ISSN 1725-2474 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
51e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
I Resoluties, aanbevelingen en adviezen |
|
|
AANBEVELINGEN |
|
|
Europees Parlement |
|
2008/C 111/01 |
Aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren ( 1 ) |
|
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Commissie |
|
2008/C 111/02 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.4999 — Heineken/Scottish & Newcastle assets) ( 1 ) |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
Commissie |
|
2008/C 111/14 |
||
|
Europees Milieuagentschap |
|
2008/C 111/15 |
||
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK |
|
|
Commissie |
|
2008/C 111/16 |
Bericht van het naderende vervallen van bepaalde anti-dumpingmaatregelen |
|
|
ANDERE BESLUITEN |
|
|
Commissie |
|
2008/C 111/17 |
||
|
Rectificaties |
|
2008/C 111/18 |
||
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
I Resoluties, aanbevelingen en adviezen
AANBEVELINGEN
Europees Parlement Raad
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/1 |
AANBEVELING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 23 april 2008
tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/C 111/01)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 149, lid 4, en artikel 150, lid 4,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Voor de individuele ontwikkeling, het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de sociale cohesie in de Gemeenschap is het van essentieel belang dat burgers meer kennis, vaardigheden en competenties verwerven en dat deze worden erkend. Dit zou de grensoverschrijdende mobiliteit van werknemers en lerenden vergemakkelijken en zou helpen te voldoen aan de eisen van vraag en aanbod op de Europese arbeidsmarkt. De toegang tot en de deelname aan een leven lang leren voor iedereen, ook voor mensen uit benadeelde groepen, en het gebruik van kwalificaties moeten daarom op nationaal en Gemeenschapsniveau worden bevorderd. |
(2) |
De Europese Raad van Lissabon van 2000 concludeerde dat meer transparantie op het gebied van kwalificaties een van de belangrijke pijlers is om de Europese onderwijs- en opleidingsstelsels aan de behoeften van de kennismaatschappij aan te passen. De Europese Raad van Barcelona van 2002 drong voorts zowel aan op nauwere samenwerking in de universiteitssector als op grotere transparantie en betere erkenningsmethoden in beroepsonderwijs en beroepsopleiding. |
(3) |
In de resolutie van de Raad van 27 juni 2002 inzake levenslang leren (4) werd de Commissie verzocht in nauwe samenwerking met de Raad en de lidstaten op basis van de resultaten van het Bolognaproces een kader te ontwikkelen voor de erkenning van kwalificaties voor onderwijs en opleiding, en op het gebied van beroepsopleiding soortgelijke maatregelen te ontwikkelen. |
(4) |
In de gezamenlijke verslagen van de Raad en de Commissie over de uitvoering van het werkprogramma „Onderwijs en opleiding 2010” van 2004 en 2006 wordt benadrukt dat er een Europees kwalificatiekader moet komen. |
(5) |
In het kader van het Kopenhagenproces waren de Raad van de Europese Unie en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten in het kader van de Raad van 15 november 2004 bijeen; in hun conclusies over de toekomstige prioriteiten voor een intensievere Europese samenwerking inzake beroepsonderwijs en -opleiding wordt voorrang gegeven aan de ontwikkeling van een open en flexibel Europees kader voor kwalificaties, gebaseerd op transparantie en wederzijds vertrouwen, dat zal dienen als gemeenschappelijk referentiepunt voor zowel onderwijs als opleiding. |
(6) |
De validatie van niet-formele en informele leerresultaten dient te worden bevorderd overeenkomstig de gemeenschappelijke Europese beginselen die in de conclusies van de Raad van 28 mei 2004 voor de identificatie en validatie van niet-formeel en informeel leren zijn vastgesteld. |
(7) |
De Europese Raden van Brussel van maart 2005 en maart 2006 onderstreepten dat het belangrijk is dat een Europees kwalificatiekader wordt goedgekeurd. |
(8) |
In deze aanbeveling is rekening gehouden met Beschikking nr. 2241/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende een enkel communautair kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) (5) en met Aanbeveling 2006/962/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren (6). |
(9) |
Deze aanbeveling is compatibel met het kader voor de Europese ruimte voor hoger onderwijs en de cyclusdescriptoren die de ministers van hoger onderwijs van 45 Europese landen op 19 en 20 mei 2005 in Bergen hebben goedgekeurd in het kader van het proces van Bologna. |
(10) |
De conclusies van de Raad over kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding van 23 en 24 mei 2004, Aanbeveling 2006/143/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 over verdere Europese samenwerking op het gebied van de kwaliteitsborging in het hoger onderwijs (7) en de normen en richtsnoeren voor kwaliteitsborging in de Europese ruimte voor hoger onderwijs die door de ministers van Hoger Onderwijs in Bergen zijn overeengekomen, bevatten gemeenschappelijke beginselen inzake kwaliteitsborging, die ten grondslag dienen te liggen aan de uitvoering van het Europees kwalificatiekader. |
(11) |
Deze aanbeveling laat Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (8), die zowel de bevoegde nationale autoriteit als de migrant rechten toekent en plichten oplegt, onverlet. Waar beroepskwalificaties overeenkomstig Richtlijn 2005/36/EG zijn erkend, mag verwijzing naar de kwalificatieniveaus van het Europees kwalificatiekader geen invloed hebben op de toegang tot de arbeidsmarkt. |
(12) |
Deze aanbeveling heeft tot doel een gemeenschappelijk referentiekader te scheppen dat als convertor werkt voor de verschillende kwalificatiesystemen en kwalificatieniveaus, zowel voor het algemeen vormend en hoger onderwijs als voor het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding. Dit zal de transparantie, de vergelijkbaarheid en de overdraagbaarheid van de kwalificaties van de burgers die zijn uitgereikt overeenkomstig de praktijk in de verschillende lidstaten verbeteren. Elk kwalificatieniveau dient in beginsel via een veelheid van onderwijs- en loopbaantrajecten bereikbaar te zijn. Dankzij het Europees kwalificatiekader moet het voor internationale sectorale organisaties mogelijk worden hun kwalificatiesysteem aan een gemeenschappelijk Europees referentiepunt te relateren, zodat duidelijk is hoe de internationale sectorale kwalificaties zich verhouden tot nationale kwalificatiesystemen Deze aanbeveling draagt dan ook bij tot de ruimere doelstellingen, namelijk bevordering van levenslang leren en vergroting van de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, de mobiliteit en de sociale integratie van werkenden en lerenden. Transparante kwaliteitsborgingsbeginselen en uitwisseling van informatie zullen bijdragen tot de uitvoering van deze aanbeveling door te helpen bij het opbouwen van wederzijds vertrouwen. |
(13) |
Deze aanbeveling dient bij te dragen tot de modernisering van de onderwijs- en opleidingsstelsels, de aansluiting tussen onderwijs, opleiding en arbeidsmarkt en het slaan van bruggen tussen formele, niet-formele en informele leervormen, zodat ook leerresultaten die zijn verworven door ervaring erkenning krijgen. |
(14) |
Deze aanbeveling vervangt of definieert geen nationale kwalificatiesystemen en/of kwalificaties. Het Europees kwalificatiekader beschrijft geen specifieke kwalificaties, noch individuele competenties; een specifieke kwalificatie moet via de toepasselijke nationale kwalificatiesystemen worden gerelateerd aan het juiste niveau van het Europees kwalificatiekader. |
(15) |
Deze aanbeveling is door het niet-bindende karakter ervan in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel in zoverre zij de activiteiten van de lidstaten ondersteunt en aanvult door nauwere samenwerking tussen hen mogelijk te maken ter verbetering van de transparantie en ter stimulering van mobiliteit en een leven lang leren. Zij dient overeenkomstige de nationale wetgeving en praktijk te worden uitgevoerd. |
(16) |
Aangezien de doelstelling van deze aanbeveling, te weten het scheppen van een gemeenschappelijk referentiekader dat als convertor werkt voor de verschillende kwalificatiesystemen en kwalificatieniveaus, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen van de overwogen actie beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze aanbeveling niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken, |
BEVELEN DE LIDSTATEN AAN:
1. |
het Europees kwalificatiekader als een referentiehulpmiddel te gebruiken om de kwalificatieniveaus van de verschillende kwalificatiesystemen te vergelijken en zowel een leven lang leren en gelijke kansen in de kennismaatschappij als verdere integratie van de Europese arbeidsmarkt te bevorderen, met inachtneming van de rijke verscheidenheid aan nationale onderwijsstelsels; |
2. |
hun nationale kwalificatiesystemen tegen 2010 aan het Europees kwalificatiekader te koppelen, in het bijzonder door hun kwalificatieniveaus op een transparante manier te relateren aan de niveaus in bijlage II, en door, indien dit nodig wordt geacht, overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijk nationale kwalificatiekaders te ontwikkelen; |
3. |
waar nodig maatregelen te nemen opdat alle nieuwe certificaten, diploma's en „Europass”-documenten die door de bevoegde autoriteiten worden afgegeven, tegen 2012 — via de nationale kwalificatiesystemen — een duidelijke verwijzing naar het passende niveau van het Europees kwalificatiekader bevatten; |
4. |
zich bij het definiëren en beschrijven van kwalificaties op leerresultaten te baseren, en de validatie van niet-formeel en informeel leren te bevorderen overeenkomstig de gemeenschappelijke Europese beginselen die in de conclusies van de Raad van 28 mei 2004 zijn vastgesteld, en daarbij bijzondere aandacht te besteden aan burgers die het grootste risico lopen op werkloosheid of bestaanonzekerheid en die door een dergelijke aanpak geholpen zouden worden om deel te nemen aan levenslang leren en toe te treden tot de arbeidsmarkt; |
5. |
de in bijlage III vastgelegde beginselen inzake kwaliteitsborging in onderwijs en opleiding te bevorderen en toe te passen bij het koppelen van kwalificaties die binnen nationale kwalificatiesystemen in hoger onderwijs, beroepsopleiding en opleiding worden verworven, aan het Europees kwalificatiekader; |
6. |
ter ondersteuning en in samenwerking met andere relevante nationale autoriteiten, ter oriëntering van de verbanden tussen nationale kwalificatiesystemen en het Europees kwalificatiekader nationale coördinatiepunten, per geval afgestemd op de structuren en behoeften van de lidstaten, aan te wijzen ten einde de kwaliteit en de transparantie van deze verbanden te bevorderen. Deze nationale coördinatiepunten hebben onder meer de volgende taken:
|
ONDERSCHRIJVEN HET VOORNEMEN VAN DE COMMISSIE OM:
1. |
de lidstaten te helpen bij de uitvoering van bovenstaande taken, en de internationale sectorale organisaties bij het gebruik van de referentieniveaus en beginselen van het Europees kwalificatiekader zoals vastgesteld in deze aanbeveling, in het bijzonder door samenwerking, de uitwisseling van goede praktijken en de uitvoering van tests te faciliteren (ook door middel van vrijwillige wederzijdse beoordelingen en proefprojecten in het kader van communautaire programma's), voorlichting- en adviesacties met comités voor sociale dialoog te lanceren en ondersteunend en begeleidingsmateriaal te ontwikkelen; |
2. |
uiterlijk op 23 april 2009 een adviesgroep voor het Europees kwalificatiekader (samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten met in voorkomend geval deelneming van de Europese sociale partners) in te stellen, die ermee belast is de algehele samenhang te waarborgen en de transparantie van het proces waarbij kwalificatiesystemen aan het Europees kwalificatiekader worden gekoppeld, te bevorderen; |
3. |
de maatregelen die ingevolge deze aanbeveling zijn genomen in samenwerking met de lidstaten en na raadpleging van de betrokken belanghebbenden te beoordelen en te evalueren, met inbegrip van de taken en levensduur van de adviesgroep, en uiterlijk op 23 april 2013 verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad over de opgedane ervaring en de gevolgen voor de toekomst, en indien nodig een toetsing en herziening van deze aanbeveling voor te stellen; |
4. |
nauwere banden tussen het Europees kwalificatiekader en bestaande of toekomstige Europese systemen voor de overdracht en accumulatie van punten in het hoger onderwijs en het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding te bevorderen om de mobiliteit van de burgers te verbeteren en de erkenning van leerprestaties te vergemakkelijken. |
Gedaan te Straatsburg, 23 april 2008.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
H.-G. PÖTTERING
Voor de Raad
De voorzitter
J. LANARČIČ
(1) PB C 175 van 27.7.2007, blz. 74.
(2) PB C 146 van 30.6.2007, blz. 77.
(3) Advies van het Europees Parlement van 24 oktober 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en Besluit van de Raad van 14 februari 2008.
(4) PB C 163 van 9.7.2002, blz. 1.
(5) PB L 390 van 31.12.2004, blz. 6.
(6) PB L 394 van 30.12.2006, blz. 10.
(7) PB L 64 van 4.3.2006, blz. 60.
(8) PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2006/100/EG van de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 141).
BIJLAGE I
Definities
Voor de doeleinden van deze aanbeveling gelden de volgende definities:
a) |
een „kwalificatie” is een formeel resultaat van een beoordelings- en validatieproces, dat wordt verworven wanneer een bevoegde instantie bepaalt dat de leerprestaties die een individu heeft bereikt, aan bepaalde eisen beantwoorden; |
b) |
een „nationaal kwalificatiesysteem” omvat alle aspecten van de activiteiten van een lidstaat die verband houden met de erkenning van leren, alsook andere mechanismen die onderwijs en opleiding aan de arbeidsmarkt en de samenleving relateren. Het gaat daarbij onder meer om de ontwikkeling en toepassing van institutionele regelingen en processen voor kwaliteitsborging, beoordeling en de toekenning van kwalificaties. Een nationaal kwalificatiesysteem kan uit verschillende substructuren bestaan en kan een nationaal kwalificatiekader omvatten; |
c) |
een „nationaal kwalificatiekader” is een instrument voor de classificatie van kwalificaties volgens een set van criteria voor bepaalde bereikte leerniveaus. Het heeft tot doel nationale kwalificatiesubstructuren te integreren en te coördineren en de transparantie, toegang, voortgang en kwaliteit van de kwalificaties in verband met de arbeidsmarkt en de samenleving te verbeteren; |
d) |
een „sector” is een groep professionele activiteiten, ingedeeld naar belangrijkste economische functie, product, dienst of technologie; |
e) |
een „internationale sectorale organisatie” is een vereniging van nationale organisaties, zoals bijvoorbeeld een werkgevers- of beroepsorganisatie, die de belangen van nationale sectoren vertegenwoordigt; |
f) |
„leerresultaten” bepalen wat een lerende kent, begrijpt en kan doen na de voltooiing van een leerproces; zij worden gedefinieerd in termen van kennis, vaardigheden en competentie; |
g) |
„kennis” is het resultaat van de assimilatie van informatie door leren. Kennis is het geheel van feiten, beginselen, theorieën en manieren van werken dat verband houdt met een werk- of studiegebied. In het kader van het Europees kwalificatiekader wordt kennis als theoretische kennis en/of feitenkennis beschreven; |
h) |
„vaardigheden” zijn vermogens om kennis toe te passen en knowhow te gebruiken om taken uit te voeren en problemen op te lossen. In het kader van het Europees kwalificatiekader worden vaardigheden als cognitief (logisch, intuïtief en creatief denken) en praktisch (handigheid en de toepassing van methodes, materialen, hulpmiddelen en instrumenten) beschreven; |
i) |
„competentie” is het bewezen vermogen om kennis, vaardigheden en persoonlijke, sociale, interculturele en/of methodologische capaciteiten te gebruiken bij werk of studie en voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. In het kader van het Europees kwalificatiekader wordt competentie in termen van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid beschreven. |
BIJLAGE II
Descriptoren van de niveaus in het Europees kwalificatiekader (EKK)
Elk van de 8 niveaus wordt gedefinieerd door een set descriptoren die de leerresultaten aangeven die in alle kwalificatiesystemen relevant zijn voor kwalificaties op dat niveau. |
|||
|
Kennis |
Vaardigheden |
Competentie |
|
In de context van EKK wordt kennis als theoretische kennis en/of feitenkennis beschreven |
In de context van EKK worden vaardigheden als cognitief (betreffende logisch, intuïtief en creatief denken) en praktisch (betreffende handigheid en toepassing van methodes, materialen, hulpmiddelen en instrumenten) beschreven |
In de context van EKK wordt competentie in termen van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid beschreven |
Niveau 1 De voor niveau 1 relevante leerresultaten |
Algemene basiskennis |
Vereiste basisvaardigheden om eenvoudige taken uit te voeren |
Werken of studeren onder rechtstreeks toezicht in een gestructureerde context |
Niveau 2 De voor niveau 2 relevante leerresultaten |
Basiskennis van feiten van een werk- of studiegebied |
Vereiste cognitieve en praktische basisvaardigheden om relevante informatie te gebruiken om taken uit te voeren en routineproblemen met behulp van eenvoudige regels en hulpmiddelen op te lossen |
Werken of studeren onder toezicht met enige zelfstandigheid |
Niveau 3 De voor niveau 3 relevante leerresultaten |
Kennis van feiten, beginselen, processen en algemene begrippen van een werk- of studiegebied |
Een waaier van vereiste cognitieve en praktische vaardigheden om taken uit te voeren en problemen op te lossen door de keuze en toepassing van basismethodes, hulpmiddelen, materialen en informatie |
Verantwoordelijkheid op zich nemen door de voltooiing van taken op werk- of studiegebied. Bij de oplossing van problemen het eigen gedrag aanpassen aan de omstandigheden |
Niveau 4 De voor niveau 4 relevante leerresultaten |
Feitenkennis en theoretische kennis in brede contexten van een werk- of studiegebied |
Een waaier van vereiste cognitieve en praktische vaardigheden om in een werk- of studiegebied specifieke problemen op te lossen |
Zichzelf managen binnen de richtsnoeren van werk- of studiecontexten die gewoonlijk voorspelbaar zijn, maar kunnen veranderen. Toezicht uitoefenen op routinewerk van anderen en een zekere mate van verantwoordelijkheid op zich nemen voor de evaluatie en verbetering van werk of studieactiviteiten |
Niveau 5 (1) De voor niveau 5 relevante leerresultaten |
Ruime, gespecialiseerde feiten- en theoretische kennis binnen een werk- of studiegebied en bewustzijn van de grenzen van die kennis |
Een brede waaier van vereiste cognitieve en praktische vaardigheden om creatieve oplossingen voor abstracte problemen uit te werken |
Management en toezicht uitoefenen in contexten van werk- of studieactiviteiten waarin zich onvoorspelbare veranderingen voordoen. Prestaties van zichzelf en anderen kritisch bekijken en verbeteren |
Niveau 6 (2) De voor niveau 6 relevante leerresultaten |
Gevorderde kennis van een werk- of studiegebied, die een kritisch inzicht in theorieën en beginselen impliceert |
Gevorderde vaardigheden, waarbij blijk wordt gegeven van absoluut vakmanschap en innovatief vermogen om complexe en onvoorspelbare problemen in een gespecialiseerd werk- of studiegebied op te lossen |
Managen van complexe technische of beroepsactiviteiten of -projecten; de verantwoordelijkheid op zich nemen om in onvoorspelbare werk- of studiecontexten beslissingen te nemen. De verantwoordelijkheid op zich nemen om de professionele ontwikkeling van personen en groepen te managen |
Niveau 7 (3) De voor niveau 7 relevante leerresultaten |
Bijzonder gespecialiseerde kennis, die ten dele zeer geavanceerd is op een werk- of studiegebied, als basis voor originele ideeën en/of onderzoek. Kritisch bewustzijn van kennisproblemen op een vakgebied en op het raakvlak tussen verschillende vakgebieden |
Gespecialiseerde vaardigheden in probleemoplossing, die op het gebied van onderzoek en/of innovatie vereist om nieuwe kennis en procedures te ontwikkelen en kennis uit verschillende vakgebieden te integreren |
Managen en transformeren van complexe en onvoorspelbare werk- of studiecontexten die nieuwe strategische benaderingen vereisen. De verantwoordelijkheid op zich nemen om bij te dragen tot professionele kennis en manieren van werken en/of om strategische prestaties van teams kritisch te bekijken |
Niveau 8 (4) De voor niveau 8 relevante leerresultaten |
De meest geavanceerde kennis op een werk- of studiegebied en op het raakvlak tussen verschillende vakgebieden |
De meest geavanceerde en gespecialiseerde vaardigheden en technieken, met inbegrip van synthese- en evaluatievaardigheden/-technieken, vereist om kritische problemen in onderzoek en/of innovatie op te lossen en bestaande kennis of professionele manieren van werken uit te breiden en opnieuw te definiëren |
Blijk geven van een grote mate van autoriteit, innovatie, autonomie, wetenschappelijke en professionele integriteit en aanhoudende betrokkenheid bij de ontwikkeling van baanbrekende ideeën of processen voor werk- of studiecontexten, met inbegrip van onderzoek |
Het kwalificatiekader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs voorziet in cyclusdescriptoren. Elke cyclusdescriptor geeft een algemene beschrijving van typische verwachtingen omtrent resultaten en vermogens aan het einde van die cyclus. |
(1) De descriptor voor het hoger onderwijs korte cyclus (binnen of gekoppeld aan de eerste cyclus), door het „Joint Quality Initiative” ontwikkeld als onderdeel van het Bolognaproces, stemt overeen met de leerresultaten voor EKK niveau 5.
