ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 241

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

51e jaargang
20 september 2008


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

RESOLUTIES

 

Raad

2008/C 241/01

Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 16 mei 2007, over de verwezenlijking van de gemeenschappelijke doelstellingen voor vrijwilligersactiviteiten van jongeren

1

 

ADVIEZEN

 

Commissie

2008/C 241/02

Advies van de Commissie van 19 september 2008 met betrekking tot het plan voor de verwijdering van radioactief afval van de EPR-reactor in Flamanville (eenheid 3) in Frankrijk, overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag

7

2008/C 241/03

Advies van de Commissie van 19 september 2008 overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag betreffende het gewijzigde plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen van de kerncentrale van Flamanville (eenheid 1 en 2) in Frankrijk

8

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2008/C 241/04

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

9

2008/C 241/05

Herziening door Frankrijk van de openbaredienstverplichtingen op de geregelde luchtdiensten tussen Ajaccio, Bastia, Calvi en Figari, enerzijds, en Marseille, Nice en Parijs (Orly), anderzijds ( 1 )

11

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2008/C 241/06

Wisselkoersen van de euro

12

2008/C 241/07

Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 — Nationale regionale-steunkaart: Frankrijk (PB C 54 van 4.3.2006, blz. 13) ( 1 )

13

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2008/C 241/08

Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

15

2008/C 241/09

Mededeling van de Commissie in het kader van de procedure van artikel 4, lid 1, punt a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad — Het opleggen van openbare dienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten op de route Crotone-Milaan Linate en vice versa en de route Crotone-Rome Fiumicino en vice versa ( 1 )

20

2008/C 241/10

Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad — Het opleggen van openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten op de route Albenga-Rome Fiumicino en vice versa ( 1 )

23

 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Commissie

2008/C 241/11

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5299 — Deutsche Bank/Goldman Sachs/Befraco) — Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure ( 1 )

26

 

Rectificaties

2008/C 241/12

Rectificatie van de mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 98/37/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines (PB C 215 van 22.8.2008)

27

2008/C 241/13

Rectificatie van de door Portugal krachtens artikel 4, lid 1, onder d), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad gedane oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de internationale openbare aanbesteding voor de exploitatie van geregelde luchtdiensten op de route Lissabon-Vila Real-Bragança-Vila Real-Lissabon — P-Lissabon: Exploitatie van geregelde luchtdiensten (PB C 219 van 28.8.2008)

27

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

RESOLUTIES

Raad

20.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/1


Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 16 mei 2007, over de verwezenlijking van de gemeenschappelijke doelstellingen voor vrijwilligersactiviteiten van jongeren

(2008/C 241/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

(1)

In zijn resolutie van 27 juni 2002 (1) heeft de Raad de open coördinatiemethode ingesteld als nieuw kader voor de Europese samenwerking in jeugdzaken, en tevens de vier thematische prioriteiten op het gebied van jeugdzaken bekrachtigd zoals die in het Witboek van de Commissie van november 2001, getiteld „Een nieuw elan voor Europa's jeugd”, naar voren worden geschoven, te weten: participatie, informatie, vrijwilligersactiviteiten en beter begrip en kennis van jongeren.

(2)

In zijn resolutie van 25 november 2003 (2) heeft de Raad gemeenschappelijke doelstellingen bepaald voor de eerste twee prioriteiten, namelijk participatie van en informatie voor jongeren.

(3)

De Europese vrijwilligersdienst (EVD) is — sinds 1996 — een actie van het programma „Jeugd” en een kwalitatief hoogwaardig model voor transnationale vrijwilligersdienst dat jongeren de mogelijkheid biedt om op een groot aantal gebieden als vrijwilliger actief te zijn, zodat hun solidariteitsgevoel wordt ontwikkeld, hun actief burgerschap wordt gestimuleerd en het wederzijds begrip van jongeren wordt bevorderd. Het lopende programma „Jeugd in actie” versterkt deze actie.

(4)

In haar mededeling van 30 april 2004 (3) heeft de Commissie gemeenschappelijke doelstellingen voor vrijwilligersactiviteiten door jongeren voorgesteld op basis van de antwoorden van de lidstaten op een vragenlijst van de Commissie en na overleg met jongeren.

(5)

In zijn resolutie van 15 november 2004 (4) heeft de Raad gemeenschappelijke doelstellingen voor vrijwilligersactiviteiten door jongeren aangenomen, namelijk: het ontwikkelen, vergemakkelijken, bevorderen en erkennen van vrijwilligersactiviteiten van jongeren. De Raad is tevens overeengekomen dat uiterlijk eind 2006 verslagen moesten worden ingediend over de verwezenlijking van deze doelstellingen.

(6)

In zijn resolutie van 15 november 2004 heeft de Raad gemeenschappelijke doelstellingen voor een beter begrip en kennis van jongeren aangenomen, waarin ook vrijwilligersactiviteiten aan bod komen. De lidstaten hebben toegezegd de voorhanden kennis met betrekking tot vrijwilligersactiviteiten op lokaal en op nationaal niveau in kaart te zullen brengen.

(7)

In zijn resolutie van 20 juli 2006 (5) heeft de Raad de waarde van niet-formeel en informeel leren in de jeugdsector in Europa erkend.

(8)

In zijn resolutie van 31 oktober 2006 (6) over participatie door en voorlichting van jongeren heeft de Raad tevens, voortbouwend op de mededeling van de Commissie van 20 juli 2006 (7), de open coördinatiemethode versterkt.

(9)

Uit het Eurobarometer-onderzoek over jongeren 2007 (8) blijkt dat veruit de meeste jongeren positief staan tegenover vrijwilligersprogramma's als manier om hun participatie in de maatschappij te vergroten.

(10)

In haar mededeling van 5 september 2007 (9) heeft de Commissie voorgesteld het belang en de geldigheid van de gemeenschappelijke doelstellingen voor vrijwilligersactiviteiten door jongeren te bevestigen. De Commissie heeft ook concrete maatregelen voorgesteld om de uitvoering van de gemeenschappelijke doelstellingen te verbeteren,

BEKLEMTONEN DAT:

1.

de Commissie in haar mededeling van 30 april 2004 betreffende een voorstel tot gemeenschappelijke doelstellingen voor vrijwilligersactiviteiten door jongeren (3), vrijwilligersactiviteiten omschrijft als allerlei vormen van vrijwillig engagement, met de volgende kenmerken: vrijwilligersactiviteiten staan open voor iedereen, zijn onbetaald, worden uit vrije wil ondernomen, zijn educatief (niet-formeel onderwijs) en hebben een sociale meerwaarde;

2.

vrijwilligersactiviteiten duidelijk moeten worden onderscheiden van werk en werk geenszins mogen vervangen;

3.

het belangrijk is dat de verscheidenheid aan vrijwilligersactiviteiten in de lidstaten wordt behouden;

4.

de Commissie in haar analyse van de verslagen van de lidstaten over de verwezenlijking van de gemeenschappelijke doelstellingen voor vrijwilligersactiviteiten door jongeren bevestigt dat de aangenomen gemeenschappelijke doelstellingen hun waarde hebben bewezen, doordat zij de aanzet hebben gegeven tot een meer gestructureerde verdere ontwikkeling van deze activiteiten;

5.

de open coördinatiemethode in jeugdzaken moet worden versterkt om de gemeenschappelijke doelstellingen beter te kunnen uitvoeren;

6.

vrijwilligerswerk van jongeren moet worden bevorderd en voor het voetlicht gebracht. Op die manier zal duidelijk worden dat vele jongeren zich op school en in de lokale gemeenschap vrijwillig inzetten om anderen te helpen.

NEMEN ER NOTA VAN DAT:

1.

om vrijwilligerswerk gemakkelijker te maken en daartoe de bestaande obstakels weg te nemen, de lidstaten de maatregelen dienen te nemen die zij passend achten overeenkomstig de communautaire regelgeving en hun nationale wetgeving, om te voorkomen dat vrijwilligers en hun families ten gevolge van hun mobiliteit ongelijk behandeld worden op het gebied van de toepasselijke sociale bescherming, zoals de gezondheidszorg en sociale bijstand;

2.

het belangrijk is dat vrijwilligersactiviteiten worden aangemoedigd en erkend als mogelijkheid voor verschillende actoren — werkgevers (zowel overheid als particuliere sector), sociale partners, maatschappelijk middenveld, scholen, de jongeren zelf en hun families — om persoonlijke, sociale en professionele vaardigheden en competenties te verwerven;

3.

de vaardigheden en competenties die met lokale, regionale, nationale en Europese vrijwilligersactiviteiten worden verworven, kunnen bijdragen tot meer werkgelegenheid voor, en een groter ondernemerschap van, jongeren alsook tot meer initiatief en creativiteit en in die zin een belangrijke plaats innemen in de Lissabonstrategie;

4.

vrijwilligersactiviteiten belangrijk zijn voor het mondiger maken van jongeren, als hefboom voor een actievere sociale participatie, samenwerking tussen de generaties, een algemeen gevoel van solidariteit in de samenleving en een betere sociale insluiting en samenhang, met name voor jongeren met minder kansen. Vrijwilligersactiviteiten kunnen bovendien voor jongeren de overgang van school naar werk vergemakkelijken;

5.

alle jongeren in aanmerking moeten kunnen komen voor een hoogwaardig aanbod aan vrijwilligersactiviteiten. De initiatieven moeten gericht zijn op jongeren, en met name op jongeren met minder kansen, en hen de mogelijkheid bieden in contact te komen met anderen en een gevoel van welslagen te ontwikkelen. Dit is bijzonder belangrijk omdat vrijwillige activiteiten voor jongeren en jeugdwerkers een middel voor sociale erkenning en permanente zelfontplooiing zijn;

6.

maatschappelijke organisaties in veel landen de belangrijkste actoren voor vrijwilligersactiviteiten van jongeren zijn;

7.

vrijwilligersactiviteiten de waarden van democratie en solidariteit ondersteunen en kunnen bijdragen tot versterking van de interculturele dialoog en het actief burgerschap, door de mobiliteit van jongeren te vergroten. Vrijwilligersactiviteiten spelen reeds een belangrijke rol in Europees beleid zoals de externe betrekkingen en het samenwerkingsbeleid.

