ISSN 1725-2474 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 195 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
51e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Commissie |
|
2008/C 195/01 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Commissie |
|
2008/C 195/02 |
||
2008/C 195/03 |
||
2008/C 195/04 |
||
2008/C 195/05 |
||
|
V Bekendmakingen |
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
Commissie |
|
2008/C 195/06 |
Oproep tot het indienen van voorstellen — EAC/26/08 — Voorbereidende actie Amicus |
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Commissie |
|
2008/C 195/07 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5279 — Linde/Flowserve/JV) — Zaak die in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure ( 1 ) |
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE
Commissie
1.8.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 195/1 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag
Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/C 195/01)
Datum waarop het besluit is genomen |
30.4.2008 |
|||
Nummer van de steunmaatregel |
NN 43/07 (ex N 31/06) |
|||
Lidstaat |
Tsjechische Republiek |
|||
Regio |
— |
|||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Náhrada za ztráty a škody na předmětech poskytnutých pro významné veřejné výstavy |
|||
Rechtsgrondslag |
Zákon o některých druzích podpory kultury a o změně některých souvisejících zákonů (č. 203/2006 Sb. – 12/04/2006) |
|||
Type maatregel |
Steunregeling |
|||
Doelstelling |
Cultuurbevordering |
|||
Vorm van de steun |
Garantie |
|||
Begrotingsmiddelen |
Voorziene jaarlijkse uitgaven: 10 mln CZK |
|||
Maximale steunintensiteit |
— |
|||
Looptijd |
12.4.2006- |
|||
Economische sectoren |
Beperkt tot recreatie, cultuur en sport |
|||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/
Datum waarop het besluit is genomen |
2.7.2008 |
||||||
Nummer van de steunmaatregel |
N 199/08 |
||||||
Lidstaat |
Duitsland |
||||||
Regio |
Sachsen-Anhalt |
||||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Intico Solar AG |
||||||
Rechtsgrondslag |
Investitionszulagengesetz 2007 sowie etwaige Nachfolgeregelung; 36. Rahmenplan der Gemeinschaftsaufgabe — Verbesserung der regionalen Wirtschaftsstruktur |
||||||
Type maatregel |
Individuele steun |
||||||
Doelstelling |
Regionale ontwikkeling |
||||||
Vorm van de steun |
Directe subsidie, belastingvoordeel |
||||||
Begrotingsmiddelen |
Totaal van de voorziene steun: 73,125 mln EUR |
||||||
Maximale steunintensiteit |
11,88 % |
||||||
Looptijd |
2008-2010 |
||||||
Economische sectoren |
Beperkt tot de elektrische en optische industrie |
||||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
||||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE
Commissie
1.8.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 195/3 |
Wisselkoersen van de euro (1)
31 juli 2008
(2008/C 195/02)
1 euro=
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,5611 |
JPY |
Japanse yen |
169,02 |
DKK |
Deense kroon |
7,4613 |
GBP |
Pond sterling |
0,78895 |
SEK |
Zweedse kroon |
9,4649 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,6354 |
ISK |
IJslandse kroon |
123,40 |
NOK |
Noorse kroon |
8,0205 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
23,947 |
EEK |
Estlandse kroon |
15,6466 |
HUF |
Hongaarse forint |
231,26 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,7043 |
PLN |
Poolse zloty |
3,2063 |
RON |
Roemeense leu |
3,5098 |
SKK |
Slowaakse koruna |
30,371 |
TRY |
Turkse lira |
1,8090 |
AUD |
Australische dollar |
1,6545 |
CAD |
Canadese dollar |
1,5970 |
HKD |
Hongkongse dollar |
12,1809 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
2,1296 |
SGD |
Singaporese dollar |
2,1354 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 579,05 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
11,4590 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
10,6651 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,2263 |
IDR |
Indonesische roepia |
14 198,20 |
MYR |
Maleisische ringgit |
5,0829 |
PHP |
Filipijnse peso |
68,900 |
RUB |
Russische roebel |
36,5767 |
THB |
Thaise baht |
52,328 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,4419 |
MXN |
Mexicaanse peso |