(2) De descriptor voor de eerste cyclus in het kwalificatiekader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs, zoals overeengekomen door de ministers bevoegd voor hoger onderwijs tijdens hun vergadering in Bergen in mei 2005 in het kader van het Bolognaproces, stemt overeen met de leerresultaten voor EKK niveau 6.
(3) De descriptor voor de tweede cyclus in het kwalificatiekader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs, zoals overeengekomen door de ministers bevoegd voor hoger onderwijs tijdens hun vergadering in Bergen in mei 2005 in het kader van het Bolognaproces, stemt overeen met de leerresultaten voor EKK niveau 7.
(4) De descriptor voor de derde cyclus van het kwalificatiekader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs, zoals overeengekomen door de ministers bevoegd voor hoger onderwijs tijdens hun vergadering in Bergen in mei 2005 in het kader van het Bolognaproces, stemt overeen met de leerresultaten voor EKK niveau 8.
BIJLAGE III
Gemeenschappelijke beginselen voor kwaliteitsborging in het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding in het kader van het Europees kwalificatiekader
Bij de toepassing van het Europees kwalificatiekader dient de kwaliteitsborging, die noodzakelijk is om de verantwoordingsplicht voor en de verbetering van hoger onderwijs en beroepsopleiding en vorming te verzekeren, volgens onderstaande beginselen te worden ingevuld:
— |
alle niveaus van het Europees kwalificatiekader moeten onderbouwd zijn met beleidsmaatregelen en procedures met betrekking tot kwaliteitsborging; |
— |
kwaliteitsborging moet een integraal onderdeel van het interne beheer van onderwijs- en opleidingsinstellingen zijn; |
— |
kwaliteitsborging moet een regelmatige evaluatie van instellingen, hun programma's of hun kwaliteitsborgingssystemen door externe controle-instanties of -agentschappen omvatten; |
— |
de externe controle-instanties of -agentschappen voor kwaliteitsborging moeten regelmatig worden gecontroleerd; |
— |
kwaliteitsborging moet de dimensies context, input, proces en output omvatten en tegelijk de nadruk leggen op output en leerresultaten; |
— |
kwaliteitsborgingsystemen moeten de volgende elementen omvatten:
|
— |
kwaliteitsborgingsinitiatieven op internationaal, nationaal en regionaal niveau moeten worden gecoördineerd met het oog op overzichtelijkheid, samenhang, synergie-effecten en analyse van het hele systeem; |
— |
kwaliteitsborging moet een niveau- en systeemoverschrijdend samenwerkingsproces zijn waarbij alle belanghebbenden betrokken worden, zowel binnen de lidstaten als in de gehele Gemeenschap; |
— |
kwaliteitsborgingsrichtsnoeren op het niveau van de Gemeenschap kunnen als referentie dienen voor evaluaties en peer learning. |
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE
Commissie
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/8 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.4999 — Heineken/Scottish & Newcastle assets)
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/C 111/02)
Op 3 april 2008 heeft de Commissie besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website „concurrentie” van de Europese Commissie (http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende mogelijkheden om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op bedrijfsnaam, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex website onder documentnummer 32008M4999. EUR-Lex is het geïnformatiseerde documentatiesysteem voor de communautaire wetgeving (http://eur-lex.europa.eu). |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE
Commissie
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/9 |
Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties (1):
4,26 % per 1 mei 2008
Wisselkoersen van de euro (2)
5 mei 2008
(2008/C 111/03)
1 euro=
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,5460 |
JPY |
Japanse yen |
162,73 |
DKK |
Deense kroon |
7,4624 |
GBP |
Pond sterling |
0,78520 |
SEK |
Zweedse kroon |
9,3485 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,6305 |
ISK |
IJslandse kroon |
118,32 |
NOK |
Noorse kroon |
7,9150 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,227 |
EEK |
Estlandse kroon |
15,6466 |
HUF |
Hongaarse forint |
252,14 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,6985 |
PLN |
Poolse zloty |
3,4423 |
RON |
Roemeense leu |
3,6350 |
SKK |
Slowaakse koruna |
32,243 |
TRY |
Turkse lira |
1,9538 |
AUD |
Australische dollar |
1,6424 |
CAD |
Canadese dollar |
1,5717 |
HKD |
Hongkongse dollar |
12,0510 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,9738 |
SGD |
Singaporese dollar |
2,1041 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 557,98 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
11,7728 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
10,8033 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,2569 |
IDR |
Indonesische roepia |
14 243,30 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,8807 |
PHP |
Filipijnse peso |
65,218 |
RUB |
Russische roebel |
36,7400 |
THB |
Thaise baht |
48,993 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,5596 |
MXN |
Mexicaanse peso |
16,1858 |
Rentevoet die is toegepast op de laatst uitgevoerde transactie voor de opgegeven dag. In geval van een tender met variabele rente, verwijst deze rentevoet naar de marginale interestvoet.
(2) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/10 |
Wisselkoersen van de euro (1)
2 mei 2008
(2008/C 111/04)
1 euro=
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,5458 |
JPY |
Japanse yen |
161,94 |
DKK |
Deense kroon |
7,4618 |
GBP |
Pond sterling |
0,77900 |
SEK |
Zweedse kroon |
9,3555 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,6238 |
ISK |
IJslandse kroon |
116,22 |
NOK |
Noorse kroon |
7,9260 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,265 |
EEK |
Estlandse kroon |
15,6466 |
HUF |
Hongaarse forint |
251,93 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,6985 |
PLN |
Poolse zloty |
3,4518 |
RON |
Roemeense leu |
3,6395 |
SKK |
Slowaakse koruna |
32,237 |
TRY |
Turkse lira |
1,9532 |
AUD |
Australische dollar |
1,6554 |
CAD |
Canadese dollar |
1,5715 |
HKD |
Hongkongse dollar |
12,0498 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,9772 |
SGD |
Singaporese dollar |
2,1058 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 563,19 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
11,7563 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
10,8013 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,2600 |
IDR |
Indonesische roepia |
14 260,01 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,8909 |
PHP |
Filipijnse peso |
65,233 |
RUB |
Russische roebel |
36,7635 |
THB |
Thaise baht |
49,025 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,5588 |
MXN |
Mexicaanse peso |
16,2085 |
Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/11 |
ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS
Omrekeningskoersen van de munteenheden in toepassing van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad
(2008/C 111/05)
Artikel 107, leden 1, 2 en 4, van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad
Referentieperiode: april 2008
Toepassingsperiode: juli, augustus en september 2008
04-2008 |
EUR |
BGN |
CZK |
DKK |
EEK |
LVL |
LTL |
HUF |
PLN |
RON |
SKK |
SEK |
GBP |
NOK |
ISK |
CHF |
1 EUR = |
1 |
1,95580 |
25,0638 |
7,46034 |
15,6466 |
0,697409 |
3,45280 |
253,752 |
3,44213 |
3,64281 |
32,3741 |
9,36989 |
0,794866 |
7,96286 |
116,652 |
1,59639 |
1 BGN = |
0,511300 |
1 |
12,8151 |
3,81447 |
8,00010 |
0,356585 |
1,76542 |
129,743 |
1,75996 |
1,86257 |
16,5529 |
4,79082 |
0,406415 |
4,07141 |
59,6443 |
0,816232 |
1 CZK = |
0,0398982 |
0,0780328 |
1 |
0,297654 |
0,624270 |
0,0278253 |
0,137760 |
10,1242 |
0,137335 |
0,145341 |
1,29167 |
0,373841 |
0,0317137 |
0,317704 |
4,65421 |
0,0636929 |
1 DKK = |
0,134042 |
0,262160 |
3,35961 |
1 |
2,09730 |
0,0934822 |
0,462821 |
34,0134 |
0,461390 |
0,488290 |
4,33950 |
1,25596 |
0,106546 |
1,06736 |
15,6363 |
0,213983 |
1 EEK = |
0,0639116 |
0,124998 |
1,60187 |
0,476803 |
1 |
0,0445726 |
0,220674 |
16,2177 |
0,219992 |
0,232818 |
2,06908 |
0,598845 |
0,0508012 |
0,50892 |
7,45544 |
0,102028 |
1 LVL = |
1,43388 |
2,80438 |
35,9385 |
10,6972 |
22,4353 |
1 |
4,95090 |
363,849 |
4,93559 |
5,22335 |
46,4206 |
13,4353 |
1,13974 |
11,4178 |
167,265 |
2,28902 |
1 LTL = |
0,289620 |
0,566439 |
7,25898 |
2,16066 |
4,53157 |
0,201984 |
1 |
73,4916 |
0,996909 |
1,05503 |
9,37620 |
2,71371 |
0,230209 |
2,30620 |
33,7848 |
0,462345 |
1 HUF = |
0,00394086 |
0,00770753 |
0,0987730 |
0,0294001 |
0,0616610 |
0,00274839 |
0,0136070 |
1 |
0,0135649 |
0,0143558 |
0,127582 |
0,0369254 |
0,00313245 |
0,0313805 |
0,459710 |
0,00629113 |
1 PLN = |
0,290518 |
0,568195 |
7,28149 |
2,16736 |
4,54562 |
0,202610 |
1,003100 |
73,7195 |
1 |
1,05830 |
9,40527 |
2,72212 |
0,230923 |
2,31336 |
33,8896 |
0,463779 |
1 RON = |
0,274513 |
0,536893 |
6,88035 |
2,04796 |
4,29520 |
0,191448 |
0,947840 |
69,6583 |
0,944910 |
1 |
8,88714 |
2,57216 |
0,218201 |
2,18591 |
32,0226 |
0,438229 |
1 SKK = |
0,0308889 |
0,0604124 |
0,774193 |
0,230441 |
0,483306 |
0,0215422 |
0,106653 |
7,83810 |
0,106323 |
0,112522 |
1 |
0,289425 |
0,0245525 |
0,245964 |
3,60326 |
0,0493105 |
1 SEK = |
0,106725 |
0,208732 |
2,67493 |
0,796204 |
1,66988 |
0,0744309 |
0,368499 |
27,0816 |
0,367360 |
0,388778 |
3,45512 |
1 |
0,0848319 |
0,849835 |
12,4497 |
0,170374 |
1 GBP = |
1,25807 |
2,46054 |
31,5321 |
9,38566 |
19,6846 |
0,877392 |
4,34388 |
319,239 |
4,33045 |
4,58292 |
40,7291 |
11,7880 |
1 |
10,0179 |
146,757 |
2,00837 |
1 NOK = |
0,125583 |
0,245615 |
3,14759 |
0,936892 |
1,96495 |
0,0875827 |
0,433613 |
31,8669 |
0,432273 |
0,457475 |
4,06564 |
1,17670 |
0,0998216 |
1 |
14,6495 |
0,200479 |
1 ISK = |
0,0085725 |
0,0167661 |
0,214859 |
0,0639537 |
0,134130 |
0,00597853 |
0,0295991 |
2,17528 |
0,0295076 |
0,0312279 |
0,277527 |
0,0803233 |
0,00681398 |
0,0682615 |
1 |
0,0136850 |
1 CHF = |
0,626415 |
1,22514 |
15,7003 |
4,67327 |
9,80126 |
0,436867 |
2,16288 |
158,954 |
2,15620 |
2,28191 |
20,2796 |
5,86944 |
0,497916 |
4,98806 |
73,0727 |
1 |
1. |
Volgens Verordening (EEG) nr. 574/72 is de koers voor de omrekening in een munteenheid van bedragen die in een andere munteenheid luiden, de door de Commissie berekende koers op basis van het maandgemiddelde gedurende de in lid 2 vermelde referentieperiode van de wisselkoersen van deze munteenheden die door de Europese Centrale Bank zijn gepubliceerd. |
2. |
De referentieperiode is:
De omrekeningskoersen van de munteenheden worden bekendgemaakt in het tweede Publicatieblad van de Europese Unie (C-reeks) van de maanden februari, mei, augustus en november. |
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/13 |
Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001
(2008/C 111/06)
Nummer van de steun: XA 411/07
Lidstaat: Republiek Slovenië
Regio: Območje občine Brda
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Podpore programom razvoja podeželja v občini Brda 2007–2013
Rechtsgrond: Pravilnik o dodelitvi pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva in podeželja v občini Brda za programsko obdobje 2007–2013
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:
|
2007: 35 000 EUR |
|
2008: 35 000 EUR |
|
2009: 35 000 EUR |
|
2010: 35 000 EUR |
|
2011: 35 000 EUR |
|
2012: 35 000 EUR |
|
2013: 35 000 EUR |
Maximale steunintensiteit:
1. Investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie:
— |
voor de modernisering van landbouwbedrijfsgebouwen, de verbetering van landbouwgronden en van toegangswegen mag de steunintensiteit maximaal 40 % van de subsidiable uitgaven, exclusief BTW, bedragen. |
2. Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:
— |
voor niet-productieve erfgoedelementen, tot 100 % van de werkelijke uitgaven; |
— |
voor investeringen in erfgoedelementen die tot de productieve activa behoren, tot 60 % van de subsidiabele uitgaven, exclusief BTW, op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit van het bedrijf; |
— |
aanvullende steun kan worden verleend tot 100 % om de extra kosten te dekken voor het gebruik van traditionele materialen bij de instandhouding van erfgoedelementen van bedrijven. |
3. Steun als bijdrage aan verzekeringspremies:
— |
de gemeentelijke overheid cofinanciert de verzekeringspremies voor een bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen het uit de nationale begroting gefinancierde bedrag en maximaal 50 % van de subsidiabele verzekeringspremie wanneer de desbetreffende verzekering dient ter dekking van de verliezen aan gewassen en vruchten, en van de verliezen in de veehouderij als gevolg van ziekten. |
4. Steun voor ruilverkavelingen:
— |
tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor juridische en administratieve procedures. |
5. Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten:
— |
tot 100 % van de subsidiabele uitgaven, exclusief BTW, verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten; er vinden geen rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten plaats. |
6. Technische ondersteuning in de landbouwsector:
— |
tot 100 % van de subsidiabele uitgaven, exclusief BTW, verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten; er vinden geen rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten plaats |
Datum van tenuitvoerlegging: Oktober 2007 (de steun wordt niet toegekend zolang de beknopte informatie niet is gepubliceerd op de website van de Europese Commissie)
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 31 december 2013
Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB
Verwijzingen naar artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk III van de ontwerpregels voor het verlenen van staatssteun voor natuurbehoud, landbouw en plattelandsontwikkeling in de gemeente Brda voor de programmeringsperiode 2007-2013 bevat maatregelen die staatssteun zijn en die in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):
artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie;
artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen;
artikel 12: Steun als bijdrage aan verzekeringspremies;
artikel 13: Steun voor ruilverkavelingen;
artikel 14: Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten;
artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector
Betrokken economische sector(en): Landbouw
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
Občina Brda |
Trg 25. maja 2 |
SLO-5212 Dobrovo |
Website: http://www.lex-localis.info/UradnoGlasiloObcin/VsebinaDokumenta.aspx?SectionID=cad347f3-53f5-403e-ab1f-b987c82cd89a
Andere informatie: De steun als bijdrage aan verzekeringspremies voor het verzekeren van gewassen en vruchten betreft de volgende met een natuurramp gelijkgestelde ongunstige weersomstandigheden: voorjaarsvorst, hagel, blikseminslag, brand veroorzaakt door blikseminslag, stormen en overstromingen.
De regels van de gemeentelijke overheid voldoen aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeentelijke overheden te treffen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning, cumulatie, doorzichtigheid en controle van steun)
Andrej MARKOČIČ
Hoofd van de gemeentelijke administratie
Nummer van de steun: XA 412/07
Lidstaat: Republiek Slovenië
Regio: Območje občine Kobarid
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva in podeželja v občini Kobarid za programsko obdobje 2007–2013
Rechtsgrond: Pravilnik o dodeljevanju pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva ter podeželja v občini Kobarid za programsko obdobje 2007–2013
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:
|
2007: 35 662 EUR |
|
2008: 40 000 EUR |
|
2009: 45 000 EUR |
|
2010: 45 000 EUR |
|
2011: 50 000 EUR |
|
2012: 50 000 EUR |
|
2013: 60 000 EUR |
Maximale steunintensiteit:
1. Investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie:
— |
tot 50 % van de subsidiabele uitgaven in probleemgebieden en tot 40 % in andere gebieden. |
2. Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:
— |
tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor investeringen in niet-productieve erfgoedelementen; |
— |
tot 60 % van de subsidiabele uitgaven — of 75 % in probleemgebieden — voor investeringen in erfgoedelementen die tot de productieve activa behoren, op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit van het bedrijf; |
— |
aanvullende steun kan worden verleend tot 100 % om de extra uitgaven te dekken voor traditionele materialen die bij de instandhouding van erfgoedelementen worden gebruikt. |
3. Technische ondersteuning in de landbouwsector:
— |
tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor: onderwijs en opleiding voor landbouwers; adviesdiensten; de organisatie van fora, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen; publicaties, catalogi en websites; de verspreiding van wetenschappelijke kennis |
Datum van tenuitvoerlegging: Oktober 2007 (de steun wordt niet toegekend zolang de beknopte informatie niet is gepubliceerd op de website van de Europese Commissie)
Duur van de regeling: Tot en met 31 december 2013
Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB
Verwijzingen naar artikelen in Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk III van de voorgestelde Pravilnik o dodeljevanju pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva podeželja v občini Kobarid za programsko obdobje 2007-2013 bevat maatregelen die staatssteun zijn en die in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):
artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven;
artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen;
artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector
Betrokken economische sector(en): Landbouw
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
Občina Kobarid |
Trg svobode 2 |
SLO-5222 Kobarid |
Website: http://www.uradni-list.si/1/ulonline.jsp?urlid=200791&dhid=91831
Andere informatie: De plaatselijke wetgeving voldoet aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeentelijke overheden te treffen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning, cumulatie, doorzichtigheid en controle van steun)
Robert KAVČIČ
burgemeester van Kobarid
Nummer van de steun: XA 413/07
Lidstaat: Republiek Slovenië
Regio: Območje občine Starše
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Dodeljevanje državnih pomoči za programe razvoja kmetijstva in podeželja v občini Starše
Rechtsgrond: Pravilnik o dodeljevanju državnih pomoči, pomoči de minimis in izvajanju drugih ukrepov razvoja kmetijstva in podeželja v občini Starše
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:
|
2007: 111 332 EUR |
|
2008: 80 000 EUR |
|
2009: 80 000 EUR |
|
2010: 80 000 EUR |
|
2011: 80 000 EUR |
|
2012: 80 000 EUR |
|
2013: 80 000 EUR |
Maximale steunintensiteit:
1. Investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie:
— |
tot 40 % van de subsidiabele uitgaven; |
— |
tot 50 % van de subsidiabele uitgaven wanneer het investeringen betreft van jonge landbouwers binnen vijf jaar na hun vestiging; |
— |
tot 50 % van de subsidiabele uitgaven in andere gebieden wanneer het investeringen betreft van jonge landbouwers binnen vijf jaar na hun vestiging. De investeringen moeten zijn opgenomen in een bedrijfsplan en de jonge landbouwer moet voldoen aan de criteria van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1698/2005. |
De regeling heeft ten doel investeringssteun te verlenen voor: het herstel van noodzakelijke elementen van de landbouwbedrijven; de aankoop van uitrusting voor de landbouwproductie; meerjarige teelten; de verbetering van landbouw- en weidegronden.
2. Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:
— |
tot 60 % van de werkelijke uitgaven — of 75 % in probleemgebieden — voor investeringen in erfgoedelementen die tot de productieve activa behoren (landbouwbedrijfsgebouwen), op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit van het bedrijf; |
— |
tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor de instandhouding van niet-productieve erfgoedelementen op landbouwbedrijven (archeologische of historische sites); |
— |
aanvullende steun kan worden verleend tot 100 % indien de steun is bedoeld om de extra uitgaven te dekken voor traditionele materialen die bij de instandhouding van de erfgoedelementen van landbouwbedrijven worden gebruikt. |
3. Steun als bijdrage aan verzekeringspremies:
— |
de gemeentelijke overheid cofinanciert de verzekeringspremies voor een bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen het uit de nationale begroting gefinancierde bedrag en maximaal 50 % van de subsidiabele verzekeringspremie wanneer de desbetreffende verzekering dient ter dekking van de verliezen aan gewassen en vruchten, en van de verliezen in de veehouderij als gevolg van ziekten. |
4. Steun voor ruilverkavelingen:
— |
tot 70 % van de subsidiabele uitgaven voor juridische en administratieve procedures. |
5. Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten:
— |
tot 100 % van de werkelijke uitgaven; de steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten. |
6. Technische ondersteuning in de landbouwsector:
— |
tot 100 % van de uitgaven voor: onderwijs en opleiding; door derden verleende adviesdiensten; de organisatie van fora, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen; publicaties en websites. De steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten |
Datum van tenuitvoerlegging: November 2007 (de steun wordt niet toegekend zolang de beknopte informatie niet is gepubliceerd op de website van de Europese Commissie)
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 31 december 2013
Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB
Verwijzingen naar artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk II van de ontwerpregels voor het verlenen van staatssteun en de minimis-steun en het ten uitvoer leggen van andere landbouwmaatregelen en maatregelen voor plattelandsontwikkeling in de gemeente Starše bevat maatregelen die staatssteun zijn en die in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):
artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven;
artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen;
artikel 12: Steun als bijdrage aan verzekeringspremies;
artikel 13: Steun voor ruilverkavelingen;
artikel 14: Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten;
artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector
Betrokken economische sector(en): Landbouw
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
Občina Starše |
Starše 93/I 5 |
SLO-2205 Starše |
Website: http://www.starse.si/Obrazci_Vloge/PRAVILNIK_kmetijstvo_2007.pdf
Andere informatie: De steun als bijdrage aan verzekeringspremies voor het verzekeren van gewassen en vruchten betreft de volgende met een natuurramp gelijkgestelde ongunstige weersomstandigheden: voorjaarsvorst, hagel, blikseminslag, brand veroorzaakt door blikseminslag, stormen en overstromingen.