ZIJN HET EROVER EENS DAT:

1.

het belang en de geldigheid van de in 2004 aangenomen gemeenschappelijke doelstellingen voor vrijwilligersactiviteiten door jongeren worden bevestigd en dat aan deze doelstellingen verder uitvoering moet worden gegeven;

2.

de in 2004 overeengekomen beleidslijnen voor vrijwilligersactiviteiten van jongeren in het licht van de recente ontwikkelingen zullen worden aangepast en versterkt, zodat deze meer effect sorteren, zoals beschreven in bijlage dezes;

3.

een beter imago van vrijwilligerswerk jongeren kan aanmoedigen meer vrijwilligerswerk te ondernemen;

4.

om een duidelijker profiel te geven aan vrijwilligersactiviteiten en de sociale erkenning ervan te vergroten, de bevoegde instellingen, van het lokale tot het Europese niveau, en de andere betrokken actoren over méér middelen moeten kunnen beschikken om het publiek in het algemeen, en de jongeren in het bijzonder, hiervan meer bewust te maken;

5.

aangezien vrijwilligersactiviteiten door de verschillende sectoren heen lopen, een sterkere sectoroverstijgende coördinatie tussen de verschillende beleidsterreinen van cruciaal belang is omdat de deelname van jongeren aan vrijwilligersactiviteiten daardoor gunstig zou worden beïnvloed.

VERZOEKEN DE LIDSTATEN:

1.

nationale strategieën voor vrijwilligersactiviteiten van jongeren en van leiders van jongerenorganisaties en jeugdwerkers vast te stellen en in hun nationale jongerenbeleidsplannen op te nemen, alsmede, waar dienstig, in nauwe samenwerking met de betrokken actoren, zoals maatschappelijke organisaties, jongeren- en vrijwilligersorganisaties, programma's voor vrijwilligerswerk te ontwikkelen;

2.

uiterlijk in september 2008 in kaart te brengen op welke beleidslijnen voor vrijwilligersactiviteiten van jongeren zij zich willen toeleggen, en nationale strategieën en/of concrete maatregelen vast te stellen voor de uitvoering ervan;

3.

voorbereidende en controleregelingen in te stellen met het oog op de daadwerkelijke uitvoering van de gemeenschappelijke doelstellingen, in samenwerking met de betrokken actoren, onder andere jongeren, leiders van jongerenorganisaties en jeugdwerkers, en vrijwilligersorganisaties;

4.

jongeren- en vrijwilligersorganisaties te betrekken bij het bepalen, ontwikkelen en uitvoeren van beleidsmaatregelen op het gebied van vrijwilligersactiviteiten van jongeren;

5.

de regionale en lokale autoriteiten, jongerenorganisaties en jongeren beter bekend te maken met de gemeenschappelijke doelstellingen voor vrijwilligersactiviteiten van jongeren, en nauw samen te werken met de regionale en lokale autoriteiten;

6.

ondernemingen aan te moedigen vrijwilligersactiviteiten van jongeren te steunen in de initiatieven die zij in het kader van hun maatschappelijk verantwoord ondernemerschap ontwikkelen, onder meer door de vaardigheden en competenties die met vrijwilligersactiviteiten worden verworven, te erkennen en op die manier de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt te vergemakkelijken;

7.

de deelname van jonge vrijwilligers aan grote internationale evenementen aan te moedigen, met name in het licht van het Witboek van de Commissie over sport en het bijbehorende actieplan;

8.

overeenstemming te bereiken over de belangrijkste waarden, beginselen en normen inzake vrijwilligersactiviteiten, en te bekijken of er nieuwe instrumenten nodig zijn om vrijwilligersactiviteiten te bevorderen.

NEMEN NOTA VAN HET VOORNEMEN VAN DE COMMISSIE:

een raadpleging te houden met het oog op nieuwe EU-maatregelen ter bevordering en erkenning van vrijwilligersactiviteiten van jongeren.

VERZOEKEN DE COMMISSIE:

1.

in deze context met voorstellen te komen voor instrumenten ter bevordering en erkenning van vrijwilligersactiviteiten van jongeren;

2.

in samenwerking met andere betrokken actoren de ontwikkeling en erkenning van vrijwilligersactiviteiten van jongeren te bevorderen door voorlichting te verstrekken over, en volledig gebruik te maken van, instrumenten zoals deze resolutie, de Europese vrijwilligersdienst, het Europees kwaliteitshandvest voor mobiliteit, de Europass en het op stapel staande Europees Kwalificatiekader;

3.

te overwegen of het mogelijk is een Europees Jaar ter bevordering van vrijwilligerswerk te organiseren, om het imago van vrijwilligerswerk in de samenleving in het algemeen en bij jongeren in het bijzonder te verbeteren.

VERZOEKEN DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE:

1.

de open coördinatiemethode op het gebied van vrijwilligersactiviteiten te versterken door het uitwisselen van beste praktijken en leren in groepsverband, met het oog op een betere verwezenlijking van alle gemeenschappelijke doelstellingen, inclusief het wegnemen van obstakels en een betere erkenning van de vaardigheden en competenties die met vrijwilligerswerk zijn opgedaan;

2.

het mandaat van de werkgroep die op Europees niveau is opgericht om zich te buigen over praktische middelen voor het meten van de vorderingen met de participatie door en voorlichting voor jongeren, uit te breiden tot vrijwilligersactiviteiten van jongeren;

3.

de uitvoering van de gemeenschappelijke doelstellingen voor vrijwilligersactiviteiten van jongeren op nationaal en op Europees niveau te bespreken in het kader van de evaluatie van de open coördinatiemethode in 2009 en de Europese samenwerking in jeugdzaken in het algemeen.


(1)  PB C 168 van 13.7.2002, blz. 2.

(2)  PB C 295 van 5.12.2003, blz. 6.

(3)  Doc. 9182/04 (COM(2004) 337 def.).

(4)  Resolutie van 15 november 2004 van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, inzake gemeenschappelijke doelstellingen voor vrijwilligersactiviteiten door jongeren (doc. 13996/04).

(5)  PB C 168 van 20.7.2006, blz. 1.

(6)  PB C 297 van 7.12.2006, blz. 6.

(7)  COM(2006) 417 def.

(8)  http://ec.europa.eu/youth/index_en.html

(9)  Doc. 12772/07 (COM(2007) 498 def.).


BIJLAGE

MAATREGELEN TER VERSTERKING VAN DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE DOELSTELLINGEN VOOR VRIJWILLIGERSACTIVITEITEN VAN JONGEREN

Naar gelang van de omstandigheden in, en prioriteiten van, elke lidstaat en onverminderd de verschillende verantwoordelijkheden van de nationale, regionale en lokale autoriteiten van de lidstaten kan de volgende, niet-uitputtende lijst van beleidslijnen worden uitgevoerd:

1.   Ontwikkelen van vrijwilligersactiviteiten van jongeren

De ontwikkeling van vrijwilligersactiviteiten van jongeren aanmoedigen om het bewustzijn van de bestaande mogelijkheden te vergroten, de werkingssfeer te verruimen en de kwaliteit te verbeteren.

Op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau

Nationale strategieën voor vrijwilligersactiviteiten van jongeren en van leiders van jongerenorganisaties en jeugdwerkers bepalen en in de nationale jongerenbeleidsplannen opnemen en daartoe in nauwe samenwerking met de betrokken actoren, zoals maatschappelijke organisaties, jongeren- en vrijwilligersorganisaties, programma's ontwikkelen, in het licht van de brede waaier aan tradities en praktijken op het gebied van vrijwilligersactiviteiten in de verschillende lidstaten.

a)

Bestaande vrijwilligersactiviteiten (bijvoorbeeld vrijwilligersdienst, incidenteel vrijwilligerswerk, enz.) en vrijwilligersorganisaties verder in kaart brengen zodat een duidelijk beeld van de voor jongeren beschikbare vrijwilligersactiviteiten kan worden gevormd.

b)

Bestaande vrijwilligersactiviteiten van jongeren stimuleren door:

de verschillende categorieën van dergelijke activiteiten verder te ontwikkelen en met name het scala van mogelijkheden te verruimen;

activiteiten die voor jongeren van bijzonder belang zijn, te blijven steunen;

verdere steun te verlenen aan maatschappelijke organisaties die op het gebied van vrijwilligerswerk voor jongeren actief zijn;

bestaande vrijwilligersdiensten verder te versterken en zo nodig het in het leven roepen van nieuwe vrijwilligersdiensten aan te moedigen.

c)

Opleidingsmogelijkheden voor jonge vrijwilligers en voor degenen die bij de coördinatie en het beheer van deze activiteiten betrokken zijn, steunen om de kwaliteit van de vrijwilligersactiviteiten en het organisatorische kader ervan te verbeteren.

d)

De steun voor vrijwilligersactiviteiten op lokaal niveau waarbij lokale organisaties betrokken zijn, onder meer leiders van jongerenorganisaties en jeugdwerkers, en vrijwilligersorganisaties, versterken, gelet op het belang van deze activiteiten voor het bevorderen van actief burgerschap, het ontwikkelen van ondernemerschap, sociale en culturele participatie en voor het mondiger maken van jongeren.

e)

Vrijwilligersactiviteiten ontwikkelen in derde landen, om wereldwijde samenwerking tussen jongeren te bevorderen, de interculturele dialoog te versterken en de deelname van jongeren met minder kansen uit verschillende culturen en regio's te bevorderen.

