Lissabon) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vasta activa

Immateriële vaste activa

426

374

Materiële vaste activa

2 725

2 809

Vlottende activa

Vorderingen op korte termijn

556

416

Kasmiddelen

1 847

1 881

Totaal activa

5 554

5 480

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

165

149

Crediteuren

2 606

2 843

Totaal passiva

2 771

2 992

Nettoactiva

2 783

2 488

Reserves

Gecumuleerd overschot/tekort

2 488

2 872

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

295

– 385

Nettovermogen

2 783

2 488

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Centrum in zijn jaarrekening heeft verstrekt.


ANTWOORDEN VAN HET WAARNEMINGSCENTRUM

7.

De genoemde aanvullende kredieten zijn in de begroting 2007 van het Centrum opgenomen door middel van de gewijzigde en aanvullende begroting die het op 23 oktober 2007 vaststelde. Deze kredieten waren bedoeld om een oplossing te vinden voor de extra middelen die nodig bleken en niet konden worden voorzien op het moment dat de oorspronkelijke begroting 2007 werd aangenomen (december 2006). Deze behoefte aan aanvullende middelen ontstond als gevolg van enkele omstandigheden/gebeurtenissen die pas in het derde kwartaal van 2007 bekend werden, te weten het schema voor de verhuizing van het Centrum naar het nieuwe gebouw en de daarmee verband houdende technische vereisten van de IT-sector. Het Centrum zegt echter toe, overeenkomstig het door de Rekenkamer naar voren gebrachte standpunt, zich te blijven inspannen om zijn begrotingsbehoeften zo goed mogelijk te voorzien en te plannen.

8.

Het Centrum onderneemt actie om te proberen een compromis met de Noorse autoriteiten te bereiken teneinde de huidige impasse te doorbreken, zonder daarbij de werkzaamheden/acties van het Centrum en zijn goede betrekkingen met Noorwegen in gevaar te brengen.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/172


VERSLAG

over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor plantenrassen betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van het antwoord van het Bureau

(2008/C 311/25)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7

OPMERKING

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoord van het Bureau

INLEIDING

1.

Het Communautair Bureau voor plantenrassen (hierna „het Bureau” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 (1). De belangrijkste taken van het Bureau zijn het registreren en onderzoeken van de aanvragen tot verlening van communautaire kwekersrechten, alsmede het door de bevoegde bureaus in de lidstaten laten uitvoeren van de nodige technische onderzoeken.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Bureau opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 111 van Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad aan de raad van bestuur van het Bureau gericht.

4.

De rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 (2) afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 112 van Verordening (EG) nr. 2100/94 opgesteld door de voorzitter en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (3), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerking doet niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKING

7.

Teneinde een hogere interest te krijgen dan op een standaard spaarrekening kocht het Bureau aandelen in investeringsfondsen met een looptijd van 3 à 6 maanden voor bedragen tussen 2 en 10 miljoen euro (4). In februari 2007 investeerde het ook 5 miljoen euro in een tweejarig investeringsfonds. Het Bureau zou een beleid moeten vaststellen voor het beheer van de financiële middelen voordat het investeert in dergelijke financiële instrumenten.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 227 van 1.9.1994, blz. 27.

(2)  Deze rekeningen werden op 27 juni 2008 opgesteld en zijn op 1 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(3)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(4)  Eind 2007 waren al deze investeringen afgewikkeld.


 

Tabel 1

Communautair Bureau voor plantenrassen (Angers)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Bureau zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad

Organisatie

In 2007 (2006)

ter beschikking van het Bureau gestelde middelen

In 2007 (2006)

geleverde producten en diensten

Vrij verkeer van goederen

De verboden of beperkingen welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde van bescherming van de industriële en commerciële eigendom mogen geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen.

(Samenvatting van artikel 30 van het Verdrag)

Doelstelling

Toepassing van de communautaire beschermingsregeling voor kweekproducten als enige en uitsluitende vorm van communautaire bescherming van industriële eigendom met betrekking tot plantenrassen.

Taken

Besluiten tot toe- of afwijzing van aanvragen van kwekersrechten;

besluiten over bezwaren;

besluiten over beroepen;

besluiten tot nietigverklaring of vervallenverklaring van de communautaire bescherming.

1.   De voorzitter

heeft de leiding van het Bureau. Hij wordt door de Raad benoemd uit een lijst van kandidaten, die door de Commissie wordt voorgesteld nadat zij het advies van de raad van bestuur heeft ingewonnen.