De regels van de gemeentelijke overheid voldoen aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeentelijke overheden te treffen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning, cumulatie, doorzichtigheid en controle van steun)
Vili DUCMAN
Burgemeester van de gemeente Kidričevo
Nummer van de steun: XA 415/07
Lidstaat: Ierland
Regio: Lidstaat
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Breeding Information Campaign 2008
Rechtsgrond: National Development Plan 2007-2013
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 100 000 EUR
Maximale steunintensiteit: 50 %
Datum van tenuitvoerlegging:
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: 1 januari 2008-31 december 2008
Doelstelling van de steun: De campagne heeft ten doel de resultaten van de tests en van de genetische evaluatie van de „Irish Cattle Breeding Federation” bij landbouwers te propageren om vlees- en melkveehouders meer inzicht te verschaffen in moderne wetenschappelijke fokwaarden en er op deze wijze mede voor te zorgen dat hun bedrijven gedurende lange tijd levensvatbaar blijven.
De steun wordt verleend in overeenstemming met artikel 15, lid 2, onder d), en artikel 15, lid 2, onder e), van Verordening (EG) nr. 1857/2006 — Technische ondersteuning in de landbouwsector.
Subsidiabele uitgaven zijn uitgaven voor:
de organisatie van workshops;
reclame;
onderzoek
Betrokken economische sector(en): Rundveehouderij
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
Department of Agriculture, Fisheries and Food |
Agriculture House |
Kildare Street, Dublin 2 |
Ireland |
Website: http://www.agriculture.gov.ie/NDP_State_Aid/
(De voorwaarden met betrekking tot de maatregel zullen onder deze weblink beschikbaar zijn zodra de maatregel ten uitvoer wordt gelegd)
Nummer van de steun: XA 416/07
Lidstaat: Nederland
Regio: Provincies Utrecht, Overijssel, Gelderland, Limburg en Noord-Brabant
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001
Rechtsgrond: Artikel 3.64 Wet inkomstenbelasting 2001 juncto artikel 12a, onderdeel b, Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001. Indien het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2008 wordt aangenomen door de Eerste Kamer, zal de rechtsgrondslag wijzigen in artikel 3.54 Wet inkomstenbelasting 2001 (1)
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: De gederfde fiscale inkomsten krachtens de regeling zijn per jaar 8,7 mln EUR
Maximale steunintensiteit: Ingevolge artikel 6, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 kan steun worden verleend tot 100 % van de gemaakte kosten als een verplaatsing bestaat uit het demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande installaties. Steunmaatregel XA 62/05 voorziet in toekenning van steun voor de verplaatsing van bedrijfsgebouwen waar intensieve veehouderij plaatsvindt die gelegen zijn in op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden aangewezen reconstructiegebieden. Bij de berekeningsgrondslag van de vergoedingen in deze steunmaatregel is echter geen rekening gehouden met de fiscale consequenties van de verplaatsing van de bedrijfsgebouwen voor de betrokken ondernemers. Ondernemers die ten behoeve van verplaatsing van hun bedrijf hun onderneming fiscaal staken, zijn namelijk gehouden over stille reserves e.d. van hun (oude) onderneming met de fiscus af te rekenen. Dat vormt een kostenpost voor ondernemers die direct en onlosmakelijk verbonden is aan verplaatsing van hun bedrijf. Om zowel de verplaatsing als de fiscale afrekening te kunnen bekostigen zullen de ondernemers immers vreemd vermogen moeten aantrekken. Dat leidt tot financieringslasten. Onderhavige steunmaatregel voorziet daarom in een aanvulling op steunmaatregel XA 62/05. Met deze steunmaatregelen tezamen wordt steun verleend tot 100 % van de gemaakte kosten en wordt derhalve voldaan aan hetgeen in artikel 6, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 bepaald is
Datum van tenuitvoerlegging: De maatregel wordt tenuitvoer gelegd na publicatie van een besluit tot inwerkingtreding van het besluit van 3 september 2007 houdende aanpassing van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001, Stb. 2007, 328. Dit inwerkingtredingsbesluit zal worden voorbereid nadat de in artikel 18, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1857/2006, bedoelde bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie heeft plaatsgevonden.
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Afhankelijk van de openstellingen van de steunregelingen van de provincies Limburg, Noord-Brabant, Utrecht, Gelderland en Overijssel, maar uiterlijk tot 31 december 2013
Doelstelling van de steun: Zoals beschreven in de informatie met betrekking tot steunmaatregel XA 62/05 betreft de steun verplaatsing — in het algemeen belang — van bedrijfsgebouwen waar intensieve veehouderij plaatsvindt. De steunmaatregel heeft ten doel om verplaatsingen van veehouderijbedrijven in het kader van de Reconstructiewet concentratiegebieden te vergemakkelijken. Ten behoeve van deze verplaatsingen bieden de provincies Limburg, Noord-Brabant, Utrecht, Gelderland en Overijssel een aantal steunmaatregelen (zie steunmaatregel XA 62/05), maar ondernemers die van deze regelingen gebruik maken en met het oog op verplaatsing hun onderneming fiscaal gezien staken lopen tegen een extra kostenpost aan. Deze kostenpost bestaat uit het aantrekken van vreemd vermogen en financieringslasten die een gevolg zijn van de bij staking verplichte afrekening bij de fiscus over stille reserves e.d. Hierd oor is verplaatsing voor de betrokken ondernemers financieel vaak niet haalbaar, waardoor veehouderijbedrijven op hun oude locatie bv. gevestigd blijven (bv.vlakbij kwetsbare natuurgebieden). Met onderhavige steunmaatregel wordt voorkomen dat genoemde kostenpost ontstaat. De steunmaatregel beperkt zich tot ondernemers die gebruik maken van de steunmaatregelen, genoemd in steunmaatregel XA 62/05
Betrokken economische sector(en): Veehouderijsector
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Postbus 20501 |
2500 EK Den Haag |
Nederland |
Website: http://www.minfin.nl/nl/actueel/kamerstukken_en_besluiten,2007/09/DB07-352.html
Andere informatie: —
(1) Kamerstukken I 2007/08, 31 206, nr. A, zie:
http://www.eerstekamer.nl/9324000/1/j9vvgh5ihkk7kof/vhq6dh3ycvh1/f=y.pdf
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/18 |
Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen
(2008/C 111/07)
Nummer van de steunmaatregel |
XA 7051/07 |
|||||||
Lidstaat |
Portugal |
|||||||
Regio |
Região Autónoma dos Açores |
|||||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Aumento do valor dos produtos florestais. Regime de auxílios integrado na Medida 1.7 — Aumento do valor dos produtos agrícolas e florestais, do Programa de Desenvolvimento Rural da Região Autónoma dos Açores |
|||||||
Rechtsgrond |
Verordening (EG) nr. 70/2001, gewijzigd bij de Verordeningen (EG) nr. 364/2004 en (EG) nr. 1857/2006. Maatregel 1.7 van het „Programa de Desenvolvimento Rural da Região Autónoma dos Açores” is gebaseerd op artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 en de nationale uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld nadat het programma door de Commissie is goedgekeurd |
|||||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaalbedrag per jaar |
85 000 EUR |
|||||
Gegarandeerde leningen |
— |
|||||||
Individuele steun |
Totaal steunbedrag |
— |
||||||
Gegarandeerde leningen |
— |
|||||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, van Verordening (EG) nr. 70/2001 |
Ja De steun bedraagt maximaal 75 % van de subsidiabele investeringskosten |
||||||
Datum van tenuitvoerlegging |
2007 |
|||||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
Tot 31.12.2013 |
|||||||
Doelstelling van de steun |
Steun voor ondernemingen in de bosbouwsector met het doel de waarde van de bosbouwproducten te verhogen. De steun betreft uitsluitend de verwerking en de afzet van bosbouwproducten |
Ja |
||||||
Betrokken economische sector(en) |
Bosbouwsector |
|||||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Autoridade de Gestão do Programa de Desenvolvimento Rural da Região Autónoma dos Açores |
|||||||
|
||||||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
Neen |
De beheersautoriteit:
(Fátima Amorim)
Nummer van de steunmaatregel |
XA 7052/07 |
|||||||
Lidstaat |
Portugal |
|||||||
Regio |
Região Autónoma dos Açores |
|||||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Cooperação para a Promoção da Inovação. Regime de auxílios integrado na Medida 1.8 — Cooperação para a Promoção da Inovação, do Programa de Desenvolvimento Rural da Região Autónoma dos Açores |
|||||||
Rechtsgrond |
Verordening (EG) nr. 70/2001, gewijzigd bij de Verordeningen (EG) nr. 364/2004 en (EG) nr. 1857/2006. Maatregel 1.8 van het „Programa de Desenvolvimento Rural da Região Autónoma dos Açores” is gebaseerd op artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 en de nationale uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld nadat het programma door de Commissie is goedgekeurd |
|||||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaal jaarlijks bedrag |
672 269 EUR |
|||||
Gegarandeerde leningen |
— |
|||||||
Individuele steun |
Totaal steunbedrag |
— |
||||||
Gegarandeerde leningen |
— |
|||||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 5 bis van Verordening (EG) nr. 70/2001 |
Ja De steunintensiteit varieert van 45 % tot 100 % naargelang van de fase van onderzoek en ontwikkeling waarop de kosten betrekking hebben. Omvat een project diverse onderzoeks- en ontwikkelingsfasen, dan wordt de toegestane steunintensiteit berekend op basis van het gewogen gemiddelde van de onderscheiden toegestane steunintensiteiten, berekend op basis van de betrokken subsidiabele kosten |
||||||
Datum van tenuitvoerlegging |
2007 |
|||||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
Tot en met 31.12.2013 |
|||||||
Doelstelling van de steun |
De samenwerking bevorderen tussen marktdeelnemers van de betrokken sectoren en publiek-private partnerschappen, met het oog op de ontwikkeling, overdracht en verspreiding van nieuwe producten, procédés en technologieën |
|||||||
Betrokken economische sector(en) |
Agrovoeding en bosbouw |
|||||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Autoridade de Gestão do Programa de Desenvolvimento Rural da Região Autónoma dos Açores |
|||||||
|
||||||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
Neen |
De beheersautoriteit:
(Fátima Amorim)
Nummer van de steunmaatregel |
XA 7057/07 |
|||
Lidstaat |
Spanje |
|||
Regio |
Galicia |
|||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Ayudas para la promoción, modernización y dimensionamiento del asociacionismo agrario |
|||
Rechtsgrond |
Orden de 17 de agosto de 2007 por la que se establecen las bases reguladoras de las ayudas para la promoción, modernización y dimensionamiento del asociacionismo agrario en Galicia y se convocan ayudas para el año 2007 (DOG no 164, del 24.8.2007, corrección errores DOG 29/11/07) |
|||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaal jaarlijks bedrag 2007 |
0,2 mln EUR |
|
Gegarandeerde leningen |
— |
|||
Individuele steun |
Totaal jaarlijks bedrag |
— |
||
Gegarandeerde leningen |
— |
|||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
Ja |
||
Datum van tenuitvoerlegging |
24.8.2008 |
|||
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening |
Van 1.1.2007 tot en met 31.12.2013 |
|||
Doelstelling van de steun |
Steun aan KMO's |
Ja |
||
Betrokken economische sector(en) |
Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun |
Neen |
||
Beperkt tot specifieke sectoren |
|
|||
|
|
|||
|
|
|||
of |
|
|||
IJzer en staalindustrie |
|
|||
Scheepsbouw |
|
|||
Synthetische vezels |
|
|||
Automobielindustrie |
|
|||
Andere be- en verwerkende industrie |
|
|||
|
Ja |
|||
|
|
|||
of |
|
|||
Vervoersdiensten |
|
|||
Financiële diensten |
|
|||
Andere diensten |
|
|||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Xunta de Galicia Consellería do Medio Rural Dirección general de producción, industrias y calidad agroalimentaria dxpica.mrural@xunta.es |
|||
|
||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
Overeenkomstig artikel 6 van de verordening |
Ja |
Nummer van de steunmaatregel |
XA 7060/07 |
|||
Lidstaat |
Spanje |
|||
Regio |
Cataluña |
|||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Ayudas para la incentivación de la eficiencia energética en invernaderos agrícolas y explotaciones de porcino |
|||
Rechtsgrond |
Orden AAR/388/2007, de 23 de octubre, por la cual se aprueban las bases reguladoras de las ayudas para la incentivación de la mejora de la eficiencia energética en invernaderos agrícolas y en explotaciones de porcino, y se convocan las correspondientes al año 2007 (DOGC núm. 4997 de 29.10.2007) |
|||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaal jaarlijks bedrag |
0,478 mln EUR |
|
Gegarandeerde leningen |
— |
|||
Individuele steun |
Totaal jaarlijks bedrag |
— |
||
Gegarandeerde leningen |
— |
|||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
Ja |
||
Datum van tenuitvoerlegging |
30.10.2007 |
|||
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening |
Tot en met 30.6.2008 |
|||
Doelstelling van de steun |
Steun aan KMO's |
Ja |
||
Betrokken economische sector(en) |
Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun |
|
||
Beperkt tot specifieke sectoren |
Ja |
|||
|
|
|||
|
|
|||
of |
|
|||
IJzer- en staalindustrie |
|
|||
Scheepsbouw |
|
|||
Synthetische vezels |
|
|||
Automobielindustrie |
|
|||
Andere be- en verwerkende industrie |
|
|||
|
Ja |
|||
|
|
|||
of |
|
|||
Vervoersdiensten |
|
|||
Financiële diensten |
|
|||
Andere diensten |
|
|||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Departamento de Agricultura, Alimentación y Acción Rural |
|||
|
||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
In overeenstemming met artikel 6 van de verordening |
Ja |
(1) Als omschreven in artikel 2, onder k), van deze verordening.
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/22 |
Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen
(2008/C 111/08)
Nummer van de steun: XA 7054/07
Lidstaat: Italië
Regio: Umbria
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Progetti integrati di filiera a favore delle PMI attive nel settore della produzione, trasformazione e commercializzazione dei prodotti di cui all'allegato I del trattato. Criteri per la concessione degli aiuti
Rechtsgrond: Deliberazione della Giunta regionale n. 1798 del 12 novembre 2007 avente per oggetto «Modifiche ed integrazioni alla DGR 1449/2007 concernente: progetti integrati di filiera a favore delle PMI attive nel settore della produzione, trasformazione e commercializzazione dei prodotti di cui all'allegato I del trattato, criteri per la concessione degli aiuti».
Deze steunregeling moet worden begrepen als aanpassing van de vorige steunregeling waarvoor vrijstelling is verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2004 van de Commissie en die is geregistreerd onder nr. XA 02/05. Deze regeling wordt ten uitvoer gelegd door middel van een specifieke openbare aankondiging waarbij de voorwaarden voor de indiening van de steunaanvragen worden vastgesteld. De aankondiging wordt pas gedaan na bevestiging overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 70/2001 dat de Commissie deze beknopte informatie heeft ontvangen, en de bekendmaking daarvan op de website van de Commissie.
Benadrukt wordt dat de rechtsgrond voor de steuncategorieën in de sector productie van de producten van bijlage I bij het Verdrag, namelijk genoemde steunregeling waarvoor vrijstelling is verleend (XA 02/05), wordt aangepast overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1857/2006. Derhalve sturen wij overeenkomstig artikel 20 van die verordening de Commissie tevens de beknopte informatie die de juridische voorwaarde vormt voor de tenuitvoerlegging van de steunregeling waarvoor vrijstelling is verleend in de betrokken sector
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 5 450 000 EUR, waarvan:
5 000 000 EUR bij voorrang voor de bedrijven in het gebied van het Lago Trasimeno — provincie Perugia, (Magione, Panicale, C. del Lago, Tuoro, Passignano, Città della Pieve, Piegaro, Paciano);
450 000 EUR als eerste toewijzing en in afwachting van de vaststelling van het programma voor plattelandsontwikkeling van Umbrië voor de periode 2007-2013, dat ter goedkeuring aan de Europese Commissie is voorgelegd, voor de toekenning van steun voor geïntegreerde projecten in de agrovoedingssector, voor de rest van het grondgebied van de regio
Maximale steunintensiteit:
1. |
Voor de primaire sector wordt de steun in de vorm van kapitaalsubsidies verstrekt, waarbij de volgende maxima gelden:
De bovengenoemde percentages worden met 10 procentpunten verhoogd, indien het een actie betreft in berggebieden of probleemgebieden zoals overeenkomstig de artikelen 50 en 94 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 aangewezen in het programma voor plattelandsontwikkeling van Umbrië 2007-2013, en ze worden met nog eens 10 procentpunten verhoogd, als het acties door jonge landbouwers betreft. In elk geval mag het totaal van de aan één enkele onderneming verleende steun niet meer bedragen dan 400 000 EUR, verspreid over een willekeurige periode van drie begrotingsjaren, of 500 000 EUR, als het bedrijf zich in een overeenkomstig de artikelen 50 en 94 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 in het programma voor plattelandsontwikkeling van Umbrië 2007-2013 aangewezen berg- of probleemgebied bevindt. Onder de primaire sector vallen ook investeringen in het landbouwbedrijf die noodzakelijk zijn om dierlijke of plantaardige producten voor te bereiden voor eerste verkoop. Onder eerste verkoop wordt verstaan de verkoop door een primaire producent aan wederverkopers of verwerkers, en iedere werkzaamheid die nodig is om het product voor deze eerste verkoop voor te bereiden, alsmede de verkoop aan de eindgebruiker, indien het product aan de eindgebruiker wordt verkocht in ruimten die niet gescheiden zijn van die welke bestemd zijn voor de primaire activiteit. Van steun uitgesloten zijn:
|
2. |
Voor de sector verwerking en afzet wordt de steun in de vorm van kapitaalsubsidies verstrekt tot maximaal 40 % van de uitgaven voor de volgende acties:
Van steun uitgesloten zijn:
Voor elke onderneming zijn de maximaal in aanmerking komende uitgaven beperkt tot 40 % van de omzet op de laatste goedgekeurde rekeningen op de datum van indiening van de aanvraag, ofwel tot 10 keer het geplaatste aandelenkapitaal op diezelfde datum. In ieder geval zijn de uitgaven voor ondernemingen voor de verwerking en afzet van de in bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten alleen subsidiabel als ze aan Verordening (EG) nr. 70/2001 voldoen. |
3. |
Voor geïntegreerd beheer op het gebied van kwaliteit, milieubescherming, volksgezondheid, de gezondheid van planten en dieren, dierenwelzijn en veiligheid op het werk mag steun worden verleend in de vorm van kapitaalsubsidies, waarbij de volgende maxima gelden:
Technische ondersteuning mag in geen geval rechtstreekse betalingen aan de landbouwer omvatten, behalve in gevallen als bedoeld in artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 |
Datum van tenuitvoerlegging:
Looptijd van de regeling:
Doelstelling van de steun: Acties ter ondersteuning van het MKB in de sector productie, verwerking en afzet van de producten van bijlage I bij het Verdrag (met uitzondering van de sectoren bosbouw, bio-energie en visserij) bedoeld om het concurrentievermogen van de belangrijkste agrovoedingssectoren van Umbrië te versterken door product- en procesinnovaties en geïntegreerd beheer op het gebied van kwaliteit, veiligheid en milieubescherming in te voeren, alsmede door diensten ter ondersteuning van de afzet van landbouwproducten, met name kwaliteitsproducten, op te zetten.
Voor de sector productie is de vrijstelling van deze regeling gebaseerd op de artikelen 4, 14 en 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006.
Voor de sector verwerking en afzet is de vrijstelling van deze regeling gebaseerd op de artikelen 4 en 5 van Verordening (EG) nr. 70/2001.
De in aanmerking komende kosten van de steunregeling staan vermeld in de bovenstaande paragraaf „Maximale steunintensiteit”
Betrokken economische sector(en): De bij de steunregeling betrokken sectoren zijn de sectoren productie, verwerking en afzet van de producten van bijlage I bij het EG-Verdrag (met uitzondering van de sectoren bosbouw, bio-energie en visserij).