15,6375 |
Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
1.8.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 195/4 |
Advies van het Adviescomité voor concentraties uitgebracht op zijn bijeenkomst van 20 februari 2008 betreffende een ontwerpbeschikking in zaak COMP/M.4747 — IBM/Telelogic
Rapporteur: Spanje
(2008/C 195/03)
1. |
Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie een concentratie vormt in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening. |
2. |
Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie een communautaire dimensie heeft in de zin van artikel 1 en artikel 4, lid 5, van de EG-concentratieverordening. |
3. |
Het Adviescomité is het eens met de door de Commissie vastgestelde definitie van de relevante productmarkten. |
4. |
Het Adviescomité is het eens met de door de Commissie vastgestelde definitie van de relevante geografische markt. |
5. |
Het Adviescomité is het met de beoordeling van de Commissie eens dat de aangemelde transactie de daadwerkelijke mededinging op de markt voor hulpmiddelen voor softwareontwikkeling niet significant zou belemmeren. |
6. |
Het Adviescomité is het met de beoordeling van de Commissie eens dat de aangemelde transactie de daadwerkelijke mededinging op de markt voor software met betrekking tot Requirements Management tools niet significant zou belemmeren. |
7. |
Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de aangemelde concentratie, overeenkomstig artikel 2, lid 2, artikel 8, lid 1 en artikel 10, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-Overeenkomst, verenigbaar moet worden verklaard met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-Overeenkomst. |
1.8.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 195/5 |
Eindverslag van de Raadadviseur-auditeur in zaak COMP/M.4747 — IBM/Telelogic
(Opgesteld overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures — PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21)
(2008/C 195/04)
Op 28 juni 2007 ontving de Commissie een verzoek om verwijzing van International Business Machines Corporation (IBM) overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (concentratieverordening). Geen van de lidstaten die krachtens hun nationale mededingingswetgeving bevoegd zijn de concentratie te onderzoeken, hadden bezwaren tegen de verwijzing. Derhalve werd de concentratie geacht een communautaire dimensie te hebben overeenkomstig artikel 4, lid 5, van de concentratieverordening en dient zij dus bij de Commissie te worden aangemeld.
Vervolgens ontving de Commissie op 29 augustus 2007 een aanmelding van een voorgenomen concentratie waarin was meegedeeld dat IBM in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening, zeggenschap verkrijgt over de onderneming Telelogic AB door een openbaar bod dat op 11 juni 2007 was aangekondigd.
Na een voorlopig onderzoek van de aanmelding concludeerde de Commissie dat de transactie aanleiding gaf tot ernstige twijfels omtrent de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-Overeenkomst. Derhalve besloot zij op 3 oktober 2007 de procedure van artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening in te leiden.
Op 15 november 2007 heeft de Commissie een beschikking krachtens artikel 11, lid 3, van de concentratieverordening gegeven waarbij zij IBM verzocht welbepaalde informatie te verstrekken. Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van de concentratieverordenig en artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 802/2004 (uitvoeringsverordening met betrekking tot concentraties), werd de procedure opgeschort van 5 november 2007 tot 3 december 2007.
Op 9 oktober 2007 kreeg de aanmeldende partij toegang tot de belangrijke documenten overeenkomstig de „Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings” van DG Concurrentie.
Na een diepgaand onderzoek concludeerde de Commissie dat de voorgenomen transactie de daadwerkelijke concurrentie op de gemeenschappelijke markt of een wezenlijk deel daarvan niet op significante wijze zou belemmeren en dat deze derhalve verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt en de EER-Overeenkomst. Dienovereenkomstig werd geen mededeling van punten van bezwaar aan de aanmeldende partij gericht.