Op Europees niveau

f)

Aanmoedigen van:

betere coördinatie van de transnationale samenwerking van diensten van algemeen nut, daar waar deze bestaan;

versterkte uitwisseling van jonge vrijwilligers op verschillende gebieden;

versterkte uitwisseling van informatie over nationale vrijwilligersprogramma's en de Europese dimensie daarvan, door het ontwikkelen van leren in groepsverband en van manieren om beste praktijken uit te wisselen, rekening houdend met de brede waaier aan vrijwilligersactiviteiten in de verschillende lidstaten.

g)

De Europese vrijwilligersdienst (EVD) blijven ontwikkelen en bevorderen, in het kader van het programma „Jeugd in actie”.

h)

Overwegen of het haalbaar is de EVD uit te breiden tot een breder scala van acties, zodat jongeren aan solidariteitsacties van de Europese Unie kunnen deelnemen.

2.   Faciliteren van vrijwilligersactiviteiten van jongeren

Het voor jongeren gemakkelijker maken vrijwilligersactiviteiten te verrichten door bestaande obstakels weg te nemen, met inachtneming van de immigratiecontroles, visumvoorschriften en binnenkomstvoorwaarden van de lidstaten.

Op alle niveaus

a)

Nieuwe maatregelen nemen om de wettelijke en administratieve belemmeringen weg te nemen voor de mobiliteit van personen die vrijwilligerswerk willen verrichten, overeenkomstig de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad over mobiliteit (1).

b)

Versterking van de sectoroverschrijdende samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten om de afgifte van visa en verblijfsvergunningen aan jonge vrijwilligers waar nodig te vergemakkelijken.

c)

De uitwisseling van informatie, ervaringen en goede praktijken tussen alle betrokken actoren op het gebied van vrijwilligersactiviteiten van jongeren bevorderen om obstakels uit de weg te ruimen en vereenvoudigde procedures te ontwikkelen.

d)

Nagaan welke wettelijke regelingen en instrumenten kunnen worden verbeterd opdat jongeren gemakkelijker vrijwilligersactiviteiten kunnen verrichten, en organisaties gemakkelijker kwalitatieve activiteiten kunnen ontwikkelen, met bijzondere aandacht voor jongeren met minder kansen en het genderevenwicht.

3.   Bevorderen van vrijwilligersactiviteiten van jongeren

Vrijwilligersactiviteiten bevorderen om de solidariteit onder jongeren en hun engagement als verantwoordelijke burgers te versterken en tegelijkertijd elke vorm van discriminatie en vooroordelen te bestrijden, door gelijkheid, sociale insluiting en samenwerking tussen de generaties te bevorderen.

Op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau

a)

Informatie over vrijwilligerswerk op alle relevante niveaus verspreiden, teneinde jongeren beter met vrijwilligerswerk vertrouwd te maken, hen te informeren over concrete mogelijkheden om vrijwilligerswerk te verrichten, advies te verstrekken en een positief imago van vrijwilligerswerk te bevorderen.

b)

Inspanningen leveren om de samenwerking tussen alle betrokken actoren (jongeren, personen die actief zijn in de sector van het jeugdwerk en in jongerenorganisaties, de overheid, de particuliere economische sector, scholen, enz.) bij de bevordering van vrijwilligersactiviteiten te versterken door informatie, ervaringen en goede praktijken uit te wisselen.

c)

Samen met jongeren- en vrijwilligersorganisaties en andere betrokken actoren de factoren die leiden tot de uitsluiting van bepaalde groepen jongeren van vrijwilligersactiviteiten, grondiger analyseren. Specifieke, gerichte en op maat gesneden strategieën ontwikkelen om deze jongeren, met name jongeren met minder kansen, aan te moedigen aan vrijwilligersactiviteiten deel te nemen.

d)

Jongerenorganisaties en andere vrijwilligersorganisaties aanmoedigen voorlichting over vrijwilligersactiviteiten te organiseren en te verstrekken, en vrijwilligerswerk te promoten bij hun leeftijdsgenoten.

e)

Ondernemingen aanmoedigen vrijwilligersactiviteiten van jongeren te steunen in de initiatieven die zij in het kader van hun sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen.

Op Europees niveau

f)

Het initiatief tot voorlichtingsacties nemen om vrijwilligersactiviteiten van jongeren en de waarden van vrijwilligerswerk te promoten.

Op alle niveaus

g)

De deelname van jonge vrijwilligers aan grote internationale evenementen versterken, met name in het licht van het Witboek van de Commissie over sport en het bijbehorende actieplan.

4.   Vrijwilligersactiviteiten van jongeren erkennen

Vrijwilligersactiviteiten van jongeren erkenning geven als waardering voor hun persoonlijke vaardigheden en hun maatschappelijke betrokkenheid en voor de rol die vrijwilligersactiviteiten spelen bij het vergemakkelijken van de overgang van onderwijs naar werk en het bestaan als volwassene.

Op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau

a)

De vrijwillige inzet van jongeren en hun verworven vaardigheden en kennis waarderen door ondersteuning van acties die leiden tot versterkte erkenning van vrijwilligersactiviteiten op alle niveaus en door verschillende actoren, bijvoorbeeld de overheid, het bedrijfsleven, de sociale partners, het maatschappelijk middenveld en de jongeren zelf, en in de juiste vorm, daarbij rekening houdend met de behoeften van jongeren, ook van jongeren met minder kansen.

b)

De sociale meerwaarde van de vrijwilligerssector voor de samenleving tot uiting brengen door ontwikkeling van acties, zoals bewustmakingscampagnes, die leiden tot grotere erkenning door de samenleving van vrijwilligersactiviteiten.

c)

Vertegenwoordigers van vrijwilligers- en andere jongerenorganisaties, sociale partners, onderwijsinstellingen en nationale autoriteiten hierbij betrekken, met het oog op een betere erkenning en, voor zover van toepassing, het ontwikkelen van de certificering van de met vrijwilligersactiviteiten verworven vaardigheden, teneinde deze certificering te vergemakkelijken.

d)

Ondernemingen aanmoedigen vrijwilligersactiviteiten te steunen in de initiatieven die zij in het kader van hun maatschappelijk verantwoord ondernemerschap ontwikkelen, onder meer door de vaardigheden en competenties die met vrijwilligersactiviteiten worden verworven, te erkennen en op die manier de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt te vergemakkelijken.

Op Europees niveau

e)

Een samenhangende benadering ontwikkelen voor een betere erkenning op het werk en in de kennismaatschappij van vaardigheden, kennis en competenties verworven door vrijwilligersactiviteiten in het kader van lopende processen en met bestaande middelen op andere beleidsgebieden, zoals de open coördinatiemethode op onderwijsgebied, de strategie ter bevordering van een leven lang leren, de sociale dialoog en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap, met name voortbouwend op het op stapel staande instrument Europass-jeugd.


(1)  PB L 215 van 9.8.2001, blz. 30.


ADVIEZEN

Commissie

20.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/7


ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 19 september 2008

met betrekking tot het plan voor de verwijdering van radioactief afval van de EPR-reactor in Flamanville (eenheid 3) in Frankrijk, overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag

(Alleen de tekst in de Franse taal is authentiek)

(2008/C 241/02)

Op 11 februari 2008 heeft de regering van Frankrijk, overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag, algemene gegevens van het plan voor de verwijdering van radioactief afval van de EPR-reactor in Flamanville (eenheid 3) aan de Commissie verstrekt.

Op basis van deze gegevens en van aanvullende informatie die door vertegenwoordigers van de Franse regering is verstrekt tijdens de vergadering van de deskundigengroep op 28 en 29 mei 2008, heeft de Commissie het hierna volgende advies opgesteld:

1.

de afstand tussen de kerncentrale en het dichtstbijgelegen punt van een buurland, in dit geval de Kanaaleilanden (gebieden onder de Britse kroon), bedraagt 30 km. De afstand tot de dichtstbijgelegen lidstaten bedraagt 120 km voor het Verenigd Koninkrijk en 360 km voor België;

2.

onder normale bedrijfsomstandigheden zal de verwijdering van vloeibare en gasvormige afvalstoffen niet tot een uit gezondheidsoogpunt significante blootstelling van de bevolking van andere lidstaten of buurlanden leiden;

3.

vast radioactief afval wordt tijdelijk ter plaatse opgeslagen alvorens te worden overgebracht naar verwijderingsinstallaties die over een vergunning van de Franse regering beschikken. Verbruikte splijtstofelementen worden tijdelijk ter plaatse opgeslagen alvorens te worden overgebracht naar de opwerkingsinstallatie in La Hague;

4.

in geval van onvoorziene lozingen als gevolg van een ongeval van het type en de omvang waarmee in de algemene gegevens rekening is gehouden, zullen de doses waaraan de bevolking in andere lidstaten of in buurlanden waarschijnlijk wordt blootgesteld, uit gezondheidsoogpunt niet significant zijn.

Concluderend is de Commissie van mening dat uitvoering van het plan voor de verwijdering van radioactieve afvalstoffen van de EPR-reactor op de site van de kernreactor van Flamanville in Frankrijk, zowel onder normale bedrijfsomstandigheden als in ongevalssituaties van de aard en omvang als aangeduid in de algemene gegevens, niet zal leiden tot radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat.


20.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/8


ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 19 september 2008

overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag betreffende het gewijzigde plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen van de kerncentrale van Flamanville (eenheid 1 en 2) in Frankrijk

(Alleen de Franse tekst is authentiek)

(2008/C 241/03)

Op 11 februari 2008 heeft de Europese Commissie overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag van de Franse regering algemene gegevens ontvangen betreffende het gewijzigde plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen van de kerncentrale van Flamanville (eenheid 1 en 2).