2.   De Raad van bestuur

ziet toe op de werkzaamheden van het Bureau en stelt regels op voor de werkmethoden. Hij bestaat uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat, een vertegenwoordiger van de Commissie, en voor elke vertegenwoordiger een plaatsvervanger.

3.

Beslissingen in het kader van de procedure voor de verlening van communautaire rechten worden genomen door comités, die zijn samengesteld uit drie personeelsleden van het Bureau, en door de Kamer van beroep in geval van beroep.

4.   Toezicht op de rechtmatigheid van handelingen van het Bureau

De Commissie controleert de rechtmatigheid van handelingen van de voorzitter waarvoor in het Gemeenschapsrecht niet in rechtmatigheidstoezicht door een andere instelling is voorzien, alsmede de rechtmatigheid van de handelingen van de raad van bestuur inzake de begroting van het Bureau.

5.   Externe controle

Rekenkamer

6.   Kwijtingverlenende instantie

Raad van bestuur

Definitieve begroting

13,4 (13,0) miljoen euro

Personeelsbestand per 31 december 2007

42 (41) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 42 (41) bezet,

+2,5 (4) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, plaatselijke functionarissen en uitzendkrachten)

Totaal aantal werknemers 44,5 (45)

waarvan er:

17,5 uitvoerende,

21 administratieve, en

6 gemengde taken vervullen

Behandelde aanvragen: 2 977 (2 751)

Verleende rechten: 2 616 (2 289)

Geldende communautaire rechten per 31 december 2007: 14 598 (12 933)

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.


Tabel 2

Communautair Bureau voor plantenrassen (Angers) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten (1)

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

Eigen ontvangsten

8 991

8 999

Titel I

Personeel (NGK)

4 857

4 556

4 508

48

301

53

51

2

Gecumuleerd overschot

3 545

0

Communautaire subsidies

172

0

Titel II

Administratie (NGK)

2 857

2 477

997

1 481

380

852

408

444

Andere ontvangsten

707

575

Titel III

— VK

6 896

5 458

 

0

1 438

 

Beleidsactiviteiten (GK)

— BK

5 701

 

5 161

0

540

 

 

 

Totaal

13 415

9 574

Totaal VK

14 610

12 492

5 505

1 528

2 118

Totaal BK

13 415

7 033

10 666

1 528

1 221

905

459

446

NGK

:

niet-gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten zijn gelijk aan de betalingskredieten).

GK

:

gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten kunnen afwijken van de betalingskredieten).

VK

:

vastleggingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

BK

:

betalingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Communautair Bureau voor plantenrassen (Angers) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Geïnde vergoedingen

8 983

8 844

Overige ontvangsten

387

29

Totaal (a)

9 370

8 873

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

4 554

4 398

Uitgaven in verband met vaste activa

184

191

Overige administratieve uitgaven

1 130

1 031

Beleidsuitgaven

4 814

4 535

Totaal (b)

10 682

10 155

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

–1 312

–1 282

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

602

495

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

8

0

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

594

495

Uitzonderlijke baten

0

7

Uitzonderlijke lasten

7

38

Overschot/(tekort) uit uitzonderlijke activiteiten

–7

–31

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

– 725

– 818

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Communautair Bureau voor plantenrassen (Angers) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

269

43

Materiële vaste activa

3 677

3 316

Financiële vaste activa

5 003

3

Vlottende activa

Vorderingen op korte termijn

2 644

1 866

Kasmiddelen

11 905

18 487

Totaal activa

23 498

23 715

Crediteuren

8 591

8 342

Totaal passiva

8 591

8 342

Nettoactiva

14 907

15 373

Reserve

Gecumuleerd overschot/tekort

15 373

16 191

Voorzieningen voor risico's en lasten

259

0

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

– 725

– 818

Nettovermogen

14 907

15 373

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


(1)  De bekendgemaakte begroting geeft als totale ontvangsten 13 405 (000) en als totale betalingskredieten 13 399 (000). Het correcte bedrag had echter 13 415 (000) moeten zijn. Deze tabel bevat de correcte bedragen.

NGK

:

niet-gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten zijn gelijk aan de betalingskredieten).

GK

:

gesplitste kredieten (de vastleggingskredieten kunnen afwijken van de betalingskredieten).

VK

:

vastleggingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

BK

:

betalingskredieten bij een systeem van gesplitste kredieten.