De raadadviseur-auditeur ontving van de partijen of derden geen vragen of opmerkingen. De zaak behoeft geen bijzondere opmerkingen wat betreft het recht van de partijen om te worden gehoord.
Brussel, 22 februari 2008.
Karen WILLIAMS
1.8.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 195/6 |
Samenvatting van de beschikking van de Commissie
van 5 maart 2008
waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-Overeenkomst
(Zaak COMP/M.4747 — IBM/Telelogic)
(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
(2008/C 195/05)
Op 5 maart 2008 heeft de Commissie een beschikking gegeven met betrekking tot een zaak in het kader van artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen. Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van de beschikking is in de oorspronkelijke taal van de zaak en in de werktalen van de Commissie te vinden op de website van DG Concurrentie op het volgende adres:
http://ec.europa.eu/comm/competition/index_en.html
1. INLEIDING
1. |
Op 29 augustus 2007 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 en volgend op een verwijzing overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 („concentratieverordening”) waarin is medegedeeld dat de onderneming International Business Machines Corporation („IBM”) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Telelogic AB („Telelogic”) door de aankoop van aandelen. |
2. |
Op 3 oktober 2007 kwam de Commissie, na onderzoek van de aanmelding, tot de conclusie dat de aangemelde operatie aanleiding geeft tot ernstige twijfels ten aanzien van de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-Overeenkomst. Derhalve leidde de Commissie de procedure van artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening in. |
2. DE PARTIJEN
3. |
De Amerikaanse onderneming IBM („de aanmeldende partij”) is wereldwijd actief als ontwikkelaar, fabrikant en verkoper van allerhande producten, software en diensten op het gebied van de informatietechnologie (IT). |
4. |
Telelogic is een Zweedse onderneming die actief is als ontwikkelaar en verkoper van instrumenten voor softwareontwikkeling (1). |
3. VERWIJZING OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 4, LID 5
5. |
Op 28 juni 2007 heeft de Commissie van de aanmeldende partij een verzoek om verwijzing overeenkomstig artikel 4, lid 5, van de concentratieverordening ontvangen. Aangezien de aangemelde concentratie kan worden onderzocht op basis van de nationale mededingingswetgeving van tien verschillende lidstaten en geen van de lidstaten bezwaar heeft gemaakt tegen het verzoek om verwijzing van de zaak naar de Commissie, wordt in de beschikking geconcludeerd dat de concentratie geacht wordt een communautaire dimensie te hebben. |
4. DE RELEVANTE MARKTEN
4.1. Relevante Productmarkt
6. |
De voorgenomen transactie heeft gevolgen voor de bedrijfstak van instrumenten voor softwareontwikkeling. Instrumenten voor softwareontwikkeling worden gebruikt om softwaretoepassingen te vervaardigen of verder te ontwikkelen. Zowel IBM als Telelogic zijn fabrikanten van instrumenten voor softwareontwikkeling. |
7. |
In een eerdere beschikking liet de Commissie de vraag onbeantwoord of er een globale markt voor instrumenten voor softwareontwikkeling bestaat, of dat er op het gebied van instrumenten voor softwareontwikkeling onderscheid moet worden gemaakt tussen verschillende productmarkten. |
8. |
In de beschikking wordt geconcludeerd dat de voorgenomen concentratie aanzienlijke gevolgen kan hebben voor de concurrentie op de volgende productmarkten:
|
9. |
Door het heterogene karakter van modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools vormen de definities van deze twee productmarkten evenwel slechts een algemeen kader voor de analyse uit mededingingsoogpunt van de voorgenomen transactie. |
4.2. Relevante geografische markten
10. |
Uit het diepgaande onderzoek kwam naar voren dat afgezien van de aanpassing van de taal, fabrikanten over de hele wereld dezelfde modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools aanbieden. Ook bleek dat klanten ongeacht waar zij zich op de wereld bevinden, dezelfde producten kopen voor hun verschillende divisies of bedrijfsonderdelen. |
11. |