Op basis van deze algemene gegevens en de aanvullende door de Commissie aangevraagde en door de Franse autoriteiten op 9 april 2008 verstrekte informatie brengt de Commissie, na raadpleging van de groep van deskundigen, het volgende advies uit:

1.

de afstand tussen de centrale en de meest nabije grens met een andere lidstaat is tussen 30 km en 45 km voor de Kanaaleilanden (British Crown Dependencies). Voor wat de lidstaten betreft, is de meest nabije afstand 120 km tot de kust van Engeland en 360 km tot de Belgische grens;

2.

de geplande wijziging zal resulteren in een algemene daling van de grenswaarden voor de lozing van gasvormige en vloeibare effluenten, behalve voor de lozing van gasvormig en vloeibaar tritium waarvoor een stijging wordt verwacht;

3.

bij een normale exploitatie veroorzaakt de geplande wijziging geen blootstelling aan straling die schadelijk is voor de gezondheid van inwoners van andere lidstaten;

4.

in het geval van een niet-geplande lozing van radioactieve effluenten ten gevolge van een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de oorspronkelijke algemene gegevens, resulteert de geplande wijziging van het splijtstofbeheersysteem niet in stralingsdoses in andere lidstaten die naar verwachting effect kunnen hebben op de volksgezondheid.

Concluderend is de Commissie van mening dat de uitvoering van het gewijzigde plan voor de verwijdering van radioactieve afvalstoffen, in welke vorm ook, van de kerncentrale van Flamanville (eenheid 1 en 2) in Frankrijk, zowel bij normale bedrijfsvoering als bij een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, niet het risico doet ontstaan van radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat.


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

20.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/9


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(2008/C 241/04)

Datum waarop het besluit is genomen

14.7.2008

Nummer van de steunmaatregel

N 659/07

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Regio

Scotland

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

QMS Meat Quality Advertising Scheme

Rechtsgrond

Natural Environment and Rural Communities Act 2006

Quality Meat Scotland Order 2007

Aard van de maatregel

Regeling

Doelstelling

Reclame voor kwaliteitsvlees

Vorm waarin de steun wordt verleend

Dienstverlening onder preferentiële voorwaarden

Begrotingsmiddelen

Jaarlijks: 4 mln GBP (ca. 5 mln EUR)

Totale begroting: 24 mln GBP (ca. 30 mln EUR)

Steunintensiteit

Tot 100 %

Looptijd

Vanaf de datum van goedkeuring door de Commissie tot en met 31 maart 2014

Betrokken economische sector(en)

Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Scottish Executive Environment and Rural Affairs Division

Pentland House

Area 1e

Robb's Loan

Edinburgh EH14 1TY

United Kingdom

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

14.7.2008

Nummer van de steunmaatregel

N 255/08

Lidstaat

Roemenië

Regio

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

Hotărâre privind aprobarea nivelului și a condiţiilor de aplicare a accizei reduse la motorina utilizată în agricultură în anul 2008

Rechtsgrond

Regeringsbesluit

Aard van de maatregel

Regeling

Doelstelling

Belastingverlaging

Vorm waarin de steun wordt verleend

Fiscale maatregel

Begrotingsmiddelen

50 270 270 EUR

Steunintensiteit

63 %

Looptijd

Tot eind 2008

Betrokken economische sector(en)

Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/


20.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/11


Herziening door Frankrijk van de openbaredienstverplichtingen op de geregelde luchtdiensten tussen Ajaccio, Bastia, Calvi en Figari, enerzijds, en Marseille, Nice en Parijs (Orly), anderzijds

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 241/05)

1.

Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes op de geregelde luchtdiensten tussen:

Ajaccio, Bastia, Calvi en Figari, enerzijds, en Marseille en Nice, anderzijds, als gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie C 149 van 21 juni 2005, blz. 7;

Ajaccio, Bastia, Calvi en Figari, enerzijds, en Parijs (Orly), anderzijds, als gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie C 149 van 21 juni 2005, blz. 12.

De desbetreffende tariefverplichtingen zijn herzien bij publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie C 314 van 22 december 2007 en Publicatieblad van de Europese Unie C 164 van 27 juni 2008.

Overeenkomstig de openbaredienstverplichtingen kunnen in het geval van abnormale, onverwachte en niet aan de luchtvaartmaatschappij toe te schrijven stijging van de kostenelementen die de exploitatie van de luchtroutes beïnvloeden, de in punt 2.2 genoemde maximumtarieven worden verhoogd pro rata de geconstateerde kostenstijging.

2.

In toepassing van deze clausule worden de openbaredienstverplichtingen van 21 juni 2005 gewijzigd op 22 december 2007 en 27 juni 2008, met ingang van 15 augustus 2008 in de volgende zin gewijzigd:

Wat de verbindingen tussen Marseille en Nice en Corsica betreft, worden de in punt 2.2 van genoemde openbaredienstverplichtingen als volgt verhoogd:

3 EUR voor een enkele vlucht tegen het normale tarief;

2 EUR voor een retourvlucht met de voorwaarden voor inwoners van Corsica;

2 EUR per traject tegen het tarief van de passagierscategorieën als genoemd in de openbaredienstverplichtingen (jongeren, ouderen, studenten, families, gehandicapten).

Wat de verbindingen tussen Parijs (Orly) en Corsica betreft, worden de in punt 2.2 van genoemde openbaredienstverplichtingen als volgt verhoogd:

5 EUR voor een enkele vlucht tegen het normale tarief;

5 EUR voor een retourvlucht met de voorwaarden voor inwoners van Corsica;

3 EUR per traject van de passagierscategorieën als genoemd in de openbaredienstverplichtingen (jongeren, ouderen, studenten, families, gehandicapten).


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

20.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/12


Wisselkoersen van de euro (1)

19 september 2008

(2008/C 241/06)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,4236

JPY

Japanse yen

153,03

DKK

Deense kroon

7,4599

GBP

Pond sterling

0,78730

SEK

Zweedse kroon

9,5383

CHF

Zwitserse frank

1,5975

ISK

IJslandse kroon

131,47

NOK

Noorse kroon

8,2580

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,242

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

239,96

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7084

PLN

Poolse zloty

3,3042

RON

Roemeense leu

3,6420

SKK

Slowaakse koruna

30,275

TRY

Turkse lira

1,7880

AUD

Australische dollar

1,7505

CAD

Canadese dollar

1,5154

HKD

Hongkongse dollar

11,0818

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

2,1003

SGD

Singaporese dollar

2,0433

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 605,82

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

11,4902

CNY

Chinese yuan renminbi

9,7303

HRK

Kroatische kuna

7,1152

IDR

Indonesische roepia

13 346,25

MYR

Maleisische ringgit

4,9278

PHP

Filipijnse peso

65,980

RUB

Russische roebel

36,3283

THB

Thaise baht

48,630

BRL

Braziliaanse real

2,6280

MXN

Mexicaanse peso

15,2010


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


20.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/13


Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013

Nationale regionale-steunkaart: Frankrijk (PB C 54 van 4.3.2006, blz. 13)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 241/07)

N 186/08 — FRANKRIJK

Wijziging van de regionale-steunkaart 1.1.2007-31.12.2013

(Door de Commissie goedgekeurd op 4.6.2008)

NUTS-II-III

Namen van de NUTS-II/NUTS-III-gebieden

Naam van de gemeenten die in aanmerking komen voor steun (P: in aanmerking komende kantons)

Plafond voor regionale investeringssteun (1)

(van toepassing op grote ondernemingen)

[…]

 

 

1.1.2007-31.12.2013

3.   

Gebieden die voor steun in aanmerking komen op grond van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag voor de volledige periode 2007-2013 met een maximale steunintensiteit van 15 %

[…]

FR22

Picardie

[…]

FR223

Somme

80001 Abbeville; 80002 Ablaincourt-Pressoir; 80004 Acheux-en-Vimeu; 80008 Aigneville; 80009 Ailly-le-Haut-Clocher; 80018 Allenay; 80020 Allonville; 80021 Amiens (P: Amiens Nord-est, Amiens Nord ); 80036 Aubigny; 80039 Ault; 80063 Beauchamps; 80073 Bécordel-Bécourt; 80078 Bellancourt; 80080 Belloy-en-Santerre; 80088 Bernes; 80096 Béthencourt-sur-Mer; 80101 Beuvraignes; 80107 Blangy-Tronville; 80124 Bourseville; 80127 Bouvaincourt-sur-Bresle; 80131 Boves; 80141 Brie; 80147 Buigny-l'Abbé; 80149 Buigny-Saint-Maclou; 80163 Cambron; 80164 Camon; 80176 Carrépuis; 80177 Cartigny; 80186 Chaulnes; 80190 Chépy; 80199 Cléry-sur-Somme; 80204 Combles; 80240 Doingt; 80263 L'Echelle-Saint-Aurin; 80288 Estrées-Deniécourt; 80294 Eterpigny; 80296 L'Etoile; 80302 Faverolles; 80308 Feuquières-en-Vimeu; 80318 Flixecourt; 80360 Fressenneville; 80364 Friaucourt; 80366 Fricourt; 80368 Friville-Escarbotin; 80373 Gamaches; 80379 Glisy; 80393 Gruny; 80412 Hamelet; 80413 Hancourt; 80418 Hardecourt-aux-Bois; 80433 Herly; 80434 Hervilly; 80435 Hesbécourt; 80453 Laboissière-en-Santerre; 80474 Licourt; 80478 Lignières; 80505 Mametz; 80509 Marchélepot; 80517 Marquivillers; 80521 Maurepas; 80523 Méaulte; 80527 Méneslies; 80530 Méricourt-l'Abbé; 80533 Mers-les-Bains; 80536 Mesnil-Bruntel; 80542 Mesnil-Saint-Nicaise; 80546 Miannay; 80557 Estrées-Mons; 80560 Montauban-de-Picardie; 80561 Montdidier; 80574 Mouflers; 80585 Nesle; 80597 Nibas; 80613 Oust-Marest; 80620 Péronne; 80635 Pont-Remy; 80638 Potte; 80669 Rethonvillers; 80674 Rivery; 80677 Roisel; 80685 Roye; 80693 Poulainville; 80694 Sailly-le-Sec; 80714 Saint-Quentin-la-Motte-Croix-au-Bailly; 80769 Treux; 80770 Tully; 80774 Vaire-sous-Corbie; 80779 Vauchelles-les-Quesnoy; 80784 Vaux-sur-Somme; 80795 Ville-le-Marclet; 80799 Villers-Bretonneux; 80801 Villers-Carbonnel; 80803 Villers-lès-Roye; 80804 Villers-sous-Ailly; 80807 Ville-sur-Ancre; 80827 Woincourt.