Voor in deze steunregeling vastgestelde initiatieven moet worden aangetoond dat er normale afzetmogelijkheden bestaan. Investeringen die de productiecapaciteit verhogen in sectoren waarvoor in het kader van de gemeenschappelijke marktordeningen specifieke beperkingen bestaan, zijn niet toegestaan als niet wordt bewezen dat de betrokken productiequota zijn aangekocht
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
Regione Umbria — Direzione regionale Agricoltura e foreste, aree protette, valorizzazione dei sistemi naturalistici e paesaggistici, beni ed attività culturali, sport e spettacolo |
Centro direzionale Fontivegge |
I-06100 Perugia |
Website: www.regione.umbria.it
klik op „aree tematiche”;
klik in linkerkolom op „agricoltura e foreste”;
klik onder „ultime notizie” op „D.G.R. N. 1449 del”;
klik op „clicca qui”
E-mailadres: fgarofalo@regione.umbria.it
Andere informatie: De steun voor de sector productie van de landbouwproducten van bijlage I bij het Verdrag wordt verstrekt in het kader van de vrijstellingsregeling van Verordening (EG) nr. 1857/2006. Derhalve wordt overeenkomstig artikel 20 van die verordening de beknopte informatie betreffende de steun overeenkomstig de vrijstellingsregeling in die sector samen met deze informatie aan de Commissie toegestuurd
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/25 |
Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001
(2008/C 111/09)
Nummer van de steun |
XA 6/08 |
|||||
Lidstaat |
Oostenrijk |
|||||
Regio |
Bundesland Salzburg |
|||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Erhaltung regionaltypischer Steinmauern und Holzzäune; Almschindeldächer |
|||||
Rechtsgrond |
Allgemeine Richtlinie für die Gewährung von Förderungsmitteln des Landes Salzburg bzw. die Sonderrichtlinien des Bundes zu den sonstigen Maßnahmen der LE mit Ausnahmen hinsichtlich Förderbarkeit von Sachkosten und Mindestinvestitionssumme |
|||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Voorziene jaarlijkse uitgaven: Jaarlijks: ca. 85 000 EUR Totaalbedrag van de aan een onderneming verleende individuele steun: max. 10 000 EUR per jaar |
|||||
Maximale steunintensiteit |
Maximale steunintensiteit: 50 % Maximaal steunbedrag: 10 000 EUR per onderneming en per jaar |
|||||
Datum van tenuitvoerlegging |
Datum van goedkeuring van de steun |
|||||
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening |
31.12.2013 |
|||||
Doelstelling van de steun |
Geldende bepaling: Artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 (Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen) Doelstelling van de steun: Bouw van traditionele elementen die een stempel drukken op het landschap Subsidiabele uitgaven per onderneming en per jaar max. 20 000 EUR |
|||||
Betrokken economische sector(en) |
Landbouw |
|||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
|
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/26 |
Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 97/23/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur
(Voor de EER relevante tekst)
(Bekendmaking van titels en referentienummers van geharmoniseerde normen in het kader van de richtlijn)
(2008/C 111/10)
De volgende lijst bevat verwijzingen naar geharmoniseerde normen voor drukapparatuur en geharmoniseerde ondersteunende normen voor materialen die bij de productie van drukapparatuur worden gebruikt. Bij geharmoniseerde ondersteunende normen voor materialen is het vermoeden van overeenstemming met de essentiële veiligheidseisen beperkt tot technische materiaalgegevens in de norm. Er wordt niet verondersteld dat het materiaal geschikt is voor een specifiek onderdeel van de apparatuur. Bijgevolg moeten de in de materiaalnorm vermelde technische gegevens worden beoordeeld in het licht van de ontwerpvoorschriften van dit specifieke onderdeel van de apparatuur om na te gaan of aan de essentiële veiligheidseisen van de richtlijn drukapparatuur is voldaan.
ENO (1) |
Referentienummer en titel van de norm (en referentie document) |
Referentienummer van de vervangen norm |
Datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt (Noot 1) |
CEN |
EN 19:2002 Afsluiters voor industrieel gebruik — Het merken van afsluiters van metalen |
— |
|
CEN |
EN 287-1:2004 Het kwalificeren van lassers — Smeltlassen — Deel 1: Staal |
— |
|
EN 287-1:2004/A2:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.9.2006) |
|
EN 287-1:2004/AC:2004 |
|
|
|
CEN |
EN 334:2005 Gasdrukregelaars voor inlaatdrukken tot 100 bar |
— |
|
CEN |
EN 473:2000 Niet-destructief onderzoek — Kwalificatie en certificatie van personeel voor niet-destructief onderzoek — Algemene principes |
— |
|
EN 473:2000/A1:2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.4.2006) |
|
CEN |
EN 593:2004 Industriële afsluiters — Metalen vlinderkleppen |
— |
|
CEN |
EN 764-5:2002 Drukapparatuur — Deel 5: Controle en inspectiedocumentatie van materialen |
— |
|
CEN |
EN 764-7:2002 Drukapparatuur — Deel 7: Veiligheidssystemen voor niet aan vlambelasting blootgestelde drukapparatuur |
— |
|
EN 764-7:2002/AC:2006 |
|
|
|
CEN |
EN 1057:2006 Koper en koperlegeringen — Naadloze koperen buizen voor gas- en waterleidingen in sanitaire en verwarmingstoepassingen |
— |
|
CEN |
EN 1092-1:2007 Flenzen en hun verbindingen — Ronde flenzen voor buizen, afsluiters, hulpstukken en accessoires, PN-aanduiding — Deel 1: Stalen flenzen |
— |
|
CEN |
EN 1092-3:2003 Flenzen en hun verbindingen — Ronde flenzen voor buizen, afsluiters, hulpstukken en toebehoren, PN-aanduiding — Deel 3: Flenzen van koperlegeringen |
— |
|
EN 1092-3:2003/AC:2004 |
|
|
|
EN 1092-3:2003/AC:2007 |
|
|
|
CEN |
EN 1092-4:2002 Flenzen en hun verbindingen — Ronde flenzen voor buizen, afsluiters, hulpstukken en toebehoren, met PN-aanduiding — Deel 4: Flenzen van aluminiumlegeringen |
— |
|
CEN |
EN 1171:2002 Industriële afsluiters — Gietijzeren schuifafsluiters |
— |
|
CEN |
EN 1252-1:1998 Cryogene vaten — Materialen — Deel 1: Eisen aan de taaiheid voor temperaturen beneden – 80 °C |
— |
|
EN 1252-1:1998/AC:1998 |
|
|
|
CEN |
EN 1252-2:2001 Cryogene vaten — Materialen — Deel 2: Eisen aan de taaiheid voor temperaturen tussen – 80 °C en –10 °C |
— |
|
CEN |
EN 1349:2000 Regelkleppen voor de procesindustrie |
— |
|
EN 1349:2000/AC:2001 |
|
|
|
CEN |
EN 1591-1:2001 Flenzen en hun verbindingen — Ontwerpregels voor flensverbindingen met ronde flenzen en pakkingen — Deel 1: Berekeningsmethode |
— |
|
CEN |
EN 1626:1999 Cryogene vaten — Afsluiters voor cryogeen gebruik |
— |
|
CEN |
EN 1653:1997 Koper en koperlegeringen — Plaat en schijven voor ketels, drukvaten en warmwatervoorraadtoestellen |
— |
|
EN 1653:1997/A1:2000 |
|
|
|
CEN |
EN 1759-3:2003 Flenzen en hun verbindingen — Ronde flenzen voor buizen, afsluiters, hulpstukken en toebehoren, met „class”-aanduiding — Deel 3: Flenzen van koperlegeringen |
— |
|
EN 1759-3:2003/AC:2004 |
|
|
|
CEN |
EN 1759-4:2003 Flenzen en hun verbindingen — Ronde flenzen voor buizen, afsluiters, hulpstukken en toebehoren, met „class”-aanduiding — Deel 4: Flenzen van aluminiumlegeringen |
— |
|
CEN |
EN 1797:2001 Cryogene vaten — Verenigbaarheid van gas en materialen |
EN 1797-1:1998 |
Datum verstreken (31.1.2002) |
CEN |
EN 1866:2005 Verrijdbare blustoestellen |
— |
|
CEN |
EN 1983:2006 Industriële afsluiters — Stalen kogelkranen |
— |
|
CEN |
EN 1984:2000 Industriële afsluiters — Stalen schuifafsluiters |
— |
|
CEN |
EN ISO 4126-1:2004 Veiligheidsvoorzieningen voor bescherming tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 1: Veiligheidskleppen (ISO 4126-1:2004) |
— |
|
EN ISO 4126-1:2004/AC:2006 |
|
|
|
CEN |
EN ISO 4126-3:2006 Veiligheidsvoorzieningen voor de bescherming tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 3: Combinatie van veiligheidskleppen en breekplaat (ISO 4126-3:2006) |
— |
|
CEN |
EN ISO 4126-4:2004 Veiligheidsvoorzieningen voor bescherming tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 4: Pilootgestuurde veiligheidskleppen (ISO 4126-4:2004) |
— |
|
CEN |
EN ISO 4126-5:2004 Veiligheidsvoorzieningen voor bescherming tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 5: Gestuurde drukontlastsystemen (CSPRS) (ISO 4126-5:2004) |
— |
|
CEN |
EN ISO 9606-2:2004 Het kwalificeren van lassers — Smeltlassen — Deel 2: Aluminium en aluminiumlegeringen (ISO 9606-2:2004) |
— |
|
CEN |
EN ISO 9606-3:1999 Het kwalificeren van lassers — Smeltlassen — Deel 3: Koper en koperlegeringen (ISO 9606-3:1999) |
— |
|
CEN |
EN ISO 9606-4:1999 Het kwalificeren van lassers — Smeltlassen — Deel 4: Titaan en titaanlegeringen, zirkonium en zirkoniumlegeringen (ISO 9606-4:1999) |
— |
|
CEN |
EN ISO 9606-5:2000 Het kwalificeren van lassers — Smeltlassen — Deel 5: Titaan en titaanlegeringen, zirkonium en zirkoniumlegeringen (ISO 9606-5:2000) |
— |
|
CEN |
EN 10028-2:2003 Platte producten gemaakt van staal voor drukunten — Deel 2: Ongelegeende en gelegeende staalsoorten met gespecificerde ergenschappen bij hoge temperatuur |
EN 10028-2:1992 |
Datum verstreken (31.12.2003) |
EN 10028-2:2003/AC:2005 |
|
|
|
CEN |
EN 10028-3:2003 Platte producten gemaakt van staal voor drukvaten — Deel 3: Lasbaar, fijnkorrelig staal, normaal gegloeid |
EN 10028-3:1992 |
Datum verstreken (31.12.2003) |
CEN |
EN 10028-4:2003 Platte producten van staal voor drukvaten — Deel 4: Nikkelgelegeerde staalsoorten met gespecificeerde eigenschappen bij lage temperatuur |
EN 10028-4:1994 |
Datum verstreken (31.12.2003) |
EN 10028-4:2003/AC:2005 |
|
|
|
CEN |
EN 10028-5:2003 Platte producten van staal voor drukvaten — Deel 5: Lasbare fijnkorrelige thermomechanisch gewalste staalsoorten |
EN 10028-5:1996 |
Datum verstreken (31.12.2003) |
CEN |
EN 10028-6:2003 Platte produkten van staal voor drukvaten — Deel 6: Lasbare fijnkorrelige veredelde staalsoorten |
EN 10028-6:1996 |
Datum verstreken (31.12.2003) |
CEN |
EN 10204:2004 Producten van metaal — Soorten keuringsdocumenten |
— |
|
CEN |
EN 10213:2007 Gietstaal voor druktoepassingen |
EN 10213-1:1995 EN 10213-2:1995 EN 10213-3:1995 EN 10213-4:1995 |
31.5.2008 |
CEN |
EN 10216-1:2002 Naadloze stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 1: Buizen van ongelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij omgevingstemperatuur |
— |
|
EN 10216-1:2002/A1:2004 |
|
|
|
CEN |
EN 10216-2:2002+A2:2007 Naadloze stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 2: Buizen van ongelegeerd en gelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij verhoogde temperatuur |
EN 10216-2:2002 |
Datum verstreken (29.2.2008) |
CEN |
EN 10216-3:2002 Naadloze stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 3: Buizen van gelegeerd fijnkorrelig staal |
— |
|
EN 10216-3:2002/A1:2004 |
|
|
|
CEN |
EN 10216-4:2002 Naadloze stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 4: Buizen van ongelegeerd en gelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij lage temperatuur |
— |
|
EN 10216-4:2002/A1:2004 |
|
|
|
CEN |
EN 10216-5:2004 Naadloze stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 5: Corrosievaste stalen buizen |
— |
|
CEN |
EN 10217-1:2002 Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 1: Buizen van ongelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij omgevingstemperatuur |
— |
|
EN 10217-1:2002/A1:2005 |
|
|
|
CEN |
EN 10217-2:2002 Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 2: Elektrisch gelaste buizen van ongelegeerd en gelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij verhoogde temperatuur |
— |
|
EN 10217-2:2002/A1:2005 |
|
|
|
CEN |
EN 10217-3:2002 Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 3: Buizen van gelegeerd fijnkorrelig staal |
— |
|
EN 10217-3:2002/A1:2005 |
|
|
|
CEN |
EN 10217-4:2002 Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 4: Elektrisch gelaste buizen van ongelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij lage temperatuur |
— |
|
EN 10217-4:2002/A1:2005 |
|
|
|
CEN |
EN 10217-5:2002 Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 5: Onderpoedergelaste buizen van ongelegeerd en gelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij verhoogde temperatuur |
— |
|
EN 10217-5:2002/A1:2005 |
|
|
|
CEN |
EN 10217-6:2002 Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 6: Onderpoedergelaste buizen van ongelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij lage temperatuur |
— |
|
EN 10217-6:2002/A1:2005 |
|
|
|
CEN |
EN 10217-7:2005 Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 7: Corrosievaste stalen buizen |
— |
|
CEN |
EN 10222-1:1998 Smeedstukken van staal voor drukvaten — Deel 1: Algemene eisen voor vrij smeedwerk |
— |
|
EN 10222-1:1998/A1:2002 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.10.2002) |
|
CEN |
EN 10222-2:1999 Smeedstukken van staal voor drukvaten — Deel 2: Ferritische en martensitische staalsoorten met gespecificeerde eigenschappen bij verhoogde temperatuur |
— |
|
EN 10222-2:1999/AC:2000 |
|
|
|
CEN |
EN 10222-3:1998 Smeedstukken van staal voor drukvaten — Deel 3: Nikkel staal met eigenschappen bij lage temperatuur |
— |
|
CEN |
EN 10222-4:1998 Smeedstukken van staal voor drukvaten — Deel 4: Lasbaar fijnkorrelig staal met een hoge sterktegrens |
— |
|
EN 10222-4:1998/A1:2001 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.1.2002) |
|
CEN |
EN 10222-5:1999 Smeedstukken van staal voor drukvaten — Deel 5: Martensitische, austenitische en austenitisch-ferritisch corrosievaste staalsoorten |
— |
|
EN 10222-5:1999/AC:2000 |
|
|
|
CEN |
EN 10253-2:2007 Pijpfittings voor lassen — Deel 2: Ongelegeerd staal en staalsoorten van ferritische legeringen met bijzondere beproevingseisen |
— |
|
CEN |
EN 10253-4:2008 Pijpfittings voor lassen — Deel 4: Smeedbaar austenitisch en austenitische-ferritische (duplex) corrosievast staal met specifieke keuringseisen |
— |
|
CEN |
EN 10269:1999 Staalsoorten en nikkellegeringen voor bevestigingsartikelen met gespecificeerde eigenschappen van verhoogde en/of lage temperaturen |
— |
|
EN 10269:1999/A1:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.10.2006) |
|
EN 10269:1999/A1:2006/AC:2006 |
|
|
|
CEN |
EN 10305-4:2003 Stalen buizen voor nauwkeurige toepassingen — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 4: Naadloze koudgetrokken buizen voor hydraulische en pneumatische toepassingen |
— |
|
CEN |
EN 10305-6:2005 Stalen buizen voor nauwkeurige toepassingen — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 6: Gelaste koudgetrokken buizen voor hydraulische en pneumatische toepassingen |
— |
|
CEN |
EN ISO 10931:2005 Kunststofleidingssystemen voor industriële toepassingen — Polyvinylidenefluoride (PVDF) — Specificaties voor onderdelen en het leidingssysteem (ISO 10931:2005) |
— |
|
CEN |
EN 12178:2003 Koelsystemen en warmtepompen — Vloeistofniveau-indicatoren — Eisen, beproeving en merken |
— |
|
CEN |
EN 12263:1998 Koelsystemen en warmtepompen — Veiligheidsschakelinrichtingen voor drukbegrenzing — Eisen en beproevingen |
— |
|
CEN |
EN 12266-1:2003 Industriële afsluiters — Beproeving van afsluiters — Deel 1: Beproevingen, beproevingsprocedures en acceptatiecriteria waaraan iedere afsluiter moet voldoen |
— |
|
CEN |
EN 12284:2003 Koelsystemen en warmtepompen — Afsluiters — Eisen, beproevingen en merken |
— |
|
CEN |
EN 12288:2003 Industriële afsluiters — Schuifafsluiters van koperlegeringen |
— |
|
CEN |
EN 12334:2001 Industriële afsluiters — Terugslagkleppen van gietijzer |
— |
|
EN 12334:2001/A1:2004 |
Noot 3 |
Datum verstreken (28.2.2005) |
|
EN 12334:2001/AC:2002 |
|
|
|
CEN |
EN 12392:2000 Aluminium en aluminiumlegeringen — Geknede producten — Bijzondere eisen voor producten bestemd voor de vervaardiging van drukvaten |
— |
|
CEN |
EN 12420:1999 Koper en koperlegeringen — Smeedstukken |
— |
|
CEN |
EN 12434:2000 Cryogene vaten — Slangen voor cryogene toepassing |
— |
|
EN 12434:2000/AC:2001 |
|
|
|
CEN |
EN 12451:1999 Koper en koperlegeringen — Naadloze, ronde buizen voor warmtewisselaars |
— |
|
CEN |
EN 12452:1999 Koper en koperlegeringen — Naadloze, gewalste buizen met ribben voor warmtewisselaars |
— |
|
CEN |
EN 12516-1:2005 Industriële afsluiters — Ontwerpsterkte van de behuizing — Deel 1: Tabellarsische methode voor de behuizing van stalen afsluiters |
— |
|
EN 12516-1:2005/AC:2007 |
|
|
|
CEN |
EN 12516-2:2004 Industriële afsluiters — Ontwerpsterkte van de behuizing — Deel 2: Berekeningsmethode voor de behuizing van stalen afsluiters |
— |
|
CEN |
EN 12516-3:2002 Afsluiters — Ontwerpsterkte van de behuizing — Deel 3: Experimentele methode |
— |
|
EN 12516-3:2002/AC:2003 |
|
|
|
CEN |
EN 12516-4:2008 Industriële afsluiters — Ontwerpsterkte van de behuizing — Deel 4: Berekeningsmethode voor industriële afsluiters gefabriceerd in metalen anders dan staal |
— |
|
CEN |
EN 12542:2002 Niet-verplaatsbare, gelaste cilindrische stalen tanks voor LPG met een inhoud niet groter dan 13 m3, en voor bovengrondse installaties — Ontwerp en fabricage |
— |
|
EN 12542:2002/A1:2004 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.5.2005) |
|
CEN |
EN 12735-1:2001 Koper en koperlegeringen — Naadloze, ronde buizen voor luchtbehandeling en koeling — Deel 1: Buizen voor leidingsystemen |
— |
|
EN 12735-1:2001/A1:2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.10.2005) |
|
CEN |
EN 12735-2:2001 Koper en koperlegeringen — Naadloze, ronde buizen voor luchtbehandeling en koeling — Deel 2: Buizen voor apparaten |
— |
|
EN 12735-2:2001/A1:2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.10.2005) |
|
CEN |
EN 12778:2002 Kookgerei — Snelkookpannen voor huishoudelijk gebruik |
— |
|
CEN |
EN 12952-1:2001 Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 1: Algemeen |
— |
|
CEN |
EN 12952-2:2001 Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 2: Materialen voor onderdelen onder druk voor ketels en hulpstukken |
— |
|
CEN |
EN 12952-3:2001 Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 3: Ontwerp en berekening voor drukdelen |
— |
|
CEN |
EN 12952-5:2001 Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 5: Verwerking en constructie van drukdelen van de ketel |
— |
|
CEN |
EN 12952-6:2002 Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 6: Keuring tijdens de constructie, documentatie en merken van onderdelen onder druk voor ketels |
— |
|
CEN |
EN 12952-7:2002 Ketels met pijpen en hulpapparatuur — Deel 7: Eisen voor apparatuur voor de ketel |
— |
|
CEN |
EN 12952-8:2002 Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 8: Eisen voor stookinstallaties voor vloeibare en gasvormige brandstoffen voor ketels |
— |
|
CEN |
EN 12952-9:2002 Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 9: Eisen voor stookinstallaties voor verpoederde vaste brandstoffen voor de ketel |
— |
|
CEN |
EN 12952-10:2002 Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 10: Eisen voor beveiliging tegen overdruk |
— |
|
CEN |
EN 12952-11:2007 Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 11: Eisen voor begrenzingsinrichtingen voor de ketels en toebehoren |
— |
|
CEN |
EN 12952-14:2004 Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 14: Eisen voor rookgas DENOX-systemen met gebruik van vloeibare onder druk staande ammoniak- en ammoniawateroplossing |
— |
|
CEN |
EN 12952-16:2002 Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 16: Eisen voor wervelbed- en roosterstookinstallaties voor vaste brandstoffen voor de ketel |
— |
|
CEN |
EN 12953-1:2002 Vlampijpketels — Deel 1: Algemeen |
— |
|
CEN |
EN 12953-2:2002 Vlampijpketels — Deel 2: Materialen voor drukdelen voor ketels en hulpstukken |
— |
|
CEN |
EN 12953-3:2002 Vlampijpketels — Deel 3: Ontwerp en berekening voor drukonderdelen |
— |
|
CEN |
EN 12953-4:2002 Vlampijpketels — Deel 4: Vakmanschap en constructie van drukdelen voor ketels |
— |
|
CEN |
EN 12953-5:2002 Vlampijpketels — Deel 5: Inspectie gedurende constructie, documentatie en merken van drukdelen voor ketels |
— |
|
CEN |
EN 12953-6:2002 Vlampijpketels — Deel 6: Eisen voor uitrusting voor de ketels |
— |
|
CEN |
EN 12953-7:2002 Vlampijpketels — Deel 7: Eisen voor stookinstallaties voor vloeibare en gasvormige brandstoffen voor ketels |
— |
|
CEN |
EN 12953-8:2001 Vlampijpketels — Deel 8: Eisen voor beveiligingen tegen overdruk |
— |
|
CEN |