In de beschikking wordt de exacte definitie van de ter zake doende geografische markten in deze zaak in het midden gelaten, aangezien het voor de beoordeling vanuit het oogpunt van de mededinging niet uitmaakt of er wordt uitgegaan van een definitie die de EU of de hele wereld omvat. |
5. BEOORDELING VANUIT HET OOGPUNT VAN DE MEDEDINGING
12. |
In het besluit tot inleiding van de procedure werden drie „theories of harm” onderscheiden: i) unilaterale prijsverhogingen; ii) minder stimulansen voor vernieuwing; iii) verminderde interoperabiliteit van software-instrumenten. |
5.1. Unilaterale prijsverhogingen
13. |
Op het gebied van modelleringsinstrumenten schat de sectoranalist Gartner het marktaandeel van de partijen tezamen op 68 % wereldwijd (IBM: 48 % en Telelogic: 20 %) en 69 % in Europa (IBM: 45 % en Telelogic: 25 %). Volgens gecorrigeerde marktaandeelgegevens die IBM heeft verstrekt, zou de gefuseerde onderneming een gezamenlijk wereldwijd marktaandeel voor modelleringsinstrumenten hebben van [30-40] %. |
14. |
Op het gebied van Requirements Management tools schat Gartner het marktaandeel van de partijen tezamen op 62 % wereldwijd (IBM: 25 % en Telelogic: 37 %) en 65 % in Europa (IBM: 22 % en Telelogic: 43 %). Volgens gecorrigeerde marktaandeelgegevens die IBM heeft verstrekt, zou de gefuseerde onderneming een gezamenlijk wereldwijd marktaandeel voor Requirements Management tools hebben van [20-30] %. |
15. |
Ofschoon de schattingen van Gartner te hoog lijken, zijn die van IBM waarschijnlijk evenmin volledig correct, omdat de licentieopbrengsten van de partijen zelf worden onderschat en het belang van kleine verkopers wordt overschat. In de beschikking schat de Commissie het wereldwijde marktaandeel van de partijen tezamen op [30-40] % voor modelleringsinstrumenten (of op [50-60] % als er alleen naar UML-instrumenten wordt gekeken) en op [20-30] % voor Requirements Management tools. |
16. |
Vanwege het heterogene karakter van modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools is voorzichtigheid echter geboden bij het gebruiken van de marktaandelen als directe indicatie voor de marktmacht in deze zaak. De potentiële concurrentiebeperkende effecten van de concentratie zijn derhalve in eerste instantie beoordeeld op basis van een analyse van de mate van substitueerbaarheid. |
17. |
Een analyse van de functies van de modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools van enerzijds Telelogic en anderzijds IBM bevestigt dat er duidelijke verschillen bestaan tussen de instrumenten van beide ondernemingen. Door hun specifieke eigenschappen en functies zijn de modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools van Telelogic geschikter voor gebruik door klanten die systeemsoftware ontwikkelen dan door klanten die op IT-gebied werkzaam zijn. Anderzijds wijst een vergelijking van de eigenschappen en functies waaraan IT-ontwikkelaars het meeste belang hechten, er juist op dat de modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools van IBM geschikter zijn voor gebruik door IT-klanten dan die van Telelogic. |
18. |
De verschillen qua functies en commerciële doelstelling tussen de modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools van Telelogic en IBM komen ook tot uitdrukking in het soort klanten dat beide ondernemingen hebben. De klanten van Telelogic zijn vooral actief in de sectoren waarin systeemsoftware wordt gebruikt, zoals ruimtevaart, defensie, communicatie en de auto-industrie. De klanten van IBM zijn veeleer afkomstig uit de IT en de financiële en overheidssector. |
19. |
Het diepgaande onderzoek, dat onder andere bestond uit de drievoudige verzending van verzoeken om gedetailleerde informatie, gesprekken met klanten en concurrenten en een analyse van de winst- en verliescijfers, bevestigde dat de modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools van Telelogic niet als sterk substitueerbaar met de modelleringsinstrumenten van IBM kunnen worden beschouwd. |
20. |