[…]

FR24

Centre

[…]

FR242

Eure-et-Loir

28001 Abondant; 28007 Anet; 28012 Arrou; 28017 Autheuil; 28018 Authon-du-Perche; 28027 Bazoche-Gouet (La); 28051 Bonneval; 28053 Le Boullay-les-Deux-Eglises; 28061 Brou; 28062 Broué; 28075 Chapelle-du-Noyer (La); 28080 Charbonnières; 28088 Châteaudun; 28089 Châteauneuf-en-Thymerais; 28093 Chatillon-en-Dunois; 28098 Cherisy; 28103 Cloyes-sur-le-Loir; 28111 Coudray-au-Perche; 28132 Donnemain-St-Mames; 28134 Dreux; 28144 Etilleux (Les); 28153 Flacey; 28171 Garnay; 28178 Germainville; 28198 Jallans; 28205 Lanneray; 28219 Luigny; 28233 Marboué; 28236 Margon; 28239 Marville-Moutiers-Brûlé; 28273 Moulhard; 28280 Nogent-le-Rotrou; 28293 Oulins; 28312 Puiseux; 28332 Sainte-Gemme-Moronval; 28334 Saint-Denis-les-Ponts; 28342 Saint-Jean-Pierre-Fixte; 28348 Saint-Lubin-des-Joncherets; 28359 Saint-Rémy-sur-Avre; 28360 Saint-Sauveur-Marville; 28371 Saussay; 28374 Serazereux; 28377 Sorel-Moussel; 28378 Souancé-au-Perche; 28393 Tremblay-les-Villages; 28404 Vernouillet; 28405 Vert-en-Drouais; 28424 Yèvres .

[…]

FR71

Rhône-Alpes

[…]

FR715

Loire

42005 Andrézieux-Bouthéon; 42011 Balbigny; 42022 Bonson; 42032 Cellieu; 42044 Le Chambon-Feugerolles; 42092 L'Etrat; 42097 La Fouillouse; 42127 Mably; 42156 Neulise; 42166 Parigny; 42170 Perreux; 42183 La Ricamarie; 42184 Riorges; 42186 Rive-de-Gier; 42187 Roanne (P: Roanne Nord); 42189 Roche-la-Molière; 42207 Saint-Chamond; 42212 Saint-Cyr-de-Favières; 42218 Saint-Etienne (P: Saint-Etienne Sud Ouest 1 ); 42223 Saint-Genest-Lerpt; 42225 Genilac; 42237 Saint-Jean-Bonnefonds; 42254 Saint-Marcel-de-Félines; 42256 Saint-Marcellin-en-Forez; 42294 Saint-Vincent-de-Boisset; 42304 Sury-le-Comtal; 42305 La Talaudière; 42311 La Tour-en-Jarez; 42325 Vendranges.

[…]


(1)  Voor investeringsprojecten waarvan de in aanmerking komende uitgaven niet meer dan 50 mln EUR bedragen, wordt dit plafond verhoogd met 10 procentpunt voor middelgrote en 20 procentpunt voor kleine ondernemingen, zoals gedefinieerd in de aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36). Voor grote investeringsprojecten waarvan de in aanmerking komende uitgaven meer dan 50 mln EUR bedragen, wordt dit plafond overeenkomstig punt 67 van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 aangepast.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

20.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/15


Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

(2008/C 241/08)

Nummer van de steun: XA 5/08

Lidstaat: Republiek Slovenië

Regio: Območje Občine Vodice

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva in podeželja v Občini Vodice za programsko obdobje 2007–2013

Rechtsgrond: Pravilnik o dodeljevanju pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva ter podeželja v Občini Vodice za programsko obdobje 2007–2013

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:

 

2007: 40 000 EUR

 

2008: 40 000 EUR

 

2009: 40 000 EUR

 

2010: 40 000 EUR

 

2011: 40 000 EUR

 

2012: 40 000 EUR

 

2013: 40 000 EUR

Maximale steunintensiteit:

1.   Investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie:

tot 50 % van de subsidiabele uitgaven in probleemgebieden;

tot 40 % van de subsidiabele uitgaven in andere gebieden;

tot 60 % van de subsidiabele uitgaven in probleemgebieden en tot 50 % in andere gebieden wanneer het investeringen betreft van jonge landbouwers binnen vijf jaar na hun vestiging.

De regeling heeft ten doel investeringssteun te verlenen voor: het herstel van noodzakelijke elementen van landbouwbedrijven; de aankoop van uitrusting voor de primaire landbouwproductie; meerjarige teelten; de verbetering van landbouw- en weidegronden.

2.   Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:

voor investeringen in niet-productieve erfgoedelementen, tot 100 % van de werkelijke uitgaven;

voor investeringen in erfgoedelementen die tot de productieve activa behoren, tot 60 % van de werkelijke uitgaven — of 75 % in probleemgebieden — op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit van het bedrijf;

aanvullende steun kan worden verleend tot 100 % om de extra kosten te dekken voor traditionele materialen die bij de instandhouding van de erfgoedelementen van bedrijven worden gebruikt.

3.   Verplaatsing van landbouwbedrijfsgebouwen in het algemeen belang:

tot 100 % van de werkelijke uitgaven, op voorwaarde dat de verplaatsing in het algemeen belang gewoon bestaat uit het demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande installaties;

wanneer de verplaatsing in het algemeen belang de landbouwer modernere installaties oplevert, moet de bijdrage van de landbouwer overeenkomen met ten minste 60 % — of 50 % wanneer het probleemgebieden betreft — van de waardestijging die de betrokken installaties na de verplaatsing hebben ondergaan. Is de begunstigde een jonge landbouwer, dan moet deze bijdrage met ten minste 55 %, respectievelijk 45 % overeenkomen;

wanneer de verplaatsing in het algemeen belang tot een verhoging van de productiecapaciteit leidt, moet de bijdrage van de landbouwer overeenkomen met ten minste 60 % — of 50 % wanneer het probleemgebieden betreft — van de met die verhoging gepaard gaande uitgaven. Is de begunstigde een jonge landbouwer, dan moet deze bijdrage met ten minste 55 %, respectievelijk 45 % overeenkomen.

4.   Steun als bijdrage aan verzekeringspremies:

de gemeentelijke overheid cofinanciert de verzekeringspremies voor een bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen het uit de nationale begroting gefinancierde bedrag en maximaal 50 % van de subsidiabele verzekeringspremie wanneer de desbetreffende verzekering dient ter dekking van de verliezen aan oogsten en gewassen, en van de verliezen in de veehouderij als gevolg van ziekten.

5.   Steun voor ruilverkavelingen:

tot 100 % van de werkelijke uitgaven voor juridische en administratieve procedures.

6.   Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten:

tot 100 % van de werkelijke uitgaven; de steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten.

7.   Technische ondersteuning in de landbouwsector:

tot 100 % van de uitgaven voor: onderwijs en opleiding; door derden verleende adviesdiensten; de organisatie van fora, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen; publicaties en websites. De steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten

Datum van tenuitvoerlegging: December 2007 (de steun wordt niet toegekend zolang de beknopte informatie niet is gepubliceerd op de website van de Commissie)

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 31 december 2013

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB

Verwijzingen naar artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk II van de ontwerpregels voor het verlenen van steun voor natuurbehoud, landbouw- en plattelandsontwikkeling in de gemeente Vodice bevat maatregelen die staatssteun zijn en die in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):

artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven;

artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen;

artikel 6: Verplaatsing van landbouwbedrijfsgebouwen in het algemeen belang;

artikel 12: Steun als bijdrage aan verzekeringspremies;

artikel 13: Steun voor ruilverkavelingen;

artikel 14: Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten;

artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector

Betrokken economische sector(en): Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Občina Vodice

Kopitarjev trg 1

SLO-1217 Vodice

Website: http://www.lex-localis.info/KatalogInformacij/VsebinaDokumenta.aspx?SectionID=58921e3f-8299-4cdf-bd79-62de7dbbd615

Andere informatie: De maatregel waarbij steun wordt verleend als bijdrage aan premies voor het verzekeren van gewassen en vruchten betreft de volgende, met een natuurramp gelijkgestelde ongunstige weersomstandigheden: voorjaarsvorst, hagel, blikseminslag, brand veroorzaakt door blikseminslag, stormen en overstromingen.

De regels van de gemeentelijke overheid voldoen aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeentelijke overheden te treffen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning, cumulatie, doorzichtigheid en controle van steun)

Brane Podboršek

Burgemeester van de gemeente Vojnik

Nummer van de steun: XA 38/08

Lidstaat: Italië

Regio: Provincia autonoma di Trento

Benaming van de steunregeling: Intervento per lo smaltimento di materiale a rischio

Rechtsgrond: L.P. 4 del 28 marzo 2003«Sostegno dell'economia agricola, disciplina dell'agricoltura biologica e della contrassegnazione di prodotti geneticamente non modificati» articolo 43 bis.

Deliberazione della giunta provinciale di Trento n. 3131 del 28 dicembre 2007, modificata con deliberazione n. 515 del 29 febbraio 2008, criteri attuativi dell'articolo 43 bis della L.P.4/2003

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling: Jaarlijks wordt op de begroting 1 mln EUR voor de steunregeling uitgetrokken

Maximale steunintensiteit: De steun dekt 100 % van de kosten voor het ophalen en 75 % van de kosten voor het vernietigen en opruimen van gestorven dieren, met als maxima de in onderstaande tabel vermelde bedragen:

Datum van tenuitvoerlegging: De regeling treedt in werking op de datum waarop het registratienummer van het vrijstellingsverzoek op de website van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Commissie wordt bekendgemaakt

Duur van de regeling: De steun wordt tot uiterlijk 31 december 2013 verleend

Doelstelling van de steun: Veehouders vergoeden voor de kosten om gestorven dieren te vernietigen (runderen, schapen en geiten, varkens, pluimvee en konijnen) en om dieren die om gezondheidsredenen werden geslacht, af te voeren (dieren die om gezondheidsredenen op bevel van de autoriteiten zijn geslacht en waarvan het vlees niet voor menselijke consumptie geschikt is).