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


ANTWOORD VAN HET BUREAU

7.

Het Bureau neemt nota van de opmerking. Besluiten over investeringen zijn genomen op grond van door de rekenplichtige aan het management voorgelegde analyses en informatie. Laatstgenoemde heeft alle aankooporders medeondertekend.

Sinds oktober 2007 zijn beschikbare middelen uitsluitend geplaatst op termijnrekeningen. Het Bureau zal zijn beleid betreffende beschikbare middelen formaliseren.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/178


VERSLAG

over de jaarrekening van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt betreffende het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van het Bureau

(2008/C 311/26)

INHOUD

1-2

INLEIDING

3-6

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7-10

OPMERKINGEN

Tabellen 1 tot en met 4

Antwoorden van het Bureau

INLEIDING

1.

Het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (hierna „het Bureau” genoemd) werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 40/94 (1) van de Raad van 20 december 1993. Het Bureau heeft tot taak de communautaire regelgeving inzake merken, tekeningen en modellen ten uitvoer te leggen, die bedrijven eenvormige bescherming verleent op het gehele grondgebied van de Unie.

2.

Tabel 1 geeft een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau. Ter informatie zijn essentiële gegevens uit de door het Bureau opgestelde jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 opgenomen in de tabellen 2, 3 en 4.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Deze verklaring is krachtens artikel 137 van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad aan het begrotingscomité van het Bureau gericht.

4.

De rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 (2) afgesloten begrotingsjaar werden overeenkomstig artikel 119 van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad opgesteld door de voorzitter en naar de Rekenkamer gezonden, die haar oordeel moet uitspreken over de betrouwbaarheid ervan en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

5.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (3), voor zover deze in de communautaire context van toepassing zijn. De controle werd gepland en uitgevoerd om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de rekeningen betrouwbaar en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

6.

De Rekenkamer heeft hiermee een redelijke grondslag ter onderbouwing van de navolgende verklaring:

Betrouwbaarheid van de rekeningenDe rekeningen van het Bureau over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar zijn op alle materiële punten betrouwbaar.Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingenDe onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Bureau zijn over het geheel genomen wettig en regelmatig.De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan de verklaring van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN

7.

De begroting 2007 van het Bureau beliep 276 miljoen euro, tegen 212 miljoen euro het voorgaande jaar. De begroting 2007 omvat een reserve van 118 miljoen euro, tegen 77 miljoen euro het voorgaande jaar. De begroting van het Bureau wordt gefinancierd uit door de gebruikers van zijn diensten betaalde vergoedingen.

8.

De laatste jaren heeft het Bureau het aantal vaste personeelsleden aanzienlijk verminderd en tegelijkertijd het volume van zijn activiteiten via een stelselmatige automatisering van de processen en uitbesteding van ondersteunende activiteiten vergroot. De uitgaven voor IT-consultancy, ontwikkeling en onderhoud stegen van 7,5 miljoen euro in 2000 tot 17 miljoen euro in 2006 en tot 22 miljoen euro in 2007. De voordelen van deze aanpak moeten door het Bureau worden geëvalueerd door middel van een algemene kosten-batenanalyse.

9.

Voor de door de afdeling kwaliteitsbeheer van het Bureau beheerde projecten van 2007 werden niet altijd kosten-batenanalyses, financiële schattingen en passende motiveringen opgesteld. Een rechtstreeks verband tussen de projecten en de begrotingsvastleggingen werd niet gelegd, waardoor geen efficiënte kostenbeheersing en -management mogelijk waren.

10.

In haar verslag (4) over de jaarrekening van het Bureau over 2006 wees de Rekenkamer het Bureau op de noodzaak, de Commissie een bedrag aan vergoedingen voor te stellen dat zijn werkelijke kosten beter weergeeft (5). Het gecumuleerde begrotingsoverschot (6) in 2006 bedroeg 201 miljoen euro en in 2007 bereikte het 273 miljoen euro. Het Bureau moet ook samen met de Commissie nadenken over de vraag, hoe het beter en productiever gebruik kan maken van de middelen die het thans als reserve aanhoudt.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 september 2008.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 11 van 14.1.1994, blz. 1.

(2)  Deze rekeningen werden op 20 juni 2008 opgesteld en zijn op 1 juli 2008 bij de Rekenkamer ingekomen.

(3)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

(4)  PB C 309 van 19.12.2007, blz. 142.