EN 12953-9:2007 Vlampijpketels — Deel 9: Eisen voor begrenzingsinrichtingen en toebehoren |
— |
|
CEN |
EN 12953-12:2003 Vlampijpketels — Deel 12: Eisen voor roosterstookinstallaties voor vaste brandstoffen voor de ketel |
— |
|
CEN |
EN 13121-1:2003 Bovengrondse tanks en vaten van met glasvezel versterkte kunststoffen (GVK) — Deel 1: Ruwe materialen — Specifieke voorwaarden en gebruiksvoorwaarden |
— |
|
CEN |
EN 13121-2:2003 Bovengrondse tanks en vaten van met glasvezel versterkte kunststoffen (GVK) — Deel 2: Samengestelde materialen — Chemische weerstand |
— |
|
CEN |
EN 13133:2000 Hardsolderen — Kwalificeren van de soldeerder |
— |
|
CEN |
EN 13134:2000 Hardsolderen — Goedkeuring van de procedure |
— |
|
CEN |
EN 13136:2001 Koelsystemen en warmtepompen — Overdrukbeveiligingen en hun bijbehorende leidingen — Berekeningsmethode |
— |
|
EN 13136:2001/A1:2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
CEN |
EN 13175:2003+A2:2007 LPG materieel en toebehoren — Specificaties en beproeving van LPG tankafsluiters en hulpstukken |
EN 13175:2003 |
Datum verstreken (30.9.2007) |
CEN |
EN 13348:2001 Koper en koperlegeringen — Naadloze, ronde koperen buizen voor medische gassen of vacuum |
— |
|
EN 13348:2001/A1:2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.10.2005) |
|
CEN |
EN 13371:2001 Cryogene vaten — Koppelingen voor cryogeen gebruik |
— |
|
CEN |
EN 13397:2001 Industriële afsluiters — Membraanafsluiters gemaakt van metalen |
— |
|
CEN |
EN 13445-1:2002 Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 1: Algemeen |
— |
|
EN 13445-1:2002/A1:2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2007) |
|
EN 13445-1:2002/A2:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.6.2007) |
|
EN 13445-1:2002/A3:2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (29.2.2008) |
|
CEN |
EN 13445-2:2002 Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 2: Materialen |
— |
|
EN 13445-2:2002/A1:2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2007) |
|
EN 13445-2:2002/A2:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.6.2007) |
|
CEN |
EN 13445-3:2002 Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 3: Ontwerp |
— |
|
EN 13445-3:2002/A1:2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2007) |
|
EN 13445-3:2002/A2:2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.10.2007) |
|
EN 13445-3:2002/A3:2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.10.2007) |
|
EN 13445-3:2002/A4:2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.1.2006) |
|
EN 13445-3:2002/A5:2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (15.8.2006) |
|
EN 13445-3:2002/A6:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.8.2006) |
|
EN 13445-3:2002/A8:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.10.2006) |
|
EN 13445-3:2002/A10:2008 |
Noot 3 |
30.9.2008 |
|
EN 13445-3:2002/A11:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.6.2007) |
|
EN 13445-3:2002/A17:2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.4.2007) |
|
CEN |
EN 13445-4:2002 Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 4: Fabricage |
— |
|
EN 13445-4:2002/A2:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.6.2007) |
|
CEN |
EN 13445-5:2002 Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 5: Inspectie en beproeving |
— |
|
EN 13445-5:2002/A1:2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2007) |
|
EN 13445-5:2002/A2:2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
EN 13445-5:2002/A3:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.11.2006) |
|
EN 13445-5:2002/A4:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.6.2007) |
|
EN 13445-5:2002/A5:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (28.2.2007) |
|
CEN |
EN 13445-6:2002 Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 6: Eisen voor het ontwerp en de fabricage van drukvaten en vatonderdelen gemaakt van nodulair gietijzer |
— |
|
EN 13445-6:2002/A1:2004 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.10.2004) |
|
EN 13445-6:2002/A2:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.6.2007) |
|
CEN |
EN 13445-8:2006 Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 8: Aanvullende eisen voor drukvaten van aluminium of aluminiumlegeringen |
— |
|
CEN |
EN 13458-1:2002 Cryogene vaten — Vacuum geïsoleerde statische vaten — Deel 1: Fundamentele eisen |
— |
|
CEN |
EN 13458-2:2002 Cryogene vaten — Vacuüm geïsoleerde statische vaten — Deel 2: Ontwerp, fabricage, inspectie en beproeving |
— |
|
EN 13458-2:2002/AC:2006 |
|
|
|
CEN |
EN 13458-3:2003 Cryogene vaten — Vacuüm geïsoleerde statische vaten — Deel 3: Operationele eisen |
— |
|
EN 13458-3:2003/A1:2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
CEN |
EN 13480-1:2002 Metalen industriële leidingsystemen — Deel 1: Algemeen |
— |
|
EN 13480-1:2002/A1:2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
CEN |
EN 13480-2:2002 Metalen industriële leidingsystemen — Deel 2: Materialen |
— |
|
CEN |
EN 13480-3:2002 Metalen industriële leidingsystemen — Deel 3: Ontwerp en berekening |
— |
|
EN 13480-3:2002/A1:2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (28.2.2006) |
|
EN 13480-3:2002/A2:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.5.2007) |
|
CEN |
EN 13480-4:2002 Metalen industriële leidingsystemen — Deel 4: Fabricage en installatie |
— |
|
CEN |
EN 13480-5:2002 Metalen industriële leidingsystemen — Deel 5: Inspectie en beproeven |
— |
|
CEN |
EN 13480-6:2004 Metalen industriële leidingsystemen — Deel 6: Aanvullende eisen voor ondergrondse pijpleidingen |
— |
|
EN 13480-6:2004/A1:2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.6.2006) |
|
CEN |
EN 13480-8:2007 Metalen industriële leidingsystemen — Deel 8: Aanvullende eisen voor leidingen van aluminium en aluminiumlegeringen |
— |
|
CEN |
EN 13611:2007 Veiligheids- en regelinrichtingen voor gasbranders en gasverbruikstoestellen — Algemene eisen |
— |
|
CEN |
EN 13648-1:2002 Cryogene vaten — Veiligheidsvoorzieningen tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 1: Veiligheidskleppen voor cryogeen gebruik |
— |
|
CEN |
EN 13648-2:2002 Cryogene vaten — Veiligheidsvoorzieningen tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 2: Veiligheidvoorzieningen met een breekplaat voor cryogeen gebruik |
— |
|
CEN |
EN 13648-3:2002 Cryogene vaten — Veiligheidsvoorzieningen voor de bescherming tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 3: Bepaling van de benodigde afvoercapaciteit — Maten voor overdrukbeveiligingen |
— |
|
CEN |
EN 13709:2002 Industriële afsluiters — Stalen klepafsluiters en afsluitbare terugslagkleppen |
— |
|
CEN |
EN 13789:2002 Industriële afsluiters — Gietijzeren klepafsluiters |
— |
|
CEN |
EN 13799:2002 Inhoudsmeters voor LPG-tanks |
— |
|
EN 13799:2002/AC:2007 |
|
|
|
CEN |
EN 13835:2002 Gieterijtechniek — Austenitisch gietijzer |
— |
|
EN 13835:2002/A1:2006 |
|
|
|
CEN |
EN 13923:2005 Met vezel gewikkelde GVK drukvaten — Materialen, ontwerp, vervaardiging en beproeving |
— |
|
CEN |
EN 14071:2004 Drukontlastkleppen voor LPG-tanks — Aanvullende apparatuur |
— |
|
CEN |
EN 14075:2002 Niet-verplaatsbare, gelaste, stalen cilindrische tanks voor LPG met een inhoud niet groter dan 13 m3 en voor installatie ondergronds — Ontwerp en fabricage |
— |
|
EN 14075:2002/A1:2004 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.6.2005) |
|
CEN |
EN 14129:2004 Drukontlastkleppen voor LPG-tanks |
— |
|
CEN |
EN 14197-1:2003 Cryogene vaten — Niet-verplaatsbare niet-vacuüm geïsoleerde vaten — Deel 1: Basiseisen |
— |
|
CEN |
EN 14197-2:2003 Cryogene vaten — Niet-verplaatsbare niet-vacuüm geïsoleerde vaten — Deel 2: Ontwerp, fabricage, inspectie en beproeven |
— |
|
EN 14197-2:2003/A1:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (28.2.2007) |
|
EN 14197-2:2003/AC:2006 |
|
|
|
CEN |
EN 14197-3:2004 Cryogene vaten — Niet-verplaatsbare niet-vacuüm geïsoleerde vaten — Deel 3: Operationele eisen |
— |
|
EN 14197-3:2004/A1:2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
EN 14197-3:2004/AC:2004 |
|
|
|
CEN |
EN 14222:2003 Vlampijpketels van corrosievast staal |
— |
|
CEN |
EN 14276-1:2006 Drukapparatuur voor koelsystemen en warmtepompen — Deel 1: Drukvaten — Algemene eisen |
— |
|
CEN |
EN 14341:2006 Industriële afsluiters — Stalen terugslagkleppen |
— |
|
CEN |
EN 14359:2006 Met gas geladen accumulatoren voor hydraulische en pneumatische toepassingen |
— |
|
CEN |
EN 14382:2005 Veiligheidsvoorzieningen voor gasdrukregelstations en -installaties — Gasveiligheidsafsluiters voor inlaatdrukken tot 100 bar |
— |
|
CEN |
EN 14570:2005 Uitrusting voor bovengrondse en ondergrondse LPG-tanks |
— |
|
EN 14570:2005/A1:2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.8.2006) |
|
CEN |
EN 14585-1:2006 Gegolfde metalen slangassemblages voor toepassingen onder druk — Deel 1: Eisen |
— |
|
CEN |
EN ISO 15493:2003 Kunststofleidingsystemen voor industriële toepassingen — ABS, PVC-U en PVC-C — Specificaties voor onderdelen en leidingsystemen — Metrische reeks (ISO 15493:2003) |
— |
|
CEN |
EN ISO 15494:2003 Kunststofleidingsystemen voor industriële toepassingen — Polybuteen (PB), polyetheen (PE) en polypropeen (PP) — Specificaties voor onderdelen en leidingsystemen — Metrische reeks (ISO 15494:2003) |
— |
|
CEN |
EN ISO 15613:2004 Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Goedkeuring op basis van een lasproef voor aanvang van de productie (ISO 15613:2004) |
— |
|
CEN |
EN ISO 15614-1:2004 Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 1: Boog- en autogeenlassen van staal en booglassen van nikkel en nikkellegeringen (ISO 15614-1:2004) |
— |
|
EN ISO 15614-1:2004/A1:2008 |
Noot 3 |
31.8.2008 |
|
CEN |
EN ISO 15614-2:2005 Beschrijven en goedkeuren van lasmethodes voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 2: Booglassen van aluminium en zijn legeringen (ISO 15614-2:2005) |
— |
|
CEN |
EN ISO 15614-4:2005 Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 4: Reparatielassen van aluminiumgietstukken (ISO 15614-4:2005) |
— |
|
CEN |
EN ISO 15614-5:2004 Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 5: Booglassen van titanium, zirkoon en hun legeringen (ISO 15614-5:2004) |
— |
|
CEN |
EN ISO 15614-6:2006 Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 6: Booglassen van koper en zijn legeringen (ISO 15614-6:2006) |
— |
|
CEN |
EN ISO 15614-7:2007 Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 7: Deklaaglassen (ISO 15614-7:2007) |
— |
|
CEN |
EN ISO 15614-8:2002 Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 8: Lassen van pijpen aan pijp-plaatverbindingen (ISO 15614-8:2002) |
— |
|
CEN |
EN ISO 15614-11:2002 Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 11: Elektronenbundel- en laserlassen (ISO 15614-11:2002) |
— |
|
CEN |
EN ISO 15620:2000 Lassen — Wrijvingslassen van metalen (ISO 15620:2000) |
— |
|
CEN |
EN ISO 16135:2006 Industriële afsluiters — Kogelkranen van thermoplastische materialen (ISO 16135:2006) |
— |
|
CEN |
EN ISO 16136:2006 Industriële afsluiters — Vlinderkleppen van thermoplastische materialen (ISO 16136:2006) |
— |
|
CEN |
EN ISO 16137:2006 Industriële afsluiters — Terugslagkleppen van thermoplastische materialen (ISO 16137:2006) |
— |
|
CEN |
EN ISO 16138:2006 Industriële afsluiters — Membraanafsluiters van thermoplastische materialen (ISO 16138:2006) |
— |
|
CEN |
EN ISO 16139:2006 Industriële afsluiters — Schuifafsluiters van thermoplastische materialen (ISO 16139:2006) |
— |
|
CEN |
EN ISO 21787:2006 Industriële afsluiters — Klepafsluiters van thermoplastische materialen (ISO 21787:2006) |
— |
|
Noot 1 |
In het algemeen is de datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt, de door de Europese normalisatie-instituten vastgestelde datum van intrekking, maar gebruikers van de norm worden erop gewezen dat dit in bepaalde uitzonderlijke gevallen anders kan zijn. |
Noot 3 |
In het geval van wijzigingsbladen is de norm waarnaar verwezen wordt EN CCCCC:YYYY, de voorafgaande wijzigingsbladen, indien die er zijn, en het nieuw genoemde wijzigingsblad. De vervangen norm (kolom 4) bestaat daarom uit EN CCCCC:YYYY en de voorafgaande wijzigingsbladen, indien die er zijn, maar zonder het nieuw genoemde wijzigingsblad. Op genoemde datum eindigt het vermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen van de richtlijn van de vervangen norm. |
Waarschuwing:
— |
iedere informatie betreffende de beschikbaarheid van de normen kan verkregen worden ofwel bij de Europese normalisatie-instellingen ofwel bij de nationale normalisatie-instellingen waarvan de lijst een bijlage is bij de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) gewijzigd door Richtlijn 98/48/EG (3); |
— |
de publicatie van de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie houdt niet in dat de normen beschikbaar zijn in alle talen van de Gemeenschap; |
— |
deze lijst vervangt de vorige lijsten die in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd werden. De Commissie zal er zorg voor dragen dat de huidige lijst regelmatig wordt bijgewerkt. |
Meer informatie kunt u vinden op Europa:
http://ec.europa.eu/enterprise/newapproach/standardization/harmstds/
(1) ESO: Europese Normalisatie Organisatie:
— |
CEN: rue de Stassart 36, B-1050 Brussel, tel. (32-2) 550 08 11, fax (32-2) 550 08 19 (http://www.cen.eu) |
— |
CENELEC: rue de Stassart 35, B-1050 Brussel, tel. (32-2) 519 68 71, fax (32-2) 519 69 19 (http://www.cenelec.org) |
— |
ETSI: 650, route des Lucioles, F-06921 Sophia Antipolis, tel. (33) 492 94 42 00, fax (33) 493 65 47 16 (http://www.etsi.org). |
(2) PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.
(3) PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18.
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/42 |
Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad
Het opleggen van openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen Ostrava (OSR) en Brussel (BRU)
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/C 111/11)
1. |
Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes heeft Tsjechië openbaredienstverplichtingen opgelegd met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen de luchthavens van Ostrava (OSR) en Brussel (BRU). |
2. |
De volgende openbaredienstverplichtingen worden opgelegd:
|
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/43 |
Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad
Het opleggen van openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen Ostrava (OSR) en Amsterdam (AMS)
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/C 111/12)
1. |
Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes heeft Tsjechië openbaredienstverplichtingen opgelegd met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen de luchthavens van Ostrava (OSR) en Amsterdam (AMS). |
2. |
De volgende openbaredienstverplichtingen worden opgelegd:
|
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/44 |
Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad
Het opleggen van openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen Ostrava (OSR) en Londen (LTN)
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/C 111/13)
1. |
Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes heeft Tsjechië openbaredienstverplichtingen opgelegd met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen de luchthavens van Ostrava (OSR) en Londen (LTN). |
2. |
De volgende openbaredienstverplichtingen worden opgelegd:
|
V Bekendmakingen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Commissie
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/45 |
Uitnodiging tot het indienen van voorstellen in het kader van het werkprogramma „Capaciteiten” van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebiedvan onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie
(2008/C 111/14)
Hierbij wordt kennis gegeven van de lancering van een uitnodiging tot het indienen van voorstellen in het kader van het werkprogramma „Capaciteiten” van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007 tot 2013).
Er worden voorstellen ingewacht voor de volgende uitnodiging.
Specifiek programma „Capaciteiten”:
Deel |
: |
Onderzoeksinfrastructuren |
Identificatiecode van de uitnodiging |
: |
FP7-INFRASTRUCTURES-2008-2 |
Deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op het bij Besluit C(2007) 5759 van de Commissie van 29 november 2007 aangenomen werkprogramma.
Informatie over het budget, de termijnen en de uitvoeringsregels betreffende de uitnodiging, het werkprogramma en de leidraad voor de indiening van voorstellen is beschikbaar via de CORDIS-website: http://cordis.europa.eu/fp7/calls/
Europees Milieuagentschap
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/46 |
Oproep tot het indienen van blijken van belangstelling (2008) voor deskundigen voor het lidmaatschap van het Wetenschappelijk Comité van het Europees Milieuagentschap (EMA)
(2008/C 111/15)
Het Europees Milieuagentschap
Het hoofddoel van het Europees Milieuagentschap (EMA) is duurzame ontwikkeling te ondersteunen en bij te dragen tot significante, meetbare verbeteringen van het milieu in Europa door het verstrekken van tijdige, doelgerichte, relevante en betrouwbare informatie aan beleidsmakers en burgers.
Het EMA verzamelt en verspreidt gegevens en informatie via het Europees Informatie- en Observatienetwerk (Eionet). Eionet is een samenwerkingsverband van het EMA en zijn 32 lidstaten. Het netwerk verbindt national focal points (NFP's) in de EU en andere samenwerkende landen, Europese thematische centra (European topic centres — ETC's), nationale contactpunten (national reference centres — NRC's) en deskundigen van de Commissie.
De werkzaamheden van het EMA omvatten onder meer het verzamelen en analyseren van gemeenschappelijke milieugegevens die afkomstig zijn van de diensten van de Europese Commissie, de EMA-lidstaten, internationale organisaties, conventies en overeenkomsten, het geven van beleidsrelevante adviezen en het beschikbaar stellen van deze informatie aan een breed publiek.
Het EMA organiseert deze oproep (EEA/SC/2008/001-014) voor de benoeming van negen leden van het Wetenschappelijk Comité met deskundigheid op de beleidsterreinen die onder deze oproep vallen.
De rol van het Wetenschappelijk Comité van het EMA
Het Wetenschappelijk Comité (SC) staat de raad van bestuur en de directeur van het EMA bij met wetenschappelijk en professioneel advies over alle wetenschappelijke vraagstukken op de werkterreinen van het EMA.
Dit Wetenschappelijk Comité van het EMA werd opgericht volgens artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad van 7 mei 1990 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie en -informatienetwerk (Eionet). De belangrijkste taak van het Wetenschappelijk Comité bestaat in het verstrekken van adviezen over de jaarlijkse en meerjarenwerkprogramma's van het Agentschap, over de werving van wetenschappelijke medewerkers en over elke wetenschappelijke aangelegenheid die met de werkzaamheden van het EMA verband houdt.
Reikwijdte van de oproep
De onderstaande onderwerpen worden gezien als belangrijke werkterreinen van het Wetenschappelijk Comité van het EMA:
1. |
atmosferische processen, luchtvervuiling, strategieën ter beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering; |
2. |
biodiversiteit; |
3. |
bedrijfsleven en milieubewust ondernemerschap; |
4. |
ecologische economie; |
5. |
energie (incl. beperkings- en aanpassingsstrategieën); |
6. |
geschiedenis van het milieu; |
7. |
europese en internationale milieuwetgeving; |
8. |
zoetwater (incl. grondwater); |
9. |
geïntegreerde milieubeoordeling en -indicatoren; |
10. |
ruimtelijke ordening en beheer van natuurlijke hulpbronnen; |
11. |
landbouw; |
12. |
ecosystemen op aarde, incl. bodem, bossen, graslanden; |
13. |
moderne technologieën (incl. nanotechnologieën, GGO, etc.); |
14. |
transport en milieu. |
Samenstelling van het Wetenschappelijk Comité van het EMA
Het Wetenschappelijk Comité van het EMA bestaat uit onafhankelijke, uit de 32 lidstaten van het EMA afkomstige wetenschappers, die alle voor de werkterreinen van het Agentschap relevante milieusectoren bestrijken. De leden van het Wetenschappelijk Comité worden geworven via een open sollicitatieprocedure.