De regeling wordt uitgevoerd op grond van artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 (vrijstellingsverordening).

De subsidiabele uitgaven zijn de uitgaven voor het afvoeren (ophalen en vervoeren) en vernietigen (opslag, verwerking en definitieve verwijdering) van gestorven dieren. De volgende uitgaven zijn subsidiabel:

vervoerkosten die verband houden met de dienstverlening in noodsituaties, op basis van een gemiddelde vergoeding per kilometer, verminderd met 15 % in verband met mogelijke besparingen die uit de organisatie van deze dienstverlening in noodsituaties voortvloeien voor de normale afzetverrichtingen van de „Federazione Provinciale Allevatori” (de Provinciale Federatie van Veehouders), met name doordat zij (hoewel in beperkte mate en sporadisch) een en ander kan combineren met het ophalen en het vervoeren van levende dieren (tabel III). De betrokken vergoeding (inclusief de kosten van het materieel en van het benodigde personeel) is vastgesteld door de Associazione Artigiani (vakvereniging), wordt vermenigvuldigd met het aantal afgelegde kilometers en strookt met het bepaalde in Besluit nr. 1433 van de Regionale Raad van 8 oktober 2001;

de door gespecialiseerde ondernemingen aangerekende kosten voor de ophaling, het vervoer en de vernietiging van de gestorven dieren;

de kosten voor de organisatie van de dienstverlening, met als maximum 10 % van de kosten van de vorengenoemde posten.

Op voorwaarde dat de maximale subsidiabele uitgaven niet worden overschreden, kunnen afwijkingen van de vergoeding — met een maximum van 20 % van de afzonderlijke bedragen in bovenstaande tabel — worden toegestaan

Betrokken economische sector(en): Veehouderij (runderen, schapen, geiten, varkens, pluimvee en konijnen)

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Provincia autonoma di Trento

Dipartimento agricoltura e alimentazione

Servizio vigilanza e promozione delle attività agricole

Via G.B. Trener, 3

I-38100 Trento

Website: http://www.delibere.provincia.tn.it/scripts/gethtmlDeli.asp?Item=0&Type=FulView

http://www.delibere.provincia.tn.it/scripts/viewAllegatoDeli.asp?Item=0

Andere informatie: Deze steunregeling werd reeds aangemeld onder N 200/05 met een geldigheidstermijn tot en met 31 december 2009

Nummer van de steun: XA 45/08

Lidstaat: Italië

Regio: Provincia autonoma di Trento

Benaming van de steunregeling: Interventi per la difesa passiva

Rechtsgrond: L.P. 4 del 28 marzo 2003«Sostegno dell'economia agricola, disciplina dell'agricoltura biologica e della contrassegnazione di prodotti geneticamente non modificati» articolo 54.

Deliberazione della giunta provinciale di Trento n. 3127 del 28 dicembre 2007, modificata con deliberazione n. 516 del 29 febbraio 2008, criteri attuativi dell'articolo 54 della L.P.4/2003

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling: Op de begroting wordt jaarlijks in totaal 5 940 000 EUR uitgetrokken

Maximale steunintensiteit: Steun als bijdrage aan verzekeringspremies ten bedrage van maximaal 50 % van de desbetreffende verzekeringspremie — bovenop de steun uit de nationale begroting — wanneer het maatregelen in het kader van ministeriële bepalingen betreft, en ten bedrage van maximaal 80 % — de steun uit de nationale begroting inbegrepen — wanneer het verzekeringscontracten betreft ter dekking van verliezen die 30 % van de productie overschrijden.

Indien de verzekering ook andere door weersomstandigheden (die niet met een natuurramp kunnen worden gelijkgeschakeld) veroorzaakte verliezen dekt en/of verliezen die veroorzaakt worden door dier- of plantenziekten, bedraagt de steun uit de nationale begroting samen met de provinciale steun slechts 50 % van de desbetreffende verzekeringspremie.

Steun als bijdrage aan verzekeringspremies ten bedrage van maximaal 80 % wanneer het maatregelen in het kader van uitsluitend provinciale bepalingen betreft en uitsluitend voor verzekeringsovereenkomsten ter dekking van verliezen die 30 % van de productie overschrijden. Indien de verzekering ook andere door weersomstandigheden (die niet met een natuurramp kunnen worden gelijkgeschakeld) veroorzaakte verliezen dekt en/of verliezen die veroorzaakt worden door dier- of plantenziekten, bedraagt de steun slechts 50 % van de desbetreffende verzekeringspremie

Datum van tenuitvoerlegging: De regeling treedt in werking op de datum waarop het registratienummer van het vrijstellingsverzoek op de website van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Commissie wordt bekendgemaakt

Duur van de regeling: De steun wordt tot uiterlijk 31 december 2013 verleend

Doelstelling van de steun: Het sluiten van verzekeringsovereenkomsten ter bescherming van de landbouwproductie en de veehouderij aanmoedigen en stimuleren en de kosten voor verzekeringen tegen mogelijke verliezen ten gevolge van ongunstige weersomstandigheden drukken.

De regeling wordt uitgevoerd op grond van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 (vrijstellingsverordening).

De subsidiabele uitgaven zijn de uitgaven voor verzekeringspremies

Betrokken economische sector(en): Landbouw en veehouderij

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Provincia autonoma di Trento

Dipartimento agricoltura e alimentazione

Servizio vigilanza e promozione delle attività agricole

Via G.B. Trener, 3

I-38100 Trento

Website: http://www.delibere.provincia.tn.it/scripts/gethtmlDeli.asp?Item=2&Type=FulView

http://www.delibere.provincia.tn.it/scripts/viewAllegatoDeli.asp?Item=2

Nummer van de steun: XA 47/08

Lidstaat: Republiek Slovenië

Regio: Območje Občine Ruše

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Državne pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva in podeželja v Ruše 2007–2013

Rechtsgrond: Pravilnik o dodeljevanju državnih pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva in podeželja v občini Ruše (II.A Poglavje)

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:

 

2007: 6 200 EUR

 

2008: 6 000 EUR

 

2009: 5 650 EUR

 

2010: 5 650 EUR

 

2011: 5 650 EUR

 

2012: 5 650 EUR

 

2013: 5 650 EUR

Maximale steunintensiteit:

1.   Investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie:

tot 50 % van de subsidiabele uitgaven in probleemgebieden en tot 40 % in andere gebieden.

Landbouwers die zich toeleggen op primaire productie komen in aanmerking voor de steun die wordt verleend voor de verbetering van landbouw- en weidegronden.

2.   Steun voor ruilverkavelingen:

tot 100 % van de werkelijke uitgaven voor juridische en administratieve procedures.

3.   Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten:

de steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten en dekt tot 100 % van de uitgaven.

4.   Technische ondersteuning in de landbouwsector:

tot 50 % van de uitgaven voor: onderwijs en opleiding voor landbouwers; adviesdiensten; de organisatie van fora, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen; publicaties, catalogi en websites; de verspreiding van wetenschappelijke kennis. De steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten

Datum van tenuitvoerlegging: Januari 2008

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 31 december 2013

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB

Verwijzingen naar artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk II van de ontwerpregels voor het verlenen van staatssteun voor de instandhouding en de ontwikkeling van de landbouw en het platteland in de gemeente Ruše bevat maatregelen die staatssteun zijn en die in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):

artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven;

artikel 13: Steun voor ruilverkavelingen;

artikel 14: Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten;

artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector

Betrokken economische sector(en): Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Občina Ruše

Trg vstaje 11

SLO-2342 Ruše

Website: http://www.izit.si/muv/index.php?action=showIzdaja&year=2007&izdajaID=430 (št. predpisa 646, stran 34)

Andere informatie: De regels van de gemeentelijke overheid voldoen aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeentelijke overheden te treffen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning, cumulatie, doorzichtigheid en controle van steun)

Vili Rezman

De burgemeester van de gemeente Ruše

Nummer van de steun: XA 61/08

Lidstaat: Slovenië

Regio: Goriška

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Spodbude javnega sklada malega gospodarstva goriške v kmetijskem sektorju

Rechtsgrond: Splošni pogoji poslovanja Javnega sklada malega gospodarstva Goriške v kmetijskem sektorju

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Financieringsbronnen: specifieke eigen fondsen van het Overheidsfonds voor Kleine Ondernemingen van Goriška

Voorziene jaarlijkse uitgaven:

2007: 300 000 EUR

2008: 400 000 EUR

2009: 400 000 EUR

2010: 500 000 EUR

2011: 500 000 EUR

2012: 600 000 EUR

2013: 700 000 EUR

Maximale steunintensiteit:

tot 40 % van de subsidiabele investeringsuitgaven.

De steun wordt verleend aan landbouwers die zich op de primaire productie toeleggen, voor de bouw, verwerving of verbetering van onroerende goederen (met uitzondering van gronden), de aankoop van uitrusting en de vernieuwing van meerjarige teelten voor deze primaire productie

Datum van tenuitvoerlegging: Januari 2008

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 31 december 2013

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB

Verwijzingen naar artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk IV van de bedrijfsvoorwaarden van het Overheidsfonds voor Kleine Ondernemingen van Goriška in de landbouwsector bevat maatregelen die staatssteun zijn en die in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):

artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven

Betrokken economische sector(en): Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Javni sklad malega gospodarstva Goriške

Trg E. Kardelja 1

SLO-5000 Nova Gorica

Website: http://www.uradni-list.si/1/ulonline.jsp?urlid=2007122&dhid=93740

Andere informatie: De regels van de gemeentelijke overheid voldoen aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeentelijke overheden te treffen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning, cumulatie, doorzichtigheid en controle van steun)

Vida Štucin

Waarnemend directeur


20.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/20


Mededeling van de Commissie in het kader van de procedure van artikel 4, lid 1, punt a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad

Het opleggen van openbare dienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten op de route Crotone-Milaan Linate en vice versa en de route Crotone-Rome Fiumicino en vice versa

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 241/09)

Op grond van artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes heeft de Italiaanse regering besloten om overeenkomstig artikel 52, lid 35, van de wet nr. 448 van 28 december 2001 een verplichting tot openbare dienstverlening op te leggen voor de geregelde luchtdiensten op de volgende routes:

1.   Betrokken route

Crotone-Rome Fiumicino en vice versa.