(5)  Artikel 134, lid 2, van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993.

(6)  Overgedragen begrotingsresultaten plus reservefonds overeenkomstig artikel 16 van het financieel reglement van het Bureau.


 

Tabel 1

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (Alicante)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Bureau zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad

Organisatie

In 2007

(2006) ter beschikking van het Bureau gestelde middelen

In het begrotingsjaar 2007 geleverde producten en diensten

Vrij verkeer van goederen

De verboden of beperkingen welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde van bescherming van de industriële en commerciële eigendom mogen geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen.

(Uit artikel 30 van het Verdrag)

De beperkingen op het vrij verrichten van diensten binnen de Gemeenschap zijn verboden ten aanzien van de onderdanen der lidstaten die in een ander land van de Gemeenschap zijn gevestigd dan dat, waarin degene is gevestigd te wiens behoeve de dienst wordt verricht.

(Uit artikel 49 van het Verdrag)

Doelstellingen

Toepassing van de communautaire wetgeving inzake merken, tekeningen en modellen, die bedrijven het recht verschaft, eenvormige bescherming te verwerven op het gehele grondgebied van de Unie.

Taken

ontvangst en indiening van verzoeken om inschrijving,

onderzoek van de voorwaarden voor inschrijving in het register, en van de verenigbaarheid met de communautaire wetgeving,

recherche bij de diensten voor de industriële eigendom van de lidstaten inzake het bestaan van oudere nationale merken,

publicatie van aanvragen,

onderzoek van de (eventuele) oppositie van derden,

inschrijving of afwijzing van de aanvraag,

onderzoek van vorderingen tot vervallen- of nietigverklaring,

behandeling van tegen beslissing ingesteld beroep.

1.   Raad van bestuur

Samenstelling

Eén vertegenwoordiger van elke lidstaat

één vertegenwoordiger van de Commissie alsmede hun plaatsvervangers

Taak

Dient de voorzitter van advies over aangelegenheden die onder de bevoegdheden van het Bureau vallen,

stelt de lijsten met kandidaten op (artikel 120): voorzitter, ondervoorzitters, voorzitters en leden van de kamers van beroep.

2.   Voorzitter van het Bureau

Benoemd door de Raad aan de hand van een door de raad van bestuur opgestelde lijst van ten hoogste drie kandidaten.

3.   Begrotingscomité

Samenstelling

Eén vertegenwoordiger van elke lidstaat en één vertegenwoordiger van de Commissie alsmede hun plaatsvervangers

Taak

Stelt de begroting en het financieel reglement vast, verleent de voorzitter kwijting, stelt de prijs van de rechercheverslagen vast.

4.   Beslissingen in verband met de aanvragen

Worden genomen door:

a)

de onderzoekers;

b)

de oppositieafdelingen;

c)

de afdeling merkenadministratie en juridische aangelegenheden;

d)

de nietigheidsafdelingen;

e)

de kamers van beroep.

5.   Externe controle

Rekenkamer

6.   Kwijtingverlenende autoriteit

het Begrotingscomité van het Bureau

Definitieve begroting

276 miljoen euro

(212 miljoen euro)

waarvan 0 % (0 %) communautaire subsidie

Personeelsbestand per 31 december 2007

647 (675) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten, waarvan 619 (603) bezet + 89 (72) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, plaatselijke functionarissen en uitzendkrachten, bijzondere adviseurs)

Totaal aantal werknemers: 708 (675)

Merken

Aantal aanvragen: 88 200

Aantal inschrijvingen: 68 000

Aantal gevallen van oppositie: 16 400

waarvan 12 200 afgehandeld

Beroep ingesteld bij de kamers van beroep: 1 970

Gemiddelde afhandelingstermijn van een inschrijving

(zonder oppositie en beroep):

tot en met publicatie: 7,5 maanden

van publicatie tot inschrijving: 6,5 maanden

Modellen en tekeningen

Ontvangen: 78 000

Ingeschreven: 77 000

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.