De voorzitter en de twee vice-voorzitters worden uit de leden van het Wetenschappelijk Comité gekozen.
Het Wetenschappelijk Comité bestaat uit maximaal 20 deskundigen.
Het wordt op prijs gesteld als de deskundigen in het comité niet alleen een grondige kennis hebben van hun specialisatie, maar ook van een of meer milieuvakgebieden, waardoor binnen het comité een zo breed mogelijk scala aan disciplines vertegenwoordigd is.
Deelname aan vergaderingen
De leden van het Wetenschappelijk Comité dienen regelmatig aan de vergaderingen van het comité deel te nemen — ten minste drie keer per jaar. Vergaderingen van het Wetenschappelijk Comité worden doorgaans in het kantoorgebouw van het EMA in Kopenhagen gehouden.
De leden van het Wetenschappelijk Comité krijgen geen salaris, maar hebben recht op een onkostenvergoeding voor elke volledige vergaderdag. Zij ontvangen ook een reiskosten- en dagvergoeding in overeenstemming met het beleid van het Agentschap voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten.
De voorzitter en rapporteurs hebben recht op een vergoeding ter dekking van aan de coördinatie van ontwerpadviezen verbonden kosten.
Voorwaarden
Kandidaten dienen:
— |
een universitaire opleiding te hebben afgerond op een relevant wetenschappelijk gebied, bij voorkeur afgesloten met een proefschrift; |
— |
ten minste 10 jaar beroepservaring te hebben opgedaan op een niveau dat aansluit op genoemde kwalificatie; |
— |
onderdaan te zijn van een van de bij het EMA aangesloten landen (lidstaten van de Europese Unie plus IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitserland en Turkije). |
Selectiecriteria
Sollicitaties van kandidaten die aan de voorwaarden voldoen, zullen worden getoetst aan de hand van de volgende criteria:
— |
ervaring met de uitvoering van wetenschappelijke analyses en/of verstrekking van wetenschappelijk advies op de vereiste vakgebieden en specialisaties; |
— |
ervaring met intercollegiale toetsing van wetenschappelijk werk en publicaties, bij voorkeur op de vakgebieden van het EMA; |
— |
het vermogen om complexe informatie en dossiers te analyseren en om ontwerpen van wetenschappelijke adviezen en verslagen op te stellen; |
— |
bekwaamheid op het gebied van kwaliteitsborging; |
— |
aantoonbare wetenschappelijke prestaties op topniveau op het door de sollicitant bestreken gebied; |
— |
beroepservaring in een multidisciplinaire omgeving, bij voorkeur in internationaal verband; |
— |
goede kennis van het Engels is een pre, aangezien dit de werktaal binnen het comité is; vaardigheid in de omgang met moderne, elektronische middelen voor uitwisseling van documenten en voor communicatie strekt tot aanbeveling, gezien het voornemen van het Agentschap om hier optimaal gebruik van te maken. |
De uitvoerend directeur kan voor de evaluatie van de beroepservaring van de kandidaten een beroep doen op een panel van deskundigen.
Benoeming, mandaat en reservelijst
De deskundigen die het meest aan bovenstaande criteria voldoen, zullen worden benoemd voor een periode van vier jaar, die eenmaal met maximaal vier jaar kan worden verlengd.
Deskundigen die voldoen aan de voorwaarden voor lidmaatschap maar niet worden benoemd, zullen op een reservelijst worden geplaatst. De reservelijst kan worden gebruikt voor vergelijkbare werkzaamheden en blijft geldig tot [bijv.] 31 december 2010 (verlenging is mogelijk) voor een periode van 2 jaar. De geldigheidsperiode van de reservelijst kan worden verlengd.
Onafhankelijkheid en belangenverklaringen
De geselecteerde deskundigen zullen op persoonlijke titel worden benoemd. Zij worden verzocht een verbintenisverklaring te tekenen en jaarlijks een verklaring te ondertekenen omtrent eventuele belangen die afbreuk zouden kunnen doen aan hun onafhankelijkheid.
Gelijke kansen
Het EMA is een „gelijkekansenwerkgever” en waakt zorgvuldig voor elke vorm van discriminatie.
Sollicitatieprocedure
Geïnteresseerden dienen hun belangstelling kenbaar te maken door het onlinesollicitatieformulier en het CV in te vullen die onder elk van de onderstaande links te vinden zijn.
Het CV dient een lijst te bevatten met wetenschappelijke publicaties van de sollicitant, bij voorkeur in het Engels gesteld, evenals overige beroepservaring.
Naast hun specialisatie dienen kandidaten ook hun overige kennisgebieden aan te geven; hierdoor kan het EMA betere ondersteuning bieden op zijn horizontale en thematische werkterreinen.
Toepasselijke procedureregels van het Wetenschappelijk Comité van het EMA zijn ook te vinden onder de volgende link:
http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/sc-rules-procedure.pdf
(Engelstalig document)
Houd bij sollicitatie via het onlinesollicitatieformulier rekening met de volgende punten:
1. |
houd bij het opsturen van uw sollicitatie rekening met tijdzones; |
2. |
nadat u uw sollicitatie hebt verzonden, ontvangt u een automatisch antwoord; |
3. |
het is uw verantwoordelijkheid de automatische antwoordmail te bewaren als bewijs van uw sollicitatie; |
4. |
verzend uw sollicitatie opnieuw als u geen automatisch antwoord ontvangt. |
Het EMA stimuleert indiening van sollicitaties via het onlinesollicitatieformulier.
Via de post verzonden sollicitaties worden eveneens geaccepteerd, op voorwaarde dat de sollicitanten duidelijk op de envelop vermelden voor welk expertisegebied ze in aanmerking willen komen.
Onlinesollicitatieformulieren (Engels) en CV's (Engels) voor de verschillende gebieden zijn te vinden onder de volgende links:
|
Gebied 1: Atmosferische processen, luchtvervuiling, strategieën ter beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area1 |
|
Gebied 2: Biodiversiteit http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area2 |
|
Gebied 3: Bedrijfsleven & milieubewust ondernemerschap http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area3 |
|
Gebied 4: Ecologische economie http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area4 |
|
Gebied 5: Energie (incl. beperkings- en aanpassingsstrategieën) http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area5 |
|
Gebied 6: Geschiedenis van het milieu http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area6 |
|
Gebied 7: Europese & internationale milieuwetgeving http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area7 |
|
Gebied 8: Zoetwater (incl. grondwater) http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area8 |
|
Gebied 9: Geïntegreerde milieubeoordeling en -indicatoren http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area9 |
|
Gebied 10: Ruimtelijke ordening en beheer van natuurlijke hulpbronnen http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area10 |
|
Gebied 11: Landbouw http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area11 |
|
Gebied 12: Ecosystemen op aarde, incl. bodem, bossen, graslanden http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area12 |
|
Gebied 13: Moderne technologieën (incl. nanotechnologieën, GGO, etc.) http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area13 |
|
Gebied 14: Transport en milieu http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area14 |
Sollicitaties per post dienen naar het volgende adres te worden gezonden:
Personnel management group |
Scientific Committee Call 2008 — area (a.u.b. nummer 1-14 invullen) |
Europees Milieuagentschap |
Kongens Nytorv 6 |
DK-1050 Kopenhagen K |
De kandidaten wordt vriendelijk verzocht eventuele vragen over deze oproep te richten aan het volgende e-mailadres:
sc.call08-questions@eea.europa.eu
Bewijsstukken kunnen in een later stadium van de procedure worden verlangd.
Alle blijken van belangstelling worden vertrouwelijk behandeld.
De blijken van belangstelling zullen door het EMA niet aan de kandidaten worden teruggezonden. De persoonlijke informatie die het EMA van kandidaten vraagt, zal worden verwerkt in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens. De persoonsgegevens die de kandidaten overleggen, worden verwerkt in verband met de behandeling van de blijken van belangstelling met het oog op een mogelijke voorselectie, selectie en benoeming van leden van het Wetenschappelijk Comité van het EMA.
Sluitingsdatum
Blijken van belangstelling moeten uiterlijk 30 juni 2008 via het speciale onlinesollicitatieformulier (12.00 uur, Midden-Europese tijd) of per post (de datum van het poststempel dient als bewijs) naar het bovenstaande adres worden gezonden.
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK
Commissie
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/50 |
Bericht van het naderende vervallen van bepaalde anti-dumpingmaatregelen
(2008/C 111/16)
1. |
De Commissie deelt mede dat, tenzij volgens onderstaande procedure een herzieningsonderzoek wordt geopend, de hierna vermelde anti-dumpingmaatregelen op de in de onderstaande tabel vermelde data zullen vervallen ingevolge artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 inzake beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1). |
2. Procedure
De producenten in de Gemeenschap kunnen een schriftelijk verzoek om een herzieningsonderzoek indienen. Dit verzoek dient voldoende bewijs te bevatten dat het vervallen van de maatregelen vermoedelijk voortzetting of herhaling van de invoer met dumping en daaruit voortvloeiende schade ten gevolge zou hebben.
Indien de Commissie besluit de betrokken maatregelen aan een herzieningsonderzoek te onderwerpen, dan zullen de importeurs, de exporteurs, de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in de Gemeenschap in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om een herzieningsonderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen of daarop commentaar te leveren.
3. Termijn
De communautaire producenten kunnen overeenkomstig voornoemde basis, bij de Europese Commissie, Directoraat-Generaal Handel (Eenheid H-1), J-79 4/23, B-1049 Brussel (2), een schriftelijk verzoek om een herzieningsonderzoek indienen vanaf de datum van publikatie van dit bericht, doch uiterlijk drie maanden voor de in onderstaande tabel vermelde datum.
4. |
Dit bericht wordt gepubliceerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96. |
Product |
Land(en) van oorsprong of van uitvoer |
Maatregel |
Referentie |
Vervaldatum |
Furfurylalcohol |
Volksrepubliek China |
Antidumpingrecht |
Verordening (EG) nr. 1905/2003 van de Raad (PB L 283 van 31.10.2003, blz. 1) |
1.11.2008 |
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).
(2) Fax (32-2) 295 65 05.
ANDERE BESLUITEN
Commissie
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/51 |
Bekendmaking van een wijzigingsverzoek overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
(2008/C 111/17)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen het wijzigingsverzoek. Bezwaarschriften moeten binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking bij de Commissie worden ingediend.
WIJZIGINGSVERZOEK
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
Wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 9
„GORGONZOLA”
EG-nummer: IT/PDO/117/0010/12.04.2002
BGA
BOB
1. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft
— |
|
Benaming van het product |
— |
|
Beschrijving van het product |
— |
|
Geografisch gebied |
— |
|
Bewijs van de oorsprong |
— |
|
Werkwijze voor het verkrijgen van het product |
— |
|
Verband |
— |
|
Etikettering |
— |
|
Nationale eisen |
— |
|
Overige |
2. Aard van de wijziging
— |
|
Wijziging van het enige document of van de samenvatting |
— |
|
Wijziging van het productdossier van de geregistreerde BOB of BGA waarvoor noch het enige document, noch de samenvatting gepubliceerd zijn |
— |
|
Wijziging van het productdossier waarvoor geen wijzigingen van het gepubliceerde enige document vereist zijn (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006) |
— |
|
Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006) |
3. Wijziging(en)
Beschrijving van het product
In het bestaande productdossier is een gewicht tussen 6 en 13 kg aangegeven, zonder specificatie van de organoleptische kenmerken voor de diverse grootteklassen van het eindproduct.
Met het oog op een betere productinformatie voor de consument worden de organoleptische kenmerken nu per grootteklasse aangegeven:
— |
„grote” kaas, met een gewicht tussen 10 en 13 kg, een zachte of licht pikante smaak en een minimale rijpingsduur van 50 dagen; |
— |
„middelgrote” kaas, met een gewicht tussen 9 en 12 kg, een uitgesproken pikante smaak en een minimale rijpingsduur van 80 dagen; |
— |
„kleine” kaas, met een gewicht tussen 6 en 8 kg, een uitgesproken pikante smaak en een minimale rijpingsduur van 60 dagen. |
Voorts worden de afmetingen van de rand en de diameter van de kaas als volgt aangepast aan de reële productieomstandigheden:
— |
rechte rand met een hoogte van minimaal 13 cm; |
— |
diameter tussen 20 en 32 cm. |
Ten slotte wordt het met het oog op een goede informatie van de consument nuttig geacht expliciet te vermelden dat de korst niet eetbaar is, en de „roodachtige” kleur te vervangen door „roze”, omdat dit het uitzicht van het product beter weergeeft.
Geografisch gebied
Het gebied wordt uitgebreid met de provincie Varese, die bij de registratie niet was opgenomen, ondanks het feit dat het gebied de vereiste (historisch gedocumenteerde) kwaliteiten bezat en dezelfde klimaat- en bodemkenmerken als het afgebakende gebied, en dat het kaas produceerde met dezelfde eigenschappen als die waarvoor de erkenning als Gorgonzola werd verleend.
De namenlijst van de betrokken provincies wordt aangepast. Het gaat hier niet om een wijziging, aangezien de nieuwe administratieve afbakening geen verandering van het in Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie van 12 juni 1996 betreffende de registratie van de BOB Gorgonzola bedoelde gebied inhoudt; het gaat uitsluitend om een naamsverandering.
In de tekst worden derhalve de volgende provincies toegevoegd, hoewel hun grondgebied reeds deel uitmaakte van het in Verordening (EG) nr. 1107/96 bedoelde productiegebied:
|
Biella, waarvan het grondgebied reeds deel uitmaakte van de provincie Vercelli; |
|
Lecco, Lodi en Monza, waarvan het grondgebied reeds deel uitmaakte van de provincie Milano; |
|
Verbano-Cusio-Ossola, waarvan het grondgebied reeds deel uitmaakte van de provincie Novara. |
Bewijs van de oorsprong
In het productdossier is een paragraaf met betrekking tot de oorsprong ingevoegd; voor producten als Gorgonzola, die op grond van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 2081/92 van de Raad zijn geregistreerd, was hier nog niet in voorzien.
Werkwijze voor het verkrijgen van het product
Aangezien in het huidige productdossier niet is aangegeven of rauwe dan wel gepasteuriseerde melk moet worden gebruikt, wordt het nuttig geacht (mede met het oog op een adequate controle) te preciseren dat gepasteuriseerde volle koemelk moet worden gebruikt. Dit is bij de bereiding van Gorgonzola trouwens altijd het geval geweest.
Voorts wordt in het productdossier nu ook vermeld dat na de pasteurisatie van de volle koemelk melkfermenten, penicillinesporen en geselecteerde gisten worden toegevoegd.
Door het gebruik van melkfermenten als startcultuur voor de verzuring ontstaan de typische gaten die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van penicillium en van het klassieke blauwgroen gemarmerde uitzicht. Hiermee wil men vermijden dat gaten ontstaan door het mengen van de kaasmassa, waarbij de ontwikkeling van penicillium in de hand wordt gewerkt, maar tegelijk gevaar voor besmetting met listeria ontstaat.
In plaats van de in het productdossier vastgestelde algemene rijpingsduur van 2 tot 3 maanden aan te houden, wordt het nuttig geacht de rijpingstijd per productsoort vast te stellen.
De in het productdossier op 32 °C vastgestelde maximumtemperatuur voor de coagulatie van de melk wordt op 36 °C gebracht om de eigenschappen van de Gorgonzola te behouden. Bijgevolg is ook de maximumtemperatuur van het droogzouten verhoogd, van 20 °C tot 24 °C.
Voorts zijn de in het productdossier vermelde temperatuurwaarden voor de rijpingsruimten verlaagd van 5-8 °C tot 2-7 °C, wat in de lijn ligt van de andere vereiste aanpassingen om de biochemische reacties van de rijping te vertragen en te voorkomen dat de producten een te uitgesproken smaak krijgen.
Nieuw is de vermelding van het relatieve procentuele vochtgehalte (85-99 %); dit kwam niet voor in het productdossier op grond waarvan de oorsprongsbenaming is toegekend, maar is desalniettemin een uiterst belangrijke waarde.
De paragraaf in het huidige productdossier met betrekking tot het aanbrengen van merktekens is geherformuleerd om te verduidelijken dat twee merktekens worden aangebracht, het eerste in het begin en het tweede (met gegaufreerde aluminiumfolie) wanneer de kaas voor consumptie wordt aangeboden, alsook om te preciseren dat deze merken pas worden aangebracht nadat de controlestructuur zich ervan heeft vergewist dat het product de in het productdossier vastgestelde organoleptische en kwalitatieve eigenschappen bezit.
Etikettering
Teneinde de consument bewust te laten kiezen, wordt voorzien in de mogelijkheid om op het etiket aan te geven of het een „zachte” of „pikante” soort betreft.
SAMENVATTING
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„GORGONZOLA”
EG-nummer: IT/PDO/117/0010/12.04.2002
BOB ( X ) BGA ( )
Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.
1. Bevoegde dienst van de lidstaat:
Naam: |
Ministero delle Politiche agricole alimentari e forestali — Dipartimento delle Politiche di sviluppo — Direzione generale per la Qualità dei prodotti agroalimentari |
||
Adres: |
|
||
Tel. |
(39) 06 481 99 68 |
||
Fax |
(39) 06 420 31 26 |
||
E-mail: |
qpa3@politicheagricole.gov.it |
2. Aanvragende groepering:
Naam: |
Consorzio per la tutela del formaggio Gorgonzola |
||
Adres: |
|
||
Tel. |
(39) 0321 62 66 13 |
||
Fax |
(39) 0321 39 09 36 |
||
E-mail: |
consorzio.gorgonzola@gorgonzola.it |
||
Samenstelling: |
Producenten/verwerkers ( X ) Andere ( ) |
3. Productcategorie:
Categorie 1.3 — Kaas
4. Productdossier:
(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)
4.1. Naam: „Gorgonzola”.
4.2. Beschrijving: Beschrijving: Gorgonzola is een zachte, vette kaas met een niet-gekookte kaasmassa, die uitsluitend uit volle koemelk wordt verkregen.
Het eindproduct moet de volgende kenmerken bezitten:
vorm: cylindrisch, met een vlakke onder- en bovenkant en een rechte hoge zijkant;
afmetingen: minimumhoogte van de rand 13 cm; diameter tussen 20 en 32 cm;
gewicht:
— |
grote kaas, zachte soort, met een zachte of licht pikante smaak: 10/13 kg; |
— |
middelgrote kaas, pikante soort, met een zeer pikante smaak: 9/12 kg; |
— |
kleine kaas, pikante soort, met een uitgesproken pikante smaak: 6/8 kg; |
korst: grijs en/of roze van kleur, niet eetbaar;
kaasmassa: homogeen, wit of lichtgeel, met de typische blauwgroene marmering (als gevolg van de ontwikkeling van schimmels;
vetgehalte in de droge stof: ten minste 48 %.
4.3. Geografisch gebied: Het gebied voor de productie en de rijping omvat het hele grondgebied van de volgende provincies:
Bergamo, Biella, Brescia, Como, Cremona, Cuneo, Lecco, Lodi, Milano, Novara, Pavia, Varese, Verbano Cusio-Ossola, Vercelli;
Alessandria: alleen het grondgebied van de gemeenten Casale Monferrato, Villanova Monferrato, Balzola, Morano Po, Coniolo, Pontestura, Serralunga di Crea, Cereseto, Treville, Ozzano Monferrato, San Giorgio Monferrato, Sala Monferrato, Cellamonte, Rosignano Monferrato, Terruggia, Ottiglio, Frassinello Monferrato, Olivola, Vignale, Camagna, Conzano, Occimiano, Mirabello Monferrato, Giarole, Valenza, Pomaro Monferrato, Bozzole, Valmacca, Ticineto, Borgo San Martino en Frassineto Po.
4.4. Bewijs van de oorsprong: Elke afzonderlijke productiefase moet worden bewaakt door middel van registraties van de inkomende en uitgaande producten. De traceerbaarheid van het product wordt gewaarborgd door de bovenvermelde registraties, door middel van de inschrijving van de melkproducenten, kaasproducenten en rijpingsbedrijven op speciale lijsten die door de controlestructuur worden bijgehouden, alsmede aan de hand van de productieregisters en de aangiften van de geproduceerde hoeveelheden. De grondstof wordt in alle productiefasen nauwgezet gecontroleerd door het aangewezen controleorgaan. Alle natuurlijke of rechtspersonen die in deze lijsten zijn ingeschreven, worden door het controleorgaan gecontroleerd overeenkomstig het productdossier en het betrokken controleplan.
De BOB „Gorgonzola” wordt aangegeven door twee merktekens die moeten worden aangebracht in het productie- en rijpingsgebied, zodat het controleorgaan vooraf kan nagaan of het product de in punt 4.2 beschreven organoleptische en kwalitatieve kenmerken bezit.