Crotone-Milaan Linate en vice versa.

1.1.

Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993, als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 793/2004 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van „slots” op communautaire luchthavens kunnen de bevoegde instanties bepaalde „slots” reserveren voor de dienstverlening overeenkomstig de in dit document uiteengezette voorwaarden.

1.2.

De ENAC zal nagaan of de luchtvaartmaatschappijen die zich kandidaat stellen over de aangepaste structuren beschikken en beantwoorden aan de minimumeisen voor het vervullen van de openbaredienstverplichtingen.

2.   Inhoud van de openbaredienstverplichtingen

2.1.

Minimumfrequenties:

Crotone-Rome Fiumicino en vice versa.

De minimumfrequentie op bovengenoemde route is:

dagelijks minstens 2 vluchten heen en 2 vluchten terug gedurende het gehele jaar.

De hele capaciteit van elk vliegtuig moet worden aangeboden onder de voorwaarden van de openbare dienstverplichting.

Crotone-Milaan Linate en vice versa.

De minimumfrequentie op bovengenoemde route is:

dagelijks minstens 1 vlucht heen en 1 vlucht terug gedurende het gehele jaar.

De hele capaciteit van elk vliegtuig moet worden aangeboden onder de voorwaarden van de openbare dienstverplichting.

2.2.

Dienstregeling:

Op de route Crotone-Rome Fiumicino:

1 vlucht met vertrek tussen: 6:30-8:00;

1 vlucht met vertrek tussen: 17:00-18:00.

Op de route Rome Fiumicino-Crotone:

1 vlucht met vertrek tussen: 9:00-10:30;

1 vlucht met vertrek tussen: 19:00-21:00.

Op de route Crotone-Milaan Linate:

1 vlucht met vertrek tussen: 6:00-9:30.

Op de route Milaan Linate-Crotone:

1 vlucht met vertrek tussen: 19:00-21:00.

2.3.

Gebruikte vliegtuigen en capaciteit:

De diensten moeten worden uitgevoerd met een tweemotorig (turboprop- of straal)vliegtuig met drukcabine, met een minimumcapaciteit van 105 zitplaatsen gedurende het gehele jaar.

Onverminderd eventuele veiligheidsredenen die een instapweigering kunnen verantwoorden, neemt de luchtvaartmaatschappij die de openbaredienstverplichtingen aanvaardt alle nodige maatregelen om de toegang tot het vliegtuig van personen met een handicap of met verminderde mobiliteit te vergemakkelijken.

2.4.

Tarieven:

a)

De maximumtarieven op de route zijn als volgt:

Crotone-Rome Fiumicino en vice versa

(periode van 1 juni tot en met 30 september): 79,00 EUR

(periode van 1 oktober tot en met 31 mei): 60,00 EUR;

Crotone-Milaan Linate en vice versa

(periode van 1 juni tot en met 30 september): 110,00 EUR

(periode van 1 oktober tot en met 31 mei): 90,00 EUR.

Alle tarieven zijn exclusief BTW en exclusief luchthavenheffingen. Er mogen geen extra toeslagen worden opgelegd.

Er moet worden voorzien in ten minste een vorm van distributie en verkoop van tickets die volledig vrij is van kosten en die geen extra economische lasten met zich meebrengt voor de passagiers.

De hierboven vermelde tarieven gelden voor alle passagiers op de route waarvoor deze openbaredienstverplichtingen gelden.

b)

Jaarlijks passen de bevoegde instanties de maximumtarieven aan op basis van de inflatie in het afgelopen jaar, berekend uitgaande van de algemene ISTAT/FOI-index der consumptieprijzen. De aangepaste tarieven worden medegedeeld aan alle luchtvaartmaatschappijen die de desbetreffende route exploiteren en worden ter kennis van de Europese Commissie gebracht met het oog op publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Wanneer blijkt dat de gemiddelde brandstofkost vanaf het begin van het eerste kwartaal van 2009 of de wisselkoers tussen de EUR en de USD procentuele schommelingen ondergaat van meer dan 5 %, worden de tarieven herzien in verband met deze procentuele schommelingen en in verhouding tot de weerslag die de brandstofkosten hebben op de prestatiekosten van de luchtvaartmaatschappij, die gemiddeld op 30 % wordt geraamd. Voor de berekening van deze schommelingen wordt de brandstofprijs van augustus 2008 als referentieparameter gebruikt. De prijs wordt vergeleken met de gemiddelde prijs van de voorgaande maand. De prijs wordt vastgesteld op basis van de „Platts jet fuel freight FOB Med assessment”, uitgedrukt in US dollar per ton. Deze prijs wordt omgerekend in euro's op basis van de door de ECB gepubliceerde wisselkoers. Eventuele tariefaanpassingen worden trimestrieel verricht door de minister van vervoer en infrastructuur op basis van een door de ENAC verricht onderzoek. De aanpassing in kwestie wordt doorgevoerd op verzoek van de luchtvaartmaatschappijen die de betrokken routes exploiteren. In het geval van een tariefverlaging wordt de procedure automatisch opgestart. Gedurende bovengenoemde onderzoeksprocedure krijgen de luchtvaartmaatschappijen die de route exploiteren de gelegenheid hun opmerkingen in te dienen. Eventuele tariefaanpassingen worden van kracht vanaf het trimester dat volgt op dat waarin de beslissing tot tariefaanpassing is genomen en zijn uitsluitend van toepassing op het tarief, niet op de belastingen en heffingen.

De aangepaste tarieven worden ter kennis gebracht van alle maatschappijen die de betrokken route exploiteren en van de Europese Commissie met het oog op publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.5.

Continuïteit van de dienstverlening:

Om de continuïteit, regelmaat en stiptheid van de vluchten te garanderen, verbinden de luchtvaartmaatschappijen die deze openbare dienstverplichtingen aanvaarden zich ertoe:

de diensten gedurende ten minste 12 opeenvolgende maanden te verzorgen en niet op te heffen zonder een opzegtermijn van 6 maanden in acht te nemen;

een uitvoeringszekerheid te stellen teneinde te waarborgen dat de dienst op een correcte en ononderbroken wijze wordt uitgevoerd. Die zekerheid bedraagt ten minste 700 000 EUR voor elk van de twee routes en bestaat in een verzekerings- of bankwaarborg ten gunste van ENAC-Ente Nazionale dell'Aviazione Civile, die deze zal gebruiken om voortzetting van de openbaredienstverlening te garanderen;

elk jaar tenminste 98 % van de geplande vluchten uit te voeren, waarbij behoudens overmacht het aantal annuleringen door rechtstreeks toedoen van de luchtvaartmaatschappij niet meer dan 2 % mag bedragen;

aan de regelgevingsinstantie een boete van 3 000 EUR te betalen voor elke geannuleerde vlucht boven het maximum van 2 %. De aldus ontvangen bedragen worden geboekt onder het begrotingshoofdstuk voor de financiering van de territoriale continuïteit van de stad Crotone.

De in dit punt vermelde boetes mogen worden gecombineerd met deze uit hoofde van Decreet nr. 69 van 27 januari 2006 inzake boetes voor het overtreden van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten, en met de administratieve boetes uit hoofde van Decreet nr. 172 van 4 oktober 2007 inzake de regels voor het opleggen van boetes bij de toekenning van slots.

De nieuwe openbaredienstverplichtingen vervangen die welke zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie C 225 van 14 september 2005.


20.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/23


Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad

Het opleggen van openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten op de route Albenga-Rome Fiumicino en vice versa

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 241/10)

Op grond van artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes en overeenkomstig de beslissingen die zijn genomen op de door de regio Ligurië georganiseerde interdepartementale conferentie, heeft de Italiaanse regering besloten een openbaredienstverplichting op te leggen voor geregelde luchtdiensten op de volgende route:

1.   Betrokken routes

Albenga-Rome Fiumicino en vice versa.

1.1.

Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993, als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 793/2004 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van slots op communautaire luchthavens kunnen de bevoegde instanties bepaalde „slots” reserveren voor de dienstverlening overeenkomstig de in dit document uiteengezette voorwaarden.

1.2.

Teneinde na te gaan of de doelstellingen van de openbaredienstverplichtingen kunnen worden bereikt, zal ENAC erop toezien dat de kandidaat-dientverleners de geschikte structuur hebben en voldoen aan de minimumeisen om deze diensten aan te bieden.

2.   Bijzonderheden van de openbaredienstverplichting

2.1.

Duur:

Een jaar vanaf het begin van de dienstverlening.

2.2.

Minimumfrequenties:

Tussen Albenga en Rome Fiumicino en vice versa.

De minimumfrequentie op bovengenoemde route is:

twee vluchten per dag in elke richting op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag, gedurende het hele jaar, met een luchtvaartuig met ten minste 29 zitplaatsen;

een vlucht per dag in elke richting op zaterdag en zondag, gedurende het hele jaar, met een luchtvaartuig met ten minste 29 zitplaatsen.

De hele capaciteit van elk vliegtuig moet worden aangeboden onder de voorwaarden van de openbare dienstverplichting.

2.3.

Dienstregeling:

Op de route Albenga-Rome Fiumicino moet de dienstregeling voorzien in een vertrekkende vlucht tussen 6.30 en 7.30 uur en een vertrekkende vlucht tussen 17.00 en 18.00 uur op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag.