Tabel 2

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (Alicante) — Begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar 2007

(1000 euro)

Ontvangsten

Uitgaven

Herkomst van de ontvangsten

In de definitieve begroting van het begrotingsjaar opgenomen ontvangsten

Geïnde ontvangsten

Bestemming van de uitgaven

Kredieten van de definitieve begroting

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten

opgevoerd

vastgelegd

betaald

overgedragen

geannuleerd

beschikbaar

betaald

geannuleerd

Eigen ontvangsten

172 887

179 777

Titel I

Personeel

63 716

60 066

58 968

1 097

3 650

1 390

1 056

333

Andere ontvangsten

465

6 801

Titel II

Administratie

37 363

35 272

25 402

9 870

2 091

10 691

9 616

1 075

Rente

11 100

12 284

Titel III

Beleidsactiviteiten

56 294

48 091

30 390

17 702

8 203

14 407

13 193

1 214

Saldo van het vorige begrotingsjaar

91 123

124 682

Titel X

Reserve

118 202

0

0

0

118 202

0

0

0

Totaal

275 575

323 544

Totaal

275 575

143 429

114 760

28 669

132 146

26 488

23 865

2 622

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt. Geïnde ontvangsten en betalingen worden op kasbasis geraamd.


Tabel 3

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (Alicante) — Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2007 en 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Exploitatieontvangsten

Ontvangsten uit bijdragen

179 040

184 066

Ontvangsten uit de verkoop van publicaties

186

285

Overige ontvangsten

6 583

172

Totaal (a)

185 809

184 523

Exploitatieuitgaven

Personeelsuitgaven

59 640

58 055

Uitgaven in verband met vaste activa

3 650

3 586

Overige administratieve uitgaven

34 100

26 833

Beleidsuitgaven

40 745

34 720

Totaal (b)

138 136

123 194

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten (c = a – b)

47 673

61 329

Opbrengsten van de financiële verrichtingen (e)

14 011

8 149

Kosten van de financiële verrichtingen (f)

74

63

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten (g = e – f)

13 938

8 086

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (h = c + g)

61 611

69 415

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


Tabel 4

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (Alicante) — Balans per 31 december 2007 en 31 december 2006

(1000 euro)

 

2007

2006

Vaste activa

Immateriële vaste activa

1 307

1 023

Materiële vaste activa

25 728

25 948

Vlottende activa

Voorfinanciering op korte termijn

186

124

Vorderingen op korte termijn

4 105

2 520

Kasmiddelen

343 350

281 510

Totaal activa

374 676

311 125

Vaste passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

834

727

Overige schulden op lange termijn

23

20

Vlottende passiva

Voorzieningen voor risico's en lasten

8 849

12 266

Crediteuren

59 928

54 681

Totaal passiva

69 634

67 694

Nettoactiva

305 042

243 431

Reserve

Reserves

90 171

72 353

Gecumuleerd overschot/tekort

153 261

101 663

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

61 611

69 415

Nettovermogen

305 042

243 431

Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens die het Bureau in zijn jaarrekening heeft verstrekt; deze rekening werd opgesteld op transactiebasis.


ANTWOORDEN VAN HET BUREAU

8.

Bij de planning van de omvang van de toekomstige personeelsformatie en de aanwervingsprocedures werd systematisch rekening gehouden met toekomstige automatiseringsprojecten en eventuele uitbesteding van opdrachten. De stijging in de IT-begroting is het gevolg van een aanzienlijke toename van informatiesystemen, ofwel omwille van nieuwe opdrachten (Protocol van Madrid, Gemeenschapsmodellen en -tekeningen, verlengingen) ofwel omwille van de e-handelsstrategie en de re-engineering van onze interne merkbeheersystemen en van belangrijke investeringen in IT-beveiliging (bedrijfscontinuïteit). De interne methodologie voorziet reeds in de kosten-batenanalyse van elk IT-project. Een vergelijkbare methodologie zal worden toegepast op uitbestede activiteiten.

9.

Nieuwe instrumenten voor projectbeheer (waaronder het beheer van financiële schattingen) zullen worden ingevoerd. De toepassing van de bestaande QMD-methodologie zal worden verbeterd om systematisch al deze aspecten in alle projecten te behandelen.

10.

In december 2006 deed de Commissie voorstellen voor een nieuw vergoedingsmechanisme. In mei 2007 vroeg de Raad aan de Commissie om een onmiddellijk voorstel tot vermindering in te dienen.


5.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/s3


BERICHT AAN DE LEZERS

De instellingen hebben besloten in hun teksten niet langer te verwijzen naar de laatste wijziging van de aangehaalde besluiten.

Tenzij anders vermeld, zijn de besluiten waarnaar in de hierin gepubliceerde teksten wordt verwezen, de besluiten zoals die momenteel van kracht zijn.