Zelfs als sommige klanten de producten van Telelogic en IBM voor bepaalde toepassingen als onderling (relatief) substitueerbaar zouden beschouwen, gaat het hier om een dusdanig klein aantal toepassingen dat de gefuseerde onderneming de prijzen na de concentratie niet zou kunnen verhogen. De groep fabrikanten van modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools met functies die sterk overeenkomen met de instrumenten van IBM en Telelogic is voldoende groot opdat een dergelijke prijsverhoging niet rendabel zou zijn. Het feit dat een gunningsbesluit (vooral bij grote bestellingen) vaak op basis van een soort aanbestedingsprocedure wordt genomen, impliceert dat in dergelijke gevallen het marktaandeel van IBM en Telelogic van ondergeschikt belang is. |
5.2. Minder stimulansen voor vernieuwing
21. |
In het besluit tot inleiding van de procedure werd vermeld dat enkele klanten zich zorgen maken dat er na de voorgenomen concentratie minder vernieuwing zal optreden als direct gevolg van het gebrek aan daadwerkelijke concurrentie op het gebied van modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools. Als onderdeel van het diepgaande onderzoek is de Commissie derhalve nagegaan of er binnen de gefuseerde onderneming IBM/Telelogic minder stimulansen voor vernieuwing zouden bestaan in vergelijking met IBM en Telelogic afzonderlijk (oftewel wanneer er geen sprake zou zijn van de aangemelde transactie). |
22. |
Uit het diepgaande onderzoek kwam echter naar voren dat de concurrentie tussen IBM en Telelogic in het recente verleden geen stuwende kracht achter vernieuwing is geweest. Vernieuwing in de software-ontwikkelingsindustrie werd in de eerste plaats gestimuleerd door de behoeften van de klanten en de verbetering van de UML-normen. |
23. |
Voorts zijn, zoals hierboven al werd aangetoond voor wat betreft modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools, de producten van IBM en Telelogic onderling niet sterk substitueerbaar omdat zij gericht zijn op verschillende soorten klanten en behoeften. Derhalve zou het wegvallen van de concurrentie tussen IBM en Telelogic als gevolg van de voorgenomen transactie niet resulteren in de eliminatie van een belangrijke factor voor de vernieuwing op de markt voor modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools. |
24. |
In de beschikking wordt derhalve geconcludeerd dat het onwaarschijnlijk is dat de voorgenomen transactie in de nabije toekomst een negatief effect zal hebben op het tempo van vernieuwing op de markten voor modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools. |
5.3. Verminderde interoperabiliteit van software-instrumenten
25. |
In het besluit tot inleiding van de procedure wordt de zorg uitgesproken dat de gefuseerde onderneming minder geneigd zou zijn om open interfaces aan te bieden die kunnen integreren met software-ontwikkelingsinstrumenten van derde partijen. Een concurrent van de partijen (Microsoft) voerde met name het argument aan dat de gefuseerde onderneming de mogelijkheid en de drijfveer zou hebben om haar concurrenten af te schermen van de markten (of marktsegmenten) voor geïntegreerde ontwikkelomgevingen (Integrated Development Environments — IDE's), instrumenten voor software-wijziging en configuratiebeheer (Software Change and Configuration Management — SCCM) en platforms voor toepassingsserver-software (Application Server Software Platforms — ASSP). |
26. |
In het besluit wordt echter geconcludeerd dat de eigenschappen van de markten voor modelleringsinstrumenten en Requirements Management tools een succesvolle afschermingsstrategie in de weg staan, in het bijzonder wat de instrumenten uit het topgamma betreft. Hoewel het voor IBM technisch mogelijk zou zijn om de communicatieprotocollen en bestandsformaten te verdoezelen om zo de interoperabiliteit met instrumenten van derde partijen te verhinderen, zou de gefuseerde onderneming geen reden hebben om een dergelijke strategie te hanteren omdat de potentiële voordelen hiervan bij lange na niet zouden opwegen tegen de kosten. |
6. CONCLUSIE
27. |
De Commissie komt in de beschikking tot de slotsom dat de voorgenomen concentratie geen mededingingsproblemen doet rijzen waardoor de daadwerkelijke mededinging op de gemeenschappelijke markt of een aanzienlijk deel daarvan op significante wijze zou worden belemmerd. De Commissie is daarom voornemens de concentratie verenigbaar te verklaren met de gemeenschappelijke markt en de EER-Overeenkomst overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-Overeenkomst. |
(1) Een enkele keer worden Telelogic en IBM gezamenlijk aangeduid als „de partijen”.