Het betreft:
één merkteken dat reeds op de plaats van productie op de vlakke onder- en bovenkant wordt aangebracht en het identificatienummer van de kaasmakerij draagt. Hierbij moet gebruik worden gemaakt van de stempels die worden verdeeld door het „Consorzio di Tutela” (Raad van toezicht) in opdracht van het „Ministero delle politiche agricole alimentari e forestali”;
een ander merkteken dat wordt aangebracht wanneer het product de voor het ter consumptie aanbieden vereiste kenmerken bezit; het bestaat uit een gegaufreerde aluminiumfolie rond de hele of de halve kaas; in dit laatste geval wordt de kaas horizontaal doorgesneden zodat het eerste merkteken met het identificatienummer van de kaasmakerij goed zichtbaar blijft op de vlakke kant, en op de andere kant het op aluminium gedrukte gegaufreerde identificatiemerk verschijnt om de authenticiteit en de traceerbaarheid van het product te garanderen.
4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product:
Productie: „Gorgonzola” met beschermde oorsprongsbenaming wordt als volgt geproduceerd:
de uit het productiegebied afkomstige volle koemelk wordt gepasteuriseerd;
stremming: na de pasteurisatie van de volle koemelk worden melkfermenten, penicillinesporen en geselecteerde gisten toegevoegd; vervolgens wordt vloeibaar natuurlijk stremsel van kalveren toegevoegd bij een temperatuur van 28-36 °C;
de wrongel wordt in de vormen (fasceruoli) gelegd en op de vlakke onder- en bovenkant wordt het eerste merkteken met het identificatienummer van de kaasmakerij aangebracht;
vervolgens wordt de kaas gedurende een aantal dagen droog gezouten, bij een temperatuur van 18 tot 24 °C;
tijdens de rijping komen penicillinevariëteiten en -stammen tot ontwikkeling die typisch zijn voor „Gorgonzola” en de kaas het blauwgroen gemarmerde uitzicht geven.
Rijping: de minimale rijpingsduur bedraagt 50 dagen:
grote kaas, zachte soort, 10/13 kg, met een zachte of licht pikante smaak, minimale rijpingsduur: 50 dagen;
middelgrote kaas, pikante soort, 9/12 kg, met een uitgesproken pikante smaak, minimale rijpingsduur: 80 dagen;
grote kaas, pikante soort, 6/8 kg, met een uitgesproken pikante smaak, minimale rijpingsduur: 60 dagen.
Voor alle soorten vindt de rijping plaats in ruimten met een temperatuur tussen 2 en 7 °C en een vochtigheid van 85 tot 99 %.
Bij de rijping wordt de kaas meermaals doorprikt om de ontwikkeling van de voor „Gorgonzola” typische penicillinevariëteiten en -stammen te bevorderen (gemarmerd uitzicht).
Aan het eind van de rijpingsperiode gaat het controleorgaan na of het product de voor het ter consumptie aanbieden vereiste kenmerken bezit en wordt de gegaufreerde aluminiumfolie met het gegaufreerde identificatiemerk aangebracht.
4.6. Verband: De natuurlijke factoren houden verband met het klimaat in het productiegebied, dat zich uitstekend leent voor een overvloedige en hoogkwalitatieve productie van voedergewassen voor het melkvee, en dat zeer bevorderlijk is voor de ontwikkeling van microbiologische agentia die bepalend zijn voor de organoleptische kenmerken en de kleuring van de kaas.
Met betrekking tot de humane factoren moet worden gewezen op de zeer grote consumptie in het gebied zelf, met name doordat de kaas wordt gebruikt in diverse traditionele en voor het productiegebied typische bereidingen op basis van granen.
4.7. Controlestructuur:
Naam: |
CSQA — Certificazioni S.r.l. |
||
Adres: |
|
||
Tel. |
(39) 0445 36 60 94 |
||
Fax |
(39) 0445 38 26 72 |
||
E-mail: |
csqa@csqa.it |
De controlestructuur voldoet aan de in de EN-norm 45011 vastgestelde voorwaarden.
4.8. Etikettering: „Gorgonzola” moet de identificatiemerken van het „consorzio” dragen.
Bij „grote” kazen die de nodige eigenschappen bezitten om als „zacht” te worden omschreven, en „middelgrote” en „kleine” kazen die de nodige eigenschappen bezitten om als „pikant” te worden omschreven, mogen deze aanduidingen op het etiket naast of onder de benaming „Gorgonzola” in aanmerkelijk kleinere letters worden aangebracht.
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
Rectificaties
6.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 111/56 |
PROCES-VERBAAL VAN VERBETERING
van het Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, ondertekend te Lissabon, 13 december 2007
( Publicatieblad van de Europese Unie C 306 van 17.12.2007 )
(2008/C 111/18)
Deze verbetering werd uitgevoerd bij proces-verbaal van verbetering dat op 30 april 2008 te Rome werd ondertekend en waarvan de regering van de Italiaanse Republiek depositaris is.
A. WIJZIGINGEN VAN HET VERDRAG VAN LISSABON TOT WIJZIGING VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE EN HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP
1) |
Bladzijde 4, preambule, onder „DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK BULGARIJE” In plaats van: „Ivailo KALFIN Viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken”; lezen: „Ivailo KALFIN Vice-minister-president en minister van Buitenlandse Zaken”. |
2) |
Bladzijde 6, preambule, onder „DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK” In plaats van: „Massimo D'ALEMA Vicepresident van de Raad van ministers en minister van Buitenlandse Zaken”; lezen: „Massimo D'ALEMA Vice-president van de Raad van ministers en minister van Buitenlandse Zaken”. |
3) |
Bladzijde 7, preambule, onder „HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN” In plaats van: „Dr. J.P. BALKENENDE Eerste minister”; lezen: „Dr. J.P. BALKENENDE Minister-President, Minister van Algemene Zaken”. |
4) |
Bladzijde 10, artikel 1, punt 2, onder b) In plaats van: „… Deze twee Verdragen hebben dezelfde rechtskracht …”; lezen: „… Deze twee Verdragen hebben dezelfde juridische waarde …”. |
5) |
Bladzijde 13, artikel 1, punt 8 In plaats van:
lezen:
|
6) |
Bladzijde 19, artikel 1, punt 17, ad artikel 9 C, lid 6, eerste alinea, en lid 9 In plaats van: „… overeenkomstig artikel 201 ter, van het Verdrag …”; lezen: „… overeenkomstig artikel 201 ter van het Verdrag …”. |
7) |
Bladzijde 19, artikel 1, punt 17, ad artikel 9 C, lid 6, tweede alinea, tweede zin In plaats van: „De Raad Algemene Zaken bereidt in samenspraak met de voorzitter van de Europese Raad en de Commissie de bijeenkomsten van de Europese Raad voor en volgt deze op.”; lezen: „De Raad Algemene Zaken bereidt de bijeenkomsten van de Europese Raad voor en volgt deze op, in samenspraak met de voorzitter van de Europese Raad en de Commissie.”. |
8) |
Bladzijde 20, artikel 1, punt 18, ad artikel 9 D, lid 5, tweede alinea, tweede zin In plaats van: „… Dit systeem wordt door de Europese Raad met eenparigheid van stemmen vastgesteld overeenkomstig artikel 211 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.”; lezen: „… Dit systeem wordt door de Europese Raad met eenparigheid van stemmen vastgesteld overeenkomstig artikel 211 bis van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.”. |
9) |
Bladzijde 20, artikel 1, punt 18, ad artikel 9 D, lid 7, eerste alinea, eerste zin In plaats van: „… passende raadpleging …”; lezen: „… passende raadpleging en …”. |
10) |
Bladzijde 21, artikel 1, punt 18, ad artikel 9 D, lid 8, tweede zin In plaats van: „Het Europees Parlement kan overeenkomstig 201 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie …”; lezen: „Het Europees Parlement kan overeenkomstig artikel 201 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie …”. |
11) |
Bladzijde 22, artikel 1, punt 21 In plaats van: „De bepalingen van titel IV worden opgenomen in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, zoals gewijzigd.”; lezen: „De bepalingen van titel IV worden opgenomen in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, zoals elders gewijzigd.”. |
12) |
Bladzijde 24, artikel 1, punt 24, ad artikel 10 A, lid 2, onder g) In plaats van:
lezen:
|
13) |
Bladzijde 25, artikel 1, punt 27, onder a), ad artikel 11, lid 1, tweede alinea, derde zin In plaats van: „Wetgevingshandelingen kunnen in dezen niet worden vastgesteld.”; lezen: „Wetgevingshandelingen kunnen niet worden vastgesteld.”. |
14) |
Bladzijde 26, artikel 1, punt 27, onder b), i), ad artikel 11, lid 2 In plaats van: „… de eerste alinea wordt als volgt aangevuld …”; lezen: „… de eerste alinea wordt aan het einde als volgt aangevuld …”. |
15) |
Bladzijde 26, artikel 1, punt 29, onder a), ad artikel 13 In plaats van: „in lid 1 wordt „… stelt de beginselen en de algemene richtsnoeren voor …”;” lezen: „in lid 1 wordt „… stelt de beginselen van en de algemene richtsnoeren voor …”.” |
16) |
Bladzijde 28, artikel 1, punt 33, onder a), ad artikel 15 bis, lid 1 In plaats van: „in lid 1 worden de woorden „Iedere lidstaat of de Commissie kan … aan de Raad voorleggen …” vervangen door „Iedere lidstaat, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse zaken en Veiligheidsbeleid, of de hoge vertegenwoordiger met de steun van de Commissie, kan … aan de Raad voorleggen …” en de woorden „…voorstellen voorleggen …” door „voorstellen indienen respectievelijk initiatieven voorleggen.”;” lezen: „in lid 1 worden de woorden „Iedere lidstaat of de Commissie kan de Raad” vervangen door „Iedere lidstaat, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, of de hoge vertegenwoordiger met de steun van de Commissie, kan”, worden de woorden „aan de Raad” ingevoegd voor „voorleggen” en aan het einde van lid 1 worden de woorden „… respectievelijk initiatieven voorleggen.” toegevoegd.”. |
17) |
Bladzijde 28, artikel 1, punt 34, onder a), ad artikel 15 ter, lid 1 In plaats van: „In het kader van dit artikel worden besluiten door de Europese Raad en de Raad met eenparigheid van stemmen genomen, tenzij in dit hoofdstuk anders is bepaald. Wetgevingshandelingen kunnen in dezen niet worden vastgesteld.”; lezen: „In het kader van dit hoofdstuk worden besluiten door de Europese Raad en de Raad met eenparigheid van stemmen genomen, tenzij in dit hoofdstuk anders is bepaald. Wetgevingshandelingen kunnen niet worden vastgesteld.”. |
18) |
Bladzijde 34, artikel 1, punt 49, onder c), ad artikel 28 bis, lid 3, tweede alinea In plaats van: „De lidstaten verbinden zich ertoe hun militaire vermogens geleidelijk te verbeteren. Er wordt een agentschap op het gebied van de ontwikkeling van defensievermogens, onderzoek, aankopen en bewapening (hierna genoemd: „het Europees Defensieagentschap”) opgericht, dat de operationele behoeften bepaalt, maatregelen bevordert om in die behoeften te voorzien, bijdraagt tot de vaststelling en, in voorkomend geval, tot de uitvoering van alle nuttige maatregelen om de industriële en technologische basis van de defensiesector te versterken, deelneemt aan het bepalen van een Europees beleid inzake vermogens en bewapening, en de Raad bijstaat om de verbetering van de militaire vermogens te evalueren.”; lezen: „De lidstaten verbinden zich ertoe hun militaire vermogens geleidelijk te verbeteren. Het Agentschap op het gebied van de ontwikkeling van defensievermogens, onderzoek, aankopen en bewapening (hierna genoemd: „het Europees Defensieagentschap”) bepaalt de operationele behoeften, bevordert maatregelen om in die behoeften te voorzien, draagt bij tot de vaststelling en, in voorkomend geval, tot de uitvoering van alle nuttige maatregelen om de industriële en technologische basis van de defensiesector te versterken, neemt deel aan het bepalen van een Europees beleid inzake vermogens en bewapening, en staat de Raad bij om de verbetering van de militaire vermogens te evalueren.”. |
19) |
Bladzijde 39, artikel 1, punt 56, ad artikel 48, lid 7, eerste alinea In plaats van: „7. Indien het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of titel V van het onderhavige Verdrag voorschrijft …”; lezen: „7. Indien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of titel V van het onderhavige Verdrag voorschrijft …”. |
20) |
Bladzijde 40, artikel 1, punt 57, onder a), ad artikel 49, eerste alinea In plaats van: „… vervangen door „… die de in artikel 1 bis bedoelde waarden eerbiedigt en zich ertoe verbindt deze uit te dragen, kan verzoeken …”;”; lezen: „… vervangen door „… de in artikel 1 bis bedoelde waarden eerbiedigt en zich ertoe verbindt deze uit te dragen, kan verzoeken …”;”. |
21) |
Bladzijde 42, artikel 2, punt 2, onder a) In plaats van: „worden „de Gemeenschap” en „de Europese Gemeenschap” vervangen door „de Unie”, de woorden „van de Europese Gemeenschappen” of „van de EEG” door „van de Europese Unie” en het bijvoeglijk naamwoord „communautair” door „van de Unie”, met uitzondering van artikel 299, lid 6, onder c), thans artikel 311 bis, lid 5, onder c). In artikel 136, eerste alinea, heeft de voorgaande wijziging uitsluitend betrekking op de vermelding „de Gemeenschap”;” lezen: „worden „de Gemeenschap” en „de Europese Gemeenschap” vervangen door „de Unie”, de woorden „van de Europese Gemeenschappen” of „van de EEG” door „van de Europese Unie” en het bijvoeglijk naamwoord „communautair” door „van de Unie”, met uitzondering van artikel 299, lid 6, onder c), thans artikel 311 bis, lid 5, onder c). Het woord „Gemeenschapsrecht” wordt vervangen door de woorden „het recht van de Unie”; het woord „Gemeenschapsprogramma” wordt vervangen door de woorden „programma van de Unie”. De woorden „der gemeenschap” worden vervangen door de woorden „van de Unie”. In artikel 136, eerste alinea, heeft de voorgaande wijziging uitsluitend betrekking op de vermelding „de Gemeenschap”.” |
22) |
Bladzijde 42, artikel 2, punt 2, onder b) In plaats van: „worden „dit Verdrag”, „van dit Verdrag” en „in dit Verdrag” vervangen door respectievelijk „de Verdragen”, „van de Verdragen” en „in de Verdragen”, zo nodig met aanpassing van bijvoeglijk naamwoord en werkwoord; dit geldt niet voor artikel 121, lid 1, eerste alinea, thans artikel 121, lid 1, eerste alinea, hernummerd tot 117 bis, lid 1, eerste alinea, voor artikel 182, derde alinea, noch voor de artikelen 312 en 313.”; lezen: „worden „dit Verdrag”, „van dit Verdrag” en „in dit Verdrag” vervangen door respectievelijk „de Verdragen”, „van de Verdragen” en „in de Verdragen”, zo nodig met aanpassing van bijvoeglijk naamwoord en werkwoord; dit geldt niet voor artikel 182, derde alinea, noch voor de artikelen 312 en 313.”. |
23) |
Bladzijde 42, artikel 2, punt 2, onder d) In plaats van: „wordt „met gekwalificeerde meerderheid van stemmen” geschrapt;”; lezen: „wordt „met gekwalificeerde meerderheid van stemmen”, „die besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen” en „genomen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen” geschrapt.”. |
24) |
Bladzijde 43, artikel 2, punt 2, onder k) In plaats van: „wordt „statuten van het ESCB” vervangen door „statuten van het ESCB en de ECB”;”; lezen: „wordt „statuten van het ESCB” vervangen door „statuten van het ESCB en van de ECB”;”. |
25) |
Bladzijde 44, artikel 2, punt 7, tweede alinea, vierde streepje Het vierde streepje van de tweede alinea („artikel 231, tweede alinea”) wordt geschrapt. |
26) |
Bladzijde 44, artikel 2, punt 7 In plaats van:
lezen:
|
27) |
Bladzijde 45, artikel 2, punt 8, tweede streepje In plaats van:
lezen: „artikel 4, thans artikel 97 ter”. |
28) |
Bladzijde 50, artikel 2, punt 27, onder a), ad artikel 16 In plaats van: „Onverminderde de artikelen …”; lezen: „Onverminderd de artikelen …”. |
29) |
Bladzijde 50, artikel 2, punt 28, onder b), ad artikel 16 bis In plaats van: „en de woorden „leden 2 en 3” worden vervangen door „het huidige lid”;”; lezen: „en de woorden „de leden 2 en 3” worden vervangen door „het huidige lid”;”. |
30) |
Bladzijde 50, artikel 2, punt 28, onder d), ad artikel 16 A In plaats van: „in lid 3, thans lid 3, derde alinea, wordt „Elk van bovengenoemde instellingen” vervangen door „Elke instelling zorgt voor transparantie in haar werkzaamheden en …””; lezen: „in lid 3, thans lid 3, derde alinea, wordt „Elk van bovengenoemde instellingen” vervangen door „Elke instelling, orgaan of instantie zorgt voor transparantie in zijn of haar werkzaamheden en …”.” |
31) |
Bladzijde 51, artikel 2, punt 33, ad artikel 16 E In plaats van: „in lid 2 wordt „Wanneer de Raad … vaststelt” vervangen door „Het Europees Parlement en de Raad kunnen, volgens de gewone wetgevingsprocedure, … de basisbeginselen vaststellen”, en wordt „neemt hij … een besluit volgens de procedure van artikel 251” geschrapt;”; lezen: „in lid 2 wordt „Wanneer de Raad …” vervangen door „Het Europees Parlement en de Raad kunnen, in afwijking van lid 1, volgens de gewone wetgevingsprocedure, …”, wordt „… vaststelt …” vervangen door „de basisbeginselen vaststellen”, en wordt „neemt hij, in afwijking van lid 1, een besluit volgens de procedure van artikel 251” geschrapt;”. |
32) |
Bladzijde 53, artikel 2, punt 37, ad artikel 21 In plaats van: „… Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen de bepalingen vast voor de procedures en voorwaarden voor de indiening, van een burgerinitiatief in de zin van artikel 8 B van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met inbegrip van het minimum aantal lidstaten waaruit de burgers die het verzoek indienen, afkomstig dienen te zijn.”; lezen: „… Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen de bepalingen vast voor de procedures en voorwaarden voor de indiening van een burgerinitiatief in de zin van artikel 8 B van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met inbegrip van het minimum aantal lidstaten waaruit de burgers die het verzoek indienen, afkomstig dienen te zijn.”. |
33) |
Bladzijde 53, artikel 2, punt 44, ad artikel 23 In plaats van: „In artikel 23, lid 1, wordt „… is gegrondvest …” vervangen door „… omvat …”;” lezen: „In artikel 23, lid 1, wordt „… is gegrondvest op …” vervangen door „… omvat …”.” |
34) |
Bladzijde 56, artikel 2, punt 59, ad artikel 53 In plaats van: „In artikel 53 wordt „… verklaren zich bereid bij de liberalisatie …” vervangen door „… spannen zich in om bij de liberalisering …”.”; lezen: „In artikel 53 wordt „… verklaren zich bereid, bij de liberalisatie …” vervangen door „… spannen zich in om bij de liberalisering …”.”. |
35) |
Bladzijde 56, artikel 2, punt 60, ad artikel 57 In plaats van: „In artikel 57, lid 2, wordt „Hoewel de Raad tracht … kan hij … op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen maatregelen nemen …” vervangen door „Hoewel het Europees Parlement en de Raad trachten … stellen zij volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen vast …”;”; lezen: „In artikel 57, lid 2, wordt „Hoewel de Raad tracht … kan hij … op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen maatregelen nemen …” vervangen door „Hoewel het Europees Parlement en de Raad trachten … stellen zij … volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen vast …”;” |
36) |
Bladzijde 61, artikel 2, punt 65), ad artikel 63 bis, lid 1 In plaats van: „… een intensievere preventie en bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel …”; lezen: „… een preventie en intensievere bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel …”. |
37) |
Bladzijde 67, artikel 2, punt 67, ad artikel 69 E, lid 2, laatste alinea In plaats van: „Het Europees openbaar ministerie is belast met de rechtsvordering voor de bevoegde rechtbanken van de lidstaten in verband met deze strafbare feiten.”; lezen: „Het Europees openbaar ministerie is belast met de rechtsvordering voor de bevoegde rechterlijke instanties van de lidstaten in verband met deze strafbare feiten.”. |
38) |
Bladzijde 69, artikel 2, punt 71, ad artikel 72 In plaats van: „Aan het begin van artikel 72 wordt „en behoudens goedkeuring van de Raad, met eenparigheid van stemmen verleend” vervangen door „en behoudens vaststelling door de Raad, met eenparigheid van stemmen en volgens een bijzondere wetgevingsprocedure, van een maatregel die in een afwijking voorziet …”;” lezen: „Aan het begin van artikel 72 wordt „en behoudens goedkeuringen van de Raad, met eenparigheid van stemmen verleend” vervangen door „en behoudens vaststelling door de Raad, met eenparigheid van stemmen van een maatregel die in een afwijking voorziet …”.” |
39) |
Bladzijde 70, artikel 2, punt 79, ad artikel 93 In plaats van: „In artikel 93 wordt „binnen de in artikel 14 gestelde termijn” vervangen door „te bewerkstelligen en concurrentieverstoringen te voorkomen”;” lezen: „In artikel 93 wordt „binnen de in artikel 14 gestelde termijn te verzekeren” vervangen door „te bewerkstelligen en concurrentieverstoringen te voorkomen”.”. |