Op de route Albenga-Rome Fiumicino moet de dienstregeling voorzien in een vertrekkende vlucht tussen 6.30 en 7.30 uur op zaterdag en een vertrekkende vlucht tussen 17.00 en 18.00 uur op zondag.

Op de route Rome Fiumicino-Albenga moet de dienstregeling voorzien in een vertrekkende vlucht tussen 6.30 en 7.30 uur en een vertrekkende vlucht tussen 19.00 en 20.00 uur op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag.

Op de route Rome Fiumicino-Albenga moet de dienstregeling voorzien in een vertrekkende vlucht tussen 8.30 en 9.30 uur op zaterdag en een vertrekkende vlucht tussen 19.00 en 20.00 uur op zondag.

2.4.

Type en capaciteit van de gebruikte luchtvaartuigen:

De route Albenga-Rome Fiumicino en vice versa moet het hele jaar worden geëxploiteerd met een tweemotorig (turboprop- of straal)vliegtuig met drukcabine met minstens 29 zitplaatsen.

Wanneer de marktvraag dat nodig maakt, moet de aangeboden capaciteit worden verhoogd door het inleggen van extra vluchten, zonder dat daarvoor een aanvullende compensatie wordt verleend of wordt afgeweken van de onder punt 2.5 genoemde tarieven.

Onverminderd eventuele veiligheidsredenen die een instapweigering kunnen verantwoorden, neemt de luchtvaartmaatschappij alle nodige maatregelen om personen met een handicap of met verminderde mobiliteit gemakkelijker toegang te verlenen tot het luchtvaartuig.

2.5.

Tarieven:

a)

Voor de betrokken routes gelden de volgende maximumtarieven:

 

Albenga-Rome Fiumicino: 92,00 EUR.

 

Rome Fiumicino-Albenga: 92,00 EUR.

Alle tarieven zijn exclusief BTW en exclusief luchthavenheffingen. Er mogen geen extra toeslagen worden opgelegd.

Er moet worden voorzien in ten minste een vorm van distributie en verkoop van tickets die volledig vrij is van kosten en die geen extra economische lasten voor de passagiers met zich meebrengt.

De hierboven vermelde tarieven gelden voor alle passagiers op de route waarvoor deze openbaredienstverplichtingen gelden.

b)

In januari 2009 zullen de bevoegde instanties de maximumtarieven aanpassen op basis van de inflatie in de voorgaande zes maanden, berekend op basis van de algemene ISTAT/FOI-index der consumptieprijzen. De aangepaste tarieven worden medegedeeld aan alle luchtvaartmaatschappijen die de desbetreffende routes exploiteren en worden ter kennis van de Europese Commissie gebracht met het oog op publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie.

c)

Wanneer blijkt dat de gemiddelde brandstofkost of de gemiddelde wisselkoers tussen de EUR en de USD vanaf het eerste kwartaal van 2009 procentuele schommelingen van meer dan 5 % ondergaat, worden de tarieven herzien in verhouding tot deze procentuele schommelingen en in verhouding tot de weerslag die de brandstofkosten hebben op de exploitatiekosten van de luchtvaartmaatschappij, die traditioneel op 30 % wordt geraamd. Als referentieparameter voor het berekenen van de schommelingen wordt de gemiddelde maandelijkse brandstofprijs van juli 2008 gebruikt. De prijs wordt vergeleken met de gemiddelde waarde van de vorige maand. De prijs wordt vastgesteld op basis van de „Platts jet fuel freight FOB Med assessment”, uitgedrukt in US dollar per ton. Deze prijs wordt omgerekend in euro's op basis van de door de ECB gepubliceerde wisselkoers. Eventuele tariefaanpassingen worden om drie maanden doorgevoerd door de minister van vervoer en infrastructuur op basis van een door de ENAC verricht onderzoek. De aanpassing in kwestie wordt doorgevoerd op verzoek van de luchtvaartmaatschappijen die de betrokken routes exploiteren; in geval van een daling wordt de procedure automatisch opgestart. Tijdens de bovenvermelde herzieningsprocedure krijgen de luchtvaartmaatschappijen die de routes exploiteren de gelegenheid om opmerkingen te maken. Eventuele tariefaanpassingen worden van kracht vanaf het trimester dat volgt op dat waarin de beslissing tot tariefaanpassing is genomen en zijn uitsluitend van toepassing op het tarief, niet op de belastingen en heffingen.

De aangepaste tarieven worden medegedeeld aan alle luchtvaartmaatschappijen die de desbetreffende routes exploiteren en worden ter kennis van de Europese Commissie gebracht met het oog op publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.6.

Continuïteit van de dienstverlening:

Om de continuïteit, regelmaat en stiptheid van de vluchten te garanderen, verbindt de luchtvaartmaatschappij die deze openbare dienstverplichtingen aanvaardt zich ertoe:

de dienst gedurende ten minste 12 opeenvolgende maanden te verzorgen;

haar klantenbeleid af te stemmen op de beginselen van het handvest van passagiersrechten om zo te garanderen dat de geldende nationale, communautaire en internationale regelgeving in acht wordt genomen;

een uitvoeringszekerheid te stellen teneinde te waarborgen dat de dienst op een correcte en ononderbroken wijze wordt uitgevoerd. Die zekerheid bedraagt ten minste 400 000 EUR en bestaat uit een verzekerings- of bankwaarborg ten gunste van de ENAC (Ente Nazionale dell'Aviazione Civile), die deze zal gebruiken om de voortzetting van de betrokken dienstverlening te garanderen;

in elke periode van zes maanden tenminste 98 % van de geplande vluchten uit te voeren, waarbij behoudens overmacht het aantal annuleringen door rechtstreeks toedoen van de luchtvaartmaatschappij niet meer dan 2 % mag bedragen;

aan de regelgevingsinstantie een boete van 3 000 EUR te betalen voor elke geannuleerde vlucht boven het maximum van 2 %. De opbrengst hiervan wordt gebruikt voor de verbetering van transportverbindingen van en naar Albenga.

De in dit punt vermelde boetes mogen worden gecombineerd met deze uit hoofde van Decreet nr. 69 van 27 januari 2006 inzake boetes voor het overtreden van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten, en met de administratieve boetes uit hoofde van Decreet nr. 172 van 4 oktober 2007 inzake de regels voor het opleggen van boetes bij de toekenning van slots.


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Commissie

20.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/26


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5299 — Deutsche Bank/Goldman Sachs/Befraco)

Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 241/11)

1.

Op 10 september 2008 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Deutsche Bank („Deutsche Bank”, Duitsland) en The Goldman Sachs Group Inc. („Goldman Sachs”, Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Beheer- en Beleggingsmaatschappij Befraco BV („Befraco”, Nederland) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor Deutsche Bank: internationaal opererende commerciële bank met hoofdkantoor in Duitsland. Zij biedt particulieren, ondernemingen en institutionele klanten een breed scala beleggings-, financiële en aanverwante producten en diensten aan;

voor Goldman Sachs: internationale investeringsbank, effectenhuis en beleggingsbeheerder, met een breed scala bank-, effecten- en beleggingsdiensten;

voor Befraco: financiële leasing.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. In het licht van de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) wordt vermeld dat deze zaak in aanmerking kan komen voor deze procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax ((32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.5299 — Deutsche Bank/Goldman Sachs/Befraco, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


Rectificaties

20.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/27


Rectificatie van de mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 98/37/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines

( Publicatieblad van de Europese Unie C 215 van 22 augustus 2008 )

(2008/C 241/12)

Bladzijde 45:

in plaats van:

„CEN

EN ISO 13849-1:2008

Veiligheid van machines — Onderdelen van besturingssystemen met een veiligheidsfunctie — Deel 1: Algemene regels voor ontwerp (ISO 13849-1:2006)

Dit is de eerste bekendmaking

EN 954-1:1996

EN ISO 13849-1:2006

31.12.2008

CEN

EN ISO 13849-2:2008

Veiligheid van machines — Onderdelen van besturingssytemen met een veiligheidsfunctie — Deel 2: Validatie (ISO 13849-2:2003)

Dit is de eerste bekendmaking

EN ISO 13849-2:2003

31.12.2008”

te lezen:

„CEN

EN ISO 13849-1:2008

Veiligheid van machines — Onderdelen van besturingssystemen met een veiligheidsfunctie — Deel 1: Algemene regels voor ontwerp (ISO 13849-1:2006)

Dit is de eerste bekendmaking

EN ISO 13849-1:2006

EN 954-1:1996

28.12.2009

CEN

EN ISO 13849-2:2008

Veiligheid van machines — Onderdelen van besturingssystemen met een veiligheidsfunctie — Deel 2: Validatie (ISO 13849-2:2003)

Dit is de eerste bekendmaking

EN ISO 13849-2:2003

28.12.2009”


20.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 241/27


Rectificatie van de door Portugal krachtens artikel 4, lid 1, onder d), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad gedane oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de internationale openbare aanbesteding voor de exploitatie van geregelde luchtdiensten op de route Lissabon-Vila Real-Bragança-Vila Real-Lissabon — P-Lissabon: Exploitatie van geregelde luchtdiensten

( Publicatieblad van de Europese Unie C 219 van 28 augustus 2008 )

(2008/C 241/13)

Bladzijde 33, punt 11, „Geldigheid van de aanbestedingen”:

in plaats van:

„[…] is deze aanbesteding slechts geldig indien geen enkele communautaire luchtvaartmaatschappij voor 2 december 2008 een aanvraag heeft ingediend om deze verbindingen met ingang van 14 augustus 2007 te exploiteren in overeenstemming met de opgelegde openbaredienstverplichtingen, zonder daarvoor een financiële compensatie te vragen.”,

te lezen:

„[…] is deze aanbesteding slechts geldig indien geen enkele communautaire luchtvaartmaatschappij voor 2 december 2008 een aanvraag heeft ingediend om deze verbindingen te exploiteren in overeenstemming met de opgelegde openbaredienstverplichtingen, zonder daarvoor een financiële compensatie te vragen.”.