(2) UML (Unified Modelling Language) kan het best worden getypeerd als een algemeen gebruikte, open en gestandaardiseerde modelleertaal.
V Bekendmakingen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Commissie
1.8.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 195/9 |
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EAC/26/08
Voorbereidende actie Amicus
(2008/C 195/06)
1. Doelstellingen en beschrijving
Deze oproep tot het indienen van voorstellen is het instrument voor de tenuitvoerlegging van de voorbereidende actie Amicus, die ten doel heeft:
— |
het transnationale karakter van de deelname van jongeren aan burgerdienst- en vrijwilligerswerkactiviteiten te bevorderen; |
— |
de totstandkoming van een Europees kader te bevorderen om de interoperabiliteit van de in de lidstaten bestaande regelingen voor burgerdienst en vrijwilligerswerk voor jongeren (georganiseerd door burgerdienststructuren of maatschappelijke organisaties) te vergemakkelijken; |
— |
de uitvoering van een test- en evaluatiefase mogelijk te maken via concrete projecten voor Europese samenwerking (transnationale dimensie) op het gebied van burgerdienst en vrijwilligerswerk voor jongeren. |
Deze oproep tot het indienen van voorstellen wordt bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het jaarlijkse werkprogramma met betrekking tot subsidies en contracten op het gebied van onderwijs en cultuur voor 2008, dat op 11 maart 2008 door de Europese Commissie („de Commissie”) is goedgekeurd volgens de procedure, bedoeld in de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG (1) en gewijzigd bij Besluit C(2008) 3694 van de Commissie van 25 juli 2008.
De dienst van de Commissie die is belast met de tenuitvoerlegging en het beheer van deze actie is de Eenheid „Jeugd in actie” van directoraat-generaal Onderwijs en cultuur.
2. In aanmerking komende gegadigden
Voor deze oproep tot het indienen van voorstellen komen twee categorieën van gegadigden in aanmerking:
1. |
enerzijds, en bij voorrang, overheidsinstanties die hoofdzakelijk werkzaam zijn op het gebied van de burgerdienst; |
2. |
anderzijds niet-gouvernementele organisaties of verenigingen zonder winstoogmerk die hoofdzakelijk werkzaam zijn op het gebied van vrijwilligerswerk voor jongeren. |
Om in aanmerking te komen moeten de gegadigden ook aan de volgende voorwaarden voldoen:
— |
zij moeten hun hoofdkantoor hebben in een van de landen van de Europese Unie: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechische Republiek, het Verenigd Koninkrijk en Zweden; |
— |
zij moeten een rechtsstatus hebben; |
— |
zij moeten kunnen aantonen dat zij beschikken over een ervaring van minimaal twee jaar op het gebied van burgerdienst- en vrijwilligerswerkactiviteiten voor jongeren op nationaal niveau (als jongeren ook hebben deelgenomen aan activiteiten in het buitenland, mag het maximumaantal naar het buitenland gezonden jongeren niet meer bedragen dan 5 % van het totale aantal jongeren dat in de laatste twee jaren aan burgerdienst- en vrijwilligerswerkactiviteiten heeft deelgenomen). |
Elke inschrijver mag slechts een project indienen.