40) |
Bladzijde 70, artikel 2, punt 81, onder c), ad artikel 94 In plaats van: „aan het begin van lid 5 wordt „Wanneer een lidstaat het, na het nemen van een harmonisatiemaatregel door de Raad of de Commissie … voorts …” vervangen door „Wanneer een lidstaat het, nadat door het Europees Parlement en de Raad, door de Raad of door de Commissie … een harmonisatiemaatregel is genomen …”;”; lezen: „aan het begin van lid 5 wordt „Wanneer een lidstaat het, na het nemen van een harmonisatiemaatregel door de Raad of de Commissie … voorts …” vervangen door „Wanneer een lidstaat het, nadat door het Europees Parlement en de Raad, door de Raad of door de Commissie een harmonisatiemaatregel is genomen …”;”. |
41) |
Bladzijde 70, artikel 2, punt 82, ad artikel 94 In plaats van: „In artikel 94, hernummerd tot 95, worden de woorden „De Raad stelt” vervangen door „Onverminderd artikel 94 stelt de Raad”;”; lezen: „In artikel 94, hernummerd tot 95, worden de woorden „De Raad stelt … en” vervangen door „Onverminderd artikel 94 stelt de Raad”.”. |
42) |
Bladzijde 74, artikel 2, punt 93, onder c), ad artikel 107 In plaats van: „… 3. Artikel 5, leden 1, 2 en 3, de artikelen 17, 18 en 19, lid 1, de artikelen 22, 23, 24, 26, 32, leden 2, 3, 4, 6, artikel 33, lid 1, onder a) en artikel 36 van de statuten van het ESCB en van de ECB …”; lezen: „… 3. Artikelen 5.1, 5.2, 5.3, 17, 18,19.1, 22, 23, 24, 26, 32.2, 32.3, 32.4, 32.6, 33.1 a) en 36 van de statuten van het ESCB en van de ECB …”. |
43) |
Bladzijde 74, artikel 2, punt 96, ad artikel 111 In plaats van: „De tekst van lid 4 wordt lid 1 van artikel 115 bis en wordt gewijzigd zoals aangegeven onder punt 100).”; lezen: „De tekst van lid 4 wordt lid 1 van artikel 115 C en wordt gewijzigd zoals aangegeven onder punt 100).”. |
44) |
Bladzijde 75, artikel 2, punt 99, onder a), ad artikel 114 In plaats van: „in lid 1, eerste alinea, wordt „Monetair Comité van raadgevende aard” vervangen door „economisch en financieel comité”;”; lezen: „in lid 1, eerste alinea, wordt „Monetair Comité van raadgevende aard” vervangen door „Economisch en Financieel comité”;”. |
45) |
Bladzijde 75, artikel 2, punt 99, onder c), ad artikel 114 In plaats van: „in lid 2 wordt de eerste alinea geschrapt; in het derde streepje wordt de verwijzing naar artikel 99, leden 2, 3, 4 en 5 vervangen door een verwijzing naar artikel 99, leden 2, 3, 4 en 6, en de verwijzingen naar artikel 122, lid 2, en naar artikel 123, leden 4 en 5, worden vervangen door een verwijzing naar artikel 117 bis, leden 2 en 3;”; lezen: „in lid 2 wordt de eerste alinea geschrapt; in het derde streepje wordt de verwijzing naar artikel 99, leden 2, 3, 4 en 5 vervangen door een verwijzing naar artikel 99, leden 2, 3, 4 en 6, en de verwijzingen naar artikel 122, lid 2, en naar artikel 123, leden 4 en 5, worden vervangen door een verwijzing naar artikel 117 bis, leden 2 en 3; in het vierde streepje worden de woorden „van het Verdrag” vervangen door de woorden „van de Verdragen”.”. |
46) |
Bladzijde 77, artikel 2, punt 102, onder a), ad artikel 117 In plaats van:
lezen:
|
47) |
Bladzijde 81, artikel 2, punt 118), onder b), ad artikel 139 In plaats van: „in de tweede alinea wordt „De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, tenzij de betrokken overeenkomst …” vervangen door „De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wanneer de betrokken overeenkomst …” en wordt de rest van de zin na „genoemde gebieden” geschrapt.”; lezen: „in de tweede alinea wordt „De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, tenzij de betrokken overeenkomst …” vervangen door „De Raad besluit met eenparigheid van stemmen wanneer de betrokken overeenkomst …”. De laatste zin wordt geschrapt.”. |
48) |
Bladzijde 82, artikel 2, punt 125, ad artikel 125 In plaats van: „in de lidstaten”; lezen: „van de lidstaten”. |
49) |
Bladzijde 85, artikel 2, punt 133, onder a), ad artikel 161 In plaats van: „aan het begin van de eerste alinea, eerste zin, wordt „Onverminderd artikel 162 stelt de Raad op voorstel van de Commissie, en na instemming van het Europees Parlement … vast” vervangen door „Onverminderd artikel 162 stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen … vast”;” lezen: „aan het begin van de eerste alinea, eerste zin, wordt „Onverminderd artikel 162 stelt de Raad op voorstel van de Commissie, en na instemming van het Europees Parlement en … vast” vervangen door „Onverminderd artikel 162 stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen en na … vast”.” |
50) |
Bladzijde 86, artikel 2, punt 137, ad artikel 165 In plaats van: „In artikel 165, lid 2, wordt na „in de lidstaten” toegevoegd:”; lezen: „In artikel 165, lid 2, wordt na „te bevorderen” toegevoegd:”. |
51) |
Bladzijde 86, artikel 2, punt 138, onder a), ad artikel 166 In plaats van: „in lid 4 worden de woorden „met gekwalificeerde meerderheid vast op voorstel van de Commissie” vervangen door „overeenkomstig een bijzondere wetgevingsprocedure vast.”;” lezen: „in lid 4 worden de woorden „met gekwalificeerde meerderheid vast op voorstel van de Commissie” vervangen door „overeenkomstig een bijzondere wetgevingsprocedure” en wordt na „Economisch en Sociaal Comité” het woord „vast” ingevoegd.”. |
52) |
Bladzijde 88, artikel 2, punt 146 In plaats van: „en artikelen 181 A worden”; lezen: „en artikel 181 A wordt”. |
53) |
Bladzijde 90, artikel 2, punt 150 In plaats van: „TITEL XXIII”; lezen: „Titel XXIII”. |
54) |
Bladzijde 92, artikel 2, punt 158, ad art 188 C lid 3 In plaats van: „3. Bij de onderhandelingen over en sluiting van akkoorden met een of meer derde landen of internationale organisaties, is artikel 188 N van toepassing, behoudens de bijzondere bepalingen van dit artikel.”; lezen: „3. Bij de onderhandelingen over en sluiting van akkoorden met een of meer derde landen of internationale organisaties, is artikel 188 N van toepassing, behoudens de bijzondere bepalingen van het huidige artikel.”. |
55) |
Bladzijde 99, artikel 2, punt 174, onder a), ad artikel 188 O In plaats van: „In de tweede alinea wordt „… op aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van de ECB, of op aanbeveling van de ECB, …” vervangen door „… hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank, hetzij op aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank, …”.”; lezen: „In de tweede alinea wordt „… op aanbeveling van de ECB of van de Commissie en na raadpleging van de ECB …” vervangen door „… hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank, hetzij op aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank, …”.”. |
56) |
Bladzijde 99, artikel 2, punt 175 In plaats van: „Titel VI en de artikelen 118 P en …”; lezen: „Titel VI en de artikelen 188 P en …”. |
57) |
Bladzijde 102, artikel 2, punt 183, onder c) In plaats van: „in lid 3 wordt „van enig lichaam” vervangen door „enige regering, instelling, orgaan of instantie”;”; lezen: „in lid 3 wordt „van enig lichaam” vervangen door „van enige regering, instelling, orgaan of instantie”.”. |
58) |
Bladzijde 106, artikel 2, punt 198 In plaats van: „Zij onthouden zich van iedere handeling welke onverenigbaar is met het karakter van hun ambt. De lidstaten eerbiedigen hun onafhankelijkheid en trachten niet hen te beïnvloeden bij de uitvoering van hun taak.”; lezen: „De leden van de Commissie onthouden zich van iedere handeling welke onverenigbaar is met het karakter van hun ambt. De lidstaten eerbiedigen hun onafhankelijkheid en trachten niet hen te beïnvloeden bij de uitvoering van hun taak.”. |
59) |
Bladzijde 108, artikel 2, punt 213 In plaats van: „… en de woorden „communautaire industriële eigendomsrechten” worden vervangen door „Europese industriële eigendomsrechten”;”; lezen: „… en de woorden „communautaire industriële eigendomsrechten” worden vervangen door „Europese intellectuele eigendomsrechten”.”. |
60) |
Bladzijde 109, artikel 2, punt 214, onder a) In plaats van: „vervangen door „… wetgevingshandelingen …”;” lezen: „vervangen door „… wetgevingshandelingen, …”.” |
61) |
Bladzijde 109, artikel 2, punt 216, onder a) In plaats van: „in de eerste alinea wordt „de Europese Raad” toegevoegd na „Europees Parlement”;”; lezen: „in de eerste alinea wordt „de Europese Raad”, toegevoegd na „Europees Parlement”.”. |
62) |
Bladzijde 110, artikel 2, punt 218 In plaats van: „In artikel 234, eerste alinea, onder b), wordt „en van de Europese Centrale Bank” geschrapt,”; lezen: „In artikel 234, eerste alinea, onder b), wordt „en van de ECB” geschrapt,”. |
63) |
Bladzijde 110, artikel 2, punt 221 In plaats van: „In artikel 236 wordt „in het statuut of voortvloeiende uit de regeling welke voor hen toepasselijk is” vervangen door „in het statuut van de ambtenaren van de Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie.”;”; lezen: „In artikel 236 wordt „in het statuut of voortvloeiende uit de regeling welke voor hen toepasselijk is” vervangen door „door het statuut van de ambtenaren van de Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie”.”. |
64) |
Bladzijde 110, artikel 2, punt 222 In plaats van: „In artikel 237, onder d), in de tweede zin, wordt „van bestuur” toegevoegd na „de Raad” en aan het eind wordt „van Justitie” na „Hof” geschrapt.”; lezen: „In artikel 237, onder d), in de tweede zin, wordt „van bestuur” toegevoegd na „de Raad”.”. |
65) |
Bladzijde 111, artikel 2, punt 224 In plaats van: „Iedere partij kan, ook na het verstrijken van de in artikel 230, vijfde alinea, bedoelde termijn, naar aanleiding van een geschil waarbij …”; lezen: „Iedere partij kan, ook na het verstrijken van de in artikel 230, zesde alinea, bedoelde termijn, naar aanleiding van een geschil waarbij …”. |
66) |
Bladzijde 112, artikel 2, punt 227, ad artikel 245 bis, lid 4 In plaats van: „4. De Europese Centrale Bank neemt de maatregelen die nodig zijn om haar taken te vervullen overeenkomstig de artikelen 105 tot en met 111 bis en artikel 115 C en de door de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank bepaalde voorwaarden.”; lezen: „4. De Europese Centrale Bank neemt de maatregelen die nodig zijn om haar taken te vervullen overeenkomstig de artikelen 105 tot en met 111 bis en artikel 115 C en de door de statuten van het ESCB en van de ECB bepaalde voorwaarden.”. |
67) |
Bladzijde 112, artikel 2, punt 231, onder c) In plaats van: „in lid 4, hernummerd tot 3, wordt „zij” vervangen door „de leden van de Rekenkamer”;”; lezen: „in lid 4, hernummerd tot 3, wordt „zij” in de eerste zin vervangen door „de leden van de Rekenkamer”.”. |
68) |
Bladzijde 112, artikel 2, punt 231 Het volgende punt d) wordt toegevoegd:
|
69) |
Bladzijde 112, artikel 2, punt 232 In plaats van: „In artikel 248 wordt „orgaan” vervangen door „orgaan of ingestelde instantie”.”; lezen: „In artikel 248 wordt in het eerste lid„orgaan” en in lid 3 „instantie” vervangen door „orgaan of ingestelde instantie” in het meervoud of het enkelvoud naargelang het geval.”. |
70) |
Bladzijde 113-114, artikel 2, punt 236, ad artikel 249 B In plaats van: „1. In een wetgevingshandeling kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van de wetgevingshandeling. In de wetgevingshandelingen worden uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegatie afgebakend. Wezenlijke onderdelen van een gebied worden uitsluitend bij een wetgevingshandeling geregeld en kunnen derhalve niet het voorwerp zijn van bevoegdheidsdelegatie.”; lezen: „1. In een wetgevingshandeling kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van de wetgevingshandeling. In de wetgevingshandelingen worden uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegatie afgebakend. Essentiële onderdelen van een gebied worden uitsluitend bij een wetgevingshandeling geregeld en kunnen derhalve niet het voorwerp zijn van bevoegdheidsdelegatie.”. |
71) |
Bladzijde 117, artikel 2, punt 242, ad artikel 254, lid 2, eerste alinea In plaats van: „2. Niet-wetgevingshandelingen, vastgesteld in de vorm van verordeningen, richtlijnen en besluiten, worden ondertekend door de voorzitter van de instelling waardoor zij zijn vastgesteld …”; lezen: „2. Niet-wetgevingshandelingen, vastgesteld in de vorm van verordeningen, richtlijnen en besluiten, worden, wanneer deze geen adressaat aangeven, ondertekend door de voorzitter van de instelling waardoor zij zijn vastgesteld.”. |
72) |
Bladzijde 124, artikel 2, punt 265, ad artikel 272, lid 7, onder d), laatste zin In plaats van: „… de begrotingsonderdelen waarop het amendement betrekking heeft, ingenomen. de begroting geacht definitief te zijn vastgesteld op deze basis.”; lezen: „… de begrotingsonderdelen waarop het amendement betrekking heeft, ingenomen. De begroting wordt geacht definitief te zijn vastgesteld op deze basis.”. |
73) |
Bladzijde 126, artikel 2, punt 269 In plaats van: „De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad ook een evaluatieverslag over de financiën van de Unie in, waarin de bereikte resultaten worden getoetst aan de door het Europees Parlement en de Raad krachtens artikel 276 verstrekte aanwijzingen.”; lezen: „De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad ook een evaluatieverslag over de financiën van de Unie in, waarin de bereikte resultaten met name worden getoetst aan de door het Europees Parlement en de Raad krachtens artikel 276 verstrekte aanwijzingen.”. |
74) |
Bladzijde 127, artikel 2, punt 274, ad artikel 279 ter, eerste zin In plaats van: „In het kader van de in dit hoofdstuk bedoelde begrotingsprocedures roept de Commissie regelmatig de voorzitters van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bijeen.”; lezen: „In het kader van de in deze titel bedoelde begrotingsprocedures roept de Commissie regelmatig de voorzitters van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bijeen.”. |
B. PROTOCOLLEN GEHECHT AAN HET VERDRAG VAN LISSABON
Protocol betreffende permanente gestructureerde samenwerking, ingesteld bij artikel 42, ad artikel 2, onder d)
Bladzijde 155
In plaats van:
„d) |
samen te werken om ervoor te zorgen dat zij de nodige maatregelen nemen om, onder andere door multinationale benaderingen en onverminderd de verbintenissen dienaangaande in het kader van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, de in het kader van het vermogensontwikkelingsmechanisme geconstateerde leemten op te vullen;”; |
lezen:
„d) |
samen te werken om ervoor te zorgen dat zij de nodige maatregelen nemen om, onder andere door multinationale benaderingen en onverminderd de verbintenissen dienaangaande in het kader van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, de in het kader van het „vermogensontwikkelingsmechanisme” geconstateerde leemten op te vullen;”. |
Protocol nr. 1 tot wijziging van de protocollen gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en/of aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
1) |
Bladzijde 166, artikel 1, punt 4) onder b) Een tweede streepje „— artikel 7 (tweede vermelding van het Verdrag)” wordt ingevoegd. |
2) |
Bladzijde 167, artikel 1, punt 5) onder d), eerste, tweede, derde en vierde streepje In plaats van:
lezen:
|
3) |
Bladzijde 168, artikel 1, punt 6, onder d), eerste streepje In plaats van: „lid punt 7, hernummerd tot 6 …” lezen: „lid 7, hernummerd tot 6 …” |
4) |
Bladzijde 172, artikel 1, punt 10, onder r) In plaats van: „in bijlage I van het Protocol wordt in artikel 3, lid 1, tweede zin, „voor ambtenarenzaken” toegevoegd na „Gerecht”; in de leden 2 en 3 worden de woorden „met gekwalificeerde meerderheid” geschrapt;”; lezen: „in bijlage I van het Protocol wordt in artikel 3, lid 1, tweede zin, „voor ambtenarenzaken” toegevoegd na „Gerecht”; in de leden 2 en 3 worden de woorden „met gekwalificeerde meerderheid van stemmen” geschrapt;”. |
5) |
Bladzijde 172, artikel 1, punt 11, onder e) In plaats van: „Aan het einde van de tweede zin worden na het woord „Verdrag” de woorden „van de Europese Unie” toegevoegd. Aan het einde van de derde zin worden na het woord „Verdrag” de woorden „van de Europese Unie” toegevoegd;” lezen: „Aan het einde van de tweede zin worden na het woord „Verdrag” de woorden „betreffende de Europese Unie” toegevoegd. Aan het einde van de derde zin worden na het woord „Verdrag” de woorden „betreffende de Europese Unie” toegevoegd;” |
6) |
Bladzijde 174, artikel 1, punt 11) onder aa) In plaats van: „in artikel 52, hernummerd tot 49, wordt „overeenkomstig artikel 116 bis, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie”, ingevoegd na „Na de onherroepelijke vaststelling van de wisselkoersen …”.” lezen: „in artikel 52, hernummerd tot 49, worden in de titel de woorden „bankbiljetten in Gemeenschapsvaluta's” vervangen door „bankbiljetten in valuta's van de lidstaten” en worden in het artikel de woorden „overeenkomstig artikel 116 bis, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vervangen door” overeenkomstig artikel 117 bis, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie”. |
7) |
Bladzijde 180, artikel 1, punt 15), onder b) In plaats van: „in de eerste overweging wordt „… bij haar besluitvorming over de overgang naar de derde fase van de Economische en Monetaire Unie …” vervangen door „… wanneer zij besluit de derogaties in te trekken van de lidstaten die vallen onder een derogatie …”;” lezen: „in de eerste overweging wordt „… bij haar besluitvorming over de overgang naar de derde fase van de Economische en Monetaire Unie bedoeld in artikel 121, lid 1, …” vervangen door „…wanneer zij besluit de derogaties in te trekken van de lidstaten die vallen onder een derogatie bedoeld in artikel 117 bis …”, en de woorden „tot oprichting van de Europese Gemeenschap” worden vervangen door „betreffende de werking van de Europese Unie”.” |
8) |
Bladzijde 181, artikel 1, punt 15), onder d) In plaats van: „in artikel 6 worden de woorden”, het EMI „geschrapt;” lezen: „in artikel 6 worden de woorden”, het EMI of de ECB al naar het geval, „vervangen door of de ECB”. |
9) |
Bladzijde 193, artikel 1, punt 27 In plaats van: „In het Protocol betreffende artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, wordt in het dispositief „binnen een jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam” geschrapt.” lezen: „In het Protocol betreffende artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, wordt in de eerste overweging van de preambule, wordt de verwijzing naar artikel 17, lid 1, tweede alinea, en lid 3, vervangen door een verwijzing naar artikel 28 A, lid 2, en wordt in het dispositief „binnen een jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam” geschrapt.” |
10) |
Bladzijde 194, artikel 1 Het volgende punt wordt toegevoegd: „BIJLAGEN
|
C. CONCORDANTIETABEL BEDOELD IN ARTIKEL 5 VAN HET VERDRAG VAN LISSABON
Verdrag betreffende de Europese Unie
Bladzijde 206, oude nummering van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met betrekking tot artikel 47
In plaats van:
„artikel 47 (verplaatst)”;
lezen:
„artikel 47 (vervangen)”.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
1) |
Bladzijde 214, nieuwe nummering van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot artikel 113 (verplaatst) In plaats van: „artikel 294”; lezen: „artikel 284”. |
2) |
Bladzijde 228, oude nummering van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, voetnoot met betrekking tot artikel 63, punten 1 en 2 en artikel 64, lid 2 In plaats van: „Artikel 63, punten 1 en 2, VEG wordt vervangen door artikel 63, leden 1 en 2, VWEU en artikel 64, lid 2, wordt vervangen door artikel 63, lid 3, VWEU.”; lezen: „Artikel 63, punten 1 en 2, VEG wordt vervangen door artikel 63, leden 1 en 2, VWEU (hernummerd tot 78) en artikel 64, lid 2, wordt vervangen door artikel 63, lid 3, VWEU (hernummerd tot 78).” |
3) |
Bladzijde 229, oude nummering van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, voetnoot met betrekking tot artikel 178 In plaats van: „Ten gronde vervangen door artikel 188 D, lid 1, tweede alinea, tweede zin, VWEU.”; lezen: „Ten gronde vervangen door artikel 188 D, lid 1, tweede alinea, tweede zin, VWEU (hernummerd tot 208).”. |