Natuurlijke personen kunnen zich in het kader van deze oproep tot het indienen van voorstellen niet als gegadigde aanmelden.
3. Begroting en duur van de projecten
Begroting
De totale begroting voor de medefinanciering van projecten in het kader van deze oproep tot het indienen van voorstellen bedraagt 3 000 000 EUR.
De Commissie is voornemens om 27 projecten, oftewel 1 project per lidstaat, te ondersteunen om de gehele Europese Unie te bestrijken. Op grond van het aantal en de kwaliteit van de ingediende projecten behoudt de Commissie zich evenwel het recht voor:
— |
om geen volledige dekking van de Europese Unie te garanderen; |
— |
om niet alle beschikbare middelen toe te kennen; |
maar ook:
— |
om meer dan een (maximaal drie) projecten voor eenzelfde land te financieren, ingeval niet alle beschikbare middelen konden worden toegekend volgens de in de oproep tot het indienen van voorstellen aangegeven regels. |
Bij de vaststelling van het aan een bepaald project toe te kennen maximale subsidiebedrag zal rekening worden gehouden met de in de technische specificaties van de oproep tot het indienen van inschrijvingen aangegeven financieringsregels, alsook met de bevolking van het betrokken land. Voor elk land van de Europese Unie is een maximumbedrag vastgesteld:
— |
voor projecten die worden voorgesteld door gegadigden waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in Duitsland, Frankrijk, Italië, Polen, Roemenië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk, mag de toegekende subsidie niet meer bedragen dan: 181 000 EUR; |
— |
voor projecten die worden voorgesteld door gegadigden waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Letland, Litouwen, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Slowakije, Slovenië, Tsjechische Republiek en Zweden, mag de subsidie niet meer bedragen dan: 91 150 EUR; |
— |
voor projecten die worden voorgesteld door gegadigden waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in Luxemburg en Malta, mag de subsidie niet meer bedragen dan: 46 150 EUR. |
Duur
De activiteiten moeten starten tussen 1 februari 2009 en 30 juni 2009 en moeten uiterlijk op 30 september 2010 zijn voltooid.
De subsidiabiliteitsperiode voor de gemaakte kosten begint op de in het contract aangegeven datum, d.w.z. de datum van aanvang van het project. De datum van aanvang van de subsidiabiliteit van de uitgaven mag in geen geval vroeger zijn dan de datum van indiening van de subsidieaanvraag.
De voor de datum van aanvang van de activiteiten gemaakte kosten zullen niet in aanmerking worden genomen.
4. Uiterste datum voor de indiening van de aanmeldingen
De uiterste datum voor de indiening van de aanmeldingen bij de Europese Commissie is 31 oktober 2008, datum postmerk.
5. Nadere informatie
De volledige tekst (specificaties) van deze oproep tot het indienen van voorstellen, het aanmeldingsformulier en de leidraad voor gegadigden zijn te vinden op de volgende website:
http://ec.europa.eu/youth/index_en.htm
De aanmeldingen moeten aan de in de volledige tekst van deze oproep tot het indienen van voorstellen vermelde eisen voldoen en met behulp van het speciaal daartoe bestemde formulier worden ingediend.
(1) Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Commissie
1.8.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 195/12 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.5279 — Linde/Flowserve/JV)
Zaak die in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/C 195/07)
1. |
Op 24 juli 2008 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de ondernemingen Flowserve Corporation („Flowserve”, Verenigde Staten) en Linde AG („Linde”, Duitsland), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening gezamenlijk zeggenschap verkrijgen over de onderneming Flowserve Compression Systems GmbH („Flowserve Compression”, Oostenrijk) door verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte vennootschap die een gemeenschappelijke onderneming is. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2). |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax ((32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.5279 — Linde/Flowserve/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.